fvr i
Eeuwenoude sprookjes
van de Lage Landen
Planten van houtgewassen
Schenken voor het schenken
van het Geschenk
rrico
Oplossing opgave nr. 542
uw probleem
ook het onze
Veertig doden bij
brand in half jaar
Sprankelende teksten; rijke illustraties
Prins begin februari naar
Australië en Nw.-Zeeland
il w/KWARTET ZATLRD AG 11 NOVEMBER 1972
BINNENLAND
T23/K23
adverliezende houtgewassen kunt
planten zo lang ze kaal zijn, in
iet voorjaar dus tot in maart Toch
i het beter niet zo lang te wachten,
rant kort erna ontwikkelt zich het
lad, terwijl de boom dan al zorgen
enoeg heeft om goed te bewortelen.
i het eerste jaar is de groei dan
leestal armetierig, insekten vreten
e boom kaal, bloei blijft uit en
iet zelden gaat de boom aan zijn
ispanningen ten onder. U kunt
laarom beter planten zodra het laat-
te blad gevallen is, dus vanaf half
ktober tot eind november. In no-
ember is de grond nog tamelijk
door Henk van Halm
warm, zodat de boom kans krijgt
stevig te wortelen voor de tempera
tuur zover gedaald is dat alle groei
aphoudt.
het kiezen van bomen voor
uw tuin
U zult zich allereerst moeten afvra
gen voor welke bomen uw tuin zich
èent. Neem daarbij de grootte van
uw tuin in aanmerking en kijk waar
u bomen kunt zetten: veel exotische
soorten verlangen een beschutte
tandplaats. U moet rekening hou
den met de toekomstige omvang van
de kroon (kunt u hem ver genoeg
ran muren of andere bomen zet
ten9), met de hoogte die de boom
jan bereiken en met hinderlijke
schaduw (denk ook aan de buren!).
Het is handig al voor het vallen van
iet blad bij de kweker rond te
neuzen en als u dan een boom of
mester ziet van de soort die u wilt
lebben, met mooie herfstkleuren en
een goede vorm, die meteen reserve
ren. De gekozen boom moet een
goed gevormde kroon hebben en een
mooie stam. Een berk geeft het
neeste effect als hij niet kaarsrecht
Als u die kunt krijgen en uw
tuin is er groot genoeg voor, dan
raad ik u een dubbelstam aan. Wei-
jer elke boom die geen behoorlijk
«legen van de tien uitgeplante hees-
teis en bomen slaan aan. Juist die
ene die niet aanslaat, is meestal het
slachtoffer van degene die hem ge
plant heeft. Laat u diegene niet
zijn. Om te beginnen mag u bomen
niet verplanten als het vriest of als
de grond kletsnat is. Op de uitgeko
zen plek moet de grond over een
flink oppervlak en diep omgespit
worden, waarna het plantgat op zijn
minst zo ruim moet zijn dat de
wortels er straalsgewijs in verdeeld
kunnen worden en er niet in ge
wrongen hoeven te worden. Hoe gro
ter het plantgat, hoe beter. Is de
tuingrond van slechte kwaliteit, dan
doet u er goed aan het plantgat (en
liefst nog een ruim stuk eromheen)
te vullen met goede aarde, waardoor
wat oude koemest is gemengd. De
mest mag niet met de wortels in
aanraking komen. Grote heesters en
bomen krijgen een boompaal van
rondhout (niet geïmpregneerd, want
dat kan schadelijk zijn voor de wor
tels!), die met een paar harde sla
gen in de vaste grond wordt gesla
gen vóór de boom in het plantgat
gaat. Die steunpaal komt aan de
westzijde van de stam waar het
meest de wind op staat en mag de
onderste takken net niet bereiken.
HET EIGENLIJKE PLANTEN
Als u een kluitheester hebt gekocht,
hoeft u het gaas niet los te maken
als I.2t van jute is. Is het van
kunststof, dan zet u de heester met
het gaas eromheen in het plantgat,
maakt daarna het gaas los en spreidt
dat uit over de bodem van de kuil,
terwijl u de kluit zoveel mogelijk
intact laat. Bij het planten moet
wortelgestel heeft,
precies de hoogte aangehouden wor
den, waarop de boom in de kwekerij
stond. Die hoogte kunt u aflezen
aan een donkere aftekening op de
stamvoet.
Terwijl een helper de boom rechtop
houdt, gooit u het plantgat zover
dicht dat de meeste wortels bedekt
zijn. Daarbij beweegt uw assistent
de boom wat heen en weer zodat de
aarde goed tussen en onder de wor
tels rolt. Heel belangrijk is het
inwateren: u giet een emmer water
in het plantgat, waardoor de grond
goed tussen de wortels spoelt.
Als de wortels vervolgens geheèl
met aarde bedekt en ingewaterd
zijn, de aarde stevig aanstampen en
wat oude mest bijvoegen. Dan het
hele plantgat vullen en ondertussen
de aarde blijven aanstampen.
Nu kunt u de band om boompaal en
boom bevestigen, waarbij u erop
moet ietten dat de boom niet langs
de paal kan schuren. De eerste twee
maanden kan de boom door inklin
ken van de plantgrond nog iets
zakken ten opzichte van de paal, dus
u kunt de band het beste in het
begin niet te stevig om de boom
bevestigen. Gebruik een brede band
die de stam niet kan beschadigen en
let er in de komende maanden op
dat die band de boom niet kan
alknellen, wanneer deze eenmaal
flink gaat groeien. De steunpaal kan
na ongeveer twee jaar verwijderd
door mr. G. van Vorden
kleinste
vat
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
23
22"
11'
7'
5"
3'
2"
1'
22
20"
10"
7'
5"
4"
3'
2"
1'
21
18"
11'
6"
5"
14"
3'
2"
8"
7'
1'
20
16"
8"
7'
4"
3'
2"
1'
19
14"
11'
7'
5"
22"
3'
2"
14"
13'
1'
18
12"
6"
4"
5"
13'
2"
16"
8"
7*
1'
17
10"
11'
7'
5"
2"
3'
22"
20"
19'
6"
1'
16
8"
4"
7'
2"
10"
3'
9'
12"
6"
11'
1'
grootste of
15
6"
11'
2"
5"
3'
15'
18"
6"
10"
1'
gelijk vat
14
4"
2"
7'
5"
16"
3'
6"
17'
10"
14"
1'
13
2"
11'
7'
5"
11"
3'
6"
16"
10"
14",
22"
1'
12
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1"
1
11
2
11'
7'
5"
7"
3'
11"
15"
15'
5"
10
2
7'
5"
3'
15"
5"
9"
9
2
5"
11"
3'
7'
13"
8
2
9'
3'
11"
6
2
worden. Die paal is niet zozeer
bedoeld cm de boom tegen omwaai
en te behoeden als om de voet in de
grond te fixeren. Ongesteunde bo
men bewegen bij een flinke wind in
de grond mee, waardoor pas gevorm
de worteltjes afscheuren. Controleer
ongesteunde struiken dus steeds na
ee-. storm en trap de grond weer
goed aan als ze los in de grond zijn
komen te zitten.
Van een verslaggever
DEN HAAG In de eerste helft van
dit jaar zijn veertig mensen bij bran
den omgekomen: gewond werden 340
mensen. In het eerste halfjaar van
1971 was het aantal slachtoffers gro
ter: 61 doden en 352 gewonden.
Vader Vino had een vat van 24 liter,
gevuld met wijn. En nu had hij twee
andere vaten, die leeg waren, doch
met behulp waarvan hij in ten minste
zeventien schenkingen 12 liter kon
afzonderen.
Bij dergelijke schenkingen kan men
twee methoden toepassen: 1) eerst het
kleine vat volschenken, dit in het
grootste leeggieten (deze handelingen
zó lamg herhalen totdat het grootste
vol is), vervolgens het grootste leeg
gieten in het vat van 24 liter en dit
geheel herhalen tot men 12 liter
heeft; 2) eerst het grote vat volschen
ken. hieruit het kleinste vat volgieten
en dit laatste ledigen in het vat van
24 liter; dan zo mogelijk opnieuw uit
het grootste vat het kleine volgieten
en dit in het vat van 24 liter leegie-
ten (deze handelingen herhalen totdat
uit het grootste vat het kleinste niet
meer kan worden volgegoten), dan uit
het vat van 24 liter het grootste
volgieten (bijvullen), en dit geheel
herhalen tot men 12 liter heeft.
Bij sommige combinaties der twee
gekozen vaten zal de ene methode
minder schenkingen vergen, bij ande
re combinaties de andere.
Hieronder volgt de lijst van alle com
binaties der vaten voor zover deze tot
een afzondering van 12 liter leiden.
Indien de combinatie niet tot dat doel
leidt is een streepje aangebracht.
Achter het aantal schenkingen is
aangegeven of de eerste dan wel
de tweede methode het minimale
aantal schenkingen oplevert. In het
geval beide vaten 12 liter bevatten
kan men naar willekeur of het ene of
het andere vullen. En in de gevallen
waarin de beide vaten samen 12 liter
tellen doet het er evenmin toe, met
welk vat men begint.
Uit de tabel volgt, dat zeventien
schenkingen minimaal nodig zijn als
de beide vaten 9 en 14 liter bevatten
kunnen.
Wil men zodanige vaten hebben, dat
het minimale aantal schenkingen 22
bedraagt, dan heeft men de keus tus
sen de combinaties 1-23, 5-19, 7-17, 11-
13; in dat geval tellen de vaten samen
24 liter en zijn hun inhouden onder
ling ondeelbaar.
Een belangwekkende vraag is: welke
afmetingen kunnen de vaten hebben
opdat een deling in twee gelijke delen
mogelijk is? Daarvoor heeft W. Ah-
rens een oplossing gegeven, die echter
niet volledig is. Hij meent, dat slechts
dan een oplossing mogelijk is, als aan
twee voorwaarden is voldaan:
1) De aantallen liters der kleine va
ten moeten onderling ondeelbaar zijn;
vooropgesteld, dat de drie vaten geen
gemeenschappelijke factor bezitten. In
dat geval deelt men de inhouden
eerst door die gemeenschappelijke fac
tor en dan moeten de kleinste vaten
onderling ondeelbaar zijn.
2) De som der inhouden der beide
kleinste vaten mag ten hoogste 1 liter
meer zijn dan die van het grootste
vat; en het kleinste vat moet tenhoog-
ste gelijk zijn aan de dubbele som der
beide kleinste vaten.
Uit de tabel blijkt, dat de laatste
voorwaarden te scherp zijn. Bij
voorbeeld 22 en 5 (som 27, dus 3
meer dan 24) leveren een oplossing
(4 schenkingen). Wél is het waar, dat
onder de voorwaarden altijd een op
lossing is te vinden.
De heer C. H. Hofstra (101) te Wad-
dinxveen is door het edele nat tot
edele taal geïnspireerd:
Het vele, vele schenken van het nat
heeft vaider Vrimo damig afgemat.
Daarom zullen wij maar denken,
dat dit overvloedig schenken
na afloop leidt tot 't heffen van een
glas
van wat de zorg van vader Vino was.
De heer N. T. de Jong (44 te
Middelburg is tot daden gekomen:
'Een leuke puzzel, waar ik met plezier
bij geschonken heb'en waarschijn
lijk daarna gedronken. Dit in tegen
stelling met de heer A. Schaafsma
(145) te Boven-Hardinxveld, die be
heersing heeft getoond:
'k Heb dapper geschonken,
geen druppel gedronken!
Dus bleef ik steeds helder van geest.
Ik wacht op waardering
door puntenvermering,
want dat is mijn streven geweest!
De waardering bedroeg gemiddeld
7,97: verkregen uit: 5 (1,4%), 6
(10,1%), 7 (21,6%), 8 (34,5%), 9
(21,8%), 10 (10,6%).
Vier deelnemers haalden meer dan
144 punten: 1) dr. I. Butler, Noord
einde 15, Delft (voor de negentiende
maal!); 2) L. Bijl, Theodora Jacoba-
laan 14, Overschie (voor de vijfde
maal); 3) G. Koorevaar, Laaken van
Burenstraat 13, Leerdam (voor de
tweede maal); 4) A. Schaafsma, Pau-
lus Potterstraat 1, Boven Hardinxveld.
(ADVERTENTIE)
Zie ginds komt
de kaasboot
niet vergeten,., Frico eten
Brieven die niet zijn voorzien van naam en
adres kunnen niet in behandeling; worden
genomen. Geheimhouding Is verzekerd. Vra
gen die niet onderling met elkaar in verband
staan moeten In afzonderlijke brieven worden
gesteld. Per brief dient een gulden aan post
zegels te worden Ingesloten. Adres: redactie
Trouw-Kwartet, postbus 548, Botterdam.
Vraag: Kunt u ook zeggen wat dit voor
kever is? We voegen er een tekening
bij op ware grootte. Hij lijkt op een
oliekever maar is driemaal zo lang.
Hij is gevonden op het fietspad in de
Rosestraat in Rotterdam. Hij heeft
geen vleugels en buigt bij gevaar het
achterlijf omhoog als een schorpi
oen. De kleur is zwart, de bovenste
helft is dof en de onderste geledingen
zijn glanzend. Het schild is hard.
Antwoord: De tekening komt het
meest overeen met een oorwurm,
waarvan de vleugels slecht zichtbaar
zijn. De tekening komt echter ook
overeen met die van een schorpioen,
waarop ook de grootte wijst. Voorzich
tig dus maar want er komt veel
ongedierte uit de tropen langs allerlei
wegen naar Nederland. De vele
verwarmde gebouwen enz. geven deze
dieren een goedë kans om ons klimaat
te doorstaan
Vraag: Wie kan een belangstellende
jeugdige lezer helpen aan in de oor
log verschenen illegale kranten?
Vraag: Op een begraafplaats vond ik
op het hek links: Memento homo
Quia pulvis es. Op de rechter kant Et
in Pulverem reverentis. Wat be
tekent dit? Wat betekent Modus Vi
vendi?
Antwoord: Gedenk mens, dat ge stof
zijt (of wat hetzelfde betekent, maar
letterlijk: wees gedachtig mens, omdat
ge stof zijt) en tot stof zult weder
keren. Modus vivendi: een manier, een
wijze om te leven.
Reactie van lezers: op een oproep
betreffende P. Keuning ontvingen wij
de volgende reacties: In het boek van
de heer P. J. Risseeuw, christelijke
schrijvers van deze tijd (NV Kok te
Kampen) staat op bladzij 77-84 een
uitvoerige levensbeschrijving (speciaal
over 'Kinderen in verstand en in
boosheid'). Dit boek is te vinden in
elke openbare en christelijke biblio
theek. Ook werd ter gelegenheid van
een herdenking van Willem de Mero-
de een boekje uitgegeven door een
Groningse onderwijzer, waarin de
levensgeschiedenis van P. Keuning
voorkomt. De oude Keuning was te
Speyk hoofdonderwijzer. Volgens onze
lezer was de familie, die zich distan
tieerde van de dialectsprekende bevol
king niet erg populair, wat op te ma
ken valt uit de inhoud van het reeds
genoemde boekje en een ander werk
je, getiteld Arbeidersmensken.
Vraag: Ik heb in mijn garage een
betonnen vloer waar een olievlek zit.
Bestaat er een middel om die er uit
te krijgen?
Antwoord: We kunnen ons niet voor
stellen dat er een goed middel is
want die olie dringt diep in de vloer
door. Het enige is telkens weer met
spie en span werken en er niet te
veel van verwachten.
door C. G. vari Zweden
Sprookjes zijn bestemd voor kinderen, zo luidt een oeroude wijsheid. Maar dan moet rle grens wel royaal worden getrokken.
Kinderen van acht tot tachtig bijvoorbeeld.
'De Bezige Bij' heeft die merkwaardige kinderlijkheid bevestigd met de uitgave van een prachtige bundel sprookjes, onder de
titel 'Sprookjes van de Lage Landen'. De bundel (25,5 x 35 cm) is typografisch goed verzorgd en op onnavolgbare wijze
geïllustreerd door Peter Vos. Het tekstmateriaal werd verzameld en bewerkt door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar.
[Horizontaal: 1. inkeping, 4. bedehuis,
7- tussen, 9. koude wind aan de
T| Adriatische Zee, 10. bloedhuis, 12. tel-
awoord, 13. geurigheid, 14. bergplaats,
15. soort schaatsen, 18. droogoven
(Z.N.), 20. vuurpijl, 23. huisdier, 25.
koopman, 26. verzoekschrift, 27. ste
kel, 29. muziekinstrument, 31. deel
van de hals, 32. ros, 37. plooi, 39.
deelteken, 40. wending, 41. uitbraaksel
van een vulkaan, 42. dreef, 43. hande
ling, 44. oosters feestkleed, 45.
luipaard.
Verticaal: 1. bordpapier, 2. klank, 3.
slingerplant, 4. oogvocht, 5. gemalen
graan, 6. verborgen, 8. bemoediging,
9 roofdier, 11. getroffen, 16. kant van
een stroom; 17. slot, 18 bijbelse fi
guur, 19. rivier in Rusland, 21. strijd
perk, 22. eenjarig kalf, 23. paardje, 24.
kippenloop, 28. bestuurder, 29.
feestkleed, 30. kleur, 33. palmboom,
34. speels, 35. oogziekte, 36. genees
krachtige wortel, 38. vr. munt, 40.
viskorf.
Oplossing t.e.m. woensdag a.s. per
briefkaart zenden aan: Trouw/Kwartet
Postbus 859, Amsterdam. Linksboven
vermelden: Weckendpuzzel.
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
H°r.: 1. statig, 6. monter, 10. tik, 12.
ara. 13. Epen. 15. alm, 17. pats, 18.
foes, 20. enak. 22. es. 23.os,25 er, 26.
de- 37. attraktie. 31. da, 32. nu, 34.
langdurig, 41. uk, 42. ma, 43. ad, 44.
ba, 45. terp, 47. ader, 49. deer, 51. oer,
53. Eire, 55. ere, 58. eed, 59. ransel,
60. statie.
Vert.: 1. stegel, 2. tip, 3. aker, 4. in, 6.
Ob, 7. taak, 8. ert, 9. raster, 11. al, 14.
noot, 15. as, 16. me, 17. pari, 19. Est,
21. net, 24. Aa, 27. aal, 28. rag, 29.
keu, 30. eng, 33. bunder, 35. Amer, 36.
nar, 37. do, 38. rad, 39. idee, 40.
narede, 45. teen, 46. Po, 47. ar, 48.
riet, 50. era, 52. e.k. 54. rei, 56. Ee,
57. O.T.
De prijswinnaars zijn: mevr. Valbracht,
Nijlstraat 22, Haarlem; p. B. van Dalf-
sen, Brcmstraat 241, Assen; S. Steen
stra, Insulindeweg 38 I, Amsterdam.
Van een verslaggever
DEN HAAG Prins Bernharü zai
van 1 tot 14 februari op verzoek van
de Nederlandse regering een bezoek
brengen aan Australië en Nieuw Zee
land. Hij zal er besprekingen voeren
over economische aangelegenheden,
emigranten ontmoeten en bezoeken
brengen aan bekende nationale par
ken.
Gewoonlijk zegt men van sprookjes dat ze
'ontwapenend' zijn. Vandaar de vergissing dat
ze dkwijls alleen tot het domein van de
kinderkamer worden gerekend. Een kleine ver
gissing, alleen al als u bedenkt dat in
sprookjes mensen worden opgeknoopt, doodge
knuppeld. onthoofd, enz. Oren worden afgesne
den, tongen uitgesneden of uitgerukt (andere
ledematen idem), ogen worden uitgepikt, uitge
brand of uitgestoken, lever en ingewanden
gaan onder het mes, en mensen worden met
stenen om de nek te water gesmeten.
Maar dat alles doet niets af aan het feit dat de
vertellingen voor kinderen zijn bestemd. De
vertellingen zoals ze hier liggen hebben overi
gens zoveel charme dat kinderen die ouder zijn
aan tachtig jaar zich niet betrapt hoeven te
voelen.
En om op dat 'ontwapenend' terug te komen,
dat is het intrappen van een open deur, totdat
de lezer zich de voor de hand liggende vragen
stelt: wie wordt door wét ontwapend?, en wét
wordt door wie ontwapend?
Tn een nawoord deelt Hans Sleutelaar mee dat
hij en zijn collega Eelke de Jong uit de
bronnen alleen datgene hebben geput, wa't
rechtstreeks is ontleend aan de volksmond, in
het taalgebied tussen de Dollard en Duinker
ken. Vlaams-Nederlandse geschriften dus, die
oorspronkelijk met een grote voorkeur voor
dialect aan het papier werden toevertrouwd en
daarom een zeldzame oorspronkelijkheid had-
aen. 'Dit wil overigens niet zeggen, dat deze
sprookjes daarom ook in onze streken zijn
ontstaan. De vertelvorm van het sprookje be
reikte het westen vanuit het verre oosten en
verbreidde zich in de middeleeuwen over het
Europese vasteland; dezelfde sprookjesmotieven
komen voor onder de meeest uiteenlopende
volkeren.'
De lezer merkt dat. Zij of hij komt vertellin
gen tegen die kennelijk varianten zijn op
sprookjes die alom bekend zijn.
Na bewerking en 'vertaling' in gangbaar Ne
derlands is de taal zeldzaam direct en fris
eebleven. Dat is geen geringe verdienste voor
de beide samenstellers, die blijkbaar erg con
sciëntieus te werk zijn gegaan. De teksten zijn
vaak leutig en boertig: rovers piesen en kakken
en de lezer voelt aan dat daar geen andere
woorden voor bestaan. Een klein voorbeeld van
directheid van taal vond ik in de volgende
dialoog, afkomstig uit het sprookje 'De jongen
die uit de hemel was gevallen' Die 'gevallen'
jongen staat omhoog te kijken terwijl een
boerin langskomt.
Zo jongen, wat sta je te turen? Wat is er
gebeurd.?. Ach moedertje, zei de jongen, ik
kwam zonet uit de hemel vallen, en nou
kan ik het gat niet terugvinden. Sapperloot!
zei de vrouw. Ben jij uit de hemel geval
len? Dan ben je daarboven zéker wel goed
bekend. Allicht, zei de jongen. Dan ken je
misschien ook mijn zoon Kees, die goeie
jongen, die verleden jaar gestorven is?
Kees?, zei de jongen. Is dat je zoon? En je
vraagt of ik die ken? Mens, dat is mijn
buurman! Dat treft! zei de vrouw. En hoe
gaat het met hem? Best, best, zei de jongen.
Alleen klaagde hij er vorige week over dat
al zijn kousen stuk waren. En de worst is
op, en de ham en de boter, maar voor de
rest gaat het hem heel goed. Tjonge tjonge,
zei de vrouw.
En wat zegt u van de volgende typering van
feestvreugde (uit het verhaal 'De drie broers')
Drie dagen en drie nachten vierde het land
feest. En zó groot was de feestvreugde, dat
de varkens gebraden over straat liepen, met
mes en vork in hun rug, en peper en zout
onder hun staart, klaar om opgegeten te
worden.
Variaties op het thema onnozelheid zijn na
tuurlijk rijkelijk vertegenwoordigd:
De gemeenteraad van het dorp vergaderde
en de burgemeester telde de raadsleden.
Vreemd, zei hij, ik tel maar zeven man en
toch moeten we met z'n achten zijn, de
secretaris meegerekend. De secretaris telde
op zijn beurt de raadsleden, zonder zichzelf
mee te tellen. Ook hij telde maar zeven
aanwezigen. Toen kreeg de burgemeester
een heldere gedachte. Men zou zijn vinger
in een plak koestront steken, die voor de
deur van het gemeentehuis lag. Dan hoef
den ze alleen de gaatjes te tellen. Iedereen
stapte naar buiten en stak zijn vinger in de
plak. Men telde de gaatjes. Het waren er
acht. De gemeenteraad was voltallig.
Het boek heeft verrukkelijke teksten.. Nog één
complete vertelling om het af te leren.
Sinds mensenheugenis lag er een diepe put
op het marktplein. Niemand kon zeggen hoe
diep het water er in stond. Hoe moesten ze
daar achter komen? Niemand wist raad.
Eindelijk kwam Sterke Peter en zei dat hij
wist hoe het moest gebeuien. Kijk, zei hij.
Deze eiken balk leg ik over de put. Dan ga
ik er aan hangen. Iemand gaat weer aan
mijn voeten hangen en een ander aan de
voeten van de vorige, enzovoort, tot we
water voelen. En dan hoeven we alleen te
weten hoe lang we met zijn allen zijn. Dat
idee werd met algemene stemmen aangeno
men en meteen uitgevoerd. Toen er een man
of zes aan de balk hingen, vroeg de burge
meester aan Sterke Peer: En, Peer, hou je
het vol? Ja, vooruit maar! De zevende man
liet zich naar beneden glijden. Toen riej)
Peer: Mannen, ik moet even in mijn handen
spuwen. En hij voegde de daad bij het woord.
De tekeningen van Peter Vos treffen de sfeer
raak. Die tekeningen zijn een verhaal apart
waard. De kijker raakt zo geboeid, dat hij
tot zijn vermaak ontdekt dat Peter Vos
variaties tekent die speelse afwijkingen van de
tekst verraden. De illustrator moet gedacht
hebben: 'Hoor 'es even, bij een tekst waarin
alles kan. hoort een tekening waarin ook wel
iets kan
Nog één waarschuwing. Wie schielijk naar de
dichtstbijzijnde boekhandel rent en thuisgeko
men zijn nieuw-verworven bezit op een koste
lijke avond in één ruk denkt uit te lezen,
vergist zich. Daar zijn die verhalen te goed
voor. Beter is, vóór het slapen gaan, een of
twee sprookjes te lezen, en later, met een oor
in het kussen, die vertellingen te memoreren.
Dan komen de meest onverwachte details bo
ven. Gewaardeerd slaapverdrijvend.
'Sprookjes van de Lage Landen', bijeengebracht
Een voorbeeld van meester-tekenwerk. Illustra
tie van het sprookje 'De twistzieke stiefmoe
der.'
en bewerkt door Eelke de Jong en Hans
Sleutelaar, met tekeningen van Peter Vos.
Uitgave De Bezige Bij, A'dam. Omvang 166
pagina's (zwaar glanzend papier) Prijs: tot 5
december 18.75. Daarna 29.50.