Bij welfarewerk gesprek
met patiënten belangrijk
Van Stams benoeming
kwam niet onverwacht
in de Haarlemmermeer
Leerlingen moeten vroeg
zelf keuze leren maken
Raadslid wil appels
bij intocht Sint
Broodnodige bezigheid voor gehandicapten, zieken en bejaarden
Wethouder wordt burgemeester
Opslag van munitie
te Bergen (NH)
SUBARU-dealers
o.a. te:
IKOUW/KWARTET ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972
BINNENLAND Tll/Kll
Van een onzer verslaggeefsters
DEN HAAG In januari van het
komende jaar bestaat het vrijwil
lige welfare-werk van het Rode
Kruis. 25 jaar. Van een bezigheid,
die in de oorlog in Engeland in de
hospitalen is ontstaan, is het een
enorm omvangrijk werk gewor
den, dat zich niet meer beperkt
tot de ziekenhuizen, maar dat nu
ook te vinden is in verpleegtehui
zen, bejaardentehuizen, diensten
centra en voor een heel groot
deel bij thuiswonende zieken
en gehandicapten.
Het vrijwillige welfare-werk heeft
w'n jaar of vier geleden een enorme
groeiperiode beleefd, toen de welfare-
vrij willigste rs ook in de bejaardente
huizen en dienstencentrum gingen wer
ken. Daarvoor had het werk eigenlijk
een hele tijd op een laag pitje gestaan.
Sinds die tijd is het welfare-werk in
omvang toegenomen, zodat er nu
18.000 zieke, gehandicapte of bejaarde
mensen van genieten en er ongeveer
8000 vrijwillige krachten aan meewer
ken.
Een van de werksters van het eerste
uur is mejuffrouw R. Widdershoven,
district-cursusleidster in Noord-Bra
bant en Limburg. Na de oorlog werk
te zij als welfare-officier in Engeland
onder oorlogsslachtoffers en gewonde
militairen. Toen zij daarna naar Ne
derland terugkwam is zij hier van het
begin af bij het wélfare-werk betrok
ken; geweest. Op het ogenblik is zij
een van de vaste cursusleidsters in
dienst van het Rode Kruis.
'Het vrijwillige welfare-werk wordt
uitgevoerd door ongeveer vierhonderd
afdelingen van het Rode Kruis. Het
werk gebeurt allemaal pro deo. Vrij-
wüligsters zijn over het algemeen ge
makkelijk te krijgen, maar we hebben
er enorm veel nodig. Elke welfare
vrijwilligster heeft in principe maar
één patiënt. Alleen de welfarevrijwil
ligsters in de bejaradentehuizen wer
ken met groepen', vertelt ze.
Liefde en geduld
'Ik vind dat iemand, die welfare-
vrijwilligster wil worden, niet in eer
ste instantie erg handig of een kun
stenares op handenarbeid-gebied hoeft
te zijn. Natuurlijk is het meegeno
men, wanneer de vrijwilligsters han
dig zijn of een of andere handwerk
techniek beheersen, maar ik vind het
beslist geen noodzaak. Wél noodzake
lijk vind ik eigenschappen als liefde
voor de patiënten, veel geduld, veel
tact. trouw en heel veel fantasie.
Het is niet zo, dat een welfare-vriiwil-
ligster, wanneer zij bij een patiënt
thuis komt, onmiddellijk naald en
draadter hand neemt en druk gaat zit
ten handwerken. Voor heel wat patiën
ten is die welfare-vrijwilligster het eni
ge bezoek, dat zij krijgen. Dat bete
kent, dat er veel gepraat wordt en niet
gehandwerkt. Het gesprek met de pa
tiënten is erg belangrijk. Nog belang
rijker misschien dan het aanleren
van een of andere handwerktechniek.
Meestal is het zo, dat je bij zo'n
bezoek allerlei materiaal meebrengt,
waarmee de patiënt de komende tijd
vooruit kan. maar dat je het grootste
deel van het uur, dat je er bent,
praat', aldus mejuffrouw Widdersho
ven.
Technieken
Het welfare-werk. dat enorm veel fa
cetten heeft, maar dat in feite neer
komt op een vast aantal technieken,
dat met veel fantasie kan worden
uitgebreid, is voor veel thuisliggende
patiënten, gehandicapte mensen en
bejaarden een broodnogige bezigheid,
die hun zelfvertrouwen en gevoel
voor eigenwaarde kan teruggeven, nog
afgezien van het feit, dat het gewoon
een goede afleiding is.
'Je hebt zoveel mensen, gehandicapten
of bejaarden, die denken dat zij niets
meer kunnen. Wanneer je in een
bejaardentehuis komt en je vraagt de
mensen of ze mee willen doen. zijn er
altijd erg veel, die zeggen dat ze het
wel leuk zouden vinden, maar dat zij
dat met die beverige handen of slechte
ogen toch niet meer kunnen. Helaas
worden die mensen in die ideeën nog
gestijfd door anderen. En dat is erg
jammer, want het is gewoon niet
waar.
Er is voor iedereen een bezigheid, die
hij of zij nog wel kan verrichten.
Daarom noemde ik straks ook een
grote fantasie een onontbeerlijke ei
genschap voor een welfare-vrijwillig
ster. Wanneer iemand met een bepaal
de handicap iets wil doen. moet je
manieren kunnen uitdenken, waarop
hij met die handicap toch nog iets
kan doen. Ook zijn er vaak oudere
mensen, die zeggen: ik kan niets an
ders dan breien. Nou goed, breien
dan. maar in ieder geval geen panne
lappen. want die hebben ze in de rest
van hun leven al genoeg gemaakt. Dan
laat je ze eens zien, dat er ook heel
andere dingen gebreid kunnen wor
den. bijvoorbeeld leuke nonnen of
speelgoedbeesten. Het klinkt mis
schien wat afgezaagd, maar het is nu
eenmaal zo; het is wonderlijk hoe blij
en trots de meeste mensen zijn, wan
neer ze iets gemaakt hebben, waarvan
ze nooit gedacht hadden dat te kun
nen', aldus mejuffrouw Widdersho
ven.
Verkopen
Wanneer men iets gemaakt heeft is
het mogelijk het zelf te houden (te
gen betaling van de prijs van het
materiaal). Ook kan men het aan het
Rode Kruis geven om verkocht te
worden. De praktijk leert, dat de
meeste mensen hun eerste werkstuk
ken graag zelf willen houden, maar
wanneer ze steeds meer dingen gaan
maken, geven ze die meestal aan het
Rode Kruis voor de verkoop. Het is
dan de taak van de plaatselijke afde
lingen om te zorgen voor activiteiten,
Van een onzer verslaggevers
NIEUW-VENNEP In liet gemeentehuis in Hoofddorp, van waaruit de gemeente Haarlem
mermeer met z'n 26 woonkernen wordt bestuurd, stond het eigenlijk al vast: Cor van Stam zou
burgemeester worden. Nu is deze bijzondere benoeming (het komt zeer zelden voor dat een
autochthone inwoner of, zoals in dit geval, zelfs een wethouder) burgemeester wordt van zijn
eigen gemeente.
Het is een publiek geheim dat een
meerderheid van de gemeenteraad
Van Stam heeft voorgedragen. Haar
lemmermeer is een merkwaardige
gemeente:-, eigenlijk is zij het ver
keersplein van Holland omdat alle
belangrijke wegen (die naar Den
Haag en Rotterdam maar ook die
naar de kust en Haarlem) dwars
door de gemeente voeren en verder
is er de luchthaven Schiphol. De
heer Van Stam heeft een grote ken
nis van de Haarlemmermeer en de
problemen rond Schiphol zijn voor
hem gesneden koek. Ook Schiphol
zóu daarom invloed gehad hebben
bij deze benoeming.
'Ik heb', zo zegt Van Stam, 'op de
allerlaatste dag gesolliciteerd, op
aandringen van de raad. Toen de
commissaris der Koningin overleg
Met de raad pleegde, ben ik daar
niet bij aanwezig geweest. Natuur
lijk ben ik nu blij.'
De voorouders van Cor van Stam
waren beurtschippers. Zij voeren
over het Haarlemmer Meer en ken
den de gevaren van deze 'Waterwolf
van haver tot gort. Toen eenmaal
het meer werd drooggelegd, beleefde
de familie Van Stam barre tijden.
'Ze kwam hier wonen en later ging
oijn vader hier het land bewerken.
Geld om mij te laten studeren was
er niet Ik heb dan ook alleen
lagere school. Op zestienjarige leef
tijd ging ik in Rotterdam op een
kantoor werken. Per fiets ging ik er
heen en zaterdags kwam ik weer
thuis, 's Avonds bezocht ik in Rot
terdam de handelsschool en nog wat
andere cursussen. Studeren is mijn
hobby geworden.' In het begin van
de veertiger jaren werd hij verte
genwoordiger van een handelsmaat
schappij.
VERZET
Cnr van Stam is gezien bij velen.
A's hij vijanden heeft stammen die
misschien uit de periode 1940-1945,
toen hij binnen bepaalde kringen
een bekend 'kraker' was van distri
butiebureaus. Dit ten behoeve van
de 3600 onderduikers die hij met
anderen hielp. 'Mijn vrouw en ik
waren nog geen drie maanden ge
trouwd, of ons huis zat vol onder
duikers.' Hij was later gewestelijk
o°®mandant strijdend gedeelte', zo-
als dat in die dagen heette. Het vele
ou belangrijke werk dat hij in de
uligaliteit deed, bezorgde hem de
bronzen Leeuw. Na de bevrijding
*erd hij benoemd tot directeur van
de Stichting 1940-1945 in de provin
ce Noord-Holland.
De heer C. van Stam, die nu be
noemd is tot burgemeester van
Haarlemmermeer, heeft veel func
ties vervuld. Onder meer was hij
secretaris van de Stichting Streekzie
kenhuis Haarlemmermeer, lid van
het hoofdbestuur van de Stichting
1940-1945, secretaris van de Vereni
ging voor Christelijk VHMO, lid
dagelijks bestuur ARP, penning
meester van de landelijke ARP, lid
commissie waterkwaliteit van het
Hoogheemraadschap, voorzitter van
dc kamercentrale Haarlem der ARP.
Ook is hij nog jarenlang lid van
provinciale staten Noordholland ge
weest.
Cor van Stam ls wethouder volks
huisvesting en ruimtelijke ordening
en daarnaast nog direkteur van de
projektontwikkelingsmaatschappij
Geoproject en van twee andere
werkmaatschappijen van de Konink
lijke Adrlaan Volker Groep N.V. te
Rotterdam. Hij is gehuwd met
Trijntje Jansen, eveneens geboren
en getogen in Nieuw-Vennep. Het
echtpaar heeft vier kinderen. De
heer Van Stam volgt mr. F. Th.
Dijckmeesier op, die enkele maan
den geleden werd benoemd te Apel
doorn.
Van Stam is nu directeur van een
aantal bedrijven, maar dat zal hij
moeten opgeven. Het burgemeester
schap betekent wel een financiële
achteruitgang voor ons, maar geld
Interesseert mij weinig.' Het aanne
mingsbedrijf Ervan Jansen, waarvan
Van Stam direkteur was, fuseerde in
1965 met de grote Adriaan Volker.
Twee en een half jaar geleden
kwam vanuit dit bedrijf het GEO-
projekt tot stand, waarvan Van
Stam weer directeur werd.
Zijn politieke loopbaan begon direkt
na de oorlog, toen hij samen met
kopstukken uit de AR (genoemd
worden namen als Schouten, Bijle-
veld, De Wilde, Smallenbroek en
Bruins Slot) in het Polderhuis in
Hoofddorp bijeen waren, om te
overleggen wat er nu verder met de
AR moest worden gedaan. 'Wij be
sloten toen om de ARP voort te
zetten en op welke wijze wij dat
zouden doen. Ik heb nog altijd con
tact met de nog in leven zijnde
oude strijdmakkers.'
Op 2 september 1958 werd hij raads
lid ('Van 1945 tot 1946 zat ik in de
noodraad') en in 1962 volgde hij dr.
M. Brouwer op als wethouder.
VERHUIZEN
Nu is hij burgemeester. Er veran
dert weinig in het raadhuis. Sinds
hij 'loco' is, is hij al aan de kamer
gewend en ook heeft hij al menige
officiële ontvangst, onder meer op
Schiphol, achter de rug. 'Alleen zal
ik toch gaan verhuizen. Ik woon
hier fijn in mijn geboortedorp
Nieuw-Vennep, maar ik zal de
ambtswoning vlak bij het gemeente
huis betrekken. Als burgemeester
moet je zo dicht mogelijk bij het
raadhuis wonen.'
Van Stam blijft rustig onder zijn
benoeming, hoewel hij erkent de
laatste weken 'de zenuwen' te heb
ben gehad. Wat hem betreft zal er
verder niets veranderen. 'Ik hoop
dat mijn vrienden en kennissen
gewóón tegen me blijven doen en
nu niet gaan denken van: déér heb
je de burgemeester. Dat wil ik be
slist niet. Voor hen wil ik gewoon
Cor zijn. Als wethouder een com
plete dagtaak en directeur van
maatschappijen (o.a. Firma Lintveld
te Amsterdam) werkte ik vijftien
uur per dag. Ik hoop iets meer tijd
over te houden voor wandelen. Dat
doe ik graag, evenals hard werken
in de tuin van ons landhuis in
Frankrijk, waar het een paradijsje is
en waar wij elke vakantie doorbren
gen.'
waar de produkten verkocht kunnen
worden. Meestal zijn dat tentoonstel
lingen of bazars, maar tegenwoordig
ook vaak het deelnemen aan allerlei
beurzen, zoals middenstands- en huis
houdbeurzen. Omdat er op het ogen
blik zo'n enorme belangstelling voor
het welfare-werk bestaat, dreigt het
gevaar, dat het Rode Kruis overspoeld
wordt met (te) veel produkten, die
verkocht moeten worden.
Overschot
W. A. H. Stroo; hoofd van de vrijwil
lige welfare van het Rode Kruis zegt
hierover: 'Er dreigt op het ogenblik
een overschot aan produkten te ont
staan. Daarom zullen er nieuwe ma
nieren moeten worden gevonden om
de verkoop van de gemaakte artikelen
te bevorderen. Ten eerste is het voor
de mensen niet leuk om te weten, dat
hun artikelen ergens op een hoop
liggen, maar ten tweede is het finan
cieel ook noodzakelijk dat er niet
teveel onverkocht blijft.
Met de opbrengsten van de verkoop
financieren wij de aanschaf van de
materialen (er gaat zo'n anderhalf
miljoen gulden per jaar in die aan
schaf van materiaal zitten). Tot nog
toe hebben we eigenlijk nooit een
overzicht gehad wat de verkoop van
de artikelen opbrengt. Dit jaar heb
ben we voor het eerst een onroep
gedaan aan de plaatselijke welfare-
a "delingen ons te laten wotpn vrat
hun bazars en andere verkopingen
hebben opgeleverd'.
Een moeilijkheid, die zich voordoet
bij het verkopen ''an de artikelen is.
dat er soms opeens een hausse in het
maken van bepaalde artikelen bestaat.
Neem bijvoorbeeld het doorstopwerk,
dat in veel bejaardenhuizen wordt
beoefend. Het gevaar bestaat dat je op
een gegeven ogenblik met een berg
doorstop-kleden zit, die je aan de
straatstenen niet kwijt kan.
'Kijk, de mensen moeten natuurlijk
maken, wat ze zelf graag willen. Je
kunt als welfare-vrijwilligster niet
zeggen: mevrouw, nu mag u geen
doorston-werk meer maken'. Dat is te
gek. Wij zijn er tenslotte voor hun
plezier. Maar aan de andere kant kun
je de mensen toch wel eens wat
nieuwe technieken laten zien en ze
vertellen, dat er op een gegeven mo
ment echt wat te veel doorstop-kleden
zijn, en of ze misschien eens iets
anders willen maken.
Maar het uitgangspunt moet toch het
plezier van de patiënten blijven. Men
moet beslist niet de indruk krijgen
ingeschakeld te worden in een soort
produktieslag', aldus mejuffrouw Wid
dershoven.
Ter gelegnheld van het 25-jarig be
staan van het vrijwillige welfare-werk
van het Rode Kruis worden verschel-
Een foto uit de begintijd van het welfare-werk in Nederland. In het toenmalige hospitaal Oog in Al, het
militaire hospitaal in Utrecht, is een groep zieke soldaten bezig pitrieten schemerlampjes te maken.
dene activiteiten georganiseerd. Aller
eerst is er de nationale manifestatie
van 27 april tot 6 mei in Flevohof bij
Harderwijk. Dc deelnemers aan het
welfare-werk kunnen hiervoor allerlei
soorten werkstvkken Insturen. Wan
neer ze niet gebruikt worden om op
deze nationale manifestatie geëxpo
seerd te worden, zullen ze op een van
de verschillende regionale tentoonstel
lingen te zien zijn.
Gelijk mei deze manifestatie wordt
een beurs voor hot bedrijfsleven ge
houden in de omgeving van de Flevo
hof Het Rode Kruis organiseert in
die tijd dagreizen voor bejaarden, zie
ken en gehandicapten naar de Flevo-
polder. Op 27 april zal een officiële
herdenkingsdag worden gehouden,
eveneens in dc Flevohof.
ADVERTENTIE
Niet eens met 'rotte' beslissing
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM Het Amsterdamse
raadslid mr. J. van den Bergh is het
niet eens met wat hij noemt de 'rotte'
beslissing van het Initiatief Comité
Amsterdam (ICA) om de 10.000 gul
den, die de vereniging van Amster
damse ziekenfondsen ter beschikking
stelt voor het uitdelen van appels bij
de intocht van Sint Nicolaas niet te
accepteren. In plaats van appels wordt
dit jaar 1000 kilo kauwgum rondge
strooid.
De heer Van den Bergh vraagt b en
w van Amsterdam hun invloed bij het
ICA aan te wenden deze beslissing te
herroepen en als dit niet gebeurt de
verwelkoming dit jaar door de burge
meester achterwege te laten. Het
raadslid wijst daarbij op de vele ge
meenschapsgelden die jaarlijks in Am
sterdam aan de jeugdtandverzorging
worden besteed: in 1972 meer dan 3
ton.
Het ICA heeft als argument tegen een
nieuwe uitdeling van appels de balda
digheid van een groep jonge Amster
dammers genoemd. De appels werden
tijdens de intocht soms pijnlijk doel
treffend als projectielen gebruikt. Die
baldadigheid wil men niet opnieuw in
de hand werken.
Volgens het raadslid dreigt de Sint
echter op deze manier weer het slech
te snocpvoorbecld tc gaan geven.
DEN HAAG Tweede-kamerlid Dan-
kert (PvdA) heeft minister De Koster
van defensie gevraagd of het noodza
kelijk is om de opslag van munitie in
Noord-Holland te concentreren op het
voormalige vliegveld Bergen. Hij wil
weten of er geen andere plaatsen zijn,
die minder weerstand wekken bij de
bevolking.
De heer Dankert vraagt de minister
de beslissing over het inrichten van
een nieuwe opslagplaats te Bergen uit
te stellen tot andere mogelijkheden
zijn bekeken.
BEVERWIJK:
AUTOMOBIELBEDRIJF
M. J. BRETHOUWER
Ambachtstraat 14-16
Tel. 02510-23318
BREDA:
AUTOBEDRIJF
FIRMA DREIJER
Allerheiligenweg 102
Tel. 01600-54540
DORDRECHT:
AUTOMOBIELBEDRIJF
J. A. PIETERMAN
Kasperpad 61, postbus 532
Tel. 01850-33950
DEDEMSV AART
AUTOMOBIELBEDRIJF
A. H. v. d. HULST
Rheezerend 58
Tel. 05230-2478
EINDHOVEN:
GARAGE K. BUURS
Bondstraat 5-7
Tel. 040-435379
GORSSEL:
AUTO VENNINK
Hoofdstraat 15
Tel. 05759-1984
KOOG A/D ZAAN:
FA. KAAT WEZEL
Pellekaanstraat 8
Tel. 0298(^81077
ZWOLLE:
AUTOBEDRIJF JO LAND
Rijnlaan 2-6
Tel. 05200-35751
Cursus 'besliskunde' draait op proef op school in Den Helder
Van onze onderwijsredactie
DEN HELDER Je moet goed weten wat je wilt, wordt vaak tegen
kinderen gezegd. Maar hoe kan een kind weten wat hij wil? Hoe kan
iemand op zijn twaalfde een keus maken tussen l.t.s. of mavo? Hoe
kun je op je dertiende, veertiende weten of je havo of gymnasium
wilt doen? Op grond waarvan kies je je vakkenpakket voor het eind
examen? En als je van school af komt: welke van de duizendeneen
beroepen en opleidingen zul je dan in vredesnaam kiezen?
Het probleem van de studie- en be
roepskeuze is er de laatste jaren ndet
eenvoudiger op geworden. Niet alleen
de beroepswereld met al z'n nieuwe
specialisaties en opleidingseisen is in
gewikkelder, ook de school lijkt
steeds meer op een labyrint waarin de
weg moeilijk is te vinden.
Op zichzelf is het verheugend dat de
mammoetwet in 1968 zoveel nadruk
heeft gelegd op de keuzemogelijkheid
van de leerling. Daarom kwam er een
brugjaar en daarom mocht je halver
wege de school je eigen vakkenpakket
voor het eindexamen kiezen. En om
de doorstroming te bevorderen wer
den overstap-mogelijkheden geschapen
tussen het ene en het andere schoolt-
type. Allemaal om de leerling in staat
te stellen zijn eigen weg te vinden.
Maar die nieuwe vrijheid brengt voor
leerlingen ook een zekere verlegen
heid mee. Wat zul je kiezen? Vroeger
was dat in zoverre makkelijker dat
anderen voor je beslisten. Je vader
was timmerman, dan werd jij het
ook. Gingen je broers naar het
gymnasium, dan jij ook. En zat je
eenmaal op de l.t.s. of op het gymna
sium dan was het slechts een kwestie
van volhouden; vroeg of laat zou je
als timmerman of dokter het onder
wijs verlaten.
Drs. J.T. Bremer is rector van het
Johannes-college voor havo-v.v/.o. in
Den Helder en het probleem van de
leerlingen die niet weten wat ze wil
len behoort tot zijn dagelijkse zorgen.
Hij constateert dat de school in Ne
derland de hele studie- en beroeps
keuze een beetje heeft laten liggen.
In Amerika is men al jaren ver
trouwd met het instituut van de
counselor, een soort raadsman die de
leerlingen helpt bij de studie- en
beroepskeuze. Maar in Nederland zijn
we nog niet verder gekomen dan de
schooldecaan. En op een school van
duizend, vijftienhonderd leerlingen
kan ook die weinig uitrichten. Op de
meeste scholen houdt hij zich bezig
met de beroepskeuze van eindexamen
leerlingen. Tijd om alle leerlingen
gedurende hun hele schoolperiode te
helpen bij hun beslissingen heeft hij
niet.
Op de basisschool
Drs. Bremer: 'Vroeger deed je een of
twee keer in je leven een keus, nu
moet je eigenlijk voortdurend beslis
sen hoe je verder wilt. Je kunt al
nauwelijks van keuze-momenten spre
ken. want kiezen en beslissen is een
continu proces. Dat begint al voordat
de kinderen in het voortgezet onder
wijs komen. Op de basisschool zou je
dus al moeten beginnen met wat wij
nu 'besliskunde' noemen. Besliskunde
is dan niet een nieuw vak. maar een
soort hulp aan leerlingen die het zelf
kiezen vergemakkelijkt. Wij proberen
dus geen advies te geven zo van: ga
dat maar doen, maar we willen de
leerlingen laten zien hoe ze zelf tot
een keus kunnen komen'.
De heer Bremer is nu in de tweede
klas begonnen met een cursus beslis
kunde. Die cursus stamt uit Amerika
en is vertaald door het Nederlands
Instituut voor Studie- en Beroepsbege
leiding in Rotterdam (NIB). Het NIB
start dezer dagen met dezelfde cursus
op een aantal scholen in Rotterdam
en omgeving. Het is de bedoeling
ervaring op te doen met dit program
ma en het aan te passen aan de
Nederlandse situatie. Op den duur
hoopt het NIB zelfs een computerpro
gramma besliskunde te maken, waar
van dan meerdere scholen gelijktijdig
gebruik kunnen maken.
In de leiding van de cursus wordt de
leerlingen voorgehouden hoe belang
rijk hun keus is. 'Er zijn veel leerlin
gen die geen plannen voor de toe
komst willen maken. Deze leerlingen
zijn ba; j dat er geen toekomst zal
zijn. Ze willen vandaag hun tijd niet
verspillen. Maar de druk die op jonge
leerlingen wordt uitgeoefend om te
Kies zelf maar.
Het idee achter deze cursus besliskun
de is dat de leerling wel allerlie
informatie kan krijgen, maar op een
gegeven moment toch zelf de keus
moet doen. Hij krijgt (als het goed
is) 'externe' informatie over de moge
lijkheden in het verdere onderwijs en
in de beroepenwereld. Hij kent ook
zijn schoolcijfers en misschien heeft
hij zelfs een psychologische test ge
daan die hem 'interne' informatie
over zichzelf verschaft. Maar dan?
Dan moeten die interne en externe
informatie aan elkaar gekoppeld wor
den.
Spelletjes
Drs. J. T. Bremcr: kiezen en be
slissen is een continu proces
kiezen wordt steeds groter. Hoe vaak
heeft men je al niet gevraagd wat je
later wilt gaan doen? En je ontkomt
er ook niet aan. Want: 'Geen plannen
maken, niet weten wat je wilt, of
verzuimen deel te nemen aan de sa
menleving, kan leiden tot een beper
king van je vrijheid'. Drs. Bremer
voegt eraan toe: niet kiezen is ook
kiezen.
Opstaan
De cursus begint met een aantal voor
beelden uit het dagelijks leven, 's
Morgens als je wakker wordt neem je
al direct je eerste beslissing: opstaan
of blijven liggen, en als je blijft
liggen: hoe lang. En dat jaat zo de
hele dag door. Totdat je 's avonds de
televisie uitzet en naar bed gaat.
Steeds moet je kiezen wat je zult
doen. Dergelijke beslissingen lijken
van weinig belang, maar al doende
kies je toch een bepaalde richting in
je leven. En op kritieke momenten
wordt dat nog eens onderstreept. Van
school af, of een jaartje over doen?
Wiskunde in je vakkenpakket of de
weg van de minste weerstand kiezen.
In de cursus van het NIB die nu in
Den Helider proefdraait wordt er veel
nadruk op gelegd dat die koppeling
alles te maken heeft met de waarden
die iemand aanhangt. Voor het nemen
van een besluit is nodig dat je weet
wat voor jou belangrijk is in het
leven. In het programma zitten dus
spelletjes die dat aan het licht bren
gen. Bijvoorbeeld deze opdracht:
'Schrijf twintig dingen op die je
graag doet'. En dan wordt op de
volgdende bladzij gevraagd: 'Wat heb
je over jezelf ontdekt?' En: 'Ik was
verbaasd datEen volgende op
dracht luidt: 'Maak drie keer deze zin
af: Ik ben er trots opdat....' Op die
manier krijgt de leerling enig inzicht
in zichzelf. In gesprekken met een
psycholoog (volgens de heer Bremer
hoeft zo'n begeleider helemaal geen
leraar te zijn) kan hij dan zijn eigen
ideeën verder gestalte geven.
Nu is de tweede klas bezig met de
voorbereiding van de keus tussen ha
vo en atheneum/gymnasium (in Den
Helder duurt de brugperiode twee
jaar). Het is de bedoeling deze bege
leiding in de toekomst ook tot andere
leerjaren uit te breiden. Voor de
schooldecaan is dat uiteraard onbe
gonnen werk. Daarom geeft drs. Bre
mer de voorkeur aan hulp van buiten
af. Dat is ook hierom beter, zegt hij,
omdat die 'counseling' het werk is
van psychologen die thuis zijn de in
de persoonlijkheidsproblematiek van
jongeren. Door de school (de conrec
tor van een bepaalde jaarklasse en de
schooldecaan) kan dan informatie
over de schoolprestaties en de beroe
penwereld worden aangedragen. Drs.
Bremer hoopt dat de leerlingen zo op
den duur beter in staat zijn zelf hun
keus te bepalen.