Witte steen- kooi is de dood voor Lapland DE NIEUWE DIMENSIE IN FRANKRIJKS DUITENLANDSE DELEID Waarom Parijs in Washington voor de Derde Wereld vocht Ki —JW/XWARTET ZAJTBRiDlAG 16 FERRUlARI 1974 I BUITENLAND T13/K17 Van een medewerker STOCKHOLM Midden in de oliecrisis is in Zweden een dis cussie op gang gekomen over de verdere uitbouw van de water krachtcentrales. Zij zijn voor het grootste deel gelegen in het Noorden, in Lapland. Electriciteitswerken, die A^aak bestaan uit meer dan één dam in een rivier, hebben al eerder vele Lappen gedwongen hun bestaan op te geven- Een verdere uitbreiding van de krachtcentrales zal voor hen die nog vasthouden aan hun zelf- verzorgend bestaan fataal worden. De moderne samenleving, geken merkt door een steeds toenemende vraag naar energie, trekt steeds zwaardere wissels op de primitieve samenleving in het Noorden. De driftige economische ontwikkeling van vooral de zuidelijke helft van Zweden en in mindere mate van de kustplaatsen aan de Botni- sche Golf, veroorzaakt de laatste hal ve eeuw een trek van werkzoeken den uit het Noorden. Het betreft vooral jongeren en geschoolden, die hun werk hebben verloren. Zij vin den het niet meer in de mijnen en in de bosbouw, waar rationalisering en modernisering teveel voorop staan, en ook niet in de landbouw, want die is vooral in de laatste tien jaar door de concurrentie uit het buitenland zo goed als onmogelijk gemaakt. Hen rest maar één moge lijkheid: verhuizen naar de steden, naar de grote centra Stockholm, Malmö of Göteborg, gaan wonen in een voorstad, in een bijna onbe taalbare huurflat, moeten leven in een omgeving waar iedere vorm van menselijk contact als een aantasting van het privé-leven gezien wordt En voor diegenen, die in het Noor den achterblijven wordt het leven moeilijker: winkels sluiten, scholen gaan dicht, het verenigingsleven bloedt dood en de postbode is dik wijls nog het enige contact met de buitenwereld. Terugtocht Het begint erop te lijken dat er een streep is gezet onder de kolonisatie geschiedenis van het Zweedse Noorden. De vertrekkenden zijn na melijk nazaten van kolonisten, die al sinds de middeleeuwen daar hun geluk kwamen beproeven, of van een veel latere golf kolonisten, die sedert het begin van deze eeuw werd aangetrokken voor het werk in de mijnen (Kiruna, Malmberget) bij de spoorwegen of aan de eerste reeks rivierdammen. Voor wie de uit spraken en rapporten van de Zweed se overheid naleest over de toe komst van het Noorden is geen an dere conclusie mogelijk. Concentra tie van de bedrijvigheid in centra langs de kust en eer enkele mijn- plaats in het binnenland, opgeven van de landbouw, nog meer mecha nisatie van de bosbouw dat alles roept naargeestige visioenen op van kaalslag van de grond, erosie, moe rasvorming, toenemende insectenpla gen, teruggang van de wildstand, kortom: het leven op het Noordelij ke platteland schijnt onmogelijk te worden. Een rendierkudde van Lappen in noordelijk Zweden. Voor de oorspronkelijke bewoners van het Noorden, de Lappen 'sa- mit' in hun eigen taal, 'samerna' in het Zweeds heeft dit proces nog grotere gevolgen dan voor de kolo nistenkinderen, die immers zelf min of meer tot de moderne samenleving zijn blijven behoren, dus de omscha keling gemakkelijker kunnen ver werken. Ofschoon de Lappen bekend zijn met de moderne maatschappij en de algemene leerplicht ook voor hen geldt, hebben velen van hen tot nu toe kunnen vasthouden aan hun oorspronkelijke leefwijze. De ren dierhouders zien hun eeuwenoude beroep bedreigd door de aanleg van wegen, spoorwegen en dammen in hun domein. Een voorbeeld van zo'n project is de toekomstige aanleg van een weg van Kiruna naar de Noorse kust, dwars door het natuurgebied Sarek. Wil de jaarlijkse trek van de rendieren mogelijk blijven, dan moet er een ongerept stuk natuur blijven dat zich uitstrekt van het schiereiland Kola in Rusland tot diep in de bossen van Midden-Zwe den. Inperking en opdeling daarvan door wegen en dammen leidt onher roepelijk tot verkleining van de kudden, vermindering van de toch al schrale inkomsten en van werk. Het is een vicieuze cirkel waarin de 2000 rendierhouders die nog over zijn van de oorsrponkelijke 40.000 gedwongen worden hun bestaan en hun cultuur op te geven. Visstand Zweden kent niet de diepe dalen, die het in andere landen mogelijk maken om met één dam bij de uit loop van een natuurlijk meer te vol staan. Om hetzelfde effect te berei ken is een hele serie dammen nood zakelijk. Rivieren worden daardoor over grote afstanden gekanaliseerd en dat betekent ernstige schade aan de visstand (forel). De visvangst is een andere pijler in de zelfverzor- ging van de Lappen. Twintig jaar geleden sloten de Lap pen zich aaneen in een bond, ge naamd 'Svensk Samernas Riksför- bund', die de zeer verspreide groep eindelijk een stem gaf. Die bond ging nog een groter verband aan in de 'Nördiska Sameradet', waarbij ook de Lappen van Finland en Noorwegen aangesloten waren. Het antwoord van de Zweedse overheid daarop was de aanstelling van een ombudsman, bij wie zij terecht kon den terwille van hun vis- jacht- en weiderechten. Besluit ontkracht Onder de indruk van de gevaren die hen bedreigden besloot het Zweedse parlement in 1972 het arsenaal van centrales in Lapland niet verder uit te breiden. Maar dit unaniem geno men besluit is onlangs door de Zweedse regering weer op losse schroeven gezet met een nieuwe op dracht aan de centrale energiemaat schappij 'Vattenfall' Die moet nu onderzoeken in hoeverre nog niet benutte en nog maar gedeeltelijke benutte rivieren alsnog voor de aan leg van dammen in aanmerking ko men. Daarmee is een uitdrukkelijke wens van het Zweedse parlement ontkracht Een door veel milieu-des kundigen en bezwaarden uitgebracht advies werd terzijde gelegd. Het is niet alleen het lot van de Lappen, w9">vi" man ernstige zorgen iiidd&i, uidar ook Ie vraag of hier mee de wereld niet beroofd wordt van een ervaring in het (over)leven, die voor de toekomst wel eens on ontbeerlijk zou kunnen zijn* ashington, het bestuurscen- van het machtige Amerika, de kleine, koudbloedige ke minister van buitenlandse j Michel Jobert, deze week ludding en verdeeldheid ver lakt en een nieuwe fase in de buitenlandse politiek in- waarvan de consequenties loeilijk zijn te overzien. De •ige Jobert, die nog geen jaar ;er is, slaagde erin de in.de rikaanse hoofdstad gehouden __rieconferentie ernstig te «bomen. fanse sabotage-actie was gericht de Amerikaanse plannen een fk van hooggeïndustrialiseerde Ste smeden als tegenwicht te- e steeds krachtiger agerende bducerende landen. Frankrijk met zijn optreden een recht- confrontatie met de Amerika- igedurfd om zich, geheel vol- bedoeling, de reputatie te ifen de grote verdediger te n de belangen der olieproduce- landen, meer in het algemeen, ie van de grondstoffenproduce- landen en in feite van de gehe le Wereld. Bovendien heeft Pa- lor zich vierkant tegen de su- ;endheid de VS te keren, op de ';ie gemikt van de niet-gebon- iden, de staten die zich bewust de invloed van Amerika en de t-Unie verzetten. De keerzijde t medaille is echter dat de Fran- Jering zich binnen de EEG op- heeft geïsoleerd en zich recht- S de woede van Washington op (s heeft gehaald. lm heeft Frankrijk in Washing- jor een dergelijke tactiek geko- [n feite is het optreden van mi- Jobert de uitwerking van de fijnen van de politiek, die vele 'geleden door president Charles ulle is geformuleerd en later on- tesident Georges Pompidou werd fihaafd. Zij komt er in hoofdzaak er dat Frankrijk ernaar streeft -^amenlijke heerschappij te bre in de steeds nauwer samenwer- supermogendheden, de VS en kjet-Unie, en Parijs wil Europa Ier Franse leiding een onaf- jijke hoofdrol in de wereldpoli- erschaffen. fhankeljjkheid' Iditionele, gaullistische politiek «afhankelijkheid' is na het uit- 1 van de oktober-oorlcg in het D-Oosten en de daaropvolgende Iche olieboycot in een stroom- t filing geraakt. De Franse rege- ,die al een grote achterdocht jrde wegens eerder gesloten, vèr- ide Amerikaans-Russische kern woorden, zag in de wijze waar- •egering-Nixon aan de Europese in het Midden-Oosten voor een nieuw bewijs voor haar ig dat Washington ten koste Bropa steeds groter nadruk ging op samenwerking met Moskou, ind door de conclusies die Char- i Gaulle destijds al meende te n trekken, werd Parijs in de cp- rn L" omstreden president wordt een supermacht was geworden —lan eigenbelang de voorrang =4zich steeds harder gaat verzet- (gen de groeiende concurrentie EEG en per definitie niet lan- s betrouwbaar militair verdedi- fan Europa kan worden be- Ed. Iwjet-Unie, die steeds bezig is ie uitbreiding van zijn militaire en zijn invloedssferen, vormt ie Franse regering, zo mogelijk ilijog groter bedreiging voor de en Europese belangen. Mauri- "live de Murville, tien jaar lang er van buitenlandse zaken on- Z1)t Gaulle, schreef al in 1971 dat klju in wezen 'niets anders dan ieationalistische politiek voert, zo- ke andere staat', de communisti- peologie en het streven naar we- polutie ten spijt 'Het is de poli- 8n een supermacht die in en na !eede Wereldoorlog naar voren i die bestemd is de leidende rol VS te delen en om gezamen- e scheidsrechter in wereldcon- i te spelen', aldus Couve de Ue. ïiische achterdocht in het den- In de Franse gaullisten over de buitenlandse politiek is bepaald Ie denkbeelden van generaal de L maar thans weinig minder die van zijn pupil en opvolger •ujfes Pompidou. I nl972 liet Pom- in een rede voor de Parijse aca- I van politieke wetenschappen jetje het achterste van zijn tong een uiteenzetting van zijn 'atief, 'realistische' politieke Ingen. gereld van nu' =3- -Jenstelling tot betrekkingen tus- fersonen, aldus Pompidou, wor- Maties tussen staten door hard- In door nationale belangen be- j'Staten staan, wat betreft hun bische, territoriale en ideologi- ielangen, voortdurend tegenover De machtigen wijken slechts |e wil tot macht, de zwakken uit .of voorzichtigheid. De geschie- leert hen de haat en de minach- de verhouding tot hun buren. Irdrijkskundige ligging dwingt 5t verovering of capitulatie. De feie en het racisme zijn slechts •steking tot de confrontatie', al- pmpidou. |i de hand van een citaat van de schrijver en politicus Charles &s, een man die wegens collabo- imet het pro-Duitse Pétain-be- Iter dood werd veroordeeld en begenadigd, beschreef Pompidou ernationale politieke 'realiteit' bij die zag. 'Er is een wereld •t twee systemen bestaat: ver- nde keizerrijken met een zeker [kleine of middelgrote er tusse- aldus samengestelde wereld niet zo rustig zijn. De zwak- llen er steeds zwakker worden nachtigen steeds machtiger. En fle van de één zal slechts berus De Franse minister van buiten landse zaken Michel Jobert is op de energieconferentie in Wash ington opnieuw naar voren getre den als de grote tegenspeler van Henry Kissinger. De Amerikaan se minister merkte enige tijd ge leden over Jobert op: 'Hij is de man die mij het meest intelligent weet te kwetsen'. Oosten uitbrak. Toen de Franse rege ring met grcte haast begon met het afsluiten van een reeks transacties met Arabische olieproducerende lan den, werd dit door vele commentato ren uitsluitend gezien als een Franse poging zich zelfzuchtig van een be stendige olietoevoer te voorzien, zon der rekening te houden met de belan gen van andere EEG-landen. In wer kelijkheid zijn de 'olie-in-ruil-voor-wa- pens'-akk oorden, die Frankrijk de laatste tijd heeft gesloten, een onder deel van een politiek, die gericht is op een veel breder geheel van doel stellingen. Fors gesteund door Enge land tracht Frankrijk zich in een niet-gebonden Europa in te kapselen. Parijs streeft daarbij naar een Europa dat kan rekenen op de sympathie van de niet-gebonden landen in de Derde Wereld en speciaal van de landen rond de Middellandse Zee, de Arabi sche landen die traditioneel wantrou wend staan jegens de dominerende in vloed van de VS en de Sowjet-Unie in hun gebied. Frankrijk wil tevens het 'Europese' Europa aanvullen met een grondstof fen-producerend achterland in de Der de Wereld, dat tevens in de Europese energiebehoefte voorziet, maar boven dien een groeiend afzetgebied kan vormen voor de Europese industrie- produkten. Vandaar het belang dat Parijs hecht aan de banden met voor malig Franssprekende landen In Afri ka en het belang van de inbreng van de Britse Gemenebestlanden met de intrede van Engeland in de EEG. machtspolitiek Het is duidelijk dat een dergelijke ontwikkeling ten koste moet gaan van de economische positie van de VS in de wereld en tegelijkertijd ten nadele van de politieke invloed van Moskou en Washington in de Derde Wereld. In dit licht gezien was het bijeenroe pen door Amerika van de energietop in Washington een machtspolitieke daad. Zij was gebaseerd op de beken de politieke filosofie van 'machtseven wicht' en 'realisme' van de Ameri kaanse minister Henry Kissinger. Een kartel van geïndustrialiseerde grond- stoffenverbruikers zou de Franse en daarmee de Europese reputatie in de Derde Wereld ondergraven en de Franse 'realistische' machtspolitiek volledig doorkruisen. Vanuit de Fran se conceptie kon de Franse minister Jobert, met de argwanende blik van de Arabische landen in de rug, niet anders doen dan zich tegen Kissin gers' en Nixons' plannen verzetten. Het gevolg is dat Frankrijk nu ogen schijnlijk binnen de EEG in een geï soleerde positie is gedrongen. De vraag hoe zeer er van een isolement sprake is moet nog worden beant woord. In de afgelopen maanden zijn de tegenstellingen tussen Europa en de VS drasticsh gegroeid. Menig West europees politicus is in die periode in de richting van het Franse denken gestuwd. Het is veelzeggend dat tus sen de Franse minister Michel Jobert en Frangois-Xavier Ortoli, de voorzit ter van de Europese Commissie oude, en meer dan oppervlakkige vriend schapsbanden bestaan. Binnen de Eu ropese Gemeenschap leven veel min der verschillen van inzicht over de richting die Europa tenslotte dient op te gaan, dan wordt vermoed. De meningsverschillen betreffen niet de doeleinden, maar de tactiek en de tijdstippen, waarop tot actie moet worden overgegaan. Fundamenteel is de discussie over de vraag of men zich reeds nil zonder kleerscheuren kan losmaken van de Amerikaanse militaire protectie over Europa, zon der door de Sowjet-Unie te worden ingekapseld. confrontatie Frankrijk heeft tot de vroege confron tatie besloten. Andere Westeuropese landen laveren behoedzamer en me nen voorzichtigheidshalve zich nog niet van de VS te kunnen losmaken. Maar volgens Frankrijk is confronta tie onvermijdelijk omdat Washington pogingen doet de Europese eenwor ding te blokkeren en de EEG-staten onderling tegen elkaar uit te spelen. En de VS doen dit, aldus Parijs, in nauwe samenwerking met de Sowjet- Unie. Naarmate de druk van de VS en de Sowjet-Unie toeneemt zal ook de kwestie van tactiek en 'timing' door Europa worden opgelost en wellicht in Franse richting. Het is daarom van het grootste belang zich nu al af te vragen of het Franse doel, de schep ping van een nieuwe Europese super staat, die in constant conflict met Moskou en Washington zou komen, indien dit Europa zou gaan opereren als bolwerk van 'realistische' macht spolitiek, wel in het belang zou zijn van de Europese en internationale vrede, en daarom wel wenselijk zou zijn. ten cp de terreur die de kolossen heb ben weten te ontketenen. Een maat schappij van wederzijdse afschrikking, een genootschap van afwisselende in timidatie.' hoofdlijnen Na deze opsomming van 'realiteiten' vatte Pompidou de hoofdlijnen van de Franse politiek, zoals hij die wilde nastreven, samen. En het interessante is, dat deze elementen in de Franse politiek telkens opnieuw naar voren komen. Het programma-Pompidou luidde als volgt: 1) Frankrijk moet, als typische middelgrote mogendheid, vóór alles zijn militaire, economische en demografische macht voldoende ontwikkelen om mee te tellen en te worden gerespecteerd in de wereld. 2) Frankrijk moet hulp gaan geven aan zwakke individuen in de eigen sa menleving, maar ook aan staten 'die zich niet wensen over te geven aan de machtigen en die niet de noodzakelij ke hulpbronnen bezitten om alleen te bestaan.' Dit beleid werd doer Pompi dou 'cooperation' (samenwerking) ge noemd, en omvat in feite de gehele Franse ontwikkelingssamenwerking. 3) Tenslotte, aldus Pompidou, moeten wij onze krachten hergroeperen met anderen, om in overeenstemming met de historische, geografische en huma nitaire realiteiten Europa op te bou wen. Dit Europa moet zichzelf zijn (onafhankelijk van de superstaten) en moet, zonder te pretenderen Frans te zijn, niet vernietigend zijn voor onze nationale persoonlijkheid.' Deze doelen van de Franse politiek: het opbouwen van de macht van Frankrijk, ontwikkelingssamenwer king en de schepping van een onaf hankelijk 'Europees' Europa, zijn er- cp gericht de gezamenlijke 'hegemo nie' van Amerika en de .Sowjet-Unie te doorbreken en Europa in staat te stellen zich op te werpen als een on afhankelijke nieuwe supermogend heid. Deze superstaat Europa, moet naar de Franse visie, zijn voorzien van een onafhankelijke defensie, met inbegrip van kernwapens, een zelf standige buitenlandse politiek, een ei gen muntstelsel en een economie, die los van de Amerikaanse economie kan functioneren. Alleen een dergelijk Europa, aldus de Fransen, kan werke lijk zichzelf zijn, zijn eigen wil bepa len en zijn eigen belangen behartigen. industrialisatie In de afgelopen jaren is Frankrijk on der het gaullistische bewind erin ge slaagd zijn economie tot een geduchte macht op te bouwen. Frankrijk heeft een sterk concurrerende industrie tot ontwikkeling gebracht, die diep heeft ingegrepen in het Franse samenle vingspatroon en waarmee de transfor matie is voortgezet van een oude landbouwsamenleving in een moderne westerse industriestaat. Hoewel Frankrijk onder de Gaulle en zijn opvolger de diepe kloof tussen 'links' en 'rechts' niet heeft kunnen overbruggen en grote groepen Fran sen nauwelijks in de welvaart hebben kunnen delen, is de regering-Pompi- dou-Messmer nu begonnen het accent te leggen op 'Fase Twee' van Pompi- dou's politieke program. In de afgelopen periode, nog ruim voor de ontwikkelingen in het Midden- Oosten, is Frankrijk begonnen met de opbouw van een netwerk van be trekkingen met de Derde Wereld. De grootste nadruk werd gelegd op goede betrekkingen met de landen rond de Middellandse Zee en met Fransspre kende Afrikaanse landen, die voor heen Franse koloniën waren. In feite was dit de voortzetting van een beleid dat al door de Gaulle cp poten was gezet en dat reeds toen duidelijk be doeld was om in de gunst te komen bij de Derde Wereld ten koste van de VS en de Sowjet-Unie. In april 1965 zei de Gaulle tegen de Russische mi nister van buitenlandse zaken Andrej Gromyko: 'Ja wij helpen deze landen en het resultaat is dat zij van Frank rijk houden. In hun visie is de te genstelling tussen ons en de VS on metelijk geworden. Terwijl wij hen helpen, gebruiken de Amerikanen al hun briljante nieuwe technologische uitvindingen om op de meest afschu welijke manier duizenden arme Viet- namezen, die al lang lijden en alleen met rust gelaten willen worden, uit te roeien.' De Franse ontwikkelingspolitiek, is onder de regering-Pompidou, maar vooral sinds Michel Jobert minister van buitenlandse zaken is geworden, gebruikt als een politiek instrument, dat gericht is tegen de 'hegemonie', het 'condominium' van de VS en de Sowjet-Unie. In een parlementsdiscus- sie in juni vorig jaar noemde Jobert 'de plaats van Frankrijk in de Derde Wereld' essentieel'. 'Het lijkt er in derdaad op dat er voortaan geen onaf hankelijke koers meer mogelijk is en dat de twee supermachten de scheids rechters van de wereld zijn gewor den', verklaarde Jobert. 'Deze staten zijn zeer machtig, dat klopt. Maar er blijven talrijke elementen die zij niet beheersen. Het zou verkeerd zijn te denken dat over het lot van de we reld is beslist en dat het in handen is van de VS en de Sowjet-Unie. Ik ben ervan overtuigd dat de zaken veel in gewikkelder liggen. En juist een land als het onze, dat zijn wil tot onafhan kelijkheid altijd heeft weten te mar keren, moet gewicht leggen op alle elementen die nog vrij zijn om de we reld buiten dit condominium te orga niseren. U hebt allemaal aangedron gen op het belang, het prestige, de morele zwaarte van een politiek je gens de Derde Wereld. Welnu, hier ligt een bruikbare, nuttige en eervolle weg voor het grijpen.' Frankrijk was met deze, op Europese machtsvorming gerichte, ontwikke lingsstrategie al volop begonnen voor dat de jongste crisis in het Midden- door Chris Blankenburgh

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17