Van ethisch jaarboek naar homofilie-rapport Wij ontvingen vandaag Beroepings- werk Trouw Kwartet TROUW /KWARTET ZATERDAG 25 NOVEMBER 1972 KERK T2/K2 Enkele duizenden jongeren zijn bijeen in de Brabanthallen in Den Bosch. Zij hebben de Pax Christi-voettocht achter de rug en vieren het feest van hun Heer. De bisschop van Den Bosch leidt de dienst" en brengt aan het eind de groeten over van kardinaal Alfrink. De jon geren antwoorden met een sterk en langdurig applaus en heffen spontaan een 'he is a jolly good fellow' aan. Bernard kardinaal Alfrink is po pulair in ons land. Zelfs kriti sche jongeren staan achter hem. Vooral sinds hij in een scherp conflict met Rome betrokken is. Daarom zal het boek van Ton Oostveen 'Bernard Alfrink, ka tholiek'*) vast en zeker gretig aftrek vinden. Opzienbarende onthullingen zal men overigens in dit boek niet aantref fen. Oostveen heeft er zijn best genoeg voor gedaan. Hij voerde vele uitvoerige gesprekken met de kardi naal. Maar Alfrink is uiterst zuinig met zijn commentaar op de gebeur tenissen van gisteren en eergisteren. De waarde van het boek moet dan ook vooral gezocht worden in het bijeenbrengen van veel materiaal dat her en der verspreid aanwezig is. Daardoor komt men wel degelijk onder de indruk van de wel heel moeilijke positie van deze kardinaal en van zijn ongetwijfeld sterke per soonlijkheid. Oostveen onthoudt zich bijna steeds van een eigen oordeel. Hij laat an deren aan het woord de hooglera ren Haarma en Schillebeeckx en oud-minister Klompé bijvoorbeeld en speelt zelf vrij konsekwent de rol van de neutrale journalist. Dat is niet onverstandig. Want door de zwijgzaamheid van de kardinaal is het niet mogelijk een echte biogra fie te maken, nu hij nog volop in de spanning staat tussen de rebelleren de Nederlandse kerkprovincie en de listig opererende romeinse curie. Die spanning trilt werkelijk door het hele boek heen. Zij wordt zelfs terug-geprojekteerd in de periode vóór zijn bisschopsbenoeming. Is de kardinaal misschien nog altijd ver vuld van rancunes jegens Rome om dat destijds zijn proefschrift ('Israë- listische en Babylonische opvattin gen over het hiernamaals') door de pauselijke bijbelcommissie werd af gekeurd? Zelf ontkent hij dat, maar hij geeft wel toe dat hij zijn erva ring van toen steeds weer heeft teruggezien: de angst van Rome voor nieuwe formuleringen en voor aantasting van de oude geloofsleer (20). En hij noemt dan met name de moeilijkheden met de Nieuwe Katechismus. Van zijn gelijk inzake zijn proef schrift is Alfrink nog altijd ten volle overtuigd. Dat is typisch voor hem. Hij is vasthoudend en toch bijzonder intelligent een zeldza me combinatie. Maar even typerend voor hem lijkt mij da t h ij zijn proefschrift destijds toch heeft aan gepast. Hij noemde wat meer namen van geleerden die in Rome hoog aangeschreven stonden, bracht enke le niet wezenlijke veranderingen aan en de bezwaren waren verdwenen. Toegeeflijk Aanpassing aan de wensen van Ro me zal Alfrink later nog vaak wor den verweten. Bij alle waardering voor zijn pogingen om de relatie met de wereldkerk te bewaren, rich ten de bezwaren tegen de kardinaal zich toch juist op zijn te ver gaande toegeeflijkheid tegenover Rome. Prof. Haarsma zegt dat hij bij de kwestie van de Nieuwe Katechismus het verschil tussen de Romeinse en de Nederlandse theologie veel duide lijker had moeten benadrukken. Hij had moeten laten zien dat Neder land in zulk een pluriformiteit van kerk-zijn toch met Rome verbonden wenste te blijven. Rome heeft, vol gens veler oordeel, deze volgzaam heid van Alfrink telkens uitgebuit door steeds brutaler tussen beide te komen in het beleid van de Neder landse bisschoppen. Eenzelfde toegeeflijkheid ziet men dan ook in het beleid van de kardi naal ten opzichte van de ultra-recht se groepen in de Nederlandse rooms-katholieke kerk. Voor Alfrink zelf is er echter geen sprake van door ds. A. T. Besselaar DE EENZAME KARDINAAL toegeeflijkheid. Hij brengt dit alles zeer bewust op de noemer van het dialogiseren. Zijn favoriete bijbel woord is: 'Wij zijn geen dwingelan den van uw geloof, maar medewer kers aan uw blijdschap' (II Kor, 1,24). Zijn grote kracht, getuigt een ander, is dat hij met iedereen in gesprek blijft. Maar ondanks deze bereidheid tot gesprek komt toch uit het boek van Oostveen het beeld over van een eenzaam mens. Men spreekt van een barrière om hem heen. Niemand, behalve zijn naaste familie, tutoy eert hem. gasten-voor de gezelligheid ontvangt hij bijna nooit. Toch type ren de mensen die hem kennen, hem niet als een autoritaire, onge naakbare of onvriendelijke man, in tegendeel. hij is trouw en geestig, altijd bereid tot luisteren en helpen. Geen verheldering Het boek van Ton Oostveen zou een prachtige gelegenheid zijn geweest om iets meer te horen over enkele overbekende gebeurtenissen waar de kardinaal een rol in speelde. Maar van het mandement van 1954, dat hij medeondertekend heeft (maar waarvan beweerd is dat hij er toch een gereserveerd standpunt tegeno ver innam), wenst hij zich ook nu nog niet openlijk te distanciëren, terwijl we van iemand als mejuf frouw Klompé horen dat zij destijds al tegen Alfrink heeft gezegd dat zij er 'kapot' van was. Hetzelfde moet gezegd worden van de kwestie-Irene. De kardinaal is nog altijd niet bereid veel over die zaak te zeggen, klaagt Oostveen. Toen prins Bernhard, tegen de verwachting van Alfrink in, niet naar Rome kwam om de her-doop bij te wonen, heeft de kardinaal nagelaten Soestdijk op te bellen om precieze informatie te krijgen over de wijze waarop de prinses destijds gedoopt was. Mgr. Damen, de procu rator van het Nederlandse episco paat in Rome, die het allemaal van nabij meemaakte, en ook oud-minis ter Klompé nemen de kardinaal dit verzuim nu nog kwalijk. Moed De grootheid van Alfrink blijkt pas goed in grote momenten. Door het tweede vatikaans concilie werd hij in de hele wereld bekend. Niemand heeft zo duidelijk en moedig de positie van paus en bisschoppen om schreven als kardinaal Alfrink op 2 oktober 1963. Hij zei tot het concilie dat het onjuist was dat in de stuk ken steeds gesproken werd over Pe trus en de apostelen. Petrus was immers óók apostel cn hij hoort, als de eerste, binnen het college. 'Ik zou daarom willen voorstellen te lezen: 'Petrus en de overige aposte len' of 'Petrus met de overige apos telen". Tevoren al (in 1961 nota bene) had hij de gedachte geopperd dat zoiets als een bisschoppensynode blijvend een plaats zou moeten krijgen in het bestuur van de kerk, een ge dachte die later door het concilie is overgenomen. Bij vele traditioneel ingestelde kerk leiders en die waren en zijn er meer dan hem lief is werd Al frink door deze voorstellen verdacht. Blijkbaar niet bij paus Johannes XXIII, die hem als jongste in het presidium van het concilie benoem de en die op zijn sterfbed een relikwie aan hem vermaakte waarop stond: de kerk moge vrij, zuiver en katholiek blijven. 'Ik denk dat de Utrechtse kardinaal hier veel plezier aan zal beleven', moet de paus bij die gelegenheid gezegd hebben. In Nederland werd Alfrink in die dagen anders beoordeeld dan in de rest van de wereld. Was hij ginds de progressieve kardinaal, hier werd hij door velen beschouwd als de behoudende tegenpool van de bis schoppen Bekkers en De Veth. In ons land werd hij pas bekend als een man die wel degelijk open staat voor vernieuwingen, toen hij de ver antwoordelijkheid aanvaardde voor de Nieuwe Katechismus, een geloofs verkondiging voor volwassenen, en voor de voorbereiding en verwerke lijking van het Nederlands pastoraal concilie. Dit pastoraal concilie vroeg van Alfrink een duidelijke stand puntbepaling inzake de ontkoppeling van priesterschap en celibaat. En toen hij aan dit verlangen van velen in de kerkprovincie voldeed, heeft hem dat pas goed in de krisis èn in de publiciteit gebracht. Pax Christi Dat degenen die kardinaal Alfrink van te grote toegeeflijkheid beschul digen, zich toch wel eens deerlijk zouden kunnen vergissen, kan blij ken uit zijn werk in het kader van de Pax Christi-vredesbeweging. Hij heeft in dat uiterst belangrijke werk veel energie gestoken. Sinds 1965 is hij internationaal voorzitter van Pax Christi. Maar al in 1963 formuleerde hij heel scherp de vragen die bij het zoeken naar de vrede ter sprake moeten komen: welke verantwoorde alternatieven bestaan er,, voor de huidige bewapeningswedloop, hoe dient een toekomstige vrede georga niseerd te worden en welke verhou ding tot de communistische wereld zal met betrekking tot deze en soort gelijke vraagstukken in de nieuw ontstane wereldsituatie de meest juiste zijn? Door zijn ageren tegen de bewape ningswedloop en zijn pleidooien voor afspraken en regelingen, kwam hij ook hier steeds meer in het isole ment. De belangrijkste politici, ook in ons eigen land, namen hem zijn uitspraken zeker niet in dank af. Hier kent hij beslist geen compro mis. Onverbloemd zegt hij tegen Oostveen: 'Wie aan de vrede wil werken in een wereld waarin de onrechtvaardigheid heerst, moet le ren te protesteren tegen de gevestig de orde, steeds als deze ertoe bij draagt dat de misstanden verborgen worden en het schandaal wordt ont kend.' Voor mij is die foto uit dit goed-geïllustreerde boek het meest typerend voor Alfrink, waarop hij staat naast de aartsbisschop van Olinde en Recife mgr. Helder Cama- ra (die heeft het nooit tot kardinaal gebracht!). Vernietigend oordeel In de laatste jaren is de penibele situatie van de Nederlandse kerkpro vincie en haar kardinaal in het geheel van de rooms-katholieke kerk ineens veel duidelijker aan de dag getreden. De kardinaal zelf wil ken nelijk tot elke prijs de paus buiten schot houden. En dat siert hem. Het hoort ook tot zijn vroomheid. Hij spreekt over Paulus VI als 'een mens om van te houden', als een voorzichtig man die onvoldoende wordt ingelicht door zijn omgeving. Zonder het te willen spreekt Alfrink naar mijn mening daarmee een ver nietigend oordeel uit over deze paus, die dan blijkbaar een willige marionet is van de Romeinse curie en die geen kans ziet om zoals zijn voorganger dat deed door de manipulaties van de Romeinse curie heen te breken. Feit is dat ook Alfrink moet toege ven dat Rome een steeds scherper beleid ten opzichte van Nederland is gaan voeren. Daarbij speelt de nun tius in ons land een kwalijke rol. Ondanks de telefonische smeekbeden van de kardinaal weigerde deze vati- kaanse gezant destijds om de laatste periode van het pastoraal concilie bij te wonen. Maar ook mensen van de Confrontatiegroep, zoals bijvoor beeld prof. Van der Ploeg, spannen zich in om Rome te bewerken. En bij de benoeming van bisschop Gij- sen heeft 'de beruchte Duitse pre laat' Fittkau een beslissende rol ge speeld. En zo vraagt Oostveen zich af wat bereikte iemand als minister Luns in Rome? In ieder geval wist de kardinaal van de benoeming van dr. Simonis tot bisschop van Rotterdam geen dag eerder dan iedereen. Hij heeft toen een telegram naar Rome gezonden am te protesteren, maar men heeft Item geen antwoord waardig ge keurd. Bij de bisschopsbenoeming in Roer mond werd de kardinaal, zo moge lijk, nog erger gedesavoueerd. Toen was hem eerst de uiterst rechtse deken Joosten van Echt als kandi daat gepresenteerd. Na Alfrinks ver ontwaardigde afwijzing komt de naam van dr. Gijsen te voorschijn. Weer brengt de kardinaal zijn be zwaren naar voren. 'U zei dus', vraagt Oostveen hem, 'dat u ook deze voordracht niet de meest ideale leek'. 'Nou', antwoordt de kardinaal, 'ik meen me wel \Vat sterker uitge drukt te hebben'. Niet aftreden Kardinaal Alfrink is 72 jaar. Zijn vriend, de emeritus-bisschop van Groningen mgr. Nierman, zegt dat hij niet met emeritaat mag gaan. En ook bisschop Bluyssen zegt dat hij het heel erg zou vinden als de kardinaal zou gaan rusten. 'Wie moeten wij op zijn zetel verwachten, wanneer hij weggaat?' voegt hij er somber aan toe. Rome heeft de tijd, zou men pessi mistisch kunnen zeggen. Pater van Asten, generaal van de Witte Paters in Rome, meent dat Rome mikt op de ultra-rechtse groepering en daar van de kerk van Nederland wil ma ken. En het tijdschrift Conto heeft hetzelfde gesuggereerd. Men streeft naar een alternatieve orthodoxe kerkprovincie met eigen bisschoppen en een eigen priesteropleiding. Kar dinaal Alfrink is daar kennelijk ook niet helemaal gerust op. Hij zegt dat deze beweringen niet door de feiten bewezen kunnen worden. Anderzijds en dat klinkt heel wat optimistischer heeft Rome de tijd tégen. Op de lange duur zal blijken dat het centralisme van Rome ook in vele andere kerkprovincies niet meer wordt geaccepteerd. Rome zal zijn greep op Nederland kwijt ra ken. Bij vele rooms-katholieken in ons land is de waardering voor het optreden van Rome tot ver beneden het nulpunt gedaald. Het levensverhaal van Alfrink gaat door. Naar wij hopen nog vele ja ren. Hij strijdt voor een, voor dé goed.e zaak, zoals zijn wapenspreuk luidt:- evangelizare divitias Christi, de rijkdommen van Christus verkon digen. Dat kan nooit vergeefs zijn. x) Ds. A. T. Besselaar te Eindho ven, Lid van het gereformeerde dc- putaatschap 'Reformatie-Rome', be spreekt: Tïernard Alfrink, katholiek' door Ton Oostveen; uitg. Malmberg, Den Bosch, 160 pag. plus 14 folo- pag.; prijs 9,75. door A. J. Klei Mild en welgevoed kwam een broeder ouderling van tafel. Hij zag mij staan en zei: 'Weet je. Herman Ridderbos schrijft nu wel in het Gereformeerd Weekblad dat-ie een hotelkerk zo erg vindt, maar ik zou er best wat voor voelen. De mensen denken tegenwoor dig zo verschillend en dan is het toch mooi als ze uit diverse menu's kun nen kiezen, want tenslotte komt het allemaal uit één en dezelfde keuken'. Het zal duidelijk zijn dat dit gesprek je op de gereformeerde synode plaats vond. Ik weet niet of dit synodelid tot zijn lofzang op de hotelkerk was geïnspireerd door de juist genoten maaltijd op de De blije werelt, ik weet wèl dat ik pas achteraf bedacht wat ik had kunnen antwoorden: man, je lijkt wel ethisch!' Ethischen zijn er, helaas, niet meer. maar in mijn boekenkast staat het 'Jaarboek der Ethische Vereeniging 1930-1931' en daarin bezingt ds. H. N. Kruyt 'de schoonheid van het bestaan van verschillende richtingen'. Die man zou vandaag stellig geen last hebben gehad van polarisatie (door dr. A. H. van den Heuvel onlangs in 'Wending' omschreven als: 'organisa torische stolling van tegengestelde po sities'). Gereformeerden zijn er dc mensen niet naar om iets moois te zien in het bestaan van verschillende richtingen en als er in hun kring zoiets begint als een stollingsproces kijken ze bij zonder benauwd. We moeten elkaar vasthouden! roepen ze nogal eens op dc gereformeerde synode, cn mag die uitroep al eens gebezigd zijn om moeilijke punten onder de tafel te vegen, als je. zoals ik deze week. de éne dag in de krant moet zetten dat er weinig eenstemmigheid heerst op de gereformeerde synod en de vol gende dag komt met het bericht over een nagenoeg eenporig genomen be sluit: dan is er toch wel wat. méér aan de hand dan dat er een met succes in elkaar geknutseld compromis op tafel was gelegd. Tenslotte ging het om een zaak die de gereformeerde gemoede ren vrij duchtig beroerde: de vraag of dat kan, wat professor Kuitert doet, nl. de historiciteit van de zondeval ontkennen én vasthouden aan het be lijden der kerk dat God de mens goed geschapen heeft. Het feit dat men elkaar gevonden heeft (wil men: vastgehouden heeft) bij alle niet onduidelijk verschil van visie, bewijst dat er in de gerefor meerde synode de sterke wil leefde te zien naar wat wezenlijk verbindt. Jaja, ze waren bang voor scheuring, hoorde ik iemand al wat schamper zeggen. 'tZou erger zijn als ze daar niet bang voor waren geweest. Overi gens is het naar mijn stellige indruk niet de vrees daarvoor geweest, die de uiteindelijke uitspraak gedicteerd heeft, maar een positieve gezindheid over en weer. Voordat de synode gisteren ging pra ten over het deputatenrapport 'Over mensen die homofiel zijn' schoot ik de Middelburgse ds. P. van Til aan: de man die in een aparte nota uiteen zette dat de historiciteit van de zonde val recht overeind moet blijven staan. Is hij nu overstag gegaan? En waar om? Ds. Van Til: 'Wat professor Kuitert precies denkt is niet door mij onder woorden te brengen, maar in de syno dale uitspraak vind je alles wat be heersend is voor mijn standpunt. Dit punt stond en staat voor mij centraal: hetgeen wij geloven is gefundeerd in de dóden van God in de geschiedenis. Al je het geschiedeniskarakter van wat in de bijbel verteld wordt, loslaat dan verdwijnt de basis Méér: op wel ke wijze wij nu die historiebeschrij ving in de Schrift moeten typeren is een zaak waarvoor we de goede aan duiding nog niet gevonden hebben. Als je nu naar onze uitspraak kijkt zie je dat het wóórd 'historiciteit' (van de zondeval dus) is losgelaten. Dit is gebeurd omdat dit woord een te begripsmatig karakter heeft. Het is geworden: het gebeuren. En als Kui tert hierachter staat, dan eist de goe de trouw te geloven dat wij elkaar hierin gevonden hebben en dat er niet gewerkt wordt met dubbelzinnige uitspraken. Kuitert heeft me na af loop de hand gedrukt en dan neem ik aan dat wc elkaar in één zin verstaan'. Volgende vraag aan ds. Van Til: de verontrusten wilden dat maatregelen genomen zouden worden, zij zullen dus wel teleurgesteld zijn? Ds. Van Til: 'Kerkelijke tucht is me disch van aard, ze is immers bedoeld tot genezing van de kerk. Nu hadden de gereformeerden vroeger de ge woonte er meteen de chirurg bij te halen, er moest wat weggesneden wor den, maar tegenwoordig zien we in dat er ook nog internisten zijn. Ds. Van Til ziet dus de uitspraak in de zaak-Kuitert als een soort maatre gel, als een vorm van judiciële leer- tucht (je zegt: zus en zo zit het, maar je verbindt er geen tuchtaffaires mee. als ik het in dit verhaal zo mag omschrijven). Ds. Van Til: 'Zo kun je het inderdaad zien'. En verwacht ds. Van Til veel van judiciële leertucht? Ds. Van Til: 'Daar verwacht ik ontzet tend veel van'. Nu de kwestie van de homofilie. Ik wilde, na alles wat daarover al gezegd en geschreven is, ook in deze krant, na het verschijnen van het rapport 'Over mensen die homofiel zijn', vrij beknopt over de discussie berichten. Eerst dit: besloten is het inmiddels erg bekend geworden rapport, samen met het rapport van de synodale com missie van advies (geschreven door dr. D. van Swigchem) en mét de nodige kanttekeningen 'op ruime schaal beschikbaar te stellen als zijn de een goede bijdrage tot de menings vorming (één stem tegen: die van drs. A. M. van der Zande). De synode besloot óók te bevorderen dat in gemeenten en kerkelijke verga deringen 'veel meer dan tot dusver over het vraagstuk van de homofiele naaste en zijn plaats in gezin en gemeente wordt nagedacht en gespro ken'. Wat het debat betreft, daarin ontbrak gelukkig vrijwel geheel een medelij dend toontje, en naar ik van de publieke tribune begreep is iets der gelijks ook niet ervaren. Trouwens, dr. O. G. Broek Roelofs zei met nadruk dat mensen die homofiel zijn niks hebben aan half-zacht medelij- ADVERTENTIE WAARHEID EN EENHEID Orgaan van het gereformeerd leven. Uitg. KARSSEN BODEGRAVEN (Vraagt proefnummer) Uitvoerige Synode-verslagen den. Hij was blij dat het rapport, nog niet voorzien van synodaal ijk, al zo veel gelezen was: het heeft bevrijdend gewerkt. Mevrouw C. A. v. d. Sijs-Meulink vroeg: waarom duurt het zo griezelig lang voordat we hardop erkennen dat we vroeger verschrikkelijke dingen hebben gezegd? dr. H. B. Weijland: gaan we op weg naar het normalise ren van de homofilie als legitieme variant? Mr. R. J. Mulder: zijn er nu wel echt zoveel homofielen? Psychiater dr. M. Zeegers tot mr. Mulder: begin maar eens postzegels te verzamelen, dan merk je opeens dat de wereld vol filatelisten zit! Drs. J. van der Meulen (evenals dr. Zeegers deputaat): je hoort praten over zich- uitleven, maar wat wij vragen gaat om vriendschap binnen de grenzen van de verbintenis; maar als je zo'n verbintenis niet wilt erkennen en je de zaak dus buiten de sociale orde brengt, dan juist krijg je wat men noemt zich-uitleven. Prof. dr. G. Th. Rothuizen (deputaat en aangevallen voor zijn woorden: wij weten wel beter, nl. dan Paulus): de manier waarop ook de meest veront ruste onder u zijn huwelijk inricht en beleeft is ónpaulinisch en ook niet naar de regels van Genesis! Tot zover een enkel punt uit de discussie. De synode besloot weer een deputaatschap te benoemen want zij wil toch wel komen tot 'een gemeen schappelijke standpuntbepaling'. Mijn vraag blijft: is dat nodig? Ook: is dat mogelijk, want krijg je ooit een ver haal waar zowel, laat ik zeggen, ds. Brussaard van het homofielenpasto raat als ds. Bonds van het EO-forum ja tegen zeggen? Laat de manier waarop 'Over mensen die homofiel zijn', zónder synodale zegen én zonder één bepaalde visie te verkopen, al heeft gefunctioneerd niet zien dat je ook best eens zonder zorgvuldig in elkaar gedokterde synodale uitspraken een eind op weg komt? Toekomstverwachting en christelijke hoop drs. Th. J. M. van Velthoven en dr. H. M. Boeracker. Uitg. Boom, Meppel, 96. pag, prijs 8,50 Beide rk. auteurs houden zich bezig met de vraag naar de rol van het bijbelse beloftewoord in de toekomst verwach ting van de mens, en hoe geloofsvisie en maatschappelijk handelen op el kaar kunnen aansluiten. Vervreemding als levensgevoel door drs. Tom Tak. Uitg. Boom, Meppel, 72 pag., prijs ƒ6,90. De r.k. auteur, ver bonden aan het pedagogisch instituut van de rijksuniversiteit te Utrecht, houdt zich bezig met de invloed van onze welvaartmaatschappij op jeugdi gen. Brieven aan de eerste gemeente door ds. H. de Niet. Een nieuw deeltje in de reeks Bijbelse leidraden (eerder door dr. Buskes in dit blad aangepre zen) waarin de brieven aan de He breeën, van Jacobus, van Petrus en Johannes (de eerste) en van Judas aan de orde komen. Te bestellen bij: Bureau vrijz. hervormden, Wijde Ka pelsteeg 3, Amsterdam-C; prijs ƒ2,-. GASTVRIJHEID In Genesis 18 lezen wij van de dri mannen die bij Abraham komen. H| verhaal begint met de opmerking: E de HERE verscheen aan hem bij d terebinten van Mamre' Als Abrahai dan ook zegt: 'Mijn heer', dan heel hij in één van hen de hoofdfiguij herkend. Een verschijning van Go met twee boden, zal de bedoeling ziji In de Oosterse kerken is dit bezot aan Abraham een geliefde voorstei ling op ikonen. Aanvankelijk was bi paald dat Abraham en Sara daar ocj op moesten voorkomen, maar latj ziet men alleen de drie mannen, hd zittend rondom een tafel, waarop ei schotel met daarin een kalfskop. Al raham zou volgens de opvatting achtj deze ikoon de drieënige God ontva) gen hebben. De ikoon staat bekeil als die van de philoxenie (letterlij de vreemdelingenliefde), de gastvr heid. In de schotel zou zich het gela van de Zoon (rechts op de ikoo weerspiegelen, wat zou wijzen op h sacrament. In het verhaal blijkt v dit alles niets. Het is de HERE d telkens spreekt. Dat men hierbij g dacht heeft aan de gastvrijheid is ni zo vreemd. Abraham ontdekt plotse! drie vreemdelinge^ in de buurt v de hoofdtent, waarin hij zich in middag bevindt. Hij snelt hen tej moet en met een bijna plechtige 1 leefdheid nodigt hij hen uit bij h< aan te komen. De woorden waarin hij dit doet luiden: ga niet aan i knecht voorbij. Intussen horen wij: de uitdrukking iets van de indruk hun gang op Abraham maakte. V die gang zo dat gevreesd moest w den dat zij verder gingen? Dat z een bijbels gegeven kunnen zijn. O in het evangelie lezen wij dat Heer af en toe doet alsof hij ven gaat. 'En Hij wilde verder gaa lezen we in het verhaal van 'JeZ gaande over het meer' (Marcus 6), i ook in Lukas 24 lezen we dat de He doet alsof hij verder wil gaan, nl. I de Emmaüsgangers. Hij wil blijkba gevraagd worden. Hij wil te gast zi bij mensen, maar mensen moeten d speciale gastvrijheid bieden en aa bieden. Ga toch niet aan uw knet voorbij, is een gebed dat in aller! situaties kan weergeven wat wij zo den willen vragen. Zo wordt het o aangereikt. Misschien vandaag spe aal ten opzichte van de naderem zondag, als de Heer te gast wil zijn zijn gemeente. (Genesis 18, 1-8). NED. HERVORMDE EERK Beroepen te Meerkerk: A. Romein Wezep; te Oudewater: J. Vroeg in wei te Emmeloord Bedankt: voor Sprang: J. Wiemanl Alblasserdam. Afscheid: 26 november, van Amst dam: C. Keers, wegens emeritaatj 65-jarige leeftijd; van Rijswijk (Z1 dr. P. Jonges, wegens emeritaat op jarige leeftijd; van Hilversum: Mej. M. van Wijk, oud-vicaris, beroepen Hoorn (NH); van Witmarsum, Pi jum en Zlirich (als hulppred. met j bevoegdheden v. e. pred.): kand. Oosterwal, ber. te Zevenhuizen (Gr Intrede: te Nijland: A. Meijeringhl St. Pancras. GEREF. KERKEN Beroepen: te Anjum: T. J. Hagen, Melbourne (Leersum). Intrede, 19 november, kand. P. Bijl, die daar huidiensten heeft verricht; A. R. Plaatzer te Kampen. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen: te Deventer en te Vfl wenpolder: E. Woudt, kand. te 1 schoten; tc Oldehove, te Smilde-Q terwolde en Sushuisterveen-Open L. J. Joosse, kand. te Hattem. GEREF. KERKEN (VRIJG B TENV.) Afscheid te Middenmeer, van Wie germeer: J. Stuij ber. te Steenwijk CHR. GEREF. KERKEN Intrede, 30 november, te 's-Gravei ge-Rijswijk: W. J. Quist te Opperd GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Rotterdam-C: P. te Dirksland. BAPTISTEN GEMEENTEN Intrede te Veendam: A. Vissche! Alblasserdam en Dordrecht. ;r, te Driji r sinds mrt.l richt; te Nie^ De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J. de Berg (waarnemend) Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Amsterdam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2