AARLANDERVEEN,
DORP TUSSEN
HOOP EN VREES
'Je moet geen groot dorp willen zijn,
maar nu sturen we de jongelui weg'
tekst: S. J. de Groot
foto's: W. Croese
AARLANDERVEEN Het dorp Aarlanderveen lijkt als een lange lint
achteloos te zijn neergeworpen in een groene wereld van wei en water.
Het heeft geen functie in een groter verband. Het kon er net zo goed niet
zijn. Je kan van Ter Aar via Aarlanderveen naar Alphen en dan heb je een
gezonde, vrolijke fietstocht, hoog op de dijken, meespelend met wind en
wolken, maar het hoeft helemaal niet, want er is ook een verbinding recht-
toe-rechtaan, langs het kanaal. Vanwaar je ook komt, Aarlanderveen is al
tijd óm. Wie efficiënt wil zijn, laat het letterlijk links liggen. Je komt er al
leen om er te zijn. Of omdat je weet dat doelmatigheid niet alles is.
De heer Van Vliet liet ons een schets-
plan zien voor 24 eengezinswoningen
tussen de Dorpsstraat en de Ring-
sloot. Dat dateert van mei 1970.
Niet alleen Aarlanderveens hoop
wordt op de proef gesteld, ook zijn
geduld. Toch is de Aarlandervener
geen fatalist. Van Vliet is zijn spreek
buis als hij zegt: 'De bevolking is wel
zo veerkrachtig dat zij, als het van
haar afhangt, hier blijft wonen. Met
alle problemen van dien. Wij gaan hier
niet dood'.
Van Vliet, straks de enige Aarlander
vener in Alphens raad, ervaart zijn
wonen en werken in dit dorp als ple
zierig, omdat de mensen die deze ge-
meensohap vormen als het erop aan
komt zoveel voor elkaar over hebben.
'Er kreeg hier een meisje op latere
leeftijd kinderverlamming. Ze werd
opgenomen in Den Haag. De ouders
hadden geen auto. Maar iedere dag
was er vervoer. Jarenlang. Er was
geen comité voor nodig. Het gebéurde
gewoon. Er wonen hier ongeveer der
tienhonderd mensen. Zij voelen zich
ook verantwoordelijk voor elkaar. Dat
ze hier niet uit kunnen gaan, is niet
erg. De Alphenaar gaat ook naar Lei
den of Gouda en de Leidenaar naar
Den Haag. Een nadeel wordt het pas
als je voor de directe levensbehoeften
niet meer in je eigen dorp terecht
kan. De middenstand krijgt het zwaar
te verduren. We hebben zuivelbedrij
ven en metselbedrijven gehad. De
drie timmerbedrijven zijn geslonken
tot één. Een bouwbedrijf verhuist
naar Ter Aar omdat het hier z'n vleu
gels niet kan uitslaan. Er moet toch
ook werkgelegenheid blijven.
Ds. Van Hoegee:
dat kan toch niet
gentig nieuwe woningen moest heb
ben. De wet op de ruimtelijke orde
ning staat een groei van anderhalf
procent toe. Maar Aarlanderveen gaat
achteruit. Ik schat: sinds 1950 met
driehonderd mensen. Een kwart van
het woningbestand moet bovendien
gesaneerd worden.
Wil een gemeenschap gezond blijven,
dan moet er groei zijn. In ieder geval
handhaving van het peil. Die negen
bejaardenwoningen zijn al belangrijk.
Daardoor komen negen andere wonin
gen vrij. Wanneer de 24 eengezinswo
ningen er komen, is niet te voorspel
len. Dat hoeft echt niet in één keer.
Als de bouw maar aansluit. De be-
uit Delft naar Aarlanderveen. De laat
ste jaren vóór zijn 65ste wilde hij het
wat kalmeraan doen. Toen hij emeri
tus werd, bleef hij als 'bijstand in het
pastoraat'. Voor kleine gemeenten die
geen predikantsplaats kunnen bekosti
gen en die een predikant ook geen
volledige dagtaak kunnen bieden, is
dat een weikome oplossing. Maar nog
dit jaar wil dominee Van Hoegee ook
deze bijstand beëindigen.
'Voor een volledige zelfstandigheid
van de hervormde gemeente zie ik
niet zoveel toekomst', zegt de predi
kant behoedzaam. 'Je kunt gaan com
bineren met een andere gemeente. Of
een nieuwe bijstand in het pastoraat
zoeken. Of iemand die hier een paar
dagen in de week wil werken en ver
der leraar is. Of een samenwerking
met de gereformeerden.
Een combinatie met Alphen is afge
sprongen. Ze gaan daar zelf van vier
naar drie predikanten. En Alphen-
Noord wordt zo groot, dat het een
tweede predikant nodig heeft Als
kerken hebben we in de Aanland er-
veense situatie natuurlijk ook sohuld.
Zo'n klein dorp en dan drie protes
tantse kerken. Dat kan toch niet Er
is eens heel vaag en schuchter over
een gemeenschappelijke pastorale ver
zorging van hervormden en gerefor
meerden gesproken. Je kunt dan den
ken aan één predikant voor huis- en
ziekenbezoek, aan een eigen hervorm
de en gereformeerde morgen- en een
gemeenschappelijke avonddienst. Hoe
wel er in beide kerken nog altijd be
zwaren tegen bestaan, hebben we per
jaar een klein aantal gemeenschappe
lijke diensten. Verdergaan is blijkbaar
nog niet mogelijk sociologische ver-
STAD EN REGIO L3
iK-WAlRliolii t~> -i' U I 'or IÜ ï1 iJiJUJwi .u*L
Het gaat stap voor stap.
De hervormde gemeente ziet geen
kans meer de volledige predikants
plaats in stand tte houden. De her
vormde jeugdvereniging is niet meer.
'De bewoners hebben de indruk dat
ze verwaarloosd worden', zegt ds. G.
van Hoegee.
De doop was vorig jaar in de gerefor
meerde kerk een 'vergeten' sacrament;
er waren eenvoudig geen baby's. Naar
de verwachting op dit moment zal het
doopwater dit jaar één keer stromen.
Vijf paren trouwden in deze kerk
maar ze verlieten allemaal het dorp.
Slechts één gezin kwam er binnen.
Het gereformeerde Jaarboek vermeldt:
predikantsplaats sinds 1968 vacant
Dit jaar is het aantal leerlingen van
de christelijke school beneden de hon
derd gekomen. In september 1968 wa
ren dat er nog 138. 'Wij worden nog
wel een driemansschool', verwacht
schoolhoofd J. M. Dekker. Zelfs de
heer C. G. Oerlemans, hoofd van de
rooms-katholieke school, verwacht
niet dat hij zijn vijfde verplichte
leerkracht houdt, terwijl zijn school
toch een uitgesproken streekkarakter
heeft.
Heel wat leden van de potige muziek
vereniging Door Samenwerking Sterk
en de drumband wonen buiten Aar
landerveen. Ook voorzitter C. L. Aart
man zocht al vijftien jaar geleden zijn
heil in Ter Aar. Zijn vrouw: 'Ik houd
nog altijd veel van Aarlanderveen,
maar het is er wel stil geworden. Het
jonge spul trekt weg en hoeveel be
drijfjes zijn er niet opgeheven'.
D.S.S. houdt het lodental nog wel op
peil, maar het voegwerk gaat achter
uit, gezien ook de opkomst op de re
petities.
Men is bevreesd voor de toekomst.
Dat er geen jeugd meer is. Dat de
school niet meer die leerkrachten kan
aantrekken die juist in een klein dorp
zo gewenst zijn.
Het zit vast op de woningbouw. Iede
re Aarlandervener die de kans krijgt
hier te wonen zal dat doen, ook al
heeft hij geen beroep in de agrarische
sector. Er is geen visie geweest. Wij
hadden tot 1967 de kans om wat te
doen in Aarlanderveen. Het was in
derdaad moeilijk om de woningen die
toen gebouwd werden kwijt te .aken
ze waren voor hier nogal duur
maar ze zijn toch altijd vol gekomen.
Na 1945 zijn er 38 woningwetwonin
gen gebouwd en 38 in de particuliere
sector. Maar in die tweede sector vie
len er ook 20 af. Ook kwam vroeger
dubbele bewoning veel meer voor.
Kinderen trokken bij ouders in. Dat
gebeurt gelukkig niet meer. Op een
burgeravond in 1969 beaamde burge
meester Gallas dat Aarlanderveen ne-
reidheid om een woning te kopen is
iets van de laatste jaren. De welvaart
is Aarlanderveen wat dat aangaat niet
voorbijgegaan. Als ik morgen een
plan heb voor tien woningen gaan ze
weg. Aan Aarlanderveners zelf. Ze
zouden tussen de tachtig- en honderd
duizend gulden kosten. Als overheid
moet je op die bereidheid reageren
Dót noem ik visie op de toekomst.
Aarlanderveen heeft een regelmatige
prikkel nodig. Geen honderd wonin
gen tegelijk.
Kerken ook schuldig
Ja, ik word onverwacht nog raadslid.
Op 28 februari is de installatie. Ge
schrokken ben ik van de aandrang op
mij om in de raad iets voor Aarlan
derveen te doen. Als raadslid moet je
de héle gemeente dienen. Zwammer-
dam en oud-Alphen vragen ook om
een solide beleid.
Dominee Van Hoegee kwam in 1970
schillen spelen in dat proces een gro
te rol. En ook het verleden en per
soonlijke verhoudingen. Zelf vond ik
het een vreugde in de gereformeerde
kerk voor te gaan.
Twee of drie
De toekomst van de kerk hier hangt
samen met de toekomst van het
dorp. Je moet geen groot dorp willen
zijn, maar er moeten wel mogelijkhe
den komen om hier te blijven wonen.
Nu sturen we de jongelui naar Al
phen-noord, Nieuwkoop en Ter Aar.
Dat is voor henzelf vervelend, maar
ook voor de verantwoordelijke men
sen die achterblijven. Onze jeugdvere
niging kon het niet redden. De vrou
wenvereniging nog wel. De opvolging
van ambtsdragers geeft nog geen
moeilijkheden. En de bazaar bracht
vorig jaar nog vrolijk twaalfduizend
gulden op. De persoonlijke offerbe
reidheid wordt niet minder, maar wel
In Alphen, waartoe Aarlanderveen behoort, zijn de uiterst sen verenigd: de stenen massaliteit van de flatwijk (Ridder-
veld) en de eenwording met de natuur, die dit schone dorp biedt.
je ook geen verenigingsleven meer.
Zo'n dorpje gaat dood. Het is er mis
schien nog wel aardig wonen, maar
meer ook niet'.
Geen slager meer
Aarlanderveen stiót stil en loopt zelfs
terug. Er is geen slager meer. Van de
twee bakkers zal één het niet kunnen
volhouden. De drie kruideniers wor
den er ook wel één. De twee metsel
bedrijven zijn weg en van de drie
timmerbedrijven is er één overgeble
ven. Een bouwbedrijf gaat naar Ter
Aar omdat het hier geen geschikte
uitbreidingsmogelijkheden kan vin
den. De woningbouw blijft hopeloos
achter, waardoor jonge Aarlanderve
ners die willen trouwen hun kansen in
Alphen of Ter Aar zoeken. En ook
vinden, getuige het grote aantal oud-
Veners dat daar al woont en dat, naar
men hier stellig beweert, nooit ver
huisd zou zijn als ze in het eigen
dorp onderdak hadden kunnen vin
den.
'Wie hier de kans krijgt gaat niet
weg', weet de heer D. A. van Vliet,
directeur van een plaatselijk bouwbe
drijf en binnenkort, in ieder geval
voor de nog resterende zeven maan
den van deze zittingsperiode, ook lid
van de Alphense gemeenteraad. Dat
laatste dank zij wethouder Paats, die
plotseling werd bevorderd tot het
burgemeesterschap van De Lier.
deze huisjes aan de Kerkvaartse-
staan de inboedels schuin.
tuit als de patiënt levenskrachtige in-
worden toegediend,
nog dan de symptomen is de
aan de beterschap die het
lorpsleven is binnengeslopen. Hij
leeft zich niet allen genesteld in de
[edachten van hen die zich in eigen
v.,hebben teruggetrokken en
onder het dorpsgebeuren onver-
blijven ;de geboren pessimis-
elke gemeenschappelijke in
spanning om het getij te keren afdoen
meewarige dooddoeners. De twij-
is ook waarneembaar bij de men-
die zich voor de instandhouding
de dorpssamenleving onvermin
derd verantwoordelijk blijven weten.
Een van hen: 'Je kunt ons zien als
feen blindedarm van Alphen. Zeggen
niet, dat je zonder dat aanhangsel
goed kan leven en dat je hem, om
geen ontsteking te krijgen, beter
maar meteen kan laten verwijderen?'
En een ander: 'Als de zaak stilstaat,
jaat-ie achteruit. En dan verpaupert
zo'n dorp. Als de jeugd wegtrekt, heb
Mevrouw J. C. van Wijk-Pennings van
het plaatselijke stimuleringscomité
had altijd gedacht dat iemand kon
gaan wonen waar hij wilde. Al is zij
nog steeds een hoeksteen (secretares
se) in het monument van optimisme
dat zich temidden van zoveel negatie
ve ervaringen manmoedig siert met
de montere naam 'Aarlanderveen
Leeft', haar ontdekking dat deze regel
dit dorp onbarmhartig overslaat en
dat er zelfs voor de eigen inwoners
niet gebouwd wordt, vervulde haar
met bitterheid. 'Er zouden beslist
mensen terugkomen, als er maar wo
ningen waren', verzekert zij.
Vrees voor toekomst
De oplossing die mevrouw Van Wijk
ziet is kort en eenvoudig: voorlopig
zeven acht woningen per jaar bou
wen; daarmee werp je een dam op te
gen het vertrek. Dit jaar moet de
bouw van negen bejaardenwoningen
achter de gereformeerde kerk begin
ne. Een symptoom van de vertrou
wenscrisis tussen de overheid en de
dorpsbevolking is het schouderopha
len waarmee de twijfel aan het door
gaan van dit plan wordt uitgedrukt.
'Een paar jaar geleden hebben ze ons
dat al voorgespiegeld', schampert een
overigens opvallend zachtmoedig man.
Schoolhoofd Dekker: Je moet er wat van maken.
het financiële draagvlak'.
De gereformeerde kerk, die in 1968
ds. Van Hoek met emeritaat zag gaan,
slaagde er wel in, een overeenkomst
met Alphen aan te gaan. Ds. Borman
doet pastoraal werk, ds. De Jong de
vergaderingen en ds. Van Harmeien
de catechisaties. De kerk van Alphen
krijgt daarvoor een bedrag. Kerke-
raadssecretaris D. Keijzer vindt, dat
deze regeling prima bevalt- Een ande
re mogelijkheid is er niet. Het leden
tal loopt terug. In 1968 had deze kerk
nog in totaal 351 leden, nu 273. Meer
dan 20 leden zijn boven de 70 jaar.
Keijzer: 'Vorig jaar hadden wc in de
kerk vijf huwelijken. Er bleef er niet
één in Aarlanderveen. Geen kind
werd gedoopt. Eén gezin kwam er
binnen. Er zijn nog wel jeugdvereni
gingen, al is het niet eenvoudig lei
ding te vinden. De ambtsdragersvaca
tures konden nog steeds worden ver
vuld. De nieuwe kerk heeft een klei
ne drie ton gekost. Er is nu nog een
schuld van ongeveer 65.000. Een
goed resultaat na zeven jaar. De ge
meente mag dan niet groot zijn, ze is
wel blij. Het is fijn als je een grote
gemeente hebt, maar is een kleine ge
meente die werkelijk met elkaar ge
meente is en veel om elkaar geeft
vaak niet méér waard? Bovendien:
waar twee of drie in Mijn naam bij
een zijn, daar ben Ik in het midden,
zegt de Heer.
Het knaagt aan je
Het kerkbezoek is nog vrij goed. Het
valt de predikanten altijd op, dat de
jeugd nog zo goed vertegenwoordigd
is. Dit jaar hebben we met de her
vormden vijf diensten. Dat waren er
twee. De kerkeraden ontmoetten el
kaar ook enkele keren. De tijd is nog
niet rijp om méér te doen. Uit de ge
meenschappelijke dienst blijven som
mige gereformeerden en hervormden
weg. Het gaat stap voor stap. Een ker-
keraad moet rekening houden met de
gevoelens binnen de gemeente. Hij
heeft een dienende taak. Waarmee ik
niet bedoel, dat hij achteraan moet lo
pen.
Wij hoeven als kerk niet te verlangen
naar een sterke uitbreiding van de
dorpsgemeenschap. Dat kan ook span
ningen geven. Maar we moeten onze
jonge mensen wel de ruimte gunnen.
Anders bloeden we dood'
De heer Dekker werd negen jaar gele
den hoofd van de christelijke schoo'
Zonder zich op de borst te slaan kan
hij zeggen dat er ook in Aarlander
veen op onderwijskundig gebied veel
is veranderd. Hij ziet op een aantal
punten zelfs een 'volledige tegenstel
ling' tot wat het was.
De creativiteit van de kinderen wordt
aangewakkerd, er zijn weeksluitingen,
de kinderen spelen toneel, de school
heeft een documentatiecentrum, kort
om, ook hier krijgt het kind van de
ze tijd waar het, volgens de nieuwe
inzichten, recht op heeft. Maar de me
daille heeft ook een doffe kant. De
heer Dekker en zijn drie medewerkers
leggen het hoofd beslist niet in de
schoot, maar kijken toch met zorg te
gen bepaalde cijfers aan. In septem
ber 1968 waren er nog 138 leerlingen,
nu zijn er 96. Tenzij de toestand blij
vend verbetert, wijst de prognose tot
1980 op een teruggang tot vijftig
zestig leerlingen. Jongelui vertrekken
en de gezinsgrootte, die in Aarlander
veen vroeger boven het landelijke ge
middelde lag, neemt duidelijk af. De
school is viermans (klassen 1 en 2a.
2b en 3, 4 en 5a, 5b en 6), maar de
heer Dekker houdt er rekening mee.
dat dit drie wordt. Een paar jaar spe
ling zit er, denkt hij, nog wel in. In
augustus vorig jaar verwelkomde de
school zestien nieuwe leerlingen,
maar dertig verlieten haar. Dit jaar
gaan er veertien af en komen er der
tien op.
Dekker: 'Laat u vooral niet wijsmaken
dat een grote school meer presteert.
Natuurlijk is er een minimum om
een school leuk ie houden, maar de
kwaliteit hangt in de eerste plaats af
van wat je van je onderwijs maakt
Venmindering van het aantal onder
wijzers geeft organisatorisch wel pro
blemen en je hebt er ook meer werk
aan, maar we gaan bij ons onderwijs
toch al meer uit van een uniforme
klassikale leersituatie. De kinderen
moeten meer zelf doen.
Waar ik wél sterk de klemtoon op wil
leggen is dit: dat kinderen nooit ge
discrimineerd mogen worden omdat
ze in een kleine gemeenschap wonen.
Die terugval van Aarlanderveen
knaagt aan je. Al zou je een model
school maken, je krijgt er toch geen
kind bij'.
Zijn collega Oerlemans van de rooms-
katholieke school: 'Volgend jaar hoop
ik mijn vijf verpliohte leerkrachten
nog te houden, maar dan lukt het
niet meer. of er zou iets onvoorziens
moeten gebeuren. Wij hebben nu 145
leerlingen, waarvan er een kleine
veertig uit Ter Aar komen. Eén ver
huizing naar een andere plaats kan de
balans straks in het nadeel doen om
slaan'.
Ze komen terug
Het comité 'Aarlanderveen Leeft'
werkte als een tonicum. Een patiënt
die niet meewerkt, vermindert zijn
kansen. Het dorp ging er dan ook te
genaan. Mevrouw Van Wijk: 'Er is
een gymnastieklokaal gekomen, de
verlichting, bestrating en parkeervoor
zieningen zijn verbeterd, we hebben
de vuilnisbelt geweerd. En toch is er
een blijvende achteruitgang. De jonge
mensen, scholen, kerken, midden
stand. Dat kan zo niet doorgaan. Maar
het overheidsbeleid geeft landelijk
gezien niet veel moed. Wij willen al
leen maar het peil handhaven, dat
Bouwdirecteur Van Vliet:
geschrokken van aandrang
ons bestaanszekerheid biedt. Met voor
lopig zeven k acht woningen per jaar
zijn we al gered. Het streekplan Rijn
en Gouwe noemt tachtig woningen tot
1980. Dat moet vooral geleidelijk ge
beuren. Anders komen ze toch niet
vol. Of er komen geen Aarlanderve
ners in. Wij moeten bouwen voor de
eigen bevolking. Er zouden zeker oud-
Veners terugkomen als ze hier een
huis kregen'.
•Aarlanderveen Leeft'. Een fraze?
De vier kerken twee-en-twintig vereni
gingen zijn een facade waarachter een
kwetsbaar dorp zijn krachten ziet
minderen.
Het leeft. Maar tussen hoop en vrees.
Als de overheid wil voorkomen, dat
de grond onder die hoop zo week
wordt als de Aarlanderveense bodem
zelf, zal zij toch met spoed de patiënt
een verantwoorde dosis medicijn moe
ten toedienen.
Afwezigheid van beleid is nooit te
rechtvaardigen met een beroep op
ruimtelijke ordening. Dat is geen or
dening, maar ontwrichting.
er een autoweg moest komen
Alphen naar Nieuwkoop, merkten
bouwers nauwelijks dat ze bij het
van het land op een ne-
stuitten. Dat bleek Aarlan-
zijn. Maar geen problemen,
knipten het groensatijnen lint
middendoor, haalden er een
om er de weg doorheen te
en kramden de helften aan-
met waarschuwingen rond de
dat de dood voortaan van alle
loerde. Hetgeen de bewoners
hun schrik en verdriet ook heb-
ondervonden. Onlangs is op deze
in het dorpslijf plastische chirur-
toegepast, maar deze versiering
het litteken kan de breuk nooit
dorp Aarlanderveen, bestuurlijk
van de twee aanhangsels van Al-
aan den Rijn, is in het slop ge-
Als een buitenstaander dat be-
zal de Aarlandervener hem
De toestand van de
is misschien nog niet hope-
maar vereist wel een onmiddel-
ïep: Aarlanderveen lijdt aan
verval van krachten. Dat af
kan alleen worden ge-