Wereldraad
bezig met
grondvraag
c
J
Wat bedoelen ze in Veenendaal?
Nog eens: kerken
en milieuchaos
Alfrink
vindt
Gij sen
'erger'
vandaag
Beroepiiigs-
werfc
Wereldraad bezij
met Vietnam
Boekenetalaf
TROUW/KWARTET DINSDAG 15 AUGUSTUS 1972
KERK/BINNENLAND
T2
Van een onzer verslaggevers
UTRECHT Het dilemma, waarin de oecumenische beweging thans
verkeert, kon niet duidelijker tot uiting komen, dan door de twee
fundamentele referaten, die gistermorgen voor het centraal comité
van de wereldraad van kerken werden gehouden door de Armeens-
orthodoxe bisschop Karekin Sarkissian uit Libanon en de Duitse theo
loog Jürgen Moltmann. Beiden spraken over het congresthema: 'Tot
gemeenschap verplicht'.
Sarkissian gaf vanuit zijn orthodoxe
theologie een knappe analyse van de
huidige situatie in de oecumenische
beweging. Zijn conclusie was: wij be
leven in de wereldraad een gemeen
schap. Wij mogen die aanvaarden als
geschenk van God, maar laten we ons
niet wijsmaken, dat we al aan eenheid
toe zijn. Hij noemde het 'hoogst ge
vaarlijk' te denken, dat de gemeen
schap. die in en door de oecumeni
sche beweging bereikt is, beantwoordt
aan het eenheidsideaal.
Daarom noemde hij het prematuur, te
denken over de wereldraad als een
concilie. Want een 'concilie' in de
klassieke betekenis van het woord, is
de manifestatie van de éne kerk. 'Wij
zijn geen concilie, zelfs geen embryo
van een concilie. Wij zijn nog steeds
een verband van kerken, waarvan de
onderlinge gemeenschap groeit, door
dat wij steeds meer van elkaar leren.'
Vernieuwing
Vernieuwing van de kerken vond de
Armeense bisschop ook belangrijker
dan eenheid. Deze vernieuwing moet
zich voltrekken binnen de bestaande
kerken. Nadrukkelijk, waarschuwde
hij ervoor, dat de nieuwe gemeen
schap niet mag resulteren in een
nieuwe kerk, met een nieuwe confes
sionele achtergrond, die de bestaande
kerken vervangt. De gemeenschap
moet een instrument zijn voor de
bestaande kerken, om hun eenheid te
herstellen.
De conclusie van Sarkissian was: 'Van
ongeduld tot ootmoed'. Hij zei: 'De
oecumenische beweginj is niet het
werk van mensen, maar een nieuwe
gave van de Heilige Geest. Wij heb
ben nog steeds nodig, te' luisteren
naar het geluid van de wind, die
waait waarheen hij wil en in alle
ootmoed te antwoorden Joor groeien
de gemeenschap met het vaste geloof,
dat hij ons zal leiden, waarheen hij
wil.'
haar grenzen, was volgens prof. Berk
hof geen wezenlijk alternatief. Het
behoort tot het wezen van de kerk,
dat zij over haar eigen grenzen heen Leden van het centraal comité van de wereldraad van kerken en de Utrechtse actiegroep van theologische
Wil groeien. studenten 'Solzjenitsyn' hebben een gesprek gehad over het ontbreken van godsdienstvrijheid en mensen-
in*ziun* an.^°°rd stelde Sarkissian, rechten in de Sowjet-Unie. Op de foto: demonstratie van de actiegroep,
dat het niet gaat om ootmoed of r t> r
gehoorzaamheid, maar over de éfird
van de gehoorzaamheid. Gods roe
ping komt nu eenmaal via de kerk, en
daarom houdt gehoorzaamheid in, dat
de oecumenische beweging steeds
geintegreerd dient te blijven in het
leven van de kerk als geheel. 'De
paarden die de wagen trekken, mogen
de wagen niet in de steek laten'.
Politiek
Jürgen Moltmann benaderde het on
derwerp van een totaal andere kant.
Hij begon met te zeggen: 'Bisschop
Sarkissian sprak als een bisschop. Ik
zal spreken als een politiek theoloog.
Ik begin bij de noodsituatie van de
wereld, waarvoor gemeenschap en vre
de gebiedende eis is, om aan vernieti
ging te ontkomen'. Hij wilde niet
zozeer spreken over wat de kerk moet
zijn, maar wéér ze moet zijn, namelijk
waar Christus is: bij de stervenden,
de gevangenen, de vernederden.
Moltmann noemde een wereldregering
een absolute noodzaak voor wereldvre
de. Zolang er nog geen is. moeten we
stepping-stones zoeken, die ons er
kunnen brengen. Daarom vond Molt
mann het ideaal van de wereldraad.
'een werkelijk algemeen concilie, dat
namens alle christenen zal kunnen
spreken', niet alleen voor de kerk,
maar voor de hele mensheid van gro
te betekenis.
kan presenteren in de vorm van ge
scheiden kerken. Alleen oecumenische
vrede kan aan de wereld getuigen van
het evangelie van vrede. De kerken
zijn van wederzijdse verkettering tot
dialoog en van dialoog tot samenwer
king gekomen. Nu is het nodig de
volgende stap te zetten: van samen
werking naar de éne kerk; anders
gezegd: van gemeenschap in verschei
denheid naar verscheidenheid in ge
meenschap.
Tenslotte dienen de kerken zich te
bevrijden van de bindingen aan een
bepaald volk, ras of klasse. De 'grote
kerken' riep hij op, minder te letten
op de opvattingen van de meerder
heid van hun leden en meer op die
van actiegroepen op het grondvlak
(sjaloomgroepen, studenten), die als
de werkelijke vredesstichters erkend
zouden moeten worden.
Vier gebieden
Drie dingen
Discussie
In de volgende korte discussie zei het
Nederlandse lid in het centraal comi
té, prof. dr. H. Berkhof, dat er twee
zielen huisden in Sarkissians borst:
een oosters-orthodoxe en een oecume
nische. maar dat de eerste het gewon
nen had. Wat Sarkissian ootmoed
noemt, is voor mij ongehoorzaamheid,
aldus prof. Berkhof. De tegenstelling,
die Sarkissian gemaakt had: eenheid
beleven in de kerk en niet buiten
Moltmann noemde drie dingen, die de
kerken nu al voor de vrede kunnen
doen. Vooreerst zullen zij, overeen
komstig het geloof, dat Gods liefde
zich uitstrekt tot alle mensen en
Christus voor allen gestorven is, hun
absolute pretenties moeten laten va
ren. Zij zullen bereid moeten zijn, in
een open dialoog te treden en onvoor
waardelijk samen te werken met groe
pen van ander geloof of levensbe
schouwing. De kerk kan alleen zo
Gods liefde en waarheid laten zien.
door haar streven naar openheid voor
alle mensen.
In de tweede plaats zei Moltmann, dat
het christendom zich aan deze ver
deelde, bedreigde wereld niet langer
Angola
De redactie behoudt zich het recht voor om
ter opname ln deze rubriek ontvangen me
ningsuitingen verkort weer te geven. BIJ
publtkatie wordt met dc naam van de
Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor
den gezonden aan de lieer Joh. C. Francken.
■ecretarls van dc hoofdredactie vaa Trouw-
Kwartet, Postbus 859. Amsterdam.
Nederland-lsraël (slot)
In de Israëldiscussie in uw blad mis ik
steeds weer Schriftbewijs. Vooral bij
hen die niet geloven dat God met
Israël nog een bijzonder plan heeft is
dit zeer in het bijzonder het geval.
Hoewel ik niet geloof dat elkander
bijbelteksten naar het hoofd gooien
veel zin heeft, kan het toch in dit
geval wel eens nuttig zijn. al was het
alleen maar om de gedachten te bepa
len.
1. Jezus Christus is in de eerste plaats
voor Israël gekomen (om Israël op z'n
plaats te brengen, beloften te bevesti
gen) Rom. 15:8 en 9.
2. In het zaad van Abraham (Israël)
zouden en zullen alle stammen der
aarde gezegend worden. Hand. 3:25 en
26. en Joh. 4:22. 3. Paulus die zichzelf
de heidenapostel wist (openbaring en
roeping). Gal. 2:2 t.em. 9. leerde zeer
nadrukkelijk de verharding var< Israël
en de wederaanneming. Rom. 11:11
tem. 36.
Paulus zei dat 'Wij niet hoogmoedig
en eigenwijs moeten zijn en dat de
verharding gedeeltelijk was.' Zijn ei
gen plotselinge bekering en roeping
zijn type voor gans Israël (ontijdige
geboorte noemt hij het). Rom. 11: 1
te.m. 10. Hij leerde dat de verharde
Joden naar het evangelie vijanden
zijn, maar naar de verkiezing gelief
den Gods om der vaderen wil. En de
genadegaven en de roeping Gods zijn
onberouwelijk. Rom. 11: 28, 29 en 30.
Ik hoop dat dit genoeg is. Nog één
ding, als het van werken zou afhan
gen, dan is het jodendom m.i. ge
rechtvaardigd, tegenover de hemelter
gende zonden (oorlogen, moordpartij
en, inkwisities'en rassenwaan) van 'n
2000-jarig christendom. Maar in wer
kelijkheid geldt voor beiden Rom.
3:23 en 24.
Emmen J. Aasman
In de krant van 9 augustus schreef de
heer Daniël Chipenda, woordvoerder
van de terroristische organisatie
MPLA, over een dreigende hongers
nood in Angola. Daar ik mij reeds
geruime tijd voor Angola interesseer
de. hebben een vriend en ikzelf dit
land de afgelopen drie weken bezocht
gedeeltelijk per auto, gedeeltelijk per
vliegtuig. Een ieder die enigszins op
de hoogte is met Angola weet dat
elke Angolees, dus zowel blank als
zwart moeiteloos in het bezit kan
komen van land ter bebouwing, er
hoeven slechts enige formaliteiten
vervuld te worden en men is bezitter
van land. Dus de bewering,, dat de
arbeiders van de koffieplantages de
voorkeur zouden geven aan een eigen
stukje grond, stoelt niet op waarheid.
Rondom elk Angolees dorp dat door
zwarte bewoners bewoond wordt heb
ben wij uitgestrekte akkers gezien,
die dan onk werden bebouwd door
deze mensen zelf. Men heeft hier te
lande een vertekend beeld van Ango
la. Natuurlijk is de huidige boycot
van koffie in het nadeel van de
zwarte bevolking, omdat van de ca. 20
koffieplantages, welke wij hebben be
zocht er maar liefst 8 ir. zwarte
handen waren, dus zwarte eigenaars
en idem arbeiders. Alleen al rondom
Negage, in het koffiedistrict, beloopt
het aantal zwarte koffieplanters van
groot tot zeer kleine vele honderden.
Een overvloed van door ons gemaakte
foto's kan dit bewijzen.
Verder daag ik de heer Chipenda uit
mij de plaatsen te noemen waar door
de Portugese luchtmacht ontblade
ringsmiddelen werden gebruikt. Daar
deze 'grote gebieden' toch vanuit de
lucht gemakkelijk te zien zouden zijn
geweest. Ter geruststelling kan ik me
dedelen dat het landschap van Rhode-
sië en Mozambique in het geheel niet
verschilt van dat van Angola. Ook
gedurende onze tochten per auto, o.a.
van Luanda naar Nova Lisboa, Luso,
Carmona is ons niets opgevallen.
Wij zagen geen zwart volk in opstand
tegen blanke onderdrukking, maar
een samenleving waar blank en zwart
harmonieus samenleeft en samen
werkt Wat anders te zeggen van de
vele zwarte politieagenten in Luanda,
Luso en Carmona en van het feit dat
op de laatste dag van ons bezoek aan
Lumbala wij de uitlevering meemaak
ten van door zwarte bewoners gevan
gengenomen 'terroristen' aan het Por
tugese leger? Laat de heer Chipenda
antwoord geven op mijn vragen. De
waarheid is hiermee gediend.
Capelle a.d. IJssel
E. H. van Vliet
Aan het eind van zijn referaat gaf
Moltmann vier gebieden aan, waarop
gemeenschap van de kerk met de
mensheid bevrijding kan brengen uit
de vicieuze cirkels, waar de dreiging
van algemene vernietiging het grootst
is:
A. De vicieuze cirkel van de armoede
(de kloof tussen de geïndustrialiseer
de landen en de landbouwlanden
wordt steeds groter) zou de wereld
raad moeten tegengaan door een an
ti-exploitatieprogramma'.
B. De vicieuze cirkel van geweld en
onderdrukking vereist praktische actie
voor de erkenning van de rechten van
de mens, onder meer het recht om
tegen een dictatuur in verzet te ko
men en het recht van asiel.
C. Het anti-racisme-program is een te
ken van gemeenschap, dat de vicieuze
cirkel van vervreemding van ras en
cultuur doorbreekt.
D. In de vicieuze cirkel van de vér
storing van het milieu betekent ge
meenschap een nieuwe verhouding tot
de natuur, waarover de mens zich ten
onrechte de volstrekte meester en be
zitter acht.
'Zoals konijnen verlamd worden door
de blik van de slang, zo is de mens
thans verlamd door de schok van de
ontdekking van zijn toekomst. Sommi-
geh vluchten in het plezier van het
ogenblik, anderen in droomwerelden,
weer anderen in protestbewegingen.
In deze situatie betekent christelijke
gemeenschap getuigen van de mense
lijke God, die in de plaats van de
mens deze hel van verlatenheid door
leden heeft in zijn offer aan het
kruis, en zo een toekomst heeft ont
sloten met een belofte van leven. Alle
campagnes voor bevrijding missen
hun doel en worden louter pragma
tisch als zij niet tevens getuigen van
de hoop, die van het geloof niet te
scheiden is', aldus Moltmann.
door ds. Hans Bouma
Graag maak ik van de gelegenheid
gebruik om in de hier en daar ontsta
ne zinnenchaos van mijn artikel 'Ker
ken antwoorden op de uitdaging van
de milieuchaos' (naar aanleiding van
het zojuist verschenen Kosmos -I- Oe
cumene nummer 'In de greep van het
milieu'; in dit blad van j.l. vrijdag)
orde op zaken te stellen.
Het eerste, theologisch-sociaal-ethische
deel van deze publikatie begint met
een samenvatting en bewerking van
het rapport van 'Atomium'. een groep
jonge maatschappelijk-geëngageerde
christenen uit de natuurwetenschap
pelijke en theologische discipline, die
zich bezint op de relatie tussen chris
telijk geloof en de ontwikkeling van
de natuurwetenschappen. In deze bij
zonder waardevolle bijdrage komt de
mens voor de dag als rentmeester
over het geschapene. Zijn 'heerschap
pij' is een kwestie van mandaat. Hij
heeft, omdat zijn opdrachtgever, de
Schepper, hem dóét heersen (Psalm
8:7). Vervolgens wordt terecht ge
steld, dat er in Israël méér aan de
hand is dan louter ontgoddelijking
van de natuur. Israël is geroepen om
de natuur te heiligen, niet omdat zij
heilig zou zijn, maar omdat God haar
bestemd heeft tot 'sjaloom'. De aarde
wordt geen neutraal gebied, waar de
mens kan doen en laten wat hij wil,
maar een plaats waar gerechtigheid
moet wonen. Bij stukjes en beetjes
dient zij geheiligd, d.w.z. afgezonderd,
bevrijd, klaargemaakt te worden voor
de grote toekomst van de nieuwe
schepping.
Het rapport van 'Atomium. (dat als
titel kreeg: 'Anders over de schepping
denken') besluit met een aantal
zwaarwegende ethische vragen. Ik
geef er enkele door: 'Is het wel juist
zonder meer de mens een voorrangs
positie te geven binnen al het ge
schapene? Is er wel een beheer van al
het geschapene dat mededeelzaam is
ten aanzien niet alleen van medemen
sen, maar ook van medeschepselen?
Is het niet geloofsplicht uit het
gezichtspunt van de levensheiliging
de kerk te vragen, te pleiten voor
milieubeheer?'
Het eerste deel van 'In de greep van
het milieu' bevat voorts twee bijdra
gen uit de wereldkerk: de complete
tekst van de nota van de Wereldraad
van Kerken ('Het wereldmilieu, ver
antwoorde keuze en sociale rechtvaar
digheid') en een vertaalde passage uit
het stuk 'De rechtvaardigheid in de
wereld' van de bisschoppensynode, die
in het najaar van 1971 te Rome werd
gehouden.
De nota van de Wereldraad wijdt
opvallend veel aandacht aan de diep
ingrijpende samenhang tussen het
milieuvraagstuk en de problematiek
van de derde wereld De door profes
sor Berkhof destijds in 'Voorlopig'
geuite vrees, dat een eventuele mi
lieubemoeienis der kerken wel eens
tpn koste zou kunnen gaan van de zo
noodzakelijke inzet voor ontwikke
lingssamenwerking vindt hier trou
wens in geen enkele bijdrage ook
maar de minste steun. Duidelijk
wordt aangetoond, dat een beter mi
lieubeheer de derde wereld alleen
maar ten goede kan komen.
Voor het slot van het eerste deel. het
artikel 'Tien wenken voor een dienst
over het allesomvattend diakonaat',
ben ik zelf verantwoordelijk. Deze
liturgische en praktische adviezen
voor een dienst, waarin de zaak van
het milieu op het niveau van verkondi
ging en liturgie in een biibels per-
spektief gezet wordt, gaan uit van Gods
nietsontziende liefde voor ólles wat
adem heeft, de allesomvattende reik
wijdte van het heil. het verbond van
God met de aérde (Genesis 9:14). De
mens is waarlijk mens, beeld en gelij
kenis van een God die vóór alles de
schéppende God is, wanneer hij zich
op schéppende wijze, bewerkend en
bewarend en niet plunderend en chao-
tiserend, inspant om ól de werken
van Gods handen tot hun recht te
laten komen.
In de liederen en belijdenissen, gebe
den en gedichten, die van mij ver
spreid in het nummer zijn opgeno
men, heb ik geprobeerd een passend
antwoord te geven op het bijbels
appel tot nederig en dienstvaardig
herderschap.
Tot zover mijn reconstructie van het
artikel over de publikatie 'In de
greep van het milieu' (nummer 5/6
van 'Kosmos Oekumene', te bestel
len ttj De Horst 1. Driebergen).
Van een onzer verslaggevers
HILVERSUM. Kardinaal Alfrink heeft
gisteravond voor de KRO-tv gezegd,
persoonlijk op dit moment te vinden
dat de benoeming van dr. Gijsen
zwaarder weegt en meer consequen
ties heeft dan de brief uit Rome,
waarin bezwaren werden gemaakt te
gen de opzet en structuur van de
landelijke pastorale raad (zoals be
richt, heeft het Nederlandse episcopaat
daarom deze raad opgeschort). Mgr.
Alfrink maakte deze opmerking in
antwoord op een vraag van Brand
punt-interviewer Ad Langebent.
Tevoren liet mgr. Alfrink er geen
twijfel over bestaan dat het gehèle
Nederlandse episcopaat ernaar blijft
streven dat de eigen verantwoordelijk
heid van ieder kerklid gestalte kriigt
in een of andere vorm van landelijk
overleg. Het bezwaar van Rome was
o.m. dat de statuten van de pastorale
raad de gezagspositie van de bisschop
pen niet voldoende veilig stelden I"
hun communiqué hebben de bisschop
pen met opzet de term 'opschorten'
gebruikt, aldus mgr. Alfrink, omdat
die term ook voorkomt in de brief
van de kardinalen. 'Er is niet ge
vraagd om het af te stellen, maar om
het op te schorten. Ik neem dus aan
dat er nog een bepaalde ontwikkeling
mogelijk zal zijn.' De kardinaal durf
de niet te zeggen of die ontwikkeling,
nl. naar een meer gedifferentieerde
gezagsuitoefening, naar 'samenspraak'
om tot een beslissing te komen, op
korte termijn komen zal. Het slot van
het gesprek met kardinaal Alfrink
was als volgt:
Ad Langebent: Er is nogal wat voor
gevallen in de verhouding met Rome.
Wat betekent dat voor u persoonlijk?
Kard. Alfrink: Het is een spijtige
zaak. wanneer men zijn be.st doet om
heel de geloofsgemeenschap bij elkaar
te houden en heel die geloofsgemeen
schap te binden aan de wereldkerk
Dan is natuurlijk toch spijtig dat men
telkens weer in situaties verzeild
raakt, waarin het sterk bemoeilijkt
wordt, waarin men het gevoel heeft,
dat men met een zeker wantrouwen
ook door een gedeelte van de eigen
geloofsgemeenschap wordt bejegend.
Dat is een situatie, die iemand pijn
kan doen. Zonder enige twijfel. Maar
ik meen al eens vaker gezegd te
hebben, dat het in de hele historie
niet zo belangrijk is wat mij persoon
lijk overkomt en hoe ik persoonlijk
hieronder lijd of niet lijd. Wat mij
het meest aan het hart gaat is die
polarisatie binnen de geloofsgemeen
schap, waar men aan beide kanten
mensen vindt, die zich gekwetst voe
len, diiie het gevoel hebben, dat het
allemaal verkeerd gaat binnen die
kerk
Ad Langebent: Waar haalt u het ge
duld vandaan om toch door te gaan?
Kard. Alfrink: Dat is een vraag, die
ik mij zelf ook vaak stel. En ik denk
dat ik ook al vaker gezegd heb, dat
men dit geduld alleen maar kan vin
den in een werkelijk geloof in het
evangelie en in een werkelijk geloof
ook in de kerk en in het vertrouwen,
dat dit alles ook weer overgangssitua
ties zijn, waar wij door heen moeten
en waar wij moeten proberen elkaar
toch vast te, houden en toch weer te
komen tot een tijd van meer eensge
zindheid. een tijd van meer vertrou
wen. een tijd van elkaar beter willen
verstaan. In feite elkaar beter ver
staan. zodat men wel niet als laten
we zeggen een massief blok in de
mensengemeenschap staat, maar toch
als een gemeenschap, waarin vertrou
wen leeft, waarin optimisme leeft op
grond van de belofte van het evange
lie'.
In Het Orgaan van de bond van Nederlandse
predikanten geeft de bondssecretaris ds. C. Blom-
aard zijn particuliere mening over het gebaar van
de Veenendaalse gereformeerde dominees om in
1973 af te zien van elke trendmatige verhoging
van hun traktement of pensioen. Ds. Blomaard:
'Wat bedoelen de gereformeerde collega's met:
afzien van elke trendmatige verhoging in 1973. Be
kend kan zijn dat in de trend, die de overheid
toepast een stuk aanpassing aan de kostenstijgin
gen zit naast een stuk(je) welvaartsverbetering.
Gaat het nu om dat tweede stuk(je) alleen of ook
om het afzien van een loonsverhoging, die de
gestegen kosten van levensonderhoud opvangt? Is
dit laatste het geval dan komt er een bevriezing
van de traktementen, die in feite een traktements
verlaging inhoudt. Immers, als alles laat ons
zeggen 6 pet. duurder wordt en je blijft in 1973
op het nominale bedrag van 1972 zitten, dan boer
je er op achteruit. Nu genieten gereformeerde
predikanten in gemeenten met meer dan 850
leden per predikant (en als wt Van Alphen
(kerkelijk handboek, red) goed lezen dan behoort
Veenendaal daartoe) een traktement, dat overeen
komt met het inkomen van een ambtenaar met de
rang van administrateur. Je zou ook kunnen
zeggen: een salaris als dat van leraar VWO. Dat
is, alle randversieringen meegerekend, een kleine
10.000,meer dan een hervormde predikant in
de hoogstbetaalde groep verdient, om over de
lager betalende groepen te zwijgen. De Veenen
daalse collega's stellen, dat ze niet bepaald in de
topinkomens zitten. Nee, er zullen tal van fa
brieksdirecteuren zijn, die niet graag van hun
inkomen zouden rondkomen. Maar zo weinig is
een leraarssalaris nu ook weer niet We hebben
op dit moment geen statistisch materiaal bij de
hand. maar het percentage van de werkende
bevolkiig, dat meer dan ƒ40.000 per jaar inkomen
heeft (als de gereformeerde predikanten in de
hoogste groep) is nu ook weer niet erg hoog.
Daarnaast verwachten wij van dit initiatief inder
daad geen groot effect. Matiging hangt in deze
boze wereld samen met sterke drang van de
economische situatie uit. En weliswaar zitten we
de laatste tijd wat in een dal, maar er zijn
tekenen, dat dc conjunctuur weer aantrekt.
Persoonlijk schrijvend zou ik willen stellen: de
bond kan. gelet op de vele leden, die nog lang
niet aan het traktement van de gereformeerde
Veenendaalse predikanten toe zijn, zich niet ach
ter dit initaitief scharen. Wanneer over de hele
linie de welvaartsverbetering in 1973 achterwege
gelaten worden, zullen wij daar con amore aan
meedoen. Maar een opvangen van de stijgende
prijzen zal o.i. ook in 1973 voor de predikanten
noodzakelijk blijven. Wie er anders over denkt
mag het zeggen.'
Praten over God met kinderen' is het onderwerp,
waarover de Amsterdamse gereformeerde studen
tenpredikant L. Ringnalda schrijft in het maand
blad Voorlopig. Hier is het eerste deel van zijn
verhaal:
'Als je een bos wilt planten moeten de kleine
boompjes één meter van elkaar af worden ge
poot, om elkaar overeind te houden. Na verloop
Vit de kerkbladen
van tijd moet de helft er weer uit, omdat de
bomen anders elkaar gaan verstikken.
De boswachter ligt van dit rooiwerk niet wakker:
wat hij eerst met veel zorg gepoot, natgehouden
en verzorgd heeft gooit hij later met het grootste
plezier weer weg. Overigens: niet in het wilde
weg! Hij kiest wel zorgvuldig zijn tijd.
Met dit agrarisch gegeven wou ik allen maar
zegen dat we niet zo gauw moeten omvallen bij
al die gruwelverhalen over de verwoestende gevol
gen van zondagsschoolgeloof, de wrange vruchten
van kinderbijbels, en eventueel onze eigen jeugd
herinneringen aan een corsetmatige godsdienstige
opvoeding, die er allemaal de schuld van zouden
zijn dat velen in allerlei gewrongen godsvoorstel
lingen zijn blijven steken om op die manier óf
een verstarde christendommelijkheid overeind te
houden of anders met een grote schop heel het
christelijk geloof de deur uit te doen.
Kinderen moeten een heleboel dingen over God
leren, jawel, waarvan ze later zuilen zeggen (als
het allemaal overeind zou blijven): overbodige
ballast! Je stikt er zelfs in als je het niet
weggooit.
We zouden willen opmerken: nou, èn?? Gooi het
dan v-eg. Waar wacht je op? Had je al veel eerder
mo- ten doen. 'Toen ik een kind was dacht ik en
overlegde ik als een kind, nu ik een man
geworden ben heb ik weggedaan wat des kinds is'
(aldus Paulus in 1 Cor. 13:11). Natuurlijk blijft de
vraag dan wel: wat kan weg? Wét doen Paulus en
de bosplanter zo vrijmoedig weg?
Bij duizenden is er de aarzeling: gooi ik met het
badwater het kind niet weg? Raak ik niet iPts
wezenlijks kwijt? Zegt een andere bijbeltekst niet:
laat het maar samen opgroeien, je zou soms het
goede kunnen uittrekken?
De zaak waar het om gaat is, dat kinderen in hun
groe; naar volwassenheid verschillende periodes
meemaken waarin alles wat zij horen.ook over
God. concreet wordt toegepast in hun leven:
God stelt iets voor! God is iets! Niet abstract,
maar heel concreet
Gezegend zij de juffrouw (de meester) op school
die ons zó, concreet lijfelijk, over God vertelde,
die ons God uitbeeldde in ons eigen leven. De
religieuze opvoeding in Israël ging over God die in
eigen geschiedenis zichtbaar cn aanwijsbaar tegen
woordig was: Psalm 78: 'Hetgeen wij gehoord
hebben en weten, en onze vaderen ons hebben
verteld, dat willen wij voor hun kinderen niet
verhelen, wij willen vertellen aan het volgende
geslacht des Heren roemrijke daden.
Dus: lijfelijk vertellen over God! En welke verha
len doen dat beter dan de bijbelse? Bondiger,
directer, gevarieerder?
Een nadere vraag is nu echter hoe die verhalen
overkomen in de verschillende leeftijdsfasen van
kinderen. Zijn we op school ook gevolgd, begeleid
zoals de boswachter de groei van zijn
boomgaard volgde om op tijd de godsbeelden
uit een vroegere leeftijdsfase mogelijk te maken?
Anders gezegd: is er ook gezorgd dat de goldsbeel-
den geen gesneden beelden werden? Gefixeerde
godsvoorstellingen? Hét tweede gebod heeft niet
voor niets als enig gebod de waarschuwing dat
hele generaties, tot in het derde en vierde ge
slacht, hier last van hebben, niet van het beelden
maken van God, maar van de fixatie ervan'
In hetzelfde nummer van Voorlopig schrijft
IKOR-dominee Karei Eykman over kinderbijbels
o.m. dit:
'Echte kinderbijbels zijn open. Er wordt wel eens
ingegaan op de betekenis van zo'n verhaal, maar
het verhaal wordt niet dichtgestopt met een
moraal. Echte kinderbijbels geven bouwstenen in
plaats van bouwsels. Ze ajn aanleiding voor een
gesprek van het stilleggen van gesprek. Ze zijn
oorzaak van spelen, tekenen en zingen in plaats
van een onderbreking ervan. En ga zo maar door.'
TEGEN DE DRAAD IN
Nu komt de werkelijke inleidin
de zondvloed. De beschuldigingei
het adres van de mensen zijn
luut. Er is sprake van grote booi
van alle overleggingen die ten
tijde alleen maar boos zijn. Het
ons goed duidelijk zijn dat de
van God, waarvan hier sprake
zijn berouw, dat Hij de mense
maakt heeft, niet zomaar ont
Het is geen kleine oneffenheid i
menselijk gedrag dat hier de
van een despotische godheid in
ging brengt. De aarde dreigt er»
gaan en het leven dat God gei
heeft. De schepping zelf staat o
spel. Steeds duidelijk doet dit
ons inz'en waartoe het leidt i
mens zelf gaat uitmaken wat j_
kwaad is. Het oordeel Gods ontlsj
aan zijn smart. Hij wil het andei
"hriiver schroomt niet ons een
te verkondigen die op dat ogi
'een andere uitweg ziet. We ta
erover speculeren of het niet i
gekund had. maar dat geeft
baat. Het stuk dat voor ons
geladen met de donkerste elera
van ondergang en oordeel. Ii
werkelijkheid bestaan wij. En
duidelijk is, dat de schepping ai
gedrag gebonden is Ook de
delen in de boosheid van de
Wij vormen een eenheid. In d
ders leven wij, met de sch(
onder de ogen van de levende
En dan vindt die ene man, 1
genade in Gods ogen. Voor het
komt hier die merkwaardige ui
king voor. Ik moet altijd aai
kind denken dat al spelende
naar moeder omziet, en moeder
het is goed zo. Uit het vervolg
dat dit genade vinden correspo
met rechtvaardigheid en onb
liikheid. met een wandelen me
Een eenling in een boze, wereV
man die de weg van God gaat^
de draad in. tegen wat alle n
zeggen in. Maar de genade gaal
op. God gaat opnieuw begihne
kondigt zich al aan. Opnieuw, ga
opnieuw beginnen. En het zal
gebeuren. Altijd met een me
met mensen die tegen de dra
durven gaan (Genesis 6,5-8)",:
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen: te Ried en Sching<
kand. KT. S. F. Kemp te Leiden
ber); te Oude Tonge (toez.); V
boom te Benschop; te Ons
(toez.), J. Koole te Werkend)
Meerkerk, C. Snoei te Reeuw
Heerde, J. Dijkstra te Kampen.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen: te Dronten (voor .ka*
mingswerk in de classis Cebun
Java), drs. J. D. A. de Zwart,
pred. van Leeuwarden, die dit
heeft aangenomen (verb. ber.).
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Zaandam, kand.
te Apeldoorn.
Van een verslaggever
UTRECHT Veroordeling van
rikaanse bombardementen op
in Noord-Vietnam en een oproi
president Nixon, alle Ameri
troepen vóór 31 december van d
terug te trekken, vormen de
naamste punten van een rappo
het centraal comité van de were
vaa kerken gisteravond ter besp
ontving van de commissie vooi
en internationale zaken van de i
raad. Het rapport komt ov<
pas aan het eind van de tiert
bijeenkomst van het centraal
in stemming.
Secretaris-generaal dr. Blake,
april, mei en juni vergeefs
beerd heeft een ontmoeting te 1
met president Nixon in verbat
de Vietnamese oorlog, verklaai
de wereldraad nog steeds gee
eel antwoord heeft gekregen
verzoek, het bombarderen van
mese dijken te stoppen. Oc
Cynthia Wedel, de voorzatter i
Amerikaanse raad van kerken
niet tot het Witte Huis toeg
Wel had Nixon's adviseur, de
Mc Laughlin de brief van de 1
raad tegengesproken, dat met
dijken zouden worden gebombai
Nixon staat dichter bij de
katholieke hiërarchie dan bij dl
heten behoudende evangelisch
en dat irriteert me geweldig,
Blake.
Geef mij Je hand, door dr. A.
Terruwe. Uitg. De Tijdstroom
chevi. 59 blz. Prijs 5.
Deze Nijmeegse psychiater o:
haar bekendheid voor een deel
strijd die de Romeinse curie
jaren zestig tegen haar opval
voerde. Mevrouw Terruwe is gei
liteerd en het ziet er niet naar
haar theorie over de 'bevestig
Rome nog aanstoot zal geve
uitweg voor frustratieneurosei
zij in haar boekje op de noodz
openheid jegens elkaar 'in de
gende oprechte oplettendheid
wezen van de ander beschuttei
vat.' Phonogram heeft haar b?
wing inmiddels ook op een lao
plaat uitgebracht.