een kostelijk geschenk AKI» 4 3 NIEUWE VERTALING VAN DE PSALMEN: Overleg samenwerking Koffiepraat en brieven Beroeplngswei Boekenetalage Trouw K wartet M" TROUW/KWARTET ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972 KERK T2/jf- totterd? door dr. J. J. Buskes Ds. W. G. Overbosch, die over het vertalen van de bijbel waardevol le artikelen geschreven heeft, noemt 'De Psalmen, uit het he breeuws vertaald door dr. Ida G. M. Gerhardt en dr. Marie H. van der Zeyde' een kostelijk en ge weldig geschenk. Ik geloof, dat hij gelijk heeft. Daarom moeten wij de gemeente ons af vragen, hoe wij dit geschenk zul len ontvangen en wat wij er mee zullen doen. In Trouw/Kwartet van 21 augustus heb ik al over het werk van deze twee gemeenteleden geschreven. Met 'het werk' bedoel ik nu niet het resultaat van hun arbeid, maar die arbeid als zodanig. Zij hadden geen opdracht van welke kerkelijke instan tie ook. Het waren de psalmen, die hen riepen: een van de psalmen zelf ontvangen opdracht! Nu het resultaat van hun arbeid voor mij ligt, schrijf ik opnieuw. Dit artikel is dus een ver volg op mijn eerste artikel. Ik ga niet herhalen, maar schrijf nu over dit kostelijke en geweldige geschenk. De vertaalsters Deze nieuwe vertaling van de psalmen is een uitgave van de katholieke bij belstichting en het Nederlands bijbel genootschap. Wie iets van de voorge schiedenis afweet, kan daar alleen maar dankbaar voor zijn. Toch staat dc uitgave op de namen van dr. Gerhardt en dr. Van der Zeyde. Deze vertaling is het werk van twee litera toren. De proefschriften van beiden hebben met de poëzie te maken. Ida Gerhardt is bovendien ee.. dichteres. Van de levende Nederlandse dichters is zij mij het liefste. Ik houd van haar gedichten. Citerend uit één van haar kwatrijnen zeg ik: zij beheert de erfenis der meesters (de klassieken) goed, zij weet dat dichten een am bacht is, zij verraadt het hoog geheim nooit. Zij heeft een sterk poëtisch vermogen. Laat ik dat inspiratie noe men. Maar dichten Is voor haar ook een ambacht. Naar mijn overtuiging zijn de roeping (de inspiratie) en de werkzaamheid als antwoord op die roeping (het ambacht) voor de poëzie bepalend. De verbinding van deze twee vind ik meer dan bij wie ook bij Ida Gerhardt. De vertaling In hun 'Korte verantwoording' zeggen dr. Gerhardt en dr. Van der Zeyde: 'Ons nederlandse volk een psalmverta ling te geven, waarin men de psalmfen kan leren kennen zoals ze zijn, dat hebben wij getracht'. Ik zet een streep onder dat 'zoals ze zijn'. De psalmen zijn levende taal voor leven de mensen en ze zijn poëzie. Wij hebben psalmberijmingen. Berij- Psalm 53: Een samenleving zonder God. De dwaas zegt bij zichzelf 'Weineen! Er is geen God.r Stuitend, verfoeilijk kwaad wordt overal begaan geen mens handelt oprecht. God. uit zijn hemelziet op Adams kinderen neer, speurend of er soms is één sterveling met verstand. één die nog vraagt naar God. Doch allen zwerven af verdorven met elkaar! Geen mens handelt oprecht, geen enkele. Geen één. Weten zij dan van niets, de stichters van dit kivaad, uitvreters van mijn volk? Dat vindt zijn brood gereed en kent Gods naam niet meer! Totdat de schrik hen slaat de redeloze schrik, als God de krachten van zijn vijanden verstrooit. Hoe maakt gij hen beschaamd: want zie. God wierp hen uit. O. dat toch Isr aels heil uit Sion da%en mocht! Het komt als God de keer de keer brengt voor zijn volk en Jacob juichen mag, Israël feest zal vieren. mingen zijn echter wel poëzie, maar toch heel iets anders dan vertalingen van de psalmen als poëzie. Wij hebben ook psalmvertalingen, maar bij het vertalen is de poëzie verloren gegaan. De geleerden, die de psalmen vertaal den, waren geen dichters, en de dich ters, die de psalmen berijmden of bewerkten, kenden in de regel geen hebreeuws. Dr. Ida Gerhardt en dr. Marie van der Zeyde kennen he breeuws en Ida Gerhardt is een dich teres. Zij komen niet met een eigentijdse vertaling. Eigentijds is zo iets als wat wij dominees in onze preken nog al eens trachten: het bijbels getuigenis actueel maken, vergetend, dat het bij bels getuigenis op zich actueel is. De meeste psalmen zijn bij uitstek actu eel: 'Dit lijden, deze strijd, deze ont zetting en verontwaardiging, zij zijn blijkbaar na meer dan vijfentwintig eeuwen, nog immer onveranderd in het mensenleven aanwezig. Nochtans: wie als vertaler door woordkeuze of stijl alle licht op dit aktuele doet vallen, hij maakt de psalmen tot iets wat ze juist niet zijn. Zij worden aan tijd en situatie gebonden en den-en het onvervangbare, dat hen tot een boek van alle eeuwen maakt'. Op deze weg hebben de vertaalsters de voet niet willen zetten. Uitgangspunt Het uitgangspunt van de vertaling is de hebreeuwse grondtekst: 'Wat wij hebben gedaan is luisteren en nog eens luisteren naar wat de tekst deze concrete tekst en dit concrete vers meedeelt: en dan vertalen volgens de context'. Dit wil niet zeggen, dat de vertaling een woordelijke is. Soms is zij dat, maar vaak ook niet. De afstand tussen een moderne europese cultuurtaal en een Semitische tekst van lang voor onze jaartelling moest worden over brugd. Krampachtig woordelijk verta len maakt deze overbrugging onmoge lijk. Het gaat om het leven, de adem en het ritme van de taal: 'De oor spronkelijke psalmen zijn door hun dichters bedoeld om gereciteerd en gezongen te worden; hetzelfde geldt voor de vertaling. Niet alleen met de ogen moet men lezen; wie de psalmen wil verstaan moet ze lezen met eigen stem: luisterend, met de oren en met het hart. Luisterend-tot, boven ver wachten en hopen, in de onderstroom van het vers het antwoord hoorbaar wordt'. De monopoliepositie der geleerden (vrijwel zonder uitzondering theolo gen) wijzen Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde zeer bepaald af. Zij vertalen met de grootst mogelijke fi lologische nauwgezetheid, maar ook zoals- alleen een dichter de poëzie van de psalmen vertalen kan, de psalmen indrinkend, om ze dan in eigen taal en eigen taalmiddelen opnieuw door te geven. Deze psalmvertaling past in de kerk dienst en in de huiskamer. Deze psalmen kunnen gelezen (liefst hardop) en gezongen worden. Beoordeling (ADVERTENTIE) door A. J. Klei Ooit ging Thijs Boo.v de gerefor meerde kerken rond als 'n opstandi ge jongere, nu toeft hij in diezelfde kerken als een hartelijke ome Thijs, die her en der complimentjes uit deelt, soms zelfs een saluut, en héél soms een nadrukkelijk saluut. Hij doet dit in een pas bij Ten Have in Baarn uitgekomen boekje dat heet: 'Gereformeerd: hoe lang nog?' (112 pag.. prijs ƒ9,50). Een niet onaanzienlijk deel van zijn vriendelijkheden bestemt de heer Booy voor mensen van de Vrije Universiteit, waarvan hij niet ver zuimt ons mee te delen dat hij curator was. Of iedereen gelukkig zal zijn met deze nogal vaderlijke schouderklopjes (zoals bijv. aan het adres van prof. Nauta op pag. 79) waag ik te betwijfelen. Misschien vraagt iemand nieuwsgie rig: is Thijs Booy dan zó veranderd dat-ie zich nu wel happy voelt in de gereformeerde kerken? Het ant woord: nee, Thijs Booy is niet ver anderd. maar de gereformeerde ker ken zijn naar zijn genoegen veran derd. en hij stelt met voldoening vast dat de ex-vrijgemaakte dr. Pu- chinger nu ook 'geheel in ons kli maat' past (pag. 83). Overigens wil de heer Booy zich nog best herinneren dat men hem eens de broedernaam met waardig keur de. maar mag dan niet alles verge ten zijn, vergeven wel en met smaakt vertelt Thijs Booy hoe hij vroeger niet in Vrij Nederland mocht sehrijven omdat-ie gerefor meerd was en niet in 'de eigen pers' omdat-ie niet gereformeerd genoeg was... (pag. 73). Thijs Booy draagt dit boekje op aan de gereformeerde jeugd, die maar es moet horen hoe beroerd het alle maal wel geweest is, maar die, 'niet meer grootgebracht in een puriteins loophek', het nu ook weer niet al te dol moet maken. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waar om deze koffiepraat zo nodig in een boekje moest. En nog iets: prof. Miskotte moet nog tachtig worden (zie pag. 78 over 'die gang naar Voorst'). Louis Praamsma Dr. Ph. J. Huyser suggereert in zijn pamflet 'Het verwordingsproces in de gereformeerde kerken' dat dr. L. Praamsma indertijd zijn Groningse pastorie voor een Canadese pastorie verliet, omdat hij- vanwege manipu laties in en om synodale kringen nooit professor in Kampen gewor den is. Ik weet niet of dat zo is, ik weet wèl dat dr. Praamsma niet omziet in wrok en zich veel gelegen laat liggen aan de ontwikkeling van de gereformeerde kerken in zijn vroeger vaderland. Verleden jaar verscheen van hem bij Buijten Schipperheijn te Amsterdam het boekje 'Met de kerk van alle eeu wen'. waarin hij het cahier 'Kerk en belijdenis' van de Amsterdamse kerk historicus Augustijn bestrijdt, en nu kwam bij Wever in Franeker van hem uit: 'Het water was veel te diep' (101 pag., prijs ƒ8,90), waarin hij in briefvorm en (dus) in wat losse en in elk geval gemakkelijk toegankelijke trant (vandaar dat dr. Praamsma's voornaam compleet op omslag en titelblad staat, denk ik) uiting geeft aan zijn verontrusting over de gang van zaken in de Neder landse gereformeerde kerken. Hij wenst zijn adressant, of liever: hij wenst ons allemaal 'een goede dosis verontrusting' toe. Hoezeer ik de historische excursen van dr. Praagsma waardeer (als hij een zin begint met: 'Dit doet me denken aan...', spits ik m'n oren) bleef na lezing van dit boekje toch mijn hoefdindruk dat ik het alle maal al eerder gehoord had: dat de 'nieuwe kritiek zo op kousevoeten naar binnenkomt' (dr. Praamsma vindt dit 'allerbelabberdst'); dat de wereldraad van kerken 'steeds meer afdrijft naar links'; dat de cahiers voor de gemeente van Kuitert e.a. geen brood voor de gemeente zijn, alleen maar 'papier om op te kau wen'; dat de synode 'knoeit' door te zeggen de historiciteit van de eerste- bijbelhoofdstukken te handhaven en tegelijk de mensen die het hiermee niet eens zijn, te handha ven als 'onze adviseurs en de in- strukteurs van onze bestaande diena ren des Woords'; datenz. Nu zal iemand zeggen, dat je die dingen niet vaak genoeg kunt herha len. Goed, maar waarom gaat dat dan niet gepaard met althans een poging om iets te verstaan van de motieven, die Kuitert, Augustijn, Lever en anderen drijven tot het houden van hun verhalen? Er zijn mensen van slag geraakt door nieu we of nieuw voorgedragen beschou wingen, maar er zijn óók mensen die zich door diezelfde visies in de ruimte gesteld voelen en weer zicht op de bijbelse boodschap kregen. Een verkeerd zicht, zal dr. Praams ma zeggen, natuurlijk, maar je bent er niet van af met schampere op merkingen over 'papier om op te kauwen' of door vaak genoemde be zwaren nog eens op een fleurig rijtje te zetten. Daarom zal dit boek je niet bijdragen tot de discussie (wat misschien ook de bedoeling niet was) en alleen maar bevorderen dat wel- en niet-verontruste gerefor meerden elkaar nog nijdiger aankij ken. Mijn artikel heeft wat lang op zich laten wachten; ik had tijd nodig, om deze vertaalde psalmen te leren ken nen. Er is niet minder dan tien jaar aan gewerkt. Dan mag men niet enke le steekproeven nemen, om daarna een vlot verhaal te schrijven. Ik heb alle psalmen gelezen en herlezen. Met mijn hart en mijn verstand. Met mijn ogen. de meeste ook met mijn stem. Om de essentie ervan te proeven, moet men ze met eigen stem lezen. Bovendien heb ik ze vergeleken met de Statenvertaling en de vertaling van het bijbelgenootschap. De Statenverta ling heeft een aantal onbegrijpelijkhe den en onduidelijkheden, die de ver taling van het bijbelgenootschap mist. Ze is er ook nog al eens naast, wat met de vertaling van het bijbelgenoot schap minder het geval is. Toch gaat mijn voorkeur uit naar de Statenver taling. Misschien dat het verstand in de vertaling van het bijbelgenootschap meer aan zijn trekken komt. het hart stellig niet. Ik vind de vertaling van het bijbelgenootschap vaak koud, kil en ongewijd, weinig sprekend tot het hart. Overbosch spreekt over het meestentijds quasi-poëtische proza van het bijbelgenootschap. De Statenverta ling vermijdt dat quasi-poëtische. Toch zit er in haar proza telkens iets poëtisch. Maar dat is dan toeval (het is haar toegevallen), geen opzet. De ver taling van dr. Gerhardt en dr. Van der Zeyde is een echte vertaling, tegelijk echte poëzie. Dat was ook de bedoeling: de psalmen als gedichten in levend nederlands, zij het niet eigentijds. Een voordeel Op de persconferentie was er één, die bezwaren maakte tegen in onze spreektaal ongebruikelijke, archaïsche woorden. Deze bezwaren begrijp ik niet. Het woordenboekje van onze moentele spreektaal is volstrekt on toereikend voor de vertaling van de klassieke psa,Unen. Het zal wel waar wezen: een hertaling, die van dat woordenboekje weinig of geen ge bruik maakt, is geen eenvoudige ne derlandse vertaling. Deze vertaling is gelijk alle echte poëzie niet gemakke lijk toegankelijk. Ik acht dit geen nadeel, maar eerr voordeel. Wie de psalmen tot zich wil laten spreken, zal in het zweet van zijn aanschijn zijn brood moeten eten. Het boek der psalmen is iets anders dan een bun deltje versjes. Wie de gedichten van Ida Gerhardt kent, weet, dat haar poëzie ingetogen, stug en weerbarstig is, op het trotse af. In haar 'De ravenveer' zegt zij: Ik heb een aard die ingeklonken is en uitverweerd waarin gezonken is tot zware grond een laag van tegenweer. Haar aard verloochent zij in haar vertaling van de psalmen gelukkig niet. Deze. haar aard. correspondeert naar mijn overtuiging goed op de aard van de psalmen. Haar lyriek is bovendien soms zeer zacht van aard (Tussen haakjes: in verband met het gezegde ben ik niet zo gelukkig met haar vertaling van 'Halleluja' met 'Godlof'). De psalmen zijn geen deli catessen. zoals die ons op een receptie als 'hapjes' worden aangeboden. Met de psalmen moeten wij leven en zorg vuldig omgaan. Wij moeten er een duurzame en aanhoudende 'verkering' mee hebben. De hele geschiedenis van Israël zit in de psalmen en ze zijn door de geschiedenis van eeuwen heen tot ons gekomen. Ze spreken geen ge heimtaal, maar zijn wel tot de rand geladen met het geheim van het heil. De gemeente is onder psalmgezang ontstaan. Dr. O. Noordmans zegt, dat we aën de psalmen veel moeten heb ben en deel moeten nemen. Zij raken ons gehele bestaan, zoals ook de bij bel begint met de schepping en uit loopt op de voleinding. Woordkeus De woordkeus van de vertaalster is telkens weer heel bijzonder. Al direct in psalm 1. De Statenverta ling: 'Wel gelukzalig is de man, die niet staat op de weg der zondaren'. De vertaling van het bijbelgenoot schap: 'Wel zalig de man, die niet staat op de weg der zondaars'. De vertaling van Ida Gerhardt: 'Gelukkig de man, die op de weg van de schen ders geen voet zet'. Nog karakteristie ker is de vertaling van vers 3. De Statenvertaling zegt van de man, wiens lust is in des Heren wet: 'Al wat hij doet zal wel gelukken'. De vertaling van het bijbelgenootschap: 'Al wat hij onderneemt, gelukt'. Ida Gerhardt zegt van de man, die zich in de wet van de Heer vermeit: 'Tot ontplooiing komt al wat hij doet'. Het werkwoord tot ontplooiing komen brengt veel wezenlijker de zin in het hebreeuws tot uitdrukking. Kees Fens heeft ons daarop gewezen: het werk woord gelukken doet te veel denken aan succes en een geslaagde onderne ming. Het woord ontplooiing zou ik willen gebruiken, om deze psalmverta ling te karakteriseren. Trefzeker Ik geef nog enkele van die trefzekere woorden: 'Taal des Heren, stralende taal' (ps. 7); 'Hij heeft het voor mij vervuld' (ps. 13); 'Die de waarheid hartgrondig belijdt' (ps. 15); 'Mijn nieren' vertaalt Ida Gerhardt met 'mijn geweten'. In plaats van 'ruimte' spreekt ze over wijd land' (ps. 18). 'Zijn rechtsorde' (ps. 13). 'Gij ont steekt, Heer, het licht van mijn luch ter' (ps. 18). 'Gij die van de tyran mij verlost hebt' (ps. 18). 'Eenmaal stil len de armen hun honger' (ps. 22). 'Getrouw aan zijn naam' in plaats van 'Om zijns naams wil' (ps. 23). 'De Heer staat aan de kant van het recht' (ps. 37). 'Een kind bij zijn moeder geborgen' in plaats van 'Een gespeend kind' (ps. 131). Zo zou ik door kunnen gaan. Ik denk ook aan 'zegenen' in plaats van 'prij zen', aan 'het handelen van God' in plaats van 'Gods daden', 'beseffen' in plaats van 'erkennen', 'grondbeginsel' in plaats van 'begin'. Ik denk al verder aan de woorden, die Ida Ger hardt gebruikt, om de acht grond woorden van psalm 119 (wet, belofte, enz) te vertalen. In bijna elke ."strofe van psalm 119 komen deze' acht grondwoorden voor. Elke strofe moet dus acht verschillende aspecten van dezelfde waarheid te zien geven. Velen zullen moeten wennen aan het ritme, de ongewone constructies (de volgorde der woorden), die op het eerste gezicht soms vreemd aandoen, maar, bij een voortdurend horen, de bedoeling van de psalm op uitzonder lijke wijze tot uitdrukking brengen. Ook de opschriften boven de psalmen zijn vaak heel bijzonder: 'De man die gekozen heeft' (ps. 1); 'De dood voor ogen' (Ps. 6)- 'Onderdrukkers en on derdrukten' (ps. 10); 'Een samenle ving zonder God' (ps. 14); 'Laat het berouw tot u toe (ps. 32); 'Het leven behoort niet tot uw bezit' (ps. 49); 'Gods harde waarheden (ps. 50); 'De intrigant' (ps. 52); 'Als leven met God zich verduistert' (ps. 71); 'Worstelend met Gods verborgenheid' (ps. 77); 'Israëls geschiedenis: spiegel van Gods handelen' (ps. 78); 'Coalitie van Gods vijanden' (ps. 83); 'Een troonrede' (ps. 101); 'Kroniek van Israëls onge- hoorzac ïheid' (ps. 106). Kerkdiensten Hoe deze psalmen in en buiten onze kerkdiensten zullen functioneren? De komende jaren zullen op deze vraag het antwoord geven. Maar dan zal de gemeente met deze psalmen werkzaam moeten zijn. Met kracht en klem spreek ik, evenals in mijn eerste artikel mijn verwach ting uit, dat de officiële kerkelijke instanties, de gemeente de vrijheid zullen geven, om met deze psalmver taling in haar kerkdiensten aan het werk te gaan. Op deze officiële erken ning heeft deze psalmvertaling naar mijn overtuiging voluit recht. Wat het zingen betreft, in verschillen de kloosters worden deze psalmen al gezongen. Er is een grammofoonplaat je, dat men bij het bijbelgenootschap bestellen kan (prijs: 4,95). Ik vrees, dat de melodieën het in onze protes tantse kerkdiensten niet zullen doen. Onze protestantse componisten zullen onze gemeente moeten helpen. Dat is geen eenvoudige zaak. Wij zijn als protestanten nu eenmaal al eeuwen gewend om berijmde psalmen te zin gen. In de kerk. Ook buiten de kerk. Denkt u maar aan 'De moeder de vrouw' van Nijhoff. Een vrouw, die bij het roer van het schip staat, zingt: 'En wat zij zong hoorde ik dat psal men waren'. En Van Randwijk zegt in zijn 'Het lied' over de omgeving van zijn geboortestad: 'Mijn vader zong er psalmen op de akker, mijn moeder in de keuken, 't Zelfde lied'. Juist omdat het geen eenvoudige zaak en taak is, geef ik de vraag van dr. Van der Zeyde door: 'Waarom zouden de nu levende componisten niet in actie ko men?' Misschien wil Frits Mehrtens ons eens vertellen, wat de protestant se componisten op deze vraag willen en kunnen antwoorden. Van harte hoop ik, dat de gemeente NED. HERV. KERK Beroepen: te Zwammerdam kand. J. K. Vlasbloem te Rottei Te Delfzijl: A. van Beek te Hardi berg; te St. Pancras: J. M. D. Berg te IJmuiden; te Veen: E. Bakker te Rijssen: Benoemd: tot hulpprediker te Sc f veningen J. J. Poldervaart a.s. pred. te Nieuw Loosdrecht. GEREF. KERKEN Bedankt: voor Maarsen: J. J. H. land te Rijsoord. CHR. GEREF. KERKEN Bedankt: voor Dordrecht: R. van te IJmuiden. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Slikkerveer: A. F. koop te Moerkapelle; voor Elspeet: Mol te Hardinxveld; voor Oud-Beij) land: C. v.d. Poel te Yerseke. NED. HERV. KERK Afscheid: van St. Pancras: A. Ml ringh ber. te Nijland. Intrede: te Surhuizum: kand. F. Brinkman uit Utrecht. Emeritaat om gezondheidsreden verleend aan M. Enker te 't Zandt GEREF. KERKEN Afscheid: van Schildwolde: J. Sflhi.uten wegens emeritaat. Intrede: te Lichtenvoorde: A. A. X telman uit Kampen en v.h. te Har! gen; te Bruchterveld: kand. G. Hooijer uit Harderwijk te Schoon ke: G. Gerkema, aldaar. Jlir. Mr. C. Th. J. van Rijckcvon De kerk en dc l oning, kerkelijke wereldlijke macht in de middelceuwi Uitgeverij Dekker Van de Vt Nijmegen 1972. Prijs, gebond ƒ45.00. De titel geeft wel zo ongeveer i waarover dit boek gaat: de verhi ding van kerkelijk en wereldlijk gei in enkele perioden vam de geschi» nis der middeleeuwen. De schrijf gaat daarbij uit van de tegenstelli sacraal-profaan, die hij bij Plato, I gustinus en Thomas van Aquino vin Zijn ideaal is ook voor het heden sacralisering, d.i. in zijn visie de vo< rang van de kerk voor de staat, gun de schrijver graag zijn idei Zijn boek is echter in elk opzii even slecht: het is duister van opzet volslagen ordeloos in de uitwerkii de historische uiteenzettingen miss elke waarde, de stijl is barbaars het wemelt van drukfouten. dit kostelijke en geweldige geschenk niet alleen dankbaar aanvaardt, maar er ook mee aan het werk gaat. Te midden van veel negatieve verwar ring en steriele verwardheid in onze kerken is de verschijning van dit Psalter in levende taal voor levende mensen een positief en vruchtbaar gebeuren, verkwikkend, bemoedigend en stimulerend. Ik ben dr. Ida Gerhardt en dr. Marie van der Zeyde zeer dankbaar. De illustraties bij dit artikel zijn ge nomen uit de zgn. Mart Kempers-bijbel van het Nederlands bijbelgenootschap. De tekeningen willen resp. verbeelden: psalm 23 (herder met kudde scha pen), het handgeklap uit psalm 47 (drie mannen) en de woorden 'Onze ziel is ontkomen als een vogeluit psalm 124. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van N.V. De Christelijke Pers Dagelijks bestuur: B. Bol, Den Haag; dr. E. Bleumink, Paters- wolde; mr. G. C. van Dam, Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot terdam; J. Lanser, Utrecht; drs. J. W de Pous, Den Haag; J. Smallenbroek, Wassenaar. Overige leden van het alge meen bestuur: K. Abma, Am sterdam; H. A.de Boer, IJmui den; Th. Brouwer, Assen; mr. dr. J Donner, Den Haag; J. van Eibergen, Schaarsbergen; mr. K. van Houten, Wagenin- gen; ds. C. I. Hylkema, Bilt- hoven; Jac. Huijsen, Delft; mevrouw M. C. E. Klooster- man-Fortgens, Voorschoten; mevrouw J. G. Kraayeveld- Wouters. Heerhugowaard; prof dr G. N. Lammens, Naarden. ds F. H. Lande- man. Den Haag; H. de Mooij, Rijnsburg; H. Ottevanger, Bui tenpost; mr. dr. J. Ozinga, Lunteren; dr. A. Veerman, Rijswijk (Z.H.); H. H. Wem- mers. Den Haag; drs. R. Zijl stra. Oosterland (Zld Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J. de Berg (waarnemend) Hoofdkantoor N.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, Amsterdam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69.73.60.768). Gem.giro X 500. (ADVERTENTIE) 'Een zeer goede proza schrijver.' Karei van het Revc 'Een pan demonium van onge hoorde voorvallen en half gare wendingen.' Gcrril Komrij in Vrij Nederland Meulenhoff Editie, f15,50 MculcnholT M Nederland

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2