fvr i Eeuwenoude sprookjes van de Lage Landen Planten van houtgewassen Schenken voor het schenken van het Geschenk rrico Oplossing opgave nr. 542 uw probleem ook het onze Veertig doden bij brand in half jaar Sprankelende teksten; rijke illustraties Prins begin februari naar Australië en Nw.-Zeeland il w/KWARTET ZATLRD AG 11 NOVEMBER 1972 BINNENLAND T23/K23 adverliezende houtgewassen kunt planten zo lang ze kaal zijn, in iet voorjaar dus tot in maart Toch i het beter niet zo lang te wachten, rant kort erna ontwikkelt zich het lad, terwijl de boom dan al zorgen enoeg heeft om goed te bewortelen. i het eerste jaar is de groei dan leestal armetierig, insekten vreten e boom kaal, bloei blijft uit en iet zelden gaat de boom aan zijn ispanningen ten onder. U kunt laarom beter planten zodra het laat- te blad gevallen is, dus vanaf half ktober tot eind november. In no- ember is de grond nog tamelijk door Henk van Halm warm, zodat de boom kans krijgt stevig te wortelen voor de tempera tuur zover gedaald is dat alle groei aphoudt. het kiezen van bomen voor uw tuin U zult zich allereerst moeten afvra gen voor welke bomen uw tuin zich èent. Neem daarbij de grootte van uw tuin in aanmerking en kijk waar u bomen kunt zetten: veel exotische soorten verlangen een beschutte tandplaats. U moet rekening hou den met de toekomstige omvang van de kroon (kunt u hem ver genoeg ran muren of andere bomen zet ten9), met de hoogte die de boom jan bereiken en met hinderlijke schaduw (denk ook aan de buren!). Het is handig al voor het vallen van iet blad bij de kweker rond te neuzen en als u dan een boom of mester ziet van de soort die u wilt lebben, met mooie herfstkleuren en een goede vorm, die meteen reserve ren. De gekozen boom moet een goed gevormde kroon hebben en een mooie stam. Een berk geeft het neeste effect als hij niet kaarsrecht Als u die kunt krijgen en uw tuin is er groot genoeg voor, dan raad ik u een dubbelstam aan. Wei- jer elke boom die geen behoorlijk «legen van de tien uitgeplante hees- teis en bomen slaan aan. Juist die ene die niet aanslaat, is meestal het slachtoffer van degene die hem ge plant heeft. Laat u diegene niet zijn. Om te beginnen mag u bomen niet verplanten als het vriest of als de grond kletsnat is. Op de uitgeko zen plek moet de grond over een flink oppervlak en diep omgespit worden, waarna het plantgat op zijn minst zo ruim moet zijn dat de wortels er straalsgewijs in verdeeld kunnen worden en er niet in ge wrongen hoeven te worden. Hoe gro ter het plantgat, hoe beter. Is de tuingrond van slechte kwaliteit, dan doet u er goed aan het plantgat (en liefst nog een ruim stuk eromheen) te vullen met goede aarde, waardoor wat oude koemest is gemengd. De mest mag niet met de wortels in aanraking komen. Grote heesters en bomen krijgen een boompaal van rondhout (niet geïmpregneerd, want dat kan schadelijk zijn voor de wor tels!), die met een paar harde sla gen in de vaste grond wordt gesla gen vóór de boom in het plantgat gaat. Die steunpaal komt aan de westzijde van de stam waar het meest de wind op staat en mag de onderste takken net niet bereiken. HET EIGENLIJKE PLANTEN Als u een kluitheester hebt gekocht, hoeft u het gaas niet los te maken als I.2t van jute is. Is het van kunststof, dan zet u de heester met het gaas eromheen in het plantgat, maakt daarna het gaas los en spreidt dat uit over de bodem van de kuil, terwijl u de kluit zoveel mogelijk intact laat. Bij het planten moet wortelgestel heeft, precies de hoogte aangehouden wor den, waarop de boom in de kwekerij stond. Die hoogte kunt u aflezen aan een donkere aftekening op de stamvoet. Terwijl een helper de boom rechtop houdt, gooit u het plantgat zover dicht dat de meeste wortels bedekt zijn. Daarbij beweegt uw assistent de boom wat heen en weer zodat de aarde goed tussen en onder de wor tels rolt. Heel belangrijk is het inwateren: u giet een emmer water in het plantgat, waardoor de grond goed tussen de wortels spoelt. Als de wortels vervolgens geheèl met aarde bedekt en ingewaterd zijn, de aarde stevig aanstampen en wat oude mest bijvoegen. Dan het hele plantgat vullen en ondertussen de aarde blijven aanstampen. Nu kunt u de band om boompaal en boom bevestigen, waarbij u erop moet ietten dat de boom niet langs de paal kan schuren. De eerste twee maanden kan de boom door inklin ken van de plantgrond nog iets zakken ten opzichte van de paal, dus u kunt de band het beste in het begin niet te stevig om de boom bevestigen. Gebruik een brede band die de stam niet kan beschadigen en let er in de komende maanden op dat die band de boom niet kan alknellen, wanneer deze eenmaal flink gaat groeien. De steunpaal kan na ongeveer twee jaar verwijderd door mr. G. van Vorden kleinste vat 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 23 22" 11' 7' 5" 3' 2" 1' 22 20" 10" 7' 5" 4" 3' 2" 1' 21 18" 11' 6" 5" 14" 3' 2" 8" 7' 1' 20 16" 8" 7' 4" 3' 2" 1' 19 14" 11' 7' 5" 22" 3' 2" 14" 13' 1' 18 12" 6" 4" 5" 13' 2" 16" 8" 7* 1' 17 10" 11' 7' 5" 2" 3' 22" 20" 19' 6" 1' 16 8" 4" 7' 2" 10" 3' 9' 12" 6" 11' 1' grootste of 15 6" 11' 2" 5" 3' 15' 18" 6" 10" 1' gelijk vat 14 4" 2" 7' 5" 16" 3' 6" 17' 10" 14" 1' 13 2" 11' 7' 5" 11" 3' 6" 16" 10" 14", 22" 1' 12 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1" 1 11 2 11' 7' 5" 7" 3' 11" 15" 15' 5" 10 2 7' 5" 3' 15" 5" 9" 9 2 5" 11" 3' 7' 13" 8 2 9' 3' 11" 6 2 worden. Die paal is niet zozeer bedoeld cm de boom tegen omwaai en te behoeden als om de voet in de grond te fixeren. Ongesteunde bo men bewegen bij een flinke wind in de grond mee, waardoor pas gevorm de worteltjes afscheuren. Controleer ongesteunde struiken dus steeds na ee-. storm en trap de grond weer goed aan als ze los in de grond zijn komen te zitten. Van een verslaggever DEN HAAG In de eerste helft van dit jaar zijn veertig mensen bij bran den omgekomen: gewond werden 340 mensen. In het eerste halfjaar van 1971 was het aantal slachtoffers gro ter: 61 doden en 352 gewonden. Vader Vino had een vat van 24 liter, gevuld met wijn. En nu had hij twee andere vaten, die leeg waren, doch met behulp waarvan hij in ten minste zeventien schenkingen 12 liter kon afzonderen. Bij dergelijke schenkingen kan men twee methoden toepassen: 1) eerst het kleine vat volschenken, dit in het grootste leeggieten (deze handelingen zó lamg herhalen totdat het grootste vol is), vervolgens het grootste leeg gieten in het vat van 24 liter en dit geheel herhalen tot men 12 liter heeft; 2) eerst het grote vat volschen ken. hieruit het kleinste vat volgieten en dit laatste ledigen in het vat van 24 liter; dan zo mogelijk opnieuw uit het grootste vat het kleine volgieten en dit in het vat van 24 liter leegie- ten (deze handelingen herhalen totdat uit het grootste vat het kleinste niet meer kan worden volgegoten), dan uit het vat van 24 liter het grootste volgieten (bijvullen), en dit geheel herhalen tot men 12 liter heeft. Bij sommige combinaties der twee gekozen vaten zal de ene methode minder schenkingen vergen, bij ande re combinaties de andere. Hieronder volgt de lijst van alle com binaties der vaten voor zover deze tot een afzondering van 12 liter leiden. Indien de combinatie niet tot dat doel leidt is een streepje aangebracht. Achter het aantal schenkingen is aangegeven of de eerste dan wel de tweede methode het minimale aantal schenkingen oplevert. In het geval beide vaten 12 liter bevatten kan men naar willekeur of het ene of het andere vullen. En in de gevallen waarin de beide vaten samen 12 liter tellen doet het er evenmin toe, met welk vat men begint. Uit de tabel volgt, dat zeventien schenkingen minimaal nodig zijn als de beide vaten 9 en 14 liter bevatten kunnen. Wil men zodanige vaten hebben, dat het minimale aantal schenkingen 22 bedraagt, dan heeft men de keus tus sen de combinaties 1-23, 5-19, 7-17, 11- 13; in dat geval tellen de vaten samen 24 liter en zijn hun inhouden onder ling ondeelbaar. Een belangwekkende vraag is: welke afmetingen kunnen de vaten hebben opdat een deling in twee gelijke delen mogelijk is? Daarvoor heeft W. Ah- rens een oplossing gegeven, die echter niet volledig is. Hij meent, dat slechts dan een oplossing mogelijk is, als aan twee voorwaarden is voldaan: 1) De aantallen liters der kleine va ten moeten onderling ondeelbaar zijn; vooropgesteld, dat de drie vaten geen gemeenschappelijke factor bezitten. In dat geval deelt men de inhouden eerst door die gemeenschappelijke fac tor en dan moeten de kleinste vaten onderling ondeelbaar zijn. 2) De som der inhouden der beide kleinste vaten mag ten hoogste 1 liter meer zijn dan die van het grootste vat; en het kleinste vat moet tenhoog- ste gelijk zijn aan de dubbele som der beide kleinste vaten. Uit de tabel blijkt, dat de laatste voorwaarden te scherp zijn. Bij voorbeeld 22 en 5 (som 27, dus 3 meer dan 24) leveren een oplossing (4 schenkingen). Wél is het waar, dat onder de voorwaarden altijd een op lossing is te vinden. De heer C. H. Hofstra (101) te Wad- dinxveen is door het edele nat tot edele taal geïnspireerd: Het vele, vele schenken van het nat heeft vaider Vrimo damig afgemat. Daarom zullen wij maar denken, dat dit overvloedig schenken na afloop leidt tot 't heffen van een glas van wat de zorg van vader Vino was. De heer N. T. de Jong (44 te Middelburg is tot daden gekomen: 'Een leuke puzzel, waar ik met plezier bij geschonken heb'en waarschijn lijk daarna gedronken. Dit in tegen stelling met de heer A. Schaafsma (145) te Boven-Hardinxveld, die be heersing heeft getoond: 'k Heb dapper geschonken, geen druppel gedronken! Dus bleef ik steeds helder van geest. Ik wacht op waardering door puntenvermering, want dat is mijn streven geweest! De waardering bedroeg gemiddeld 7,97: verkregen uit: 5 (1,4%), 6 (10,1%), 7 (21,6%), 8 (34,5%), 9 (21,8%), 10 (10,6%). Vier deelnemers haalden meer dan 144 punten: 1) dr. I. Butler, Noord einde 15, Delft (voor de negentiende maal!); 2) L. Bijl, Theodora Jacoba- laan 14, Overschie (voor de vijfde maal); 3) G. Koorevaar, Laaken van Burenstraat 13, Leerdam (voor de tweede maal); 4) A. Schaafsma, Pau- lus Potterstraat 1, Boven Hardinxveld. (ADVERTENTIE) Zie ginds komt de kaasboot niet vergeten,., Frico eten Brieven die niet zijn voorzien van naam en adres kunnen niet in behandeling; worden genomen. Geheimhouding Is verzekerd. Vra gen die niet onderling met elkaar in verband staan moeten In afzonderlijke brieven worden gesteld. Per brief dient een gulden aan post zegels te worden Ingesloten. Adres: redactie Trouw-Kwartet, postbus 548, Botterdam. Vraag: Kunt u ook zeggen wat dit voor kever is? We voegen er een tekening bij op ware grootte. Hij lijkt op een oliekever maar is driemaal zo lang. Hij is gevonden op het fietspad in de Rosestraat in Rotterdam. Hij heeft geen vleugels en buigt bij gevaar het achterlijf omhoog als een schorpi oen. De kleur is zwart, de bovenste helft is dof en de onderste geledingen zijn glanzend. Het schild is hard. Antwoord: De tekening komt het meest overeen met een oorwurm, waarvan de vleugels slecht zichtbaar zijn. De tekening komt echter ook overeen met die van een schorpioen, waarop ook de grootte wijst. Voorzich tig dus maar want er komt veel ongedierte uit de tropen langs allerlei wegen naar Nederland. De vele verwarmde gebouwen enz. geven deze dieren een goedë kans om ons klimaat te doorstaan Vraag: Wie kan een belangstellende jeugdige lezer helpen aan in de oor log verschenen illegale kranten? Vraag: Op een begraafplaats vond ik op het hek links: Memento homo Quia pulvis es. Op de rechter kant Et in Pulverem reverentis. Wat be tekent dit? Wat betekent Modus Vi vendi? Antwoord: Gedenk mens, dat ge stof zijt (of wat hetzelfde betekent, maar letterlijk: wees gedachtig mens, omdat ge stof zijt) en tot stof zult weder keren. Modus vivendi: een manier, een wijze om te leven. Reactie van lezers: op een oproep betreffende P. Keuning ontvingen wij de volgende reacties: In het boek van de heer P. J. Risseeuw, christelijke schrijvers van deze tijd (NV Kok te Kampen) staat op bladzij 77-84 een uitvoerige levensbeschrijving (speciaal over 'Kinderen in verstand en in boosheid'). Dit boek is te vinden in elke openbare en christelijke biblio theek. Ook werd ter gelegenheid van een herdenking van Willem de Mero- de een boekje uitgegeven door een Groningse onderwijzer, waarin de levensgeschiedenis van P. Keuning voorkomt. De oude Keuning was te Speyk hoofdonderwijzer. Volgens onze lezer was de familie, die zich distan tieerde van de dialectsprekende bevol king niet erg populair, wat op te ma ken valt uit de inhoud van het reeds genoemde boekje en een ander werk je, getiteld Arbeidersmensken. Vraag: Ik heb in mijn garage een betonnen vloer waar een olievlek zit. Bestaat er een middel om die er uit te krijgen? Antwoord: We kunnen ons niet voor stellen dat er een goed middel is want die olie dringt diep in de vloer door. Het enige is telkens weer met spie en span werken en er niet te veel van verwachten. door C. G. vari Zweden Sprookjes zijn bestemd voor kinderen, zo luidt een oeroude wijsheid. Maar dan moet rle grens wel royaal worden getrokken. Kinderen van acht tot tachtig bijvoorbeeld. 'De Bezige Bij' heeft die merkwaardige kinderlijkheid bevestigd met de uitgave van een prachtige bundel sprookjes, onder de titel 'Sprookjes van de Lage Landen'. De bundel (25,5 x 35 cm) is typografisch goed verzorgd en op onnavolgbare wijze geïllustreerd door Peter Vos. Het tekstmateriaal werd verzameld en bewerkt door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar. [Horizontaal: 1. inkeping, 4. bedehuis, 7- tussen, 9. koude wind aan de T| Adriatische Zee, 10. bloedhuis, 12. tel- awoord, 13. geurigheid, 14. bergplaats, 15. soort schaatsen, 18. droogoven (Z.N.), 20. vuurpijl, 23. huisdier, 25. koopman, 26. verzoekschrift, 27. ste kel, 29. muziekinstrument, 31. deel van de hals, 32. ros, 37. plooi, 39. deelteken, 40. wending, 41. uitbraaksel van een vulkaan, 42. dreef, 43. hande ling, 44. oosters feestkleed, 45. luipaard. Verticaal: 1. bordpapier, 2. klank, 3. slingerplant, 4. oogvocht, 5. gemalen graan, 6. verborgen, 8. bemoediging, 9 roofdier, 11. getroffen, 16. kant van een stroom; 17. slot, 18 bijbelse fi guur, 19. rivier in Rusland, 21. strijd perk, 22. eenjarig kalf, 23. paardje, 24. kippenloop, 28. bestuurder, 29. feestkleed, 30. kleur, 33. palmboom, 34. speels, 35. oogziekte, 36. genees krachtige wortel, 38. vr. munt, 40. viskorf. Oplossing t.e.m. woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Trouw/Kwartet Postbus 859, Amsterdam. Linksboven vermelden: Weckendpuzzel. OPLOSSING VORIGE PUZZEL H°r.: 1. statig, 6. monter, 10. tik, 12. ara. 13. Epen. 15. alm, 17. pats, 18. foes, 20. enak. 22. es. 23.os,25 er, 26. de- 37. attraktie. 31. da, 32. nu, 34. langdurig, 41. uk, 42. ma, 43. ad, 44. ba, 45. terp, 47. ader, 49. deer, 51. oer, 53. Eire, 55. ere, 58. eed, 59. ransel, 60. statie. Vert.: 1. stegel, 2. tip, 3. aker, 4. in, 6. Ob, 7. taak, 8. ert, 9. raster, 11. al, 14. noot, 15. as, 16. me, 17. pari, 19. Est, 21. net, 24. Aa, 27. aal, 28. rag, 29. keu, 30. eng, 33. bunder, 35. Amer, 36. nar, 37. do, 38. rad, 39. idee, 40. narede, 45. teen, 46. Po, 47. ar, 48. riet, 50. era, 52. e.k. 54. rei, 56. Ee, 57. O.T. De prijswinnaars zijn: mevr. Valbracht, Nijlstraat 22, Haarlem; p. B. van Dalf- sen, Brcmstraat 241, Assen; S. Steen stra, Insulindeweg 38 I, Amsterdam. Van een verslaggever DEN HAAG Prins Bernharü zai van 1 tot 14 februari op verzoek van de Nederlandse regering een bezoek brengen aan Australië en Nieuw Zee land. Hij zal er besprekingen voeren over economische aangelegenheden, emigranten ontmoeten en bezoeken brengen aan bekende nationale par ken. Gewoonlijk zegt men van sprookjes dat ze 'ontwapenend' zijn. Vandaar de vergissing dat ze dkwijls alleen tot het domein van de kinderkamer worden gerekend. Een kleine ver gissing, alleen al als u bedenkt dat in sprookjes mensen worden opgeknoopt, doodge knuppeld. onthoofd, enz. Oren worden afgesne den, tongen uitgesneden of uitgerukt (andere ledematen idem), ogen worden uitgepikt, uitge brand of uitgestoken, lever en ingewanden gaan onder het mes, en mensen worden met stenen om de nek te water gesmeten. Maar dat alles doet niets af aan het feit dat de vertellingen voor kinderen zijn bestemd. De vertellingen zoals ze hier liggen hebben overi gens zoveel charme dat kinderen die ouder zijn aan tachtig jaar zich niet betrapt hoeven te voelen. En om op dat 'ontwapenend' terug te komen, dat is het intrappen van een open deur, totdat de lezer zich de voor de hand liggende vragen stelt: wie wordt door wét ontwapend?, en wét wordt door wie ontwapend? Tn een nawoord deelt Hans Sleutelaar mee dat hij en zijn collega Eelke de Jong uit de bronnen alleen datgene hebben geput, wa't rechtstreeks is ontleend aan de volksmond, in het taalgebied tussen de Dollard en Duinker ken. Vlaams-Nederlandse geschriften dus, die oorspronkelijk met een grote voorkeur voor dialect aan het papier werden toevertrouwd en daarom een zeldzame oorspronkelijkheid had- aen. 'Dit wil overigens niet zeggen, dat deze sprookjes daarom ook in onze streken zijn ontstaan. De vertelvorm van het sprookje be reikte het westen vanuit het verre oosten en verbreidde zich in de middeleeuwen over het Europese vasteland; dezelfde sprookjesmotieven komen voor onder de meeest uiteenlopende volkeren.' De lezer merkt dat. Zij of hij komt vertellin gen tegen die kennelijk varianten zijn op sprookjes die alom bekend zijn. Na bewerking en 'vertaling' in gangbaar Ne derlands is de taal zeldzaam direct en fris eebleven. Dat is geen geringe verdienste voor de beide samenstellers, die blijkbaar erg con sciëntieus te werk zijn gegaan. De teksten zijn vaak leutig en boertig: rovers piesen en kakken en de lezer voelt aan dat daar geen andere woorden voor bestaan. Een klein voorbeeld van directheid van taal vond ik in de volgende dialoog, afkomstig uit het sprookje 'De jongen die uit de hemel was gevallen' Die 'gevallen' jongen staat omhoog te kijken terwijl een boerin langskomt. Zo jongen, wat sta je te turen? Wat is er gebeurd.?. Ach moedertje, zei de jongen, ik kwam zonet uit de hemel vallen, en nou kan ik het gat niet terugvinden. Sapperloot! zei de vrouw. Ben jij uit de hemel geval len? Dan ben je daarboven zéker wel goed bekend. Allicht, zei de jongen. Dan ken je misschien ook mijn zoon Kees, die goeie jongen, die verleden jaar gestorven is? Kees?, zei de jongen. Is dat je zoon? En je vraagt of ik die ken? Mens, dat is mijn buurman! Dat treft! zei de vrouw. En hoe gaat het met hem? Best, best, zei de jongen. Alleen klaagde hij er vorige week over dat al zijn kousen stuk waren. En de worst is op, en de ham en de boter, maar voor de rest gaat het hem heel goed. Tjonge tjonge, zei de vrouw. En wat zegt u van de volgende typering van feestvreugde (uit het verhaal 'De drie broers') Drie dagen en drie nachten vierde het land feest. En zó groot was de feestvreugde, dat de varkens gebraden over straat liepen, met mes en vork in hun rug, en peper en zout onder hun staart, klaar om opgegeten te worden. Variaties op het thema onnozelheid zijn na tuurlijk rijkelijk vertegenwoordigd: De gemeenteraad van het dorp vergaderde en de burgemeester telde de raadsleden. Vreemd, zei hij, ik tel maar zeven man en toch moeten we met z'n achten zijn, de secretaris meegerekend. De secretaris telde op zijn beurt de raadsleden, zonder zichzelf mee te tellen. Ook hij telde maar zeven aanwezigen. Toen kreeg de burgemeester een heldere gedachte. Men zou zijn vinger in een plak koestront steken, die voor de deur van het gemeentehuis lag. Dan hoef den ze alleen de gaatjes te tellen. Iedereen stapte naar buiten en stak zijn vinger in de plak. Men telde de gaatjes. Het waren er acht. De gemeenteraad was voltallig. Het boek heeft verrukkelijke teksten.. Nog één complete vertelling om het af te leren. Sinds mensenheugenis lag er een diepe put op het marktplein. Niemand kon zeggen hoe diep het water er in stond. Hoe moesten ze daar achter komen? Niemand wist raad. Eindelijk kwam Sterke Peter en zei dat hij wist hoe het moest gebeuien. Kijk, zei hij. Deze eiken balk leg ik over de put. Dan ga ik er aan hangen. Iemand gaat weer aan mijn voeten hangen en een ander aan de voeten van de vorige, enzovoort, tot we water voelen. En dan hoeven we alleen te weten hoe lang we met zijn allen zijn. Dat idee werd met algemene stemmen aangeno men en meteen uitgevoerd. Toen er een man of zes aan de balk hingen, vroeg de burge meester aan Sterke Peer: En, Peer, hou je het vol? Ja, vooruit maar! De zevende man liet zich naar beneden glijden. Toen riej) Peer: Mannen, ik moet even in mijn handen spuwen. En hij voegde de daad bij het woord. De tekeningen van Peter Vos treffen de sfeer raak. Die tekeningen zijn een verhaal apart waard. De kijker raakt zo geboeid, dat hij tot zijn vermaak ontdekt dat Peter Vos variaties tekent die speelse afwijkingen van de tekst verraden. De illustrator moet gedacht hebben: 'Hoor 'es even, bij een tekst waarin alles kan. hoort een tekening waarin ook wel iets kan Nog één waarschuwing. Wie schielijk naar de dichtstbijzijnde boekhandel rent en thuisgeko men zijn nieuw-verworven bezit op een koste lijke avond in één ruk denkt uit te lezen, vergist zich. Daar zijn die verhalen te goed voor. Beter is, vóór het slapen gaan, een of twee sprookjes te lezen, en later, met een oor in het kussen, die vertellingen te memoreren. Dan komen de meest onverwachte details bo ven. Gewaardeerd slaapverdrijvend. 'Sprookjes van de Lage Landen', bijeengebracht Een voorbeeld van meester-tekenwerk. Illustra tie van het sprookje 'De twistzieke stiefmoe der.' en bewerkt door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar, met tekeningen van Peter Vos. Uitgave De Bezige Bij, A'dam. Omvang 166 pagina's (zwaar glanzend papier) Prijs: tot 5 december 18.75. Daarna 29.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 23