canado alaska M i li a De jacht naar olie bedreigt een broze ongerepte natuur KI UW/KWARTET ZATERD AG 29 JULI 1972 Buitenland T» Kil r er binnen afzienbare op het Noord- lerikaanse continent gs democratische weg socialistische staat Istaan? De vraag lijkt sproten aan een te ie fantasie, maar wie fi verdiept in de wikkelingen in Quebec, Franstalige provincie i Canada, weet dat haar allerminst met Istrekt onmogelijk' i beantwoorden. nationalisme in Quebec is al renoud, maar de groep die dit van Canada wil afhaken om een itandige Franstalige staat te stich- is momenteel sterker dan ooit. endien heeft ze naast de wil om bec af te scheiden nog een tweede r: de wil om een socialistische te stichten. man van de separatisten is de 52- e René Levesque, de leider van >arti Québecois (PQ). De oud- nalist Levesque was van 1960 tot rimmer mulder J minister in het Quebecse kabinet de liberale partij. Hij was toen volgeling van Lesage, die de eer »mt de Frans-Canadezen bewust ebben gemaakt van de miserabele tie, die ze innamen vergeleken hun Engels sprekende landgeno- Die situatie is begonnen in 1763 Frankrijk het huidige Quebec rdroeg aan de Engelsen. Die ver- igen de Franse inwoners van Ca- i naar het tweede plan. De verbit- e Fransen trokken zich mokkend Bg uit de lijdende posities, vast oten zich niet teveel in te laten de Engelsen en hun eigen gods-' ist, levensstijl en taal te behouden, rin zijn ze geslaagd, maar ze heb- het wel moeten bekopen met een jle achterstand. 1960 zijn de Engelsen, numeriek |ln de minderheid, de baas geble- in Quebec. Zij verdienden verre- het meeste en genoten de beste andeling. Door het optreden van age. de uitvinder van de kreet s in eigen huis', is daarin wel mdering gekomen. Sinds 1960 [t het Frans aan aanzien gewon- Een Engels sprekende Canadees zijn Franse landgenoot nu niet meer afblaffen met 'Please, speak white.' Achterstand De economische achterstand, die Que bec in twee eeuwen heeft opgelopen, is echter niet in enkele jaren in te halen. Binnen Canada behoort Quebec nog steeds tot de armen. De werkloos heid is er altijd hoger en de lonen zijn er een stuk lager dan in het aangrenzende Ontario. Dat geeft een flink brok sociale onrust en maakt het de separatisten gemakkelijk hun vuurtjes gaande te houden. Aanvankelijk vormden de mensen, die werkelijk afscheiding wilden een klei ne meerderheid, die bovendien sterk verdeeld was. Het is de verdienste van Levesque, dat hij ze bijna alle maal in één hok heeft weten te krijgen. Levesque kapte in 1967 met de liberale partij, die wel voor de rechten van de Franstaligen op kwam, maar trouw wenste te blijven aan de Canadese federatie. Levesque zag meer in afscheiding. Hij stichtte de Parti Quebecoix, waarmee hij in 1970 met succes aan de provinciale verkie zingen deelnam. De PQ verwierf 23 procent van de stemmen. Toch waren de federalisten in het voorjaar van 1970 niet zo ongerust. De absolute meerderheid in het parlement was immers naar de liberalen gegaan. Pre mier werd de jonge Robert Bourassa en hij zou samen met de Canadese premier, zijn geestverwant Trudeau, de federatie kunnen redden. Dit dyna mische Frans Canadese duo moest vat kunnen krijgen op de bevolking van Quebec. Maar de verkiezing had ook nieuwe brandstof geleverd aan de separatis ten. Door het districtenstelsel had de PQ wel 23 procent van de stemmen, maar nog geen 7 procent van de parlementszetels verworven. De aan hang van de PQ was woedend en liet dat merken. In dat klimaat besloot het door vele bomaanslagen al be rucht geworden FLQ (Front de Libe ration du Quebec) eens flink uit te halen. In oktober werd eerst de Brit se diplomaat James Cross ontvoerd, en enkele dagen later de Quebecse minister Pierre Laporte. Deze laatste werd later dood terug gevonden. Pre mier Trudeau wilde hard terugslaan en stuurde troepen naar Quebec. In Quebec vond men dat een overspan nen en voor de Frans-Canadezen ver nederende reactie. Levesque heeft er zijn aanhang mee kunnen versterken. Geweld Of het FLQ totaal is uitgeschakeld, is moeilijk te zeggen. Na 1970 hebben geen opzienbarende gewelddadigheden plaats gehad. Er bestaat nog wel een kleine groep uiterst-linkse separatis ten, die de totale omwenteling predi ken en wel geweld willen gebruiken. Bij de bevolking oogsten ze meer afkeer dan sympathie. Er circuleren voortdurend geruchten over in Alge rije en Cuba opgeleide terroristen en agenten-provocateurs, die proberen een slag te slaan in Quebecs troebele wateren. Nieuw voedsel aan deze ge ruchten leverde de inval, die de poli tie enkele maanden geleden deed in het gebouw van de Cubaanse handels delegatie in Montreal. Er werden daar wapens, munitie en radio-apparatuur gevonden. Of er echt zoiets als een internationaal communistisch komplot tegen Quebec bestaat en of dat werke lijk iets voorstelt, is nooit bewezen. Wel staat voor iedereen vast, dat de PQ, die zich distancieert van geweld, de laatste jaren aan betekenis heeft gewonnen. De tegenzet van de federa le regering lijkt voor de hand te liggen: Zorg er met financiële hulp voor, dat de sociale onrust in Quebec SOCIALISTISCHE STAAT IN NOORD-AMERIKA? 4 I 7 Quebecse studenten, gehuld in de uniformen die de Franse zeesolda ten in de achttiende eeuw droegen, marcheren over de Place Vllle Marie in Montreal. Attracties voor toeristen worden gebruikt om de eigen historie van Quebec te demonstreren. afneemt en de PQ verliest zijn voe dingsbodem. Maar met haar hulp aan Quebec moet de Canadese regering tegen twee te genstromen in roeien. In de eerste plaats kampt ze met een onwillig bedrijfsleven, dat uiteraard voorzich tig is met investeringen in een roerig gebied als Quebec. Toronto krijgt de voorkeur boven Montreal van tal van bedrijven. De werkgelegenheid in Quebec blijft daardoor precair en de ontevredenheid groot. In de tweede plaats heeft de regering te vechten tegen een toenemende an- ti-Quebec-stemming in de rest van Canada. In de drie rijkste provincies, Ontario, British Columbia en Alberta, zegt men openlijk dat Quebec zichzelf maar moet redden. 'Als Quebec een achterstand heeft, dan is het hun eigen schuld. Dan moeten ze daar maar wat harder werken', zo wordt gezegd en geschreven. 'Wij zijn het moe Que bec op onze schouders mee te dragen en onze welvaart met Quebec te delen', zo schreef Toronto's Globe and Mail, de meest gezaghebbende krant in Ontario, nog deze maand. In de westelijke staten Alberta en British Columbia is de stemming nog onvriendelijker. Bill Bennett, de op een te goed doorvoede cowboy gelijkende leider van BC heeft al bij herhaling gedreigd zich met zijn staat bij de VS te zullen aansluiten, als het instandhouden van Canada steeds maar geld moet kosten. De kringen, waarin dit soort opmer kingen goed vallen, gaven de rege- ring-Trudeau al de bijnaam 'Franse maffia' en 'Montreal-gang.' Goede buren? Deze stemming is zout in de wonden, die de Frans-Canadezen in twee eeu wen van discriminatie hebben opgelo pen. De neiging om de rest van Canada maar de rug toe te keren, neemt er door toe. 'Levesque hoeft niets te doen. De politici buiten Que bec drijven de kiezers wel naar hem toe', aldus een federalistische Frans- Canadees in Montreal. Levesque stelt zelf zedr wijs: 'We kunnen beter voort leven als goede buren dan als ruziën de familie.' Hij wil een Quebec, dat politiek onaf hankelijk is en niets meer van de rest van Üanada hoeft te slikken. Econo misch. kan er dan uitstekend worden samengewerkt. Levesque wijst graag naar Europa, waar ook volstrekt zelf standige landen uitstekend met elkaar kunnen handel drijven. Hij geeft graa« toe, dat Quebec direct na de afscheiding wel een stap terug moet doen. Maar de staat moet het alleen best kunnen redden. Er wonen ruim 6 miljoen mensen (85 procent is Frans), die beschikken over een enor me lap grond met een schat aan natuurlijke hulpbronnen. In de bo dem van Quebec zit ijzer, koper, as best. nikkel, zilver, goud en titanium. De houtvoorraad is zeer groot en de talrijke waterkrachtcentrales vormen een onuitputtelijke energiebron. Dc meeste landen moeten het met heel wat minder doen. 'Na enkele jaren al kunnen we het welvaartspeil van Zweden hebben bereikt', voor spelt Levesque. Zijn tegenstanders zijn op dit punt heel wat minder gerust en nemen liever Cuba als voor beeld voor het Qoebec na zijn afschei ding. Nationalisatie In dc eerste plaats zal Quebecs econo mie volledig in elkaar storten. De grote internationale bedrijven zullen het land de rug toekeren. De PQ denkt die ineenstorting voor een be langrijk deel te ktmnen voorkomen door dc vitale bedrijven te nationali seren. 'De bevolking van Quebec wordt de baas in de bedrijven in Quebec.' Het geld, dat er verdiend wordt en dat nu voor een belangrijk deel terecht komt bij de internationa le ondernemingen met hun hoofdkan toren buiten Quebec, zal dan binnen de landsgrenzen blijven en zo recht vaardig mogelijk verdeeld worden on der de eigen bevolking, die gelukkig en rustig zal leven, niet gehinderd door uit het verleden overgebleven frustraties en Engelse beledigingen. De tegenstanders \an Levesque vre zen. dat het met die rust lelijk zal tegenvallen. Als het gezamenlijke doel. de afscheiding, bereikt is, zal dc beweging weer uit elkaar vallen in verscheidene stromingen, die elkaar fel zullen bevechten in de strijd om de macht in de nieuwe staat. Er wordt op gowe&en, dat de democra tische tradities in de Franse samenle ving niet sterk ontwikkeld zijn. De rooms-katholieke kerk met haar hiërar chische structuur heeft tot voor kort volledig gedomineerd. Onder invloed van de kerk en de wil om de oude stijl te bewaren, hebben de Frans- Canadezen altijd een sterke hang ge had naar gezag, niet naar mondigheid. Door het verlangen de Engelse in vloed buiten de deur te houden, heb ben allerlei ontwikkelingen lange tijd geen kans gehad in Quebec. Het wan trouwen tegen nieuwlichters was groot; men liep liever achter een ster ke man aan. Pessimisten vrezen, dat dit gebrek aan democratische traditie zich zal wreken na dc afscheiding. 'Quebec zal opnieuw een sterke man nodig heb ben, anders wordt het een zeer explo sieve sameneving. Vooral als het de eerste jaren economisch tegenvalt, zal er met harde hand geregeerd moeten worden', voorspelt een anglofoon in Montreal. Levesque en de zijnen rea geren verontwaardigd op dit soort gepraat. Deze ongerustheid van de Engels-sprekenden speelt hen overi gens weer min of meer in de kaart. Verkiezingen De angst voor een 'politiestaat' doet de wil om zich in Quebec te vestigen afbreuk en vergroot de sociale onrust. Voor de nationale regering wordt het steeds moeilijker die af tc kopen. Dit najaar of volgend voorjaar zijn er nationale verkiezingen in Canada. De hulp aan Quebec zal daarbij een be langrijk twistpunt worden. Als de ver kiezingsuitslag de regering dwingt de hulp te matigen, kan Levesque zijn winst binnenhalen bij de eerstvolgen de provinciale verkiezingen. Het vrije, socialistische Quebec is dan heel dichtbij. Dit artikel is het eerste deel van een serie. Alaska lijkt een brokje wereld, dat door de Schepper in de diepvrieskast is gezet om het te beschermen tegen hen tot wie Hij gezegd heeft: vervult de aarde (en niet: vervuilt de aarde). De natuur is er nog ongeschonden, het water nog schoon, het landschap nog niet besmet door benzinestations, vieze dampen, het braaksel van de industrie. Het is in feite één van de laatste stukken ongerepte natuur op onze planeet. De schepping in haar puurste vorm. Het is een land van unieke schoon heid en rijkdom, bedekt met einde loze wouden, eeuwenoude rivieren, reusachtige gletsjers, soms ter groot- •te van België, en uitgestrekte vlak ten, die een tehuis bieden aan zeld zame diersoorten als de karibou, de grizsly-beer. de ijsbeer en de pool vos. In serene stilte rijzen drie berg ketens omhoog, voor het grootste deel bedekt onder een eeuwenoude laag van sneeuw en ijs. Slechts en kele maanden van het jaar ziet de Hora kans zich :n al haar pracht tc ontplooiien. Alaska is dan getooid ®et klaprozen, rozen, wilde bloemen en bontgekleurde, uitgestrekte vel den. Het ziet eruit alsof het zo sterk is, dat het de tijd kan weerstaan. Maar het ruige landschap is slechts een masker voor een beangstigende waarheid: veel van Alaska is zo broos, dat het kapot kan gaan zodra het beroerd wordt door mensenhan den. Zo weinig kracht heeft de na tuur er, dat een tractor er sporen trekt, die over Cjf jaar een lelijke wond zullen vormen en over honderd jaar ingevreten zullen zijn tot een diepe greppel. Het levens evenwicht is er zo kwetsbaar, dat zelfs de klein ste verstoring ruïneuze gevolgen kan hebben en een bedreiging kan vor men voor de miljoenen rendieren, bergschapen, elanden, eenden, gan zen, herten en zalmen, die in Alaska hun tehuis gevonden hebben. Miskoop? Alaska, een verbastering van het Aleoetische woord 'Aleyska', hetgeen 'het prachtige land' betekent, draagt zijn naam niet ten onrechte. Maar uit kapitalistisch oogpunt bekeken leek het polaire gebied niet veel waard. Toen Amerika In 1867 het schiereiland kocht van het tsaristi- jelte rep sche Rusland voor maar liefst 7,2 miljoen dollar werd dat algemeen gezien als een grote dwaasheid en als grove geldverkwisting. Korte tijd later werd er goud ontdekt en dat veranderde de meningen enigszins. Toch wist Amerika niet goed wat het met het gebied aan moest en werd het van het ene departement naar het andere geschoven. Het was een oord, waar slechts plaats scheen te zijn voor goudzoekers, avontu riers en vooruitgeschoven militai ren. Pas in 1958 stemde Washington erin toe Alaska als (49-ste) staat tot de federatie te laten toereden. Tot hen die er hun geluk kwamen beproeven, behoorden vier belangrij ke olie-maatschappijen: Arco, BP, Humble (Esso) en Sinclair. In fe bruari 1968 vonden ze wat Alaska eeuwenlang geheim had weten te houden: olie. De vondst werd ge daan in de Prudhoe-baai, een paar honderd kilometer ten noorden van de poolcirkel. De olie-maatschappij- en en anderen trilden van opwin ding, want er bleek onvoorstelbaar veel olie te zijn, veel meer dan in de jaren dertig gevonden was in het oosten van Texas. En misschien wel net zoveel ais in het Midden-Oosten. Olie heeft de geur van dollars, veel dollars. De olie-koorts greep snel om zich heen. En Alaska maakte nu voorgoed kennis met onze twintig- ste-eeuwse beschaving en vooruit gang. Het ruige, ongerepte gebied werd in minder dan zes maanden opengelegd voor een razendsnelle ontwikkeling. Miljoenen kilo's uit rusting. brandstof, dynamiet en voedsel, prefebricated hulzen en mensen werden overgevlogen naar de barre verlatenheid van de Prud- hoe-baal. De toendra werd doorsne den door vrachtverkeer, onherstelba re schade aanrichtend. Walter Hic- kel. gouverneur van Alaska en olie miljonair liet 'n snelweg kappen door Alaska's wildernis om Fairbanks te verbinden met het noorden. 'Hickels Highway* kon precies een maand gebruikt worden, voordat hij veran derde in het grootste door mensen hand gemaakte moeras. 'Veiling' Op 10 september 1969 verzamelden zich de olie-bonzen van de hele wereld In Alaska's Anchorage om er deel te nemen aan een geografische loterij, waarbij het olievondstgebied werd opgedeeld. Gigantische bedra gen werden neergeteld voor een kansje een olieveld te mogen exploi teren. De hoogste prijs was 7.000 dollar per 1.000 vierkante meter Amerika had een eeuw geleden Alaska gekocht voor een halve cent per vierkante meter. De 'veiling' bracht in totaal 900 miljoen dollar op. Uiteraard waren de oliemaat schappijen ervan overtuigd dat een veelvoud van dit bedrag kon worden terugverdiend. Er deed zich eenter één groot pro bleem voor. Hoe moest nu die olie van de noordpool naar de Verenigde Staten gebracht worden? De oplos sing leek spoedig gevonden: een pijp leiding die van de ijswoestijn van het noorden van Alaska over een afstand van 1250 km naar de Ijsvrije haven Valdez loopt, vanwaar de olie per schip naar de havens van de Amerikaanse westkust kan worden vervoerd. Het project zou weliswaar 900 miljoen dollar kosten, maar dat kon de verwachte winst best dragen. Aanzienlijk minder vertrouwen in de onderneming hadden milieu-orga nisaties, die uit ervaring weten hoe oliemaatschappijen plegen om te springen mot de omgeving (een blik op het woud van boortorens in Texas is reeds /oldoende). Zij sloe gen onmiddellijk groot alarm. Vol gens hen was ^e pijpleiding een levensgrote bedreiging van het fra giele evenwicht in een van 's werelds laatste stukjes ongerepte natuur. Erosie Een pijpleiding betekent de aanleg van sintelwegen en landingsstrips, groot genoeg om Hercules-vliegtui gen te bedienen, twaalf opslagplaat sen en zeker zes pompstations, ieder 20.000 m2 groot. Daarvoor moeten ongeveer 20 miljoen kubieke meter grint weggegraven worden. En dat betekent onvermijdelijk venal twg en erosie. Het aanleggen van de pijpleiding, de vliegtuigen, die lan den en opstijgen, dc helikopters die de leiding controleren, zullen Alas ka's zeldzame dieren opjagen. Als de beesten naar andere gebieden vluch ten. zullen ze gedood worden door andere dieren of andere dieren do den. En daarmee het kwetsbare evenwicht in het gebied verstoren, 's Winters heeft een karibou er al zijn energie nodig om alleen maar in leven te blijven. Het dapperste hert kan dan gedood worden door een enkele wolf of door het geluid van een enkele bulldozer. De pijpleiding moet 350 riviertjes passeren, vele daarvan zijn broed plaatsen voor zalm en andere vis. Een lek in de leiding kan daar rampzalige gevolgen hebben. De lei ding moet ondergronds worden aan gelegd, want anders zal ze de levens lijnen van vele trekkende dieren afsnijden. Maar de warme buizen de olie moet verwarmd worden om vrijelijk te kunnen vloeien zuilen de bevroren onderlaag, de zogenaam de permafrost doen smelten. De permafrost is een eeuwig bevroren laag van aarde, kiezels en water, die verscholen onder een dun planten- dek, grote delen van Alaska be schermt. Smelt de permafrost, dan treden er verschuivingen en verzak kingen op. En daardoor kan de pijp leiding breken en zal ze de ruwe olie uitbraken m het maagdelijke landschap onherstelbaar vernietigen. Twee-derde van de pijpleiding zal een gebied doorkruisen, dat bekend staat om zijn gevoeligheid voor aardschokken. In de afgelopen 70 Jaar deden zich 23 aardbevingen voor die sterk genoeg waren om een pijpleiding te beschadigen of te ver nielen. In maart 1964 werden delen van Alaska getroffen door een serie aardschokken, die vier Indiaanse vis sersdorpen wegspoelden en grote schade aanrichtten in andere dorp jes. In totaal kwamen 74 mensen om het leven. Ook de havenstad Port Valdez werd overspoeld door vloed golven, waarvan sommige wel vijftig meter hoog waren. Deskundigen zeg gen dat het vrijwel zeker ls dat dc pijpleiding getroffen zal worden door één of meer krachtige aardbe vingen tijdens de periode dat ze in gebruik is Vanuit Valdez zullen tankers de olie na3r Amerika moeien brengen. Voor de lange, moeilijk wendbare sche pen is dat niet gemakkelijk. De zee Is erg grillig, de wind krachtig en dikke mistbanken belemmeren dik wijls het uitzicht. En ook hier kunnen aardbevingen hun vernieti gende kracht lalcn voelen. Ontsnap te olie bij ongelukken op zee of bij het laden in de haven vormt een bedreiging voor de visstand voor de Canadese en Amerikaanse kust. Als een Torrey Canyon op klaarlich te dag op een goed gemarkeerd rif kan lopen, wat kan er dan allemaal gebeuren op de gevaarlijke zee-route van Alaska naar de VS? Stopgezet Als het aan de olie-maatschappijen had gelegen, zou de pijpleiding reeds in vol bedrijf zijn. De tragi sche geschiedenis van de indianen en de buffels zou zich herhaald hebben. De laatste eskimo's en de laatste karibous zouden in een dood strijd gewikkeld Jjn. Maar gelukkig zijn steeds meer Amerikanen tot het Inzicht gekomen, dat de dollar niet altijd op de eerste plaats kan komen en dat de natuur zich niet steeds straffeloos laat plunderen. Terwijl de milieu-organisaties bezig zijn alle gerechtelijke wegen te bewandelen om het rampzalige project te verbie den. ls de aanleg van de leiding op bevel van de regering voorlopig stopgezet Maar de duizenden pijpen, die de oliemaatschappijen hebben la ten opslaan bij de Prudhoe-baai, ge tuigen van hun vertrouwen in de 'goede afloop'. Dit Is "het eerste artikel uit een serie van vier. Volgende artikel: Het lot van de eskimo's.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 11