een kostelijk geschenk
AKI» 4
3
NIEUWE VERTALING
VAN DE PSALMEN:
Overleg
samenwerking
Koffiepraat en brieven
Beroeplngswei
Boekenetalage
Trouw
K wartet
M"
TROUW/KWARTET ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972
KERK
T2/jf-
totterd?
door dr. J. J. Buskes
Ds. W. G. Overbosch, die over het
vertalen van de bijbel waardevol
le artikelen geschreven heeft,
noemt 'De Psalmen, uit het he
breeuws vertaald door dr. Ida G.
M. Gerhardt en dr. Marie H. van
der Zeyde' een kostelijk en ge
weldig geschenk. Ik geloof, dat
hij gelijk heeft. Daarom moeten
wij de gemeente ons af
vragen, hoe wij dit geschenk zul
len ontvangen en wat wij er mee
zullen doen.
In Trouw/Kwartet van 21 augustus
heb ik al over het werk van deze
twee gemeenteleden geschreven. Met
'het werk' bedoel ik nu niet het
resultaat van hun arbeid, maar die
arbeid als zodanig. Zij hadden geen
opdracht van welke kerkelijke instan
tie ook. Het waren de psalmen, die
hen riepen: een van de psalmen zelf
ontvangen opdracht! Nu het resultaat
van hun arbeid voor mij ligt, schrijf ik
opnieuw. Dit artikel is dus een ver
volg op mijn eerste artikel. Ik ga niet
herhalen, maar schrijf nu over dit
kostelijke en geweldige geschenk.
De vertaalsters
Deze nieuwe vertaling van de psalmen
is een uitgave van de katholieke bij
belstichting en het Nederlands bijbel
genootschap. Wie iets van de voorge
schiedenis afweet, kan daar alleen
maar dankbaar voor zijn. Toch staat
dc uitgave op de namen van dr.
Gerhardt en dr. Van der Zeyde. Deze
vertaling is het werk van twee litera
toren. De proefschriften van beiden
hebben met de poëzie te maken. Ida
Gerhardt is bovendien ee.. dichteres.
Van de levende Nederlandse dichters
is zij mij het liefste. Ik houd van
haar gedichten. Citerend uit één van
haar kwatrijnen zeg ik: zij beheert de
erfenis der meesters (de klassieken)
goed, zij weet dat dichten een am
bacht is, zij verraadt het hoog geheim
nooit. Zij heeft een sterk poëtisch
vermogen. Laat ik dat inspiratie noe
men. Maar dichten Is voor haar ook
een ambacht. Naar mijn overtuiging
zijn de roeping (de inspiratie) en de
werkzaamheid als antwoord op die
roeping (het ambacht) voor de poëzie
bepalend. De verbinding van deze
twee vind ik meer dan bij wie ook bij
Ida Gerhardt.
De vertaling
In hun 'Korte verantwoording' zeggen
dr. Gerhardt en dr. Van der Zeyde:
'Ons nederlandse volk een psalmverta
ling te geven, waarin men de psalmfen
kan leren kennen zoals ze zijn, dat
hebben wij getracht'. Ik zet een
streep onder dat 'zoals ze zijn'. De
psalmen zijn levende taal voor leven
de mensen en ze zijn poëzie.
Wij hebben psalmberijmingen. Berij-
Psalm 53:
Een samenleving zonder God.
De dwaas zegt bij zichzelf
'Weineen! Er is geen God.r
Stuitend, verfoeilijk kwaad
wordt overal begaan
geen mens handelt oprecht.
God. uit zijn hemelziet
op Adams kinderen neer,
speurend of er soms is
één sterveling met verstand.
één die nog vraagt naar God.
Doch allen zwerven af
verdorven met elkaar!
Geen mens handelt oprecht,
geen enkele. Geen één.
Weten zij dan van niets,
de stichters van dit kivaad,
uitvreters van mijn volk?
Dat vindt zijn brood gereed
en kent Gods naam niet meer!
Totdat de schrik hen slaat
de redeloze schrik,
als God de krachten van
zijn vijanden verstrooit.
Hoe maakt gij hen beschaamd:
want zie. God wierp hen uit.
O. dat toch Isr aels heil
uit Sion da%en mocht!
Het komt als God de keer
de keer brengt voor zijn volk
en Jacob juichen mag,
Israël feest zal vieren.
mingen zijn echter wel poëzie, maar
toch heel iets anders dan vertalingen
van de psalmen als poëzie. Wij hebben
ook psalmvertalingen, maar bij het
vertalen is de poëzie verloren gegaan.
De geleerden, die de psalmen vertaal
den, waren geen dichters, en de dich
ters, die de psalmen berijmden of
bewerkten, kenden in de regel geen
hebreeuws. Dr. Ida Gerhardt en dr.
Marie van der Zeyde kennen he
breeuws en Ida Gerhardt is een dich
teres.
Zij komen niet met een eigentijdse
vertaling. Eigentijds is zo iets als wat
wij dominees in onze preken nog al
eens trachten: het bijbels getuigenis
actueel maken, vergetend, dat het bij
bels getuigenis op zich actueel is. De
meeste psalmen zijn bij uitstek actu
eel: 'Dit lijden, deze strijd, deze ont
zetting en verontwaardiging, zij zijn
blijkbaar na meer dan vijfentwintig
eeuwen, nog immer onveranderd in
het mensenleven aanwezig. Nochtans:
wie als vertaler door woordkeuze of
stijl alle licht op dit aktuele doet
vallen, hij maakt de psalmen tot iets
wat ze juist niet zijn. Zij worden aan
tijd en situatie gebonden en den-en
het onvervangbare, dat hen tot een
boek van alle eeuwen maakt'. Op deze
weg hebben de vertaalsters de voet
niet willen zetten.
Uitgangspunt
Het uitgangspunt van de vertaling is
de hebreeuwse grondtekst: 'Wat wij
hebben gedaan is luisteren en nog
eens luisteren naar wat de tekst
deze concrete tekst en dit concrete
vers meedeelt: en dan vertalen
volgens de context'.
Dit wil niet zeggen, dat de vertaling
een woordelijke is. Soms is zij dat,
maar vaak ook niet. De afstand tussen
een moderne europese cultuurtaal en
een Semitische tekst van lang voor
onze jaartelling moest worden over
brugd. Krampachtig woordelijk verta
len maakt deze overbrugging onmoge
lijk. Het gaat om het leven, de adem
en het ritme van de taal: 'De oor
spronkelijke psalmen zijn door hun
dichters bedoeld om gereciteerd en
gezongen te worden; hetzelfde geldt
voor de vertaling. Niet alleen met de
ogen moet men lezen; wie de psalmen
wil verstaan moet ze lezen met eigen
stem: luisterend, met de oren en met
het hart. Luisterend-tot, boven ver
wachten en hopen, in de onderstroom
van het vers het antwoord hoorbaar
wordt'.
De monopoliepositie der geleerden
(vrijwel zonder uitzondering theolo
gen) wijzen Ida Gerhardt en Marie
van der Zeyde zeer bepaald af. Zij
vertalen met de grootst mogelijke fi
lologische nauwgezetheid, maar ook
zoals- alleen een dichter de poëzie van
de psalmen vertalen kan, de psalmen
indrinkend, om ze dan in eigen taal
en eigen taalmiddelen opnieuw door
te geven.
Deze psalmvertaling past in de kerk
dienst en in de huiskamer.
Deze psalmen kunnen gelezen (liefst
hardop) en gezongen worden.
Beoordeling
(ADVERTENTIE)
door A. J. Klei
Ooit ging Thijs Boo.v de gerefor
meerde kerken rond als 'n opstandi
ge jongere, nu toeft hij in diezelfde
kerken als een hartelijke ome Thijs,
die her en der complimentjes uit
deelt, soms zelfs een saluut, en héél
soms een nadrukkelijk saluut. Hij
doet dit in een pas bij Ten Have in
Baarn uitgekomen boekje dat heet:
'Gereformeerd: hoe lang nog?' (112
pag.. prijs ƒ9,50).
Een niet onaanzienlijk deel van zijn
vriendelijkheden bestemt de heer
Booy voor mensen van de Vrije
Universiteit, waarvan hij niet ver
zuimt ons mee te delen dat hij
curator was. Of iedereen gelukkig
zal zijn met deze nogal vaderlijke
schouderklopjes (zoals bijv. aan het
adres van prof. Nauta op pag. 79)
waag ik te betwijfelen.
Misschien vraagt iemand nieuwsgie
rig: is Thijs Booy dan zó veranderd
dat-ie zich nu wel happy voelt in de
gereformeerde kerken? Het ant
woord: nee, Thijs Booy is niet ver
anderd. maar de gereformeerde ker
ken zijn naar zijn genoegen veran
derd. en hij stelt met voldoening
vast dat de ex-vrijgemaakte dr. Pu-
chinger nu ook 'geheel in ons kli
maat' past (pag. 83).
Overigens wil de heer Booy zich nog
best herinneren dat men hem eens
de broedernaam met waardig keur
de. maar mag dan niet alles verge
ten zijn, vergeven wel en met
smaakt vertelt Thijs Booy hoe hij
vroeger niet in Vrij Nederland
mocht sehrijven omdat-ie gerefor
meerd was en niet in 'de eigen pers'
omdat-ie niet gereformeerd genoeg
was... (pag. 73).
Thijs Booy draagt dit boekje op aan
de gereformeerde jeugd, die maar es
moet horen hoe beroerd het alle
maal wel geweest is, maar die, 'niet
meer grootgebracht in een puriteins
loophek', het nu ook weer niet al te
dol moet maken.
Eerlijk gezegd begrijp ik niet waar
om deze koffiepraat zo nodig in
een boekje moest. En nog iets: prof.
Miskotte moet nog tachtig worden
(zie pag. 78 over 'die gang naar
Voorst').
Louis Praamsma
Dr. Ph. J. Huyser suggereert in zijn
pamflet 'Het verwordingsproces in
de gereformeerde kerken' dat dr. L.
Praamsma indertijd zijn Groningse
pastorie voor een Canadese pastorie
verliet, omdat hij- vanwege manipu
laties in en om synodale kringen
nooit professor in Kampen gewor
den is. Ik weet niet of dat zo is, ik
weet wèl dat dr. Praamsma niet
omziet in wrok en zich veel gelegen
laat liggen aan de ontwikkeling van
de gereformeerde kerken in zijn
vroeger vaderland. Verleden jaar
verscheen van hem bij Buijten
Schipperheijn te Amsterdam het
boekje 'Met de kerk van alle eeu
wen'. waarin hij het cahier 'Kerk en
belijdenis' van de Amsterdamse kerk
historicus Augustijn bestrijdt, en nu
kwam bij Wever in Franeker van
hem uit: 'Het water was veel te
diep' (101 pag., prijs ƒ8,90), waarin
hij in briefvorm en (dus) in wat
losse en in elk geval gemakkelijk
toegankelijke trant (vandaar dat dr.
Praamsma's voornaam compleet op
omslag en titelblad staat, denk ik)
uiting geeft aan zijn verontrusting
over de gang van zaken in de Neder
landse gereformeerde kerken. Hij
wenst zijn adressant, of liever: hij
wenst ons allemaal 'een goede dosis
verontrusting' toe.
Hoezeer ik de historische excursen
van dr. Praagsma waardeer (als hij
een zin begint met: 'Dit doet me
denken aan...', spits ik m'n oren)
bleef na lezing van dit boekje toch
mijn hoefdindruk dat ik het alle
maal al eerder gehoord had: dat de
'nieuwe kritiek zo op kousevoeten
naar binnenkomt' (dr. Praamsma
vindt dit 'allerbelabberdst'); dat de
wereldraad van kerken 'steeds meer
afdrijft naar links'; dat de cahiers
voor de gemeente van Kuitert e.a.
geen brood voor de gemeente zijn,
alleen maar 'papier om op te kau
wen'; dat de synode 'knoeit' door te
zeggen de historiciteit van de eerste-
bijbelhoofdstukken te handhaven en
tegelijk de mensen die het
hiermee niet eens zijn, te handha
ven als 'onze adviseurs en de in-
strukteurs van onze bestaande diena
ren des Woords'; datenz.
Nu zal iemand zeggen, dat je die
dingen niet vaak genoeg kunt herha
len. Goed, maar waarom gaat dat
dan niet gepaard met althans een
poging om iets te verstaan van de
motieven, die Kuitert, Augustijn,
Lever en anderen drijven tot het
houden van hun verhalen? Er zijn
mensen van slag geraakt door nieu
we of nieuw voorgedragen beschou
wingen, maar er zijn óók mensen
die zich door diezelfde visies in de
ruimte gesteld voelen en weer zicht
op de bijbelse boodschap kregen.
Een verkeerd zicht, zal dr. Praams
ma zeggen, natuurlijk, maar je bent
er niet van af met schampere op
merkingen over 'papier om op te
kauwen' of door vaak genoemde be
zwaren nog eens op een fleurig
rijtje te zetten. Daarom zal dit boek
je niet bijdragen tot de discussie
(wat misschien ook de bedoeling
niet was) en alleen maar bevorderen
dat wel- en niet-verontruste gerefor
meerden elkaar nog nijdiger aankij
ken.
Mijn artikel heeft wat lang op zich
laten wachten; ik had tijd nodig, om
deze vertaalde psalmen te leren ken
nen. Er is niet minder dan tien jaar
aan gewerkt. Dan mag men niet enke
le steekproeven nemen, om daarna
een vlot verhaal te schrijven. Ik heb
alle psalmen gelezen en herlezen. Met
mijn hart en mijn verstand. Met mijn
ogen. de meeste ook met mijn stem.
Om de essentie ervan te proeven,
moet men ze met eigen stem lezen.
Bovendien heb ik ze vergeleken met
de Statenvertaling en de vertaling van
het bijbelgenootschap. De Statenverta
ling heeft een aantal onbegrijpelijkhe
den en onduidelijkheden, die de ver
taling van het bijbelgenootschap mist.
Ze is er ook nog al eens naast, wat
met de vertaling van het bijbelgenoot
schap minder het geval is. Toch gaat
mijn voorkeur uit naar de Statenver
taling. Misschien dat het verstand in
de vertaling van het bijbelgenootschap
meer aan zijn trekken komt. het hart
stellig niet. Ik vind de vertaling van
het bijbelgenootschap vaak koud, kil
en ongewijd, weinig sprekend tot het
hart. Overbosch spreekt over het
meestentijds quasi-poëtische proza van
het bijbelgenootschap. De Statenverta
ling vermijdt dat quasi-poëtische. Toch
zit er in haar proza telkens iets
poëtisch. Maar dat is dan toeval (het is
haar toegevallen), geen opzet. De ver
taling van dr. Gerhardt en dr. Van
der Zeyde is een echte vertaling,
tegelijk echte poëzie. Dat was ook de
bedoeling: de psalmen als gedichten
in levend nederlands, zij het niet
eigentijds.
Een voordeel
Op de persconferentie was er één, die
bezwaren maakte tegen in onze
spreektaal ongebruikelijke, archaïsche
woorden. Deze bezwaren begrijp ik
niet. Het woordenboekje van onze
moentele spreektaal is volstrekt on
toereikend voor de vertaling van de
klassieke psa,Unen. Het zal wel waar
wezen: een hertaling, die van dat
woordenboekje weinig of geen ge
bruik maakt, is geen eenvoudige ne
derlandse vertaling. Deze vertaling is
gelijk alle echte poëzie niet gemakke
lijk toegankelijk. Ik acht dit geen
nadeel, maar eerr voordeel. Wie de
psalmen tot zich wil laten spreken,
zal in het zweet van zijn aanschijn
zijn brood moeten eten. Het boek der
psalmen is iets anders dan een bun
deltje versjes. Wie de gedichten van
Ida Gerhardt kent, weet, dat haar
poëzie ingetogen, stug en weerbarstig
is, op het trotse af. In haar 'De
ravenveer' zegt zij:
Ik heb een aard die ingeklonken
is en uitverweerd
waarin gezonken is tot zware grond
een laag van tegenweer.
Haar aard verloochent zij in haar
vertaling van de psalmen gelukkig
niet. Deze. haar aard. correspondeert
naar mijn overtuiging goed op de
aard van de psalmen. Haar lyriek is
bovendien soms zeer zacht van aard
(Tussen haakjes: in verband met het
gezegde ben ik niet zo gelukkig met
haar vertaling van 'Halleluja' met
'Godlof'). De psalmen zijn geen deli
catessen. zoals die ons op een receptie
als 'hapjes' worden aangeboden. Met
de psalmen moeten wij leven en zorg
vuldig omgaan. Wij moeten er een
duurzame en aanhoudende 'verkering'
mee hebben. De hele geschiedenis van
Israël zit in de psalmen en ze zijn door
de geschiedenis van eeuwen heen tot
ons gekomen. Ze spreken geen ge
heimtaal, maar zijn wel tot de rand
geladen met het geheim van het heil.
De gemeente is onder psalmgezang
ontstaan. Dr. O. Noordmans zegt, dat
we aën de psalmen veel moeten heb
ben en deel moeten nemen. Zij raken
ons gehele bestaan, zoals ook de bij
bel begint met de schepping en uit
loopt op de voleinding.
Woordkeus
De woordkeus van de vertaalster is
telkens weer heel bijzonder.
Al direct in psalm 1. De Statenverta
ling: 'Wel gelukzalig is de man, die
niet staat op de weg der zondaren'.
De vertaling van het bijbelgenoot
schap: 'Wel zalig de man, die niet
staat op de weg der zondaars'. De
vertaling van Ida Gerhardt: 'Gelukkig
de man, die op de weg van de schen
ders geen voet zet'. Nog karakteristie
ker is de vertaling van vers 3. De
Statenvertaling zegt van de man,
wiens lust is in des Heren wet: 'Al
wat hij doet zal wel gelukken'. De
vertaling van het bijbelgenootschap:
'Al wat hij onderneemt, gelukt'. Ida
Gerhardt zegt van de man, die zich in
de wet van de Heer vermeit: 'Tot
ontplooiing komt al wat hij doet'. Het
werkwoord tot ontplooiing komen
brengt veel wezenlijker de zin in het
hebreeuws tot uitdrukking. Kees Fens
heeft ons daarop gewezen: het werk
woord gelukken doet te veel denken
aan succes en een geslaagde onderne
ming. Het woord ontplooiing zou ik
willen gebruiken, om deze psalmverta
ling te karakteriseren.
Trefzeker
Ik geef nog enkele van die trefzekere
woorden: 'Taal des Heren, stralende
taal' (ps. 7); 'Hij heeft het voor mij
vervuld' (ps. 13); 'Die de waarheid
hartgrondig belijdt' (ps. 15); 'Mijn
nieren' vertaalt Ida Gerhardt met
'mijn geweten'. In plaats van 'ruimte'
spreekt ze over wijd land' (ps. 18).
'Zijn rechtsorde' (ps. 13). 'Gij ont
steekt, Heer, het licht van mijn luch
ter' (ps. 18). 'Gij die van de tyran mij
verlost hebt' (ps. 18). 'Eenmaal stil
len de armen hun honger' (ps. 22).
'Getrouw aan zijn naam' in plaats van
'Om zijns naams wil' (ps. 23). 'De
Heer staat aan de kant van het recht'
(ps. 37). 'Een kind bij zijn moeder
geborgen' in plaats van 'Een gespeend
kind' (ps. 131).
Zo zou ik door kunnen gaan. Ik denk
ook aan 'zegenen' in plaats van 'prij
zen', aan 'het handelen van God' in
plaats van 'Gods daden', 'beseffen' in
plaats van 'erkennen', 'grondbeginsel'
in plaats van 'begin'. Ik denk al
verder aan de woorden, die Ida Ger
hardt gebruikt, om de acht grond
woorden van psalm 119 (wet, belofte,
enz) te vertalen. In bijna elke ."strofe
van psalm 119 komen deze' acht
grondwoorden voor. Elke strofe moet
dus acht verschillende aspecten van
dezelfde waarheid te zien geven.
Velen zullen moeten wennen aan het
ritme, de ongewone constructies (de
volgorde der woorden), die op het
eerste gezicht soms vreemd aandoen,
maar, bij een voortdurend horen, de
bedoeling van de psalm op uitzonder
lijke wijze tot uitdrukking brengen.
Ook de opschriften boven de psalmen
zijn vaak heel bijzonder: 'De man die
gekozen heeft' (ps. 1); 'De dood voor
ogen' (Ps. 6)- 'Onderdrukkers en on
derdrukten' (ps. 10); 'Een samenle
ving zonder God' (ps. 14); 'Laat het
berouw tot u toe (ps. 32); 'Het leven
behoort niet tot uw bezit' (ps. 49);
'Gods harde waarheden (ps. 50); 'De
intrigant' (ps. 52); 'Als leven met God
zich verduistert' (ps. 71); 'Worstelend
met Gods verborgenheid' (ps. 77);
'Israëls geschiedenis: spiegel van Gods
handelen' (ps. 78); 'Coalitie van Gods
vijanden' (ps. 83); 'Een troonrede'
(ps. 101); 'Kroniek van Israëls onge-
hoorzac ïheid' (ps. 106).
Kerkdiensten
Hoe deze psalmen in en buiten onze
kerkdiensten zullen functioneren? De
komende jaren zullen op deze vraag
het antwoord geven. Maar dan zal de
gemeente met deze psalmen werkzaam
moeten zijn.
Met kracht en klem spreek ik, evenals
in mijn eerste artikel mijn verwach
ting uit, dat de officiële kerkelijke
instanties, de gemeente de vrijheid
zullen geven, om met deze psalmver
taling in haar kerkdiensten aan het
werk te gaan. Op deze officiële erken
ning heeft deze psalmvertaling naar
mijn overtuiging voluit recht.
Wat het zingen betreft, in verschillen
de kloosters worden deze psalmen al
gezongen. Er is een grammofoonplaat
je, dat men bij het bijbelgenootschap
bestellen kan (prijs: 4,95). Ik vrees,
dat de melodieën het in onze protes
tantse kerkdiensten niet zullen doen.
Onze protestantse componisten zullen
onze gemeente moeten helpen. Dat is
geen eenvoudige zaak. Wij zijn als
protestanten nu eenmaal al eeuwen
gewend om berijmde psalmen te zin
gen. In de kerk. Ook buiten de kerk.
Denkt u maar aan 'De moeder de
vrouw' van Nijhoff. Een vrouw, die
bij het roer van het schip staat, zingt:
'En wat zij zong hoorde ik dat psal
men waren'. En Van Randwijk zegt in
zijn 'Het lied' over de omgeving van
zijn geboortestad: 'Mijn vader zong er
psalmen op de akker, mijn moeder in
de keuken, 't Zelfde lied'. Juist omdat
het geen eenvoudige zaak en taak is,
geef ik de vraag van dr. Van der
Zeyde door: 'Waarom zouden de nu
levende componisten niet in actie ko
men?' Misschien wil Frits Mehrtens
ons eens vertellen, wat de protestant
se componisten op deze vraag willen
en kunnen antwoorden.
Van harte hoop ik, dat de gemeente
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Zwammerdam
kand. J. K. Vlasbloem te Rottei
Te Delfzijl: A. van Beek te Hardi
berg; te St. Pancras: J. M. D.
Berg te IJmuiden; te Veen: E.
Bakker te Rijssen:
Benoemd: tot hulpprediker te Sc f
veningen J. J. Poldervaart a.s.
pred. te Nieuw Loosdrecht.
GEREF. KERKEN
Bedankt: voor Maarsen: J. J. H.
land te Rijsoord.
CHR. GEREF. KERKEN
Bedankt: voor Dordrecht: R. van
te IJmuiden.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: voor Slikkerveer: A. F.
koop te Moerkapelle; voor Elspeet:
Mol te Hardinxveld; voor Oud-Beij)
land: C. v.d. Poel te Yerseke.
NED. HERV. KERK
Afscheid: van St. Pancras: A. Ml
ringh ber. te Nijland.
Intrede: te Surhuizum: kand. F.
Brinkman uit Utrecht.
Emeritaat om gezondheidsreden
verleend aan M. Enker te 't Zandt
GEREF. KERKEN
Afscheid: van Schildwolde: J.
Sflhi.uten wegens emeritaat.
Intrede: te Lichtenvoorde: A. A. X
telman uit Kampen en v.h. te Har!
gen; te Bruchterveld: kand. G.
Hooijer uit Harderwijk te Schoon
ke: G. Gerkema, aldaar.
Jlir. Mr. C. Th. J. van Rijckcvon
De kerk en dc l oning, kerkelijke
wereldlijke macht in de middelceuwi
Uitgeverij Dekker Van de Vt
Nijmegen 1972. Prijs, gebond
ƒ45.00.
De titel geeft wel zo ongeveer i
waarover dit boek gaat: de verhi
ding van kerkelijk en wereldlijk gei
in enkele perioden vam de geschi»
nis der middeleeuwen. De schrijf
gaat daarbij uit van de tegenstelli
sacraal-profaan, die hij bij Plato, I
gustinus en Thomas van Aquino vin
Zijn ideaal is ook voor het heden
sacralisering, d.i. in zijn visie de vo<
rang van de kerk voor de staat,
gun de schrijver graag zijn idei
Zijn boek is echter in elk opzii
even slecht: het is duister van opzet
volslagen ordeloos in de uitwerkii
de historische uiteenzettingen miss
elke waarde, de stijl is barbaars
het wemelt van drukfouten.
dit kostelijke en geweldige geschenk
niet alleen dankbaar aanvaardt, maar
er ook mee aan het werk gaat.
Te midden van veel negatieve verwar
ring en steriele verwardheid in onze
kerken is de verschijning van dit
Psalter in levende taal voor levende
mensen een positief en vruchtbaar
gebeuren, verkwikkend, bemoedigend
en stimulerend.
Ik ben dr. Ida Gerhardt en dr. Marie
van der Zeyde zeer dankbaar.
De illustraties bij dit artikel zijn ge
nomen uit de zgn. Mart Kempers-bijbel
van het Nederlands bijbelgenootschap.
De tekeningen willen resp. verbeelden:
psalm 23 (herder met kudde scha
pen), het handgeklap uit psalm 47
(drie mannen) en de woorden 'Onze
ziel is ontkomen als een vogeluit
psalm 124.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
N.V. De Christelijke Pers
Dagelijks bestuur: B. Bol, Den
Haag; dr. E. Bleumink, Paters-
wolde; mr. G. C. van Dam,
Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot
terdam; J. Lanser, Utrecht;
drs. J. W de Pous, Den Haag;
J. Smallenbroek, Wassenaar.
Overige leden van het alge
meen bestuur: K. Abma, Am
sterdam; H. A.de Boer, IJmui
den; Th. Brouwer, Assen; mr.
dr. J Donner, Den Haag; J.
van Eibergen, Schaarsbergen;
mr. K. van Houten, Wagenin-
gen; ds. C. I. Hylkema, Bilt-
hoven; Jac. Huijsen, Delft;
mevrouw M. C. E. Klooster-
man-Fortgens, Voorschoten;
mevrouw J. G. Kraayeveld-
Wouters. Heerhugowaard;
prof dr G. N. Lammens,
Naarden. ds F. H. Lande-
man. Den Haag; H. de Mooij,
Rijnsburg; H. Ottevanger, Bui
tenpost; mr. dr. J. Ozinga,
Lunteren; dr. A. Veerman,
Rijswijk (Z.H.); H. H. Wem-
mers. Den Haag; drs. R. Zijl
stra. Oosterland (Zld
Directie:
Ing. O. Postma, F. Diemer
Hoofdredactie:
J. de Berg (waarnemend)
Hoofdkantoor N.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
Amsterdam. Postbus 859.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69.73.60.768). Gem.giro
X 500.
(ADVERTENTIE)
'Een zeer
goede proza
schrijver.'
Karei van het Revc
'Een pan
demonium
van onge
hoorde voorvallen en half
gare wendingen.'
Gcrril Komrij in Vrij Nederland
Meulenhoff Editie, f15,50
MculcnholT M Nederland