Van ethisch jaarboek naar homofilie-rapport
Wij ontvingen
vandaag
Beroepings-
werk
Trouw
Kwartet
TROUW /KWARTET ZATERDAG 25 NOVEMBER 1972
KERK T2/K2
Enkele duizenden jongeren zijn
bijeen in de Brabanthallen in
Den Bosch. Zij hebben de Pax
Christi-voettocht achter de rug
en vieren het feest van hun
Heer. De bisschop van Den
Bosch leidt de dienst" en brengt
aan het eind de groeten over
van kardinaal Alfrink. De jon
geren antwoorden met een sterk
en langdurig applaus en heffen
spontaan een 'he is a jolly good
fellow' aan.
Bernard kardinaal Alfrink is po
pulair in ons land. Zelfs kriti
sche jongeren staan achter hem.
Vooral sinds hij in een scherp
conflict met Rome betrokken is.
Daarom zal het boek van Ton
Oostveen 'Bernard Alfrink, ka
tholiek'*) vast en zeker gretig
aftrek vinden.
Opzienbarende onthullingen zal men
overigens in dit boek niet aantref
fen. Oostveen heeft er zijn best
genoeg voor gedaan. Hij voerde vele
uitvoerige gesprekken met de kardi
naal. Maar Alfrink is uiterst zuinig
met zijn commentaar op de gebeur
tenissen van gisteren en eergisteren.
De waarde van het boek moet dan
ook vooral gezocht worden in het
bijeenbrengen van veel materiaal
dat her en der verspreid aanwezig
is. Daardoor komt men wel degelijk
onder de indruk van de wel heel
moeilijke positie van deze kardinaal
en van zijn ongetwijfeld sterke per
soonlijkheid.
Oostveen onthoudt zich bijna steeds
van een eigen oordeel. Hij laat an
deren aan het woord de hooglera
ren Haarma en Schillebeeckx en
oud-minister Klompé bijvoorbeeld
en speelt zelf vrij konsekwent de
rol van de neutrale journalist. Dat
is niet onverstandig. Want door de
zwijgzaamheid van de kardinaal is
het niet mogelijk een echte biogra
fie te maken, nu hij nog volop in de
spanning staat tussen de rebelleren
de Nederlandse kerkprovincie en de
listig opererende romeinse curie.
Die spanning trilt werkelijk door
het hele boek heen. Zij wordt zelfs
terug-geprojekteerd in de periode
vóór zijn bisschopsbenoeming. Is de
kardinaal misschien nog altijd ver
vuld van rancunes jegens Rome om
dat destijds zijn proefschrift ('Israë-
listische en Babylonische opvattin
gen over het hiernamaals') door de
pauselijke bijbelcommissie werd af
gekeurd? Zelf ontkent hij dat, maar
hij geeft wel toe dat hij zijn erva
ring van toen steeds weer heeft
teruggezien: de angst van Rome
voor nieuwe formuleringen en voor
aantasting van de oude geloofsleer
(20). En hij noemt dan met name
de moeilijkheden met de Nieuwe
Katechismus.
Van zijn gelijk inzake zijn proef
schrift is Alfrink nog altijd ten
volle overtuigd. Dat is typisch voor
hem. Hij is vasthoudend en toch
bijzonder intelligent een zeldza
me combinatie. Maar even typerend
voor hem lijkt mij da t h ij zijn
proefschrift destijds toch heeft aan
gepast. Hij noemde wat meer namen
van geleerden die in Rome hoog
aangeschreven stonden, bracht enke
le niet wezenlijke veranderingen aan
en de bezwaren waren verdwenen.
Toegeeflijk
Aanpassing aan de wensen van Ro
me zal Alfrink later nog vaak wor
den verweten. Bij alle waardering
voor zijn pogingen om de relatie
met de wereldkerk te bewaren, rich
ten de bezwaren tegen de kardinaal
zich toch juist op zijn te ver gaande
toegeeflijkheid tegenover Rome.
Prof. Haarsma zegt dat hij bij de
kwestie van de Nieuwe Katechismus
het verschil tussen de Romeinse en
de Nederlandse theologie veel duide
lijker had moeten benadrukken. Hij
had moeten laten zien dat Neder
land in zulk een pluriformiteit van
kerk-zijn toch met Rome verbonden
wenste te blijven. Rome heeft, vol
gens veler oordeel, deze volgzaam
heid van Alfrink telkens uitgebuit
door steeds brutaler tussen beide te
komen in het beleid van de Neder
landse bisschoppen.
Eenzelfde toegeeflijkheid ziet men
dan ook in het beleid van de kardi
naal ten opzichte van de ultra-recht
se groepen in de Nederlandse
rooms-katholieke kerk. Voor Alfrink
zelf is er echter geen sprake van
door
ds. A. T. Besselaar
DE
EENZAME
KARDINAAL
toegeeflijkheid. Hij brengt dit alles
zeer bewust op de noemer van het
dialogiseren. Zijn favoriete bijbel
woord is: 'Wij zijn geen dwingelan
den van uw geloof, maar medewer
kers aan uw blijdschap' (II Kor,
1,24). Zijn grote kracht, getuigt een
ander, is dat hij met iedereen in
gesprek blijft.
Maar ondanks deze bereidheid tot
gesprek komt toch uit het boek van
Oostveen het beeld over van een
eenzaam mens. Men spreekt van een
barrière om hem heen. Niemand,
behalve zijn naaste familie, tutoy
eert hem. gasten-voor de gezelligheid
ontvangt hij bijna nooit. Toch type
ren de mensen die hem kennen,
hem niet als een autoritaire, onge
naakbare of onvriendelijke man, in
tegendeel. hij is trouw en geestig,
altijd bereid tot luisteren en helpen.
Geen verheldering
Het boek van Ton Oostveen zou een
prachtige gelegenheid zijn geweest
om iets meer te horen over enkele
overbekende gebeurtenissen waar de
kardinaal een rol in speelde. Maar
van het mandement van 1954, dat
hij medeondertekend heeft (maar
waarvan beweerd is dat hij er toch
een gereserveerd standpunt tegeno
ver innam), wenst hij zich ook nu
nog niet openlijk te distanciëren,
terwijl we van iemand als mejuf
frouw Klompé horen dat zij destijds
al tegen Alfrink heeft gezegd dat zij
er 'kapot' van was.
Hetzelfde moet gezegd worden van
de kwestie-Irene. De kardinaal is
nog altijd niet bereid veel over die
zaak te zeggen, klaagt Oostveen.
Toen prins Bernhard, tegen de
verwachting van Alfrink in, niet
naar Rome kwam om de her-doop
bij te wonen, heeft de kardinaal
nagelaten Soestdijk op te bellen om
precieze informatie te krijgen over
de wijze waarop de prinses destijds
gedoopt was. Mgr. Damen, de procu
rator van het Nederlandse episco
paat in Rome, die het allemaal van
nabij meemaakte, en ook oud-minis
ter Klompé nemen de kardinaal dit
verzuim nu nog kwalijk.
Moed
De grootheid van Alfrink blijkt pas
goed in grote momenten. Door het
tweede vatikaans concilie werd hij
in de hele wereld bekend. Niemand
heeft zo duidelijk en moedig de
positie van paus en bisschoppen om
schreven als kardinaal Alfrink op 2
oktober 1963. Hij zei tot het concilie
dat het onjuist was dat in de stuk
ken steeds gesproken werd over Pe
trus en de apostelen. Petrus was
immers óók apostel cn hij hoort, als
de eerste, binnen het college. 'Ik
zou daarom willen voorstellen te
lezen: 'Petrus en de overige aposte
len' of 'Petrus met de overige apos
telen".
Tevoren al (in 1961 nota bene) had
hij de gedachte geopperd dat zoiets
als een bisschoppensynode blijvend
een plaats zou moeten krijgen in
het bestuur van de kerk, een ge
dachte die later door het concilie is
overgenomen.
Bij vele traditioneel ingestelde kerk
leiders en die waren en zijn er
meer dan hem lief is werd Al
frink door deze voorstellen verdacht.
Blijkbaar niet bij paus Johannes
XXIII, die hem als jongste in het
presidium van het concilie benoem
de en die op zijn sterfbed een
relikwie aan hem vermaakte waarop
stond: de kerk moge vrij, zuiver en
katholiek blijven. 'Ik denk dat de
Utrechtse kardinaal hier veel plezier
aan zal beleven', moet de paus bij
die gelegenheid gezegd hebben.
In Nederland werd Alfrink in die
dagen anders beoordeeld dan in de
rest van de wereld. Was hij ginds
de progressieve kardinaal, hier werd
hij door velen beschouwd als de
behoudende tegenpool van de bis
schoppen Bekkers en De Veth. In
ons land werd hij pas bekend als
een man die wel degelijk open staat
voor vernieuwingen, toen hij de ver
antwoordelijkheid aanvaardde voor
de Nieuwe Katechismus, een geloofs
verkondiging voor volwassenen, en
voor de voorbereiding en verwerke
lijking van het Nederlands pastoraal
concilie. Dit pastoraal concilie vroeg
van Alfrink een duidelijke stand
puntbepaling inzake de ontkoppeling
van priesterschap en celibaat. En
toen hij aan dit verlangen van velen
in de kerkprovincie voldeed, heeft
hem dat pas goed in de krisis èn in
de publiciteit gebracht.
Pax Christi
Dat degenen die kardinaal Alfrink
van te grote toegeeflijkheid beschul
digen, zich toch wel eens deerlijk
zouden kunnen vergissen, kan blij
ken uit zijn werk in het kader van
de Pax Christi-vredesbeweging. Hij
heeft in dat uiterst belangrijke werk
veel energie gestoken. Sinds 1965 is
hij internationaal voorzitter van Pax
Christi. Maar al in 1963 formuleerde
hij heel scherp de vragen die bij het
zoeken naar de vrede ter sprake
moeten komen: welke verantwoorde
alternatieven bestaan er,, voor de
huidige bewapeningswedloop, hoe
dient een toekomstige vrede georga
niseerd te worden en welke verhou
ding tot de communistische wereld
zal met betrekking tot deze en soort
gelijke vraagstukken in de nieuw
ontstane wereldsituatie de meest
juiste zijn?
Door zijn ageren tegen de bewape
ningswedloop en zijn pleidooien voor
afspraken en regelingen, kwam hij
ook hier steeds meer in het isole
ment. De belangrijkste politici, ook
in ons eigen land, namen hem zijn
uitspraken zeker niet in dank af.
Hier kent hij beslist geen compro
mis. Onverbloemd zegt hij tegen
Oostveen: 'Wie aan de vrede wil
werken in een wereld waarin de
onrechtvaardigheid heerst, moet le
ren te protesteren tegen de gevestig
de orde, steeds als deze ertoe bij
draagt dat de misstanden verborgen
worden en het schandaal wordt ont
kend.' Voor mij is die foto uit dit
goed-geïllustreerde boek het meest
typerend voor Alfrink, waarop hij
staat naast de aartsbisschop van
Olinde en Recife mgr. Helder Cama-
ra (die heeft het nooit tot kardinaal
gebracht!).
Vernietigend oordeel
In de laatste jaren is de penibele
situatie van de Nederlandse kerkpro
vincie en haar kardinaal in het
geheel van de rooms-katholieke kerk
ineens veel duidelijker aan de dag
getreden. De kardinaal zelf wil ken
nelijk tot elke prijs de paus buiten
schot houden. En dat siert hem. Het
hoort ook tot zijn vroomheid. Hij
spreekt over Paulus VI als 'een
mens om van te houden', als een
voorzichtig man die onvoldoende
wordt ingelicht door zijn omgeving.
Zonder het te willen spreekt Alfrink
naar mijn mening daarmee een ver
nietigend oordeel uit over deze
paus, die dan blijkbaar een willige
marionet is van de Romeinse curie
en die geen kans ziet om zoals
zijn voorganger dat deed door de
manipulaties van de Romeinse curie
heen te breken.
Feit is dat ook Alfrink moet toege
ven dat Rome een steeds scherper
beleid ten opzichte van Nederland is
gaan voeren. Daarbij speelt de nun
tius in ons land een kwalijke rol.
Ondanks de telefonische smeekbeden
van de kardinaal weigerde deze vati-
kaanse gezant destijds om de laatste
periode van het pastoraal concilie
bij te wonen. Maar ook mensen van
de Confrontatiegroep, zoals bijvoor
beeld prof. Van der Ploeg, spannen
zich in om Rome te bewerken. En
bij de benoeming van bisschop Gij-
sen heeft 'de beruchte Duitse pre
laat' Fittkau een beslissende rol ge
speeld. En zo vraagt Oostveen
zich af wat bereikte iemand als
minister Luns in Rome?
In ieder geval wist de kardinaal van
de benoeming van dr. Simonis tot
bisschop van Rotterdam geen dag
eerder dan iedereen. Hij heeft toen
een telegram naar Rome gezonden
am te protesteren, maar men heeft
Item geen antwoord waardig ge
keurd.
Bij de bisschopsbenoeming in Roer
mond werd de kardinaal, zo moge
lijk, nog erger gedesavoueerd. Toen
was hem eerst de uiterst rechtse
deken Joosten van Echt als kandi
daat gepresenteerd. Na Alfrinks ver
ontwaardigde afwijzing komt de
naam van dr. Gijsen te voorschijn.
Weer brengt de kardinaal zijn be
zwaren naar voren. 'U zei dus',
vraagt Oostveen hem, 'dat u ook
deze voordracht niet de meest ideale
leek'. 'Nou', antwoordt de kardinaal,
'ik meen me wel \Vat sterker uitge
drukt te hebben'.
Niet aftreden
Kardinaal Alfrink is 72 jaar. Zijn
vriend, de emeritus-bisschop van
Groningen mgr. Nierman, zegt dat
hij niet met emeritaat mag gaan. En
ook bisschop Bluyssen zegt dat hij
het heel erg zou vinden als de
kardinaal zou gaan rusten. 'Wie
moeten wij op zijn zetel verwachten,
wanneer hij weggaat?' voegt hij er
somber aan toe.
Rome heeft de tijd, zou men pessi
mistisch kunnen zeggen. Pater van
Asten, generaal van de Witte Paters
in Rome, meent dat Rome mikt op
de ultra-rechtse groepering en daar
van de kerk van Nederland wil ma
ken. En het tijdschrift Conto heeft
hetzelfde gesuggereerd. Men streeft
naar een alternatieve orthodoxe
kerkprovincie met eigen bisschoppen
en een eigen priesteropleiding. Kar
dinaal Alfrink is daar kennelijk ook
niet helemaal gerust op. Hij zegt dat
deze beweringen niet door de feiten
bewezen kunnen worden.
Anderzijds en dat klinkt heel wat
optimistischer heeft Rome de tijd
tégen. Op de lange duur zal blijken
dat het centralisme van Rome ook
in vele andere kerkprovincies niet
meer wordt geaccepteerd. Rome zal
zijn greep op Nederland kwijt ra
ken. Bij vele rooms-katholieken in
ons land is de waardering voor het
optreden van Rome tot ver beneden
het nulpunt gedaald.
Het levensverhaal van Alfrink gaat
door. Naar wij hopen nog vele ja
ren. Hij strijdt voor een, voor dé
goed.e zaak, zoals zijn wapenspreuk
luidt:- evangelizare divitias Christi,
de rijkdommen van Christus verkon
digen. Dat kan nooit vergeefs zijn.
x) Ds. A. T. Besselaar te Eindho
ven, Lid van het gereformeerde dc-
putaatschap 'Reformatie-Rome', be
spreekt: Tïernard Alfrink, katholiek'
door Ton Oostveen; uitg. Malmberg,
Den Bosch, 160 pag. plus 14 folo-
pag.; prijs 9,75.
door A. J. Klei
Mild en welgevoed kwam een broeder
ouderling van tafel. Hij zag mij staan
en zei: 'Weet je. Herman Ridderbos
schrijft nu wel in het Gereformeerd
Weekblad dat-ie een hotelkerk zo erg
vindt, maar ik zou er best wat voor
voelen. De mensen denken tegenwoor
dig zo verschillend en dan is het toch
mooi als ze uit diverse menu's kun
nen kiezen, want tenslotte komt het
allemaal uit één en dezelfde keuken'.
Het zal duidelijk zijn dat dit gesprek
je op de gereformeerde synode plaats
vond. Ik weet niet of dit synodelid
tot zijn lofzang op de hotelkerk was
geïnspireerd door de juist genoten
maaltijd op de De blije werelt, ik
weet wèl dat ik pas achteraf bedacht
wat ik had kunnen antwoorden: man,
je lijkt wel ethisch!'
Ethischen zijn er, helaas, niet meer.
maar in mijn boekenkast staat het
'Jaarboek der Ethische Vereeniging
1930-1931' en daarin bezingt ds. H. N.
Kruyt 'de schoonheid van het bestaan
van verschillende richtingen'. Die
man zou vandaag stellig geen last
hebben gehad van polarisatie (door
dr. A. H. van den Heuvel onlangs in
'Wending' omschreven als: 'organisa
torische stolling van tegengestelde po
sities').
Gereformeerden zijn er dc mensen
niet naar om iets moois te zien in het
bestaan van verschillende richtingen
en als er in hun kring zoiets begint
als een stollingsproces kijken ze bij
zonder benauwd. We moeten elkaar
vasthouden! roepen ze nogal eens op
dc gereformeerde synode, cn mag die
uitroep al eens gebezigd zijn om
moeilijke punten onder de tafel te
vegen, als je. zoals ik deze week. de
éne dag in de krant moet zetten dat
er weinig eenstemmigheid heerst op
de gereformeerde synod en de vol
gende dag komt met het bericht over
een nagenoeg eenporig genomen be
sluit: dan is er toch wel wat. méér aan
de hand dan dat er een met succes in
elkaar geknutseld compromis op tafel
was gelegd. Tenslotte ging het om een
zaak die de gereformeerde gemoede
ren vrij duchtig beroerde: de vraag of
dat kan, wat professor Kuitert doet,
nl. de historiciteit van de zondeval
ontkennen én vasthouden aan het be
lijden der kerk dat God de mens goed
geschapen heeft.
Het feit dat men elkaar gevonden
heeft (wil men: vastgehouden heeft)
bij alle niet onduidelijk verschil van
visie, bewijst dat er in de gerefor
meerde synode de sterke wil leefde te
zien naar wat wezenlijk verbindt.
Jaja, ze waren bang voor scheuring,
hoorde ik iemand al wat schamper
zeggen. 'tZou erger zijn als ze daar
niet bang voor waren geweest. Overi
gens is het naar mijn stellige indruk
niet de vrees daarvoor geweest, die de
uiteindelijke uitspraak gedicteerd
heeft, maar een positieve gezindheid
over en weer.
Voordat de synode gisteren ging pra
ten over het deputatenrapport 'Over
mensen die homofiel zijn' schoot ik
de Middelburgse ds. P. van Til aan:
de man die in een aparte nota uiteen
zette dat de historiciteit van de zonde
val recht overeind moet blijven staan.
Is hij nu overstag gegaan? En waar
om?
Ds. Van Til: 'Wat professor Kuitert
precies denkt is niet door mij onder
woorden te brengen, maar in de syno
dale uitspraak vind je alles wat be
heersend is voor mijn standpunt. Dit
punt stond en staat voor mij centraal:
hetgeen wij geloven is gefundeerd in
de dóden van God in de geschiedenis.
Al je het geschiedeniskarakter van
wat in de bijbel verteld wordt, loslaat
dan verdwijnt de basis Méér: op wel
ke wijze wij nu die historiebeschrij
ving in de Schrift moeten typeren is
een zaak waarvoor we de goede aan
duiding nog niet gevonden hebben.
Als je nu naar onze uitspraak kijkt
zie je dat het wóórd 'historiciteit'
(van de zondeval dus) is losgelaten.
Dit is gebeurd omdat dit woord een
te begripsmatig karakter heeft. Het is
geworden: het gebeuren. En als Kui
tert hierachter staat, dan eist de goe
de trouw te geloven dat wij elkaar
hierin gevonden hebben en dat er
niet gewerkt wordt met dubbelzinnige
uitspraken. Kuitert heeft me na af
loop de hand gedrukt en dan neem ik
aan dat wc elkaar in één zin verstaan'.
Volgende vraag aan ds. Van Til: de
verontrusten wilden dat maatregelen
genomen zouden worden, zij zullen
dus wel teleurgesteld zijn?
Ds. Van Til: 'Kerkelijke tucht is me
disch van aard, ze is immers bedoeld
tot genezing van de kerk. Nu hadden
de gereformeerden vroeger de ge
woonte er meteen de chirurg bij te
halen, er moest wat weggesneden wor
den, maar tegenwoordig zien we in
dat er ook nog internisten zijn.
Ds. Van Til ziet dus de uitspraak in
de zaak-Kuitert als een soort maatre
gel, als een vorm van judiciële leer-
tucht (je zegt: zus en zo zit het, maar
je verbindt er geen tuchtaffaires mee.
als ik het in dit verhaal zo mag
omschrijven).
Ds. Van Til: 'Zo kun je het inderdaad
zien'.
En verwacht ds. Van Til veel van
judiciële leertucht?
Ds. Van Til: 'Daar verwacht ik ontzet
tend veel van'.
Nu de kwestie van de homofilie. Ik
wilde, na alles wat daarover al gezegd
en geschreven is, ook in deze krant,
na het verschijnen van het rapport
'Over mensen die homofiel zijn', vrij
beknopt over de discussie berichten.
Eerst dit: besloten is het inmiddels
erg bekend geworden rapport, samen
met het rapport van de synodale com
missie van advies (geschreven door
dr. D. van Swigchem) en mét de
nodige kanttekeningen 'op ruime
schaal beschikbaar te stellen als zijn
de een goede bijdrage tot de menings
vorming (één stem tegen: die van drs.
A. M. van der Zande).
De synode besloot óók te bevorderen
dat in gemeenten en kerkelijke verga
deringen 'veel meer dan tot dusver
over het vraagstuk van de homofiele
naaste en zijn plaats in gezin en
gemeente wordt nagedacht en gespro
ken'.
Wat het debat betreft, daarin ontbrak
gelukkig vrijwel geheel een medelij
dend toontje, en naar ik van de
publieke tribune begreep is iets der
gelijks ook niet ervaren. Trouwens,
dr. O. G. Broek Roelofs zei met
nadruk dat mensen die homofiel zijn
niks hebben aan half-zacht medelij-
ADVERTENTIE
WAARHEID EN EENHEID
Orgaan van het gereformeerd
leven.
Uitg. KARSSEN BODEGRAVEN
(Vraagt proefnummer)
Uitvoerige Synode-verslagen
den. Hij was blij dat het rapport, nog
niet voorzien van synodaal ijk, al zo
veel gelezen was: het heeft bevrijdend
gewerkt.
Mevrouw C. A. v. d. Sijs-Meulink
vroeg: waarom duurt het zo griezelig
lang voordat we hardop erkennen dat
we vroeger verschrikkelijke dingen
hebben gezegd? dr. H. B. Weijland:
gaan we op weg naar het normalise
ren van de homofilie als legitieme
variant? Mr. R. J. Mulder: zijn er nu
wel echt zoveel homofielen?
Psychiater dr. M. Zeegers tot mr.
Mulder: begin maar eens postzegels te
verzamelen, dan merk je opeens dat
de wereld vol filatelisten zit! Drs. J.
van der Meulen (evenals dr. Zeegers
deputaat): je hoort praten over zich-
uitleven, maar wat wij vragen gaat
om vriendschap binnen de grenzen
van de verbintenis; maar als je zo'n
verbintenis niet wilt erkennen en je
de zaak dus buiten de sociale orde
brengt, dan juist krijg je wat men
noemt zich-uitleven.
Prof. dr. G. Th. Rothuizen (deputaat
en aangevallen voor zijn woorden: wij
weten wel beter, nl. dan Paulus): de
manier waarop ook de meest veront
ruste onder u zijn huwelijk inricht en
beleeft is ónpaulinisch en ook niet
naar de regels van Genesis!
Tot zover een enkel punt uit de
discussie. De synode besloot weer een
deputaatschap te benoemen want zij
wil toch wel komen tot 'een gemeen
schappelijke standpuntbepaling'. Mijn
vraag blijft: is dat nodig? Ook: is dat
mogelijk, want krijg je ooit een ver
haal waar zowel, laat ik zeggen, ds.
Brussaard van het homofielenpasto
raat als ds. Bonds van het EO-forum
ja tegen zeggen? Laat de manier
waarop 'Over mensen die homofiel
zijn', zónder synodale zegen én zonder
één bepaalde visie te verkopen, al
heeft gefunctioneerd niet zien dat je
ook best eens zonder zorgvuldig in
elkaar gedokterde synodale uitspraken
een eind op weg komt?
Toekomstverwachting en christelijke
hoop drs. Th. J. M. van Velthoven en
dr. H. M. Boeracker. Uitg. Boom,
Meppel, 96. pag, prijs 8,50 Beide
rk. auteurs houden zich bezig met de
vraag naar de rol van het bijbelse
beloftewoord in de toekomst verwach
ting van de mens, en hoe geloofsvisie
en maatschappelijk handelen op el
kaar kunnen aansluiten.
Vervreemding als levensgevoel door
drs. Tom Tak. Uitg. Boom, Meppel, 72
pag., prijs ƒ6,90. De r.k. auteur, ver
bonden aan het pedagogisch instituut
van de rijksuniversiteit te Utrecht,
houdt zich bezig met de invloed van
onze welvaartmaatschappij op jeugdi
gen.
Brieven aan de eerste gemeente door
ds. H. de Niet. Een nieuw deeltje in
de reeks Bijbelse leidraden (eerder
door dr. Buskes in dit blad aangepre
zen) waarin de brieven aan de He
breeën, van Jacobus, van Petrus en
Johannes (de eerste) en van Judas
aan de orde komen. Te bestellen bij:
Bureau vrijz. hervormden, Wijde Ka
pelsteeg 3, Amsterdam-C; prijs ƒ2,-.
GASTVRIJHEID
In Genesis 18 lezen wij van de dri
mannen die bij Abraham komen. H|
verhaal begint met de opmerking: E
de HERE verscheen aan hem bij d
terebinten van Mamre' Als Abrahai
dan ook zegt: 'Mijn heer', dan heel
hij in één van hen de hoofdfiguij
herkend. Een verschijning van Go
met twee boden, zal de bedoeling ziji
In de Oosterse kerken is dit bezot
aan Abraham een geliefde voorstei
ling op ikonen. Aanvankelijk was bi
paald dat Abraham en Sara daar ocj
op moesten voorkomen, maar latj
ziet men alleen de drie mannen, hd
zittend rondom een tafel, waarop ei
schotel met daarin een kalfskop. Al
raham zou volgens de opvatting achtj
deze ikoon de drieënige God ontva)
gen hebben. De ikoon staat bekeil
als die van de philoxenie (letterlij
de vreemdelingenliefde), de gastvr
heid. In de schotel zou zich het gela
van de Zoon (rechts op de ikoo
weerspiegelen, wat zou wijzen op h
sacrament. In het verhaal blijkt v
dit alles niets. Het is de HERE d
telkens spreekt. Dat men hierbij g
dacht heeft aan de gastvrijheid is ni
zo vreemd. Abraham ontdekt plotse!
drie vreemdelinge^ in de buurt v
de hoofdtent, waarin hij zich in
middag bevindt. Hij snelt hen tej
moet en met een bijna plechtige 1
leefdheid nodigt hij hen uit bij h<
aan te komen. De woorden waarin
hij dit doet luiden: ga niet aan i
knecht voorbij. Intussen horen wij:
de uitdrukking iets van de indruk
hun gang op Abraham maakte. V
die gang zo dat gevreesd moest w
den dat zij verder gingen? Dat z
een bijbels gegeven kunnen zijn. O
in het evangelie lezen wij dat
Heer af en toe doet alsof hij ven
gaat. 'En Hij wilde verder gaa
lezen we in het verhaal van 'JeZ
gaande over het meer' (Marcus 6), i
ook in Lukas 24 lezen we dat de He
doet alsof hij verder wil gaan, nl. I
de Emmaüsgangers. Hij wil blijkba
gevraagd worden. Hij wil te gast zi
bij mensen, maar mensen moeten d
speciale gastvrijheid bieden en aa
bieden. Ga toch niet aan uw knet
voorbij, is een gebed dat in aller!
situaties kan weergeven wat wij zo
den willen vragen. Zo wordt het o
aangereikt. Misschien vandaag spe
aal ten opzichte van de naderem
zondag, als de Heer te gast wil zijn
zijn gemeente. (Genesis 18, 1-8).
NED. HERVORMDE EERK
Beroepen te Meerkerk: A. Romein
Wezep; te Oudewater: J. Vroeg in
wei te Emmeloord
Bedankt: voor Sprang: J. Wiemanl
Alblasserdam.
Afscheid: 26 november, van Amst
dam: C. Keers, wegens emeritaatj
65-jarige leeftijd; van Rijswijk (Z1
dr. P. Jonges, wegens emeritaat op
jarige leeftijd; van Hilversum: Mej.
M. van Wijk, oud-vicaris, beroepen
Hoorn (NH); van Witmarsum, Pi
jum en Zlirich (als hulppred. met j
bevoegdheden v. e. pred.): kand.
Oosterwal, ber. te Zevenhuizen (Gr
Intrede: te Nijland: A. Meijeringhl
St. Pancras.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Anjum: T. J. Hagen,
Melbourne (Leersum).
Intrede, 19 november,
kand. P. Bijl, die daar
huidiensten heeft verricht;
A. R. Plaatzer te Kampen.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen: te Deventer en te Vfl
wenpolder: E. Woudt, kand. te 1
schoten; tc Oldehove, te Smilde-Q
terwolde en Sushuisterveen-Open
L. J. Joosse, kand. te Hattem.
GEREF. KERKEN (VRIJG B
TENV.)
Afscheid te Middenmeer, van Wie
germeer: J. Stuij ber. te Steenwijk
CHR. GEREF. KERKEN
Intrede, 30 november, te 's-Gravei
ge-Rijswijk: W. J. Quist te Opperd
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: voor Rotterdam-C: P.
te Dirksland.
BAPTISTEN GEMEENTEN
Intrede te Veendam: A. Vissche!
Alblasserdam en Dordrecht.
;r, te Driji
r sinds mrt.l
richt; te Nie^
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma, F. Diemer
Hoofdredactie:
J. de Berg (waarnemend)
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
Amsterdam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.