linister-president Den Uyl:
'Mentaliteiten veranderen alleen als
de mensen zelf ontdekkingen doen'
door
P. L. van Enk
'Leiding geven niet door
preken maar door daden'
T2f
^ÜW/KWAR/TETT ZATERDAG 16 FEBRUARI 1974
BINNENLAND T17/K15
|ds 29 december prof. dr. B. Goudzwaard in een interview in deze krant zijn
lidschap van matiging en reorganisatie van onze economie predikte, is er veel
beurd op het oliefront. De distributie werd ingevoerd en weer afgeschaft, de
jvoer van olie raakte uit de gevarenzone, zoals de minister-president, drs.
M. den Uyl vorige week zei.
jbben daarmee de waarschuwingen van Goudzwaard hun betekenis ver-
jen? Is de crisis alweer voorbij? Hoe kijkt de regering tegen het verhaal
li Goudzwaard aan? Onze politieke redacteur P. L. van Enk stelde deze vra-
n aan premier Den Uyl. Hieronder zijn antwoorden.
AANPAKKEN VAN
ERKSITUATIE
EN HOOFDZAAK'
vorige eeuw, ten tijde van de industriële revolutie, kreeg de arbeider voor zijn werk de be
cking over enkele paarde-krachten. Vandaag de dag gebruikt hij er enkele tientallen voor zijn
tijd. Vroeger veroorloofde alleen de rijkaard zich een paard met rijtuig dat was dan zijn
Ip.k. tegenwoordig rijdt de gewone man er met soms wel zestig rond.
een ontwikkeling die naar
r-president Den Uyl zich heeft
liseerd zo explosief en uniek
hij alleen instinctief al tot de
lie is gekomen dat het zo niet
rgaan. Maar dat is natuurlijk
Je enige reden waarom hij 'zon-
arzelng' zoals hij zegt in-
met de conclusies van Goud-
d, voorzover die betekenen dat
igeremde groei van produktie en
mptie van het laatste kwart van
euw moet worden omgebogen,
mij staat vast dat dit het anker
het regeringsbeleid zal moeten
aldus de premier.
:egt dat de energiecrisis niet
ij is, ook al blijkt er bijna weer
mde benzine aan de pomp te
:n worden gekocht. Ook zijn er
len in omloop dat er mogelijk,
onbekende voorraden aan fos-
brandstoffen zijn, maar Den Uyl
erop dat die voorraden als zij
zijn zich vrijwel zeker bevin-
p plaatsen waqr de exploratie en
tatie veel duurder zullen zijn
re gewend waren. En verder her
hij er weer eens aan dat de
oducerende landen hebben ont-
dat zij hun olie tegen veel hoge-
ijzen kunnen verkopen dan zij
er deden. Dat geldt ook voor de
die andere grondstoffen produ-
zink, tin, koper. De machtsposi-
i de grondstoffen-producerende
is versterkt en dat moet het
n er onherroepelijk toe brengen,
nder beleid te gaan voeren.
Jyl: 'Er is de laatste vijftig jaar
uit de aardbodem gehaald dan
le voorafgaande eeuwen van de
de geschiedenis. Daar zit die
ie versnelling van de welvaarts-
en van de technologische ont-
iling aan vast en dat kan niet zo
aan. Bovendien moeten we con-
en dat in het rijke deel van de
d het verbruik van grondstoffen
issiele brandstoffen per hocfd
ïot twintig keer zo hoog ligt als
t arme deel. Als je gelijke ont-
Mingsmogelijkheden voor alle
en nastreeft is dat natuurlijk
vol te houden. Het moet ons er
;ns te meer om begonnen zijn,
ivenspeil in de derde wereld op
ikken en ook daarom is bij ons
olitiek van beperking nodig. Ook
lat betreft heb ik met de grond
en en uitgangspunten van Goud-
ds beschouwing geen moeite. We
iet erover eens dat de groei te-
bogen moet worden, over tempo
iddelen kun je dan nog van me-
verschillen'.
Meningsverschillen zijn er in elk ge
val over de mogelijkheden, de mensen
te brengen tot aanvaarding van de
consumptie-beperking.
Den Uyl: 'Ik vind het heel juist als
Goudzwaard zegt dat we de mensen
niet alleen moeten confronteren met:
minder werk en minder consumptie,
maar dat we hun een positief beeld
moeten voorhouden. Maar dan moeten
we beginnen met wat voor die men
sen wezenlijk is, en dat is: hun werk
situatie. Voor het gros van de werk
nemers is de werkelijkheid dat zij aan
de lopende band staan, dat zij werken
onder de druk van tempo en presta
tie. Van die mensen kun je toch niet
verwachten dat zij .op zaterdag en zon
dag ineens heel anders worden. Op
die dagen zullen ze diezelfde dwang
voelen en geneigd zijn, plankgas te
rijden. Zolang de arbeidsmoraal voor
velen nog zo is dat de produktie-pres-
tatie normgevend is, èn voor het in
komen èn voor de maatschappelijke
waardering, zolang kun je moeilijk
van die mensen verwachten dat zij
zich vrijwillig zullen beperken in hun
consumptie-patrc on.
Het aanpakken van die arbeidssitua
tie. dat vind ik daarom 'een hoofd
zaak, een eerste voorwaarde voor het
slagen van het nieuwe beleid. Dat
hoofdstuk ontbreekt in de beschou
wing van Goudzwaard. Ik vind dat
een van de wezenlijkste dingen: dat
de mensen in hun bedrijf kunnen
werken zonder een neurose op te lo
pen en dus ook zonder de behoefte op
te doen, in hun vrije tijd af te reage
ren. Wij hebben als kabinet opnieuw
advies aan de SER gevraagd over de
democratisering van de onderneming.
Sommigen zeggen dan: waar is dat
nou voor nodig, we hebben toch net
de wet op de ondernemingsraden ge
wijzigd? Maar dan zeg ik: ja, dat is in
deze nieuwe situatie juist buitenge
woon urgent'.
Een tweede kritische noot die de mi
nister-president bij Goudzwaards be
schouwing maakt is dat de verklei
ning van de inkomensverschillen er
niet voldoende accent in zou krijgen.
Den Uyl: 'Het komt voor in zijn be
toog, maar slechts heel zijdelings, ter
wijl een betere inkomensverdeling
echt een scharnier is, en wel hierom:
je kunt een teruggang in groei van de
consumptie niet aan mensen verkopen
die amper aan de welvaart getipt heb
ben, aan mensen die hebben gezien
dat zovelen zoveel eerder en zoveel
royaler aan die welvaart hebben deel
genomen. Die mensen vormen zéker
vijftig procent van de bevolking. Hoe
zou je hun kunnen vertellen: jammer
de kans is voorbij, vergeet je autootje
maar. Het enige wat er kan worden
bereikt is dat er minder uitbundig
van de auto gebruik wordt gemaakt,
dat we die grote sleeën van de weg
krijgen. Ik weet wel dat we hief in
Nederland niet een soort proeftuin
kunnen inrichten, omdat de winden
over de grenzen heenblazen met de
benzinedistributie hebben we het ge
merkt maar we kunnen een ont
wenning van consumptie alleen be
werkstelligen cp basis van een duide
lijke, ingrijpende beperking van het
luxe gebruik. En dat luxe gebruik zit
ingebakken in de levensstijl van de
upper ten, de bovenste tien procent
van de samenleving. Dat heeft een
cruciale betekenis die Goudzwaard te
weinig tot uitdrukking heeft gebracht.'
Maar de gewone man streeft natuur
lijk nog wel naar de luxe van de 'up
per ten'.
Den Uyl: 'Ja, wat voor reden zouden
de gewone mensen kunnen hebben
om te zeggen: ik hoef geen hoger loon
te hebben, ik heb geen auto nodig?
Omdat wij hun dat vertellen? Als we
dat zouden doen, dan zouden ze me
teen zeggen: in wat voor auto rijd je
zelf en waar is dat nou eigenlijk voor
nodig?
Goed, goed, maar dan zeggen confessi
onelen graag dat zowel van hoog als
laag de mentaliteit veranderd moet
worden.
Den Uyl: 'Dat woord gebruik ik niet
graag, dat vind ik te belerend, het
wekt de indruk dat je de mentaliteit
van mensen kunt veranderen docr op
hen in te praten en dat is helemaal
niet waar. Mentaliteiten veranderen
alleen wanneer de mensen zelf iets
ontdekken door processen waarin zij
zelf opgenomen zijn. Om het nog eens
een keer over de autoloze zondag te
hebben: daar moeten we niet simpel
over denken, het was een ongemak
dat gemakkelijker kon worden opge
vangen door mensen die in een villa-
tje buiten wonen dan door flatbewo
ners van vier hoog. Maar voor hoeve-
len is niet een wereld van stilte en
rust opengegaan. Zulke ontdekkingen
zijn ook te doen in de werksituatie van
de mensen, in de inkomensverdeling.
Om dat soort ontdekkingen mogelijk
te maken proberen we een beter
naar de maan, misschien het laatste
en indrukwekkendste voorbeeld van
een uitzinnig streven, zichzelf te wil
len overtreffen in prestaties die uiter
lijk waarneembaar zijn. Dat streven
heeft het laatste kwart van de eeuw
de hele westelijke cultuur dcorgolfd.
Het had veel plezierige kanten, maar
nu moeten we inspelen op een levens
patroon waarin de prestatie minder
maatgevend is, waarin we aanvaarden
dat het werken niet alleen een maxi
male produktie ten doel heeft maar
ook de mensen in staat moet stellen,
plezier te beleven. Dan zullen elemen
ten komen bovendrijven van de statio
naire samenleving, van een samenle
ving dus die zich beperkt ten aanzien
van externe, uiterlijk waarneembare
groeifactoren, zoals de aantallen au
to's en dergelijke. Dat zal in veel op
zichten een nieuwe ervaring zijn, die
grcot-stedelijk leefklimaat te schep
pen. De uitzwerming van de bevol
king over het land die we de laatste
twintig jaar hebben meegemaakt is op
zekere hoogte een luxe verschijnsel,
die kan natuurlijk niet ongedaan wor
den gemaakt. Maar in de oriënterings-
nota ruimtelijke ordening de laat
ste week van het oude jaar versche
nen probeert het kabinet een nieu
we beleidsaanpak te geven: bewuste
integratie van woon- en werkgebie
den, versterking van de woonfunctie
van binnensteden, een grotere bebou
wingsdichtheid van wooncentra, een
kleinere, menselijkere schaal, meer
intimiteit, minder woon-werkverkeer,
minder mobiliteit en daarmee voor
een klein stukje een ander leef- en
cultuurpatroon.
Kijk, hierin stem ik goeddeels over
een met wat Goudzwaard heeft ge
zegd: we komen uit een periode die
zijn cultuur-ideaal vond in het stre
ven naar meer en hoger, naar het
snelheidsrecord,. De tijd van de reis
overigens heel plezierige kanten kan
hebben. Het zal veel tijd kosten voor
dat daarvan iets zichtbaar is, ik hoop
dat dit kabinet de tijd en ruimte
wordt gelaten, om in die richting de
eerste aanzetten te geven.
Twijfelt hij daarover?
Den Uyl: 'Nee, daar heb ik geen se
rieuze twijfel over. Ik beschouw de
politieke positie van dit kabinet als
zeer sterk, dat is het de negen maan
den van zijn bestaan geworden naar
mijn mening. Maar we staan in veel
opzichten nog aan het begin, de te
genkrachten zijn nog groot. We moe
ten eerst het station van de statenver
kiezingen passeren en als daarna de
storm rondom de energiecrisis een
beetje luwt en je wilt dit soort be
leidsvoornemens doorzetten, dan kun
je je voorbereiden op heel wat verzet
en misverstanden'.
Goudzwaard heeft gezegd dat er voor
de nationale aanvaarding van dat be
leid een hele campagne nodig is,
waaraan het kabinet leiding moet ge
ven. Is hij het daarmee eens?
Den Uyl: 'Ja, het kabinet moet daar
aan leiding geven, door zijn daden,
niet door preken'.
Maar is het kabinet Den Uyl voor dat
leidinggeven het goede kabinet?
Den Uyl: 'Dat vind ik beslist wel. De
verschillende politieke invalshoeken,
waaruit het kabinet is voortgekomen,
vormen in sommige opzichten onge
twijfeld een handicap. Maar aan de
andere kant denk ik dat een volledig
coalitiekabinet van de vijf deelnemen
de partijen meer bezwaren en span
ningen zouden oproepen dan wat we
nu hebben. In de huidige situatie
hangt veel af van de herkenbaarheid
van het beleid. Hoe meer coalitiekabi
net, hoe meer een kabinet van alles
en nog wat, des te minder herkenbaar
het zou zijn. Een Kamerbreed tapijt,
dat zou naar mijn mening in deze si
tuatie niet kunnen functioneren. Dat
is gelukkig ook de opvatting van Aan-
tjes en Andriessen'.
Intussen heeft Aantjes het afgelopen
najaar bij de algemene beschouwin
gen gezegd dat een regering moet
apelleren aan het verantwoordelijk
heidsgevoel van alle samenlevingsver
banden, dat het kabinet Den Uyl ter
zake twijfels wekt, dat het niet de in
druk mag geven, representant te zijn
van een deelbelang en dat tenslot
te het de sterksten in de samenle
ving niet de indruk mag geven dat
hun iets wordt ontwrongen wanneer
zij de zwaarste lasten krijgen opge
legd.
Den Uyl: 'Ja, daar zit, met alle res
pect, toch iets in van wat ik het mid
den-denken zou willen noemen. We
moeten een beroep doen op de verant
woordelijkheid van allen akkoord,
als maar goed wordt gezien dat die
verantwoordelijkheid moet worden
onderscheiden. Wie weinig of niets
heeft, heeft wat de materiële zaken
betreft, weinig te verantwoorden. Als
het gaat om materiële beperkingen
zou ik niet weten wat ik zou moeten
vragen van mensen die van het mini
mumloon moeten leven, of alleen van
de AOW-uitkering of van de Bijstand.
In elk geval breng ik het niet op, van
hen iets te vragen. Een beroep op de
medewerking en verantwoordelijkheid
van allen komt daarom vaak wat vals
over, omdat het onderscheid van ver
antwoordelijkheden niet wordt ge
maakt.
We moeten verder oppassen, niet een
representant van deelbelangen te wor
den. Ook akkoord, volkomen juist.
Maar waar conflicten van belangen
zijn, daar moet het kabinet zorgen dat
het aan de goede kant staat. Het is
niet zo dat alle belangen even zwaar
wegen voor dit kabinet. Het moet oog
hebben voor alle belangen, maar som
mige moet het zwaarder laten wegen
dan andere omdat zij meer gemoti
veerd en gefundeerd zijn.
De derde opmerking van mr. Aantjes:
als we op de sterkste schouders de
zwaarste lasten leggen, mogen we dat
niet met wellust doen mag ik het
zo vertalen? We mogen niet tegemoet
komen aan al dan niet aanwezige ge
voelens van nijd of afgunst. Alweer:
akkoord, op zichzelf helemaal juist.
Afgunst is niet iets waarvan ik vind
dat het gestimuleerd zou moeten wor
den. Maar wanneer iemand die iets
over heeft, daarvan iets overdraagt aan
iemand die te weinig heeft, dan mag
dat worden gepresenteerd als recht
vaardig en zo moet het ook worden
ervaren.
Het kabinet moet ervoor oppassen,
dat het overkomt als een allemans-
vrind. Ik denk nu juist dat de kritiek
die het kabinet in januari over zich
heeft heengekregen o.a. van Aan
tjes die zei dat het kabinetsbeleid spo
ren van wisselvalligheid zou vertonen
te verklaren is uit het feit dat het
kabinet oog heeft gehad voor de be
langen van teveel groepen. Als er
reële tegenstellingen van belangen
zijn, dan zullen wij daartussen moe
ten kiezen.'
larden (2)
Bijstand
een enkel woord over de onder-
van onze mensen die genoopt
in een veilige schutse te vinden
n rusthuis om in de laatste etap-
in hun levensweg zich geborgen
opgeborgen) te weten. Een rust-
loet niet op een tuchthuis lij-
Een harmonische samenleving
zichtbaar worden in ^en toege-
verzorging van de bewoners,
s het goed. Na ruim 5 jaar ver
in het bejaardencentrum
iderzand kan ik naar waarheid
gen: het is hier goed. Eén ge-
enis. De directrice is weken ziek
;st. Bij haar terugkomst werd zij
end en met daverend applaus be-
Dat zegt genoeg!
F. Bruyn
en defensie
s weer wordt er door de E.O. ge-
ererd dat er een verlating is van
Woord en zijn geboden. In de
ding van 'Nader Bekeken' heb
verbaasd dat juist deze omroep
odig vindt dat het militaire ap-
t moet worden versterkt tot ver
ing van de vijanden. Hier wordt
v d gepredikt tot bescherming van
Christendom. Er staan echter in
[Woord heel andere wetten na-
liefde voor onze vijanden en
die ons vervolgen. Bekering
I afleggen van de oude mens en
a nieuw Godzalig wandelen. Ik
J dat dr. Martin Luther King dit
(begrepen heeft dan de E.O.
A. van Esch
Dat de WD de toekomstige uitkerin
gen van de bijstand naar beneden wil
hebben is te verklaren, maar dat ook
de ARP zich voor dit karretje laat
spannen is onbegrijpelijk. Het motief
van de prikkel tot werken zou juist
zijn als we gebrek aan werkers had
den, maar nu er plm. 150.000 werklo
zen zijn kan die prikkel betekenen,
een ander zijn baantje afpakken.
Emmen
H. Weggen
Nederland Muziek
Theo Olof de gangmaker achter de
stichting 'Nederland muziek' kan
meer dan tevreden zijn met het ge
weldige succes van de muziek prome
nade in de muziektempel van Rotter
dam 'De Doelen'. Dat er grote behoef
te bestaat aan meer goede muziek via
de radio blijkt wel uit de meer dan
120.000 sympathiebetuigingen, welke
een verlangen uitspreken naar meer
klassieke muziek. In het bijzonder
zijn het ook de tienduizenden thuis
zittende of liggende mensen verpleeg
den en bejaarden, die noodgedwongen
een eigen verzameling grammofoon
platen moesten aanschaffen om nog
wat van mooie muziek te kunnen ge
nieten. Daarvoor hebben zij al jaren
lang hun luisterbijdrage en contribu
tie aan onroepverenigingen geofferd,
en krijgen daarvoor een programma
voorgeschoteld afgestemd op de lief
hebbers van beat- en popcultuur.
Voor het behoud van Veronica en nog
andere piratenzenders zoals Noordzee
en Caroline vecht heel behaard en
gebaard Nederland en Ned. Ill vult
De redactie behoudt zich het recht
voor haar ter opname in deze rubriek
toegezonden meningsuitingen verkort
weer te geven. Bij publikatie wordt
met de naam van de inzender onder
tekend. Brieven kunnen worden ge
stuurd aan het secretariaat hoofdre
dactie Trouw/Kwartet, postbus 859.
Amsterdam.
deze prachtprogramma's nog aan, ge
holpen door Ned. I en II die menen
hier ook nog kostbare zendtijd aan te
moeten wijden.
Berkel
J.Seldenthuis
Guinee-Bissau
Tot nu toe hebben 77 landen de nieu
we staat Guineé-Bissau erkend. Dp
Nederlandse rpgering weigert echter
tot erkenning over te gaan. Waarom,
ofschoon ze toch steeds beweert tegen
het Portugese kolonialisme te zijn9
Dit komt omdat de sociaal-democrati
sche regering-Den Uyl met handen en
voeten is gebonden aan grote interna
tionale kapitaalsbelangen en militaire
machten Deze machten hebben via het
onder-ontwikkelde Portugal een ster
ke greep op het grondstoffenrijke
zuiden van Afrika (Angola, Mozambi
que). De erkenning van Guineé-Bissau
zou indruisen tegen de belangen van
het kapitaal.
Nijmegen
namens de werkgroep Zuidelijk Afri
ka Nijmegen
Piet Buytels
Korps mariniers (6)
Het commentaar 'discipline I' in Tr.-
Kw. van 9.2.74 op de door de defensie
commissie van de PvdA en de VVDM
geuite beschuldigingen aan het adres
van het korps mariniers in naar mijn
mening zeer voorbarig. Het moet nog
bewezen worden of de beschuldigin
gen waar zijn. Uw stuk wekt de in
druk van wel en gaat er voorts van
uit dat de hele sfeer bij de mariniers
niet deugt. Zelf heb ik zes jaar als
vrijwilliger! bij het korps mariniers
gediend op verschillende plaatsen in
de hele wereld. Toestanden als door
de PvdA en de WDM geschetst heb
ik nog nooit meegemaakt en lijken
mij ook onbestaanbaar. De opleiding
tot marinier is hard en zwaar en ge
zien de taak van de marinier noodza
kelijk. Ik ben er nog steeds trots op
bij dit keurkorps te hebben gediend,
en met mij duizend oud-mariniers.
Damwoudc D. van der Til
Korps mariniers (7)
De vraag kan mijns inziens terecht
gesteld worden, hoeveel het bewust
zijn van de lieer H. J. Smit uit
Doornspijk tijdens zijn opleiding bij
de mariniers vernauwd is. Mensen
met prikkeldraad vastbinden, op mo
torkappen binden, half bewusteloos
slaan, valt in mijn ogen onder het
hoofdstuk Martelingen. Dergelijk j
sterke verhalen bevestigen mij slechts
de verdorven en minderwaardige men
taliteit bij dit legeronderdeel.
Utrecht
Bert Aanstoot
Korps mariniers (8)
Lezing van het schrijven van de heer
H. J. Smit uit Doornspijk brengt mij
tot de conclusie, dat schrijver al een
eind op weg is in een proces van een
psychische ziekte toestand. Heeft hij
weieens van 'kadavergehoorzaamheid'
gehoord? Hij verwart discipline met
onmenselijkheid. Een primitieve en
gevaarlijke mentaliteit!
Schiedam
T. Groenenberg
Vakbondsbestuurders
Met instemming las ik in ons blad
van 13 febr. het ingezonden stuk van
de heer Bade, getiteld 'Vrije beroe
pen'. Ook ik erger mij voortdurend
over de hetze tegen de beoefenaren -
der vrije beroepen en dan met name NOS 6fl CRM
wat betreft de huisartsen. Maar dan
gaat de heer Bade verder: 'Wat weten
we eigenlijk van de inkomenspositie
van vakbondsbestuurders, van hun ne
venfuncties, hun pensioenrechten,
hun commissariaten?' Nu, daar kan ik
wel iets over vertellen, want ik ben
30 jaar vakbondsbestuurder geweest
en thans gepensioneerd. Vakvereni
gingsbestuurders werken ook vaak 80
uur per week op ongeregelde tijden.
Nevenfuncties hebben ze genoeg (ik
had er 45), de meeste onbetaald. Com
missariaten komen practisch niet voor
('tzijn geen zakenmensen), wel be
stuursfuncties in productschappen, be-
drijfsschappen, bedrijfsverenigingen
e.d., waaraan vacantiegeld verbonden
is. Alle bijverdiensten (dus incl. do
vergoeding voor verblijf etc.) moeten
onverkort in de bondskas gestort wor
den. Het gebeurt wel, dat een vak
bondsbestuurder zodanige bij vak
bondswerk behorende banen heeft dat
hij meer terugstort dan zijn ond
hem aan salaris betaalt En de salaris
sen? Men kan deze ongeveer stellen
op één derde van wat een vergelijkba
re functionaris in een overheidsfunc
tie verdient Ten slotte: welvaartsvast
pensioen is in het particulier bedrijf
onbestaanbaar, al wordt er wel eens
iets gedaan als alles duurder wordt.
Toch heb ik er geen spijt van dat
mijn leven zo geleid is dat ik vak
bondsbestuurder ben geweest Het is
er net mee als met predikanten, pries
ters, en huisartsen: men moet het als
een roeping zien.
Rotterdam
mr. W. Brak
Wat deden de twee artikelen over bo
vengenoemde instellingen ons bijzen
der goed in uw blad. Hoe dikwijls
verzuchten we niet: NOS al weer
die NOS en dan smijt je soms met
zwaai je gids door de kamer. Onze
omroeporganisaties hebben toch voort
reffelijke acualiteitenrubrieken! Je
blijft er gewoon voor thuis. Laat de
NOS terwillde van de Nederlandse
kijker teruggedrongen worden.
Groningen
Mevr. Wiegers
Universiteit
Welk één problematiek snijdt prof.
Diepenhorst aan in Tr/Kw. 12-2-74. In
grote lijnen ben ik het er wel mee
eens, maar heb toch twee opmerkin
gen: 1. het economisch niet kunnen
handhaven van een industrieel-tech-
nisch peil, behoeft geen culturele ver
arming te betekenen. Prof. Diepen
horst wekt daar de indruk de indus
triële techniek te verabsoluteren zo
dat slechts door middel déér van cul
tuurontwikkeling plaats vindt Dit au
tonomie geloof is echter ten zeerste af
te raden (reformatorische wijsbegeer
te). 2. de door hem als bezuinigings
maatregel voorgestelde studieverkor
ting is een ernstige aantasting van
het niveau van wetenschappelijk on
derwijs. Het wordt hiermee tot een
vakopleiding. Echter niets dan lof heb
ik voor zijn spitsvondige zinssnede:
Het soms onprettige gedrag van op
andermans zak stakende, hoog van de
toren blazende academische leerlin
gen. Ik zie ze dagelijks en erger me
aan dat gedrag. Ik hoop met hem dat
de buitenwacht hier geen verkeerde
conclusie trekt.
Amsterdam
L. avn Bree, VU-student