Doorbraak naar biologisch voedsel j nieuure reiru nieuure reiru nieuure reu u V «••••••••••A -Pieter Boxmans tuinbouwvereniging (van de Twekkeler Es) maakt school jjllOUW/K ;OUW/KWASTET ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972 BUITENLAND/BINNENLAND T21/K21 Pe B.B.C., de oudste omroep-organisatie ter wereld, bestaat dinsdag vijftig jaar. Op ons verzoek schreef de heer H. Schaafsma een beschouwing over dit jubileum. Pe heer Schaafsma is directeur van de Culturele Raad van Noord-Holland. Hij publiceer de o.a. over radio- en televisievraagstukken. VIJFTIG Peter Ustinow, een paar weken releden, in de televisiestudio IV ran de N.O.S., als compère in het jrogramma dat een aantal conti- ïentale omroepinstellingen de 5.B.C. aanbiedt bij haar vijftigste reijaardag: 'It's the style that natters with the B.B.C., and not he contents'. (Bij de B.B.C. komt iet aan op de stijl, niet op de nhoud). Waarschijnlijk zou J. W. Reith, die in 1922 de stoot heeft gegeven tot de iprichting van wat bij oudgedienden nog altijd 'the Corporation' heet, deze j-pering hebben gewaardeerd. Want ioe\vel de toen vrij onbekende elec- rotcchniach ingenieur een man was lie graag kennis- en cultuurinhouden (verdroeg aan anderen, kenmerkte net alleen zijn persoonlijk optreden naar zijn hele levenshouding zich loor het begrip 'style', dat zich met tijl alleen niet laat vertalen. Om het och even, bij benadering, te probe- ■en: niet de stijl van kledingmagazij- die zich House of England noe- nen, maar die van het House of 'arliament. Niet de stijl van pubs, drijfjachten en paardenraces, maar lie van Oxford, het British Museum in het volksontwikkelingswerk. Een tijl die de keuze van de inhoud (epaalt. )e 'pomp and circumstance' beperkt ieh bij de Corporation tot de witte landschoenen, die de portiers onder ïun epauletten hebben gestoken, en ie lintjes op de uniformen van die lortiers. Dat is een voorbijgaand ver- chijnsel. Want de laatste generatie intse oorlogsveteranen is hard op reg naar de AOW. De stijl evenwel is n de programma's de laatste halve euw constant aanwijsbaar aanwezig Lorf Reith, de bestuurder die zo sterk zijn persoonlijk stempel op de BBC heeft gedrukt. ADVERTENTIE f 'n halfuurtje 0 puzzelen voor een draagbare t.v. ...een der vele wekelijkse J prijzen in Nieuwe Revu's 9 oergezellige PUZZEL- 9 MARATHON. Doe fijn mee 9 9 en win 1 •nu Z in de winkel voor 1,-. geweest, heeft het beleid steeds be paald. Een stijl die zou kunnen wor den aangeduid als 'public spirit'. Mis schien is het zelfs wel meer door die stijl, waaruit de verder niet in codes vastgelegde criteria voor de program mamakers voortvloeiden, dan door de inhoud van de uitzendingen als zoda nig, dat er nogal eens heftige span ningen zijn ontstaan tussen Broadcas ting House en Westminster. Ook voor de overtuigde conservatief Reith betekende de stijl geenszins een vasthouden aan de opvatting van het 'right or wrong my government*. Zou dat het geval zijn geweest, dan had hij trouwens als eerste directeur van de particuliere British Broadcasting Company niet een omroepstructuur bepleit waarin de staat als voornaam ste taak heeft de onafhankelijkheid te garanderen. Voorbeeld en ideaal De B.B.C. is jaren lang het voorbeeld en het ideaal geweest van vrijwel allen die iets met de omroep te maken hadden, waar ook ter wereld. Daarbij is vaak over het hoofd gezien, dat in elk land de omroepmedia, in hun organisatie en in het gebruik dat ervan wordt gemaakt, een afspiegeling zijn van de sociaal-culturele structuur. Het aardige is, dat de ontwikkeling van de radio-omroep zich desondanks in bijna alle landen waar de parle mentaire democratie de aanvaarde staatsvorm was, heeft onttrokken aan de beleidsdenkbeelden van de desbe treffende ministers. In de Verenigde Stalen zag het er kort na de eerste wereldoorlog naar uit, dat de marine ccn rechtstreekse greep zou krijgen op de omroep. En ook toen de elec- tronische industrie zich van de con trole over de machtigste radiostations had verzekerd, kon <in 1923) Hoover het Congres nog voorhouden, dat na tuurlijk radioprogramma's nooit mis bruikt zouden mogen worden voor het uitzenden van reclameboodschappen. Het Nederlandse omroepsysteem, dat in beginsel wellicht het meest demo cratische ter wereld is, heeft zich kunnen vormen zonder dat regering en parlement er werkelijke invloed op hadden. Het is eigenlijk een eerste duidelijk voorbeeld van invloed van 'onderop' geweest: de vrije omroepor ganisaties, waarvan het bestaan pas in 1939 door de overheid formeel werd erkend en gegarandeerd, zijn voortge komen uit kleine actiegroepen. Van mensen die doorgaans beter dan de politieke of kerkelijke leiders voorza gen, welk een belangrijk middel tot communicatie (met de 'eigen kring'), informatie en culturele emancipatie de radio zou kunnen zijn. Niettemin laat de structuur van de Nederlandse omroep zich niet los den ken van het zuilensysteem, de vor ming van maatschappelijke en cultu rele organisaties op basis van levens- of wereldbeschouwing. Zoals de struc tuur van de Amerikaanse omroep niet los kan worden gedacht van de meest in het oog lopende karaktertrek van de Amerikaanse maatschappij: geld succes; succes geluk; iedereen heeft de mogelijkheid geld te maken en daarmee zijn geluk te kopen. 'Public service' Als institutie behoort de BBC thuis in het geestelijk klimaat van een land, dat nooit behoefte heeft gehad aan een formele grondwet, om het functioneren van zijn democratische instellingen te waarborgen. Een land ook, waar ambtenaren 'public ser vants' heten, dienaren van de publie ke zaak; waar ruwheid in de sport en wreedheid in de jacht, gepaard gaan met strenge spelregels, en hun contra punt vinden in zeer strikte normen van burgerlijk fatsoen, in een ferven te bescherming van hulpeloze huisdie ren. Zo'n globale karaktertekening is ris kant. Wil men echter de stijl van de BBC verklaren, dan is het toch ver antwoord ervan uit te gaan. Het is misschien niet helemaal toevallig dat de leiding van de particuliere Britse •imroepmaatschappij in 1922 door de industriëlen die haar hadden opge richt in handen werd gelegd van J. W. Reith. Een bekwaam ingenieur. Maar ook typisch een product van de 'upper middleclass'. Opgegroeid in de sfeer van de public schools en de traditionele universiteiten. Man van grote eruditie, vooral ook man van sterk karakter en sterke wil. Over tuigd van de mogelijkheid om mensen geestelijk te verheffen door over dracht van cultuur. Reith's belangrijkste trek was zijn zin voor rechtvaardigheid. Voor 'fairness', zoals de Brit met zijn liefde voor understatements ook al zo'n woord, dat zich eigenlijk niet laat vertalen, en daarmee aangeeft hoe hecht de band is tussen cultuur en taal het zou noemen. Hij was er zich van bewust, dat de radio-omroep, de draad loze telefonie, voorlopig een monopo lie-aangelegenheid zou blijven. Niet alleen door de hoge kosten van inves tering in studio's en zenders. Ook omdat er maar weinig golflengten waren die zich leenden voor het over seinen van programma's over grote afstanden. Hij wist ook, dat de toewij zing van golflengten een zaak van regeringsverantwoordelijkheid moest blijven. Omdat het internationale etherspectrum nu eenmaal roofbouw niet toelaat. Het in 1960 geopende BBC-tv-centrum in Londen. Krachtproef Voor de latere lord Reith was de omroep vooral, een middel tot sprei ding van cultuur. Hij zag daartoe bij een commercieel monopolie weinig of geen garanties. Zijn vertrouwen in de overheid was groter, al zou een regel recht staatsmonopolie hem evenzeer een gruwel zijn geweest. Maar per sint van rekening liet harer majesteits regering ook de organisatie van het onderwijs, de voorzieningen voor het volksontwikkelingswerk en de cultuur een ruime mate van vrijheid en zelf standigheid, zonder zich aan haar fun damentele verantwoordelijkheid te onttrekken. Op aandringen van Reith benoemde de regering een koninklijke commis sie. die in 1925 adviseerde de verzor ging van de omroep toe te vertrou wen aan een onpartijdg, publiekrech telijk lichaam. De company werd cor poration. Openbare dienstverlening (publicservice) zou haar opdracht zijn. Het hoogste formele gezag kwam in handen van een klein aantal be stuurders (governors), die geen belan gen mochten hebben bij de electroni- sche industrie, noch politieke functies mochten bekleden. De governors dele geerden de dagelijkse leiding aan de directeur-generaal en zijn staf. De BBC ontleent haar onafhankelijk heid aan een Handvest (Royal Char ter) dat in de regel eens in de tien jaar moet worden herzien. De rege ringscommissie die daarmee wordt be last heeft als taken na te gaan of de Corporation in onafhankelijkheid vol doet aan haar plicht tot voorlichting, opvoeding en ontspanning van het publiek. Zij heeft ook te oordelen over de technische mogelijkheden en het gebruik dat daarvan wordt ge maakt. Hoewel de postmaster-general (minis ter van PTT-zaken) de governors be noemt, is de BBC geen staatsomroep. Sinds 1926 hebben de achtereenvol gende kabinetten dit, vaak tot hun ongenoegen, ondervonden. De grote krachtproef kwam al direct nadat jaar. toen de algemene werkstaking niet alleen het gehele economische leven lamlegde, maar ook voor het eerst de situatie schiep dat een volk voor zijn dagelijkse informatie uitslui tend op de radio was aangewezen. De grote stakingsbreker in het kabinet- McDonald was de conservatieve onder minister van Binnenlandse Zaken, Winston Churchill. Hij oefende op allerlei manieren druk uit op de BBC, haar zendtijd rechstreeks ter beschikking van de regering te stel len. Zijn partijgenoot Reith, als trouw conservatief een even groot tegenstan der van de staking als Churchill' zélf, verzette zich met hand en tand daar tegen. Hij heeft de strijd glansrijk gewonnen. De BBC zond noch rege- ringspropaganda, noch vakbondspropa- ganda uit. Zij berichtte in haar nieuwsuitzendingen wel werkelijk heidsgetrouw over de besluiten van de regeringen en de ontwikkelingen in het kamp van de stakers. Veel is er veranderd sinds de jaren dat Reith het gezicht van de BBC bepaalde. Enkele van zijn geliefde uitgangspunten zijn later heftig be streden. Toch werken de belangrijkste ervan in hun strekking nog door. Dat geldt bijvoorbeeld voor de opvatting 'dat het beter is het publiek te over schatten dan het te onderschatten'. Ook al zal er waarschijnlijk geen ADVERTENTIE *9999999999+ 'n halfuurtje puzzelen voor een filmset». programmamaker meer te vinden zijn die het nuttig acht, op de gunstigste zendtijd, van half acht tot acht uur 's avonds, de volledige dialogen van Pla to als feuilleton uit te zenden. (Er was toen nog maar één radioprogram ma.) De zenderkleuring, waarmee de BBC aan het eind van de jaren'40 het spits heeft afgebeten, was volledig in strijd met de beginselen van de welwillende paternalist die Reith zijn leven lang is gebleven. In The Times tekende hij waardig maar fel protest aan tegen de splitsing van de programma's in 'light' (ontspanning), 'home service' (algemeen vormend) en 'third' (cultu reel, avantgardistisch). In zijn visie was dat ondemocratisch. Maar de stel regels omlrent 'controversial broad casting' (discussieprogramma's tussen politieke tegenstanders) en omtrent het 'eerlijk evenwicht' (fair balance) in de programmering, dat aan de onpartijdigheid van de BBC als zoda nig onlosmakelijk verbonden hoorde te zijn. lagen geheel in zijn lijn. In 1954 :s de B.B.C. haar monopolie kwijt geraakt. Na een boeiende poli tieke strijd, waarin ambitieuze conser vatieve backbenchers en pressiegroe pen uit de reclamewereld een belang rijk aandeel hebben gehad. Eigenlijk tegen de zin van eerste minister Churchill, en zeker tegen de geest van zijn erfvijand lord Reith. kwam de Televisiewet tot stand. Maar het aardige is, dat de Independent Televi sion Authority die volgens deze wet de laatste verantwoordelijkheid draagt voor de verdeling van de zendtijd over commerciële maatschappijen en voor de programmakwaliteit, wordt benoemd door dezelfde minister die ook de governors van de B.B.C. aan wijst. Te groot? ...een der vele wekelijkse prijzen in Nieuwe Revu's oergezellige PUZZEL MARATHON. Doe fijn mee en winl NU in de winkel voor 1,-T V De Corporation is groot geworden, te groot menen velen. Ze lijdt vaak zichtbaar aan de kwalen die de ge zondheid van elk te omvangrijk li chaam voortdurend dreigen te onder mijnen. Ondanks een grote mate van delegatie van bevoegdheden naar men sen die rechtstreeks bij het program- mamaken betrokken zijn, is de be sluitvorming nogal eens traag. Critici plegen de BBC 'auntie' te noemen, en bedoelen daarmee een ouwe, zeurderi ge. betweterige tante. Billijk is dat niet. Wan» al lijkt het vaak. alsof toegegeven wordt aan de druk van een behoudende publieke opinie of van leidende politici die zich in hun beleid bedreigd voelen, op de iets langere termijn wint tot dusver steeds weer de onafhankelijkheid. Het is de BBC die de aanzet heeft gegeven tot regionale decentralisatie van de radio-programma's, al in de jaren '30; het is de BBC die de eerste plaatselijke radiostations heeft opge richt in de jaren '60; het is de BBC die zo lang ze bestaat pionierswerk heeft verricht op het gebied van schoolradio, later schooltelevisie. In het oude vervallen Alexandra Palace, waar in 1936 de eerste regelmatige televisiedienst ter wereld zijn activi teiten begon, werd door de nieuws diensten van de BBC met nieuwe formules geëxperimenteerd, toen mon- sterprodukties als de Forsythe Sage al lang volgens een bijna industriële methode in het grote (maar al bij de ingebruikneming te kleine) Televison Centrp werden geproduceerd. Natuurlijk is het een tegenvaller, dat minister Chataway nu ook de ITA de mogelijkheid geeft plaatselijke radio stations op commerciële basis op te richten. Maar het ziet er niet naar uit, dal de oud-hardloper daarmee de BBC klein zal krijgen. De competitie tussen de twee grote omroepinstellin gen is trouwens van het begin af in Britse stijl gevoerd: de invloedrijkste directeur-generaal die de BBC na de tweede wereldoorlog heeft gehad, sir Hugh Greene, is in het midden van de jaren '60 wat teleurgesteld vertrok ken. Even is de katholieke socialist Greene lid van de Board of governors van de Corporation geweest. Nu maakt hij deel uit van het bestuursor gaan van de onafhankelijke (commer ciële) omroep. En toen de socialisti sche eerste minister Harold Wilson vond dat de BBC iets meer aan banden moest worden gelegd, haalde hij de conservatieve lord Hill of Lu- ton weg bij de ITA, waarvan hij president was, om hem het voorzitter schap van de bestuursraad van de BBC op te dragen. Het hoort trouwens bij de stijl van Groot-Brittannië en van de BBC, dat de vroegere huisarts Hill zijn adelsti tel heeft te danken aan de medische voorlichting die hij in de jaren als 'radiodokter' het publiek heeft gege ven. (ADVERTENTIE) 'n halfuurtje puzzelen voor een J cassette-recorder... ...een der vele wekelijkse J prijzen in Nieuwe Revu's 9 oergezellige PUZZEL- MARATHON. Doe fijn mee en winl q NU A in de winkel voor 1,». ••••••MM door Jac Lelsz ENSCHEDE De Twentse Biologische Tuinbouwvereniging, die opereef t op de Twekkeler Es in Enschede, lijkt school te gaan maken. Een van de mooiste overwinningen vindt men dat de laatste tijd drie bepaald niet zo kleine boeren uit deze contreien tot het onbespoten voedsel (om het eenvoudig te zeggen) zijn bekeerd. Het aantal leden van de Biologische Tuinbouwvereniging is in enkele jaren meer dan verdubbeld en loopt nu naar de tweehonderd en men komt dan ook veel grond tekort. Ook elders in Nederland sijpelen de gedachten, die aan het onbespoten voedsel ten grondslag liggen door, en vanuit Maastricht is reeds het bericht ontvangen dat een hele volkstuinders- vereniging er op overgeschakeld is. Dat vertelt ons Pieter Boxman, de Promotor van de Biologische Tuin bouwvereniging in Twente, niet al leen de voorzitter maar de onbetwiste leider van deze club. In het kader van fle complementaire werkgelegenheid Is hij werkzaam op een administratief service-centrum en als zodanig in be paalde zin ambtenaar van de gemeen te Enschede, maar van oorsprong is hij botanicus. Een westerling, die aan vankelijk zijn kop stootte aan het Twentse volkskarakter, dat in princi- Pe zijn reserves heeft ten opzichte van wie niet 'één van ons' is, maar die nu in elk geval met een groep Enschedecrs lezen en schrijven kan. Daarbij kwam, dat velen vanwege zijn weeën inzake het biologische tuinder- schap dachten dat hij een beetje gek was. Sommigen denken dat nog, maar dat laat hem koud. De leden van de Twentse Biologische Tuinbouwvereniging zijn niet alleen noeste tuiniers, die zich verlustigen 'n het onbedorven voedsel, dat zij van bun eigen lapje grond halen, maar zij willen ook we' eens als pressiegroep optreden. Hun laatste activiteit in dit opzicht is een brief aan de minister van landbouw en visserij, waarin zij de heer Lardinois verzoeken te voor komen, dat de gemeente Enschede haar industrieterrein uitbreidt in de omgeving van de Twekkeler Es. Zou het Twentekanaal hier enige znarmen krijgen, dan zou dat dodelijk zijn voor het biologisch tuinbouwproject. Ook wordt gewaarschuwd tegen het door h't gemeentebestuur aan de landbouw beschikbaar gestelde riool- slib, dat tot vernietiging van de hu- musstructuur leidt, tot het dichtslaan van de bodem, tot het afsterven van de biotoop in de watergangen. 'Het blijft ons', aldus de brief aan de minister, 'beangstigen dat nog ner gens voldoende is doorgedrongen dat het verloren gaan van onze macroflo ra en -fauna begonnen is met het vernietigen van de microketens onder onze voeten'. Boekjes De heer Boxman heeft zijn opvattin gen neergelegd in een drietal gesten cilde boekje?: 'Ploegen en spitten', 'Aardappelen, groente en kleinfruit' en 'Kruiden', geschriften die in En schede maar ook elders in het land door een aantal mensen nauwlettend wordt bestudeerd en als handleiding gebruikt bij het bewerken van hun land en het telen van hun gewassen. Aan het schrijven van deze handlei dingen zijn jaren van studeren vooraf gegaan. En nok van experimenteren, waarbij studenten, onder meer van de TH-Enschede, hem assisteerden. Vol gens Boxman heeft dit hier en daar al tot opmerkelijke resultaten geleid. Bij het Johanneskerkje te Twekkelo bij voorbeeld komt, nu er biologisch wordt te werk gegaan, de stekelnoot weer voor, die in heel Nederland zou zijn uitgestorven. Ook de moeras- cypres, het fonteinkruid en de daphne vindt men er weer. De kikkerstand neemt er, in tegenstelling tot het algemene beeld, de laatste tijd weer toe. Er wordt zegt Boxman, op 'maagdelij ke' grond gewerkt, een bodem die niet vergiftigd is met stikstof en an dere chemicaliën. Spitten wordt als tegennatuurlijk beschouwd, daarom wordt de mest bovengronds toege diend. Voor de bemesting wordt orga nische mest gebruikt, kalk en zaagsel. Ziekteverwekkers (grondaaltjes en dergelijke) komen in het domein van de biologische tuinders niet meer voor. Roer moet om De heer Boxman heeft, behalve dat hij zich wierp op het onderwerp, dat hem volkomen jn de ban heeft en dat hij met bijna onbegrensd idealisme uitdraagt, de biologische teeltwijze, een uitgebreide studie verricht voor het Natuurhistorisch Museum in En schede. In ruim drie jaar analyseerde hij vijftienhonderd florakaarten van de vroegere Twentse bioloog Dirk La- ko. Hij vergeleek ze met de gegevens van biologen als Thijsse, Heymans en Heinsius. Een nogal schokkende con clusie was dat meer dan een derde van de Overijsselse plantensoorten sinds '63 is uitgeroeid. Hij vindt dat het roer met spoed om moet. Dat zou onder meer moeten betekenen, dat het gebruik van chemi sche bestrijdingsmiddelen wordt ver boden. Op kunstmest zou de overheid zware belastingen moeten leggen. Daar zit zwavelzuur in. Via het gewas wordt dit door de mens geconsu meerd. Een van de gevolgen is: maag klachten. Boxman: 'Hele culturep zijn verdwe nen door hun landbouwpolitiek. Egyp te, Assyrië, Babyion, noem maar op. Ze namen meer dan de rente van het land. Er werd roofbouw gepleegd. Om bijvoorbeeld aan gerst te komen, spaarde men geen bos. Nu zijn we met iets dergelijks bezig, maar op wereldschaal. Tot ongeveer de zeven tiende eeuw hadden we de drieslag: het eerste jaar winterkoren, het twee de jaar zomergraan, het derde jaar rust. Toen ontdekten we dat meststoffen de produktie konden verhogen, maar dat was nep omdat we op de humusvoor- raden gingen teren. Kunstmest is uit den boze, en spuiten ook. Wel zijn koraalalgen (vermalen zeeflora en - fauni) een goede bemesting gebleken. Rottesd compost onder de grond stop pen, is ook fout omdat het de boel vergiftigd. De grond moet zo weinig mogelijk bewerkt worden, omdat we anders de ondergrond vernielen met fosfaten en de bovengrond bloot stel len aan zon en erosie. Onze grond, die van de biologische tuindersvereniging, mest zich zelf aan. Wij toetsen ons aan de natuur, en produceren zo ge zonder en economischer'. De heer Boxman weet dat hij, evenals andere pioniers in dit opzicht, Van Nispen van Sevenaer te Zevenaar en anderen, velen tegen zich heeft. 'Maar', zegt hij, 'uit allerlei dingen blijkt, dat er een doorbraak aan de gang is. Ik ken genoeg boeren, die al niet meer spuiten als het om voedsel voor eigen gebruik gaaf. Eén passage uit zijn kruidenboekje is te mooi om u die te onthouden. We geven u die door, uiteraard, wat de inhoud be treft, geheel voor zijn rekening. Mo derne kwalen in de menselijke sfeer (apathie enz) vergelijkt hij, wat de oorzaak betreft, met een situatie in de dierenwereld: 'De mooie graslanden van geselecteerd gras die de boeren nu hebben, leveren met behulp van kunstmest, kali, stikstoffen en chemi sche onkruidbestrijdingsmiddelen een overvloed aan gras maar niet aan de zogenaamde wilde kruidenplanten. Deze zijn weggespoten met gifstoffen waarvan we de draagwijdte nauwelijks beseffen. Heerlijk geurende kruiden die nog niet zo lang geleden de weilanden, bermen, sloten en sloot kanten sierden en de lucht zwoel en aromatisch maakten, zijn weg. Deze kruiden hielden de dieren gezond en gaven ze levenslust, geestkracht en plezier in het leven. Waar zijn de koeien, pinken, kalveren en lammeren gebleven die, wanneer ze voor het eerst in het voorjaar losgelaten wer den, als gekken rondrenden en het hart van de mensen verheugden? Door eenzijdige voeding lopen ze lus teloos rond en nu zijn levende schep sel gedegradeerd tot vlees- en melkle- veranciers'. Pieter Boxman snuift op de Twekkeler Es in Enschede, het domein van de Twentse Biologische Tuinbouwvereniging, de rechtschapen geur van een heilzaam kruid in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 21