Met prestige van
Brandt daalt
aanhang van SPD
11 maart:
Fatale datum
voor Irak?
Westduitse
socialisten
zitten klem
tussen Jusos
en liberalen
31
KOUW/CTlAIRTET ZATLRD\G 9 MAART 1974
BUITEN LAiND Ï13/K15
door mr. P. L. Muller
MERDEN WILLEN VOOR
AUTONOMIE VECHTEN
Lis ons op 11 maart 1974 geen autonomie is verleend weet dan
at wij bereid zijn opnieuw voor onze vrijheid te vechten!' Dr. Mah-
toed Osman, woordvoerder van de vrije Koerden in Irak, heeft het
ikele maanden geleden nog eens duidelijk gezegd. Het Koerden-pro-
leem in het Midden-Oosten is niet opgelost. De twee miljoen Koer
en in Irak, onder hun Generaal Mollah Mustafa Barzani, zijn de ne
en jaar burgeroorlog niet vergeten, de luchtaanvallen, de napalm en
et zwavelzuur, de drieduizend verwoeste dorpen, de 20.000 omge-
omen burgers. Maar ze verlangen hun vrijheid, hun autonomie die
un al tientallen jaren door de regering in Bagdad wordt beloofd. En
it op heden is die autonomie niet toegekend de termijn is bijna
erstreken. Dat betekent dat het Midden-Oosten er elk ogenblik een
veede accuut conflict kan bijkrijgen.
Dr. Mahmoed Osman, woordvoerder van de vrije Koerden en Irak en rechts de schrijver van dit ar
tikel.
voorzitter van de Revolutionaire Raad
van Koerdistan, is voorstander van
oen democratisch-socialistisch bestuur.
Hoewel er stromingen in de Partij
zijn die sterker naar de communisten
trekken een politiek machtige
groepering in Irak heeft hij altijd
kans gezien een middenkoers te vol
gen. om op die manier alle Koerden
achter zich te krijgen. De grote meer
derheid van de bevolking zijn boeren
voor wie landverdeling het allerbelang
rijkste is. Die landhervorming wordt
nu ook krachtig aangepakt: overal zijn
'boerenbonden' opgericht die vooral
de nieuwe grondbezitters die meest
al zonder kapitaal moeten beginnen
aan de nodige kredieten helpen,
tractoren huren, zaaizaad inkopen.
graag manschappen en tanks de ber
gen in als die niet te veroveren zijn.
Maar ook Generaal Barzani staat in
de internationale politiek vrijwel al
leen. Dat hij op Israël zou spelen is
pure verdachtmaking: dan zou hij alle
arabische landen tegen zich krijgen
en dót moet hij juist vermijden. Al
leen aan de oostflank zit een opening:
de Perzische regering is bijzonder an-
ti-Iraaks ingesteld en zal niets nalaten
om via de Koerden van Barzani de re
gering van Bagdad beentje te lichten.
Zo is het te verklaren dat Bagdad
voortdurend zorgelijke tijdingen ver
strekt over toenemende wapensmokkel
naar de Koerden.
NOG MEER EISEN
®ier jaar geleden bereikten Barzani
Ffo Bagdad eindelijk een akkoord. De
fcerdische taal werd erkend, koer-
^Isch onderwijs ingevoerd, een aantal
HBpprojecten uitgevoerd. Maar de
^fceilijke punten de verdeling van
olie-inkomsten en grenskwesties,
i Koerdische vice-president van Irak
bleven liggen. Botsingen tussen
rabieren en Koerden bleven niet uit,
spanning nam vorig jaar toe, voor
toen regeringsvliegtuigen Koerdi-
he dorpen gingen bombarderen,
aar het kwam niet tot oorlog: 'Wij
achten af of de regering van Bagdad
beloofde autonomie nu wérkelijk
nnen de afgesproken vier jaar zal
voeren'. Het mes staat op de onder-
ndelingstafel.
it gaat om zelfbestuur van de Koer-
sche provincies in het noorden van
ak, een gebied zo groot als België,
sderland en Luxemburg samen, in
n verder geheel arabisch land, dat
k geworden is door zijn olie-export
waar kisten vol dadels vandaan ko
en. Het staat onder het autoritair
wind van de arabische-socialistische
i'ath-(Herrijzenis) partij onder voor
terschap van Irak's president Has-
n el-Bakr. Een heel gewone arabi-
ïe naam: Jan de Groot.
J EEN NATIE
J^jaarom willen de Koerden autono-
lie? Heel eenvoudig: omdat ze geen
abieren zijn, geen Turken, geen
rzen, maar een eigen volk van ruim
miljoen mensen, die geen land
or zich zelf hebben. Ze wonen in
st-Turkije (6 miljoen), in N.W.
in of Perzië (2 miljoen), in Irak (2
joen), langs de noordgrens van
•ië (0,5 miljoen) en enkele honderd-
izenden in Sowjet-Armenië en
terbeidjan.
verkeren in een zelfde soort posi-
als de Basken of de Palestijnen: ze
ssen een vaderland.
Koerden zijn van oudsher bergbe-
iners: nomaden die met hun vee
d de ene naar de andere weide-
lats trekken en in stamverband
fden. Die tijd is nu vrijwel voorbij;
misschien leiden nog een 50.000 Koer
den een nomadenbestaan, maar de
meesten hebben een vaste woonplaats
en zijn boer geworden, of pachter,
landarbeider of ambachtsman. Maar
door hun afstamming, hun vroegere
stamverband, hun eigen taal, kleding,
gewoonten en leefwijze voelen ze zich
Koerden en niets anders. Het is een
energiek volk, zelfbewust en bijzonder
heldhaftig. Karl May schreef roman
tisch over het Wilde Koerdistan
maar de tientallen opstanden die de
Koerden hebben gepleegd om hun
vrijheid te krijgen waren trieste avon
turen van bloed en tranen.
Nooit heeft in de geschiedenis een
verenigd Koerdistan bestaan. De Koer
den keken meestal niet verder dan
hun stam of hun dorp, en vochten al
leen voor hun eigen aanvoerder. Pas
de laatste vijftig jaar, toen Turkse,
Perzische en Irakese regeringen hun
wil gingen opleggen aan een volk dat
de vrijheid in zijn bergen gewend
was, begonnen de Koerden elkaar
Mollah Mustafa Barzani
over de grenzen te helpen. Maar wat
kunnen geweren uitrichten tegen ka
nonnen en vliegtuigen? Zo is in Tur
kije de koerdische taal verboden, mag
er officieel geen koerdische muziek
worden gespeeld, zijn alle koerdische
organisaties opgerold: binnen Turkije
mogen alleen maar Turken bestaan,
zo luidt het regeringsstandpunt. Maar
ondergronds is wel van alles in bewe
ging, want de Koerden willen tóch
zich zelf zijn.
BARZANI
In Perzië is het al niet veel beter
sinds een poging, in 1946, om een au
tonome Koerdische republiek op te
richten na een jaar moest worden op
gegeven. De leiders werden opgehan
gen, maar een bekwame aanvoerder
uit het Iraakse bergland, Mollah Mus
tafa Barzani, wist met de zijnen te
ontkomen en later uit te wijken naar
de Sovjet-Unie. Daar bleef hij elf jaar
wachten op nieuwe kansen. En ieder
een dacht dat hij wel 'bekeerd' zou
zijn.
Maar toen zijn kans kwam, in 1958
toen een revolutie een eind maakte
aan het koninklijk gezag over Irak
was Barzani geen communist gewor
den, doch wist wèl hoe een partij te
bespelen. De Koerdische Democrati
sche Partij werd een model voor het
Midden-Oosten: ze organiseerden een
staand leger en een volledig overheids
apparaat met belastingdienst, en dit
in volle oorlogstijd. Want al drie
jaar na de terugkomst van Barzani in
Irak begonnen de gevechten met de
regering van Bagdad over de Koerden-
eis van autonomie.
Dankzij die perfecte organisatie wis
ten de Koerden het negen jaar tegen
een volledig bewapend regeringsleger
uit te houden. Ook natuurlijk dankzij
hun bergen: waar de zware tanks vast
liepen en het geschut geen doel kon
vinden zaten de 'pesh-merga': zij die
de dood tarten, het partisanenleger.
De helft van de Koerdische provin
cies, een gebied met ca. 1 miljoen
mensen, hielden ze onder controle.
Maar wat belangrijker is: ze hebben
dit gebied nog steeds in handen.
Want bij het akkoord van 11 maart
1970 tussen Bagdad en Barzani wer
den de bestaande linies gehandhaafd
en daarachter begint het vrije
Koerdische land, de Koerdische Vrij
staat. Geen militair of geheime politie
man van Bagdad zal het wagen achter
de linies te komen, want de pesh-mer
ga is zwaar bewapend trouwens, al
le vrije Koerden lopen met geweren
rond alsof het wandelstokken zijn.
De regering in Bagdad is met deze si
tuatie uiteraard allerminst ingenomen
en poogt de Koerden zoveel mogelijk
van de buitenwereld te isoleren. Daar
door dringt heel weinig nieuws over
dit gebeuren in Europa door. Toch
zijn er wel kieren in het gordijn
en de vorige zomer konden wij met
een groep jonge Nederlanders tot in
het hoofdkwartier van Generaal Bar
zani doordringen. Maar we waren de
tweede groep die ooit uit Nederland
was aangekomen.
ZELFSTANDIG
Wat de Koerden tijdens en na de bur
geroorlog in hun eigen gebied voor
elkaar hebben gebracht grenst aan het
ongelofelijke. Zonder hulp van Bag
dad de enkele hulpprojecten wer
den alleen in regeringsgebied uitge
voerd en met uiterst geringe geld
middelen is men aan de wederopbouw
van de dorpen begonnen. Elke 'pesh-
merga' kreeg wat geld om een eigen
huisje op te zetten. Cholera- en an
dere epidemieën werden met succes be
streden, maar nog steeds is de gezond
heidstoestand van de bevolking slecht
Malaria en TBC komen veel voor; de
voeding is vooral in de dorpen zeer
onvoldoende en de hygiëne ver te zoe
ken. Het 'Community Development
Department' heeft nu in honderden
dorpen boerencomités opgericht, waar
in de mensen zelf de noodtoestand te
lijf gaan. Maar zolang mensen en die
ren in één woning samenhokken, zo
lang waterleiding en riolering ontbre
ken, zolang vlees een luxe-artikel is
dat een dorpsbewoner maar drie maal
per jaar zal eten zolang blijft de
situatie moeilijk. Medicamenten moe
ten van buiten IraK komen, vooral
van Europa maar hoe ze bij de
Koerden te krijgen zolang het contact
zo moeilijk te leggen is? Gelukkig
zijn er hulporganisaties bezig langs
enkele kanalen de meest noodzakelij
ke dingen: babyvoeding, serum, vaccin
naar het enige hospitaal in het
vrije Koerdische gebied te sturen.
Twintig bedden, altijd overvol.
OOK CHRISTENEN
In Galala, een winkeldorpje, niet ver
van de Perzische grens, hadden we
een gesprek met Kak Faransow, de
burgemeester. Toen hij tien jaar gele
den, in het begin van de burgeroor
log, naar Galaga kwam stonden er nog
geen honderd huizen nu bijna 800.
Nergens kon hij schoenen kopen
nu zijn er honderd winkels. Kak Fa
ransow was plaatselijk voorzitter van
de Koerdische Democratische Partij
en.Christen. 'De enige in heel
Irak', vertelde hij erbij De Koerden
zijn in overgrote meerderheid mos
lims, maar een groep van 35.000 Assy-
rische Christenen Nestorianen en
Chaldeeën, de laatsten met Rome ver
bonden heeft zich de hele oorlog
door solidair met hen getoond. Zij be
schouwen zich ook als Koerden en
spreken hun taal. Zij hebben het bij
zonder zwaar te verduren gehad: hun
dorpen waren het mikpunt van lucht
aanvallen en beschietingen er
werden er tientallen verwoest.
Barzani, voorzitter van de Partij en
DE KOERDEN IN NOORD IRAK
VOLKSBEWEGING
In steden als Kirkoek woont ook de
Koerdische intelligentia, waarvan er
niet weinigen in het buitenland heb
ben gestudeerd, in Londen, Parijs,
Berlijn of Moskou. Uit deze intelli
gentia is de eerste impuls tot de vrij
heidsbeweging van de Koerden in
Irak voortgekomen. Maar nu is het
een volksbeweging geworden: geen
Koerd kan zich aan de activiteiten
van de Partij onttrekken. Dat is de
kracht van Barzani, die bovendien
kan rekenen op de trouw van zijn
20.000 man sterke pesh-merga leger en
op de ongenaakbaarheid van zijn min
stens 3000 meter hoge bergen. Daar
mee is zijn positie in de onderhande
lingen sterk.
Maar ook President Hassan el-Bakr
staat er goed vooir: hij heeft de Sów-
jet-Unie in een vriendschapsverdrag
vast aan zich verbonden, hij heeft de
olieinstallaties van Kirkoek zonder
grote problemen kunnen nationaliseren
en zijn aanzien bij de overige arabi
sche landen door zijn 'harde' stand
punt in het Palestina-probleem ver
sterkt. Maar van die kant behoeft hij
toch niet op steun te rekenen als het
met de Koerden opnieuw tot een oor
log zou komen. Want niemand stuurt
Nog steeds staan in Irak de partijen
onverzoenlijk en vol wantrouwen te
genover elkaar. De Sowjet-Unie en de
communisten dringen op matiging
aan, want zij hebben geen belang bij
een nieuw conflict in het Midden-Oos
ten. Ook de westelijke landen zien
geen brood in een conflict want de
olie van Kirkoek is immers tóch al
genationaliseerd. Zal President el-
Bakr tenslotte toegeven? Maar Barzani
eist ook herstel van de democratie in
Irak, vrije verkiezingen voor een par
lement en een nieuwe regering. Geen
prettige eisen voor de Ba'ath-partij
die in het zadel zit Liefst zou el-Bakr
de zaak verder uitstellen misschien
hoopt hij erop dat de 70-jarige Barza
ni het spoedig zal opgeven. Maar de
Koerdenleider is'nog gezond en vitaal
en heeft alle tot dusverre op hem ge
munte aanslagen overleefd. En, zegt
hij, 'de tijd werkt in ons voordeel'.
De Koerden in Irak hebben de lucht
van de vrijheid gerokon ze zullen
de autonomie nu wérkelijk willen be
zitten. Daarom is na 11 maart alles
mogelijk: ook een nieuwe burgeroor
log in Irak. Maar Allah verhoede
hem.
Mr. P. L. Muller maakte onlangs met
een groep Nederlandse studenten een
'verkenningstocht' naar Koerdistan.
oor Jaap den Boef
e klap die de sociaal-democra-
n van de Westduitse kanselier
illy Brandt deze week in de
ad-staat Hamburg hebben ge-
egen, is liard aangekomen,
en procent van het bij vorige
irkiezingen behaalde aantal
mmen verliezen, is geen klei-
glieid. Temeer als dit verlies
et valt toe te schrijven aan
aatselijke omstandigheden. De
iniepeilingen van de afgelo-
n maanden hebben nl. voor
gehele Bondsrepubliek een
ote teruggang voor de SPD
orspeld.
or deze partij is het uur van de
arheid aangebroken. In november
2 kon zij nog van de christen-de-
icraten winnen bij de belangrijke
mdsdagverkiezingen. Deze winst was
na uitsluitend te danken aan de
^prme populariteit van Willy
^jrandt, waar Rainer Candidus Barzel
fc leider van de christen-democraten
pinig tegenover kon stellen. De
jiitsers verwachtten veel van Brandt,
je in 1972 al enige tijd in het bezit
^■s van de Nobelprijs voor de vrede,
^klke hem was Uitgereikt voor zijn
^ote bijdrage aan het streven naar
^Anadering tussen Oost- en West-Eu-
Hpds eind 1972 is er veel veranderd.
^Tjnselier Brandt is er niet in ge-
agd de grote verwachtingen, die
n optreden van enkele jaren gele-
n had gewekt, waar te maken,
ngzaam maar zeker bleek dat de
tpolitik' van de coalitie van soci-
■democraten en liberalen niet meer
rkte, nadat Bonn met de Sowjet-
ie en Polen normalisatie-verdragen
met de DDR (Oost-Duitsland) een
sis-verdrag had gesloten. Bij de uit-
rking van dit laatste akkoord doen
b levensgrote moeilijkheden voor,
lke vooral een gevolg zijn van een
rschillende uitleg van het door de
«"jet-Unie, de Verenigde Staten, En-
and en Frankrijk getekende 'Ber-
ise akkoord'.
sst-case
m !t de steun van het grootste deel
1 jn de SPD-fractie in de Bondsdag en
|Bn de liberale coalitie-partner (met
Ufe Brandt loyaal heeft samenge
werkt) keerde de kanselier zich tegen
fjB obstructiepolitiek van de DDR.
"arbij was het de vraag, of de juiste
Wdelen werden gebruikt, bijvoor
beeld, door van de vestiging van een
Westduits bureau voor milieuzaken in
West-Berlijn een 'test-case' te maken.
De protesten van Brandt haalden wei
nig uit en in de SPD begon men zich
in de kleine kring, die de 'Ostpolitik"
tot elke prijs wilde doorzetten, zorgen
te maken over het vastlopen van het
overleg met de DDR.
Niemand minder dan Herbert Weh-
ner, fractievoorzitter van de SPD in
de Bondsdag, opende de aanval op
Brandt. Wehner is de man, die nooit
naar de top in de SPD en in de rege
ring kon doordringen vanwege zijn
communistische verleden. Als gevolg
daarvan was hij gedwongen in de
schaduw van Willy Brandt te leven,
nadat deze na het overlijden van
de kleurloze Erich Ollenhauer de
partijleiding had overgenomen. De
SPD koos Brandt als leider, omdat hij
naam had gemaakt als 'regerende bur
gemeester' van West-Berlijn in een
periode die gekenmerkt werd door
enorme spanningen.
Hierin ligt voor een belangrijk deel
de verklaring voor het krachtige stre
ven van de latere kanselier naar toe
nadering tussen de landen van Oost
en West-Europa, maar ook voor zijn
weigering, genoegen te nemen met
een lege dop. Wehner, die in de toe
naderingspolitiek een doel in zichzelf
was gaan zien, deed of er niets aan de
hand was. In de Bondsrepubliek luis
terden echter weinigen naar hem, om
dat Wehner langzamerhand tot de
oudgedienden behoort, die maar niet
met pensioen willen gaan. Om toch
zijn zin te krijgen, maakte Wehner
van een bezoek aan Moskou gebruik
om Brandt op demonstratieve wijze
tot de orde te roepen.
Hij veroorzaakte echter slechts een
storm in een glas water. Nadat Bonn
van de schrik was bekomen, keerde
het zich tegen het onbehouwen gedoe
van Wehner. Deze zag zich genood
zaakt te doen alsof hij niets bijzon
ders had gezegd en alles schromelijk
was overdreven. Dat nam niet weg,
dat er duidelijk een conflict tussen
hem en Brandt aan de dag was getre
den, waaruit naar later bleek
het prestige van de kanselier niet on
geschonden tevoorschijn zou komen.
Voor het eerst had iemand het aange
durfd, zich openlijk te keren tegen de
man, wiens enorme populariteit hem
het imago leek te hebben gegeven,
'onschendbaar* te zijn. Het proces van
geleidelijke ontluistering van Willy
Brandt was ingezet
Wehner had zich echter niet alleen
tegen Brandt gekeerd vanwege diens
meer gereserveerde houding ten op
zichte van de DDR die blijkbaar
met instemming van Moskou.het
effect van de Westduitse 'Ostpolitik'
ongedaan trachtte te maken. Ook de
liberale coalitiepartner moest het ont
gelden, in het bijzonder haar belang
rijkste vertegenwoordiger, vice-kanse-
lier en minister van buitenlandse za
ken Walter Scheel. Het was nl. een
publiek geheim dat met name deze
minister zich gekant had tegen pogin
gen van minister Egon Bahr en ande
re leidende sociaal-democraten om het
vastlopen van de toenaderingspolitiek
tegenover de landen van Oost-Europa
te bagatelliseren.
De aversie van Wehner ten opzichte
van de liberalen zat echter dieper. Na
de verkiezingen van november 1972,
waarbij de liberalen hun positie bin
nen de coalitie versterkten, behoorde
Wehner tot degenen in de SPD die
hun wil aan de kleine coalitiepartner
wilden opleggen. Kanselier Brandt,
die samen met de liberale leider
Scheel het beleid van het coalitiekabi
net tot inzet van de verkiezingen had
gemaakt, weigerde echter zijn onte
vreden partijgenoten (niet alleen de
Jusos, zoals de radicale Jonge socialis
ten genoemd worden, maar ook de ou
de gardisten van de linkervleugel van
de SPD) hun zin te geven. Brandt
bleef er de voorkeur aan geven, door
middel van onderhandelingen tot een
gemeenschappelijk beleid te komen.
Afwijzend
Dit laatste betekende voor beide par
tijen geven en nemen. Dat was al dui
delijk geworden tijdens de verkie
zingscampagne van 1972, toen de libe
ralen er geen geheim van hadden ge
maakt, zeer afwijzend te staan tegeno
ver bepaalde in de SPD levende ver
langens, in het bijzonder ten aanzien
van de nationalisatie van bankinstel
lingen en de medezeggenschap in de
ondernemingen. De partij van Scheel,
officiëel Vrije Democratische Partij
(FDP) geheten, heeft zich totdusver
niet onder de voet laten lopen. Het
wetsontwerp betreffende de medezeg
genschap, waarover het coalitiekabinet
met veel moeite overstemming heeft
bereikt, laat zien dat de SPD-minis-
ters heel wat water in hun wijn moes
ten doen.
Grote coalitie
Voor Wehner was deze gang van za
ken aanleiding om openlijk te pleiten
voor een breuk met de FDP en het
vormen van een 'grote coalitie' tussen
de sociaal-democraten en de christen
democraten, zoals die aan het eind
van de jaren zestig eveneens op
aandringen van Wehner enkele ja
ren heeft bestaan. De herinneringen
aan deze coalitie, die onder leiding
stond van de christen-democratische
kanselier Kurt Georg Kiesinger, zijn
echter zodanig, dat vrijwel niemand
behoefte heeft aan een herhaling. Dit
geldt in het bijzonder voor de chris
ten-democraten, die sinds de verkie
zingen van november 1972 niet meer
de grootste partij van de Bondsrepu
bliek vormen en net kanselierschap
aan een sociaal-democraat zouden
moeten overlaten.
De suggestie van Wehner kan echter
ook om andere redenen niet serieus
worden genomen. De christen-demo
craten zijn nog minder dan de libera
len bereid, de SPD in staat te stellen
haar plannen voor een ingrijpende
hervorming van de samenleving uit te
voeren. De linkervleugel van de CDU
die na de nederlaag van 1972 gepro
beerd heeft de partij af te helpen van
het etiket 'ondernemerspartij', is vrij
wel uitgeschakeld. Een voorstel, dat
de werknemers werkelijke medezeg
genschap in de ondernemingen had
moeten geven, werd door een grote
meerderheid in de CDU van de hand
gewezen. In plaats daarvan werd een
ontwerp aanvaard, dat weinig veran
deringen wil aanbrengen in de be
staande situatie.
Het enige alternatief bij een eventue
le breuk tussen sociaal-democraten en
liberalen zou een kabinet van chris
ten-democraten en iiberalen zijn. Of
het opnieuw tot zo'n verbond zal ko
men, hangt mede af van het antwoord
op de vraag, wie de volgende presi
dent van de Bondsrepubliek wordt,
als Gustav Heinemann (die het eerste
sociaal-democratische staatshoofd van
West-Duitsland was) deze zomer af
treedt. Op het ogenblik heeft de libe
rale leider Walter Scheel nog de beste
kansen om in een gezamenlijke zitting
van Bondsdag en Bondsraad als opvol
ger van Heinemann benoemd te wor
den.
De CDU
Nle* alle socialistische parlementsle
den zijn erg te spreken over de kandi
datuur van Scheel. Als kanselier
Brandt echter niet op het laatste
ogenblik zelf belangstelling gaat koes
teren voor het presidentschap (omdat
het kanselierschap hem te zwaar is
geworden), mag worden aangenomen,
dat Scheel de volgende president van
de Bondsrepubliek zal zijn. Mochten
de moeilijkheden met de SPD zich in
de komende maanden gaan toespit
sen, dan kan Scheel met de steun
van de christen-democraten gekozen
worden.
De liberalen moeten dan wèl bereid
zijn, in een kabinet onder leiding van
een kanselier uit de CDU-gelederen
zitting te nemen.
Voor een christen-democratisch-libera-
le coalitie is de tijd echter nog niet
rijp. Al maakt Herbert Wehner zich
tot spreekbuis van velen als hij zegt,
dat hij liever een terugkeer van de
'grote coalitie' ziet dan voortzetting
van de samenwerking met de libera
len, de SPD zal er toch geen behoefte
aan hebben, zich door ontevreden
groepen in de eigen gelederen in de
oppositie te laten manoeuvreren. Ook
de liberalen hebben belang bij voort
zetting van de coalitie met de sociaal
democraten. Een door een sociaal-de
mocraat geleid kabinet heeft al de
grootste moeite om de steeds machti
ger wordende vakbonden in het ga
reel te houden. Met een coalitie onder
christen-democratische leiding zouden
de vakbonden nog minder considera
tie hebben dan met de huidige onder
aanvoering van Willy Brandt.
Strategie
De korte maar krachtige staking van
het overheidspersoneel deed het toch
al verbleekte prestige van de kanse
lier geen goed. Het ging daarbij niet
in de eerste plaats om meer geld dan
het anti-inflatiebeleid van de regering
toelaatbaar achtte. De vakbonden zet
ten zich tegen Brandt af om met een
spectaculair gebaar de radicale ele
menten in hun midden de wind uit
de zeilen te nemen. Bij de onderhan
delingen met de regering zijn zij niet
tot het uiterste gegaan om een com
promis te vinden, dat een staking had
kunnen voorkomen. De vakbondslei
ders zochten het conflict omdat dit in
hun strategie paste. In de metaalin
dustrie dreigt hetzelfde te gebeuren.
Berichten als zou Brandt 'regerings-
moe' zijn en aan aftreden denken,
werden kort geleden nog fel tegenge
sproken. Toch moet het niet onmoge
lijk worden geacht dat er binnen niet
al te lange tijd een situatie ontstaat,
die voor de kanselier aanleiding is om
de leiding uit handen te geven. Maar
met of zonder Brandt: de SPD gaat
een bijzonder moeilijke tijd tegemoet,
omdat zij op haar retour is. De uit
slag van de verkiezingen in het sociaal
democratische bolwerk Hamburg,
waar minister van financiën Helmut
Schmidt zijn 'basis' heeft, is een eer
ste aanwijzing, dat de opiniepeilingen
van de laatste maanden niet zonder
betekenis zijn. Op 23 maart vormen
plaatselijke verkiezingen in Sleeswijk-
Holstein een nieuwe graadmeter voor
de dalende populariteit van Brands
SPD.