JAAR BEGINT MET FISCALE 'REVOLUTIE' Vr ij e vr ij dagm idd ag vrij spoedig na '80 r !S ik niet meer kan lachen is het uitkijken geblazen - maar zover is 't nooit gekomen' ién tarief voor alle belastingbetalers Aftrek van vaste bedragen Belastingvrij spaarloon BTW hoger Wiebeltax verdwijnt "Belasting over het inkomen volgens 'schijven' h.W/KWARTET ZATERDAG 30 DECEMBER 1972 BINNENLAND T25/K25 OERSMA'S CROOTSTE ELEURSTELLING WAS IE KABINETSCRISIS or Klaas van der Veen duizenden mensen zich gehaast en energiek door de feestelijk verlichte Haagse winkelstraten be ren om de laatste kerstinkopen te doen, treffen we op liet al bijna uitgestorven departement van iale zaken een vermoeide minister. Is het verbeelding of geeft de kamerbewaarder wérkelijk blijk enige zorgelijke verbazing, omdat zijn werkgever kennelijk bereid is zó kort voor de dagen, die n eindelijk wat rust moeten schenken, nog iemand te ontvangen zonder dat het landsbelang daar- j>aantoonbaar gediend is? léé M Jaap Boersma, de jonge ener- bewindsman van sociale zaken is vermoeid. Dat is duidelijk op «icht te lezen. Zélf wuift hij het ['Een paar dagen rustig aan, dan [et weer over*, zegt hij. Maar voor |hem dit jaar een beetje van nabij 1 heeft is het bijna vanzelfspre- (misschien wel nimmer tevo- in de vaderlandse geschiedenis is linister van sociale zaken in zo tijd door zoveel spanningen en Ingen omringd geweest. Nim- na de tweede wereldoorlog was iciaal-economisch jaar zó bewo- En minister Boersma stond er •nin. Hij zag het kabinet, waar- nog maar ruim een jaar deel :te, wankelen en vallen. Hij |het sociaal-economisch akkoord ihet bedrijfsleven, waarvoor hij persoonlijk dag-aan-dag inspande, ns aan een nieuw zijden draadje en. Hij zag het hoofd van NW's itische voorzitter drs. Harry ter e vallen op de slachtbank van het t spel der krachten en had er 'iet van, zoals allen, die zich mèt maandenlange inspanning ge- 6tten om het zo fel begeerde ak- d tóch op papier te krijgen (en in slaagden ingewijden weten hoezeer dat lal akkoord de minister van soci- ken ter harte ging. Velen schrij- het op naam van zijn geduld en volhardendheid. Velen ook zou- hem daarom in het nieuwe kabi- graag op deze post terugzien, om unnen voltooien waaraan hij met el succes een begin van gestalte Maar nu de strijd gestreden is, de eerste grote 'wage-leader* (de r-cao) zonder noemenswaardige ing in veilige haven geloodst is, wij in de uren van terugblik leven, wil drs. Boersma enkele voor Kerst graag toegeven dat ministersambt hoogst enerverend Ieen stuk slijtage. i heeft hij, hoe groot de moeilijk- n vaak ook waren en hoe dikwijls (ook de minister) het centraal lord nauwelijks heeft zien zitten, limmer één slapeloze nacht om d of werd zijn eetlust (gek op de lese keuken, verder geen bijzonde- oorkeur) er door aangetast. ik ben geen tobber, gelukkig Overigens hebben problemen bij inooit hun weerslag op slaap of 1st. Voor mij is er in eerste •tie maar één goede graadmeter dat is mijn lachpotentie. Als ik meer kan lachen is het uitkijken azen. Maar zover is het, ondanks alles wat we in het afgelopen jaar beleefd hebben, nooit gekomen'. Erkent onmiddellijk dat er eigenlijk wat meer gerelaxed zou moeten wor den, wat meer aan sport of trimmen gedaan (bij voorkeur wandelen en fietsen), 'maar ach, er is gewoon geen tijd voor en 'tzou wellicht ook niet zo gemakkelijk meer gaan, want ei genlijk rook ik teveel.' Wel, in elk geval is er toch zo nu en dan de rust van het gezin in Zeist, want alle drie kinderen-Boersma zijn (behalve in de ze dagen dan) de deur al uit: Ingrid (21) studeert, Ruud (19) dient het land als militair en Irene (16) ver blijft in de inrichting Eemeroord te Baarn. Hoe zou de minister het afgelopen jaar op zijn vakgebied willen karakteriseren? Wat was voor hem daarin de grootste teleurstelling en waarover heeft hij zich het meest verheugd? Drs. Boersma: 'Een uiterst moeilijk jaar met een onaanvaardbaar hoog inflatie- en werkloosheidsniveau. De grootste teleurstelling voor mij was de kabinetscrisis: dat de ministers ploeg door een in de bestaande con stellatie onmisbare regeringspartner in de steek werd gelaten, terwijl wij bezig waren met het creëren van een samenhangend en evenwichtig beleid om de moeilijkheden het hoofd te bieden, een beleid, dat naar onze overtuiging in grote lijnen ook de instemming en de medewerking van het georganiseerde bedrijfsleven zou moeten hebben. Die teleurstelling richt zich vooral ook hierop, dat door de kabinetscrisis een aantal onderdelen van het beleid, dat ik mij voorgenomen had in de regeerperiode van vier jaar (uiteraard binnen het raam van de mogelijkhe den) op gang te brengen en geheel of gedeeltelijk te voltooien, in de lucht zijn komen te hangen, dan wel ver traagd of niét meer aangepakt kunnen Minister Boersma verwacht dat vrij spoedig na 1989 in ons land begonnen zal kunnen worden met de invoering van een algemene vrije vrijdagmiddag: de 4^4-daagse werkweek dus. Hij verklaarde dit in het (hierbij weergegeven) vraaggesprek. Volgens de bewindsman moet er rekening mee worden gehouden dat de structurele werkloosheid in de komende jaren blijvend op een gemiddeld hoger niveau zal staan dan in de jaren vóór 1972 het geval was. Hoewel de oude arbeids ethos naar zijn mening geleidelijk aan herziening toe is (werklozen zullen steeds minder persoonlijk op hun werkloos-zijn worden 'aan gekeken') zullen de meeste ar beidsfazen het zijns inziens toch als een uiterst nare zaak blijven ondervinden dat zij geen werk kunnen krijgen. Daarom is het, aldus minister Boersma, nodig te blijven streven naar werkgelegen heid voor ieder. Belangrijke middelen daartoe acht hij, naast de gebruikelijke maatre gelen, onder meer ook de geleide lijke verhoging van de leerplichti ge leeftijd (voorshands tot 18 jaar in 1980) en geleidelijke verdere verkorting van de arbeidstijd, die uiterlijk 1975 reeds tot 40 uur per week teruggebracht zal zijn. Daarna zal volgens de minister gestreefd worden naar een geleide lijke verkorting van de werkdag tot zeven uur. Hieraan zal (mèt verdere vakantieverlenging) zijns inziens vrijwel zeker de voorkeur worden gegeven boven een vrij snelle invoering van een kortere werkweek (al dan niet gepaard gaande met tijdelijke werkdagver lenging), vooral omdat steeds meer mensen steeds meer tijd nodig hebben om hun werk te bereiken, waardoor de 'werkdag* toch al wordt verlengd. Tussen 1980 en 1990 evenwel zal de tijd waar schijnlijk rijp zijn om op de 4,/4- daagse werkweek over te schake len, aldus minister Boersma. worden, althans niet door mij. Het belangrijkste positieve feit van 1972 vind ik dat wij er in nauw overleg met het bedrijfsleven ondanks een lange reeks van moeilijkheden in ge slaagd zijn het centraal akkoord tot stand te brengen. Dat akkoord heeft mij nooit als een einddoel voor ogen gestaan, maar altijd als een - uiterst belangrijk begin van een ontwikke ling, waarin de regering in goed over leg met de sociale partners in het bedrijfsleven en met erkenning van eikaars verantwoordelijkheden geza menlijk de sociaal-economische pro blemen te lijf gaat, ook op langere termijn.' Vraag: 'Welke zijn de belangrijkste beleidsvoornemens, die u in de nu afgebroken kabinetsperiode van vier jaar had willen uitvoeren of waarmee u in elk geval een begin had willen maken en hoeveel tijd zou daarmee gemoeid zijn geweest?' Minister Boersma: 'We zouden de me dezeggenschap van de grote massa der werknemers in de ondernemingsstruc tuur sterk hebben willen verbreden en verdiepen. We zouden mits de onmisbare medewerking van het be drijfsleven blijvend zou zijn verkre gen een concreet, samenhangend inkomensbeleid van de grond hebben gekregen (er is nu een begin mee gemaakt en er zijn drie vier jaar nodig om het te realiseren), we zou den een duidelijk begin hebben ge maakt met een aanzienlijke moderni sering van de arbeidswetgeving en met de noodzakelijke herziening van de veillgheidswetgeving, we zouden ook belangrijke stappen hebben ge daan voor de ontwikkeling van een uniform sociaal beleid in de EEG. En verder zijn er natuurlijk de gelei delijke structurele verhoging van de aow tot het niveau van het netto wettelijk minimuminkomen, de uit breiding van de arbeidsongeschikt heidsverzekering tot de zelfstandigen, de wettelijke pensioenplicht en de structurele herziening van het sociale verzekeringsstelsel om te voorkomen dat de lasten té zwaar worden. Vier jaar is kort, maar in zo'n periode kan toch heel veel gebeuren, trouwens, in de regeerperiode van anderhalf jaar die we achter de rug hebben, Is toch het een en ander tot stand gekomen.' Vraag: 'Bij de onderhandelingen over het centraal akkoord is de regering in het doen van concessies tot het uiter ste gegaan. Meermalen is gezegd dat het akkoord 'duur gekocht' is. Zoudt u nog meer concessies hebben willen doen indien de middelen ervoor aan wezig waren geweest?' De minister: 'In elk geval een gerin gere verhoging van de indirecte belas tingen en het achterwege laten of verkleinen van een aantal tariefsver hogingen, als het had gekund. Maar ook zonder deze helaas onvervulde Minister Boersma: ik sta niet te trappelen voor welke regeringscombi natie dan ook wensen is er in de bestaande omstan digheden veel gedaan, waarvan met name de vakbeweging kan zeggen 'goed geboerd' te hebben.' In dit verband over Arie Groenevelt, de voorzitter van de Industriebond- NW, die het centraal akkoord aan het zoveelste zijden draadje hing: 'Hij heeft teveel haast. Veel dingen, die hij wil, staan ook de vakbeweging als geheel voor ogen en zijn ook mij niet onsympathiek. Maar niet alles kan tegelijk. Groenevelt heeft een ver keerd tempo gekozen en ook zijn opstelling ten aanzien van de weg, die moet worden bewandeld, is voor mij niet acceptabel.' Vraag: 'Door NKV-voorzitter P. J. J. Mertens en ook vanuit de Sociaal- Economische Raad zijn suggesties ge daan om een belangrijk deel van de overlegprocedure te verschuiven naar het voorjaar met inbegrip van een debat in de Tweede Kamer vóór het zomerreces, opdat de regering met de diverse prognoses en visies bij de samenstelling van de miljoenennota rekening kan houden. Wat is uw mening daarover?' Minister Boersma: 'De beoogde ver schuiving naar het voorjaar zou erg aantrekkelijk zijn, maar ik zie (nog) niet in hoe een dergelijke procedure te realiseren is. De suggesties houden ock de opstelling van een beleidsnota van de regering in, maar ik ben bang dat dit zo vroeg in het jaar nauwe lijks of niet mogelijk is. En voorzover het wel zou kunnen, heb ik twijfels over de kwaliteit van de prognoses en dergelijke. Overigens ben ik over dit vraagstuk met enkele collega's in ge sprek. En daarbij speelt voor ons het parlementair-democratische aspect een belangrijke rol, hoewel ik het verwijt van sommigen dat de regering in haar overleg met en haar concessies aan het bedrijfsleven het parlement goed deels buiten spel heeft gezet, sterk overtrokken vind. We moeten naar een geïntegreerd en samenhangend beleid, waarin alle betrokkenen van uit de eigen verantwoordelijkheid hun rol spelen.' Vraag: 'Is het naar uw mening in de toekomst mogelijk alle factoren, of althans de meest essentiële elemen ten, die telkenjare bij het creëren van de beleidslijnen voor de sociale part ners in het bedrijfsleven zo'n belang rijke rol spelen, onder te brengen in een schema, een soort werkmodel, op basis waarvan het jaarlijkse, dikwijls zeer gespannen en op de rand van mislukking verkerende overleg in rus tiger banen kan worden geleid? Uit gaande dus van voor een reeks van jaren bepaalde vaste normen, zoals bijvoorbeeld voor reële inkomensver betering, compensatie van prijsstijgin gen, stijging sociale premielasten enz.' Drs. Boersma: 'Zo'n werkmodel is naar mijn mening, wetenschappelijk gezien, zeer wel denkbaar. De moei lijkheid ligt echter in de politieke beoordeling van wenselijkheden en mogelijkheden. De ene partij zal bij voorbeeld menen dat er meer aan collectieve voorzieningen moet wor den besteed dan de andere en zo is er een scala van inzichtsverschillen mo gelijk. De spanning tussen particulie re en collectieve bestedingen hét centrale probleem lijkt mij niet zo eenvoudig in een werkmodel voor lan ge termijn op te lossen, omdat het ene jaar nu eenmaal meer ruimte en mogelijkheden heeft dan het andere jaar. Niettemin lijkt het mij zeer gewenst sterker dan tot dusver te koersen naar formulering van doelstellingen op langere termijn en naar het daar aan ontlenen van normen met betrek king tot de mogelijkheden op zoveel mogelijk onderdelen in zo groot mo gelijke evenwichtige onderlinge sa menhang. Het kabinet-Biesheuvel heeft daarmee een heel duidelijk be gin gemaakt. Het is een taak voor het volgende kabinet daaraan verder te bouwen, in goed overleg met alle betrokkenen.' 'Zoudt u van dat kabinet deel willen uitmaken?' 'Ik sta niet te trappelen, ongeacht de samenstelling van het volgende kabi net. Al geldt natuurlijk voor ieder een, dat het teleurstellend is een eenmaal voorgenomen en begonnen taak niet te kunnen volbrengen. Meer en meer rijpt gelukkig het inzicht dat de omvang van de problemen, waar mee ons land worstelt, een evenwich tig en stabiel beleid op langere ter mijn vereist. Niet alleen deze rege ring, ook de sociale partners in het bedrijfsleven zijn daarvan overtuigd. Het centraal akkoord diene als bewijs. Een gunstig symptoom van de groei ende behoefte aan reëel en evenwich tig overleg, aan stabiel beleid, zie ik bijvoorbeeld ook in het besluit van de werkgevers- en werknemersorganisa ties in het bouwbedrijf de leiding van hun cao-onderhandelingen in handen te geven van een onafhankelijke voor zitter: prof. dr. W. Albeda. Een voor treffelijke vondst, die m.i. navolging verdient in andere bedrijfstakken. Ook in de politieke verhoudingen zal alles moeten worden gedaan om tot meer evenwicht en stabiliteit te ko men. Ik zie dat in de huidige omstan digheden, gelet op de uitslag van de verkiezingen, alleen met deelneming van de PvdA aan de nieuwe regering, maar, gezien de opstelling van de 'linkse drie', is het mij voorshands nog een groot raadsel hoe we die zo gewenste stabiliteit zullen kunnen be reiken.' Betekent dit dat een eventuele nieu we regering van de voormalige vijf (inclusief DS'70 dus) voor u bij voor baat de mogelijkheid van een nieuwe ambtstermijn uitsluit?' Drs. Boersma: 'Ik heb al gezegd, dat ik niet sta te trappelen, voor welke combinatie dan ook. Maar de ervaring met DS'70 heeft wel duidelijk ge maakt dat een dergelijk avontuur niet zomaar opnieuw kan worden aange gaan. Dan zal er toch eerst heel duidelijk overeenstemming moeten komen over de zaken, die aanleiding tot de kabinetscrisis waren. En er zullen duidelijke garanties moeten ko men dat een dergelijke ontwikkeling niet opnieuw plotseling uit de lucht kan komen vallen. Voor het overige is naar mijn mening ook DS'70 een constructieve, democratische partij.' Het jaar 1972 spoedt ten einde. Een voor ons land uiterst bewogen jaar, vooral op sociaal-economisch terrein. Met aan het eind: vermoeide vakbewe- gings- en werkgeversleiders. En ver moeide ministers. In de glinsterende Haagse winkelstraten wordt het leeg. De mensen spoeden zich naar huis, zeulend met hun welvaart, die er niettemin tóch is. Op weg naar het nieuwe jaar, dat misschien minder bewogen, doch niet minder moeilijk zal zijn. Het jaar van de nul-lijn. 73 Van onze Haagse redaktie DEN HAAG Het jaar 1973 brengt meer dan welk jaar ook veranderingen op liet terrein van de belastingen. De wijzigingen, die na een parlementaire spoedbehandeling zijn goedgekeurd, kunnen baast 'revolutionair' worden genoemd. Da t geldt zeker voor de loon- en inkomstenbelasting, waarvan het nu geldende ingewikkelde systeem wordt vervangen door één tarief voor alle belas- ingbetalers. Om tegemoet te komen aan de be hoeften van de verschillende groe pen wordt de aftrek van vaste be hagen (inkomensaftrekken) moge lijk. Bij de vaststelling van deze tftrekken is speciaal gelet op de positie van vrijgezellen en onvolledi- e gezinnen, die nu rechtvaardiger oor de fiscus worden behandeld, lelangrijk en principieel is ook de 'ijziging, waardoor de zelfstandige an de fiscus bepaalde voordelen Ë?t. Het wordt hem gemakkelijker aakt een pensioen te vormen de oude dag. Met de doorvoe ring van het nieuwe systeem wordt hot komende jaar een begin ge naakt. De nieuwe regeling betekent, 'at de loon- en salaristrekkenden, *at de pensioenvorming betreft, Blet alleen meer fiscale faciliteiten fonieten. Verder brengt 1973 een fiscale tege moetkoming ter bevordering van de bezitsvorming in de vorm van een spaarloon. [Je traditionele verhoging van de BTW (omzetbelasting) blijft bij de- je jaarwisseling niet achterwege. »an betekenis is ook de verhoging Van het schoolgeld tot, in het on gunstigste geval, vijfhonderd gulden per kind. Het gaat hier niet om een belasting, maar het is wel de belas tingdienst, die voor de inning zorgt. De automatische inflatiecorrectie bij de loon- en inkomstenbelasting wordt voor 1973 beperkt tot tachtig procent. De wiebeltax, die in 1971 is ingevoerd om de oververhitte con junctuur af te koelen, vervalt per 1 januari. Dat betekent minder loon- en inkomstenbelasting, vennoot schapsbelasting, benzine-accijns en bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's. De benzineaccijns wordt bijvoorbeeld 1.19 per 100 liter minder belast Maar daar staat weer een accijnsverhoging in ver band met de Beneluxafspraken te- over van 2.29 per 100 liter. Schijven Het enige en nieuwe tarief voor de loon- en inkomstenbelasting is opge bouwd volgens het schijvensysteem. Nadat van het vastgestelde inkomen de zogenaamde inkomensaftrek is af getrokken, blijft de 'belastbare som' over. Van dit bedrag moet voor de eerste 10.624 gulden 25 procent be lasting worden betaald. Van de vol gende 6.640 gulden (de tweede schijf) gaat 31 procent naar de schatkist en van daarop volgende 7.968 gulden weer 39 procent. Over de laatste en hoogste schijf moet 71 procent belasting worden betaald. De nieuwe loon- en inkomstenbelas ting geeft aan de werkende getrouw de vrouw een zelfstandiger positie; alleen zijn de persoonlijke verplich tingen en de buitengewone lasten slechts aftrekbaar van het inkomen van de man. De getrouwde vrouw krijgt ook geen aftrek voor kinde ren, omdat de werkende man dit voordeel al geniet. Wel is het mogelijk, dat de werken de vrouw, wanneer ze kostwinster is voor het gezin, de gehuwde aftrek krijgt van de man (6.640 gulden) plus de inkomensaftrek voor de kin deren. Deze verwisseling van inko mensaftrekken moet door de man en vrouw gezamenlijk worden aange vraagd by de inspectie van de direc te belastingen. Wanneer een werkend echtpaar sa men meer dan de maximum premie voor AOW en AWW betalen kan men na afloop van het jaar het teveel betaalde terugkrijgen. De fiscale tegemoetkoming voor de vorming van een reserve voor de oude dag komt erop neer, dat de zelfstandige een deel van het inko men belastingvrij kan reserveren on der voorwaarde dat een gelijk deel in het ondernemingsvermogen aan wezig is en blijft. Voor 1973 kan de zelfstandige vijf procent van de winst belastingvrij reserveren. In verband met deze regeling vervalt per 1 januari de zogenaamde zelf standigenaftrek. Het maximum van do aftrek van lijfrentepremies is verhoogd van 5.000 tot 7.500 per jaar. Spaarloon Het spaarloon, een nieuwe collectie ve spaarvorm, die voor de individue le werknemer bindend is, is voor de werknemer geheel belastingvrij. De werkgever betaalt vijftien' procent over het bedrag, waarmee alle fisca le verplichtingen zijn voldaan. Het spaarloon blijft zeven jaar ge blokkeerd. Wel kan het gespaarde bedrag besteed worden voor de eer ste aanbetaling bij het kopen van een eigen huis en wanneer de dienstbetrekking wordt beëindigd of de werknemer 60 jaar of ouder is. Voor de inkomstenbelasting zal voor het jaar 1973 een aanslaggrens gel den van 25.000 gulden In plaats van 18.000 gulden. Verdient men minder dan 25.000 gulden dan volstaat de fiscus met alleen een heffing voor de loonbelasting. De invullers van hun belastingformulier hebben de komende maanden voor het jaar 1972 nog niets te maken met de nieuwe opzet van de loon- en inkom stenbelasting, omdat deze voor het eerst voor het jaar 1973 geldt Andere wijzigingen van de indirecte belastingen zijn: Het tarief van de vermogensbe lasting wordt verhoogd van zes tot zeven promille. De vennootschapsbelasting wordt verhoogd van 46 tot 48 procent. Het tarief van de kansspelbelas ting wordt van 15 op 25 procent gebracht. Omzetbelasting De wijzigingen van de omzetbelas ting komt neer op een verhoging van het algemene tarief van veer tien tot zestien procent. Het zoge naamde goedkope tarief, dat geldt voor de eerste levensbehoeften, blijft vier procent. De grenzen voor de belastingvermindering voor de kleine ondernemers worden als volgt aangepast: 1.300 gulden wordt 1.850 gulden, 1.950 gulden wordt 2.300 gulden en 3.250 gulden wordt 3.800 gulden. Voor werktuigen (geen handgereedschappen), die naar hun aard zijn bestemd om als roerend goed te worden gebruikt in de land bouw, de veeteelt, de tuinbouw en bosbouw wordt de omzetbelasting verlaagd tot vier procent Hetzelfde Sercentage geldt ook voor de ver uur van de werktuigen. In de sfeer van de indirecte belas tingen wordt verder de bijzondere verbruiksbelasting van personenau to's verhoogd van vijftien tot zestien procent. Bij deze percentages is geen rekening gehouden met de af schaffing van de wiebeltax. Om de snelle groei van het aantal auto's af te remmen en het gebruik van taxi's te bevorderen, wordt de bijzondere verbruiksbelasting voor taxi's in drie jaarlijkse termijnen teruggegeven. De auto moet dan wel in het vooraf gaande jaar geheel of nagenoeg ge heel gebruikt zijn om personen te gen betaling te vervoeren. Belang rijk in dit verband is ook, dat de taxi's volledig worden vrijgesteld van de motorrijtuigenbelasting. Van de motorrijtuigenbelasting wor den de opcenten verhoogd van 224 tot 262. Het maximum van het be drag, dat aan opcenten kan worden betaald, wordt van 630 gulden ge bracht op 736 gulden. De dieseltoeslag motorrijtuigenbelas ting voor dieselvrachtauto's en die selbussen vervalt Tot slot worden per 1 januari nog de volgende accijnswijzigingen inge voerd in verband met Benelux-af- spraken. Voor alcohol wordt de accijns verlaagd van 1.700 tot 1.593 gulden per 100 liter. Voor parfumerieën, toiletartikelen en kósmetische pro- dukten van 850 tot 522 gulden per hectoliter. Voor mineraalwater een accijns- verlaging van 15.50 tot 7.25 gulden per honderd liter. Voor sigaren een belastingverla ging van 20.7 tot 18.93 pet, voor cigarillo's van 26.7 tot 14.19 pet en voor kerftabak van 48.11 tot 42.56 pet van de kleinhandelprijs. Voor benzine een accijnsverho ging van 39.75 (exclusief wiebeltax) tot 42.14 gulden per 100 liter; voor petroleum een accijnsverhoging van 2.80 tot 3.26 gulden per 100 liter, voor dieselolie (wegvervoer) een verhoging van 4.40 tot 16.87 gulden per 100 liter, terwijl de dieseltoeslag wordt afgeschaft; voor smeerolie vervalt de accijns van 1.40 gulden per honderd kilogram. Schoolgeld De verhoging van het schoolgeld brengt met zich mee, dat veel meer ouders met lagere inkomens geen schoolgeld meer zullen betalen. Daar staat tegenover, dat ouders met gro tere draagkracht veel meer moeten betalen. Voor de berekening van het bedrag wordt uitgegaan van de zogenaamde schoolgeldmaatstaf: de optelsom van de voor 1971 verschuldigde loon- en inkomstenbelasting en de voor 1972 verschuldigde vermogensbelasting. Wie minder dan 1200 gulden aan loon- en inkomstenbelasting heeft betaald, behoeft geen schoolgeld te betalen. Het bedrag, dat betaald moet wor den, bestaat uit een vaste som van 12 gulden verhoogd met 3.50 gulden voor elke volle honderd gulden van de schoolgeldmaatstaf. Het school geld bedraagt nooit meer dan vijf honderd gulden per kind. De aan slag voor het schooljaar 1972-73 kan men in de loop van 1973 in de bus krijgen. Het bedrag kan in vijf ter mijnen van één maand worden be taald. Wanneer voor twee, drie, vier of meer kinderen schoolgeld moet wor den betaald, krijgt men een reductie van respectievelijk 25, 40 en 50 pro cent. Kinderen op de lagere school en de eerste drie leerjaren na de lagere school zijn vrij van school geld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 25