et 18 jaar al dienstplichtig en ijwel geen studie-uitstel meer' ONDERWIJS 10 MILJARD Wet openbaarheid bestuur wordt niet ingediend nmissie van ministerie van defensie adviseert: jser De Ruyter wordt weg-bezuinigd Geen kleinere klassen 3* Geen tweede dag vorming Geen wet kleuter en basisonderwijs wSj* Plan voor eenmaking kleuter- en basisscholen Vierjarig lager beroepsonderwij s Minder schoolboeken W/KWARTET WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1972 BINNENLAND T15/K.17 ize Haagse redactie HAAG Het dienstplichtbeleid moet ingrijpend worden ge- 'bij ;d. Tot deze conclusie is de commissie dienstplichtbeleid van het v« terie van defensie gekomen. Zij doet daartoe de volgende voor- otv ,ên /erlaging van de dienstplichtige leeftijd van 20 tot 18 jaar; ït-b Afschaffing nagenoeg van uitstel wegens studie. Afschaffing van vrijstelling wegens broederdienst (jaarlijks 4.500 man) en wegens kostwinnerschap. ■aal De Koster, die dit bekend in zijn memorie van toelich- lari op de begroting voor 1973 dat deze vergaande voorstel- goede oplossing bieden voor ge moeilijkheden. Zelf zal hij beslissing over de voorstellen nemen. Wel geeft hij, door gpig van het rapport van de I y sie in zijn begrotsingstoelich- e tweede kamer de gelegenheid >ver deze wijziging van het lichtbeleid te beraden. teel komt slechts veertig pro- n alle dienstplichtigen in wer- dienst Rond dertig procent >nd( om medische redenen afge- em terwijl de rest uitstel wegens of vrijstelling krijgt. Als de 1 lingen van de commissie wor- u rolgd zal zestig procent van de andjbchtigen werkelijk in dienst Dit maakt een verkorting van male diensttijd van zestien tot mog maanden mogelijk, omdat bij Gedige diensttijd geen behoefte ml aan zoveel dienstplichtigen, dienstpliöhitige leeftijd aahttin tyrdt, zal alleen uitstel worden a voor een studie waarmee zeventienjarige leeftijd be- commissie is er bij dit voor de ,2>URSTEV4N alles in nfd. 's /EN ONDERWIJS en weions. stel van uitgegaan dat de leerplicht in de toekomst tot achttien jaar zal gel den. Tevens wordt erop gewezen dat mo menteel steeds meer dienstplichtigen uitstel krijgen om hun studie waar mee zij voor de dienst begonnen, af te maken. Daardoor komen zij ouder en met een veel hogere opleiding in dienst, wat, aldus de commissie, niet alleen voor de krijgsmacht maar ook voor henzelf grote nadelen en proble men met zich meebrengt. De afschaffing van vrijstelling wegens kostwinnerschap beperkt zich tot een kleine groep die om uitsluitend finan ciële redenen in de burgermaatschappij niet kan worden gemist. De mogelijk heden voor vrijstelling wegens per soonlijke omstandigheden of in ver band met sociale omstandigheden blij ven onverkort gehandhaafd. De voorstellen van de commissie dienstplichtbeleid kunnen, aldus de begrotingstoelichting, niet los worden gezien van het plan van de commissie- Van Rijckevorssel voor een systeem van dienstplicht paar keuze. De dienstplichtige kan hierin zelf zijn functie kiezen waarvoor verschillende diensttijden en daaraan aangepaste be loningen gelden. De hoge kosten en het huidige te lage vrijwilligersaanbod ziet minister De Koster als bezwaren voor dit systeem. Hij meent wel dat het samen met de voorstellen van de oommissie dienst plichtbeleid serieus moet worden be keken op zijn mogelijkheden. tijdelijk gat omdat de vegers van De Ruyter, een geleide wapenfregat en een bevoorradingsschip, nog niet klaar zijn. Verdere bezuinigingen bij de marine zijn het niet meer opknappen van een aantal mijnenvegers en het terugtrek ken van helicopters van de Antillen naar Nederland. Belangrijke investe ringen dn 1973 zijn het al genoemde bevoorradingsschip (85 miljoen) en de aanbesteding van de eerste serie van vier zogenaamde standaard fregat ten. Ook bij de landmacht wordt gestreefd naar een bezuiniging van één procent op de exploitatiekosten. Deze wordt onder meer gevonden door minder vrijwillig dienend personeel aan te trekken en door enige reorganisaties, grote uitgaven worden gedaan voor anti-tankgeschut en luchtafweerge schut. De luchtmacht reserveert 30 miljoen voor de eerste betaling van de. overi gens nog niet gekozen opvolger van de Starfighter. Het personeelsbestand voor dit krijgs- machtonderdeel wordt verminderd met 500 man. Personeel Wat het totale personeelsbestand be treft meent minister De Koster dat dit in de komende 4, 5 jaar kan worden ingekrompen van 90.000 tot 81.000 man. Het gaat hier om organie ke functies, wat betekent dat er in 1977 wel meer dan 81.000 man in dienst kunnen zijn, waarvan een deel dan boven de sterkte staat. Minister De Koster wijst een gedwongen af vloeiing van dit personeel van de hand. Premier Biesheuvel Half miljard méér Defensie krijgt het komende jaar een half miljard gulden meer. Het budget Materiaal stijgt van 4.6 miljard in 1972 tot 5.1 miljard voor 1973. Het verschil van ruim 500 miljoen gaat voor de helft op aan de gestegen salariskosten, de rest 274 miljoen komt extra beschik baar. Tegen de verwachting in is minister De Koster erin geslaagd zijn budget nog op een iets hoger percentage van het nationaal inkomen te brengen dan het vorig jaar. Minister De Koster Dat percentage ligt voor 1973 op 3.71 terwijl het, omgerekend, voor 1972, 3.67 bedroeg. Zoals bekend adviseerde de minderheid van de Commissie-Van Rijckevorssel handhaving van het per centage van dit jaar, terwijl de meer derheid een duidelijke stijging van 0.3 procent wilde. De stijging be draagt nu 0.04 procent. Minister de Koster wil in 1973 op de exploitatielasten van landmacht, luchtmacht en marine ruim veertig miljoen bezuinigen. Dit stelt hem in staat meer materiaal aan te schaffen. Aan de steeds slechter wordende ver houding tussen exploitatielasten en investeringen komt hierdoor een eind. In totaal komt er rond 250 miljoen meer vrij voor investeringen, die daardoor een totaal bedrag vormen van 1137 miljoen, terwijl de exploita tielasten vier miljard bedragen. Minister de Koster meent desondanks dat de financiële ruimte niet voldoen de is om de materiële achterstanden weg te werken. 'Ik ben hier alleen mee akkoord gegaan omdat het een tussenbegroting is. Zonder uitbreiding van de financiële middelen in de toe- koirurt is handhaving van onze navo- ve/plichtingen onmogelijk', aldus de jfl'inisfcer. Hij heeft voor deze begroting, met de NAVO overeenstemming bereikt over een tijdelijk inbreuk op die verplich tingen ten aanzien van de marine. Om één procent bezuiniging op de exploi tatielasten te bereiken zal de kruiser De Ruyger vervroegd uit de vaart worden genomen. Hierdoor valt een DEN HAAG Minister-president Biesheuvel zal niet meer bij de Tweede Kamer het wetsontwerp voor de openbaarheid van bestuur indienen. Dit ontwerp is geënt op het rapport, dat door een staats commissie onder leiding van het toenmalige Tweede Kamerlid Bies heuvel is uitgebracht. t^«ovS*PEFENSIE Ondanks dit uitgebreide rapport, blij ken er toch nog tal van moeilijkheden te bestaan om een regeling tot stand te brengen, die zowel de burger als het bestuur ten aanzien van hun rech ten de nodige zekerheid zal kunnen verschaffen. Premier Biesheuvel schrijft in de begroting van Algemene Zaken, dat hij er de voorkeur aan geeft, dat een volgend kabinet een eigen ontwerp indient Wel is inmiddels op basis van een organisatie-onderzoek begonnen aan de herstructurering van de Rijksvoor lichtingsdienst. De reorganisatie wordt volgend jaar voltooid. Door het samenvoegen van bestaande en nieu we taken zijn enkele nieuwe functies ontstaan. De minister-president meldt dat ter ontlasting van de ministerraad het aantal zogenaamde 'onderraden' is uit gebreid met een raad voor het wel zijnsbeleid en een raad voor het we tenschapsbeleid. Het kabinet heeft- bovendien ingevoerd de figuur van de 'coördinerend bewindsman'. De minis ter-president. die voorzitter is van alle onderraden, wordt voor elke on derraad bijgestaan door zo'n coördi nerende minister. Deze minister is verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid, die door de onder raad wordt bestreken. totaP eken om g i he Een gem ibine r de gel erie lelijk aai zorg n om krijg milji arvoo oen n on 17 Ook ig Bg< n tel mpisc Nelijf ,90. inj J ier. door blz Ken f zanne aide f Iskop rieslai toor J 6 pag prijs ratteni de rneriki emdeü itieb lier. et feil >aar raties staak om, A 7,50. n uit| exicon H. A e tastit 7,50. Kleuter en basisschool Het voorontwerp van een nieuwe wet op het kleuter- en basison derwijs is van de baan. Daarvoor in de plaats wil de regering nog dit jaar een ontwerp- ontwikke lingsplan maken voor de eenwor ding van de ongeveer 15.000 kleu ter- en basisscholen. Er komt nu een 'voorwaarden-wet' waar al leen in zal staan onder welke voorwaarden een of meer kleuter en basisscholen kunnen samen gaan. De wet op het lager onder wijs van 1920 zal intussen zoveel mogelijk worden aangepast aan de behoeften. Staatssecretaris Schelfhout heeft een jaar lang op een nieuwe wet gestudeerd, maar uiteindelijk heeft hij besloten af te zien van een zo ambitieus stuk wetgeving. Mr. Schelfhout heeft in zijn kor te ambtsperiode tot nu toe meer dan dertig scholen bezocht en die werkbezoeken hebben hem tot de conclusie geleid dat veel scholen rijp zijn voor vernieuwingen. Maar hij wil de fout die bij de mammoetwet is gemaakt niet herhalen. Inhoudelijke vernieu wing van het onderwijs kan al leen laings de weg van geleide lijkheid. Goed voorbereiden, klein beginnen, de eerste start goed begeleiden, grondige beoor deling van de eerste experimen ten en tenslotte een geleidelijke uitbreiding van de vernieuwing tot alle 15.000 scholen. Die geleidelijkheid stelt staatsse cretaris Schelfhout zich zo voor: eerst bijvoorbeeld 200 scholen, een volgend jaar vijfhonderd, dan duizend en vervolgens met steeds grotere sprongen naar de 15.000. Alleen zo is deze giganti sche operatie (een vernieuwing op deze schaal is nog niet eerder vertoond) uitvoerbaar en betaal baar. Mr. Schelfhout wijst er overigens wel op dat men niet moet den ken dat nieuwe dingen alleen kunnen met extra geld. We moe ten in het onderwijs leren nieu we dingen te doen met oud geld. Anders gebeurt er nooit iets. Eventueel extra geld wil de rege ring vooral in de pedagogische begeleiding steken. Voorlopig zullen er geen kleinere klassen komen. De voornaamste reden om de 'beloften op dit punt uit te stellen is; geldgebrek. Daarnaast is er in het basisonder wijs tot 1974 ook nog een tekort aan genoeg onderwijzers. In het kleuteronderwijs zullen in 1973 veertig extra kleuterleidsters worden aangesteld op scholen met veel kinderen uit sociaal- zwakke gezinnen. De toelatingsleeftijd voor het kleuteronderwijs wordt verlaagd, tot drie jaar en negen maanden. Ook 'vroege' leerlingen kunnen dan twee jaar naar de kleuter school. Beleidsplan voor komende jaren De aantallen leerlingen blijven groeien, vooral in de hogere en duurdere vormen van onderwijs. In het jaar 1973 zullen 341.000 jongens en meisjes een gymnasi um, atheneum of havo bezoeken, dat zijn er 44.000 meer dan dit jaar. Doordat steeds meer leerlin gen een steeds hoger onderwijs niveau bereiken stijgen de kosten per leerling snel, aldus minister Van Veen. Het gisteren ingediende beleids plan besteedt uitvoerig aandacht aan deze kosten-verhogende facto ren. Nog altijd groeit de post onderwijs sneller dan de totale rijksbegroting. Dit jaar is voor het eerst de mijlpaal van 10 mil jard bereikt. Om die pot goed te beheren krijgt de overheid in het onderwijs meer dan vroeger een 'beleidstaak.' Vooral de noodzaak van vernieuwing (experimenten, ontwikkeling leerplannen, enz) en de eis van doelmatig beheer nopen de overheid tot een actie vere politiek. In dat beleid is overigens alle ruimte voor 'parti cipatie' van het onderwijs zelf. De term middenschool wordt ver vangen door de term 'integratie onderwijs twaalf tot vijftien jaar.' De regering wil streven naar enkele structuurdoorbreken- de experimenten. Daarbij zal bin nen één school een leerstof-varia tie bestaan van l.t.s. tot gymnasi um. De examendruk moet ver dwijnen. Over de chaos op de schoolboe- kenmarkt zegt de beleidsnota: 'Verscheidenheid heeft alleen zin, als de mogelijkheid bestaat van een bewuste en verantwoorde keuze. Een beperking van het aantal titels dat verschijnt kan worden bereikt door 1. zelfbeper king bij de uitgevers. 2. afspra ken van de consumenten over de boeken die zij willen, 3. opstel ling van een lijst van goedge keurde en toegelaten boeken door de overheid en 4. oprichting van een onafhankelijk instituut voor het keuren van schoolboe ken. Over deze mogelijkheden wil de regering met uitgevers en on derwijsmensen overleg plegen. Daarbij staat voorop dat de over heid de vrijheid van onderwijs op dit punt onaangetast wil la ten. In niet geheel duidelijke bewoor dingen maakt de beleidsnota toe spelingen op een soort raddo-tele- visie-school. Vooral het avondon derwijs en de her en bijscholing zouden meer gebruik moeten ma ken van verschillende media; schriftelijke lessen, radio, televi sie, en indien mogelijk mondelin ge begeleiding. Vooral de oplei ding van het havo en de m.e.a.o. zouden hie-voor in aanmerking komen. Lager beroeps onderwijs en Werkende Jeugd Op de begroting 1973 komt de tweede dag vorming voor vijf tienjarige werkende jongeren niet voor. De invoering daarvan wil deze regering verschuiven naar 1974. Volgens minister Van Veen komt dat uitstel goed van pas want een verantwoorde opzet van twee-dagen-programma's vergt veel tijd. Voor het ontwik kelen van drie programma's wordt drie miljoen gereserveerd. Tien miljoen staat op de begro ting voor de vijf experimenten met streekcentra. Deze zijn deze maand gestart in Emmen, Drach ten, Nijmegen, Den Haag en Roermond. In die centra worden het leerlingenwezen en het vor mingswerk geïntegreerd. Men spreekt van 'participatie-onder wijs', omdat onderwijselementen gecombineerd worden met stages in de bedrijven. In de loop van het volgend jaar zal het aantal streekcentra verder worden uitge breid. Er komt een commissie die zich moet verdiepen in de problema tiek van part-time werkende jon geren. Wanneer vijftien- tot acht tienjarigen op den duur een k drie dagen per week onderwijs krijgen zal hun werk in de be drijven een ander karakter krij gen. De commissie moet uitzoe ken hoe dat kan. De verplichte dag vorming voor vijftien- en zestienjarigen zal fi nancieel gecompenseerd worden in de sfeer van de kinderbijslag. Op dit punt volgt de regering het meerderheidsadvies van de desbe treffende SER-commissie. Leerlingen die deze cursus be gonnen zijn aan een l.ts. een nijverheidsschool, of een andere vorm van lager beroepsonderwijs krijgen een vierjarige opleiding. Volgend jaar begint voor hen een tweede 'algemeen' jaar. Dat bete kent dat de eigenlijke beroeps opleiding opschuift naar het der de en vierde jaar. In de eerste twee jaar komen er waarschijn lijk nieuwe vakken, zoals 'alge mene technieken'. Dat vak bereidt voor op praktische situaties in de 'doe-het-zelf-sfeer'. Universitair en hoger beroepsonderwijs Op de vorige begroting is het hoger beroepsonderwijs uitgezon derd bij de bezuinigingen. De klap komt nu in de vorm van vergroting van de groepsgrootte. Waar dat kan zullen de groepen studenten één groter worden. In die gevallen waar meer dan der tig wekelijkse lessen gegeven worden, wordt het aantal lessen met twee verminderd. Het voor delig saldo van deze 'ombuiging' is 13.6 miljoen gulden. Dat be drag wordt gebruikt voor 'belang rijker geachte activiteiten'. Als voorbeeld daarvan noemt minis ter Van Veen de nieuwe streek centra voor werkende jongeren. Volgend jaar mag een zevende instituut voor de opleiding van leraren starten. Het nieuwe insti tuut is bedoeld voor heel zuid west Nederland en wordt geves tigd in Den Haag. Op korte termijn wordt het wets ontwerp imigediend tot stichting van de Erasmus-universiteit in Rotterdam, die zal ontstaan uit een fusie van N.E.H. en Medische faculteit. De start van de medi sche faculteit in Maastricht vindt uiterlijk in 1976 plaats. Er komt spoedig een wetsontwerp betref fende de op stapel staande uni versiteit van Limburg. De huidige regering handhaaft (uiteraard) de duizend gulden collegegeld, maar wil volgend jaar nog niet beginnen met een totale herziening van het systeem van rijksstudietoelagen zoals ex- minister De Brauw beloofd had. Om de gevolgen van de 1000 gul den op te vangen wordt de post rijksstudietoelagen flink ver hoogd, namelijk van 324 naar 412 miljoen (meer dan 25 procent). De regering wil in 1973 een klein proefje nemen met een nieuw studietoe 1 agensy st e e m rentedra gende leningen). Misschien dat een beperkte groep studenten zo'n lening kan krijgen, maar 'het is nog niet zeker of de middelen daarvoor te vinden zijn'. De studiehervorming volgens het wetsontwerp van de vorige week overleden regeringscommissaris Posthumus wordt doorgezet. Vooruitlopend op de invoering van de wet wil minister Van Veen de studieprogramma's laten hervormen. Het personeelsbeleid van univer siteiten moet worden herzien. 'Het personeel mag niet overma tig zwaar worden belast, maar arbeidsintensieve programma's waarvan het nut niet is bewezen moeten beperkt worden.' En 'oud hout in de traditionele taakstel ling moet worden gekapt om nieuwe loten een kans te geven.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 17