Vraag van de vrijzinnigen, brief van de geref. bonders SOLZJENITSIN EN DE KERK Uit de kerkbladen Vandaag i Misselijk Trouw K wartet Waarom kon de proeve de kerk niet in Minister Van Doorn 'poseert Ds. De Lange leidt gereg. zendingsbond Oud-katholieken benadrukken eigen opdracht Ouders willen onderwijs voor autistische kinderen TROUW/KWARTET MAlAiNDlAG 4 MAlAJRHT 1974 KERK/BMNENIjANiD T2/K2! Van een onzer verslaggevers UTRECHT/HUIZEN De vereniging van vrij zinnige hervormden en de gereformeerde bond hebben het moderamen van de hervormde synode opnieuw uitgedaagd in de weer opgelaaide richtin genstrijd in de hervormde kerk. De vrijzinnigen menen, dat het mo deramen in feite de gereformeerde kerken in gebreke heeft gesteld door één zinsnede uit de befaamde brief aan de vrijzinnigen terug te nemen en tegelijk de rest van de brief te la ten staan. De gereformeerde bond heeft het moderamen een aantal vra gen gesteld over de legitimiteit van verschillende stromingen in de her vormde kerk. Zoals wij reeds meldden, heeft het hervormd moderamen uit zijn brief aan de vereniging van vrijzinnige her vormden (bedoeld om de ongerust heid in die kring over het samen-op- weg-gaan met de gereformeerden weg te nemen) de zinsnede teruggenomen, 'dat het van bijzondere betekenis Is te blijven bestuderen, hoe ook in de ge reformeerde kerken het verschijnsel van het zgn. vrijzinnig theologisch denken kerkelijk en theologisch ver werkt blijkt te kunnen worden'. Deze opmerking werd namelijk door de ge reformeerden als grievend ervaren. Volgens het jongste nummer van 'Kerk en Wereld', het blad van de vereniging van vrijzinnige hervorm den. is het hoofdbestuur van deze ver eniging 'niet erg gelukkig met dit ge baar. maar nu ook weer niet bijzon der ongelukkig. Het terugnemen van deze ene zin betekent immers, dat de rest van de brief blijft staan'. Passage Het blad citeert dan nog eens de vol gende passage uit de brief van het synodemoderamen, die wel is blijven staan: 'Wij (het hervormd synodemo deramen dus) zien het vrijzinnig the ologisch denken als een verschijnsel, dat aan de kerk in haar brede geeste lijke verscheidenheid wezenlijke vra gen stelt, zoals wij dit ook ervaren in andere modaliteiten binnen onze kerk. Een kerk in deze tijd dient, naar onze mening, te leven met deze vragen. De dialoog, die aldus ontstaat, achten wij te behoren tot een wezen lijk aspect van het kerk-zljn in deze tijd en een voorwaarde om gezamen lijk een Christus-belijdende gemeen schap te zijn'. Het blad van de vrijzinnige hervorm den trekt hieruit de volgende conclu sie: 'Wanneer de gereformeerde syno de met enige heftigheid ontkent dat deze vragen bij hem op tafel liggen en deze dialoog ook in zijn midden gevoerd wordt, zal van hervormde kant de vraag gesteld moeten worden of hij daarmee niet een plicht ver zaakt ('Een kerk in deze tijd dient, naar onze mening, te leven met deze vragen') en een wezenlijk aspect van het kerk-zijn verwaarloost'. Aanleiding tot de brief van het hoofd bestuur van de gereformeerde bond is het verslag van een samenspreking tussen het hervormd en het gerefor meerd moderamen, dat besproken is in de januarizitting van de gerefor meerde synode. Op de vraag van de gereformeerden, of het vrijzinnig the ologisch denken in de hervormde kerk nu legitiem is of niet, had het hervormd moderamen volgens dit ver slag onder meer geantwoord, dat de hervormde kerk een Christus-belijden de kerk wil zijn en vandaaruit erop blijft staan, dat 'het vrijzinnig denken net zo min gelegitimeerd is als bij voorbeeld het fundamentalisme, het pietisme en de gereformeerde bond', alsook dat 'de hervormde kerk de vrijzinnigheid èn de gereformeerde bond niet heeft aanvaard'. De gerefor meerde bond vraagt het hervormd synodemoderamen nu, of dit inder daad het gereformeerd theologisch denken, zoals dat in de gereformeerde bond voorkomt, op één lijn heeft wil len stellen met het vrijzinnig theolo gisch denken. 'Waarom plaatste u enkele theoloei- schf stromingen naast elkaar, die niet legitiem zijn binnen de hervormde kerk, en zweeg u over het midden-or thodox theologisch denken? Moet hieruit geconcludeerd worden dat al leen de midden-orthodoxe stroming in de hervormde kerk een ligitieme plaats heeft? Als de hervormde kerk spreekt over het weren van datgene wat haar belij den weerspreekt, welke criteria wor den daarbij dan aangelegd en hoe denkt u deze criteria toe te passen op die stromingen, die blijkens uw ant woord aan het gereformeerd modera men binnen de hervormde kerk niet legitiem zijn?', aldus de gereformeer de bond. Niemand het hervormde moderamen. heeft overigens al verklaard, dat het ver slag, dat in de gereformeerde synode diende, niet het officiële, dool- de mo- deramina goedgekeurde, verslag was. Praeses ds. J. C. H. Jörg lichtte het standpunt van het hervormd modera men in de januarizitting van de gere formeerde synode ongeveer als volgt toe: 'het moderamen legitimeert niets. Geen enkele richting krijgt een certi ficaat van legitimitiet. We zeggen al leen: jullie horen bij ons, wanneer je je beweegt binnen het belijden van dé kerk. Daarom blijven we in de hervormde kerk allemaal wel voortdu rend'met èlkaar in een verplichtend gesprek op basis van artikel 10 van de kerkorde'. Naschrift /De redactie behoudt zich het recht voor haar ter opname in deze rubriek toegezonden meningsuitingen verkort weer te geven. Bij publikatie wordt met de naam van de inzender onder tekend. Brieven kunnen worden ge stuurd aan het secretariaat hoofdre dactie Trouw/Kwartet, postbus 859. Amsterdam. Zuid-Afrika (slot) In zijn brief in Tr/Kw van 26-2-74 praat J. Boessenkool de apartheid goed. In de eerste plaats kan ik me niet herinneren, dat God ooit de scheiding tussen blank en zwart heeft bevolen. Verder vind ik het wel bij zonder cru te beweren, dat het niet anders kan. dat 14 miljoen kleurlin gen en Afrikanen verpauperen in re servaten of tegen hongerlonen moeten werken in fabrieken, op plantages en in mijnen. Groningen R. Scheltens l, Trouw/Kwartet van 27-2-74 vermeldde t'een demonstratie in Den Haag, van leerlingen van de Academie van Beel- V.dende Kunsten. Tal van gemaakte 'werkstukjes werden tentoongesteld en elk kamerlid mocht hiervan uitzoeken i.'en meenemen. Minister van Kemena- *de stond afgebeeld als een overgeluk kig kind, met zo'n voorwerp in z'n ar omen. Om misselijk van te worden! $jEen gladde streek van de leerlingen. «^Onwillekeurig wordt hierdoor de ob jectiviteit der kamerleden geweld aan- jlgedaan. Wat hier gebeurd is in 't •klein, zal naar mijn overtuiging ook in 't groot gebeuren, zij het dan met De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tammlnga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Adam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69 73 60 768). Gem.glro X 500. 'De mens aan wat voor ogen is. maar God ziet het hart aan'. Deze bijbelse woorden krijgen wel heel bijzondere betekenis voor wie zich een beeld probeert te vormen van de verhouding tot de kerk bij een man als Solzjenitsyn: verguisd in zijn eigen land door regering en kerkleiders, bejubeld in het westelijke buitenland. Er kan alleen sprake zijn van een persoonlijke indruk op grond van wat hij zelf heeft geschreven en gezegd. Hij is Russisch-orthodox, ging al in zijn jeugd naar de kerk en hield dat zelfs in de jaren dertig vol, wat zowel van geloof als van moed getuigt, want juist toen werden dp kerken bloedig vervolgd. Ook later heeft hij zijn geloof nooit onder stoelen of banken gestoken. In zijn boeken komen christenen van verschillende geloofsovertuiging voor en wordt vrijuit over het geloof gesproken. Hij heeft er zich hardnekkig tegen verzet, dat in zijn in Rusland uitgegeven werk Gods naam met een kleine letter zou worden gedrukt. Zijn kinderen heeft hij laten dopen, wat in de Sowjetunie een geloofsgetuigenis is: de doop moet officiéél geregistreerd worden en beide ouders moeten hun paspoort tonen ten bewijze, dat ze de doop voor hun kind wensen. Weliswaar is dat op zichzelf niets nieuws ook vóór de revolutie van 1917 moesten ouders te kennen geven, dat ze wilden dat hun kind gedoopt werd en werd de doop geregistreerd, dal is trouwens algemeen gebruikelijk maar in het huidige Rusland vormen zulke gegevens voor de regering vaak een aanleiding om de ouders in hun werk of hun studie te benadelen. In de rede, die hij geschreven heeft ter gelegenheid van de toekenning van de Nobelprijs in 1970 sprak Solzjenitsin als zijn diepe overtuiging uit, dat de kunst niet uit de mens te verklaren is en dat de kunstenaar, die erkent dat er een hogere macht boven hem gesteld is. vol vreugde werkt 'als een kleine ambachtsgezel onder Gods hemel'; 'zelfs in de diepste diepten van hel bestaan, in armoede, in de gevangenis, bij ziekte kan het bewustzijn van een stabiele harmonie hem niet verlaten'. Solzjenitsin (overgenomen uit de Christian Science Monitor). Hij kon dat uit ervaring zeggen, want noch armoede, noch gevangenschap en ziekte zijn hem onbekend gebleven. Hij heeft zijn leven tot voor kort doorgebracht in een land, waar het geloof op alle mogelijke manieren wordt uitgebannen uit het leven'van de mensen. Kerkdiensten mogen echter officiëel gehouden worden, al zijn door kerksluitingen in het verleden (en incidenteel ook nu nog), door administratieve maatregelen tegen priesters en op andere manieren de bestaansmogelijkheden van de kerk en haar contact met de mensen steeds verder beperkt. Dat de liturgie nog steeds gevierd mag worden, is voor de orthodoxe kerk het enig belangrijke. In de tsarentijd, toen de orthodoxe kerk staatskerk was, was ze in het persoonlijke en in het openbare leven 'alomtegenwoordig' en kon ze ook liefdadigheid bedrijven, maar ook toen was de liturgie, waarin de gelovigen deel hebben aan het opstandingsleven, het centrum van al haar activiteiten. De orthodoxe kerk is nooit geïnteresseerd geweest in maatschappijkritiek en ze is dat nog niet. Ze kan er zich heel goed mee verenigen, dat de staat alle sociale taken voor zich opeist. Haar vroomheid is een sterk innerlijke en geestelijke vroomheid, die haar in staat stelt, alle wisselvalligheden van de geschiedenis en ook onrecht, dat haar wordt aangedaan, te verdragen. Vele Russische gelovigen vertonen deze eigenschappen ook, ze lijken in de ziel van de eenvoudige Russische mens geworteld te zijn. Solzjenitsin toont zich steeds diep verbonden met deze Russische mens, hij komt op voor de ziel van zijn volk. Tegen de communistische maatschappijvorm zou hij waarschijnlijk weinig bezwaar hebben, als de communistische praktijk de mens niet van zijn menselijkheid beroofde. Zijn protesten zijn telkens gericht tegen lafheid, leugenachtigheid, onderdrukking. Die protesten heefl hij ook zijn kerkelijke overheid niet bespaard: in zijn geruchtmakende Vastenbrief aan Patriarch Pimen, het hoofd van de Russische orthodoxe kerk, riep hij de hoge geestelijkheid op om het voorbeeld van de eerste Christenen en van vele priesters en gelovigen in de eigen kerk te volgen en de weg van het offer te kiezen. De eerste Christenen, zo zei hij aan het eind van zijn brief, werden voor de leeuwen geworpen, nu verliest men alleen zijn comfort. Hem werd van verschillende kanten verweten, dat hij zijn brief aan het verkeerde adres gericht had: dat de patriarch en de bisschoppen machteloos zijn en dat men niemand tot zelfopoffering en martelaarschap mag dwingen. Dit zijn ongetwijfeld dingen, waarmee rekening moet worden gehouden, zeker door ons, die i.7 zoveel minder moeilijke omstandigheden onze Heer mogen dienen. Maar misschien heeft Solzjenitsin door de persoonlijke moed, die hij getoond heeft en door ,de persoonlijke offers, die hij gebracht heeft, het recht verworven om zo te spreken. meer.raffinement. Zoiêts moest verbo den worden! Applngedam F. Bolt A. J. Klei constateert in een naschrift dat de meeste gemeenteleden zich aan de noden der wereld niets gelegen la ten liggen maar liever hun conversta- tie en hun kerkbladen vullen met klaagzangen over de linkse IKOR-pro- gramma's. Een insinuerender en kwaadaardiger opmerking ben ik in tijden niet tegengekomen. Vele acties zoals b.v. 'Kom over de brug' etc. zijn zeker geslaagd omdat alle mensen met opvattingen als Klei daaraan hebben bijgedragen. Degenen die zich met woorden iets aan de noden der wereld gelegen laten liggen, mogen wel eens iets doen en niet anderen hun wet voorschrijven. Overdreven onzin? Na tuurlijk. Maar dat is het naschrift van Klei ook. Hilversum J. Beelsma Hervormd Nederland is niet te spre ken over de synode-beslissing, de ge reformeerde proeve van een eigentijd se geloofsgetuigenis de gemeenten niet in te sturen: 'Het is ons volstrekt onduidelijk wat daartegen zou kunnen zijn. De over weging, dat wanneer de synode zo'n stuk de gemeenten instuurt de men sen automatisch zullen denken, dat de inhoud ervan synodaal gezag heeft, is te beledigend voor mondige gemeente leden om serieus, te worden genomen. Die kunnen tegenwoordig namelijk ook lezen. Dat op de proeve veel is aan te merken, lijdt geen twijfel en daar is in de synodevergadering te recht nogal wat werk van gemaakt, Maar wat zou dat? Kennis dragende van deze kritische notities hadden ge meenten en kerkeraden samen met gereformeerden er een hartig woordje met elkaar over kunnen wisselen, waarmee de duidelijkheid op het plaatselijke vlak zeer gediend zou zijn geweest In de zeshonderd hervormde gemeenten die officieel samen met de gereformeerden op weg zijn, zal de proeve de synode ten spijt overigens toch wel in bespreking komen. Het enige dat men op Hydepark met het in portefeuille houden van het stuk heeft bereikt, is het oproepen van misverstand en irritatie in gerefor meerde kring. Als je samen op weg wilt, moet je niet alleen willen praten over dingen die je zelf belangrijk vindt en dan nog geformuleerd op de manier zoals je dat zelf zoudt doen'. Koude kermis Prof. dr. H. N. Ridderbos schrijft in het Gereformeerd Weekblad (uitgave Kok), dat prof. Berkouwer en hij met hun proeve, 'bedoeld om op het stuk van de confessie tot meer concentratie en klaarheid te komen, bij de her vormden van een koude kermis zijn thuisgekomen. Zelden zag men een méér verdeeld front zich méér eensge zind opstellen dan bij deze ontmoe ting'. Prof. Ridderbos: 'De vorige week is het mij duidelijk geworden, dat de grote meerderheid van de Herv. Synode aan een zodanige concentratie van het kerkelijk belij den op zich gén behoefte gevoelt, ja dat zij zelfs een discussie erover in de Herv. kerk inopportuun acht. De Ge ref. Bond als ik mij een ogenblik zo generaliserend mag uitdrukken wil het niet omdat hij iedere proeve van een nieuw belijden, waarbij de integrale en blijvende genoegzaam heid van de historische drie formulie ren ook maar een ogenblik discutabel zou schijnen, bij voorbaat van de hand wijst. De grote meerderheid van de niet-Bonders wil het ook niet, om dat zij de behoefte aan meer confessi onele duidelijkheid typisch gerefor meerd vindt, deze zelf niet deelt noch er een 'markt' voor in de kerk aanwe zig acht; daarentegen van mening is dat, wannéér de kerk al tot nieuwe belijdenisuitspraken zou moeten ko men, deze zich op iets anders zouden moeten concentreren dan op een be vestiging van het historische, reforma torische geloof. Deze laatste stelling kan men onderschrijven zolang men de overtuiging heeft, dat er over de inhoud van het Christelijk en refor matorisch geloof een zodanige consen sus bestaat, dat wij ons nog slechts over de toepassing daarvan op de 'no den van deze tijd' en 'de vragen van de moderne mens* zorgen behoeven te maken. Men behoeft echter de agenda van de gereformeerde synodes van de laatste jaren slechts na te gaan en men behoeft slechts én middag op een Herv. Synodezitting te zijn, om te weten, dat de behoefte aan concentra tie op het ene nodige en dat een gro tere duidelijkheid in het belijden geen introverte en overbodige zelfa nalyse is, maar een noodzakelijke voofwaarde om ook aan het spreken van de kerk naar buiten enige kracht te verlenen. In de beoordeling van de ze situatie gaan beide kerken duide lijk uiteen'. soort zaken een onpasselijk gevoel te krijgen. We komen als kerk niet meer tot een klaar geluid over zaken, die het hart van de kerk raken. Zodra het daarover gaat wordt het op de synode een kakofinie, een door elkaar pratenBBBB^H en een elkaar tegenspreken. We we- Qp (Jg DrOGf ten nauwelijks meer wat we als kerk nog belijden. Maar inmiddels matig den we ons over zaken van de wereld politiek een oordeel aan, waaraan we ook nog menen dat het recept ervoor zo maar in de Bijbel te vinden is. Een beschamende zaak'. onverantwoord laten we de mensen die in de kerk komen in hun Tele- graaf-ideologie èn dito theologie voortleven (dit aantal is, lijkt mij, groter dan velen denken)'. Tenslotte ds. A. T. Resselaar in Ten minste, maandblad voor informatie en gesprek over de verhouding Reforma tie/Rome: Onpasselijk Ir. J. van der Graaf reageert in De Waarheidsvriend op de synodediscus sie over Guinee-Bissau en Zuid-Afrika: 'Zo langzamerhand begin ik bij dit Onverantwoord Opmerkelijk is daarnaast dit oordeel van prof. dr. Kr. Strijd in Woord en Dienst (geschreven vóór de synodezit ting): 'Op allerlei vragen weten wij wel een antwoord in de kerk. Maar als het over de Nato en over Chili, over de oliecrisis en Suriname, enz. gaat, wor den we plotseling deemoedig. De pro blemen zijn dan zo 'ingewikkeld'. Het roept herinneringen op aan veel wat in de Duitse kerken indertijd gebeur de. Intussen en dat is pastoréél zo 'We zullen ons er op moeten instellen dat het geloof van hen die zich willen inzetten voor de door Christus gewil de eenheid in verscheidenheid nog be hoorlijk op de proef zal worden ge steld. Op zichzelf zijn de weerstand en het oponthoud niet zo verwonder lijk. Zij\begeleiden elke christelijke vernieuwingsbeweging en als die be weging geestelijk sterk genoeg is dat wil zeggen als zij werkelijk iets heeft van de Geest die wij (met schroom) heilig noemen dan zal zij niet opgehouden en geblokkeerd kun nen worden. Die gedachte zou een enorme bemoediging kunnen zijn in moeilijke dagen voor vele rooms-ka- tholieke ep, andere christenen'. Minister Van Doorn van CRM heeft zaterdag in liet Amsterdamse Van Goghmuseum geposeerd voor een groep van vijftig kunstenaars. Zowel beroeps- als amateurschilders en -tekenaars hebben hier geprobeerd de minister te portretteren. HET VOGELTJE Daarmee eindigt het verhaal van van daag. Mozes is gevlucht naar Midian, een stam, een clan van discutabele herkomst. Komen ze van Abraham af of zijn het Kenieten? Hoe heet die schoonvader nu, Rehuël, Jethro of Hobab? Wie zal het zeggen? Maar er is een put. En bij putten komen in deze verhalen altijd huwbare meisjes die water komen halen voor het vee. En bij putten is ook vaak ruzie, want een put is van levensbelang, een schaarse zaak en al onze ruzies ont staan altijd om schaarse zaken. Op nieuw toont Mozes zich een leider, ie mand die weet van ingrijpen. De kwa de herders komen met hem in moeite. Als het verhaal van de verlossing door de Egyptenaar aan vader verteld wordt, maakt deze zich bijna boos: die man moet hier komen. Gastvrijheid is onder nomaden een zaak van hoog aanzien. Want wat moet een mens al leen in de woestijn? Mozes komt goed terecht. De priester van Midian geeft hem zijn dochter 'vogeltje' (Zippora) tot vrouw. Het kan niet mooier. De geschiedenis herhaalt zich. En ze krij gen een kind, dat de naam Gersom draagt: daar was ik een vreemdeling. Volgens de latere wet mag hij haar met trouwen, maar er zijn nu een maal wetten die verschijnen en ook weer verdwijnen. Het einde is goed. De verteller is waar hij wezen wil. Het heeft even geduurd, hij moest de aanleiding van de vlucht vertellen en hij moest ons laten weten hoe hij daar terecht kwam, maar nu is het zo ver. De toekomstige leider is in zijn woestijn, in zijn afzondering om zich daar voor te bereiden op zijn werk. Het werk dat hem wacht en waarvan hij zelf nog niet weet. Veertig jaar zal dit duren, 't Is ook geen kleinig heid. Er zal iets van de grond moeten komen waarvan mensen tot het einde weer hun hoop zullen vestigen, de exodus. Wat zijn daarbij vergeleken veertig jaar in Midian? Er zit een plan in dit verhaal. Het gaat om din gen die ons vandaag bewegen, die een volk zullen helpen een lange tocht te maken, door eeuwen heen, om nooit de moed te verhezen. En daarom staat daar zoiets 'kleins', Zippora, vo geltje, en Gersom, ik was een vreem deling. Als een kleine randversiering, een miniatuur: 't gaat beginnen! (Exodus 2, 15-22). Van een onzer verslaggevers ZEIST Ds. J. de Lange te Rijssen is benoemd tot voorzitter van de gere formeerde zendingsbond (GZB) in de hervormde kerk. Hij volgt wijlen ds. .T. van Sliedregt op. Ds. De Lange (64) was, voordat hij in 1965 predi- kant te Rijssen werd, negen jaar di rector van de GZB. in zijn maandblad 'Alle den volcke' deelt het bestuur van de GZB mee, zich gedwongen te zien 'zowel door de grote noden, die er zijn in de volke renwereld, als door de grote offer vaardigheid uit onze gemeenten', om waar mogelijk het werk uit te breiden of nieuw werk te beginnen. Gezocht wordt naar een nieuw werkterrein en naar nieuwe medearbeiders in het zendingswerk. De GZB heeft met name behoefte akn' vier predikanten, twee voor de Torad- jakerk op Celebes, een voor de her vormde kerk van Oost-Afrika en een als docent naast dr. H. Goedhart aan het Saint Pauls College in Limoeroe, Kenia, en voorts aan een technisch man. die op de hoogte is met electri- citeit, motoren en bouwmaterialen voor Kenia. De algemene vergadering van de GZB wordt woensdag 29 mei gehouden. ROTTERDAM De oud-katholdeke bisschoppen van Nederland zijn ervan overtuigd, dat hun kerk naast haar oecumenische taak zeer beslist ook een eigen taak en opdracht heeft te vervullen. Zij schrijven dit in hun jaarlijkse vas tenbrief. 'Wij zijn van mening, dat het de taak en de opdracht van onze kerk is om, evenals in het verleden, de volheid van het katholieke en apostolische geloofsbezit van de kerk der eeuwen in alle zuiverheid door te geven aan de komende geslachten. Dat betekent de opdracht om onwrik baar vast te houden aan het katholie ke en apostolische belijden omtrent de kerk, haar ambt en haar sacramen ten,' aldus de bisschoppen Kok, Van Kleef en Jans. Van een onzer verslaggevers VOORTHUIZEN De Stichting voor Ouders van autistische kinderen wil beter onderwijs voor deze groep kin deren. Op de eerste vergadering van de stichting, zaterdag in Voorthuizen, bleken vele ouders behoefte te heb ben aan betere voorzieningen. Autisti sche kinderen hebben weinig of geen contact met mensen in hun omgeving en komen daardoor zeer moeilijk tot praten. Een deel vatf de kinderen groeit op in inrichtingen maar de nieuwe stichting streeft ernaar zo veel mogelijk van deze kinderen thuis te laten blijven. Dan moeten er wel aangepaste scholen komen. Verder wil de stichting meer inspraak bij het beleid van de overheid, ver lichting van de taak van de ouders, (bijvoorbeeld door huishoudelijke hul en een vlottere hulpverlening van de verschillende instanties. De ouders die zaterdag in Voorthuizen bijeen waren, willen verder contact groepen opzetten om hun problemen met elkaar te bespreken. Het adres van de stichting is: De Steenkamp 90. Voorthuizen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2