dichtbij 'DOE DAT KIND AAN HET TONEEL; ZE HEEFT 'T' 'Rond 1900'; kleine maar fijne expositie Blijetijds Speelgoed Bep Nooy sr. neemt na zestig jaar afscheid Wat prinsen te zeggen hebben TROUW/KWARTET DINSDAG 3 OKTOBER 1972 BINNENLAND T5/K7 Commentaar Signaal De 21 journalisten die hun ontslag hebben genomen bij het aan De Te legraaf verkochte Limburgs Dagblad verdienen alle aandacht. Die aand acht vragen we niet omdat het journalistieke vakwercldje zo nodig zijn problemen zou moeten opdringen aan de lezers. Het is veeleer zo. dat de beweegrede nen van de 21 journalisten, die bepaald geen gemakkelijke weg hebben gekozen (want de functies in de journalistiek liggen niet voor het opscheppen), regel recht te maken hebben met de belan gen van de lezers. Te gemakkelijk worden in de kwestie van het Limburgs Dagblad vaak etiket ten aangebracht die de indruk wekken, als zou het gaan om 'links' of 'rechts', om pro of contra Gijsen, enzovoorts. In de hitte van de strijd zoals die de afgelopen maanden bij het Limburgs Dagblad, helaas tevergeefs, is gevoerd, worden zulke etiketten nogal gauw omhoog gestoken. Maar er is in wezen iets anders aan de hand. Het conflict spitst zich toe op de wijze waarop een krant met haar lezers omgaat. Het Limburgs Dagblad is in handen gekomen van een concern dat niet alleen mikt op boulevard-journalis tiek omdat deze goed verkoopt, maar zich ook van de rest van de dagbladpers onderscheidt door sterk op ressentimen ten onder het publiek in te spelen om zo getapt te worden. Het mag dan be wezen zijn, dat men met deze methode zijn honderdduizenden kan veroveren, zij is wel in strijd met de beroepsopvat ting van de meeste Nederlandse jour nalisten. Die achten zich verplicht, óók zaken aan te roeren, waarvan ze we ten, dat ze niet 'lekker vallen', cn eventueel ook tegen zekere sentimenten in te gaan, ten einde zowel door informatie als door commentaar de samenleving wakker te houden. Nu hebben 21 journalisten van het Limburgs Dagblad liever hun baan eraan gegeven dan op de manier van het genoemde concern te gaan werken. Hoe duur de eden op de handhaving van de identiteit van het Limburgs Dagblad ook klinken in de over dracht van deze krant triomfeerde de hoogste bieder en waarom zou dat in de komende beleidsvoering niet gebeu ren? De stap van de 21 is een signaal dat niet moet worden misverstaan. Het richt zich vooral tot de lezers. Het wil zeggen: 'Ik kan op deze manier mijn taak ten opzichte van u niet meer vervullen zoals ik meen dit te moeten doen; denkt u er vooral niet te licht over: uit mijn ontslag moge u duidelijk worden, wat er op het spel staat'. Het is in ieder geval gezegd, zelfs als een aantal van de 21 straks alsnog, genoopt door zorgen voor levensonder houd, van ontslag zou afzien. Het is te hopen, dat hun signaal goed overkomt bij alle lezers wier kranten voor een onafhankelijk bestaan vechten. In deze kolommen is al vaker aandacht besteed aan de mogelijkheden om de toekomst van dagbladen die niet met winstoogmerken worden uitgegeven, veilig te stellen. Hoezeer deze zaak dringt is aangetoond, nu een blad dat het op commerciële basis niet meer redde, is overgenomen door een 'super- blad' op 'supercommerciële' basis. De ontslag nemende collega's die de moed hebben gehad, op tijd 'nee' te zeggen tegen deze ontwikkeling, ver dienen het medeleven van een volwas sen publieke opinie. Het is te hopen, dat ze weldra elders aan het werk kunnen op een wijze die hun geweten geen geweld aandoet. Blue Movies slaat alle records AMSTERDAM De film Blue Movie met zijn onverbloemde sex begon een jaar geleden zijn bioscoop-succes in acht theater-. Al heel gauw bleek de publieke belangstelling zo groot dat er steeds meer kopieën ingezet moes ten worden. Op een gegeven moment draaide Blue Movie in 29 theaters tegelijk. Het duurrecord is gevestigd door Roval in Maastricht waar deze film op 21 september 1972 zijn 52ste vertoningsweek inging, een unicum in de geschiedenis van de Nederlandse film. Maastricht wordt op de voet gevolgd door Hulst waar men in 'Con certgebouw' nu al 29 weken achtereen naar Blue Movie komt kijken. Maar ook Oostburg blijft weinig achter: daar is de film in 'Ledel' aan zijn 24ste week toe. Dat zal wel aan de belangstelling van de Belgen te danken zijn, want die mogen in eigen land alleen een gecoupeerde versie gaan zien. Overigens haalde die in Brussel tot nu toe al de 18e week. Momenteel draait Blue Movie in Ne derland nog in 1! theaters over het gehele land verspreid. ADVERTENTIE Links: Bep Nooy sr. aan het einde van haar toneelcarrière. Rechts: Bep Nooy sr. toen zij haar twaalfjarig toneeljubileum vierde. door Leo Kleyn Roerloos, met gesloten ogen, breekbaar, ligt ze in een van de kleed kamers van theater 't Spant in Bussum op een stretcher. Ze heeft zo juist voor het laatst gerepeteerd. Het is vrijdag 29 september, een paar uur voordat 'Op hoop van zegen', Herman Heyermans' onver woestbare 'spel van de zee', in de Bussumse schouwburg in voor première zal gaan. houder Han Lammers worden gehul digd. Na die huldiging zal Bep Nooy nog een paar maanden op de planken staan. Morgen gaat Het Amsterdams Volkstoneel met 'Op hoop van zegen' de provincie in. zoals dat heet, om in februari terug te komen in de hoofd stad, waar in 'De kleine komedie' een serie voorstellingen zal worden gege ven. Bij voldoende belangstelling zal ook daarne nog elders in het land worden opgetreden Heimwee Toen Bep Nooy in 1970 de Albert- Van-Dalsumprijs van de gemeente Amsterdam kreeg uitgereikt voor haar rol van Na Druppel in 'De Jantjes', zei ze in een interview met het Alge meen Dagblad: 'Ik wil door blijven spelen, zolang mijn benen en mijn stem het nog doen'. Hoewel haar stem, zoals ze ook zelf tevreden vaststelt, nog even helder is als toen, en ze, ondanks een vorig jaar opgelopen heupbreuk, nog uitste kend uit de .voeten kan, is Bep Nooy toch van gedachten veranderd. Ze legt uit waarom: 'Op 2 mei word ik tach- Beppie Nooy, de leidster van Het Amsterdams Volkstoneel die het stuk regisseert, heeft dal veldbed aange schaft ten behoeve van haar 79-jarige moeder Beb Nooy sr., die in Heyer mans' drama de beroemd geworden rol van Kniertje speelt. En streng ziet ze erop toe dat het niet ongebruikt in die kleedkamer blijft staan. Hoewel Beb Nooy sr. na de door haar dochter voorgeschreven rust zegt het 'erg lief' te vinden dat Beppie zo om haar denkt, wekt ze de indruk de noodzaak van de voorzorgsmaatregelen niet erg in te zien. Alle bezorgdheid wuift ze tenminste weg. 'Dat wordt me zo dikwijls gevraagd, of dat nou niet vermoeiend voor me is. Maar dan zeg ik altijd: het doet me niets. Ik geloof dat ik zoveel van het toneel houd, dat het me niet vermoeit'. Desondanks neemt Bep Nooy met de rol van Kniertje, die haar op het lijf geschreven lijkt, afscheid van het to neel. Ze doet dat op een moment waarop ze er zestig jaar aan verbon den is. Na afloop van de officiële première, die vanavond in de Stads schouwburg in Amsterdam wordt ge geven, zal 'ze door het Amsterdamse gemeentebestuur bij monde van wet- ern 'Kond 1900'. zomaar een kleine tentoonstelling van tekennigen en aquarellen uit eigen bezit van het Haags Gemeentemuseum met als vage aanleiding de grote Mondriaan-presentatie daar. Mon driaan was toen, in 1900, 28 jaar, en wie, zo wordt er gesteld, waren destijds de andere kunstenaars van belang en hoe werkten, tekenden ze? tig. Ik kan nu nog alles, ik ben nog helemaal gezond, maar ik kan over een jaar, of over twee jaar, best een euvel krijgen. Dan zou ik misschien als een wrak afscheid moeten nemen'. Met nadruk voegt ze eraan toe, duidp- lijk verwijzend naar een artieste die daarom berucht is geworden, maar wier naam ze niet noemt: 'En terug komen wil ik ook niet'. Ze zal het, vreest ze, er wel moeilijk mee krijgen. Als iemand die herhaal delijk zegt idolaat te zijn van toneel, zal ze straks met pijn in het hart haar dochter op tournee zien gaan, en zelf, na al die jaren, moeten achter blijven in haar huis in Amsterdam- Zuid. Ze weet zeker dat ze heimwee zal krijgen, en dat ze dat scrabbelend, puzzelend of lezend niet zal kunnen verdrijven. Als het aan haar vader, de toneelspe ler Jan Dirk Blaaser. had gelegen, zou Bep Nooy dat gevoel nooit gekend hebben. Van haar vader ('een flinke, grote man, met een heldere stem') inoest ze naar de vormschool, ol ze wilde of niet. en zt wilde duidelijk met. Vader Blaaser had bepaald, dat zijn op één na oudste dochter kleuter- ondenvijzeres zou worden. 'Zo ging dat in die tijd', zegt Bep Nooy. 'We waren met vijf meisjes en twee jongens en het oudste meisje moest bij het fröbelonderwijs. Omdat mijn oudste zuster zwak was, moest ik kwekeling worden. Ik wilde dolgraag bij het toneel, maar daar kwam ge woon niets van in. Die school was vlak bij de toneelschool, dus je be» grijpt wat dat voor mij betekende'. Hoewel naar eigen zeggen een 'vrese lijk eigenwijs mens', had Bep Nooy het toch meer aan geluk dan aan eigenwijsheid te danken dat ze toch op het toneel belandde. In 1913, ze was toen twintig en bezocht nog steeds die vormschool, werd een actri ce in het gezelschap van haar vader ziek. Om de voorstellingen te kunnen laten doorgaan, liet Jan Blaaser zijn dochter toen maar invallen. Ze speelde het rolletje in 'De vodden raper van Parijs' zo voortreffelijk, dat Jan Blaaser van zijn collega's te ho ren kreeg. 'Je moet dat kind aan 't toneel doen: dat kind heft 't' Bep Nooy ging voor het fröbelonderwijs ('dat was alleen maar kinderen dril len in die tijd, dat was niets vnor mij') verloren. 'Mijn vader', vertelt ze. 'heeft zich er toen maar bij neer gelegd. Er komt tocl. niets van die meid terecht, zei hij.' grote bloemenmand bij zich'. En, lachend: 'Nee, dat kusje heeft hij niet meer gegeven'. Sindsdien heeft Bep Nooy in vele rollen geschitterd. Die van Kniertje speelt ze nu voor de tweede keer. Toen Esther de Boer-van Rijk er nog lauweren mee oogstte, trad Bep Nooy naast haar op als Marietje, de zwange re vissersvrouw die weduwe wordt, haar afscheid, gespeeld door Hannie Vree. de vrouw van een van haar drie kleinzoons. Hel voorstel van haar dochter nog eenmaal in 'Op hoop van zegen' te spelen, had de voliedige instemming van Bep Nooy. Ze is verknocht aan dat hartverscheurende drama, al wordt het nu wat ingetogener ge speeld dan in vroeger dagen. 'Het tempo is vlugger en er wordt ook niet meer zo gegalmd. Dat vind ik wel goed, dat is ook helemaal niet nodig'. De rol van Marietje. wordt nu, bij Hele stukken van de tekst kent ze van de vorige keer. en dat maakt de inspanning die Kniertje haar natuur lijk toch kost, wat minder groot. Bep Nooy is trouwens altijd rolvast ge weest. Haar hele leven vertelt ze, heeft ze aan slapeloosheid geleden, en van die nood maakte ze een deugd door haar rollen te repeteren. 'De rol van Na Druppel ken ik nog helemaal uit m'n hoofd'. Hartklopping Kusje Vraag de DHZ-brochure aan bij Nooitgedagt, Postbus 1, IJlst 't Heeft overigens helemaal niet in de bedoeling gelegen daarvan eer afge rond beeld te geven. Sommige kunste naars, zoals bijvoorbeeld Breitner, Wilsen of Klinkenberg, ontbreken omdat het museum geen tekeningen uit die tijd van hen bezit, die interes sant genoeg waren. Geen gedocumen teerde expos'tie dus. wèl oen klein, heel plezierig kijkfestijn. Waar je pro bleemloos genieten kan van J. H. Weissenbruchs nooit vervelend spel van licht, dat door zwaar opgestapelde wolken tracht te dringen. Van vele andere landschappen, getekend of gea quarelleerd. \an Paul Gabriël. Mat- thijs Maris, Floris Verster. Theo van Hoyteina of Edzard Kon'ng. Bladen, die je nu. na nog geen drie kwart eeuw. met heimwee bekijkt: die nog bijna onaangeraakte landschap pen. nog niet verminkt door een steeds verder om zich heen grijpende mechanisatie. Je beleeft er even de droom van een kunst, die nog ver beelding kón zijn van pure schoon heid. Toen, hoor je zo vaak. maakten ze nog dingen, die gewoon mooi wa ren. Waaraan je kon zien wat het voorstelde. 't iOont de moeite hoe ze 'rond 1900' over die pure schoonheid oordeelden. Elke lijd blijf', voor zichzelf een raad sel. Van Malthijs Maris is hier een prachtige, mistige tekening van een rivieroever. 'Het Handelsblad', toen'van Tijs Maris, die de scho ne natuur belastert op een wijze, dat men hem wegens hoogverraad de deur had moeten uitstoten.' En uit dezelfde krant: 'De schelle, oogverblindende blauwe lucht op het schilderij van Gabriël zal weinigen bekoren. Het is mogelijk, dat menige huismoeder een dergelijke kleur bij het stijven van de was bespeurt; maar Moeder Natuur brengt zulk een afschuwelijke kleur niet voort.' Verder op deze tentoonstelling een aantal voortreffelijke portretten van II. J. Haverman, Isaac Israols (van zijn vader). Jan Toorop en Jan Velh, van wiens (vele) portretten ik wei eens een aparte expositie zou willen .ien. En werk van figuren, die nog steeds min of meer ondergewaardeerd worden, kijk maar eens naar die zwartkrijttekeningen van Jacob van Looy en vooral naar de pastel 'Paar den bij do San Marco' van Marius Bauer. Ook een aquarel als 'Spui straat' van Floris Arntzenius is een top. Mocht u nog naar de - - verleng de Mondnaantentoonstelling gaan: deze tekeningen niet vergeten! G.K. In 1918 getrouwd met Jan Nooy, die ze bij het gezelschap van haar vader had leren kennen en die in 19G2 na een jarenlange ziekte overleed kon Bep Nooy wegens de geboorte van Beppie in 1919 drie jaar lang geen toneel spelen. Na die onderbreking keerde ze op even overtuigende wijzp terug als ze begonnen was. Alex Wunnink. de vader vari Karei Wunnink, directeur van Carré en za kelijk leider van Het Amsteidams Volkstoneel, zocht een actrice voor een rol in 'Dolle Hans' van Jan Fabricius. Jan Nooy raadde hem aan Bep te vragen, maar Wunnink vnUde daar niet voor, omdat Beb Nooy nooit bij hem had gespeeld. Na enig heen-en-wecr-gepraat mocht Bep Nooy die rol dan toch spe'.en. Met pretoogjes vertelt ze dat in de pauze Alex Wunnink achter het to neel verscheen, om haar te compli menteren. 'Kindje, zo hij, mag ik je een kusje geven? Nou ja. daar hou ik niet zo van. Niet dat ik preuts btn of zo. maar dat zou ik toch niet zo gauw doen. iemand een kusje geven of laten geven. Bovendien, het was een veel oudeie man. meneer Wunnink. Tk zei hem dat hij ook eerst maar de hele voorstelling moest zien. Nou. na af loop kwaru hij weer; hij wilde toch nog dal kusje geven. Hij had een Na het rode boekje van partijvoorzitter Mao, liet rode boekje voor soldaten, het rode boekje voor milieu, het rode boekje voor scholieren, het meer ge- zagsgetrouwe rood-wil-blauioe boekje voor scholieren, het witte boekje met uitspraken van Jezus, het groene boekje en de diverse kleuren psalm en gezangen boekjes van de laatste jaren is cr nu ook een oranje boekje, niet te verwarren met hel eerder verschenen oranje boekje voor sluff- gebruikers, want het bedoelde boekje is speciaal voor consumenten van prinselijke uitspraken: het prinselijk citatenboekje Bernhard-Claus. waarin dan ook al of niet oranje gekleurde uitspraken van vader en schoonzoon zijn afgedrukt. Al die uitspraken zijn door uitgeverij Paris-Manteau die dit werkje op zakjormaat voor J 4.90 in de handel brengt overgenomen uit artikelen in kranten cn tijdschrif ten of uit interviews voor radio of t.v. Het is natuurlijk maar de vraag of veel mensen belangstelling hebben voor derdehands gedachten, althans gedachten uit de derde hand, van bijl*, prins Bernhard. zoals deze over t.v.-kijken: 'Als ik iels moois zie en het bevalt me. dan blijf ik wel kijken. Maar het journaal zie ik bijvoorbeeld praktisch nooit, omdat we meestal dan net aan tafel gaan.' (1971). Of: 'Weel je wat het is om een brug of een gebouw te openen'.' Ik bedoel, icat je daadwerkelijk doet? Je knipt een lint door. Dar is alles. Je komt aanlopen, cn met een schaar knip je een lint door' (1971). Of over hanegevechten (1970): 'Wel interessant' en dan: 'Ik heb me kapot gelachen om twee ram men die ze met een klap met de horens in elkaar lieten lopen, ergens in West-Java.' Of deze sterke: 'Voor iedere geschoolde vakman ligt in Zuid-Afrika een grote toekomst. Voor ongeschoolden is het geen land' (1954) en uit 1953: 'Nederlanders die over voldoende geld beschikken, kun nen in Abessinië veel bereiken', en een belangrijke uit 1960: 'Het is een sprookje dat een mens van spaghetti dik zou worden Prins Claus' uitspraken lijken, hoewel hij zoveel jonger is dan zijn schoon- vaker, op het eerste gezicht wat door dachten Vaak gaan ze over het mi lieu: 'Als we zo doorgaan geloof ik dat we inderdaad geen overlevings- bijverdienste Wat nu precies zakenman Reinder Zwolsman beweegt niet hier, maar wel daar zijn zangtalenten ten toon te spreiden, is nog altijd niet helemaal duidelijk. Een feit is. dat hij het nu opnieuw dèèr gaat doen, in een pro testants-christelijke entourage. De laatste keer (die voor hem tevens de eerste in 't openbaar was) gebeurde in Den Helder met het plaatselijke interkerkelijk jeugdkoor en ditmaal in de gereformeerde kerk van Beet- sterzwaag. Op 20 oktober is daar een bijeenkomst, waarvan de opbrengst naar de zending gaat. Hetzelfde koor uit Den Helder luistert het geheel op en ook de heer Zwolsman schaart zich dan vocaal onder de leiding van dirigent J. Zeegers. Hoewel we ge voeglijk mogen aannemen, dat de so list deze bijdrage geheel pro deo le vert, zou dit soort werk, nu Kurhaus en Grand Hotel binnekort gesloten worden - op den duur toch een aardi ge bijverdienste kunnen opleveren. ambtenarij Over die slapeloosheid ('maar die had ik vroeger ook al, hoor. dat heeft niets met mijn leeftijd te maken') doet Bep Nooy allerminst tragisch; je zou denken dat ze dat ongerief veel eer als een voorrecht beschouwt. Nie mand zal Bep Nooy horen klagen; slechts in een bijzin, en dan nog uitdrukkelijker daarnaar gevraagd, rept ze van de armoe die ook zij vroeger 'in dit vak' heeft gekend. 'Ik ben altijd hard voor mezelf ge weest'. zegt ze. Vorig jaar brak ze in Gorcum, waar ze in 'De Jantjes' speel de, haar heup, toen ze, op weg naar het theater, over het speelgoed van een paar kinderen struikelde. In 'net ziekenhuis en daarna, in een revalida tiecentrum, waar zc opnieuw mrest leren lopen, weigerde ze van een stok gebruik te maken. Ze had maar één doel voor ogen. ze wilde zo snel mogelijk weer dat to neel op. en dan moet je niet aan een stok -ennen. In verbazend korte tijd kon /e ook weer lopen, en van dat ongeluk, dat je op zo'n leeftijd maar beter niet kunt krijgen, is nu niets meer te merken, 'Ik ben blij dat ik zo hard ben gewoest. Ik denk dat ik net was, omdat ik nou eenmaal be/eten ben van toneel'. Die bezetenheid maakte haar onver moeibaar. Acteurs klagen er nogal eens over dat ze urenlang in een bus moeten zitten, als ze in de provincie optreden. Bep Nouy lacht erom. 'Ach. je moet niet zeggen, ik vind dat erg en ik vind dit erg. Ik was altijd weer blij als ik op tournee kon gaan. En in de bus. als de anderen zaten te sla pen. zat ik voorin met de ehauffeur te praten; ik hield de chauffeur wakker' Mijmerend over het verleden en o*'er het moderne toneel van nu ('dat 'P maar seks en seks. niet dat ik stijf bon. maar soms kunnen ze dmgen zeggen, dat is gewoon gênant'), vindt Bep Nooy plotseling haar waakzame dochter naast zich. De door Beppie Nooy toegemeten tijd is ruimschoots overschreden. Het loopt tegen half acht; over ruim een halt' uur zal het doek opgaan. 3cp Nooy wil nog wel doorpraten, maar Beppie is onvermurwbaar: Kniertje moet nog even op de stret cher. Straks, op het toneel zal haar nart het weer zwaar tc verduren krij gen. Bep Nooy: 'Als Kniertje moet ik op een gegeven moment z.pggeii: 'Ik krijg er een hartklopping van'. Maar ik weet niet eens wat dat is'. Sinds vier jaar is al is de vrouw van de Italiaan Moscardelli uit Aquila overleden. Niet voor hem. want ze zijn nog altijd gelukkig getrouwd, maar voor het plaatselijke belasting- bureau, dat in 1969 begonnen is met de jaarlijkse toezending van een aans lag voor de successiebelasting', in ver band met het overlijden'. Elk jaar weer is de gelukkige echtgenoot naar het bureau gestapt om te zeggen dat het niet waar is. Er volgde dan een welgemeende verontschuldiging, maar de aanslag kwam prompt opnieuw in de bus. 4 Vorig jaar pakte Moscardelli het an ders aan. Hij nam zijn vrouw mee als levend bewijs, maar ook dat heeft niet geholpen, want deze week. jawel. Herboren worden bestaat blijk baar niet vonr een ambtenaar. ^<0dilIt. Blazen In het Noordbrabantse Den Dungen vindt op 14. 15 en 21 oktober he' landelijk concours voor blaaskapellen plaats, waarop 39 kapel len uit het hele land blazen wat ze kunnen om de 'gouden edelweiss' te bemachtigen. kansen hebben en is het misschien wel onverantwoord om nu kinderen te krijgen' (1972) cn een jaar daarvoor: 'Je moet niet zoveel kijken naar het jaar 2000, je moet het nu doen. En alles wat we nu goed doen, is ook goed in het jaar 2000. Alles wat we nu verkeerd doen is ook verkeerd in het jaar 2000.' Over het voortbestaan van de monarchie zijn de heren Van Oranje het niet eens. Prins Bernhard is vrij van alle twijfels: 'Zeker nog een generatie. Daarna weet ik het niet meer' (1971), maar rij» schoon zoon zegt in 1970: 'Wij proberen onze kinderen, vooral onze oudste soon, zó op te voeden dat hij, als het moet, de functie op de troon kan overnemen. Maar hoe de maatschappij in Neder land zich zal ontwikkelen cn of er voor hem nog een plaats zal zijn, is natuurlijk vólkomen open.' Nog een paar van prins Bernhard uit respectievelijk 1956 en 1960: 'In het land regeert mijn vrouw, thuis ben ik de baas' en 'Ik heb weinig ervaring in zelfbestuur. Ik behoor lot de strengst geregeerde mensen ter we reld', waarop een citaat van voor zitter Mao aardig aansluit: 'Alle ware weten ontspringt uit directe ondervin ding.' Mao zegt ook ergens: 'Politiek werk is de vitale verbindingslijn voor alle economisch werk', en het is maar goed dat onze oudste prins niets met hem te maken heeft, want die vindt over binnenlandsepolitiek: 'Goddank interesseer ik me er niet voor. Als ik daaraan begon zou ik me vermoedelijk ergeren.' Prins Claus en Mao vertonen hier en daar een treffende gedachtenovereen- komst. De eerste zegt in 1970 over ruimtelijke ordening en bevolkingspo litiek: 'Het gaat om de manier waar op. De bevolking zou zó opgevoed dienen te worden dat iedereen beseft dat 'l zo langer niet kan Mao wil 'de massa oproepen methoden in praktijk te brengen om de problemen van de massa op te lossen en de mensen zelf hun bevrijding en geluk te laten bewerkstelligen. Moet je 'het prinselijk citatenboekje' nou interessant of onbenullig noe men? Moeilijk vast te stellen na zo'n Jehova's Getuigen-achtige knipperij als de uitgever toegepast heeft. Wie weel hoe aardig het verhaal in z'n geheel over dat dik worden door spaghetti-eten geweest is. onsje hond Het hondje Finandos Libclulle is zelf ook al een kleintje, maar haar eerste kind wordt beschouwd als het klein ste puppy dat ooit in Denemarken ter wereld gebracht is. Een paar dagen geleden wierp Finandos Libclulle een half onsje hond en zelfs nu het al een klein beetje gegroeid is. past het nrart-witte diertje nog met gemak in een huishoud-Iucifersdoos. nassau De (vroeg) wakkere radioluisteraar zal sinds het begin van het radio- en t.v.-whiterseizoen iets geheel nieuws vijf minuten voor het nieuws (van zeven uur in de ochtend) hebben opgemerkt: de melodie van 'Wilhel mus van Nassau'.., zonder de laatste lettergreep '..we' of ook wel '...en', want de pas geboren herkenningstune van de drie Hilversumse zenders om val niet meer dan de eerste acht toontjes. Op één wordt het deuntje door zachte, nog wat slaperige fluiten uitgevoerd, op twee door veel helder der hobo's en op drie gaat het elcctro- nisch. Aan die verschillende uitvoe ringen moet de zender herkend kun nen worden en dat zal na even wen nen ook wel lukken Een klein raad seltje op dz vroege ochtend blijft, waarom dan bovendien zo nodig een presentator respectievelijk omroepster elke vijftien seconden moet zeggen welke Hilversum nou precies aanstaat. Zeker voor de mensen die moeilijk echt wakker kunnen worden. Inhaalmanoeuvre.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7