Van die rapporten en nota's
geen vernieuwing te wachten
OUDEJAARSAVONDDIENST
l
Vraag
gesprek
met
dr. A. W.
Kist
door H. Biersteker
Beroeplngs-
werk
Trouw
K wartet
TROUW/KWARTET ZATERDAG :i0 DECEMBER 1972
K.ERK
Alweer in de werkkamer van
iemand die het ordelijk
opruimen van zijn boeken
heeft opgegeven, maar vol
houdt dat hij precies
weet waar alles ligt. Mijn
vragen zijn gericht tot
dr. Anne Willem Kist,
schrijver van het zo vaak op
kansels genoemde en aan
gehaalde proefschrift
'Antwoord aan de machten'.
Ik dacht dat het gesprek
loodzwaar zou worden van
ernst, maar het werd
juist nogal lichtvoetig. Mis
schien werd de stemming
meteen al bepaald toen we op
weg naar zijn werkkamer
ineens een verrassende door
kijk kregen tot in de kamer
van een Kist junior. De kamer
straalde dat specifieke
hippe uit. dat aan de vorige
eeuw herinnert. De veertien
jarige hond Tip lag als
poserend voor een hoffotograaf
op het bed en zag vanuit dat
schitterende décor weemoedig
naar ons op. Na dit genadige
moment gingen we gesterkt
de trap op om over de
kerk en de samenleving te
praten. Om dat gesprek te ver
levendigen was het van meet
af mijn opzet om mr. Kist
zijn 'bekeringsverhaal' te
ontfutselen.
En ik ben daarin geslaagd
ondanks aanvankelijke tegen
werpingen dat het er niet toe
deed, dat het eigenlijk
vreselijk profaan was, ja zelfs
dat het een 'potsierlijke'
geschiedenis was. Dat maakte
de nieuwsgierigheid die ik
namens mijn lezers
verondersteld word te hebben
alleen maar groter. Het ver
haal is als pièce-de-milieu
in het interview opgenomen.
Zijn hoop, zijn zorg, zijn
aanklacht en zijn schaterlach
krijgen er reliëf door.
Anne Willem Kist, geboren in
1915 in Teteringen, thans
arrondissementsrechter
te Arnhem, daarvóór directeur
van het vormingscentrum
Oud Poelgeest, dóórvoor
directeur van het instituut
Kerk en Wereld, maar begon
nen als advocaat en
procureur in Rotterdam.
Promoveerde op 8 september
vorig jaar in Leiden tot
doctor in de theologie op het
proefschrift 'Antwoord aan
de machten het vormings
werk voor volwassenen, socio-
theologisch bezien'.
Zijn promotors waren
dr. H. Berkhof
en prof. dr. P. Smits.
'We weten wel wat we gehad hebben.
De Griekse cultuur, de renaissance, de
technologische maatschappij. Maar
wat we krijgen weet geen mens. Daar
om kijken we met zoveel hevige
gemengde gevoelens naar wat de jon
geren doen. Maar we staan erbij te
kijken als een man naar de bevalling
van zijn vrouw, onhandig en onbehol
pen. Wij hebben er de laatste twintig
jaar met ziel en verstand naar zitten
kijken, maar bij hèn gaat het gebeu
ren, iets universeel anders. Daarom
zit er in die emotionaliteit van ons
ook een hoop jalousie: wij zijn de
onvruchtbaren. Maar uit die domme
boosheid waarmee we de jongeren
naar hun alternatief vragen kun je
ook afleiden dat we er naar snakken
om die nieuwe tijd te zien, en gauw!
Ook wij hunkeren naar die alternatie
ve wereld waarin dan zoals die jonge
ren claimen de mensen echt tot hun
bestemming kunnen komen. Wij we
ten heel goed dat het niet om een
schaakvariant gaat maar om iets heel
wezenlijk nieuws anders reageer
den we niet zo emotioneel'.
'Zet u er ook niet een vlucht in, in
die hele tegencultuur?'
'Een vlucht ja, uit de waarden waar
wij te gemakkelijk in geloven. Ze
kunnen niet naar Australië om hele
maal voor zichzelf te beginnen. Ze
zitten veel meer ingemetseld dan met
vroegere generaties het geval was,
maar wat ze in die toestand nog
künnen doen, doen ze dan ook. In
hun kleding, hun verzet tegen vaste
arbeid, hun eigen opvattingen van
solidariteit en sexualiteit. Want zij
geloven dat zoals wij het allemaal
gewend zijn de mens niet tot zijn
recht komt. Het zit echter niet alleen
bij bepaalde groepen. Er is ook een
duidelijk hippoïde kantoorjeugd, die
heel gereserveerd en waakzaam is om
niet ingekapseld te raken. Ik begrijp
de afkeer van de prestatiemaatschap
pij, en ook dat ze niets willen weten
van de rechtvaardiging van de mens
door zijn geregeld werk'.
'Tegelijk hoor je vaak dat volledige
werkgelegenheid toch geen haalbare
kaart meer is, dus zouden het pio
niers kunnen zijn'
'O ja. Ik ben zo benieuwd of God het
allemaal op tijd zal synchroniseren.
Zodat bijvoorbeeld de computer het
inhaalt en doet wat zij laten lo
pen
'Anderen zeggen dat er juist zo ver
schrikkelijk hard gezwoegd zal moe
ten worden om de derde wereld uit
het moeras te helpen halen enzo
voort
'Ja, in dat perspectief gezien is het
allemaal nogal raar. Maar vóór we
iets wezenlijks voor de Derde Wereld
kunnen doen, moet er eerst een ander
soort werk gedaan worden, het werk
van solidariteit op afstand. Met dat
soort werk zijn vele jongeren bezig.
Ik vind die driedeling van Dippel
altijd erg goed: werken als produktie
van goederen, werk aan gemeenschap
en werk als liturgie. Ik voor mij hoop
dat de jongeren die erin zitten niet
bezwijken voor de vérleiding om al
tijd in die tegencultuur te blijven. Ze
zullen op een gegeven moment mis
schien zien, dat juist hun werk van
gemeenschap waarmaken in die tegen
cultuur uitloopt op gewoon weer ar
beid met je hand en je hoofd voor
die grotere gemeenschap van mensen
en volken, en zo leren afstand doen van
aanvankelijke doelstellingen, terwille
van die anderen. Ja, natuurlijk in
nieuwe kaders na het doorstoten
van de huidige belemmerende kaders,
denk aah het mislukken van UNC
TAD III in Santiago, daarmee heeft
menselijkerwijs het Westen het oor
deel over zich al voltrokken. Alleen
een radicale omkeer in mentaliteit en
houding kan ons nog redden. Niet
voor niets experimenteren jongeren
met Zen en meditatie. Zij zijn ons.
cnristenen. vóór. Natuurlijk niet
alle meditatie is echte inkeer en over
gave. De ontmoeting met die contem-
Dlatieve levensstijl van het Oosten die
ze zoeken heeft zeker ook modieuze
trekken. Ik denk dat als je de hersens
zou doormeten van een mediterende
boeddhistische monnik dat je dan een
veel grotere energie zou meten dan
bij mij toen ik me gek zat te werken
op die dissertatie. En dat het apparaat
misschien helemaal niks zou aanwij
zen bij zo'n modieus mediterende
jongere van ons. Maar dat oordeel
fiale
mag u niet generaliseren. Ik heb
ze altijd verdedigd, maar ik kan
tegenvragen van de ouderen wel be
grijpen ik heb ze zelf ook. Hoe
zullen we op die manier voortbe
staan? Is het werkelijk toekomstschep-
pend wat ze over de vrijheid van het
individu denken? Ik vind het erg
benauwend. Die soort vrijheid, zegt
de filosoof Levinas. betekent altijd
onrecht voor anderen. Karl Barth z'n
definitie van vrijheid was: das Sein
des Kindes beim Vater. Dat vind ik
geweldig fijn uitgedrukt. We worden
vrijgemaakt voor samenzijn, een func
tioneel voor de ander zijn. Dat houdt
het vechten voor sociale en politieke
vrijheid voor anderen in. Individuele
menselijke autonomie kan niet dat
gaat tegen de bestemming van de
mens in.
U bent zoals dat heet 'van buitenker
kelijken huize'. Was het de schrik van
de oorlog of de ontmoeting met het
nationaal socialisme waardoor u de
bijbel opnieuw ontdekte?
O nee. het was heel wat anders. Ik
kon me helemaal vinden in een be
staan van hoogmoed. Ik was rechters-
zoontje en studeerde rechten. Wij
leefden er op los zonder enig ethisch
bezwaar. Wij waren een onaantastbare
ziekenhuis een prekenbundel van
mijn bet-overgrootvader. Ik was toen
zo volstrekt open en ontvankelijk dat
wanneer die man insectoloog was ge
weest ik waarschijnlijk als een waan
zinnige insectologie was gaan doen.
Maar hij was dominee, een ongelofe
lijk fijne man, hoorde ik later, die
twee keer een hoogleraarschap aan
zich liet voorbijgaan omdat hij bij
zijn gemeente in Dordrecht wou blij
ven. Hij behoorde tot de voorlopers
van de ethische richting. Dèt is hem.
(wijst naar een vierkant portretje met
het silhouet van een man met een
pruik en een vierregelig lofgedichtje
van een tijdgenoot eronder). Ik ben
in 'zijn laatste leerredenen geweldig
intensief gaan lezen. Ze verenigden de
vergeving en de verwachting. Door
hem geleid (wijst weer naar het por
tretje) ben ik binnengegaan in die
wereld van het woord Gods. En dat
was wel zó iets volstrekt anders dan
de wereld van de geheimen van mijn
professie, dat je zei: godallemachtig!
Achteraf zie je daarin de leiding van
de Geest, dat er op zo'n manier een
wak gehakt werd in het dikke ijs van
je afkeer. Via een ontbrekende vader
naar die genealogie en dan je bet
overgrootvader als getuige krijgen. In
het ziekenhuis al begon ik met die
discipline van elke dag het v/oord
élite, de jonge mandarijnen van mor
gen. Niet lui hoor. of ten koste van
anderen leven, we waren helemaal
gericht op ons doel. geweldig actief.
Maar meer zoals Kruyff als ie een
doelpunt moet maken, dat doet ie ook
niet uit verantwoordelijkheid voor
Ajax. We hebben alles uit het leven
gehaald wat erin zat. En daar wordt
een mens van afgebroken en dan gaat
ie dood. Ik ook bijna. Tot twee
keer toe. De ontmoeting met het
nationaal-socialisme? Ja, we hebben
ons eruit laten gooien op vergaderin
gen met Mussert. Maar dat was de
pure sport om dat stelletje dat had
niets te maken met enig inzicht in de
werkelijkheid van het nazidom. En de
werkloosheid om ons heen ik was
heel aardig voor werklozen, ik gaf er
wel eens een een tientje. Maar dat
was helemaal het filantropisch gebaar
van de barones van vroeger. Die werk
loosheid onderging je als een regen
bui. Toen ik in het ziekenhuis weer
om me heen begon te kijken toen was
er eerst het wonder van verder te
kunnen leven en het wonder van de
zorg van die verpleegsters. Vanuit
mijn leven kon ik niet begrijpen waar
zoiets vandaan kwam. Maar dat was
het nog niet waardoor ik bekeerd
ben, of gekeerd ben. dus met mijn
gezicht naar Jezus kwam te staan. Dat
gebeurde zoals ik zei op een wat
potsierlijke manier, via een hobby
van me. Ik heb al jong, zes jaar oud,
mijn vader verloren, die was rechter
in Den Haag. Ik had nooit een man
nelijke Kist van de oudere generatie
gezien, daarom begrijp ik zo goed wat
ze in Duitsland schreven over de
Vaterlose Gesellschaft. Daaruit is ook
te verklaren dat ik aan genealogie
was gaan doen. Van mijn veertiende
jaar af was ik al van alles gaan
verzamelen over mijn voorouders. En
toen bracht een tante me in het
Gods lezen en dat doe ik tot nu toe.
Doordat je het aldoor doet zie je ook:
je pakt het nooit. Aldoor wenkt en
wijkt het weer als een spottende fee.
Je wordt er vertrouwd mee dat het je
ontwijkt en altijd dieper is dan je
dacht. Ik ben in de NCSV-kampen
gaan meedraaien iets wat ik daar
voor een belachelijk idee vond. We
zaten in die tijd met een groep vrien
den in de nachtkroeg bij de jenever
de bijbel te lezen. Ik ging toespraken
houden en preken voor jongeren.
(Vertelt van zijn entree in 'n midden-'
orthodoxe hervormde gemeente in
Delfshaven, zijn werk in de commissie
'Kerk en samenleving' met Banning,
Berkhof, Patijn en freule Van Asch
van Wijck, zijn werk in de landelijke
werkgroep 'Kerkdiensten voor ieder
een' samen met Eykman. Aan het
eind van de oorlog kwam hij voor een
tweesprong te staan: er was vagelijk
iets bekend van een voornemen om
een apostolair instituut van de her
vormde kerk te beginnen waarvoor
het oog op Banning en hem was
gevallen, maar er kwam ook een ver
zoek van een belangrijk advocaten
kantoor om daar partner te worden).
'Het was natuurlijx een idioot idee
om als niet-theoloog op inhoudelijk
gebied iets in een kerk te willen
doen. Wat, wist ik niet eens zeker,
want Kerk en Wereld moest nog ko
men. Terwijl je wist dat je kostje
gekocht zou zijn, en meer dan dat, als
je op dat aanbod om partner te
worden was ingegaan. Ik heb het
probleem nog aan Idenburg voorge
legd cn die heeft me gewaarschuwd
tegen het in dienst treden van de
kerk. Dat kon wel eens heel teleur
stellend worden, zei hij'.
'Heeft Idenburg gelijk gehad? U bent
nu weer rechter, net als uw vader'
'Soms denk ik het wel eens. Heb ik
sociaal en financieel, mijn vrouw en
kinderen niet teveel tekort gedaan?
En dan zijn er de wat ongelukkige
dingen die de kerk je aandoet, en
waar je niet eens wijzer van wordt
zoals van andere tegenslagen. Prof.
Smits vroeg me naar aanleiding van
een van mijn stellingen bij mijn pro
motie: Kan ik uit de wijze waarop u
over de kerk spreekt afleiden dat u
die kerk zélf als een geperverteerde
macht ziet? Ik heb hem geantwoord
dat ik inderdaad op bepaalde punten
in de gemeente, bijvoorbeeld in zijn
profetische en apostolaire functie
een totale verlamming zie, of een
weigering om het eigenlijke werk in
en voor de wereld aan te vatten, dat
ik dus geneigd zou zijn te zeggen: er
is geen gemeente meer, maar dat ik
anderzijds telkens weer kan meema
ken dat er nog echt diakonaat is. echt
liefdewerk en authentieke prediking.
Dus al heeft de kerk zich zwaar
geamputeerd, deserteert zij uit de we
reld, ik wil erbij horen.
Is dat toch niet een beetje een kater,
na al het élan waarmee de hervormde
kerk na 1945 nieuwe werkterreinen
betrad?
'Ik verklaar wat we toen deden altijd
in termen van de puberteit: je leeft
in een roes maar met een eenzijdige
dynamiek. We zijn helemaal opgegaan
in die noodzakelijke reconstructie en
we hebben ons met een ware harts
tocht op de gestaltevorming van de
samenleving geworpen. Maar het bleef
toch teveel werken aan de buitenkant.
Ik geloof achteraf dat wij toen op een
psychologische manier geseculariseerd
zijn. Onbewust verheugde je je in het
maaksel van je handen'.
'Dat kan ik me ook voorstellen. Ik
herinner me het enthousiasme waar
mee de wika's die op Kerk en Wereld
waren opgeleid zich op herverkave
lingsproblemen en vakbondsvraagstuk
ken wierpen'
'Ja, wat Richard Scaull noemtbe
zig zijn waar God bezig ist>> in de
maatschappij'.
'U zei secularisatie. Die werd heel
positief -ervaren'.
'Ja. maar secularisatie in de werkelijk
goede zin zou natuurlijk geweest zijn
dat we de afgoden hadden afgeschaft,
zodat alleen de Messias koning zou
kunnen zijn. En dat is niet gebeurd.
We en daar bedoel ik heel ons
volk zijn teveel waarde gaan hech
ten aan wat we deden op zichzelf. En
we hebben ons te gemakkelijk afge
stemd op de buitenkant zonder bewust
het verband van buiten- en binnenkant
vast te houden, terwijl we toch uit de
bijbel en uit de menswetenschappen
konden weten wat er allemaal speelt
bij de mens. Onze persoonlijkheid
bestaat uit lagen, die een verschillen
de mate van intensiteit hebben. Ik
lijk op dit ogenblik Kist te zijn, maar
wat u hoort is alleen de tweede octaaf
van boven. Doordat we steeds meer
verschillende rollen moeten spelen
wordt het ook voor ons zélf moeilij
ker te zeggen wie de echte Kist en de
echte Biersteker is. De diepere lagen
van onze persoonlijkheid worden afge
schermd en spelen niet meer mee in
ons werk naar buiten. Zo hebben we
ons sociaal ook gefixeerd op de buit-
tenste lagen van het maatschappelijk
proces. En dat moest ook. Ook de
nadruk op het sociaal-ethisch denken
was volledig excusabel en wenselijk.
Op dit gebied zijn de verkorstingen zó
dik dat er nog een evolutie, van een
paar honderd jaar nodig lijkt te zijn.
Maar door die concentratie daarop
krijg je natuurlijk wel bepaalde ver
groeiingen. We hebben alle records
gewichtheffen verbeterd en daar gaan
we nog steeds mee door. Maar dat
zijn eenzijdige prestaties. Een gewiebt-
heffer kan een geweldige spierkracht
ontwikkelen, maar hardlopen kari-ie
niet meer'.
'Is dan ook die polarisatie niet heel
goed te verklaren?'
'Ons intelligentie-quotiënt is niet al
te hoog, ons sociale I.Q. is zelfs
bijzonder laag, lager dan bij de apen.
Dat wekt bij ingewikkelde problemen
polarisatie: we komen tegenover el
kaar te staan en blazen onszelf op.
Polarisatie in politieke zin is niet zo
erg. De politiek is óók een spel.
Polarisatie in de kerk vind ik veel
erger omdat zij daar rechtstreeks de
gang van het rijk Gods naar de we
reld blokkeert. De gemeente van
Christus wordt nu eenmaal met een
lichaam vergeleken en dat is de mooi
ste vergelijking die er is. De linker
hand en de rechtervoet horen bij
elkaar. Er moet een heel lichaam
gaan werken om het allemaal voor de
wereld waar te maken. Maar met
polarisatie pomp je geen bloedsom
loop rond en daar richt ook geen
lichaam zich door op om te gaan
lopen. Om te begrijpen wat er met
dat beeld van het lichaam bedoeld is,
zouden we met de toewijding van een
tweedejaars in de medicijnen de ste
thoscoop moeten nemen en go ed moe
ten luisteren, in de maatschappij, in
de kerk: hoor je het Woord Gods? En
nou hoor je bij de Gereformeerde
Bond het pulseren van de hartslag
van het lichaam. Maar bij die maat-
schappijbewuste theologen, bij die
priesters die ergens in de slums mod
deren, daar hoor je de voetstap van
de Messias.
'Toch groeien ze verder uit elkaar'.
'Het is onzinnig om je voet een
tegenvoeter te noemen, daar blijf ik
bij. Maar de manier waarop het tege-
moetgetreden wordt door de leiding
van de kerk blijft mij verbazen. Dacht
je nou echt dat je dat dynamische
proces van lichaam-worden, die kiem-
vorm van het rijk Gods in de wereld,
dat je dét op gang kon brengen door
die verbale drukte van rapporten,
handreikingen, nota's en wat dies
meer zij? Moeten u en ik déSrvan
veranderen? Wordt daarmee de ge
meente bev/ogen tot een nieuwe ge
hoorzaamheid en tot het brengen van
offers? Hoe kan een synode het toch
in zulk gebrekkig eenrichtingsverkeer
blijven zoeken!'
(Hier wordt duidelijk wat dr. Kist
bedoelde met stelling 7 van zijn
proefschrift: 'Menselijkerwijs gespro
ken heeft de hervormde kerk haar
toekomstig bestaan op het spel gezet
door in haar heleid sinds 1950 het
vormingswerk niet als authentieke ge
stalte van de gemeente te erkennen
en daaraan geen voorrang te verle
nen'.)
'In dat proefschrift heb ik ook een
rapport uitgewerkt, dat ik destijds op
aandrang van de betrokkenen in het
vormingswerk aan de synode had ge
schreven. Er moet in de kerk een
nieuwe wijze van geestelijke omgang
met elkaar en met zichzelf komen. In
het echte vormingswerk, bijbels geo
riënteerd. is de mogelijkheid gegeven
om contact tussen de binnenste lagen
van de mensen onderling te krijgen
zodat ze samen tot een andere visie
komen. Daar is de omgang niet alleen
verbaal meer, maar kan zij existen
tieel worden. Ik verabsoluteer dat
vormingswerk niet. dat denken ze dan
meteen, maar ik bied het de kerk aan
als een technische mogelijkheid die
benut zou moeten worden. Voor crea
tieve vernieuwing zie ik bij de huidi
ge eenzijdige bewerking van de ge
meente geen mogelijkheden. Het is
alsof je bij een huwelijk de man naar
Appingedam stuurt en de vrouw naar
Oirschot en dan gaat uitzien of er
kinderen geboren worden. Dit is on
zinnig. Ik wil dat vormingswerk naar
de plaatselijke kerken halen. En daar
zijn vakmensen voor nodig, agogen,
want de traditionele rolverwachting
die men van de predikant heeft maakt
hem daar ongeschikt voor. Dat heb ik
altijd volgehouden, maar de nood is
nu zó groot en de financiële middelen
voor een nieuwe opleiding zijn zo
gering dat ik me onlangs voor het
eerst op een vergadering met predi
kanten op het Gereformeerd Evangeli
satiecentrum in Baarn heb laten ont
vallen: gaat u het zélf maar doen
(Het gereformeerd centrum voor evan
gelisatie en gemeentetoerusting in
Baarn is gretig bezig het proefschrift
van dr.JCist tot een handzaam excerpt
te verwerken. Het kreeg van de au
teur al een pluim voor het eerste
ontwerp). Toen we de trap afdaalden
was de kamer van zoonlief helaas
gesloten. Mr. Kist is een man die de
preekstoel telkens weer opgaat met
het hopeloze gevoel dat hij een ver
haal van twee uur in een half uur
moet persen. Dat bepaalt ook in ster
ke mate zijn manier van spreken.
Daardoor krijgt het 'understatement'
iveinig kans bij hem, ook al heeft hij
er aanleg voor. Dat bleek me uit een
opmerking over de democratisering:
'vroeger was wielrennen de uitsluiten
de bezigheid van enkele adellijke fa
milies. Als ik nu naar die rondes kijk
krijg ik de indruk dat dit niet meer
zo sterk het geval isgelukkig
maar'.
door A. J. Klei
Hoe gaat het met de
oudejaarsavonddienst? Dank u, hij
kan er misschien weer een beetje
bovenop krabbelen. Tja, zijn
glorietijd heeft hij gehad. Het langst
bloeide hij nog in ongerepte
streekromans met een liberale boer
erin. die maai eens per jaar naar de
kerk ging. dat was dan op
oudejaarsavond, en die nou net die
éne keer waarover het boek vertelt,
getroffen werd, door de preek.
Tranen biggelden langs zijn harde,
trotse kop.hij zou morgenochtend
subiet naar die eenvoudige
daggelderswoning gaan cn zeggen
dat Hendrik de volgende week weer
beginnen kon. En aan een helderse
vrieshemel twinkelden duizenden
sterren.
Dat was mooi werk! Maar we gingen
bedenken dat zo'n
oudejaarsavondbeurt eigenlijk maar
een romantische miskleun was, een
insluipsel uit een vervalperiode, een
kwalijk soort stemmingmakerij. Er
waren dominees die ons dat
allemaal heel precies uitlegden.
Eerst ging je nog argeloos de 31ste
december bij zo'n man ter kerke,
maar dan kon je naar je hoofd
geslingerd krijgen dat je niet moest
denken dat op deze avond, die niets
maar dan ook niets verschilt van
welke andere avond ook, gemeente,
dat je niet moest denken dat je
nou opeens de zaken glad kon
strijken met een traan in het oog en
een oliebol achter de kiezen. Met op
oudejaarsavond naar de kerk te gaan
deed je eigenlijk niks anders dan
toegeven aan het op stemming en
sfeer beluste vlees.
Nou. dat wist je dan weer.
Resultaat: de mensen bleven weg op
oudejaarsavond en onze rechtlijnige
zieleherders stonden ietwat
beteuterd tegen een half bezette
kerk aan te kijken. Eerst
probeerden ze er nog wat van te
maken; zo had hun prediking, die
niet naar de mens was, toch maar
mooi een brok nergens toe leidend
sentiment aan de kant kunnen
schuiven. En ze hielden dapper de
strakke lijn vast. en of de organist
alsjeblieft de boel niet wou
bederven door met bibbergeluiden
Uren, dagen, maanden, jaren weg te
geven na de preek.
Maar daar ging tenslotte de
aardigheid toch van af. Je kon het
dan wel allemaal binnen de
aangeharkte paden houden, als er
geen sterveling komt om het mee te
maken, schiet je er natuurlijk niet
veel mee op. Daarom is nu hei
moment om een oproep te doen:
méük dan weer eens wat van de
oudejaarsavonddienst' Geef weer
eens Wat de toekomst brengen moge
op (ook al zitten we een beetje met
die gesloten ogen uit het laatste
couplet in onze maag), gooi d'r eens
een pakkende anecdote uit de
pastorale praktijk tegenaan. Snelt
dan jaren, snelt vrij henen met uw
blijdschap en verdriet.en mogen
we dan ééns in het jaar onze eigen
plezierigheden en
verdrietelijkheden rustig op een rij
leggen, zonder meteen
met de neus op de noden
der wereld gedrukt te worden, dat
komt gauw genoeg weer.
Het hoeft geen sentimentele
bedoening te worden, niet graag,
maar ik vind het zo gek dat
dominees die zo compleet mogelijk
van deze tijd willen zijn en deswege
alle poriën open hebben van begrip
Met dit plaatje wenst 'Via-Via', Am
sterdams interkerkelijk studenten
bulletin, ons een gezegend 1973.
voor hippe sfeertjes, opeens een
preuts gezicht trekken als een in
colbert gehuld gemeentelid te
kennen geeft dat wat hem betreft de
oudejaarsavondbeurt wel wat meer
sfeer zou kunnen hebben.
Nu moet ik even kwijt dat ik deze
preutsheid liever heb dan dat de
deur wijd open gaat voor allerlei
luidruchtige opwekkingsachtige
toestanden, waaraan alle stijl (om
van sfeer maar niet te spreken)
ontbreekt. Ik zou zeggen, grabbel
eens in de nummers 292 tot en met
300. van de gezangenbundel uit 1938,
laat de preek een tikje gerieflijk
mogen zijn.nu ja, we snappen
elkaar wel.
Ik voor mij ga op oudejaarsavond
graag naar de Westerkerk in
Amsterdam. Daar krijg je sowieso
een gevoel van verbondenheid met
het voorgeslacht uit gezang 293,
want hier ligt Rembrandt begraven,
hier wordt herinnerd aan Bilderdijk
die vlakbij geboren werd, en dan is
er aan een pilaar ook nog een
gedenksteen voor een of andere
remonstrantse jongen van jaren her.
Dominee H. A. Visser preekt
gevoelig, maar onsentimenteel. Hij
laat vaak een hobo aanrukken en
het klagend en tegelijk wékkend
geluid -geeft je weemoed en fleur
inéén. Na afloop wandel je langs de
grachten naar huis en dit alles
bij elkaar hèlpt, geloof me.
P.S. Ik zie nu juist onder de rubriek
kerkdiensten in 'Hervormd
Amsterdam' dat er morgenavond géén
dienst is in de Westerkerk
Zo zie je maar dat je de kous op de
kop krijgt, als je aan de uiterlijke
tekenen blijft hangen!
Het is vandaag zaterdag en tegeli rkverl
laatste zaterdag van een stervend rniing
Op zaterdag (en maandag) ware ^aJe
dit jaar gewend om samen na kele
verhalen van Genesis te luistere! w
hebben vandaag een reden om
niet van af te wijken. Een redi kCQr
we u zullen meedelen. AbrahanISScl
vijf en zeventig jaar toen God 1EVEx
nep en hem een groot nage i 19.":
beloofde, hij is nu honderd jaar U-820:
De beloofde wordt geboren. Aai (r
twijfels en wanhoop is nu een o: sl
'God bezocht Sara, zoals Hij g 26, 47
had'. Eenvoudiger kan het niet g 'e"£0ge
worden. Had iemand anders 1, 10,3
wacht? 'Hij deed aan Sara', het 'ar*
goed tot ons doordringen, 'zoal n
gesproken had'. Nog eens: 'ter be 40 ki
der tijd, waarvan God gesproken °l
Tot driemaal toe valt de nadru j.ab'e
die ene vanzelfsprekendheid die «ïjauv
nl. dat God zijn woorden houdt100
goede remedie tegen alle melanc "°e-:
zo tegen het einde van dit ien
Groten der aarde kunnen belovei r«'acht
ze willen en terecht zeggen de ,'"a"
sen: ik moet het eerst nog zien. P™:
kunnen ze hun beloften niet !r 1
maken en soms willen ze het f Q J
niet. 'vest op prinsen geen vei
wen', maar dat weten we zo k 1
merhand wel. En als wij het r J101
weten dan weten zij het wel d
het slachtoffer van werden, maar 'tin°
houdt zijn woorden. Daar kunne '^cht
kat
van op aan. Ook en juist die woo
die gaan over geboorte en levei
toekomst. Met deze geboorte b
die keten die door de bijbel loopl '57'
kinderen die geboren worden
mensen voor wie geen hoop
was, van andere kinderen en mr5U-
die uit de dood weerkeren, maar m, Ql
maal gericht op die Ene, die Ulüei1
kwam als de grote vervulling pmie
waarmaking van Gods beloften '}auv
Wie al die beloften ja en amen s:en
Opnieuw lacht Sara, maar nu stfn
blijdschap. In de naam van het uks s.
zal dit andere lachen vastgelegd am
den: Izaak, God heeft gemaakt di ESOA
kan lachen. Mensen kunnen ons W
maken, met hun liefde en gent?* 21
heid, met hun trouw en meeleve:^00-
blij dat we het nooit meer verg(5 1-8'
God geeft de laatste, beslissende 1 ®S:
schap, opgewassen tegen alle don 1 UK
dagen, als een muur tegen alle te *30,-
wind. Zo. dat een mens, zelfs als 1 VI
hem herinnert aan het voorbij? 800,-
niet hoeft te vervallen in droefi 1 VD
Hij mag leven. Met de eeuwige
die zijn woorden van hoop en bel
nooit laat vallen. Een sterke wa
gen elke vloed. (Genesis 21).
0KTE
|ARLA
LKEM
an 1,
lansb
Ï;nth
ik. 1
NED. HERV. KERK
Bedankt: Voor Sprang: G. Broere if27.
Harde.
Afscheid: van Julianadorp: H.
.Doorn, wegens em; van Hantum Heniïsv
Denkers, wegens ben. studiesecret LP^
oec. vormingsc. te Bendorf (bij 130
blez).
Intrede: te Schingen: kand. M. S.
Kemp te Leiden; te Hedel op 1
Kand. W.J. op 't Hof te Vlaardingf 740' tc
Emeritaat verleend: aan E. van If®?®
ringen te RotterdamgOverschie.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te 's-Gravendeel: J. F. tILLE
te Scharendijke. "te*
Aangenomen: naar Amerongen; J. eietc
Ubels te Akkrum. die bedankte
Appelscha.
Benoemd: tot bijstand in het pjfim""!
raat te Barendrecht: A. van Es, w?.w
pred. te Dubbeldam.
Afscheid: van Delfzijl: M. Berg, 1 oud
tc Zwijndrecht; van Oudega-Idzega: ^G:
v.d. Kruk, ber. tc Weesp.
Emeritaat verleend aan A. J. van IJmde
te Sloten (Fr).
GEREF. KERKEN (VRIJG)
Intrede: te Appingedam en Oi jèi'
schild: kand. J. B. K. de Vries
Bunschoten.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Almelo: A. W. DrechJj>uym
ti Den Haag Z.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen: te Hellevoetsluis: J. Ba meu;
ens te Tricht.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAT
Benoemd: tot pred. buitengew. wel jtj
zaamh. bij het Menno Simonsz-huis
A'dam. (part-time): mej. M. C. Stut oegs
te IJmuiden. B'ase:
Ey.
el. i
RIJN
BIDE
lenni
snua:
LEIM1
USSE
Kassa
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
Drs. J. Tamminga.
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276-280,
Adam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69 73.60.768). Gem.giro
X 500.