JAAR BEGINT MET FISCALE 'REVOLUTIE'
Vr ij e vr ij dagm idd ag
vrij spoedig na '80
r
!S
ik niet meer kan lachen is het uitkijken geblazen - maar zover is 't nooit gekomen'
ién tarief voor alle belastingbetalers Aftrek van vaste bedragen
Belastingvrij spaarloon BTW hoger Wiebeltax verdwijnt
"Belasting over het inkomen volgens 'schijven'
h.W/KWARTET ZATERDAG 30 DECEMBER 1972
BINNENLAND
T25/K25
OERSMA'S CROOTSTE
ELEURSTELLING WAS
IE KABINETSCRISIS
or Klaas van der Veen
duizenden mensen zich gehaast en energiek door de feestelijk verlichte Haagse winkelstraten be
ren om de laatste kerstinkopen te doen, treffen we op liet al bijna uitgestorven departement van
iale zaken een vermoeide minister. Is het verbeelding of geeft de kamerbewaarder wérkelijk blijk
enige zorgelijke verbazing, omdat zijn werkgever kennelijk bereid is zó kort voor de dagen, die
n eindelijk wat rust moeten schenken, nog iemand te ontvangen zonder dat het landsbelang daar-
j>aantoonbaar gediend is?
léé
M
Jaap Boersma, de jonge ener-
bewindsman van sociale zaken
is vermoeid. Dat is duidelijk op
«icht te lezen. Zélf wuift hij het
['Een paar dagen rustig aan, dan
[et weer over*, zegt hij. Maar voor
|hem dit jaar een beetje van nabij
1 heeft is het bijna vanzelfspre-
(misschien wel nimmer tevo-
in de vaderlandse geschiedenis is
linister van sociale zaken in zo
tijd door zoveel spanningen en
Ingen omringd geweest. Nim-
na de tweede wereldoorlog was
iciaal-economisch jaar zó bewo-
En minister Boersma stond er
•nin. Hij zag het kabinet, waar-
nog maar ruim een jaar deel
:te, wankelen en vallen. Hij
|het sociaal-economisch akkoord
ihet bedrijfsleven, waarvoor hij
persoonlijk dag-aan-dag inspande,
ns aan een nieuw zijden draadje
en. Hij zag het hoofd van NW's
itische voorzitter drs. Harry ter
e vallen op de slachtbank van het
t spel der krachten en had er
'iet van, zoals allen, die zich mèt
maandenlange inspanning ge-
6tten om het zo fel begeerde ak-
d tóch op papier te krijgen (en
in slaagden
ingewijden weten hoezeer dat
lal akkoord de minister van soci-
ken ter harte ging. Velen schrij-
het op naam van zijn geduld en
volhardendheid. Velen ook zou-
hem daarom in het nieuwe kabi-
graag op deze post terugzien, om
unnen voltooien waaraan hij met
el succes een begin van gestalte
Maar nu de strijd gestreden is,
de eerste grote 'wage-leader* (de
r-cao) zonder noemenswaardige
ing in veilige haven geloodst is,
wij in de uren van terugblik
leven, wil drs. Boersma enkele
voor Kerst graag toegeven dat
ministersambt hoogst enerverend
Ieen stuk slijtage.
i heeft hij, hoe groot de moeilijk-
n vaak ook waren en hoe dikwijls
(ook de minister) het centraal
lord nauwelijks heeft zien zitten,
limmer één slapeloze nacht om
d of werd zijn eetlust (gek op de
lese keuken, verder geen bijzonde-
oorkeur) er door aangetast.
ik ben geen tobber, gelukkig
Overigens hebben problemen bij
inooit hun weerslag op slaap of
1st. Voor mij is er in eerste
•tie maar één goede graadmeter
dat is mijn lachpotentie. Als ik
meer kan lachen is het uitkijken
azen. Maar zover is het, ondanks
alles wat we in het afgelopen jaar
beleefd hebben, nooit gekomen'.
Erkent onmiddellijk dat er eigenlijk
wat meer gerelaxed zou moeten wor
den, wat meer aan sport of trimmen
gedaan (bij voorkeur wandelen en
fietsen), 'maar ach, er is gewoon geen
tijd voor en 'tzou wellicht ook niet
zo gemakkelijk meer gaan, want ei
genlijk rook ik teveel.' Wel, in elk
geval is er toch zo nu en dan de rust
van het gezin in Zeist, want alle drie
kinderen-Boersma zijn (behalve in de
ze dagen dan) de deur al uit: Ingrid
(21) studeert, Ruud (19) dient het
land als militair en Irene (16) ver
blijft in de inrichting Eemeroord te
Baarn.
Hoe zou de minister het afgelopen
jaar op zijn vakgebied willen
karakteriseren? Wat was voor hem
daarin de grootste teleurstelling en
waarover heeft hij zich het meest
verheugd?
Drs. Boersma: 'Een uiterst moeilijk
jaar met een onaanvaardbaar hoog
inflatie- en werkloosheidsniveau. De
grootste teleurstelling voor mij was
de kabinetscrisis: dat de ministers
ploeg door een in de bestaande con
stellatie onmisbare regeringspartner
in de steek werd gelaten, terwijl wij
bezig waren met het creëren van een
samenhangend en evenwichtig beleid
om de moeilijkheden het hoofd te
bieden, een beleid, dat naar onze
overtuiging in grote lijnen ook de
instemming en de medewerking van
het georganiseerde bedrijfsleven zou
moeten hebben.
Die teleurstelling richt zich vooral
ook hierop, dat door de kabinetscrisis
een aantal onderdelen van het beleid,
dat ik mij voorgenomen had in de
regeerperiode van vier jaar (uiteraard
binnen het raam van de mogelijkhe
den) op gang te brengen en geheel of
gedeeltelijk te voltooien, in de lucht
zijn komen te hangen, dan wel ver
traagd of niét meer aangepakt kunnen
Minister Boersma verwacht dat
vrij spoedig na 1989 in ons land
begonnen zal kunnen worden met
de invoering van een algemene
vrije vrijdagmiddag: de 4^4-daagse
werkweek dus. Hij verklaarde dit
in het (hierbij weergegeven)
vraaggesprek.
Volgens de bewindsman moet er
rekening mee worden gehouden
dat de structurele werkloosheid in
de komende jaren blijvend op een
gemiddeld hoger niveau zal staan
dan in de jaren vóór 1972 het
geval was. Hoewel de oude arbeids
ethos naar zijn mening geleidelijk
aan herziening toe is (werklozen
zullen steeds minder persoonlijk
op hun werkloos-zijn worden 'aan
gekeken') zullen de meeste ar
beidsfazen het zijns inziens toch
als een uiterst nare zaak blijven
ondervinden dat zij geen werk
kunnen krijgen. Daarom is het,
aldus minister Boersma, nodig te
blijven streven naar werkgelegen
heid voor ieder.
Belangrijke middelen daartoe acht
hij, naast de gebruikelijke maatre
gelen, onder meer ook de geleide
lijke verhoging van de leerplichti
ge leeftijd (voorshands tot 18 jaar
in 1980) en geleidelijke verdere
verkorting van de arbeidstijd, die
uiterlijk 1975 reeds tot 40 uur per
week teruggebracht zal zijn.
Daarna zal volgens de minister
gestreefd worden naar een geleide
lijke verkorting van de werkdag
tot zeven uur. Hieraan zal (mèt
verdere vakantieverlenging) zijns
inziens vrijwel zeker de voorkeur
worden gegeven boven een vrij
snelle invoering van een kortere
werkweek (al dan niet gepaard
gaande met tijdelijke werkdagver
lenging), vooral omdat steeds meer
mensen steeds meer tijd nodig
hebben om hun werk te bereiken,
waardoor de 'werkdag* toch al
wordt verlengd. Tussen 1980 en
1990 evenwel zal de tijd waar
schijnlijk rijp zijn om op de 4,/4-
daagse werkweek over te schake
len, aldus minister Boersma.
worden, althans niet door mij. Het
belangrijkste positieve feit van 1972
vind ik dat wij er in nauw overleg
met het bedrijfsleven ondanks een
lange reeks van moeilijkheden in ge
slaagd zijn het centraal akkoord tot
stand te brengen. Dat akkoord heeft
mij nooit als een einddoel voor ogen
gestaan, maar altijd als een - uiterst
belangrijk begin van een ontwikke
ling, waarin de regering in goed over
leg met de sociale partners in het
bedrijfsleven en met erkenning van
eikaars verantwoordelijkheden geza
menlijk de sociaal-economische pro
blemen te lijf gaat, ook op langere
termijn.'
Vraag: 'Welke zijn de belangrijkste
beleidsvoornemens, die u in de nu
afgebroken kabinetsperiode van vier
jaar had willen uitvoeren of waarmee
u in elk geval een begin had willen
maken en hoeveel tijd zou daarmee
gemoeid zijn geweest?'
Minister Boersma: 'We zouden de me
dezeggenschap van de grote massa der
werknemers in de ondernemingsstruc
tuur sterk hebben willen verbreden
en verdiepen. We zouden mits de
onmisbare medewerking van het be
drijfsleven blijvend zou zijn verkre
gen een concreet, samenhangend
inkomensbeleid van de grond hebben
gekregen (er is nu een begin mee
gemaakt en er zijn drie vier jaar
nodig om het te realiseren), we zou
den een duidelijk begin hebben ge
maakt met een aanzienlijke moderni
sering van de arbeidswetgeving en
met de noodzakelijke herziening van
de veillgheidswetgeving, we zouden
ook belangrijke stappen hebben ge
daan voor de ontwikkeling van een
uniform sociaal beleid in de EEG.
En verder zijn er natuurlijk de gelei
delijke structurele verhoging van de
aow tot het niveau van het netto
wettelijk minimuminkomen, de uit
breiding van de arbeidsongeschikt
heidsverzekering tot de zelfstandigen,
de wettelijke pensioenplicht en de
structurele herziening van het sociale
verzekeringsstelsel om te voorkomen
dat de lasten té zwaar worden. Vier
jaar is kort, maar in zo'n periode kan
toch heel veel gebeuren, trouwens, in
de regeerperiode van anderhalf jaar
die we achter de rug hebben, Is toch
het een en ander tot stand gekomen.'
Vraag: 'Bij de onderhandelingen over
het centraal akkoord is de regering in
het doen van concessies tot het uiter
ste gegaan. Meermalen is gezegd dat
het akkoord 'duur gekocht' is. Zoudt
u nog meer concessies hebben willen
doen indien de middelen ervoor aan
wezig waren geweest?'
De minister: 'In elk geval een gerin
gere verhoging van de indirecte belas
tingen en het achterwege laten of
verkleinen van een aantal tariefsver
hogingen, als het had gekund. Maar
ook zonder deze helaas onvervulde
Minister Boersma: ik sta niet te trappelen voor welke regeringscombi
natie dan ook
wensen is er in de bestaande omstan
digheden veel gedaan, waarvan met
name de vakbeweging kan zeggen
'goed geboerd' te hebben.'
In dit verband over Arie Groenevelt,
de voorzitter van de Industriebond-
NW, die het centraal akkoord aan
het zoveelste zijden draadje hing: 'Hij
heeft teveel haast. Veel dingen, die
hij wil, staan ook de vakbeweging als
geheel voor ogen en zijn ook mij niet
onsympathiek. Maar niet alles kan
tegelijk. Groenevelt heeft een ver
keerd tempo gekozen en ook zijn
opstelling ten aanzien van de weg, die
moet worden bewandeld, is voor mij
niet acceptabel.'
Vraag: 'Door NKV-voorzitter P. J. J.
Mertens en ook vanuit de Sociaal-
Economische Raad zijn suggesties ge
daan om een belangrijk deel van de
overlegprocedure te verschuiven naar
het voorjaar met inbegrip van een
debat in de Tweede Kamer vóór het
zomerreces, opdat de regering met de
diverse prognoses en visies bij de
samenstelling van de miljoenennota
rekening kan houden. Wat is uw
mening daarover?'
Minister Boersma: 'De beoogde ver
schuiving naar het voorjaar zou erg
aantrekkelijk zijn, maar ik zie (nog)
niet in hoe een dergelijke procedure
te realiseren is. De suggesties houden
ock de opstelling van een beleidsnota
van de regering in, maar ik ben bang
dat dit zo vroeg in het jaar nauwe
lijks of niet mogelijk is. En voorzover
het wel zou kunnen, heb ik twijfels
over de kwaliteit van de prognoses en
dergelijke. Overigens ben ik over dit
vraagstuk met enkele collega's in ge
sprek. En daarbij speelt voor ons het
parlementair-democratische aspect een
belangrijke rol, hoewel ik het verwijt
van sommigen dat de regering in haar
overleg met en haar concessies aan
het bedrijfsleven het parlement goed
deels buiten spel heeft gezet, sterk
overtrokken vind. We moeten naar
een geïntegreerd en samenhangend
beleid, waarin alle betrokkenen van
uit de eigen verantwoordelijkheid
hun rol spelen.'
Vraag: 'Is het naar uw mening in de
toekomst mogelijk alle factoren, of
althans de meest essentiële elemen
ten, die telkenjare bij het creëren van
de beleidslijnen voor de sociale part
ners in het bedrijfsleven zo'n belang
rijke rol spelen, onder te brengen in
een schema, een soort werkmodel, op
basis waarvan het jaarlijkse, dikwijls
zeer gespannen en op de rand van
mislukking verkerende overleg in rus
tiger banen kan worden geleid? Uit
gaande dus van voor een reeks van
jaren bepaalde vaste normen, zoals
bijvoorbeeld voor reële inkomensver
betering, compensatie van prijsstijgin
gen, stijging sociale premielasten enz.'
Drs. Boersma: 'Zo'n werkmodel is
naar mijn mening, wetenschappelijk
gezien, zeer wel denkbaar. De moei
lijkheid ligt echter in de politieke
beoordeling van wenselijkheden en
mogelijkheden. De ene partij zal bij
voorbeeld menen dat er meer aan
collectieve voorzieningen moet wor
den besteed dan de andere en zo is er
een scala van inzichtsverschillen mo
gelijk. De spanning tussen particulie
re en collectieve bestedingen hét
centrale probleem lijkt mij niet zo
eenvoudig in een werkmodel voor lan
ge termijn op te lossen, omdat het
ene jaar nu eenmaal meer ruimte en
mogelijkheden heeft dan het andere
jaar.
Niettemin lijkt het mij zeer gewenst
sterker dan tot dusver te koersen
naar formulering van doelstellingen
op langere termijn en naar het daar
aan ontlenen van normen met betrek
king tot de mogelijkheden op zoveel
mogelijk onderdelen in zo groot mo
gelijke evenwichtige onderlinge sa
menhang. Het kabinet-Biesheuvel
heeft daarmee een heel duidelijk be
gin gemaakt. Het is een taak voor het
volgende kabinet daaraan verder te
bouwen, in goed overleg met alle
betrokkenen.'
'Zoudt u van dat kabinet deel willen
uitmaken?'
'Ik sta niet te trappelen, ongeacht de
samenstelling van het volgende kabi
net. Al geldt natuurlijk voor ieder
een, dat het teleurstellend is een
eenmaal voorgenomen en begonnen
taak niet te kunnen volbrengen. Meer
en meer rijpt gelukkig het inzicht dat
de omvang van de problemen, waar
mee ons land worstelt, een evenwich
tig en stabiel beleid op langere ter
mijn vereist. Niet alleen deze rege
ring, ook de sociale partners in het
bedrijfsleven zijn daarvan overtuigd.
Het centraal akkoord diene als bewijs.
Een gunstig symptoom van de groei
ende behoefte aan reëel en evenwich
tig overleg, aan stabiel beleid, zie ik
bijvoorbeeld ook in het besluit van de
werkgevers- en werknemersorganisa
ties in het bouwbedrijf de leiding van
hun cao-onderhandelingen in handen
te geven van een onafhankelijke voor
zitter: prof. dr. W. Albeda. Een voor
treffelijke vondst, die m.i. navolging
verdient in andere bedrijfstakken.
Ook in de politieke verhoudingen zal
alles moeten worden gedaan om tot
meer evenwicht en stabiliteit te ko
men. Ik zie dat in de huidige omstan
digheden, gelet op de uitslag van de
verkiezingen, alleen met deelneming
van de PvdA aan de nieuwe regering,
maar, gezien de opstelling van de
'linkse drie', is het mij voorshands
nog een groot raadsel hoe we die zo
gewenste stabiliteit zullen kunnen be
reiken.'
Betekent dit dat een eventuele nieu
we regering van de voormalige vijf
(inclusief DS'70 dus) voor u bij voor
baat de mogelijkheid van een nieuwe
ambtstermijn uitsluit?'
Drs. Boersma: 'Ik heb al gezegd, dat
ik niet sta te trappelen, voor welke
combinatie dan ook. Maar de ervaring
met DS'70 heeft wel duidelijk ge
maakt dat een dergelijk avontuur niet
zomaar opnieuw kan worden aange
gaan. Dan zal er toch eerst heel
duidelijk overeenstemming moeten
komen over de zaken, die aanleiding
tot de kabinetscrisis waren. En er
zullen duidelijke garanties moeten ko
men dat een dergelijke ontwikkeling
niet opnieuw plotseling uit de lucht
kan komen vallen. Voor het overige is
naar mijn mening ook DS'70 een
constructieve, democratische partij.'
Het jaar 1972 spoedt ten einde. Een
voor ons land uiterst bewogen jaar,
vooral op sociaal-economisch terrein.
Met aan het eind: vermoeide vakbewe-
gings- en werkgeversleiders. En ver
moeide ministers. In de glinsterende
Haagse winkelstraten wordt het leeg.
De mensen spoeden zich naar huis,
zeulend met hun welvaart, die er
niettemin tóch is. Op weg naar het
nieuwe jaar, dat misschien minder
bewogen, doch niet minder moeilijk
zal zijn. Het jaar van de nul-lijn.
73
Van onze Haagse redaktie
DEN HAAG Het jaar 1973 brengt meer dan welk jaar ook veranderingen op liet terrein van
de belastingen. De wijzigingen, die na een parlementaire spoedbehandeling zijn goedgekeurd,
kunnen baast 'revolutionair' worden genoemd. Da t geldt zeker voor de loon- en inkomstenbelasting,
waarvan het nu geldende ingewikkelde systeem wordt vervangen door één tarief voor alle belas-
ingbetalers.
Om tegemoet te komen aan de be
hoeften van de verschillende groe
pen wordt de aftrek van vaste be
hagen (inkomensaftrekken) moge
lijk. Bij de vaststelling van deze
tftrekken is speciaal gelet op de
positie van vrijgezellen en onvolledi-
e gezinnen, die nu rechtvaardiger
oor de fiscus worden behandeld,
lelangrijk en principieel is ook de
'ijziging, waardoor de zelfstandige
an de fiscus bepaalde voordelen
Ë?t. Het wordt hem gemakkelijker
aakt een pensioen te vormen
de oude dag. Met de doorvoe
ring van het nieuwe systeem wordt
hot komende jaar een begin ge
naakt. De nieuwe regeling betekent,
'at de loon- en salaristrekkenden,
*at de pensioenvorming betreft,
Blet alleen meer fiscale faciliteiten
fonieten.
Verder brengt 1973 een fiscale tege
moetkoming ter bevordering van de
bezitsvorming in de vorm van een
spaarloon.
[Je traditionele verhoging van de
BTW (omzetbelasting) blijft bij de-
je jaarwisseling niet achterwege.
»an betekenis is ook de verhoging
Van het schoolgeld tot, in het on
gunstigste geval, vijfhonderd gulden
per kind. Het gaat hier niet om een
belasting, maar het is wel de belas
tingdienst, die voor de inning zorgt.
De automatische inflatiecorrectie bij
de loon- en inkomstenbelasting
wordt voor 1973 beperkt tot tachtig
procent. De wiebeltax, die in 1971 is
ingevoerd om de oververhitte con
junctuur af te koelen, vervalt per 1
januari. Dat betekent minder loon-
en inkomstenbelasting, vennoot
schapsbelasting, benzine-accijns en
bijzondere verbruiksbelasting van
personenauto's. De benzineaccijns
wordt bijvoorbeeld 1.19 per 100
liter minder belast Maar daar staat
weer een accijnsverhoging in ver
band met de Beneluxafspraken te-
over van 2.29 per 100 liter.
Schijven
Het enige en nieuwe tarief voor de
loon- en inkomstenbelasting is opge
bouwd volgens het schijvensysteem.
Nadat van het vastgestelde inkomen
de zogenaamde inkomensaftrek is af
getrokken, blijft de 'belastbare som'
over. Van dit bedrag moet voor de
eerste 10.624 gulden 25 procent be
lasting worden betaald. Van de vol
gende 6.640 gulden (de tweede
schijf) gaat 31 procent naar de
schatkist en van daarop volgende
7.968 gulden weer 39 procent. Over
de laatste en hoogste schijf moet 71
procent belasting worden betaald.
De nieuwe loon- en inkomstenbelas
ting geeft aan de werkende getrouw
de vrouw een zelfstandiger positie;
alleen zijn de persoonlijke verplich
tingen en de buitengewone lasten
slechts aftrekbaar van het inkomen
van de man. De getrouwde vrouw
krijgt ook geen aftrek voor kinde
ren, omdat de werkende man dit
voordeel al geniet.
Wel is het mogelijk, dat de werken
de vrouw, wanneer ze kostwinster is
voor het gezin, de gehuwde aftrek
krijgt van de man (6.640 gulden)
plus de inkomensaftrek voor de kin
deren. Deze verwisseling van inko
mensaftrekken moet door de man en
vrouw gezamenlijk worden aange
vraagd by de inspectie van de direc
te belastingen.
Wanneer een werkend echtpaar sa
men meer dan de maximum premie
voor AOW en AWW betalen kan
men na afloop van het jaar het
teveel betaalde terugkrijgen.
De fiscale tegemoetkoming voor de
vorming van een reserve voor de
oude dag komt erop neer, dat de
zelfstandige een deel van het inko
men belastingvrij kan reserveren on
der voorwaarde dat een gelijk deel
in het ondernemingsvermogen aan
wezig is en blijft. Voor 1973 kan de
zelfstandige vijf procent van de
winst belastingvrij reserveren. In
verband met deze regeling vervalt
per 1 januari de zogenaamde zelf
standigenaftrek. Het maximum van
do aftrek van lijfrentepremies is
verhoogd van 5.000 tot 7.500 per
jaar.
Spaarloon
Het spaarloon, een nieuwe collectie
ve spaarvorm, die voor de individue
le werknemer bindend is, is voor de
werknemer geheel belastingvrij. De
werkgever betaalt vijftien' procent
over het bedrag, waarmee alle fisca
le verplichtingen zijn voldaan.
Het spaarloon blijft zeven jaar ge
blokkeerd. Wel kan het gespaarde
bedrag besteed worden voor de eer
ste aanbetaling bij het kopen van
een eigen huis en wanneer de
dienstbetrekking wordt beëindigd of
de werknemer 60 jaar of ouder is.
Voor de inkomstenbelasting zal voor
het jaar 1973 een aanslaggrens gel
den van 25.000 gulden In plaats van
18.000 gulden. Verdient men minder
dan 25.000 gulden dan volstaat de
fiscus met alleen een heffing voor
de loonbelasting. De invullers van
hun belastingformulier hebben de
komende maanden voor het jaar
1972 nog niets te maken met de
nieuwe opzet van de loon- en inkom
stenbelasting, omdat deze voor het
eerst voor het jaar 1973 geldt
Andere wijzigingen van de indirecte
belastingen zijn:
Het tarief van de vermogensbe
lasting wordt verhoogd van zes tot
zeven promille.
De vennootschapsbelasting wordt
verhoogd van 46 tot 48 procent.
Het tarief van de kansspelbelas
ting wordt van 15 op 25 procent
gebracht.
Omzetbelasting
De wijzigingen van de omzetbelas
ting komt neer op een verhoging
van het algemene tarief van veer
tien tot zestien procent. Het zoge
naamde goedkope tarief, dat geldt
voor de eerste levensbehoeften,
blijft vier procent. De grenzen voor
de belastingvermindering voor de
kleine ondernemers worden als
volgt aangepast: 1.300 gulden wordt
1.850 gulden, 1.950 gulden wordt
2.300 gulden en 3.250 gulden wordt
3.800 gulden. Voor werktuigen (geen
handgereedschappen), die naar hun
aard zijn bestemd om als roerend
goed te worden gebruikt in de land
bouw, de veeteelt, de tuinbouw en
bosbouw wordt de omzetbelasting
verlaagd tot vier procent Hetzelfde
Sercentage geldt ook voor de ver
uur van de werktuigen.
In de sfeer van de indirecte belas
tingen wordt verder de bijzondere
verbruiksbelasting van personenau
to's verhoogd van vijftien tot zestien
procent. Bij deze percentages is
geen rekening gehouden met de af
schaffing van de wiebeltax.
Om de snelle groei van het aantal
auto's af te remmen en het gebruik
van taxi's te bevorderen, wordt de
bijzondere verbruiksbelasting voor
taxi's in drie jaarlijkse termijnen
teruggegeven.
De auto moet dan wel in het vooraf
gaande jaar geheel of nagenoeg ge
heel gebruikt zijn om personen te
gen betaling te vervoeren. Belang
rijk in dit verband is ook, dat de
taxi's volledig worden vrijgesteld
van de motorrijtuigenbelasting.
Van de motorrijtuigenbelasting wor
den de opcenten verhoogd van 224
tot 262. Het maximum van het be
drag, dat aan opcenten kan worden
betaald, wordt van 630 gulden ge
bracht op 736 gulden.
De dieseltoeslag motorrijtuigenbelas
ting voor dieselvrachtauto's en die
selbussen vervalt
Tot slot worden per 1 januari nog
de volgende accijnswijzigingen inge
voerd in verband met Benelux-af-
spraken.
Voor alcohol wordt de accijns
verlaagd van 1.700 tot 1.593 gulden
per 100 liter. Voor parfumerieën,
toiletartikelen en kósmetische pro-
dukten van 850 tot 522 gulden per
hectoliter.
Voor mineraalwater een accijns-
verlaging van 15.50 tot 7.25 gulden
per honderd liter.
Voor sigaren een belastingverla
ging van 20.7 tot 18.93 pet, voor
cigarillo's van 26.7 tot 14.19 pet en
voor kerftabak van 48.11 tot 42.56
pet van de kleinhandelprijs.
Voor benzine een accijnsverho
ging van 39.75 (exclusief wiebeltax)
tot 42.14 gulden per 100 liter; voor
petroleum een accijnsverhoging van
2.80 tot 3.26 gulden per 100 liter,
voor dieselolie (wegvervoer) een
verhoging van 4.40 tot 16.87 gulden
per 100 liter, terwijl de dieseltoeslag
wordt afgeschaft; voor smeerolie
vervalt de accijns van 1.40 gulden
per honderd kilogram.
Schoolgeld
De verhoging van het schoolgeld
brengt met zich mee, dat veel meer
ouders met lagere inkomens geen
schoolgeld meer zullen betalen. Daar
staat tegenover, dat ouders met gro
tere draagkracht veel meer moeten
betalen.
Voor de berekening van het bedrag
wordt uitgegaan van de zogenaamde
schoolgeldmaatstaf: de optelsom van
de voor 1971 verschuldigde loon- en
inkomstenbelasting en de voor 1972
verschuldigde vermogensbelasting.
Wie minder dan 1200 gulden aan
loon- en inkomstenbelasting heeft
betaald, behoeft geen schoolgeld te
betalen.
Het bedrag, dat betaald moet wor
den, bestaat uit een vaste som van
12 gulden verhoogd met 3.50 gulden
voor elke volle honderd gulden van
de schoolgeldmaatstaf. Het school
geld bedraagt nooit meer dan vijf
honderd gulden per kind. De aan
slag voor het schooljaar 1972-73 kan
men in de loop van 1973 in de bus
krijgen. Het bedrag kan in vijf ter
mijnen van één maand worden be
taald.
Wanneer voor twee, drie, vier of
meer kinderen schoolgeld moet wor
den betaald, krijgt men een reductie
van respectievelijk 25, 40 en 50 pro
cent. Kinderen op de lagere school
en de eerste drie leerjaren na de
lagere school zijn vrij van school
geld.