Parijse zomermode: verlangen naar vroeger TROUW /KW ARTTET WOENSDAG Dat het teruggrijpen op mode uit vroeger jaren niet alleen maar het werk is van een enkele 'gekke' ontwerper, maar zeer overwogen voorkomt in het hele modebeeld, blijkt wel uit het feit, dat ook alle confectiezaken vol hangen met deze grootmoeders- en moedersmode. Niet alleen de stijl, maar ook de stoffen en de dessins doen sterk aan vroegere perioden terugdenken. Het is een luxueuze mode (veel dure stoffen), die bovendien erg elegant en dames achtig is. Of we daar blij mee moeten zijn, is een tweede. Voor graatmagere jonge meisjes is het wel leuk in zo'n zwarte stipjesjurk tot op de kuit rond te lopen. Zij vinden het meestal niet erg er een aantal jaren ouder uit te zien. Of iets minder slanke en iets minder jonge vrouwen dat ook leuk vinden, is maar de vraag. Voor hen zijn er dan de mantelpakken, die het predikaat 'klassiek' meegekregen hebben, maar die wij liever oer-saai en stijf zouden willen noemen: een rechte rok (ettelijke centimeters over de knie) met een eveneens lang recht jasje in een krijtstreep motief, met een corsage op de schouder. Voeg daarbij een soort pothoedje en bandjes-schoenen en het modebeeld van 1947-1948 is compleet Broek Nu is het niet zo'n ramp, dat de ontwerpers de vrouw terug willen drukken in ouderwetse modes, want de moderne vrouw laat zich veel minder dan die van vroeger door een enkele Parijse heer voorschrijven wat zij moet dragen. De broek bijvoorbeeld is door de Parijse heren tot een min of meer verboden kledingstuk verklaard. Nu zouden wij wel eens willen zien welke vrouw zich daar iets van aan trekt. Gelukkig laten ook de confectiefabrikanten deze mening voor wat zij is, want de winkels hangen vol met allerlei soorten en kleuren pantalons. Wel heeft men zich geconformeerd aan de roklengte die de mode ontwerpers voorschrijven en daardoor hangen er heel wat stijve, saaie rokken in de rekken. Vooral de lengte van enkele centimeters over de knie is druk vertegenwoordigd in de collecties. En dat is nu juist zo'n saaie lengte. Dan liever de midi- en de maxirok, die beide deze zomer ook nog in de mode zijn. (De voklengte zweeft eigenlijk tussen de knie en de enkel, waarbij het opvallend is, dat de lengte van de rok samengaat met het type van de stof: hoe soepeler de stof, des te langer valt de rok). Roklengte Voor daagse modellen varieert de roklengte van net onder de knie tot op de kuit, voor avondkleding wordt kuitlengte en de enkellengte getoond. De knie is in ieder geval altijd ruim bedekt. We moeten nog zien of dat navolging vindt, wanneer het een mooie zomer wordt. Een paar andere kenmerken van de nieuwe zomermode: er is een brede belangstelling van de couturiers voor de klassieke lijn dat wil zeggen voor pakjes met een verbrede schouderlijn en rechte, strenge rokken met een plooi voor en/of achter. Verder is de wijde rok, aan een brede tailleband gerimpeld, ook weer erg in de mode (misschien komen de petticoats ook nog terug). Er is een grote invloed te bemerken van de Franse ontwerper Paul Poiret, die rond de eeuwwisseling in Parijs leefde en werkte. Hij heeft in zijn tijd erg veel invloed op de mode gehad. Hij maakte de mode soepeler en minder 'corset-achtig'. Zijn stijl vooral die soepelheid is dit seizoen bij veel ontwerpers terug te vinden. Ook het gebruik van dure stoffen, mooie kleurencombinaties en de zeer vrouwelijke stijl (diepe decolletees) waren karakteristiek voor deze ontwerper. Deze kenmerken vinden we eveneens terug in de zomermode van dit jaar. Deux-pièces Wat betreft de pantalons: we zeiden al dat deze min of meer uit de mode zijn verbannen. Een enkele ontwerper had nog een broek in zijn collectie (bijvoorbeeld Dior, die broeken met wijde pijpen k la Mariene Dietrich brengt). Verder is het echte deux-pièces weer in ere hersteld, compleet met strenge blouse met lange mouwen. Wat betreft de dessins van de gebruikte stoffen: veel bloemdessins (maar niet meer op een donker fond, zoals deze winter, maar juist op een lichte ondergrond), veel strepen en pied de coq- en pepita- ruitjes. Tenslotte de kleuren: erg véél naturels (wit staat boven aan de rang-lijst direct gevolgd door alle mogelijk wit-achtige tinten, zjals écru, beige, parelgrijs, roomkleur etc.) Verder de klassieke tinten marine blauw, zwart, chocolade bruin, maar ook pasteltinten, zoals aqua, zeegroen, licht-rose, violet en lila en felle tinten zoals oranje, kobalt blauw appelgroen, felgeel en hard rood. 27 FEBRiUiARI 1974 UNGARO Een met bloemen be drukte jurk, waarover een soort icijde boerenkiel wordt gedragen, als jasjes Het jasje heeft de karakteristiek verbrede schouderlijn. R1CC1 Een gestreepte mantel, die geïnspireerd is door de mode uit de jaren veertig. Ook hierbij wordt de obligatie corsage gedragen. SAINT-LAURENT Alweer een volstrekt klassiek model van deze Franse couturier: een rechte mantel met dubbele rijen knopen en grote opgestikte zakken. SAINT-LAURENT Een zeer klas siek pak in grijs-witte krijtstreep. De streep in het pakje wordt gecom bineerd met kleine ruitjes (in de sjaal van de blouseen wat grotere ruiten in de sjaal. De lange rok is een van de meest kenmerkende zaken van de nieuwe zomermode. FERAUD Een emeraldgroene cocktailjurk, compleet met corsage, die zo uit de jaren vijftig afkomstig zou kunnen zijn. De jurk heeft een klokrok met plooi middenvoor. MIYAKE Een lang ivollen hes van blauwe wolwordt gedragen op, een van de weini ge, lange broeken in zwart witte ruit. Een model uit de Franse confectie. I V de V Een trui van bouclé- wol, gedragen op een knielange short. Beide modellen zijn in de komende zomer erg modi euze kleur écru. Deze combi natie is ook uit de Franse Con fectie afkomstig. MODE KENZO Een lange ivollen overgooier, met hoge taille- band en smalle schouderbon- 11 den. Bijpassend is de korte s bolero. Ook dit is een confec- tiemodel. h c ii

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 10