)e aanklacht van Jorrit Jorritsma Sïlers waarderen uitgebreide informatie' ,0(OUW/ 'KWARTET ZATERDAG 23 NOVEMBER 1972 SPORT T21/K21 MSTERDAM Drie maanden Bieden nu werd Henk Groot op- ieuw als een volwaardige werk- emer in 't voetbalbedrijf Ajax jgenomen. Hij werd in een oor Nederland (nog) unieke mctie geïnstalleerd: verkenner n analysator van ploegen aarmee Ajax moet duelleren. i onderzoeker van de in Neder- nd nog vrij grote markt jong 1 ilent. Een positie, die te verge- jken valt met de in Engeland al ng bekende taakomschrijving hief-scout'. Aan de benoeming an Groot werd toen geen enkele ichtbaarheid gegeven. Op ver- lek trouwens van De Groot zélf. )aar had ik geen enkele be- oefte aan. Ik ben een employé an een bedrijf. Daar is niets ponders aan. Een vertegen- foordiger van een firma in in- ictenbestrijdingsmiddelen ordt in de publiciteit toch - renmin naar voren gebracht? n in wat verschil ik van hem? Henk Groot is dus weer fullprof in de voetballerij. Waarmee een lang gekoesterde wens in ver vulling ging. Vóór zijn indienst treding was hij op free lance- basis aan Ajax verbonden. Dat viel niet meer te combineren met zijn toenmalige job als ver tegenwoordiger van een bouw onderneming. Tot Groots genoe gen besloot Ajax toen hem een aantrekkelijke positie voor te stellen. 'Ik had een formidabele baas. Hij verleende veel mede werking. Ik kwam veel met amb tenaren in contact. Relaties leg gen. Het was vaak werk-op-lan- gere-termijn. Dat is niets voor mij. Ik wil graag direct resul taat zien. Een voetbalwedstrijd duurt negentig minuten. Daar na weet je onmiddellijk waar je aan toe bent. Ik kon die voetbal lerij niet loslaten. Je wilt er een voudig bij blijven. Natuurlijk, als ik vijf wedstrijden in een week heb gezien, dan baal ik ook wel eens. Maar het is altijd tijdelijk. Een etmaal later boeit die sport je weer.' Henk Groot. Een speler, waarin het publiek Ajax herkende. Hij beschikte over een groot tech nisch vermogen; was bijzonder sterk in de lucht; had een bij zonder gevoel voor combinaties en passes; etaleerde een brede visie tijdens het spel zelf. Trad tientallen malen op in het Ne derlands elftal. Werd in die for matie ook dusdanig geblesseerd (meniscus), dat hij vroegtijdig de voetbalarena's moest verla ten. Rinus Michels betrok hem plotseling weer als scout bij Ajax. Waar hij nu definitief lijkt gearriveerd. Groot: 'Mijn ambi ties beperken zich vooralsnog tot Ajax. Ik volg ook de trainers- cursus. Die wil ik afmaken. Maar niet zozeer om me daarna in die wereld te storten. Daar is het beslist niet helemaal zo pret tig als wordt voorgesteld. Ieder- ENK GROOT, AJAX' ETAALDE SPEURDER een spiegelt zich aan figuren als Happel en Michels, maar zo'n carrière is maar voor twee op de honderd weggelegd. Natuur lijk, dat zou me wel aantrekken. Maar ik zie ook die andere 98. Die dit jaar in Limburg werken, vervolgens in Friesland zitten om daarna weer te verhuizen naar Brabant. Dat ambieer is be slist niet'. De ontwikkeling van de Groot loopbaan volgende lijkt het niet vreemd te veronderstellen, dat hij ooit promoveert naar een door Ajax aan Michels eens aan geboden functie, die van mana ger naar Engels idee. Groot: 'Daar denk ik nog niet aan. Je moet er uiteraard wel uithalen wat erin zit. Het zou een ideaal kunnen zijn. Maar ik ben eigen lijk niet zo'n idealen-steller. Nee, ik bepaal me voorlopig maar tot hetgeen ik nu doe. Maak me nog geen illusies'. andere acties dan die in de buurt van de bal alleen te kijken. Maar naarma te er meer informatie van je gevraagd wordt houd je je nog intensiever bezig met het totale spel'. KLINISCH Als Henk Groot zich nu op een tribu ne posteert voelt hij geen emoties meer. Analyseert hij slechts. Groot: 'Het wordt allemaal bijzonder kli nisch. Op een fraaie actie reageer je niet meer spontaan, je grift het slechts in je geheugen. Incidenteel voel je je nog maar bij de wedstrijd zélf betrokken. Vorig jaar bij Celtic- Inter, halve finale van het toernooi om de Europa Cup, toen er een beslissing geforceerd moest worden via strafschoppen, voelde ik wel die spanning. En als Ajax speelt, en ik slechts toeschouwer ben omdat mijn werk dan al gedaan is. Maar werkelijk ontspannen naar een wedstrijd kijk ik pas als ik er helemaal niet bij betrok ken ben. Zoals afgelopen zondag, Bel- gië-Nederland. Jammer alleen, dat de vertoning slechts boeide doordat er elk moment via een counter een doel punt kon vallen. Er was spanning, veel meer eigenlijk niet*. Niet alleen buitenlandse tegenstan ders staan op het programma van Groot. Hij volgt ook wekelijks Ajax' opponent van de volgende zondag. 'Maar', zegt hij, 'het belang daarvan is een stuk geringer. Ploegen die zijn opgenomen in het Europa Cup I- toernooi kunnen doorgaans als vrij zwaar gekwalifeerd worden. Voor uit wedstrijden moet je dan de taktiek op die van de tegenstander afstemmen. In Nederland hoef je d^ar vrijwel geen rekening mee te houden. Dan moet je het spel maken; de tegenstan der richt zich op Ajax. Natuurlijk moet je de spelers op verschillende punten wel wijzen, maar overdrijven is taboe. De meeste ploegen kennen ze trouwens wel en een overmaat aan informatie schaadt'. SCOUTING Het werk van Groot beperkt zich niet tot het alleen volgen van tegenstan ders. Hij geeft ook leiding aan Ajax* scoutingsapparaat, dat incluis Groot zelf vier personen telt Groot: 'Ik coördineer de werkzaamheden. Zeg waar de part-timers naar toe moeten. Behandel de tips, die in grote getale binnenstromen. Dat is overigens altijd zo geweest. Ajax heeft op jong talent altijd een grote aantrekkingskracht uitgeoefend. Dat is door de successen van de laatste jaren alleen nog maar versterkt. Het is overigens niet zó eenvoudig om talenten aan te trek ken. Zodra je over een contract be gint staat drs. Martin Snoeck al als adviseur op de stoep. Begrijpelijk vanuit hun standpunt, maar ik ga er vanuit dat een speler zich eerst moet waarmaken. Ga maar na: wat Johan Cruijff nu verdient, toucheerde hij vijf jaar geleden lang niet. Maar hij heeft zijn waarde voor Ajax bewezen. Die uitdaging accepteren veel jonge spelers niet. Ze gaan af op een belofte van een club, dat ze gegarandeerd in het eerste worden opgenomen. Nou ja, dat kan toch niemand beloven. Ik niet tenminste. Maar toch trappen ze erin'. Voetbal neemt Henk Groot weer vol komen in beslag. Zijn prestaties zijn niet in concrete cijfers uit te druk ken. Alleen intimi geven hem soms die waardering, die zijn uitgebreide werkzaamheden verdienen. Groot: 'Ik verslind kranten. Lees de nationale kranten, de internationale weekbladen als Sport Zllrich, France Football en dan nog talrijke streekbladen uit Am sterdam en omgeving. Daar staan vaak waardevolle tips in. Maar als ik dan wéér achter een krant zit zegt wel eens iemand: doe je weer niets. Maar er wordt vergeten, dat ook het ie:- n van kianten, weekbladen en der- gelijken tot mijn werk behoort'. iteui John Linse afloop van CSKA-Ajax werden oor de spelers louter van be- ^érwondering bol staande uit- ken geproduceerd over de en sche voorbereiding. 'We had deze ploeg nog nooit gezien, temin werden we met geen jge verrassing geconfron- ial d. Alles verliep zoals voor- s1|dwas. Het leek wel of je elke van de tegenstander al eer- was tegengekomen'. Woor- die Henk Groot tot grote te enheid stemden. Hij immers verantwoordelijk voor de -(yses van CSKA. Op zijn en iltelijk ook eigen waarne- ;en stippelde trainer Kovacs e volgen tactiek uit. Groot: schonk mij voldoening. Dat pelers dit werk zó waardeer- Want eigenlijk lever je wei- zichtbare' prestaties. vlocht geen enkel patroon aan- dat niet was vermeld in de orten, die Groot uit verkennings- en naar Griekenland (Panathi- s)en Bulgarije had samengesteld. inert hij zich: 'Opvallend was, er geen acties werden onderno- die anders wél tot de specifieke schappen van deze ploeg beho- Een voorbeeld. Die middenvelder haalt doorgaans elke wedstrijd zes keer van grote afstand uit. de schaatswereld is een schreeuwend gebrek aan werkelijke vakmensen' hij, hoe kan hij gepaseerd worden. Maar zo'n theoretische en praktische voorbereiding van de tactiek mag ook weer niet overgewaardeerd worden. Tenslotte hangt het tijdens de wed strijd van de spelers zélf af of het beoogde doel. ook gerealiseerd wordt. Informatie vóóraf dient als steun. Meer niet'. r Joop Holthausen MAAR Een aanklacht. De den van Jorrit Jorritsma en moeilijk anders worden ^}legd. Een aanklacht jegens ichaatsbond zonder dat er igens tussen hem en de B grote problemen leven. Dm: sans rancune. Louter en n gebaseerd op feitelijkhe- Een eerlijke poging om een schuwende vinger te leggen en aantal zere plekken van bond die voor het grootste uit hard werkende hobbyïs- estaat. Jorrit Jorritsma loopt ijn waarschuwing een risico. 6-jarige M.O.-'er uit Bergen de kans dat hij de bond op oms zo heel lange teentjes Jorritsma gaat er aan voor- mdat hij zichzelf niet wil ificeren met de bond. Omdat ch onafhankelijk voelt en is. acht spitst zich toe op twee De opleiding van nieuwe top 's of liever het volkomen ont- i ervan en de nog altijd uiterst kige maatschappelijke begelei- Ondanks een gelukkig groeiend positieve uitzonderingen t.a.v. atste punt n de schaatswereld een schreeu- gebrek aan werkelijke vakmen- an trainers die op wereldniveau t en willen werken. Ard heeft daar meermalen op ge- De enkelingen, die een poging richting wagen, worden maar dikwijls bruusk voor het hoofd in. Jorrit Jorritsma is er een nd voorbeeld van. Als kern- d maakte hij Lamberts, Huis- 6 Graaf en Pfrommer mee. Zijn •loma lichamelijke opvoeding is Tantie voor een degelijke onder- Wanneer Ronnie Nooitgedagt, Klos en Gerrit Woudenberg enter niet duidelijk hadden ge- eerd boven de gewestelijke trai- gbert van 't Oever, was Jorrit Da zelf volkomen uitgerangeerd it. Hoe is dat mogelijk in een _fdie nm iedere vakman zit te ?n. monopolie-positie opgebouwd. Nie mand komt er meer aan. Geen coördinatie 'De KNSB zou een cursus voor MO- ers moeten organiseren. Er wordt wel over gesproken maar er gebeurt niets. Uit die cursus kan het hogere kader van de bond worden gerecruteerd. Er is belangstelling genoeg voor. Alleen: het wordt niet aangepakt. Er is totaal geen coördinatie tussen de mensen die een positie hebben veroverd en degenen die belangstelling hebben voor het trainerschap. Ieder doet het op zijn eigen houtje. Wanneer de KNSB een cursus voor MO-ers zou invoeren moet de bond een coördina tor aantrekken. Een ervaren iemand. Leen Pfrommer zou die man kunnen zijn. En wanneer je eenmaal zover bent, dat het loopt, kun je overgaan tot decentralisatie van de training'. 'De kwaal is natuurlijk ook dat de bond door een voor het grootste deel goedwillende amateurs wordt geleid. Mensen die er een massa tijd aan spenderen, maar die dan kwaad wor den als je ze op fouten wijst Ze zien het zelf als hobby en denken ook dat de vakmensen het als hobby zien. Maar iedere MO-er die voor een hab- bekrats aan het werk gaat haalt zijn vak in mijn ogen naar beneden. Die man moet naar zijn capaciteiten gesa larieerd worden. En hij moet onaf hankelijk staan. Conditietrainer Henk Gemser heeft de afgelopen tijd eens gezegd dat er teveel mensen zijn die zich identificeren met de schaatsbond en daarmee sloeg hij de spijker pre cies op zijn kop. Een trainer moet een onafhankelijke positie innemen. Hij moet zelf beslissen. En zich niet het heft uit handen laten nemen'. Technische commissie 'Een technische commissie mag van mij best blijven functioneren, maar wel op een andere manier. Na afloop van het seizoen mogen ze, van mij gerust zeggen, hoe ik 't gedaan heb. En als ik het dan niet goed heb gedaan dan eruit. Maar tijdens het seizoen moeten zij zich niet met za ken bemoeien waarmee een trainer verreweg het beste op de hoogte is. Daarom zou ik ook het liefst een technische commissie zien die is sa mengesteld uit oud-schaatsenrijders. Uit mensen die zelf wat weten van trainingsopbouw. Maar zoals de toe stand nu is, is dat niet mogelijk. Niemand krijgt een kans'. 'En dan die maatschappelijke begelei ding. Die is vaak nog ten hemel schreiend. Ik weet wel dat er voor sommige jongens veel is gedaan. Maar er zijn er nog zoveel die ook hard hulp nodig hebben. Wat gebeurde er met de mensen die uit de kernploeg vielen. Wat heeft de bond voor mij gedaan, toen ik in 1970 uitviel. Anton Huiskes heeft mij toen geholpen. Huiskes die allang geen KNSB-coach meer was. Anton, die helemaal niet hoefde te helpen. Hij gaf mij de maatschappelijke duw die ik nodig had. Hij zag de schaatsers niet alleen als machines. Anton had er niet al leen belang bij dat de jongens 7.45 reden. Maar hij keek evengoed naar de menselijke kant van de zaak'. Gezakt 'En wat gebeurde er met Ronnie Nooitgedagt Ronnie zakte twee jaar achtereen voor een examen voor zijn studie fisiotherapie. Hij moest van school af. Gelukkig heb ik de zaak voor hem kunnen redden. En is hij nu weer hard aan het studeren. Daar om zie ik Ronnie dit jaar op het ijs nog niet zulke hoge ogen gooien. Hij heeft terecht voor de studie gekozen. Het schaatsen komt voorlopig op het tweede plan'. 'Er zijn meer van die gevallen. Bin nen de bond zullen er constant men sen bezig moeten zijn, met die maat schappelijke opvang. Want je kunt niet zeggen, je hebt vrijwillig voor dat schaatsen gekozen. Op een derge lijk niveau is schaatsen maar voor een bepaald percentage plezier. De rest is pure arbeid. Te veel mensen worden schaatsblind. Ze zien alleen maar de sport. En verliezen hun maatschappelijke carrière totaal uit het oog. Daar moet constant op gewe zen worden. Harm Kuipers is een goed voorbeeld. Hij weet precies hoe ver hij zich van het schaatsen meet distanciëren om het niet boven zijn maatschappelijke carrière te sielicn'. HENK GROOT, klinisch registreren op de tribune. Tegen Ajax kreeg hij daar de' kans niet toe. Dé verdienste van Gerrie Mühren, die zich volkomen opofferde om Kolev uit te schakelen. Weinigen hebben slechts gezien wat Mühren allemaal heeft verricht. Maar het was nuttig! STEUN Waarmee het belang van een gedegen inspectie is aangetoond. Een aspect van de voorbereidingen op een belang rijke wedstrijd, dat niet onderschat- mèg worden. Uitgebreide voorlichting over de kwaliteiten én de mankemen ten van de tegenstander wekken het vertrouwen van de spelers op. Zij kunnen zich ergens op concentreren, weten wat er van hen verwacht wordt en wat daarnaast nog tot. de mogelijk heden behoort. Groot: 'De spelers vin den het prettig te weten wat een opponent kan presteren. Is hij snel, hard, sterk in de lucht, hoe passeert Stefan Kovacs. de trainer is uiteraard verantwoordelijk voor het tactisch concept Hij stelt het zélf op. Groot: 'Mijn inbreng daarin is gering. Soms suggereer ik wel een oplossing. Maar de uiteindelijke beslissing ligt bij Ko vacs. Ik neem slechts waar, registreer en rapporteer de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de tegenstander. Wat zo'n verslag voor aantekeningen bevat? In de eerste plaats de meest eenvoudige aanwijzingen. Hoe een vrije schop wordt genomen, wat er met een hoekschop wordt gedaan, of de buitenspelval gehanteerd wordt en hoe. Verder besteed je aandacht aan de ploegtactiek, aan snelle en minder snelle gedeelten van de ploeg, hoe er gereageerd wordt op tegenacties, waar de ploeg kwetsbaar is en waar zich de sterkste punten bevinden en tenslotte tracht je elke speler persoonlijk te 'ontleden'. Met andere woorden, Groot legt een toekomstige tegenstander op de privé- snijtafel. Een gecompliceerde klus, want hij met volkomen op zijn schijn baar ijzersterke geheugen afgaan. Groot: 'Ik neem op de tribune beslist geen potlood en papier mee. Ik schrijf nooit iets op. Ik draai een wedstrijd in gedachten nogmaals af en noteer pas dan de belangwekkende HENK GROOT, op weg naar nieuwe tegenstanders. dingen. Daar groeit een rapport uit, wat vervolgens met Kovacs besproken wordt. Tijdens zo'n gesprek kom je weer op nieuwe apsecten uit. Het gebeurt vaak, dat Kovacs ergens naar vraagt en dat ik er niet direct een antwoord op weet. Daar heb je dan niet op gelet of is je ontschoten. Als ik dan heel diep in mijn herinnerin gen graaf, komt het er toch nog uit'. PRAKTIJKSPION Groot is een praktijk-spion, ('dat woord gebruik ik liever niet. Het trekt dit werk in geheimzinnige sfe ren. En waarom ?Ik volg slechts een wedstrijd, die iedereen kan gaan zien'). Hij doorliep geen speciale school om zich te bekwamen in dit nog nauwelijks ontgonnen arbeidsge bied. De kennis, die hij opdeed op de trainerscursus kan evenmin als steun gelden. Groot: 'We zijn daar nog niet zo ver gevorderd, dat er ook al gedo ceerd wordt in tactiek. Het beeprkt zich nog tot het leren lesgeven in voetbaloefenstof. Dat komt nog wel, maar nu trek ik daar nog geen profijt van. Toen Rinus Michels destijds een beroep op mij deed, heeft hij mij enkele aspecten aangeduid waar ik speciaal op moest letten. Verder heb ik mezelf geschoold'. Hetgeen een bepaald niet eenvoudige opdracht vormde. Want Groot instal leerde zich als een normale toeschou wer op de tribunes. Hij: 'Net als iedereen volgde ik voortdurend de bewegingen van de bal. Zég gewoon niet wat er verder in het veld gebeur de. Als mij dan naar de opstelling van 'n ausputzer gevraagd werd wist ik het niet. Was het aan mijn waarne mingsvermogen voorbijgegaan of hij zich posteerde dicht achter de defen sie of hij zich nestelde bij de doel man. Wist ik niet of het überhaupt nog mogelijk was achter de defensie te combineren. Dat gaat langzaam vóórdat je jezelf kan dwingen naar de 'Ronnie Nooitgedagt kwam het eerst bij mij. Afgelopen winter is hij met 2 andere all-rounders en met drie sprin ters met mij op toernee, geweest. Ronnie viel buiten de kernploeg. Hij kwam bij de gewestelijke training terecht. Maar hij prefereerde mij bo ven Van 't Oever. Gerrit Woudenberg en Arend Klos zijn later gevolgd. Ik heb bij het gewest geïnformeerd wat de konsekwenties zouden zijn. De jon gens kregen alle faciliteiten van de geselecteerden. Alleen mocht ik niet het ijs op. Begrijpelijk natuurlijk. Ik zou het als trainer ook niet accepte ren als andere mannen in mijn uren schaatsonderricht zouden gaan geven, dan blijf ik maar langs de kant staan om aanwijzingen te geven. Een handi cap, dat natuurlijk wel, maar iedereen heeft zich dat tevoren terdege gereali seerd'. 'Dramatisch is het niet. Dankzij de medewerking van de Alkmaarse kunst ijsbaan is het toch mogelijk om een degelijke training te geven. Waarom ik het allemaal doe? Omdat het een onderdeel van mijn vak is. Dat wil ik bijhouden. Als er bepaalde verande ringen in de trainingsopbouw zijn wil ik dat weten'. Opbouw 'Geen van mijn pupillen heeft zich geselecteerd om de IJsselcup, de 1ste wapenschouw van het seizoen, die vandaag in Deventer wordt gehouden. Maar dat zit hem gewoon in de op bouw van de training. Op de IJssel Cup komen alleen maar de korte afstanden aan bod. Ik wil via uithou dingsvermogen naar snelheid gaan. En niet andersom. Tijdens de selectie wedstrijd kwamen Ronnie, Gerrit en Arend snelheid tekort. Een week later zegevierde Ronnie in de gewestelijke wedstrijd over 5000 meter en dat is toch de belangrijkste afstand'. 'Maar het afgelopen seizoen had ik natuurlijk wel belangstelling voor het trainerschap van een of andere groep. Ik werd gebeld door Wierd Wynia, de voorzitter van de technische commis sie. Hij zegde mij de sprintersgroep toe. Nadien heb ik niets meer van hem gehoord. (Wynia geeft daar 2 redenen voor op. Op de eerste plaats Leen Pfrommer, die de uitdrukkelijke JORRIT JORRITSMA. in actie ten tijde van zijn kernploeg-periode. wens te kennen heeft gegeven naast de all-rounders ook de sprinters te willen trainen en op de tweede plaats de financiële positie van de KNSB die het niet toelaat een extra trainer aan te trekken, red.). Op zo'n manier krijg je nooit de kans om te bewijzen dat je wel kan. Ik wil niets ten nadele van Leen Pfrommer zeggen, maar hij heeft zich een prachtige I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 21