Wat doen ze dan in zo'n nare kerk?
Vandaag
De dominee gaat voor
TROUW /KWARTET ZATERDAG 16 FEBRUARI 1974
KERK
Dl'V
door A.J. Klei
't Is dat ik de hervormde dominee H. de Nie graag hoor, anders
was ik afgelopen zondagochtend heus niet naar de nieuwe remon
strantse kerk gegaan. Want dat is een villa-achtig gebouw zonder
teel kraak of smaak uit de jaren dertig en het staat in een èjieke
buurt van Amsterdam-Zuid die ook al niet overhoudt aan sfeer.
'Wat doen ze dan in zo'n nare
kerk?', vraagt iemand zich misschien
bezorgd af. Amsterdamse hervorm
den kunnen toch wel beter onder
dak krijgen? Het antwoord moet lui
den: dominee De Nie preekte daar
omdat de door hem en ds. H. J. Ka
ter aangevoerde vrijzinnige her
vormden ntet meer in de Nieuwe-
zijds-kapel aan het Rokin terecht
kunnen. De Amsterdamse hervorm
de gemeente doet dit gebouw van de
hand.
De N.Z.-kapel is een voornaam-intie-
me ruimte, in het begin van deze
eeuw gebouwd door architect C. B.
Posthumus Meyes, die om. ook het
aardige station van Delft op zijn
naam heeft staan. Ik verbaas me
vaak over het gemak waarmee in
ons land kerkgenootschappen bepaal
de kerkgebouwen laten schieten,
vooral in de grote steden. Als je er
wat van zegt krijg je een verhaal te
horen over ontvolking van de bin
nenstad. Laten we aannemen dat dat
waar is van die ontvolking (ik
zie overigens in alle vaderlandse
binnensteden nog heel wat huizdn
met gewone mensen er in), dan geef
je met dit argument dus te kennen
dat de eventuele kerkgangers voor
het bijwonen van een dienst nauwe
lijks een stap willen verzetten: er
moet een of ander iel bouwsel in
hun (nieuwe) buurt neergezet wor
den. anders blijven ze thuis zitten.
In Amsterdam vliegen hele horden
kerkmensen naar theater Tuschinski
om de film Jesus Christ Superstar
te zien. Tuschinski ligt in de (ont
volkte) binnenstad, jawel, maar ik
heb nog geen stemming over de af
stand horen klagen.
De remonstranten hebben een aantal
jaren terug hun deftige, historische
zaalkerk aan de Keizersgracht laten
schieten en dat nikszeggende ding
in Zuid overeind gehouden. Gerefor
meerden gooien karakteristieke do-
leantiekerken tegen de vlakte of ver
bouwen ze op een afschuwelijke ma
nier. Roomsen laten pronkende neo
gotiek verkommeren, en ga zo maar
door. Maar Tuschinski. dat verruk
kelijk bouwwerk, volgestouwd met
meeslepende kitsch, blijft ongertlpt,
evenals het urinoir met smeedijzer
op het Valieriusplein. Zo zie je
maar dat de kinderen dezer wereld
voorzichtiger zijn dan de kinderen
des lichts. Hoewel, helemaal gaat
dat niet op. want restaurant Polen
in de Kalverstraat gaat dicht en het
Bad-hotel in Domburg staat ook niet
meer onbedreigd.
Ik ben ontzettend ver van mijn zon
dagse kerkgang afgedwaald. De N.Z.-
kapel is dus dicht gegaan en de Am
sterdamse vrijzinnige hervormden,
overigens geheel in de 'gewone' her
vormde gemeente geïntegreerd, be
sloten hun contacten met de Remon
stranten te verstevigen en voortaan
gemeenschappelijke diensten met
hen te houden in de al gesignaleer
de nieuwe remonstrante kerk. Een
en ander met goedvinden van de
centrale kerkeraad.
In Amsterdam kijken de hervorm
den niet naar één kant en elders in
de stad bestaan innige banden met
gereformeerden. Zoiets moet de her
vormden wel weer het voldoening-
gevende gevoel schenken van vader
landse kerk te zijn: her en der ko
men de (intussen wel wat uitgedun
de) scharen toch weer in de buurt
van haar vleugels terecht.
Op deze manier treffen vrijzinnigen
en gereformeerden elkaar toch op
hervormd terrein, ondanks synodale
waarschuwingsborden. Typerend is
in dit verband de situatie in Voor
burg. Daar hebben de hervormden
en gereformeerden elkaar sinds jaar
en dag gevonden in een speciaal ge-
loofsakkoord. Onlangs zijn de gere-
De hal van theater Tuschinski
formeerde bonders ter plaatse in de
hervormde gemeente geïntegreerd.
Zdg niet te vlug: dat vonden de ge
reformeerden natuurlijk prima,
want zó tuk zijn bonders en gerefor
meerden in het algemeen niet op el
kaar. Maar 't is waar: grote proble
men gaf dit, punt voor de relatie
hervormd-gereformeerd niet. Nu zal
binnenkort de voorganger van de
Voorburgse vereniging van vrijzin
nige godsdienstigen (waarvan ook
vrijzinnige hervormden deel uitma
ken) beroepen worden als hervormd
predikant met bijzondere opdracht.
De gereformeerden hebben met hun
neus op de plannen voor dit beroep
gezeten en dat het doorgaat komt
niet in mindering op wat in Voor
burg aan opmerkelijke contacten
tussen hervormd en gereformeerd
bestaat. Misschien zijn die contacten
zelfs wel verdiept, omdat er tevoren
heel wat is afgepraat.
Deze dingen overdacht ik na de
dienst met dominee De Nie (en niet
te vergeten: cantor-organist Willem
Vogel). Ik herinner me nu opeens
de eerste vrijzinnige preek die ik in
mijn leven hoorde, het was vlak
voor de tweede weeldoorlog of kort
na mei '40, dat weer ik niet meer
precies. De dominee had het over de
bruiloft te Kana en hij legde uit dat
dat natuurlijk niet kon: water in
wijn veranderen. Maar, ging hij ver
der. dit verhaal wil zeggen dat 'den
goeie vriend je een glas water als
wijn kan doen smaken. En hij ein
digde met de opwekking, toch voor
al vriendelijk voor elkaar te zijn.
Nu, daar doe ik sindsdien mijn best
voor. Overigens preekt dominee De
Nie allerminst in deze trant, maar
dat heeft dominee Buskes twee jaar
geleden, in de krant van 12 februari
1972, al uiteengezet toen hij de bij
belse leidraden van zijn collega be
sprak en wist te vertellen van gere
formeerde afnemers van dominee De
Nie.
DOROTHEE
SÖLLE OVER
HET LIJDEN
door prof. dr. H. M. Kuitert
Sinds een aantal jaren bevindt zich onder de leidinggevende theo
logen van West-Europa ook een vrouw: Dorothee Sölle, filosofisch
geschoold theologe en docent aan een van de Duitse universiteiten.
Aanvankelijk moest het vrouw-zijn van deze theologe het nogal eens
ontgelden; menige recensent liet zich daarover nogal laatdunkend
uit. Ik vraag mij trouwens af of we dat stadium werkelijk al helemaal
voorbij zijn.
Maar wat in elk geval wel voorbij is, is dat theologie en met name
het aanwijzen van nieuwe wegen daarin louter een aangelegen
heid van mannen is.
Dat blijkt ook uit het jongste boek dat van de hand van Dorothee
Sölle verscheen onder de korte titel Lijden (uitgave Bosch en Keu-
ning, Baarn. Prijs 8,90. Bij intekening op de serie Oekumene 5,90)
Eerst een enkel woord over het the
ma in het algemeen, dat vandaag een
grote rol speelt in de theologie. Er
wordt nogal eens beweerd dat de
nieuwere theologie oppervlakkig is,
en een aangelegenheid waarin alleen
optimisten kunnen geloven. Dat moe
ten wel opmerkingen van mensen zijn
die vermoedelijk weinig hedendaagse
theologie lezen, en daarom ook niet
bepaald de eerstaangewezenen kunnen
zijn om de ontwikkelingen van van
daag tc duiden. Het tegendeel van op
pervlakkigheid heeft er al die tijd
niet alleen in gezeten maar komt ook
hoe langer hoe meer aan de dag.
Een groot deel van de moderne theo
logie, of ze nu onder de noemer van
de toekomst van de hoop of van de
revolutie wordt gebracht, vindt zijn
startpunt in de ervaring van druk en
onmenselijkheid in het heden.
Kort gezegd: ze begint eigenlijk bij
het lijden als ervaring, resp. het me
de-lijden. Mijn gedachte is dat daar
mee ook zoveel kortsluitingen en
stoornissen samenhangen tussen aan
hangers van meer traditionele theolo
gie enerzijds en aanhangers van nieu
were theologie anderzijds. Het mense
lijk lijden wordt als ervaring tot the
ma gemaakt, en hoe is het mogelijk
dat anderen daar zo koud onder blij
ven! Zo stel ik mij de kortsluiting die
ik bedoel, ongeveer voor.
Moltmann
Dorothee Sölle heeft deze achtergrond
van de inzet van heel haar theologie
in haar nieuwe boek tot uitdrukking
gebracht. Zij is niet de enige die dat
gedaan heeft. Niemand minder dan
Moltmann heeft vorig jaar iets derge
lijks gedaan in zijn boek De gekrui
sigde God. In dit boek werkt Molt
mann eigenlijk uit wat hij jaren gele
den al in gesprekken met vrienden en
medetheologen placht te zeggen: mij
beweegt eigenlijk het lijden dat ik ge
zien heb.
Dorothee Sölle zegt in dit boek het
zelfde. Het staat vol met voorbeelden,
met ervaringen, met verslagen en dro
ge protocollen die stuk voor stuk
althans als iemand zich ervoor wil
openen het lijden in zijn kreuken
de vernederende en ontmenselijkende
macht proberen dichterbij te brengen.
Ik kan mij inderdaad voorstel
len dat mensen zich hiervoor niet wil
len openstellen. Lijden van anderen
verstoort onze rust, maakt dat lekker
niet helemaal lekker meer is en wie
wil dat vrijwillig op zich nemen. Inzo-
verre ligt één reden om het boek
dicht te laten alvast in het thema
zelf.
Niet zachtzinnig
Een tweede reden ligt in de manier
van behandelen ervan. Die is bepaald
niet zachtzinnig, ook niet traditioneel,
en nog minder orthodox in de gebrui
kelijke zin van het woord. Haar theo
logische bezinning over het lijden
brengt haar tot een vorm van kritiek
op de christelijke traditie, die eigen
lijk neer komt op de uitspraak dat
het traditionele christendom het lij
den heeft verheerlijkt in plaats dat
het getracht heeft het te verhelpen:
en dat vooral gedaan heeft door God
voor te stellen als degene die het lij
den toebedeelt naar zijn wil, en de
(ware) christen als de gene die zich
met graagte aan het lijden onder
werpt en als ware christen daarin
zelfs, om zo te zeggen, zijn glorie be
leeft. Christenen zijn m.a.w. al te
graag masochisten geweest en hebben
hun God al te graag sadistisch voorge
steld.
Men ziet: dat zijn harde woorden.
Voor mijn besef hakt Dorothee Sölle
m.n. in de hoofdstukken waar ze deze
kant belicht, inderdaad met een botte
bijl. Zelfs in die mate dal ik er geen
vrede mee kan hebben. Ze kleedt Cal-
vijn op een onhistorische manier uit.
en doet aan Moltmann zelfs niet dit
Zinloos lijden
Dorothee Sölle
recht dat hij althans aan hetzelfde
probleem bezig is als zijzelf.
Niet onzinnig
Daar komt nog bij dat juist dit (eer
ste) hoofdstuk erbarmelijk vertaald
is. Allemaal dingen die je bijna voor
ingenomen maken om verder te lezen.
Het zou intussen om meer dan één
reden jammer zijn als dat er niet
van kwam. In de eerste plaats geloof
ik dat Dorothee Sölle, bij alle hard
heid die ik in de eerste twee hoofd
stukken aantref, niet een onzinnig
probleem stelt. Dat doet ze natuurlijk
wel, als we niet bereid zijn ons eigen
christendom onder kritiek te stellen.
Mensen die daartoe niet bereid zijn
zullen dit boek een onverteerbaar
boek blijven vinden. Maar waarom
zouden christenen niet aan zelfkritiek
kunnen en durven doen, of om het
wat aan te scherpen: moeten juist
christenen niet zoiets als zelfonder
zoek betrachten, om te zien of er een
'schadelijke weg' bij hen is?
De tweede reden waarom het boek
ondanks alles alle aandacht ver
dient is omdat het op een indringen
de manier de vraag naar het lijden
omzet in de vraag naar wat we met
het lijden van anderen en onszelf
doen, resp. zouden moeten doen.
En dan als christenen.
Ik denk aan het hoofdstuk waarin ze
verduidelijkt hoe lijden stom maakt,
in de zin van: woordenloos, en hoe
helpen allereerst zou kunnen bestaan
in het teruggeven van zijn spraak aan
iemand. Laat hij zich weer mogen (le
ren» uiten, in een schreeuw, een
kreet of wat ook.
In deze samenhang houdt zij een plei
dooi voor de terugverovering van het
gebed. Het wegvallen van het bidden
is een schrede in het proces van het
woordeloos worden. Maar juist chris
tenen kunnen daarmee geen vrede
hebben. Wie wil dat mensen bidden,
wil dat ze zich uiten, in laatste in
stantie ten overstaan van God.
Moet lijden dan niet aanvaard wor
den?
Om haar goed te verstaan, moeten we
de onderscheiding verdisconteren die
zij aanbrengt tussen zinloos lijden en
lijden dat zin heeft, althans kan heb
ben. Over zinloos lijden valt niet te
theologiseren; dat zou spotten zijn
met deze mens. Maar wij mogen wel
proberen af te tasten of lijden zin
kan hebben. Dat laatste, lijden dat zin
kan hebben, kan een mens aanvaar
den, en aanvaarden is heel wat anders
dan het eerder genoemde masochisme
(lust beleven aan het zich onderwer
pen aan het lijden). Het is ook niet
zoiets als gedwongen worden het
maar te 'nemen.' Aanvaarden is een
mystiek gebeuren, dat uit liefde, uit VpranHprpn
ja zeggen tegen God en tegen het le- cxcmawaw
ven, wordt geboren. Eigenlijk is aan
vaarden (maar dan ook het echte aan
vaarden) zoiets als God liefhebben.
Wakker maken
Maar wat maakt zinvol lijden dan tot
zinvol? Zinvol lijden is het lijden dat
wakker maakt, dat ons met de benen
op de grond zet, dat ons attent maakt
op het lijden van anderen. Dat laatste
is hert eigenlijk. En misschien nog
meer: het lijden dat, om anderen te
bevrijden, wordt ondernomen.
Lijdensmystiek en revolutionair pa
thos kunnen hier hand in hand gaan,
zoals de geschiedenis laat zien. Som
mige christenen waren zelfs op de
goede manier trots midden in hun
lijden: 'niets kan ons scheiden van de
liefde Gods welke is in Christus Je
zus' (Rom. 8), hebben ze gezegd. Het
lijden verwoestte hen niet, maar
maakte hen onverwoestbaar.
Lijden, tenminste lijden dat zinvol is,
maakt wakker voor het lijden van an
deren, maakt wakker om dat lijden op
te heffen. Heb je zo wel eens over het
lijden van Jesus gedacht, vraagt Doro
thee Sölle in een volgend hoofdstuk?
Hier geldt meer dan elders nog, dat
ze iets heel anders biedt dan wat wij
gewend zijn te horen over Jezus' lij
den. Maar zij doet het op een manier
die geheel nieuwe invalshoeken opent
op de betekenis van ons christen-zijn
in de wereld.* Ook als het niet het
laatste woord over Jezus is, mag het
toch wel een eerste woord zijn, en als
een schok aankomen: maakt Jezus' lij
den de christenheid wakker voor het
menselijk lijden, en dan vooral: wak
ker om te helpen veranderen en zelfs
uit te bannen?
Dat laatste moeten we voortdurend
als haar eigenlijke punt in het oog
houden. Hier ligt bijvoorbeeld ook
haar kritiek op Moltmann. Tot in al
lerlei formuleringen toe waar gele
den wordt, lijdt eigenlijk God, hangt
God aan het kruis e.d. schijnen ze
het met elkaar eens te zijn, maar in
feite is dat niet het geval. Dorothee
Sölle's verwijt aan Moltmann is dat
hij het lijden teveel aanvaardt op de
verkeerde manier, n.l. niet om er
wakker van te worden maar om het
toch weer op een of andere manier
b.v. door het Gods zaak te maken
te verheerlijken. .Zoals ik al zei: de
kritiek op Moltmann mag juiste ele
menten hebben, ze wordt op onbillij
ke wijze uitgemeten.
Dit alles ging over lijden dat zinvol
zou kunnen zijn. Er is ook zinloos lij
den. Dorothee Sölle komt er aan het
slot van haar boek nog eens op terug
in verband met het atheïsme. Er zijn
mensen die om de zinloosheid van
veel lijden atheïst zijn geworden.
Atheïsten uit liefde, noemt ze hen.
Dat bestaat. Zo wonderlijk en vreemd
kan een mens zich opstellen.
Ik denk dat mensen die zinloos lijden
hebben meegemaakt, zoiets wel begrij
pen.
Ik denk ook dat mensen die een open
oog voor het lijden hebben gekregen,
Dorothee Sölle begrijpen, ook haar
felheid verstaan. Daarachter schuilt
het intreden voor 'de lijdende en ver
drukte mens.
Mensen als Dorothee Sölle zeggen ei
genlijk: het is niet klaar met de belij
denis dat Christus voor ons ingetre
den is bij de Vader. Wie het daarbij
wil laten, ook: wie het christendom of
het kerk zijn daarin wil laten opgaan,
laat de lijdende mens door-lijden. Het
ware te wensen dat de mensen die
zich gegrepen weten door de Waar
heid van Jezus' intreden voor ons bij
de Vader, en de mensen die gegrepen
zijn door de waarheid dat het daar
mee nog niet klaar is, en dat christe
lijk geloof géén christelijk geloof is
als wij niet intreden voor hen die lij
den het ware te wensen, zei ik, dat
deze christenen elkaar wat beter in
hun respectievelijke motieven verston
den.
Geprezen de vroedvrouwen
Met Exodus 1 zitten we meteen
eerste pogrom. Het dodelijk
mechanisme van een beangstigJ
(of alleen maar de vorst en zijl
geving?) treft hier de Hebreeër!
zoveel wil zeggen als: de ontvi
den. Ja. want ze komen tenslotl
gens elders vandaan. De slavenal
dit volk opgelegd om het klef
'ongevaarlijk' te houden, beantv
blijkbaar niet geheel aan de bedl
gen. Strengere maatregelen zijn
eist willen de verworven voorrei
veilig gesteld zijn. De vroedvr<|
van de Hebreeuwse vrouwen
ingeschakeld. Die moet alle ge(
jongetje onmiddellijk doden,
de maatregel en het bekendmaki
van als een bedreiging is al eeij
daad van eerste orde. Ze treft 1
dien de vroedvrouwen die erdol
een gewetenskonflikt komen.
mag een mensenleven minder i
hebben in vroeger tijd, zoals zol
nog door kortzichtigen bew
wordt, het is niet niets: een kirr
den. Wie dat kan moet zelf bijna
raenselijkt zijn of onder zo'n
staan dat het leven weinig
meer heeft. De verteller beurfl
echter op door onmiddellijk
delen dat de vroedvrouwen God i
den en daarom ongehoorzaam wel
Ongehoorzaamheid voortkomend
godsvrucht. De geschiedenis is
kig ook daar vol van en dient
ook vol van te blijven zolanj
machten zelf God nog niet vrezei
teraard behoeven ze zich daaroi
niet onmiddellijk zelf te laten aft
ten en daarom vertellen ze het|
haal van de 'sterke' Hebreeuwse
wen. Hoe de Farao daarop gereaj
heeft komen we niet te weten,
der geval is er iets van hun v<
geaccepteerd. En goed doende on«
ten ze goed. God eert ze om hun)
per verzet en geeft ze ieder een
Voorlopig een goed einde. Was|
Sokrates die sprak van de v
vrouwfunctie van de filosofie?
iets in. Doen wij al denkend en
de mee aan het vermoorden van|
deren of vrezen wij God en
daardoor ons gedrag bepaald? Ei
denken over dingen en vooral
mensen. Voor de vroedvrouwen
dat een uitgemaakte zaak. En
vertrouwde ze op hun beurt m>
toe. (Exodus 1,15-21)
Beroepingswei\
NED. HERV. KERK
Bedankt voor Hendrik Ido Ambal
J. Vroegindeweij te Emmeioord; I
Asperen: K. Schaap te Marknesse I
Haxdinxveld; A. Breure te Westbif
GEREF. KERKEN
Beroepen te Vijfhuizen: A. J.
kand. te Santpoort, die dit be
heeft aangenomen.
GEREF .KERKEN
Beroepen te Vijfhuizen: A. J.
kand. te Santpoort, die dit be
heeft aangenomen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Oud-Beijerland: J. Ka
te Opheusden; te Slikkerveer: A.
hout te Kalamazoo (VS).
Bedankt voor Waarde: P. Blok
Dirksland; voor Emmeloord; N.
Schreuder te Goes.
GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Beroepen te Rhenen: F. Mallar
Vlaardingen.
(ADVERTENTIE)
foto's gevraagd:
Kan lijden dan helemaal uit de we
reld geholpen worden? Nee, zegt Do
rothee Sölle. Maar wij kunnen wel
wat anders. 'Wij kunnen de sociale
omstandigheden, waaronder mensen
door het lijden getroffen worden, ver
anderen. Wij kunnen onszelf verande
ren en in het lijden leren in plaats
van bozer en slechter erdoor te wor
den. Wij kunnen het lijden, dat nu
nog ten profijte van enkelingen wordt
ondergaan, stapsgewijze terugdringen
en opheffen. Maar op al deze wegen
stoten we op grenzen, die niet
overschreden kunnen worden. Niet al
leen de dood is een dergelijke grens,
ook is er het versuffen en het ver
minderen van sensibiliteit (gevoelig
heid red.), verminking en verwonding,
die niet ongedaan gemaakt kunnen
worden.
De enige manier om deze grenzen te
overschrijden bestaat daarin dat men
de pijn van hen die lijden, met hen
deelt, hen niet alleen laat en hun
schreeuw versterkt.' Deze laatste re
gels van het boek heb ik overgeschre
ven om iets te laten overkomen van
het mededogen dat heel dit werk
draagt.
Voor de samenstelling van e<
fotoboek over het protestants
leven in de periode 1900197
zoeken de auteurs, BEN VAÏ
KAAM en DR. ANNE VAN DE
MEIDEN (liefst nog niet eerde
gepubliceerde) foto's die daaro
betrekking hebben. Gedach
wordt aan foto's van kerkgebo
wen, bekende predikanten, ve
enigingsleven in de brede bet
kenis van het woord, christelijk*
organisatie (politiek, vakbond)
gezinsleven, toogdagen, synode's
classicale vergadering, zending*1
evangelisatie, enzovoort Hei
boek zal als titel krijgen DE
DOMINEE GAAT VOORBIJ. Zo
wel de grotere als de kleinere
protestantse kerken komen erin
aan bod. Wilt u zo vriendelijk
zijn voor dit boek een of meer
geschikte foto's in bruikleen al
te staan? Wanneer ze niet wor- j1
den gebruikt krijgt u ze snel te
rug. Worden ze wel gebruikt,
dan ontvangt u ze wat later te
rug mét een presentexemplaar
van het boek. Toezending s.v.p.
aan Uitgeverij Ambo bv. Ge
zichtslaan 19, Bilthoven. Wilt u
behalve uw naam en adres ook
datum en omschrijving van het
afgebeelde op de achterkant van
de foto('s) vermelden? Hebt u
te veel om op te sturen, dan ko
men de auteurs graag kijken om1
een selectie te maken. Het tele
foonnummer is (030) 78 74 86.