Wereldraad bezig met grondvraag c J Wat bedoelen ze in Veenendaal? Nog eens: kerken en milieuchaos Alfrink vindt Gij sen 'erger' vandaag Beroepiiigs- werfc Wereldraad bezij met Vietnam Boekenetalaf TROUW/KWARTET DINSDAG 15 AUGUSTUS 1972 KERK/BINNENLAND T2 Van een onzer verslaggevers UTRECHT Het dilemma, waarin de oecumenische beweging thans verkeert, kon niet duidelijker tot uiting komen, dan door de twee fundamentele referaten, die gistermorgen voor het centraal comité van de wereldraad van kerken werden gehouden door de Armeens- orthodoxe bisschop Karekin Sarkissian uit Libanon en de Duitse theo loog Jürgen Moltmann. Beiden spraken over het congresthema: 'Tot gemeenschap verplicht'. Sarkissian gaf vanuit zijn orthodoxe theologie een knappe analyse van de huidige situatie in de oecumenische beweging. Zijn conclusie was: wij be leven in de wereldraad een gemeen schap. Wij mogen die aanvaarden als geschenk van God, maar laten we ons niet wijsmaken, dat we al aan eenheid toe zijn. Hij noemde het 'hoogst ge vaarlijk' te denken, dat de gemeen schap. die in en door de oecumeni sche beweging bereikt is, beantwoordt aan het eenheidsideaal. Daarom noemde hij het prematuur, te denken over de wereldraad als een concilie. Want een 'concilie' in de klassieke betekenis van het woord, is de manifestatie van de éne kerk. 'Wij zijn geen concilie, zelfs geen embryo van een concilie. Wij zijn nog steeds een verband van kerken, waarvan de onderlinge gemeenschap groeit, door dat wij steeds meer van elkaar leren.' Vernieuwing Vernieuwing van de kerken vond de Armeense bisschop ook belangrijker dan eenheid. Deze vernieuwing moet zich voltrekken binnen de bestaande kerken. Nadrukkelijk, waarschuwde hij ervoor, dat de nieuwe gemeen schap niet mag resulteren in een nieuwe kerk, met een nieuwe confes sionele achtergrond, die de bestaande kerken vervangt. De gemeenschap moet een instrument zijn voor de bestaande kerken, om hun eenheid te herstellen. De conclusie van Sarkissian was: 'Van ongeduld tot ootmoed'. Hij zei: 'De oecumenische beweginj is niet het werk van mensen, maar een nieuwe gave van de Heilige Geest. Wij heb ben nog steeds nodig, te' luisteren naar het geluid van de wind, die waait waarheen hij wil en in alle ootmoed te antwoorden Joor groeien de gemeenschap met het vaste geloof, dat hij ons zal leiden, waarheen hij wil.' haar grenzen, was volgens prof. Berk hof geen wezenlijk alternatief. Het behoort tot het wezen van de kerk, dat zij over haar eigen grenzen heen Leden van het centraal comité van de wereldraad van kerken en de Utrechtse actiegroep van theologische Wil groeien. studenten 'Solzjenitsyn' hebben een gesprek gehad over het ontbreken van godsdienstvrijheid en mensen- in*ziun* an.^°°rd stelde Sarkissian, rechten in de Sowjet-Unie. Op de foto: demonstratie van de actiegroep, dat het niet gaat om ootmoed of r t> r gehoorzaamheid, maar over de éfird van de gehoorzaamheid. Gods roe ping komt nu eenmaal via de kerk, en daarom houdt gehoorzaamheid in, dat de oecumenische beweging steeds geintegreerd dient te blijven in het leven van de kerk als geheel. 'De paarden die de wagen trekken, mogen de wagen niet in de steek laten'. Politiek Jürgen Moltmann benaderde het on derwerp van een totaal andere kant. Hij begon met te zeggen: 'Bisschop Sarkissian sprak als een bisschop. Ik zal spreken als een politiek theoloog. Ik begin bij de noodsituatie van de wereld, waarvoor gemeenschap en vre de gebiedende eis is, om aan vernieti ging te ontkomen'. Hij wilde niet zozeer spreken over wat de kerk moet zijn, maar wéér ze moet zijn, namelijk waar Christus is: bij de stervenden, de gevangenen, de vernederden. Moltmann noemde een wereldregering een absolute noodzaak voor wereldvre de. Zolang er nog geen is. moeten we stepping-stones zoeken, die ons er kunnen brengen. Daarom vond Molt mann het ideaal van de wereldraad. 'een werkelijk algemeen concilie, dat namens alle christenen zal kunnen spreken', niet alleen voor de kerk, maar voor de hele mensheid van gro te betekenis. kan presenteren in de vorm van ge scheiden kerken. Alleen oecumenische vrede kan aan de wereld getuigen van het evangelie van vrede. De kerken zijn van wederzijdse verkettering tot dialoog en van dialoog tot samenwer king gekomen. Nu is het nodig de volgende stap te zetten: van samen werking naar de éne kerk; anders gezegd: van gemeenschap in verschei denheid naar verscheidenheid in ge meenschap. Tenslotte dienen de kerken zich te bevrijden van de bindingen aan een bepaald volk, ras of klasse. De 'grote kerken' riep hij op, minder te letten op de opvattingen van de meerder heid van hun leden en meer op die van actiegroepen op het grondvlak (sjaloomgroepen, studenten), die als de werkelijke vredesstichters erkend zouden moeten worden. Vier gebieden Drie dingen Discussie In de volgende korte discussie zei het Nederlandse lid in het centraal comi té, prof. dr. H. Berkhof, dat er twee zielen huisden in Sarkissians borst: een oosters-orthodoxe en een oecume nische. maar dat de eerste het gewon nen had. Wat Sarkissian ootmoed noemt, is voor mij ongehoorzaamheid, aldus prof. Berkhof. De tegenstelling, die Sarkissian gemaakt had: eenheid beleven in de kerk en niet buiten Moltmann noemde drie dingen, die de kerken nu al voor de vrede kunnen doen. Vooreerst zullen zij, overeen komstig het geloof, dat Gods liefde zich uitstrekt tot alle mensen en Christus voor allen gestorven is, hun absolute pretenties moeten laten va ren. Zij zullen bereid moeten zijn, in een open dialoog te treden en onvoor waardelijk samen te werken met groe pen van ander geloof of levensbe schouwing. De kerk kan alleen zo Gods liefde en waarheid laten zien. door haar streven naar openheid voor alle mensen. In de tweede plaats zei Moltmann, dat het christendom zich aan deze ver deelde, bedreigde wereld niet langer Angola De redactie behoudt zich het recht voor om ter opname ln deze rubriek ontvangen me ningsuitingen verkort weer te geven. BIJ publtkatie wordt met dc naam van de Inzender ondertekend. Brieven kunnen wor den gezonden aan de lieer Joh. C. Francken. ■ecretarls van dc hoofdredactie vaa Trouw- Kwartet, Postbus 859. Amsterdam. Nederland-lsraël (slot) In de Israëldiscussie in uw blad mis ik steeds weer Schriftbewijs. Vooral bij hen die niet geloven dat God met Israël nog een bijzonder plan heeft is dit zeer in het bijzonder het geval. Hoewel ik niet geloof dat elkander bijbelteksten naar het hoofd gooien veel zin heeft, kan het toch in dit geval wel eens nuttig zijn. al was het alleen maar om de gedachten te bepa len. 1. Jezus Christus is in de eerste plaats voor Israël gekomen (om Israël op z'n plaats te brengen, beloften te bevesti gen) Rom. 15:8 en 9. 2. In het zaad van Abraham (Israël) zouden en zullen alle stammen der aarde gezegend worden. Hand. 3:25 en 26. en Joh. 4:22. 3. Paulus die zichzelf de heidenapostel wist (openbaring en roeping). Gal. 2:2 t.em. 9. leerde zeer nadrukkelijk de verharding var< Israël en de wederaanneming. Rom. 11:11 tem. 36. Paulus zei dat 'Wij niet hoogmoedig en eigenwijs moeten zijn en dat de verharding gedeeltelijk was.' Zijn ei gen plotselinge bekering en roeping zijn type voor gans Israël (ontijdige geboorte noemt hij het). Rom. 11: 1 te.m. 10. Hij leerde dat de verharde Joden naar het evangelie vijanden zijn, maar naar de verkiezing gelief den Gods om der vaderen wil. En de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk. Rom. 11: 28, 29 en 30. Ik hoop dat dit genoeg is. Nog één ding, als het van werken zou afhan gen, dan is het jodendom m.i. ge rechtvaardigd, tegenover de hemelter gende zonden (oorlogen, moordpartij en, inkwisities'en rassenwaan) van 'n 2000-jarig christendom. Maar in wer kelijkheid geldt voor beiden Rom. 3:23 en 24. Emmen J. Aasman In de krant van 9 augustus schreef de heer Daniël Chipenda, woordvoerder van de terroristische organisatie MPLA, over een dreigende hongers nood in Angola. Daar ik mij reeds geruime tijd voor Angola interesseer de. hebben een vriend en ikzelf dit land de afgelopen drie weken bezocht gedeeltelijk per auto, gedeeltelijk per vliegtuig. Een ieder die enigszins op de hoogte is met Angola weet dat elke Angolees, dus zowel blank als zwart moeiteloos in het bezit kan komen van land ter bebouwing, er hoeven slechts enige formaliteiten vervuld te worden en men is bezitter van land. Dus de bewering,, dat de arbeiders van de koffieplantages de voorkeur zouden geven aan een eigen stukje grond, stoelt niet op waarheid. Rondom elk Angolees dorp dat door zwarte bewoners bewoond wordt heb ben wij uitgestrekte akkers gezien, die dan onk werden bebouwd door deze mensen zelf. Men heeft hier te lande een vertekend beeld van Ango la. Natuurlijk is de huidige boycot van koffie in het nadeel van de zwarte bevolking, omdat van de ca. 20 koffieplantages, welke wij hebben be zocht er maar liefst 8 ir. zwarte handen waren, dus zwarte eigenaars en idem arbeiders. Alleen al rondom Negage, in het koffiedistrict, beloopt het aantal zwarte koffieplanters van groot tot zeer kleine vele honderden. Een overvloed van door ons gemaakte foto's kan dit bewijzen. Verder daag ik de heer Chipenda uit mij de plaatsen te noemen waar door de Portugese luchtmacht ontblade ringsmiddelen werden gebruikt. Daar deze 'grote gebieden' toch vanuit de lucht gemakkelijk te zien zouden zijn geweest. Ter geruststelling kan ik me dedelen dat het landschap van Rhode- sië en Mozambique in het geheel niet verschilt van dat van Angola. Ook gedurende onze tochten per auto, o.a. van Luanda naar Nova Lisboa, Luso, Carmona is ons niets opgevallen. Wij zagen geen zwart volk in opstand tegen blanke onderdrukking, maar een samenleving waar blank en zwart harmonieus samenleeft en samen werkt Wat anders te zeggen van de vele zwarte politieagenten in Luanda, Luso en Carmona en van het feit dat op de laatste dag van ons bezoek aan Lumbala wij de uitlevering meemaak ten van door zwarte bewoners gevan gengenomen 'terroristen' aan het Por tugese leger? Laat de heer Chipenda antwoord geven op mijn vragen. De waarheid is hiermee gediend. Capelle a.d. IJssel E. H. van Vliet Aan het eind van zijn referaat gaf Moltmann vier gebieden aan, waarop gemeenschap van de kerk met de mensheid bevrijding kan brengen uit de vicieuze cirkels, waar de dreiging van algemene vernietiging het grootst is: A. De vicieuze cirkel van de armoede (de kloof tussen de geïndustrialiseer de landen en de landbouwlanden wordt steeds groter) zou de wereld raad moeten tegengaan door een an ti-exploitatieprogramma'. B. De vicieuze cirkel van geweld en onderdrukking vereist praktische actie voor de erkenning van de rechten van de mens, onder meer het recht om tegen een dictatuur in verzet te ko men en het recht van asiel. C. Het anti-racisme-program is een te ken van gemeenschap, dat de vicieuze cirkel van vervreemding van ras en cultuur doorbreekt. D. In de vicieuze cirkel van de vér storing van het milieu betekent ge meenschap een nieuwe verhouding tot de natuur, waarover de mens zich ten onrechte de volstrekte meester en be zitter acht. 'Zoals konijnen verlamd worden door de blik van de slang, zo is de mens thans verlamd door de schok van de ontdekking van zijn toekomst. Sommi- geh vluchten in het plezier van het ogenblik, anderen in droomwerelden, weer anderen in protestbewegingen. In deze situatie betekent christelijke gemeenschap getuigen van de mense lijke God, die in de plaats van de mens deze hel van verlatenheid door leden heeft in zijn offer aan het kruis, en zo een toekomst heeft ont sloten met een belofte van leven. Alle campagnes voor bevrijding missen hun doel en worden louter pragma tisch als zij niet tevens getuigen van de hoop, die van het geloof niet te scheiden is', aldus Moltmann. door ds. Hans Bouma Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om in de hier en daar ontsta ne zinnenchaos van mijn artikel 'Ker ken antwoorden op de uitdaging van de milieuchaos' (naar aanleiding van het zojuist verschenen Kosmos -I- Oe cumene nummer 'In de greep van het milieu'; in dit blad van j.l. vrijdag) orde op zaken te stellen. Het eerste, theologisch-sociaal-ethische deel van deze publikatie begint met een samenvatting en bewerking van het rapport van 'Atomium'. een groep jonge maatschappelijk-geëngageerde christenen uit de natuurwetenschap pelijke en theologische discipline, die zich bezint op de relatie tussen chris telijk geloof en de ontwikkeling van de natuurwetenschappen. In deze bij zonder waardevolle bijdrage komt de mens voor de dag als rentmeester over het geschapene. Zijn 'heerschap pij' is een kwestie van mandaat. Hij heeft, omdat zijn opdrachtgever, de Schepper, hem dóét heersen (Psalm 8:7). Vervolgens wordt terecht ge steld, dat er in Israël méér aan de hand is dan louter ontgoddelijking van de natuur. Israël is geroepen om de natuur te heiligen, niet omdat zij heilig zou zijn, maar omdat God haar bestemd heeft tot 'sjaloom'. De aarde wordt geen neutraal gebied, waar de mens kan doen en laten wat hij wil, maar een plaats waar gerechtigheid moet wonen. Bij stukjes en beetjes dient zij geheiligd, d.w.z. afgezonderd, bevrijd, klaargemaakt te worden voor de grote toekomst van de nieuwe schepping. Het rapport van 'Atomium. (dat als titel kreeg: 'Anders over de schepping denken') besluit met een aantal zwaarwegende ethische vragen. Ik geef er enkele door: 'Is het wel juist zonder meer de mens een voorrangs positie te geven binnen al het ge schapene? Is er wel een beheer van al het geschapene dat mededeelzaam is ten aanzien niet alleen van medemen sen, maar ook van medeschepselen? Is het niet geloofsplicht uit het gezichtspunt van de levensheiliging de kerk te vragen, te pleiten voor milieubeheer?' Het eerste deel van 'In de greep van het milieu' bevat voorts twee bijdra gen uit de wereldkerk: de complete tekst van de nota van de Wereldraad van Kerken ('Het wereldmilieu, ver antwoorde keuze en sociale rechtvaar digheid') en een vertaalde passage uit het stuk 'De rechtvaardigheid in de wereld' van de bisschoppensynode, die in het najaar van 1971 te Rome werd gehouden. De nota van de Wereldraad wijdt opvallend veel aandacht aan de diep ingrijpende samenhang tussen het milieuvraagstuk en de problematiek van de derde wereld De door profes sor Berkhof destijds in 'Voorlopig' geuite vrees, dat een eventuele mi lieubemoeienis der kerken wel eens tpn koste zou kunnen gaan van de zo noodzakelijke inzet voor ontwikke lingssamenwerking vindt hier trou wens in geen enkele bijdrage ook maar de minste steun. Duidelijk wordt aangetoond, dat een beter mi lieubeheer de derde wereld alleen maar ten goede kan komen. Voor het slot van het eerste deel. het artikel 'Tien wenken voor een dienst over het allesomvattend diakonaat', ben ik zelf verantwoordelijk. Deze liturgische en praktische adviezen voor een dienst, waarin de zaak van het milieu op het niveau van verkondi ging en liturgie in een biibels per- spektief gezet wordt, gaan uit van Gods nietsontziende liefde voor ólles wat adem heeft, de allesomvattende reik wijdte van het heil. het verbond van God met de aérde (Genesis 9:14). De mens is waarlijk mens, beeld en gelij kenis van een God die vóór alles de schéppende God is, wanneer hij zich op schéppende wijze, bewerkend en bewarend en niet plunderend en chao- tiserend, inspant om ól de werken van Gods handen tot hun recht te laten komen. In de liederen en belijdenissen, gebe den en gedichten, die van mij ver spreid in het nummer zijn opgeno men, heb ik geprobeerd een passend antwoord te geven op het bijbels appel tot nederig en dienstvaardig herderschap. Tot zover mijn reconstructie van het artikel over de publikatie 'In de greep van het milieu' (nummer 5/6 van 'Kosmos Oekumene', te bestel len ttj De Horst 1. Driebergen). Van een onzer verslaggevers HILVERSUM. Kardinaal Alfrink heeft gisteravond voor de KRO-tv gezegd, persoonlijk op dit moment te vinden dat de benoeming van dr. Gijsen zwaarder weegt en meer consequen ties heeft dan de brief uit Rome, waarin bezwaren werden gemaakt te gen de opzet en structuur van de landelijke pastorale raad (zoals be richt, heeft het Nederlandse episcopaat daarom deze raad opgeschort). Mgr. Alfrink maakte deze opmerking in antwoord op een vraag van Brand punt-interviewer Ad Langebent. Tevoren liet mgr. Alfrink er geen twijfel over bestaan dat het gehèle Nederlandse episcopaat ernaar blijft streven dat de eigen verantwoordelijk heid van ieder kerklid gestalte kriigt in een of andere vorm van landelijk overleg. Het bezwaar van Rome was o.m. dat de statuten van de pastorale raad de gezagspositie van de bisschop pen niet voldoende veilig stelden I" hun communiqué hebben de bisschop pen met opzet de term 'opschorten' gebruikt, aldus mgr. Alfrink, omdat die term ook voorkomt in de brief van de kardinalen. 'Er is niet ge vraagd om het af te stellen, maar om het op te schorten. Ik neem dus aan dat er nog een bepaalde ontwikkeling mogelijk zal zijn.' De kardinaal durf de niet te zeggen of die ontwikkeling, nl. naar een meer gedifferentieerde gezagsuitoefening, naar 'samenspraak' om tot een beslissing te komen, op korte termijn komen zal. Het slot van het gesprek met kardinaal Alfrink was als volgt: Ad Langebent: Er is nogal wat voor gevallen in de verhouding met Rome. Wat betekent dat voor u persoonlijk? Kard. Alfrink: Het is een spijtige zaak. wanneer men zijn be.st doet om heel de geloofsgemeenschap bij elkaar te houden en heel die geloofsgemeen schap te binden aan de wereldkerk Dan is natuurlijk toch spijtig dat men telkens weer in situaties verzeild raakt, waarin het sterk bemoeilijkt wordt, waarin men het gevoel heeft, dat men met een zeker wantrouwen ook door een gedeelte van de eigen geloofsgemeenschap wordt bejegend. Dat is een situatie, die iemand pijn kan doen. Zonder enige twijfel. Maar ik meen al eens vaker gezegd te hebben, dat het in de hele historie niet zo belangrijk is wat mij persoon lijk overkomt en hoe ik persoonlijk hieronder lijd of niet lijd. Wat mij het meest aan het hart gaat is die polarisatie binnen de geloofsgemeen schap, waar men aan beide kanten mensen vindt, die zich gekwetst voe len, diiie het gevoel hebben, dat het allemaal verkeerd gaat binnen die kerk Ad Langebent: Waar haalt u het ge duld vandaan om toch door te gaan? Kard. Alfrink: Dat is een vraag, die ik mij zelf ook vaak stel. En ik denk dat ik ook al vaker gezegd heb, dat men dit geduld alleen maar kan vin den in een werkelijk geloof in het evangelie en in een werkelijk geloof ook in de kerk en in het vertrouwen, dat dit alles ook weer overgangssitua ties zijn, waar wij door heen moeten en waar wij moeten proberen elkaar toch vast te, houden en toch weer te komen tot een tijd van meer eensge zindheid. een tijd van meer vertrou wen. een tijd van elkaar beter willen verstaan. In feite elkaar beter ver staan. zodat men wel niet als laten we zeggen een massief blok in de mensengemeenschap staat, maar toch als een gemeenschap, waarin vertrou wen leeft, waarin optimisme leeft op grond van de belofte van het evange lie'. In Het Orgaan van de bond van Nederlandse predikanten geeft de bondssecretaris ds. C. Blom- aard zijn particuliere mening over het gebaar van de Veenendaalse gereformeerde dominees om in 1973 af te zien van elke trendmatige verhoging van hun traktement of pensioen. Ds. Blomaard: 'Wat bedoelen de gereformeerde collega's met: afzien van elke trendmatige verhoging in 1973. Be kend kan zijn dat in de trend, die de overheid toepast een stuk aanpassing aan de kostenstijgin gen zit naast een stuk(je) welvaartsverbetering. Gaat het nu om dat tweede stuk(je) alleen of ook om het afzien van een loonsverhoging, die de gestegen kosten van levensonderhoud opvangt? Is dit laatste het geval dan komt er een bevriezing van de traktementen, die in feite een traktements verlaging inhoudt. Immers, als alles laat ons zeggen 6 pet. duurder wordt en je blijft in 1973 op het nominale bedrag van 1972 zitten, dan boer je er op achteruit. Nu genieten gereformeerde predikanten in gemeenten met meer dan 850 leden per predikant (en als wt Van Alphen (kerkelijk handboek, red) goed lezen dan behoort Veenendaal daartoe) een traktement, dat overeen komt met het inkomen van een ambtenaar met de rang van administrateur. Je zou ook kunnen zeggen: een salaris als dat van leraar VWO. Dat is, alle randversieringen meegerekend, een kleine 10.000,meer dan een hervormde predikant in de hoogstbetaalde groep verdient, om over de lager betalende groepen te zwijgen. De Veenen daalse collega's stellen, dat ze niet bepaald in de topinkomens zitten. Nee, er zullen tal van fa brieksdirecteuren zijn, die niet graag van hun inkomen zouden rondkomen. Maar zo weinig is een leraarssalaris nu ook weer niet We hebben op dit moment geen statistisch materiaal bij de hand. maar het percentage van de werkende bevolkiig, dat meer dan ƒ40.000 per jaar inkomen heeft (als de gereformeerde predikanten in de hoogste groep) is nu ook weer niet erg hoog. Daarnaast verwachten wij van dit initiatief inder daad geen groot effect. Matiging hangt in deze boze wereld samen met sterke drang van de economische situatie uit. En weliswaar zitten we de laatste tijd wat in een dal, maar er zijn tekenen, dat dc conjunctuur weer aantrekt. Persoonlijk schrijvend zou ik willen stellen: de bond kan. gelet op de vele leden, die nog lang niet aan het traktement van de gereformeerde Veenendaalse predikanten toe zijn, zich niet ach ter dit initaitief scharen. Wanneer over de hele linie de welvaartsverbetering in 1973 achterwege gelaten worden, zullen wij daar con amore aan meedoen. Maar een opvangen van de stijgende prijzen zal o.i. ook in 1973 voor de predikanten noodzakelijk blijven. Wie er anders over denkt mag het zeggen.' Praten over God met kinderen' is het onderwerp, waarover de Amsterdamse gereformeerde studen tenpredikant L. Ringnalda schrijft in het maand blad Voorlopig. Hier is het eerste deel van zijn verhaal: 'Als je een bos wilt planten moeten de kleine boompjes één meter van elkaar af worden ge poot, om elkaar overeind te houden. Na verloop Vit de kerkbladen van tijd moet de helft er weer uit, omdat de bomen anders elkaar gaan verstikken. De boswachter ligt van dit rooiwerk niet wakker: wat hij eerst met veel zorg gepoot, natgehouden en verzorgd heeft gooit hij later met het grootste plezier weer weg. Overigens: niet in het wilde weg! Hij kiest wel zorgvuldig zijn tijd. Met dit agrarisch gegeven wou ik allen maar zegen dat we niet zo gauw moeten omvallen bij al die gruwelverhalen over de verwoestende gevol gen van zondagsschoolgeloof, de wrange vruchten van kinderbijbels, en eventueel onze eigen jeugd herinneringen aan een corsetmatige godsdienstige opvoeding, die er allemaal de schuld van zouden zijn dat velen in allerlei gewrongen godsvoorstel lingen zijn blijven steken om op die manier óf een verstarde christendommelijkheid overeind te houden of anders met een grote schop heel het christelijk geloof de deur uit te doen. Kinderen moeten een heleboel dingen over God leren, jawel, waarvan ze later zuilen zeggen (als het allemaal overeind zou blijven): overbodige ballast! Je stikt er zelfs in als je het niet weggooit. We zouden willen opmerken: nou, èn?? Gooi het dan v-eg. Waar wacht je op? Had je al veel eerder mo- ten doen. 'Toen ik een kind was dacht ik en overlegde ik als een kind, nu ik een man geworden ben heb ik weggedaan wat des kinds is' (aldus Paulus in 1 Cor. 13:11). Natuurlijk blijft de vraag dan wel: wat kan weg? Wét doen Paulus en de bosplanter zo vrijmoedig weg? Bij duizenden is er de aarzeling: gooi ik met het badwater het kind niet weg? Raak ik niet iPts wezenlijks kwijt? Zegt een andere bijbeltekst niet: laat het maar samen opgroeien, je zou soms het goede kunnen uittrekken? De zaak waar het om gaat is, dat kinderen in hun groe; naar volwassenheid verschillende periodes meemaken waarin alles wat zij horen.ook over God. concreet wordt toegepast in hun leven: God stelt iets voor! God is iets! Niet abstract, maar heel concreet Gezegend zij de juffrouw (de meester) op school die ons zó, concreet lijfelijk, over God vertelde, die ons God uitbeeldde in ons eigen leven. De religieuze opvoeding in Israël ging over God die in eigen geschiedenis zichtbaar cn aanwijsbaar tegen woordig was: Psalm 78: 'Hetgeen wij gehoord hebben en weten, en onze vaderen ons hebben verteld, dat willen wij voor hun kinderen niet verhelen, wij willen vertellen aan het volgende geslacht des Heren roemrijke daden. Dus: lijfelijk vertellen over God! En welke verha len doen dat beter dan de bijbelse? Bondiger, directer, gevarieerder? Een nadere vraag is nu echter hoe die verhalen overkomen in de verschillende leeftijdsfasen van kinderen. Zijn we op school ook gevolgd, begeleid zoals de boswachter de groei van zijn boomgaard volgde om op tijd de godsbeelden uit een vroegere leeftijdsfase mogelijk te maken? Anders gezegd: is er ook gezorgd dat de goldsbeel- den geen gesneden beelden werden? Gefixeerde godsvoorstellingen? Hét tweede gebod heeft niet voor niets als enig gebod de waarschuwing dat hele generaties, tot in het derde en vierde ge slacht, hier last van hebben, niet van het beelden maken van God, maar van de fixatie ervan' In hetzelfde nummer van Voorlopig schrijft IKOR-dominee Karei Eykman over kinderbijbels o.m. dit: 'Echte kinderbijbels zijn open. Er wordt wel eens ingegaan op de betekenis van zo'n verhaal, maar het verhaal wordt niet dichtgestopt met een moraal. Echte kinderbijbels geven bouwstenen in plaats van bouwsels. Ze ajn aanleiding voor een gesprek van het stilleggen van gesprek. Ze zijn oorzaak van spelen, tekenen en zingen in plaats van een onderbreking ervan. En ga zo maar door.' TEGEN DE DRAAD IN Nu komt de werkelijke inleidin de zondvloed. De beschuldigingei het adres van de mensen zijn luut. Er is sprake van grote booi van alle overleggingen die ten tijde alleen maar boos zijn. Het ons goed duidelijk zijn dat de van God, waarvan hier sprake zijn berouw, dat Hij de mense maakt heeft, niet zomaar ont Het is geen kleine oneffenheid i menselijk gedrag dat hier de van een despotische godheid in ging brengt. De aarde dreigt er» gaan en het leven dat God gei heeft. De schepping zelf staat o spel. Steeds duidelijk doet dit ons inz'en waartoe het leidt i mens zelf gaat uitmaken wat j_ kwaad is. Het oordeel Gods ontlsj aan zijn smart. Hij wil het andei "hriiver schroomt niet ons een te verkondigen die op dat ogi 'een andere uitweg ziet. We ta erover speculeren of het niet i gekund had. maar dat geeft baat. Het stuk dat voor ons geladen met de donkerste elera van ondergang en oordeel. Ii werkelijkheid bestaan wij. En duidelijk is, dat de schepping ai gedrag gebonden is Ook de delen in de boosheid van de Wij vormen een eenheid. In d ders leven wij, met de sch( onder de ogen van de levende En dan vindt die ene man, 1 genade in Gods ogen. Voor het komt hier die merkwaardige ui king voor. Ik moet altijd aai kind denken dat al spelende naar moeder omziet, en moeder het is goed zo. Uit het vervolg dat dit genade vinden correspo met rechtvaardigheid en onb liikheid. met een wandelen me Een eenling in een boze, wereV man die de weg van God gaat^ de draad in. tegen wat alle n zeggen in. Maar de genade gaal op. God gaat opnieuw begihne kondigt zich al aan. Opnieuw, ga opnieuw beginnen. En het zal gebeuren. Altijd met een me met mensen die tegen de dra durven gaan (Genesis 6,5-8)",: NED. HERVORMDE KERK Beroepen: te Ried en Sching< kand. KT. S. F. Kemp te Leiden ber); te Oude Tonge (toez.); V boom te Benschop; te Ons (toez.), J. Koole te Werkend) Meerkerk, C. Snoei te Reeuw Heerde, J. Dijkstra te Kampen. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen: te Dronten (voor .ka* mingswerk in de classis Cebun Java), drs. J. D. A. de Zwart, pred. van Leeuwarden, die dit heeft aangenomen (verb. ber.). CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: te Zaandam, kand. te Apeldoorn. Van een verslaggever UTRECHT Veroordeling van rikaanse bombardementen op in Noord-Vietnam en een oproi president Nixon, alle Ameri troepen vóór 31 december van d terug te trekken, vormen de naamste punten van een rappo het centraal comité van de were vaa kerken gisteravond ter besp ontving van de commissie vooi en internationale zaken van de i raad. Het rapport komt ov< pas aan het eind van de tiert bijeenkomst van het centraal in stemming. Secretaris-generaal dr. Blake, april, mei en juni vergeefs beerd heeft een ontmoeting te 1 met president Nixon in verbat de Vietnamese oorlog, verklaai de wereldraad nog steeds gee eel antwoord heeft gekregen verzoek, het bombarderen van mese dijken te stoppen. Oc Cynthia Wedel, de voorzatter i Amerikaanse raad van kerken niet tot het Witte Huis toeg Wel had Nixon's adviseur, de Mc Laughlin de brief van de 1 raad tegengesproken, dat met dijken zouden worden gebombai Nixon staat dichter bij de katholieke hiërarchie dan bij dl heten behoudende evangelisch en dat irriteert me geweldig, Blake. Geef mij Je hand, door dr. A. Terruwe. Uitg. De Tijdstroom chevi. 59 blz. Prijs 5. Deze Nijmeegse psychiater o: haar bekendheid voor een deel strijd die de Romeinse curie jaren zestig tegen haar opval voerde. Mevrouw Terruwe is gei liteerd en het ziet er niet naar haar theorie over de 'bevestig Rome nog aanstoot zal geve uitweg voor frustratieneurosei zij in haar boekje op de noodz openheid jegens elkaar 'in de gende oprechte oplettendheid wezen van de ander beschuttei vat.' Phonogram heeft haar b? wing inmiddels ook op een lao plaat uitgebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 2