Met prestige van Brandt daalt aanhang van SPD 11 maart: Fatale datum voor Irak? Westduitse socialisten zitten klem tussen Jusos en liberalen 31 KOUW/CTlAIRTET ZATLRD\G 9 MAART 1974 BUITEN LAiND Ï13/K15 door mr. P. L. Muller MERDEN WILLEN VOOR AUTONOMIE VECHTEN Lis ons op 11 maart 1974 geen autonomie is verleend weet dan at wij bereid zijn opnieuw voor onze vrijheid te vechten!' Dr. Mah- toed Osman, woordvoerder van de vrije Koerden in Irak, heeft het ikele maanden geleden nog eens duidelijk gezegd. Het Koerden-pro- leem in het Midden-Oosten is niet opgelost. De twee miljoen Koer en in Irak, onder hun Generaal Mollah Mustafa Barzani, zijn de ne en jaar burgeroorlog niet vergeten, de luchtaanvallen, de napalm en et zwavelzuur, de drieduizend verwoeste dorpen, de 20.000 omge- omen burgers. Maar ze verlangen hun vrijheid, hun autonomie die un al tientallen jaren door de regering in Bagdad wordt beloofd. En it op heden is die autonomie niet toegekend de termijn is bijna erstreken. Dat betekent dat het Midden-Oosten er elk ogenblik een veede accuut conflict kan bijkrijgen. Dr. Mahmoed Osman, woordvoerder van de vrije Koerden en Irak en rechts de schrijver van dit ar tikel. voorzitter van de Revolutionaire Raad van Koerdistan, is voorstander van oen democratisch-socialistisch bestuur. Hoewel er stromingen in de Partij zijn die sterker naar de communisten trekken een politiek machtige groepering in Irak heeft hij altijd kans gezien een middenkoers te vol gen. om op die manier alle Koerden achter zich te krijgen. De grote meer derheid van de bevolking zijn boeren voor wie landverdeling het allerbelang rijkste is. Die landhervorming wordt nu ook krachtig aangepakt: overal zijn 'boerenbonden' opgericht die vooral de nieuwe grondbezitters die meest al zonder kapitaal moeten beginnen aan de nodige kredieten helpen, tractoren huren, zaaizaad inkopen. graag manschappen en tanks de ber gen in als die niet te veroveren zijn. Maar ook Generaal Barzani staat in de internationale politiek vrijwel al leen. Dat hij op Israël zou spelen is pure verdachtmaking: dan zou hij alle arabische landen tegen zich krijgen en dót moet hij juist vermijden. Al leen aan de oostflank zit een opening: de Perzische regering is bijzonder an- ti-Iraaks ingesteld en zal niets nalaten om via de Koerden van Barzani de re gering van Bagdad beentje te lichten. Zo is het te verklaren dat Bagdad voortdurend zorgelijke tijdingen ver strekt over toenemende wapensmokkel naar de Koerden. NOG MEER EISEN ®ier jaar geleden bereikten Barzani Ffo Bagdad eindelijk een akkoord. De fcerdische taal werd erkend, koer- ^Isch onderwijs ingevoerd, een aantal HBpprojecten uitgevoerd. Maar de ^fceilijke punten de verdeling van olie-inkomsten en grenskwesties, i Koerdische vice-president van Irak bleven liggen. Botsingen tussen rabieren en Koerden bleven niet uit, spanning nam vorig jaar toe, voor toen regeringsvliegtuigen Koerdi- he dorpen gingen bombarderen, aar het kwam niet tot oorlog: 'Wij achten af of de regering van Bagdad beloofde autonomie nu wérkelijk nnen de afgesproken vier jaar zal voeren'. Het mes staat op de onder- ndelingstafel. it gaat om zelfbestuur van de Koer- sche provincies in het noorden van ak, een gebied zo groot als België, sderland en Luxemburg samen, in n verder geheel arabisch land, dat k geworden is door zijn olie-export waar kisten vol dadels vandaan ko en. Het staat onder het autoritair wind van de arabische-socialistische i'ath-(Herrijzenis) partij onder voor terschap van Irak's president Has- n el-Bakr. Een heel gewone arabi- ïe naam: Jan de Groot. J EEN NATIE J^jaarom willen de Koerden autono- lie? Heel eenvoudig: omdat ze geen abieren zijn, geen Turken, geen rzen, maar een eigen volk van ruim miljoen mensen, die geen land or zich zelf hebben. Ze wonen in st-Turkije (6 miljoen), in N.W. in of Perzië (2 miljoen), in Irak (2 joen), langs de noordgrens van •ië (0,5 miljoen) en enkele honderd- izenden in Sowjet-Armenië en terbeidjan. verkeren in een zelfde soort posi- als de Basken of de Palestijnen: ze ssen een vaderland. Koerden zijn van oudsher bergbe- iners: nomaden die met hun vee d de ene naar de andere weide- lats trekken en in stamverband fden. Die tijd is nu vrijwel voorbij; misschien leiden nog een 50.000 Koer den een nomadenbestaan, maar de meesten hebben een vaste woonplaats en zijn boer geworden, of pachter, landarbeider of ambachtsman. Maar door hun afstamming, hun vroegere stamverband, hun eigen taal, kleding, gewoonten en leefwijze voelen ze zich Koerden en niets anders. Het is een energiek volk, zelfbewust en bijzonder heldhaftig. Karl May schreef roman tisch over het Wilde Koerdistan maar de tientallen opstanden die de Koerden hebben gepleegd om hun vrijheid te krijgen waren trieste avon turen van bloed en tranen. Nooit heeft in de geschiedenis een verenigd Koerdistan bestaan. De Koer den keken meestal niet verder dan hun stam of hun dorp, en vochten al leen voor hun eigen aanvoerder. Pas de laatste vijftig jaar, toen Turkse, Perzische en Irakese regeringen hun wil gingen opleggen aan een volk dat de vrijheid in zijn bergen gewend was, begonnen de Koerden elkaar Mollah Mustafa Barzani over de grenzen te helpen. Maar wat kunnen geweren uitrichten tegen ka nonnen en vliegtuigen? Zo is in Tur kije de koerdische taal verboden, mag er officieel geen koerdische muziek worden gespeeld, zijn alle koerdische organisaties opgerold: binnen Turkije mogen alleen maar Turken bestaan, zo luidt het regeringsstandpunt. Maar ondergronds is wel van alles in bewe ging, want de Koerden willen tóch zich zelf zijn. BARZANI In Perzië is het al niet veel beter sinds een poging, in 1946, om een au tonome Koerdische republiek op te richten na een jaar moest worden op gegeven. De leiders werden opgehan gen, maar een bekwame aanvoerder uit het Iraakse bergland, Mollah Mus tafa Barzani, wist met de zijnen te ontkomen en later uit te wijken naar de Sovjet-Unie. Daar bleef hij elf jaar wachten op nieuwe kansen. En ieder een dacht dat hij wel 'bekeerd' zou zijn. Maar toen zijn kans kwam, in 1958 toen een revolutie een eind maakte aan het koninklijk gezag over Irak was Barzani geen communist gewor den, doch wist wèl hoe een partij te bespelen. De Koerdische Democrati sche Partij werd een model voor het Midden-Oosten: ze organiseerden een staand leger en een volledig overheids apparaat met belastingdienst, en dit in volle oorlogstijd. Want al drie jaar na de terugkomst van Barzani in Irak begonnen de gevechten met de regering van Bagdad over de Koerden- eis van autonomie. Dankzij die perfecte organisatie wis ten de Koerden het negen jaar tegen een volledig bewapend regeringsleger uit te houden. Ook natuurlijk dankzij hun bergen: waar de zware tanks vast liepen en het geschut geen doel kon vinden zaten de 'pesh-merga': zij die de dood tarten, het partisanenleger. De helft van de Koerdische provin cies, een gebied met ca. 1 miljoen mensen, hielden ze onder controle. Maar wat belangrijker is: ze hebben dit gebied nog steeds in handen. Want bij het akkoord van 11 maart 1970 tussen Bagdad en Barzani wer den de bestaande linies gehandhaafd en daarachter begint het vrije Koerdische land, de Koerdische Vrij staat. Geen militair of geheime politie man van Bagdad zal het wagen achter de linies te komen, want de pesh-mer ga is zwaar bewapend trouwens, al le vrije Koerden lopen met geweren rond alsof het wandelstokken zijn. De regering in Bagdad is met deze si tuatie uiteraard allerminst ingenomen en poogt de Koerden zoveel mogelijk van de buitenwereld te isoleren. Daar door dringt heel weinig nieuws over dit gebeuren in Europa door. Toch zijn er wel kieren in het gordijn en de vorige zomer konden wij met een groep jonge Nederlanders tot in het hoofdkwartier van Generaal Bar zani doordringen. Maar we waren de tweede groep die ooit uit Nederland was aangekomen. ZELFSTANDIG Wat de Koerden tijdens en na de bur geroorlog in hun eigen gebied voor elkaar hebben gebracht grenst aan het ongelofelijke. Zonder hulp van Bag dad de enkele hulpprojecten wer den alleen in regeringsgebied uitge voerd en met uiterst geringe geld middelen is men aan de wederopbouw van de dorpen begonnen. Elke 'pesh- merga' kreeg wat geld om een eigen huisje op te zetten. Cholera- en an dere epidemieën werden met succes be streden, maar nog steeds is de gezond heidstoestand van de bevolking slecht Malaria en TBC komen veel voor; de voeding is vooral in de dorpen zeer onvoldoende en de hygiëne ver te zoe ken. Het 'Community Development Department' heeft nu in honderden dorpen boerencomités opgericht, waar in de mensen zelf de noodtoestand te lijf gaan. Maar zolang mensen en die ren in één woning samenhokken, zo lang waterleiding en riolering ontbre ken, zolang vlees een luxe-artikel is dat een dorpsbewoner maar drie maal per jaar zal eten zolang blijft de situatie moeilijk. Medicamenten moe ten van buiten IraK komen, vooral van Europa maar hoe ze bij de Koerden te krijgen zolang het contact zo moeilijk te leggen is? Gelukkig zijn er hulporganisaties bezig langs enkele kanalen de meest noodzakelij ke dingen: babyvoeding, serum, vaccin naar het enige hospitaal in het vrije Koerdische gebied te sturen. Twintig bedden, altijd overvol. OOK CHRISTENEN In Galala, een winkeldorpje, niet ver van de Perzische grens, hadden we een gesprek met Kak Faransow, de burgemeester. Toen hij tien jaar gele den, in het begin van de burgeroor log, naar Galaga kwam stonden er nog geen honderd huizen nu bijna 800. Nergens kon hij schoenen kopen nu zijn er honderd winkels. Kak Fa ransow was plaatselijk voorzitter van de Koerdische Democratische Partij en.Christen. 'De enige in heel Irak', vertelde hij erbij De Koerden zijn in overgrote meerderheid mos lims, maar een groep van 35.000 Assy- rische Christenen Nestorianen en Chaldeeën, de laatsten met Rome ver bonden heeft zich de hele oorlog door solidair met hen getoond. Zij be schouwen zich ook als Koerden en spreken hun taal. Zij hebben het bij zonder zwaar te verduren gehad: hun dorpen waren het mikpunt van lucht aanvallen en beschietingen er werden er tientallen verwoest. Barzani, voorzitter van de Partij en DE KOERDEN IN NOORD IRAK VOLKSBEWEGING In steden als Kirkoek woont ook de Koerdische intelligentia, waarvan er niet weinigen in het buitenland heb ben gestudeerd, in Londen, Parijs, Berlijn of Moskou. Uit deze intelli gentia is de eerste impuls tot de vrij heidsbeweging van de Koerden in Irak voortgekomen. Maar nu is het een volksbeweging geworden: geen Koerd kan zich aan de activiteiten van de Partij onttrekken. Dat is de kracht van Barzani, die bovendien kan rekenen op de trouw van zijn 20.000 man sterke pesh-merga leger en op de ongenaakbaarheid van zijn min stens 3000 meter hoge bergen. Daar mee is zijn positie in de onderhande lingen sterk. Maar ook President Hassan el-Bakr staat er goed vooir: hij heeft de Sów- jet-Unie in een vriendschapsverdrag vast aan zich verbonden, hij heeft de olieinstallaties van Kirkoek zonder grote problemen kunnen nationaliseren en zijn aanzien bij de overige arabi sche landen door zijn 'harde' stand punt in het Palestina-probleem ver sterkt. Maar van die kant behoeft hij toch niet op steun te rekenen als het met de Koerden opnieuw tot een oor log zou komen. Want niemand stuurt Nog steeds staan in Irak de partijen onverzoenlijk en vol wantrouwen te genover elkaar. De Sowjet-Unie en de communisten dringen op matiging aan, want zij hebben geen belang bij een nieuw conflict in het Midden-Oos ten. Ook de westelijke landen zien geen brood in een conflict want de olie van Kirkoek is immers tóch al genationaliseerd. Zal President el- Bakr tenslotte toegeven? Maar Barzani eist ook herstel van de democratie in Irak, vrije verkiezingen voor een par lement en een nieuwe regering. Geen prettige eisen voor de Ba'ath-partij die in het zadel zit Liefst zou el-Bakr de zaak verder uitstellen misschien hoopt hij erop dat de 70-jarige Barza ni het spoedig zal opgeven. Maar de Koerdenleider is'nog gezond en vitaal en heeft alle tot dusverre op hem ge munte aanslagen overleefd. En, zegt hij, 'de tijd werkt in ons voordeel'. De Koerden in Irak hebben de lucht van de vrijheid gerokon ze zullen de autonomie nu wérkelijk willen be zitten. Daarom is na 11 maart alles mogelijk: ook een nieuwe burgeroor log in Irak. Maar Allah verhoede hem. Mr. P. L. Muller maakte onlangs met een groep Nederlandse studenten een 'verkenningstocht' naar Koerdistan. oor Jaap den Boef e klap die de sociaal-democra- n van de Westduitse kanselier illy Brandt deze week in de ad-staat Hamburg hebben ge- egen, is liard aangekomen, en procent van het bij vorige irkiezingen behaalde aantal mmen verliezen, is geen klei- glieid. Temeer als dit verlies et valt toe te schrijven aan aatselijke omstandigheden. De iniepeilingen van de afgelo- n maanden hebben nl. voor gehele Bondsrepubliek een ote teruggang voor de SPD orspeld. or deze partij is het uur van de arheid aangebroken. In november 2 kon zij nog van de christen-de- icraten winnen bij de belangrijke mdsdagverkiezingen. Deze winst was na uitsluitend te danken aan de ^prme populariteit van Willy ^jrandt, waar Rainer Candidus Barzel fc leider van de christen-democraten pinig tegenover kon stellen. De jiitsers verwachtten veel van Brandt, je in 1972 al enige tijd in het bezit ^■s van de Nobelprijs voor de vrede, ^klke hem was Uitgereikt voor zijn ^ote bijdrage aan het streven naar ^Anadering tussen Oost- en West-Eu- Hpds eind 1972 is er veel veranderd. ^Tjnselier Brandt is er niet in ge- agd de grote verwachtingen, die n optreden van enkele jaren gele- n had gewekt, waar te maken, ngzaam maar zeker bleek dat de tpolitik' van de coalitie van soci- ■democraten en liberalen niet meer rkte, nadat Bonn met de Sowjet- ie en Polen normalisatie-verdragen met de DDR (Oost-Duitsland) een sis-verdrag had gesloten. Bij de uit- rking van dit laatste akkoord doen b levensgrote moeilijkheden voor, lke vooral een gevolg zijn van een rschillende uitleg van het door de «"jet-Unie, de Verenigde Staten, En- and en Frankrijk getekende 'Ber- ise akkoord'. sst-case m !t de steun van het grootste deel 1 jn de SPD-fractie in de Bondsdag en |Bn de liberale coalitie-partner (met Ufe Brandt loyaal heeft samenge werkt) keerde de kanselier zich tegen fjB obstructiepolitiek van de DDR. "arbij was het de vraag, of de juiste Wdelen werden gebruikt, bijvoor beeld, door van de vestiging van een Westduits bureau voor milieuzaken in West-Berlijn een 'test-case' te maken. De protesten van Brandt haalden wei nig uit en in de SPD begon men zich in de kleine kring, die de 'Ostpolitik" tot elke prijs wilde doorzetten, zorgen te maken over het vastlopen van het overleg met de DDR. Niemand minder dan Herbert Weh- ner, fractievoorzitter van de SPD in de Bondsdag, opende de aanval op Brandt. Wehner is de man, die nooit naar de top in de SPD en in de rege ring kon doordringen vanwege zijn communistische verleden. Als gevolg daarvan was hij gedwongen in de schaduw van Willy Brandt te leven, nadat deze na het overlijden van de kleurloze Erich Ollenhauer de partijleiding had overgenomen. De SPD koos Brandt als leider, omdat hij naam had gemaakt als 'regerende bur gemeester' van West-Berlijn in een periode die gekenmerkt werd door enorme spanningen. Hierin ligt voor een belangrijk deel de verklaring voor het krachtige stre ven van de latere kanselier naar toe nadering tussen de landen van Oost en West-Europa, maar ook voor zijn weigering, genoegen te nemen met een lege dop. Wehner, die in de toe naderingspolitiek een doel in zichzelf was gaan zien, deed of er niets aan de hand was. In de Bondsrepubliek luis terden echter weinigen naar hem, om dat Wehner langzamerhand tot de oudgedienden behoort, die maar niet met pensioen willen gaan. Om toch zijn zin te krijgen, maakte Wehner van een bezoek aan Moskou gebruik om Brandt op demonstratieve wijze tot de orde te roepen. Hij veroorzaakte echter slechts een storm in een glas water. Nadat Bonn van de schrik was bekomen, keerde het zich tegen het onbehouwen gedoe van Wehner. Deze zag zich genood zaakt te doen alsof hij niets bijzon ders had gezegd en alles schromelijk was overdreven. Dat nam niet weg, dat er duidelijk een conflict tussen hem en Brandt aan de dag was getre den, waaruit naar later bleek het prestige van de kanselier niet on geschonden tevoorschijn zou komen. Voor het eerst had iemand het aange durfd, zich openlijk te keren tegen de man, wiens enorme populariteit hem het imago leek te hebben gegeven, 'onschendbaar* te zijn. Het proces van geleidelijke ontluistering van Willy Brandt was ingezet Wehner had zich echter niet alleen tegen Brandt gekeerd vanwege diens meer gereserveerde houding ten op zichte van de DDR die blijkbaar met instemming van Moskou.het effect van de Westduitse 'Ostpolitik' ongedaan trachtte te maken. Ook de liberale coalitiepartner moest het ont gelden, in het bijzonder haar belang rijkste vertegenwoordiger, vice-kanse- lier en minister van buitenlandse za ken Walter Scheel. Het was nl. een publiek geheim dat met name deze minister zich gekant had tegen pogin gen van minister Egon Bahr en ande re leidende sociaal-democraten om het vastlopen van de toenaderingspolitiek tegenover de landen van Oost-Europa te bagatelliseren. De aversie van Wehner ten opzichte van de liberalen zat echter dieper. Na de verkiezingen van november 1972, waarbij de liberalen hun positie bin nen de coalitie versterkten, behoorde Wehner tot degenen in de SPD die hun wil aan de kleine coalitiepartner wilden opleggen. Kanselier Brandt, die samen met de liberale leider Scheel het beleid van het coalitiekabi net tot inzet van de verkiezingen had gemaakt, weigerde echter zijn onte vreden partijgenoten (niet alleen de Jusos, zoals de radicale Jonge socialis ten genoemd worden, maar ook de ou de gardisten van de linkervleugel van de SPD) hun zin te geven. Brandt bleef er de voorkeur aan geven, door middel van onderhandelingen tot een gemeenschappelijk beleid te komen. Afwijzend Dit laatste betekende voor beide par tijen geven en nemen. Dat was al dui delijk geworden tijdens de verkie zingscampagne van 1972, toen de libe ralen er geen geheim van hadden ge maakt, zeer afwijzend te staan tegeno ver bepaalde in de SPD levende ver langens, in het bijzonder ten aanzien van de nationalisatie van bankinstel lingen en de medezeggenschap in de ondernemingen. De partij van Scheel, officiëel Vrije Democratische Partij (FDP) geheten, heeft zich totdusver niet onder de voet laten lopen. Het wetsontwerp betreffende de medezeg genschap, waarover het coalitiekabinet met veel moeite overstemming heeft bereikt, laat zien dat de SPD-minis- ters heel wat water in hun wijn moes ten doen. Grote coalitie Voor Wehner was deze gang van za ken aanleiding om openlijk te pleiten voor een breuk met de FDP en het vormen van een 'grote coalitie' tussen de sociaal-democraten en de christen democraten, zoals die aan het eind van de jaren zestig eveneens op aandringen van Wehner enkele ja ren heeft bestaan. De herinneringen aan deze coalitie, die onder leiding stond van de christen-democratische kanselier Kurt Georg Kiesinger, zijn echter zodanig, dat vrijwel niemand behoefte heeft aan een herhaling. Dit geldt in het bijzonder voor de chris ten-democraten, die sinds de verkie zingen van november 1972 niet meer de grootste partij van de Bondsrepu bliek vormen en net kanselierschap aan een sociaal-democraat zouden moeten overlaten. De suggestie van Wehner kan echter ook om andere redenen niet serieus worden genomen. De christen-demo craten zijn nog minder dan de libera len bereid, de SPD in staat te stellen haar plannen voor een ingrijpende hervorming van de samenleving uit te voeren. De linkervleugel van de CDU die na de nederlaag van 1972 gepro beerd heeft de partij af te helpen van het etiket 'ondernemerspartij', is vrij wel uitgeschakeld. Een voorstel, dat de werknemers werkelijke medezeg genschap in de ondernemingen had moeten geven, werd door een grote meerderheid in de CDU van de hand gewezen. In plaats daarvan werd een ontwerp aanvaard, dat weinig veran deringen wil aanbrengen in de be staande situatie. Het enige alternatief bij een eventue le breuk tussen sociaal-democraten en liberalen zou een kabinet van chris ten-democraten en iiberalen zijn. Of het opnieuw tot zo'n verbond zal ko men, hangt mede af van het antwoord op de vraag, wie de volgende presi dent van de Bondsrepubliek wordt, als Gustav Heinemann (die het eerste sociaal-democratische staatshoofd van West-Duitsland was) deze zomer af treedt. Op het ogenblik heeft de libe rale leider Walter Scheel nog de beste kansen om in een gezamenlijke zitting van Bondsdag en Bondsraad als opvol ger van Heinemann benoemd te wor den. De CDU Nle* alle socialistische parlementsle den zijn erg te spreken over de kandi datuur van Scheel. Als kanselier Brandt echter niet op het laatste ogenblik zelf belangstelling gaat koes teren voor het presidentschap (omdat het kanselierschap hem te zwaar is geworden), mag worden aangenomen, dat Scheel de volgende president van de Bondsrepubliek zal zijn. Mochten de moeilijkheden met de SPD zich in de komende maanden gaan toespit sen, dan kan Scheel met de steun van de christen-democraten gekozen worden. De liberalen moeten dan wèl bereid zijn, in een kabinet onder leiding van een kanselier uit de CDU-gelederen zitting te nemen. Voor een christen-democratisch-libera- le coalitie is de tijd echter nog niet rijp. Al maakt Herbert Wehner zich tot spreekbuis van velen als hij zegt, dat hij liever een terugkeer van de 'grote coalitie' ziet dan voortzetting van de samenwerking met de libera len, de SPD zal er toch geen behoefte aan hebben, zich door ontevreden groepen in de eigen gelederen in de oppositie te laten manoeuvreren. Ook de liberalen hebben belang bij voort zetting van de coalitie met de sociaal democraten. Een door een sociaal-de mocraat geleid kabinet heeft al de grootste moeite om de steeds machti ger wordende vakbonden in het ga reel te houden. Met een coalitie onder christen-democratische leiding zouden de vakbonden nog minder considera tie hebben dan met de huidige onder aanvoering van Willy Brandt. Strategie De korte maar krachtige staking van het overheidspersoneel deed het toch al verbleekte prestige van de kanse lier geen goed. Het ging daarbij niet in de eerste plaats om meer geld dan het anti-inflatiebeleid van de regering toelaatbaar achtte. De vakbonden zet ten zich tegen Brandt af om met een spectaculair gebaar de radicale ele menten in hun midden de wind uit de zeilen te nemen. Bij de onderhan delingen met de regering zijn zij niet tot het uiterste gegaan om een com promis te vinden, dat een staking had kunnen voorkomen. De vakbondslei ders zochten het conflict omdat dit in hun strategie paste. In de metaalin dustrie dreigt hetzelfde te gebeuren. Berichten als zou Brandt 'regerings- moe' zijn en aan aftreden denken, werden kort geleden nog fel tegenge sproken. Toch moet het niet onmoge lijk worden geacht dat er binnen niet al te lange tijd een situatie ontstaat, die voor de kanselier aanleiding is om de leiding uit handen te geven. Maar met of zonder Brandt: de SPD gaat een bijzonder moeilijke tijd tegemoet, omdat zij op haar retour is. De uit slag van de verkiezingen in het sociaal democratische bolwerk Hamburg, waar minister van financiën Helmut Schmidt zijn 'basis' heeft, is een eer ste aanwijzing, dat de opiniepeilingen van de laatste maanden niet zonder betekenis zijn. Op 23 maart vormen plaatselijke verkiezingen in Sleeswijk- Holstein een nieuwe graadmeter voor de dalende populariteit van Brands SPD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 15