linister-president Den Uyl: 'Mentaliteiten veranderen alleen als de mensen zelf ontdekkingen doen' door P. L. van Enk 'Leiding geven niet door preken maar door daden' T2f ^ÜW/KWAR/TETT ZATERDAG 16 FEBRUARI 1974 BINNENLAND T17/K15 |ds 29 december prof. dr. B. Goudzwaard in een interview in deze krant zijn lidschap van matiging en reorganisatie van onze economie predikte, is er veel beurd op het oliefront. De distributie werd ingevoerd en weer afgeschaft, de jvoer van olie raakte uit de gevarenzone, zoals de minister-president, drs. M. den Uyl vorige week zei. jbben daarmee de waarschuwingen van Goudzwaard hun betekenis ver- jen? Is de crisis alweer voorbij? Hoe kijkt de regering tegen het verhaal li Goudzwaard aan? Onze politieke redacteur P. L. van Enk stelde deze vra- n aan premier Den Uyl. Hieronder zijn antwoorden. AANPAKKEN VAN ERKSITUATIE EN HOOFDZAAK' vorige eeuw, ten tijde van de industriële revolutie, kreeg de arbeider voor zijn werk de be cking over enkele paarde-krachten. Vandaag de dag gebruikt hij er enkele tientallen voor zijn tijd. Vroeger veroorloofde alleen de rijkaard zich een paard met rijtuig dat was dan zijn Ip.k. tegenwoordig rijdt de gewone man er met soms wel zestig rond. een ontwikkeling die naar r-president Den Uyl zich heeft liseerd zo explosief en uniek hij alleen instinctief al tot de lie is gekomen dat het zo niet rgaan. Maar dat is natuurlijk Je enige reden waarom hij 'zon- arzelng' zoals hij zegt in- met de conclusies van Goud- d, voorzover die betekenen dat igeremde groei van produktie en mptie van het laatste kwart van euw moet worden omgebogen, mij staat vast dat dit het anker het regeringsbeleid zal moeten aldus de premier. :egt dat de energiecrisis niet ij is, ook al blijkt er bijna weer mde benzine aan de pomp te :n worden gekocht. Ook zijn er len in omloop dat er mogelijk, onbekende voorraden aan fos- brandstoffen zijn, maar Den Uyl erop dat die voorraden als zij zijn zich vrijwel zeker bevin- p plaatsen waqr de exploratie en tatie veel duurder zullen zijn re gewend waren. En verder her hij er weer eens aan dat de oducerende landen hebben ont- dat zij hun olie tegen veel hoge- ijzen kunnen verkopen dan zij er deden. Dat geldt ook voor de die andere grondstoffen produ- zink, tin, koper. De machtsposi- i de grondstoffen-producerende is versterkt en dat moet het n er onherroepelijk toe brengen, nder beleid te gaan voeren. Jyl: 'Er is de laatste vijftig jaar uit de aardbodem gehaald dan le voorafgaande eeuwen van de de geschiedenis. Daar zit die ie versnelling van de welvaarts- en van de technologische ont- iling aan vast en dat kan niet zo aan. Bovendien moeten we con- en dat in het rijke deel van de d het verbruik van grondstoffen issiele brandstoffen per hocfd ïot twintig keer zo hoog ligt als t arme deel. Als je gelijke ont- Mingsmogelijkheden voor alle en nastreeft is dat natuurlijk vol te houden. Het moet ons er ;ns te meer om begonnen zijn, ivenspeil in de derde wereld op ikken en ook daarom is bij ons olitiek van beperking nodig. Ook lat betreft heb ik met de grond en en uitgangspunten van Goud- ds beschouwing geen moeite. We iet erover eens dat de groei te- bogen moet worden, over tempo iddelen kun je dan nog van me- verschillen'. Meningsverschillen zijn er in elk ge val over de mogelijkheden, de mensen te brengen tot aanvaarding van de consumptie-beperking. Den Uyl: 'Ik vind het heel juist als Goudzwaard zegt dat we de mensen niet alleen moeten confronteren met: minder werk en minder consumptie, maar dat we hun een positief beeld moeten voorhouden. Maar dan moeten we beginnen met wat voor die men sen wezenlijk is, en dat is: hun werk situatie. Voor het gros van de werk nemers is de werkelijkheid dat zij aan de lopende band staan, dat zij werken onder de druk van tempo en presta tie. Van die mensen kun je toch niet verwachten dat zij .op zaterdag en zon dag ineens heel anders worden. Op die dagen zullen ze diezelfde dwang voelen en geneigd zijn, plankgas te rijden. Zolang de arbeidsmoraal voor velen nog zo is dat de produktie-pres- tatie normgevend is, èn voor het in komen èn voor de maatschappelijke waardering, zolang kun je moeilijk van die mensen verwachten dat zij zich vrijwillig zullen beperken in hun consumptie-patrc on. Het aanpakken van die arbeidssitua tie. dat vind ik daarom 'een hoofd zaak, een eerste voorwaarde voor het slagen van het nieuwe beleid. Dat hoofdstuk ontbreekt in de beschou wing van Goudzwaard. Ik vind dat een van de wezenlijkste dingen: dat de mensen in hun bedrijf kunnen werken zonder een neurose op te lo pen en dus ook zonder de behoefte op te doen, in hun vrije tijd af te reage ren. Wij hebben als kabinet opnieuw advies aan de SER gevraagd over de democratisering van de onderneming. Sommigen zeggen dan: waar is dat nou voor nodig, we hebben toch net de wet op de ondernemingsraden ge wijzigd? Maar dan zeg ik: ja, dat is in deze nieuwe situatie juist buitenge woon urgent'. Een tweede kritische noot die de mi nister-president bij Goudzwaards be schouwing maakt is dat de verklei ning van de inkomensverschillen er niet voldoende accent in zou krijgen. Den Uyl: 'Het komt voor in zijn be toog, maar slechts heel zijdelings, ter wijl een betere inkomensverdeling echt een scharnier is, en wel hierom: je kunt een teruggang in groei van de consumptie niet aan mensen verkopen die amper aan de welvaart getipt heb ben, aan mensen die hebben gezien dat zovelen zoveel eerder en zoveel royaler aan die welvaart hebben deel genomen. Die mensen vormen zéker vijftig procent van de bevolking. Hoe zou je hun kunnen vertellen: jammer de kans is voorbij, vergeet je autootje maar. Het enige wat er kan worden bereikt is dat er minder uitbundig van de auto gebruik wordt gemaakt, dat we die grote sleeën van de weg krijgen. Ik weet wel dat we hief in Nederland niet een soort proeftuin kunnen inrichten, omdat de winden over de grenzen heenblazen met de benzinedistributie hebben we het ge merkt maar we kunnen een ont wenning van consumptie alleen be werkstelligen cp basis van een duide lijke, ingrijpende beperking van het luxe gebruik. En dat luxe gebruik zit ingebakken in de levensstijl van de upper ten, de bovenste tien procent van de samenleving. Dat heeft een cruciale betekenis die Goudzwaard te weinig tot uitdrukking heeft gebracht.' Maar de gewone man streeft natuur lijk nog wel naar de luxe van de 'up per ten'. Den Uyl: 'Ja, wat voor reden zouden de gewone mensen kunnen hebben om te zeggen: ik hoef geen hoger loon te hebben, ik heb geen auto nodig? Omdat wij hun dat vertellen? Als we dat zouden doen, dan zouden ze me teen zeggen: in wat voor auto rijd je zelf en waar is dat nou eigenlijk voor nodig? Goed, goed, maar dan zeggen confessi onelen graag dat zowel van hoog als laag de mentaliteit veranderd moet worden. Den Uyl: 'Dat woord gebruik ik niet graag, dat vind ik te belerend, het wekt de indruk dat je de mentaliteit van mensen kunt veranderen docr op hen in te praten en dat is helemaal niet waar. Mentaliteiten veranderen alleen wanneer de mensen zelf iets ontdekken door processen waarin zij zelf opgenomen zijn. Om het nog eens een keer over de autoloze zondag te hebben: daar moeten we niet simpel over denken, het was een ongemak dat gemakkelijker kon worden opge vangen door mensen die in een villa- tje buiten wonen dan door flatbewo ners van vier hoog. Maar voor hoeve- len is niet een wereld van stilte en rust opengegaan. Zulke ontdekkingen zijn ook te doen in de werksituatie van de mensen, in de inkomensverdeling. Om dat soort ontdekkingen mogelijk te maken proberen we een beter naar de maan, misschien het laatste en indrukwekkendste voorbeeld van een uitzinnig streven, zichzelf te wil len overtreffen in prestaties die uiter lijk waarneembaar zijn. Dat streven heeft het laatste kwart van de eeuw de hele westelijke cultuur dcorgolfd. Het had veel plezierige kanten, maar nu moeten we inspelen op een levens patroon waarin de prestatie minder maatgevend is, waarin we aanvaarden dat het werken niet alleen een maxi male produktie ten doel heeft maar ook de mensen in staat moet stellen, plezier te beleven. Dan zullen elemen ten komen bovendrijven van de statio naire samenleving, van een samenle ving dus die zich beperkt ten aanzien van externe, uiterlijk waarneembare groeifactoren, zoals de aantallen au to's en dergelijke. Dat zal in veel op zichten een nieuwe ervaring zijn, die grcot-stedelijk leefklimaat te schep pen. De uitzwerming van de bevol king over het land die we de laatste twintig jaar hebben meegemaakt is op zekere hoogte een luxe verschijnsel, die kan natuurlijk niet ongedaan wor den gemaakt. Maar in de oriënterings- nota ruimtelijke ordening de laat ste week van het oude jaar versche nen probeert het kabinet een nieu we beleidsaanpak te geven: bewuste integratie van woon- en werkgebie den, versterking van de woonfunctie van binnensteden, een grotere bebou wingsdichtheid van wooncentra, een kleinere, menselijkere schaal, meer intimiteit, minder woon-werkverkeer, minder mobiliteit en daarmee voor een klein stukje een ander leef- en cultuurpatroon. Kijk, hierin stem ik goeddeels over een met wat Goudzwaard heeft ge zegd: we komen uit een periode die zijn cultuur-ideaal vond in het stre ven naar meer en hoger, naar het snelheidsrecord,. De tijd van de reis overigens heel plezierige kanten kan hebben. Het zal veel tijd kosten voor dat daarvan iets zichtbaar is, ik hoop dat dit kabinet de tijd en ruimte wordt gelaten, om in die richting de eerste aanzetten te geven. Twijfelt hij daarover? Den Uyl: 'Nee, daar heb ik geen se rieuze twijfel over. Ik beschouw de politieke positie van dit kabinet als zeer sterk, dat is het de negen maan den van zijn bestaan geworden naar mijn mening. Maar we staan in veel opzichten nog aan het begin, de te genkrachten zijn nog groot. We moe ten eerst het station van de statenver kiezingen passeren en als daarna de storm rondom de energiecrisis een beetje luwt en je wilt dit soort be leidsvoornemens doorzetten, dan kun je je voorbereiden op heel wat verzet en misverstanden'. Goudzwaard heeft gezegd dat er voor de nationale aanvaarding van dat be leid een hele campagne nodig is, waaraan het kabinet leiding moet ge ven. Is hij het daarmee eens? Den Uyl: 'Ja, het kabinet moet daar aan leiding geven, door zijn daden, niet door preken'. Maar is het kabinet Den Uyl voor dat leidinggeven het goede kabinet? Den Uyl: 'Dat vind ik beslist wel. De verschillende politieke invalshoeken, waaruit het kabinet is voortgekomen, vormen in sommige opzichten onge twijfeld een handicap. Maar aan de andere kant denk ik dat een volledig coalitiekabinet van de vijf deelnemen de partijen meer bezwaren en span ningen zouden oproepen dan wat we nu hebben. In de huidige situatie hangt veel af van de herkenbaarheid van het beleid. Hoe meer coalitiekabi net, hoe meer een kabinet van alles en nog wat, des te minder herkenbaar het zou zijn. Een Kamerbreed tapijt, dat zou naar mijn mening in deze si tuatie niet kunnen functioneren. Dat is gelukkig ook de opvatting van Aan- tjes en Andriessen'. Intussen heeft Aantjes het afgelopen najaar bij de algemene beschouwin gen gezegd dat een regering moet apelleren aan het verantwoordelijk heidsgevoel van alle samenlevingsver banden, dat het kabinet Den Uyl ter zake twijfels wekt, dat het niet de in druk mag geven, representant te zijn van een deelbelang en dat tenslot te het de sterksten in de samenle ving niet de indruk mag geven dat hun iets wordt ontwrongen wanneer zij de zwaarste lasten krijgen opge legd. Den Uyl: 'Ja, daar zit, met alle res pect, toch iets in van wat ik het mid den-denken zou willen noemen. We moeten een beroep doen op de verant woordelijkheid van allen akkoord, als maar goed wordt gezien dat die verantwoordelijkheid moet worden onderscheiden. Wie weinig of niets heeft, heeft wat de materiële zaken betreft, weinig te verantwoorden. Als het gaat om materiële beperkingen zou ik niet weten wat ik zou moeten vragen van mensen die van het mini mumloon moeten leven, of alleen van de AOW-uitkering of van de Bijstand. In elk geval breng ik het niet op, van hen iets te vragen. Een beroep op de medewerking en verantwoordelijkheid van allen komt daarom vaak wat vals over, omdat het onderscheid van ver antwoordelijkheden niet wordt ge maakt. We moeten verder oppassen, niet een representant van deelbelangen te wor den. Ook akkoord, volkomen juist. Maar waar conflicten van belangen zijn, daar moet het kabinet zorgen dat het aan de goede kant staat. Het is niet zo dat alle belangen even zwaar wegen voor dit kabinet. Het moet oog hebben voor alle belangen, maar som mige moet het zwaarder laten wegen dan andere omdat zij meer gemoti veerd en gefundeerd zijn. De derde opmerking van mr. Aantjes: als we op de sterkste schouders de zwaarste lasten leggen, mogen we dat niet met wellust doen mag ik het zo vertalen? We mogen niet tegemoet komen aan al dan niet aanwezige ge voelens van nijd of afgunst. Alweer: akkoord, op zichzelf helemaal juist. Afgunst is niet iets waarvan ik vind dat het gestimuleerd zou moeten wor den. Maar wanneer iemand die iets over heeft, daarvan iets overdraagt aan iemand die te weinig heeft, dan mag dat worden gepresenteerd als recht vaardig en zo moet het ook worden ervaren. Het kabinet moet ervoor oppassen, dat het overkomt als een allemans- vrind. Ik denk nu juist dat de kritiek die het kabinet in januari over zich heeft heengekregen o.a. van Aan tjes die zei dat het kabinetsbeleid spo ren van wisselvalligheid zou vertonen te verklaren is uit het feit dat het kabinet oog heeft gehad voor de be langen van teveel groepen. Als er reële tegenstellingen van belangen zijn, dan zullen wij daartussen moe ten kiezen.' larden (2) Bijstand een enkel woord over de onder- van onze mensen die genoopt in een veilige schutse te vinden n rusthuis om in de laatste etap- in hun levensweg zich geborgen opgeborgen) te weten. Een rust- loet niet op een tuchthuis lij- Een harmonische samenleving zichtbaar worden in ^en toege- verzorging van de bewoners, s het goed. Na ruim 5 jaar ver in het bejaardencentrum iderzand kan ik naar waarheid gen: het is hier goed. Eén ge- enis. De directrice is weken ziek ;st. Bij haar terugkomst werd zij end en met daverend applaus be- Dat zegt genoeg! F. Bruyn en defensie s weer wordt er door de E.O. ge- ererd dat er een verlating is van Woord en zijn geboden. In de ding van 'Nader Bekeken' heb verbaasd dat juist deze omroep odig vindt dat het militaire ap- t moet worden versterkt tot ver ing van de vijanden. Hier wordt v d gepredikt tot bescherming van Christendom. Er staan echter in [Woord heel andere wetten na- liefde voor onze vijanden en die ons vervolgen. Bekering I afleggen van de oude mens en a nieuw Godzalig wandelen. Ik J dat dr. Martin Luther King dit (begrepen heeft dan de E.O. A. van Esch Dat de WD de toekomstige uitkerin gen van de bijstand naar beneden wil hebben is te verklaren, maar dat ook de ARP zich voor dit karretje laat spannen is onbegrijpelijk. Het motief van de prikkel tot werken zou juist zijn als we gebrek aan werkers had den, maar nu er plm. 150.000 werklo zen zijn kan die prikkel betekenen, een ander zijn baantje afpakken. Emmen H. Weggen Nederland Muziek Theo Olof de gangmaker achter de stichting 'Nederland muziek' kan meer dan tevreden zijn met het ge weldige succes van de muziek prome nade in de muziektempel van Rotter dam 'De Doelen'. Dat er grote behoef te bestaat aan meer goede muziek via de radio blijkt wel uit de meer dan 120.000 sympathiebetuigingen, welke een verlangen uitspreken naar meer klassieke muziek. In het bijzonder zijn het ook de tienduizenden thuis zittende of liggende mensen verpleeg den en bejaarden, die noodgedwongen een eigen verzameling grammofoon platen moesten aanschaffen om nog wat van mooie muziek te kunnen ge nieten. Daarvoor hebben zij al jaren lang hun luisterbijdrage en contribu tie aan onroepverenigingen geofferd, en krijgen daarvoor een programma voorgeschoteld afgestemd op de lief hebbers van beat- en popcultuur. Voor het behoud van Veronica en nog andere piratenzenders zoals Noordzee en Caroline vecht heel behaard en gebaard Nederland en Ned. Ill vult De redactie behoudt zich het recht voor haar ter opname in deze rubriek toegezonden meningsuitingen verkort weer te geven. Bij publikatie wordt met de naam van de inzender onder tekend. Brieven kunnen worden ge stuurd aan het secretariaat hoofdre dactie Trouw/Kwartet, postbus 859. Amsterdam. deze prachtprogramma's nog aan, ge holpen door Ned. I en II die menen hier ook nog kostbare zendtijd aan te moeten wijden. Berkel J.Seldenthuis Guinee-Bissau Tot nu toe hebben 77 landen de nieu we staat Guineé-Bissau erkend. Dp Nederlandse rpgering weigert echter tot erkenning over te gaan. Waarom, ofschoon ze toch steeds beweert tegen het Portugese kolonialisme te zijn9 Dit komt omdat de sociaal-democrati sche regering-Den Uyl met handen en voeten is gebonden aan grote interna tionale kapitaalsbelangen en militaire machten Deze machten hebben via het onder-ontwikkelde Portugal een ster ke greep op het grondstoffenrijke zuiden van Afrika (Angola, Mozambi que). De erkenning van Guineé-Bissau zou indruisen tegen de belangen van het kapitaal. Nijmegen namens de werkgroep Zuidelijk Afri ka Nijmegen Piet Buytels Korps mariniers (6) Het commentaar 'discipline I' in Tr.- Kw. van 9.2.74 op de door de defensie commissie van de PvdA en de VVDM geuite beschuldigingen aan het adres van het korps mariniers in naar mijn mening zeer voorbarig. Het moet nog bewezen worden of de beschuldigin gen waar zijn. Uw stuk wekt de in druk van wel en gaat er voorts van uit dat de hele sfeer bij de mariniers niet deugt. Zelf heb ik zes jaar als vrijwilliger! bij het korps mariniers gediend op verschillende plaatsen in de hele wereld. Toestanden als door de PvdA en de WDM geschetst heb ik nog nooit meegemaakt en lijken mij ook onbestaanbaar. De opleiding tot marinier is hard en zwaar en ge zien de taak van de marinier noodza kelijk. Ik ben er nog steeds trots op bij dit keurkorps te hebben gediend, en met mij duizend oud-mariniers. Damwoudc D. van der Til Korps mariniers (7) De vraag kan mijns inziens terecht gesteld worden, hoeveel het bewust zijn van de lieer H. J. Smit uit Doornspijk tijdens zijn opleiding bij de mariniers vernauwd is. Mensen met prikkeldraad vastbinden, op mo torkappen binden, half bewusteloos slaan, valt in mijn ogen onder het hoofdstuk Martelingen. Dergelijk j sterke verhalen bevestigen mij slechts de verdorven en minderwaardige men taliteit bij dit legeronderdeel. Utrecht Bert Aanstoot Korps mariniers (8) Lezing van het schrijven van de heer H. J. Smit uit Doornspijk brengt mij tot de conclusie, dat schrijver al een eind op weg is in een proces van een psychische ziekte toestand. Heeft hij weieens van 'kadavergehoorzaamheid' gehoord? Hij verwart discipline met onmenselijkheid. Een primitieve en gevaarlijke mentaliteit! Schiedam T. Groenenberg Vakbondsbestuurders Met instemming las ik in ons blad van 13 febr. het ingezonden stuk van de heer Bade, getiteld 'Vrije beroe pen'. Ook ik erger mij voortdurend over de hetze tegen de beoefenaren - der vrije beroepen en dan met name NOS 6fl CRM wat betreft de huisartsen. Maar dan gaat de heer Bade verder: 'Wat weten we eigenlijk van de inkomenspositie van vakbondsbestuurders, van hun ne venfuncties, hun pensioenrechten, hun commissariaten?' Nu, daar kan ik wel iets over vertellen, want ik ben 30 jaar vakbondsbestuurder geweest en thans gepensioneerd. Vakvereni gingsbestuurders werken ook vaak 80 uur per week op ongeregelde tijden. Nevenfuncties hebben ze genoeg (ik had er 45), de meeste onbetaald. Com missariaten komen practisch niet voor ('tzijn geen zakenmensen), wel be stuursfuncties in productschappen, be- drijfsschappen, bedrijfsverenigingen e.d., waaraan vacantiegeld verbonden is. Alle bijverdiensten (dus incl. do vergoeding voor verblijf etc.) moeten onverkort in de bondskas gestort wor den. Het gebeurt wel, dat een vak bondsbestuurder zodanige bij vak bondswerk behorende banen heeft dat hij meer terugstort dan zijn ond hem aan salaris betaalt En de salaris sen? Men kan deze ongeveer stellen op één derde van wat een vergelijkba re functionaris in een overheidsfunc tie verdient Ten slotte: welvaartsvast pensioen is in het particulier bedrijf onbestaanbaar, al wordt er wel eens iets gedaan als alles duurder wordt. Toch heb ik er geen spijt van dat mijn leven zo geleid is dat ik vak bondsbestuurder ben geweest Het is er net mee als met predikanten, pries ters, en huisartsen: men moet het als een roeping zien. Rotterdam mr. W. Brak Wat deden de twee artikelen over bo vengenoemde instellingen ons bijzen der goed in uw blad. Hoe dikwijls verzuchten we niet: NOS al weer die NOS en dan smijt je soms met zwaai je gids door de kamer. Onze omroeporganisaties hebben toch voort reffelijke acualiteitenrubrieken! Je blijft er gewoon voor thuis. Laat de NOS terwillde van de Nederlandse kijker teruggedrongen worden. Groningen Mevr. Wiegers Universiteit Welk één problematiek snijdt prof. Diepenhorst aan in Tr/Kw. 12-2-74. In grote lijnen ben ik het er wel mee eens, maar heb toch twee opmerkin gen: 1. het economisch niet kunnen handhaven van een industrieel-tech- nisch peil, behoeft geen culturele ver arming te betekenen. Prof. Diepen horst wekt daar de indruk de indus triële techniek te verabsoluteren zo dat slechts door middel déér van cul tuurontwikkeling plaats vindt Dit au tonomie geloof is echter ten zeerste af te raden (reformatorische wijsbegeer te). 2. de door hem als bezuinigings maatregel voorgestelde studieverkor ting is een ernstige aantasting van het niveau van wetenschappelijk on derwijs. Het wordt hiermee tot een vakopleiding. Echter niets dan lof heb ik voor zijn spitsvondige zinssnede: Het soms onprettige gedrag van op andermans zak stakende, hoog van de toren blazende academische leerlin gen. Ik zie ze dagelijks en erger me aan dat gedrag. Ik hoop met hem dat de buitenwacht hier geen verkeerde conclusie trekt. Amsterdam L. avn Bree, VU-student

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 15