Bij welfarewerk gesprek met patiënten belangrijk Van Stams benoeming kwam niet onverwacht in de Haarlemmermeer Leerlingen moeten vroeg zelf keuze leren maken Raadslid wil appels bij intocht Sint Broodnodige bezigheid voor gehandicapten, zieken en bejaarden Wethouder wordt burgemeester Opslag van munitie te Bergen (NH) SUBARU-dealers o.a. te: IKOUW/KWARTET ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972 BINNENLAND Tll/Kll Van een onzer verslaggeefsters DEN HAAG In januari van het komende jaar bestaat het vrijwil lige welfare-werk van het Rode Kruis. 25 jaar. Van een bezigheid, die in de oorlog in Engeland in de hospitalen is ontstaan, is het een enorm omvangrijk werk gewor den, dat zich niet meer beperkt tot de ziekenhuizen, maar dat nu ook te vinden is in verpleegtehui zen, bejaardentehuizen, diensten centra en voor een heel groot deel bij thuiswonende zieken en gehandicapten. Het vrijwillige welfare-werk heeft w'n jaar of vier geleden een enorme groeiperiode beleefd, toen de welfare- vrij willigste rs ook in de bejaardente huizen en dienstencentrum gingen wer ken. Daarvoor had het werk eigenlijk een hele tijd op een laag pitje gestaan. Sinds die tijd is het welfare-werk in omvang toegenomen, zodat er nu 18.000 zieke, gehandicapte of bejaarde mensen van genieten en er ongeveer 8000 vrijwillige krachten aan meewer ken. Een van de werksters van het eerste uur is mejuffrouw R. Widdershoven, district-cursusleidster in Noord-Bra bant en Limburg. Na de oorlog werk te zij als welfare-officier in Engeland onder oorlogsslachtoffers en gewonde militairen. Toen zij daarna naar Ne derland terugkwam is zij hier van het begin af bij het wélfare-werk betrok ken; geweest. Op het ogenblik is zij een van de vaste cursusleidsters in dienst van het Rode Kruis. 'Het vrijwillige welfare-werk wordt uitgevoerd door ongeveer vierhonderd afdelingen van het Rode Kruis. Het werk gebeurt allemaal pro deo. Vrij- wüligsters zijn over het algemeen ge makkelijk te krijgen, maar we hebben er enorm veel nodig. Elke welfare vrijwilligster heeft in principe maar één patiënt. Alleen de welfarevrijwil ligsters in de bejaradentehuizen wer ken met groepen', vertelt ze. Liefde en geduld 'Ik vind dat iemand, die welfare- vrijwilligster wil worden, niet in eer ste instantie erg handig of een kun stenares op handenarbeid-gebied hoeft te zijn. Natuurlijk is het meegeno men, wanneer de vrijwilligsters han dig zijn of een of andere handwerk techniek beheersen, maar ik vind het beslist geen noodzaak. Wél noodzake lijk vind ik eigenschappen als liefde voor de patiënten, veel geduld, veel tact. trouw en heel veel fantasie. Het is niet zo, dat een welfare-vriiwil- ligster, wanneer zij bij een patiënt thuis komt, onmiddellijk naald en draadter hand neemt en druk gaat zit ten handwerken. Voor heel wat patiën ten is die welfare-vrijwilligster het eni ge bezoek, dat zij krijgen. Dat bete kent, dat er veel gepraat wordt en niet gehandwerkt. Het gesprek met de pa tiënten is erg belangrijk. Nog belang rijker misschien dan het aanleren van een of andere handwerktechniek. Meestal is het zo, dat je bij zo'n bezoek allerlei materiaal meebrengt, waarmee de patiënt de komende tijd vooruit kan. maar dat je het grootste deel van het uur, dat je er bent, praat', aldus mejuffrouw Widdersho ven. Technieken Het welfare-werk. dat enorm veel fa cetten heeft, maar dat in feite neer komt op een vast aantal technieken, dat met veel fantasie kan worden uitgebreid, is voor veel thuisliggende patiënten, gehandicapte mensen en bejaarden een broodnogige bezigheid, die hun zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde kan teruggeven, nog afgezien van het feit, dat het gewoon een goede afleiding is. 'Je hebt zoveel mensen, gehandicapten of bejaarden, die denken dat zij niets meer kunnen. Wanneer je in een bejaardentehuis komt en je vraagt de mensen of ze mee willen doen. zijn er altijd erg veel, die zeggen dat ze het wel leuk zouden vinden, maar dat zij dat met die beverige handen of slechte ogen toch niet meer kunnen. Helaas worden die mensen in die ideeën nog gestijfd door anderen. En dat is erg jammer, want het is gewoon niet waar. Er is voor iedereen een bezigheid, die hij of zij nog wel kan verrichten. Daarom noemde ik straks ook een grote fantasie een onontbeerlijke ei genschap voor een welfare-vrijwillig ster. Wanneer iemand met een bepaal de handicap iets wil doen. moet je manieren kunnen uitdenken, waarop hij met die handicap toch nog iets kan doen. Ook zijn er vaak oudere mensen, die zeggen: ik kan niets an ders dan breien. Nou goed, breien dan. maar in ieder geval geen panne lappen. want die hebben ze in de rest van hun leven al genoeg gemaakt. Dan laat je ze eens zien, dat er ook heel andere dingen gebreid kunnen wor den. bijvoorbeeld leuke nonnen of speelgoedbeesten. Het klinkt mis schien wat afgezaagd, maar het is nu eenmaal zo; het is wonderlijk hoe blij en trots de meeste mensen zijn, wan neer ze iets gemaakt hebben, waarvan ze nooit gedacht hadden dat te kun nen', aldus mejuffrouw Widdersho ven. Verkopen Wanneer men iets gemaakt heeft is het mogelijk het zelf te houden (te gen betaling van de prijs van het materiaal). Ook kan men het aan het Rode Kruis geven om verkocht te worden. De praktijk leert, dat de meeste mensen hun eerste werkstuk ken graag zelf willen houden, maar wanneer ze steeds meer dingen gaan maken, geven ze die meestal aan het Rode Kruis voor de verkoop. Het is dan de taak van de plaatselijke afde lingen om te zorgen voor activiteiten, Van een onzer verslaggevers NIEUW-VENNEP In liet gemeentehuis in Hoofddorp, van waaruit de gemeente Haarlem mermeer met z'n 26 woonkernen wordt bestuurd, stond het eigenlijk al vast: Cor van Stam zou burgemeester worden. Nu is deze bijzondere benoeming (het komt zeer zelden voor dat een autochthone inwoner of, zoals in dit geval, zelfs een wethouder) burgemeester wordt van zijn eigen gemeente. Het is een publiek geheim dat een meerderheid van de gemeenteraad Van Stam heeft voorgedragen. Haar lemmermeer is een merkwaardige gemeente:-, eigenlijk is zij het ver keersplein van Holland omdat alle belangrijke wegen (die naar Den Haag en Rotterdam maar ook die naar de kust en Haarlem) dwars door de gemeente voeren en verder is er de luchthaven Schiphol. De heer Van Stam heeft een grote ken nis van de Haarlemmermeer en de problemen rond Schiphol zijn voor hem gesneden koek. Ook Schiphol zóu daarom invloed gehad hebben bij deze benoeming. 'Ik heb', zo zegt Van Stam, 'op de allerlaatste dag gesolliciteerd, op aandringen van de raad. Toen de commissaris der Koningin overleg Met de raad pleegde, ben ik daar niet bij aanwezig geweest. Natuur lijk ben ik nu blij.' De voorouders van Cor van Stam waren beurtschippers. Zij voeren over het Haarlemmer Meer en ken den de gevaren van deze 'Waterwolf van haver tot gort. Toen eenmaal het meer werd drooggelegd, beleefde de familie Van Stam barre tijden. 'Ze kwam hier wonen en later ging oijn vader hier het land bewerken. Geld om mij te laten studeren was er niet Ik heb dan ook alleen lagere school. Op zestienjarige leef tijd ging ik in Rotterdam op een kantoor werken. Per fiets ging ik er heen en zaterdags kwam ik weer thuis, 's Avonds bezocht ik in Rot terdam de handelsschool en nog wat andere cursussen. Studeren is mijn hobby geworden.' In het begin van de veertiger jaren werd hij verte genwoordiger van een handelsmaat schappij. VERZET Cnr van Stam is gezien bij velen. A's hij vijanden heeft stammen die misschien uit de periode 1940-1945, toen hij binnen bepaalde kringen een bekend 'kraker' was van distri butiebureaus. Dit ten behoeve van de 3600 onderduikers die hij met anderen hielp. 'Mijn vrouw en ik waren nog geen drie maanden ge trouwd, of ons huis zat vol onder duikers.' Hij was later gewestelijk o°®mandant strijdend gedeelte', zo- als dat in die dagen heette. Het vele ou belangrijke werk dat hij in de uligaliteit deed, bezorgde hem de bronzen Leeuw. Na de bevrijding *erd hij benoemd tot directeur van de Stichting 1940-1945 in de provin ce Noord-Holland. De heer C. van Stam, die nu be noemd is tot burgemeester van Haarlemmermeer, heeft veel func ties vervuld. Onder meer was hij secretaris van de Stichting Streekzie kenhuis Haarlemmermeer, lid van het hoofdbestuur van de Stichting 1940-1945, secretaris van de Vereni ging voor Christelijk VHMO, lid dagelijks bestuur ARP, penning meester van de landelijke ARP, lid commissie waterkwaliteit van het Hoogheemraadschap, voorzitter van dc kamercentrale Haarlem der ARP. Ook is hij nog jarenlang lid van provinciale staten Noordholland ge weest. Cor van Stam ls wethouder volks huisvesting en ruimtelijke ordening en daarnaast nog direkteur van de projektontwikkelingsmaatschappij Geoproject en van twee andere werkmaatschappijen van de Konink lijke Adrlaan Volker Groep N.V. te Rotterdam. Hij is gehuwd met Trijntje Jansen, eveneens geboren en getogen in Nieuw-Vennep. Het echtpaar heeft vier kinderen. De heer Van Stam volgt mr. F. Th. Dijckmeesier op, die enkele maan den geleden werd benoemd te Apel doorn. Van Stam is nu directeur van een aantal bedrijven, maar dat zal hij moeten opgeven. Het burgemeester schap betekent wel een financiële achteruitgang voor ons, maar geld Interesseert mij weinig.' Het aanne mingsbedrijf Ervan Jansen, waarvan Van Stam direkteur was, fuseerde in 1965 met de grote Adriaan Volker. Twee en een half jaar geleden kwam vanuit dit bedrijf het GEO- projekt tot stand, waarvan Van Stam weer directeur werd. Zijn politieke loopbaan begon direkt na de oorlog, toen hij samen met kopstukken uit de AR (genoemd worden namen als Schouten, Bijle- veld, De Wilde, Smallenbroek en Bruins Slot) in het Polderhuis in Hoofddorp bijeen waren, om te overleggen wat er nu verder met de AR moest worden gedaan. 'Wij be sloten toen om de ARP voort te zetten en op welke wijze wij dat zouden doen. Ik heb nog altijd con tact met de nog in leven zijnde oude strijdmakkers.' Op 2 september 1958 werd hij raads lid ('Van 1945 tot 1946 zat ik in de noodraad') en in 1962 volgde hij dr. M. Brouwer op als wethouder. VERHUIZEN Nu is hij burgemeester. Er veran dert weinig in het raadhuis. Sinds hij 'loco' is, is hij al aan de kamer gewend en ook heeft hij al menige officiële ontvangst, onder meer op Schiphol, achter de rug. 'Alleen zal ik toch gaan verhuizen. Ik woon hier fijn in mijn geboortedorp Nieuw-Vennep, maar ik zal de ambtswoning vlak bij het gemeente huis betrekken. Als burgemeester moet je zo dicht mogelijk bij het raadhuis wonen.' Van Stam blijft rustig onder zijn benoeming, hoewel hij erkent de laatste weken 'de zenuwen' te heb ben gehad. Wat hem betreft zal er verder niets veranderen. 'Ik hoop dat mijn vrienden en kennissen gewóón tegen me blijven doen en nu niet gaan denken van: déér heb je de burgemeester. Dat wil ik be slist niet. Voor hen wil ik gewoon Cor zijn. Als wethouder een com plete dagtaak en directeur van maatschappijen (o.a. Firma Lintveld te Amsterdam) werkte ik vijftien uur per dag. Ik hoop iets meer tijd over te houden voor wandelen. Dat doe ik graag, evenals hard werken in de tuin van ons landhuis in Frankrijk, waar het een paradijsje is en waar wij elke vakantie doorbren gen.' waar de produkten verkocht kunnen worden. Meestal zijn dat tentoonstel lingen of bazars, maar tegenwoordig ook vaak het deelnemen aan allerlei beurzen, zoals middenstands- en huis houdbeurzen. Omdat er op het ogen blik zo'n enorme belangstelling voor het welfare-werk bestaat, dreigt het gevaar, dat het Rode Kruis overspoeld wordt met (te) veel produkten, die verkocht moeten worden. Overschot W. A. H. Stroo; hoofd van de vrijwil lige welfare van het Rode Kruis zegt hierover: 'Er dreigt op het ogenblik een overschot aan produkten te ont staan. Daarom zullen er nieuwe ma nieren moeten worden gevonden om de verkoop van de gemaakte artikelen te bevorderen. Ten eerste is het voor de mensen niet leuk om te weten, dat hun artikelen ergens op een hoop liggen, maar ten tweede is het finan cieel ook noodzakelijk dat er niet teveel onverkocht blijft. Met de opbrengsten van de verkoop financieren wij de aanschaf van de materialen (er gaat zo'n anderhalf miljoen gulden per jaar in die aan schaf van materiaal zitten). Tot nog toe hebben we eigenlijk nooit een overzicht gehad wat de verkoop van de artikelen opbrengt. Dit jaar heb ben we voor het eerst een onroep gedaan aan de plaatselijke welfare- a "delingen ons te laten wotpn vrat hun bazars en andere verkopingen hebben opgeleverd'. Een moeilijkheid, die zich voordoet bij het verkopen ''an de artikelen is. dat er soms opeens een hausse in het maken van bepaalde artikelen bestaat. Neem bijvoorbeeld het doorstopwerk, dat in veel bejaardenhuizen wordt beoefend. Het gevaar bestaat dat je op een gegeven ogenblik met een berg doorstop-kleden zit, die je aan de straatstenen niet kwijt kan. 'Kijk, de mensen moeten natuurlijk maken, wat ze zelf graag willen. Je kunt als welfare-vrijwilligster niet zeggen: mevrouw, nu mag u geen doorston-werk meer maken'. Dat is te gek. Wij zijn er tenslotte voor hun plezier. Maar aan de andere kant kun je de mensen toch wel eens wat nieuwe technieken laten zien en ze vertellen, dat er op een gegeven mo ment echt wat te veel doorstop-kleden zijn, en of ze misschien eens iets anders willen maken. Maar het uitgangspunt moet toch het plezier van de patiënten blijven. Men moet beslist niet de indruk krijgen ingeschakeld te worden in een soort produktieslag', aldus mejuffrouw Wid dershoven. Ter gelegnheld van het 25-jarig be staan van het vrijwillige welfare-werk van het Rode Kruis worden verschel- Een foto uit de begintijd van het welfare-werk in Nederland. In het toenmalige hospitaal Oog in Al, het militaire hospitaal in Utrecht, is een groep zieke soldaten bezig pitrieten schemerlampjes te maken. dene activiteiten georganiseerd. Aller eerst is er de nationale manifestatie van 27 april tot 6 mei in Flevohof bij Harderwijk. Dc deelnemers aan het welfare-werk kunnen hiervoor allerlei soorten werkstvkken Insturen. Wan neer ze niet gebruikt worden om op deze nationale manifestatie geëxpo seerd te worden, zullen ze op een van de verschillende regionale tentoonstel lingen te zien zijn. Gelijk mei deze manifestatie wordt een beurs voor hot bedrijfsleven ge houden in de omgeving van de Flevo hof Het Rode Kruis organiseert in die tijd dagreizen voor bejaarden, zie ken en gehandicapten naar de Flevo- polder. Op 27 april zal een officiële herdenkingsdag worden gehouden, eveneens in dc Flevohof. ADVERTENTIE Niet eens met 'rotte' beslissing Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Het Amsterdamse raadslid mr. J. van den Bergh is het niet eens met wat hij noemt de 'rotte' beslissing van het Initiatief Comité Amsterdam (ICA) om de 10.000 gul den, die de vereniging van Amster damse ziekenfondsen ter beschikking stelt voor het uitdelen van appels bij de intocht van Sint Nicolaas niet te accepteren. In plaats van appels wordt dit jaar 1000 kilo kauwgum rondge strooid. De heer Van den Bergh vraagt b en w van Amsterdam hun invloed bij het ICA aan te wenden deze beslissing te herroepen en als dit niet gebeurt de verwelkoming dit jaar door de burge meester achterwege te laten. Het raadslid wijst daarbij op de vele ge meenschapsgelden die jaarlijks in Am sterdam aan de jeugdtandverzorging worden besteed: in 1972 meer dan 3 ton. Het ICA heeft als argument tegen een nieuwe uitdeling van appels de balda digheid van een groep jonge Amster dammers genoemd. De appels werden tijdens de intocht soms pijnlijk doel treffend als projectielen gebruikt. Die baldadigheid wil men niet opnieuw in de hand werken. Volgens het raadslid dreigt de Sint echter op deze manier weer het slech te snocpvoorbecld tc gaan geven. DEN HAAG Tweede-kamerlid Dan- kert (PvdA) heeft minister De Koster van defensie gevraagd of het noodza kelijk is om de opslag van munitie in Noord-Holland te concentreren op het voormalige vliegveld Bergen. Hij wil weten of er geen andere plaatsen zijn, die minder weerstand wekken bij de bevolking. De heer Dankert vraagt de minister de beslissing over het inrichten van een nieuwe opslagplaats te Bergen uit te stellen tot andere mogelijkheden zijn bekeken. BEVERWIJK: AUTOMOBIELBEDRIJF M. J. BRETHOUWER Ambachtstraat 14-16 Tel. 02510-23318 BREDA: AUTOBEDRIJF FIRMA DREIJER Allerheiligenweg 102 Tel. 01600-54540 DORDRECHT: AUTOMOBIELBEDRIJF J. A. PIETERMAN Kasperpad 61, postbus 532 Tel. 01850-33950 DEDEMSV AART AUTOMOBIELBEDRIJF A. H. v. d. HULST Rheezerend 58 Tel. 05230-2478 EINDHOVEN: GARAGE K. BUURS Bondstraat 5-7 Tel. 040-435379 GORSSEL: AUTO VENNINK Hoofdstraat 15 Tel. 05759-1984 KOOG A/D ZAAN: FA. KAAT WEZEL Pellekaanstraat 8 Tel. 0298(^81077 ZWOLLE: AUTOBEDRIJF JO LAND Rijnlaan 2-6 Tel. 05200-35751 Cursus 'besliskunde' draait op proef op school in Den Helder Van onze onderwijsredactie DEN HELDER Je moet goed weten wat je wilt, wordt vaak tegen kinderen gezegd. Maar hoe kan een kind weten wat hij wil? Hoe kan iemand op zijn twaalfde een keus maken tussen l.t.s. of mavo? Hoe kun je op je dertiende, veertiende weten of je havo of gymnasium wilt doen? Op grond waarvan kies je je vakkenpakket voor het eind examen? En als je van school af komt: welke van de duizendeneen beroepen en opleidingen zul je dan in vredesnaam kiezen? Het probleem van de studie- en be roepskeuze is er de laatste jaren ndet eenvoudiger op geworden. Niet alleen de beroepswereld met al z'n nieuwe specialisaties en opleidingseisen is in gewikkelder, ook de school lijkt steeds meer op een labyrint waarin de weg moeilijk is te vinden. Op zichzelf is het verheugend dat de mammoetwet in 1968 zoveel nadruk heeft gelegd op de keuzemogelijkheid van de leerling. Daarom kwam er een brugjaar en daarom mocht je halver wege de school je eigen vakkenpakket voor het eindexamen kiezen. En om de doorstroming te bevorderen wer den overstap-mogelijkheden geschapen tussen het ene en het andere schoolt- type. Allemaal om de leerling in staat te stellen zijn eigen weg te vinden. Maar die nieuwe vrijheid brengt voor leerlingen ook een zekere verlegen heid mee. Wat zul je kiezen? Vroeger was dat in zoverre makkelijker dat anderen voor je beslisten. Je vader was timmerman, dan werd jij het ook. Gingen je broers naar het gymnasium, dan jij ook. En zat je eenmaal op de l.t.s. of op het gymna sium dan was het slechts een kwestie van volhouden; vroeg of laat zou je als timmerman of dokter het onder wijs verlaten. Drs. J.T. Bremer is rector van het Johannes-college voor havo-v.v/.o. in Den Helder en het probleem van de leerlingen die niet weten wat ze wil len behoort tot zijn dagelijkse zorgen. Hij constateert dat de school in Ne derland de hele studie- en beroeps keuze een beetje heeft laten liggen. In Amerika is men al jaren ver trouwd met het instituut van de counselor, een soort raadsman die de leerlingen helpt bij de studie- en beroepskeuze. Maar in Nederland zijn we nog niet verder gekomen dan de schooldecaan. En op een school van duizend, vijftienhonderd leerlingen kan ook die weinig uitrichten. Op de meeste scholen houdt hij zich bezig met de beroepskeuze van eindexamen leerlingen. Tijd om alle leerlingen gedurende hun hele schoolperiode te helpen bij hun beslissingen heeft hij niet. Op de basisschool Drs. Bremer: 'Vroeger deed je een of twee keer in je leven een keus, nu moet je eigenlijk voortdurend beslis sen hoe je verder wilt. Je kunt al nauwelijks van keuze-momenten spre ken. want kiezen en beslissen is een continu proces. Dat begint al voordat de kinderen in het voortgezet onder wijs komen. Op de basisschool zou je dus al moeten beginnen met wat wij nu 'besliskunde' noemen. Besliskunde is dan niet een nieuw vak. maar een soort hulp aan leerlingen die het zelf kiezen vergemakkelijkt. Wij proberen dus geen advies te geven zo van: ga dat maar doen, maar we willen de leerlingen laten zien hoe ze zelf tot een keus kunnen komen'. De heer Bremer is nu in de tweede klas begonnen met een cursus beslis kunde. Die cursus stamt uit Amerika en is vertaald door het Nederlands Instituut voor Studie- en Beroepsbege leiding in Rotterdam (NIB). Het NIB start dezer dagen met dezelfde cursus op een aantal scholen in Rotterdam en omgeving. Het is de bedoeling ervaring op te doen met dit program ma en het aan te passen aan de Nederlandse situatie. Op den duur hoopt het NIB zelfs een computerpro gramma besliskunde te maken, waar van dan meerdere scholen gelijktijdig gebruik kunnen maken. In de leiding van de cursus wordt de leerlingen voorgehouden hoe belang rijk hun keus is. 'Er zijn veel leerlin gen die geen plannen voor de toe komst willen maken. Deze leerlingen zijn ba; j dat er geen toekomst zal zijn. Ze willen vandaag hun tijd niet verspillen. Maar de druk die op jonge leerlingen wordt uitgeoefend om te Kies zelf maar. Het idee achter deze cursus besliskun de is dat de leerling wel allerlie informatie kan krijgen, maar op een gegeven moment toch zelf de keus moet doen. Hij krijgt (als het goed is) 'externe' informatie over de moge lijkheden in het verdere onderwijs en in de beroepenwereld. Hij kent ook zijn schoolcijfers en misschien heeft hij zelfs een psychologische test ge daan die hem 'interne' informatie over zichzelf verschaft. Maar dan? Dan moeten die interne en externe informatie aan elkaar gekoppeld wor den. Spelletjes Drs. J. T. Bremcr: kiezen en be slissen is een continu proces kiezen wordt steeds groter. Hoe vaak heeft men je al niet gevraagd wat je later wilt gaan doen? En je ontkomt er ook niet aan. Want: 'Geen plannen maken, niet weten wat je wilt, of verzuimen deel te nemen aan de sa menleving, kan leiden tot een beper king van je vrijheid'. Drs. Bremer voegt eraan toe: niet kiezen is ook kiezen. Opstaan De cursus begint met een aantal voor beelden uit het dagelijks leven, 's Morgens als je wakker wordt neem je al direct je eerste beslissing: opstaan of blijven liggen, en als je blijft liggen: hoe lang. En dat jaat zo de hele dag door. Totdat je 's avonds de televisie uitzet en naar bed gaat. Steeds moet je kiezen wat je zult doen. Dergelijke beslissingen lijken van weinig belang, maar al doende kies je toch een bepaalde richting in je leven. En op kritieke momenten wordt dat nog eens onderstreept. Van school af, of een jaartje over doen? Wiskunde in je vakkenpakket of de weg van de minste weerstand kiezen. In de cursus van het NIB die nu in Den Helider proefdraait wordt er veel nadruk op gelegd dat die koppeling alles te maken heeft met de waarden die iemand aanhangt. Voor het nemen van een besluit is nodig dat je weet wat voor jou belangrijk is in het leven. In het programma zitten dus spelletjes die dat aan het licht bren gen. Bijvoorbeeld deze opdracht: 'Schrijf twintig dingen op die je graag doet'. En dan wordt op de volgdende bladzij gevraagd: 'Wat heb je over jezelf ontdekt?' En: 'Ik was verbaasd datEen volgende op dracht luidt: 'Maak drie keer deze zin af: Ik ben er trots opdat....' Op die manier krijgt de leerling enig inzicht in zichzelf. In gesprekken met een psycholoog (volgens de heer Bremer hoeft zo'n begeleider helemaal geen leraar te zijn) kan hij dan zijn eigen ideeën verder gestalte geven. Nu is de tweede klas bezig met de voorbereiding van de keus tussen ha vo en atheneum/gymnasium (in Den Helder duurt de brugperiode twee jaar). Het is de bedoeling deze bege leiding in de toekomst ook tot andere leerjaren uit te breiden. Voor de schooldecaan is dat uiteraard onbe gonnen werk. Daarom geeft drs. Bre mer de voorkeur aan hulp van buiten af. Dat is ook hierom beter, zegt hij, omdat die 'counseling' het werk is van psychologen die thuis zijn de in de persoonlijkheidsproblematiek van jongeren. Door de school (de conrec tor van een bepaalde jaarklasse en de schooldecaan) kan dan informatie over de schoolprestaties en de beroe penwereld worden aangedragen. Drs. Bremer hoopt dat de leerlingen zo op den duur beter in staat zijn zelf hun keus te bepalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 11