Verkiezingen kunnen SPD nederlaag bezorgen DieWahl verloren? Van Kongo naar Zaïre: een riskante sprong Brandts coalitie kampt met ongeloofwaardigheid Moboetoe's doctrine sterk nationalistisch en rancuneus TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 JULI 1972 Buitenland Til Kif door Jaap den Boef De Westduitse kanselier Willy Brandt mag blij zijn dat de door hem voorgestelde vervroegde Bondsdagverkiezingen pas op 3 december en niet over een week worden gehouden. De kans dat de sociaal-democratische en liberale regeringspartijen dan door de oppositionele christen-democraten verslagen zouden worden, is namelijk nogal groot Zelfs het weekblad Der Spiegel, dat Brandt wel gezind is, houdt ernstig rekening met een nederlaag van de coalitiepartijen, al hebben ze de verkie zingen zo ver mogelijk voor zich uit geschoven. De strategen van de SPD en FDP meenden de zich verzettende christen-democraten in grote moeilijk heden te hebben gebracht door op een vervroegde stembusstrijd aan te sturen. Zij dachten daardoor de coalitie uit de moeilijkheden te halen, waarin die door het verloren gaan van haar meerderheid in de Bondsdag verzeild was geraakt. Het aftreden van 'superstar' Karl Schiller als minister van economische zaken en fianciën heeft echter een lelijke streep door deze rekening gehaald. Vanzelfsprekend doet men het thans in sociaal-democratische kring voorko men, dat er niets bijzonders aan de hand is; dat het werk van Schiller gewoon zal worden voortgezet en er dus geen veranderingen in het rege ringsbeleid komen; dat de eens zo grote populariteit van Schiller bijna geheel is verdwijnen, terwijl die van zijn opvolger de vroegere minister van defensie Helmut Schmidt juist bijzonder groot zou zijn. Hierbij vraagt men zich dan wel af, waarom zowel sociaal-democratische als liberale leiders hemel en aarde heb ben bewogen om Schiller te doen terugkomen op zijn besluit, afscheid van Brandts kabinet te nemen. Het is vooral de manier geweest, waarop men hem in het kabinet voor voldon gen feiten plaatste, die voor Schiller aanleiding was. de eer aan zichzelf te houden. Ook het feit, dat kanselier Brandt hieraan zijn medewerking ver leende, speelde een belangrijke rol Solidariteit Dit laatste is slechts ten dele waar, omdat Brandt niets afwist van enige samenzwering tegen Schiller (zijn mi nister voor de kanselarij Horst Ehm- ke was wèl van een en ander op de hoogte). Bovendien had de kanselier zijn superminister al veel te lang de hand boven het hoofd gehouden. Eensdeels siert het Brandt, dat hij een bijzonder lastige maar briljante minister niet zomaar aan de kant liet zetten. Een te groot solidariteitsge voel was er echter de oorzaak van. Brandt stelde Schiller in staat, zich weinig aan te trekken van de kritiek van zijn collega's In het kabinet. Dat de kanselier nog geen vijf maan den voor de verkiezingen van 3 de cember niet langer in staat bleek. Schiller de helpende hand te reiken, was een aanwijzing temeer dat Brandt wel zijn sporen had verdiend met zijn optreden op het terrein van de bui tenlandse politiek, maar dat hij de weg van de minste weerstand koos. als zich binnen het kabinet moeilijkhe den voordeden over wat gemakshalve met 'binnenlandse politiek' kan wor den aangeduid. Deze weg van de minste weerstand bewandelde Brandt telkens, wanneer hij superminister Schiller tegenover zijn rivalen in het kabinet ruggesteun gaf. Die houding was begrijpelijk. Schiller was een vakman en Brandt heeft ongeveer tien jaar lang een onbeperkt vertrouwen gehad in de scherpe kijk van zijn hooggeleerde medewerker. De kanselier moest wel. want voor hem was het terrein van financiën en economie (zoals voor zovele regerllngsleiders) terra incog nita. Ook kanselier Konrad Adenauer wist wat het betekende, met een mond vol tanden te staan tegenover een bijzon der knappe minister van economische zaken (de latere kanselier Ludwig Erhard). Niet de kanselier, maar de man van het 'economische wonder' ging bij de kiezers met de eer strij ken, hetgeen voor Adenauer een hard gelag was. Bij Brandt speelde deze factor wat Schiller betreft een te verwaarlozen rol. Het feit, dat hij al zijn kansen op het ene paard Schiller moest zetten, veranderde daar echter niet door. Vijf jaar Om de ontwikkelingen van de laatste weken op hun juiste waarde te kunnen beoordelen, moeten we meer dan vijf jaar in de geschiedenis van de Bonds republiek teruggaan. De sociaal-demo craten zaten toen nog altijd in de oppositiebanken en het was de vraag, of Willy Brandt een 'eeuwige ver liezer' bij Bondsdagverkiezingen zou aanblijven als leider van de SPD. Algemeen werd aangenomen, dat de toen al populaire Helmut Schmidt (die Schiller vorige week ging vervan gen) met de leiding van de partij zou worden belast en ook de kanseliers kandidaat van de SPD zou worden. Brandt zou als burgemeester van West-Berlijn langzaam in de vergetel heid zijn geraakt, als de liberale FDP niet uit de regeringscoalitie met de christen-democraten onder leiding van Ludwig Erhard zou zijn gestapt. De sociaal-democraten hadden ervaren dat de SPD als oppositiepartij altijd op het tweede plan zou blijven, zij grepen dan ook gretig het aanbod van de christen-democraten aan, een 'grote coalitie' te vormen ander leiding van Kurt Georg Kiesinger een compro mis-kandidaat van CDU en CSU, die als minister-president van de deelstaat Baden-WUrttemberg bijzonder popu lair was. Brandt werd minister van buitenlandse zaken (en als troostprijs vi ce-kanselier). Als minister van economische zaken bracht hij Karl Schiller mee. die bij wijze van spreken tegen de christen democratische 'wonderdokter' Ludwig Erhard kon opbieden wat zijn opvat tingen over de Westduitse economi sche politiek betrof. De SPD was terwille van de potentiële kiezers een burgerlijke partij geworden, die zich in weinig onderscheidde van de CDU Willy Brandt en de CSU. Zo ging zij ook de verkiezingen van 1969 in, met 'medi cijnman' Schiller als grote trekpleis ter. Zonder Schiller zouden SPD en FDP samen geen meerderheid in de Bondsdag hebben behaald. Te gering Die meerderheid was echter zu ge ring, dat de vorming van een coalitie kabinet van sociaal-democraten en li beralen geen politieke vanzelfspre kendheid was. maar 'n onvermijdelijk gevolg van de vastbeslotenheid van SPD en FDP een eind te maken aan de heerschappij van CDU en CSU, die toen al 20 jaar bestond. Grote ver deeldheid onder de christen-democra ten stelden SPD en FDP in staat, met een geringe meerderheid te regeren, mede dank zij de 'Ostpolitik' van de nieuwe kanselier, Willy Brandt. De verlening van de Nobelprijs voor de vrede aan de Westduitse kanselier leek definitief een eind te maken aan pogingen van de oppositie, de coalitie De voorpagina van het weekblad 'Der Spiegel' van 10 juli liet geen twijfel bestaan over de schade die het aftreden van Schiller dc positie van de SPD kan berokkenen. van Brandt en Walter Scheel (de liberale minister van buitenlandse za ken, tevens vice-kanselier) en de ver dragen met Rusland en Polen in moeilijkheden te brengen. Onbehagen over deze verdragen en over het financieel-economische beleid van de coalitie leidde er echter toe. dat kanselier Brandt zijn meerderheid in de Bondsdag verloor. En als oppo sitieleider Rainer Candidus Barzel het geduld had kunnen opbrengen om met het indienen van zijn 'construc tieve motie van wantrouen' te wach ten tot een beslissing over de 'Ostver- trage' zou zijn gevallen, zou Brandt thans vrijwel zeker leider van de sociaal-democratische oppositie in de Bondsdag zijn geweest, die het had moeten opnemen tegen kanselier Rai ner Candidus Barzel. Deze meende echter dat de voor de CDU gunstige uitslag van de verkie zingen in de deelstaat Baden- WUrttemberg (door Brandt en Scheel tot een 'volksuitspraak over de ver dragen met Rusland en Polen uitge roepen) een vernietigende uitwerking zou hebben op het prestige van de kanselier. Brandts politieke leven werd toen gered door enkele partijgenoten van Barzel, die bij de geheime stem ming over de 'constructieve motie van wantrouwen' weigerden mee te wer ken aan de val van Brandt en het op losse schroeven zetten van de 'Ost- vertrage'. Eigenlijk had Brandt Schiller vorig sche minister van financiën Alex Möller weigerde, nog langer onder het juk van zijn Schiller door te gaan. Al te gemakkelijk koos Brandt de zijde van zijn economische wonder dokter die hij om diens verantwoor delijkheid voor de verdere gang van zaken te onderstrepen ook de por tefeuille van financiën in handen speelde. De uittocht die het gevolg was van Schillers optreden als 'superminister weerhield de kanselier er niet van, hem ook verder 'carte blanche' te ge ven. Brandt had een weg betreden, waarop geen terugkeer mogelijk was. Het af treden van Schiller paste dan ook geenszins in de opzet van de kanselier. Wat was het geval? Schiller was de zelfde vakminister gebleven, die als paradepaardje van de sociaal-democra ten fungeerde die nog dolgraag se rieus genomen wilde worden als rege ringspartij. Vijf jaar na het eerste optreden van Schiller in de 'grote coalitie' van CDU/CSU en SPD waren de doelstellingen van de SPD echter veranderd, mede onder invloed van het optreden van de Jonge socialisten (Jusos), die een drastische hervor ming van de maatschappelijke structu ren eisten. Opportunisme Helmut Schmidt jaar al voor de keus moeten plaatsen, zijn beleid aan te passen aan het door de coalitiepartijen gewenste hervor mingsprogramma, of heen te gaan als minister. De gelegenheid daartoe deed zich voor toen de sociaal-democrati- De SPD was al geruime tijd bezig haar sociaal-democratische karakter te verliezen en socialistische trekjes aan te nemen. In de top wenste men echter de 'oudere generatie' niet te verontrusten en de grote tegemoetko mendheid van Brandt tegenover Schil ler valt voor een belangrijk deel te verklaren uit deze min of meer oppor tunistische houding van de partijlei ding. Want behalve de kanselier was ook de vroegere communist Herbert Wehner (lange tijd de theoreticus van de SPD) om zuiver tactische redenen een tegenstander van Schillers heen gaan. Deze tweeslachtige houding kan zich gaan wreken, nu Schiller voor de eer heeft bedankt tot aan de verkie zingen van 3 december de schone schijn op te houden. Dit twijfelachtige voorrecht heeft nu Schillers opvolger Helmut Schmidt, één van de belangrijkste vertegen woordigers van de 'rechtervleugel' in de SPD. Helemaal 'ongeschoold' is de nieuwe superminister niet, omdat hij economie en politieke wetenschappen heeft gestudeerd bij niemand minder dan prof. Karl Schiller, zijn voorgan ger. Een vakminister is Schmidt op economische zaken en financiën ech ter niet Brandt heeft de keus op hem laten vallen, omdat het parlement op reces is en het benoemen van een niet reeds tot het kabinet behorende minis ter 'technische moeilijkheden' ople vert. Bovendien is Schmidt de SPD-minis- ter die vele jaren (om zoveel moge lijk geld voor defensie in de wacht te kunnen slepen) de belangrijkste be strijder van Schillders politiek was. Ook de grote populariteit die men Schmidt (om nog niet aangetoonde redenen) meent te moeten toeschrij ven, zal een rol hebben gespeeld. Dit neemt niet weg, dat de nieuwe super minister slechts de 'lopende zaken' hoeft te behartigen en er nauwelijks aan zal toekomen, een eigen gezicht te geven aan het financieel-economi sche beleid van de Bondsrepubliek. Hij zal daar zelfs geen gelegenhei voor krijgen, omdat de linkervleug van de partij er geen genoegen mi zou nemen. Er zijn aanwijzingen d kanselier Brandt en andere leides van de SPD reeds besloten hebbe een belangrijke plaats in te ruime voor de ideeën van wat we gemal halve 'Nieuw Links' kunnen noeme Eén van de redenen die Schiller er te brachten, demonstratief af te trede was de wetenschap dat hij na i verkiezingen van 3 december zou wo den afgedankt. Helaas maakt de SPD van Wil Brandt thans de indruk een partij zijn, die van twee walletjes wil ete zij wil graag de activiteiten van i linkervleugel haar zegen geven o zoveel mogelijk jonge kiezers acht zich te krijgen, maar tegelijkerti doet zij alle moeite om de 'ouderen' doen geloven dat aan de invloed w die linkervleugel niet al te veel bet kenis moet worden gehecht. Zolang Schiller nog aan het bewii was, had de SPD het daar nog ni moeilijk mee. Na het vertek v Schiller zal de benoeming van conservatief ingestelde sociaal-den craat Helmut Schmidt niet kunn verhinderen, dat de SPD van Wi Brandt in de ogen van veel kiezi aan geloofwaardigheid zal verlieze Brandt zal in de komende maand ook nog een duidelijke keus moet maken uit twee mogelijkheden: 1. 'aangepaste' voortzetting van het nancieel-economisch en sociale beli van de christen-democraten (zo sinds 1969 is gebeurd), of 2. e drastische ingreep in de maatschap] lijke verhoudingen in de Bondsrej bliek, met alle gevolgen daarvan. In het eerste geval loopt de S! gevaar heel wat jonge kiezers v zich te vervreemden. Kiest Brai voor de tweede oplossing, dan m ter 'rechterzijde' een massale uittoi uit zijn partij worden verwac Slechts één ding is duidelijk: wel keus de kanselier ook maakt kans dat de coalitie haar meerderhi in de Bondsdag verliest, is er in geval. Verdrag met Praag Slechts een succes op het terrein v de buitenlandse politiek kan SPD FDP nog uitkomst brengen. Dat z< kunnen gebeuren als de vervroeg verkiezingen van 3 december in I teken staan van een felle strijd tuss voor- en tegenstanders van een r, malisatieverdrag met Tsjechoslowaki Er kan tegen die tijd een sfeer z gegroeid die herinneringen oprot aan de geladen stemming van enkt maanden geleden rondom de ratifi tic van de verdragen met Rusland Polen. Een soortgelijk akkoord i het bewind in Praag als inzet van verkiezingen zou de emoties fel d( oplaaien en de aandacht van talri kiezers afleiden van de werkelih problemen, die deze vervroegde \v kiezingen noodzakelijk hebben it maakt. r Dan zou vice-kanselier Walter Scl c nog gelijk kunnen krijgen met i snierende opmerking dat de 'beu king in november op de vraag 'Wit t Schiller?' zal antwoorden: een bek 4 de Duitse dichter'. Te oordelen n de interviews die de afgetreden mini ter veelvuldig weggeeft, is hij echt niet van plan, zo gauw in dp verge heid te geraken. door dr. G. J. C. van der Horst In Zaïre, het voormalige Kongo, heb ben zich een aantal spectaculaire ont wikkelingen voorgedaan. De lage grondstofprijzen voor het koper en de mondiale economische malaise ver oorzaakten een sterke economische te ruggang. Salarlsvennlndering. toene mende werkloosheid, en ontevreden heid waren er het directe gevolg van. Waarschijnlijk mede om deze onlust gevoelens weg te nemen, heeft presi dent Moboetoe een half jaar geleden een massale campagne gestart onder het motto Recours a l'Authenticité (beroep op de oorspronkelijkheid). De actie werd ingeluid door de mar kante naamsverandering van Kongo in Zaïre, de Invoering van een nieuw volkslied en een nieuwe vlag. Na elf Jaar onafhankelijkheid moest de de mocratische republiek Kongo een nieuw gezicht krijgen. De ingedron gen westerse cultuurvormen moesten verdwijnen en de Inwoners van Zaïre dienden een authentieke levenswijze te gaan telden. Het is op zichzelf een loffelijk initiatief de oude Afrikaanse cultuur nieuw leven In te blazen. Te dikwijls wordt de westerse wijze van teven klakkeloos overgenomen, met name door de heersende elite, die zich slechts ln dat levenspatroon ge lijk of superieur acht aan de blanke. Koninkrijk Vernederd In de koloniale tijd. econo misch uitgebuit in de ontwikkelings fase na de onafhankelijkheid, voelt men zich nog steeds tweederangs we reldburgert. Toch behoeft Zaïre zich niet over zijn afkomst te schamen. Toen Diego Cao In 1482 de monding van de Kongo ontdekte, trof hij er het hecht bestuurde koninkrijk Kongo aan. De geschiedenis van dit konink rijk is beter bekend dan van enig ander rijk in zwart Afrika. Er bestaan vele geschreven documenten van Por tugese, Spaanse en Italiaanse oor sprong over de Kongolese dynastie, die haar hoofdstad in San Salvador (het huidige Angola) had. Uit deze overlevering komt een duidelijk beeld naar voren van het onderwijs, de administratie en de technische presta ties uit die tijd. De zestiende eeuw was de gouden tijd waarin koning Alfonso I regelmatig afgezanten naar het Portugese hof stuurde. Ook stuur den Kongolezen toen adellijke jonge lieden naar Europa om aich daar te bekwamen. Het bekendste voorbeeld was Don Henrique, een zoon van Alfonso, die op 11-jarige leeftijd naar Lissabon werd gestuurd. In 1513 hield hij een rede ln het Latijn voor het kardinaalscollege in Rome. In de loop van de achttiende eeuw ls dit rijk door burgertwisten ten onder gegaan. Ook andere bentoe-rijken rijn ln de savannes, ten zuiden van het tropi sche regenwoud, opgekomen. Bij voorbeeld die van Bakouba, Balouba en M'Siri. De nieuwe tijd is echter als een wals over het verleden gegaan en de oude cultuur leeft nog slechts in vergeelde reisjournalen voort Geen eenheid De bevolking van Zaïre vormt geen eenheid. Er bestaat geen bantoe-ras. maar een bantoe-taal. waaruit de ver schillende stammen talen ontstaan rijn. Uit dit conglomeraat zoekt de partij voor de nieuwe tijd een ontwik kelingsmodel, geworteld in de 'traditi onele Afrikaanse samenleving' en ge voed door 'de bantoefilosofie'. Maar deze onderneming schijnt complexer te zijn dan ze op het eerste gezicht lijkt. In hoeverre kan de overleefde maatschappij-leer, die ontstaan is uit een traditionele Afrikaanse stammen- gemeenschap, de problemen van een technisch tijdperk oplossen? De stra tegie blijft gekunsteld zolang een dui delijke omschrijving van het model ontbreekt. Wat dat betreft ls het Tanzaniaanse experiment uniek in Afrika. Daar experimenteert men in het socialisme met overheersende waarden en normen van de oude samenleving: solidariteit en gemeenschapszin. Een Intensieve landbouwpolitiek is hier van het gevolg geweest, waarbij ge meenschappen in de geest van kib- boetzim gesticht zijn. In zijn ujamaa- ideologie heeft Nyerere uitdrukking gegeven aan deze geest van solidari teit en gemeenschapszin. Rancune Zo gerijpt is de authenticiteits-gedach- te van Zaïre kennelijk niet. Zij is antithetisch en stelt 'de bantoe-flloso- fie' als tegenhanger van het westers cultuurpatroon. Uit de gebruikte slo gans is echter geen mensbeschouwing of maatschappijleer te distilleren, die de sociale en economische problemen van het land kan oplossen. De doctri ne is sterk nationalistisch en draagt veel kenmerken '-an rancune jegens de koloniale bezetter ;n zich. Hiervan getuigt de beeldenstorm van oudjaar 1971. Op die dag werden alle standbeelden van koloniale helden van hun sokkel gelicht. Ook het reus President Moboetoe, Josepth Désiré, die nu Moboetoe Sese Seko heet. achtige beeld van Stanley, die uit keek over 'zijn' rivier de Kongo, werd in Kinshasa geslecht. Op nieuwjaars morgen waren nog slechts de ïulnes te bezichtigen. De authenticiteit wordt voorts symbo lisch beleden. Kongo werd vervangen door Zaïre, verscheidene plaatsen en provincies werden herdoopt. De be kende Koperprovincie Katanga heet nu Shaba. Ingrijpender was de maatregel van de president van 15 februari, waarbij opgeroepen werd al le persoonsnamen van buitenlandse oorsprong te wijzigen in namen, ont leend aan die van voorouders. Zelf gaf hij het voorbeeld door zijn naam, Moboetoe, Joseph Désiré, te wijzigen in Moboetoe Sese Seko. Plotseling stonden de Zaïrese kranten vol met naamswijzigingen, waardoor er soms een babylonische spraakverwarring heerste. Oppositie Van kritiek op de nieuwe maatregel was geen sprake tot in januari het katholieke maandblad Afrique Chré- tienne verscheen met een redactioneel commentaar op de authenticlteits-poli- tiek. Dit nummer heeft kardinaal Ma- loela zijn kop gekost. In het artikel werd de vraag gesteld in hoeverre de oude Afrikaanse filosofie de actuele problemen van de moderne wereld kan oplossen. Het stuk vervolgt: 'We hoeven niet meer als neger het recht op te eisen om als 'waardig mens' door de buitenwereld aanvaard te worden. De inzet is niet meer de erkenning van dit recht, maar de uitoefening ervan We moeten tot da den overgaan en door de verwezenlij king ervan kunnen we onze waardig heid als Afrikaan opleggen. Het gaat er niet om slogans te uiten over onze originaliteit, onze waarden Maar we moeten voor het oog der wereld, deze oorspronkelijkheid en deze waarden in feiten omzetten'. Doopnamen De kardinaal van Kinshasa werd als de kwade genius achter dit artikel gezien en in grove termen betichtten de autoriteiten hem van een oneerlij ke oppositie. Onder sterke druk van de regeringspartij moest Maloela op 11 februari Zaïre verlaten. Hij ver blijft nog steeds in Rome. In het kielzog van de kardinaal werden nog vier buitenlandse priesters uitgewe zen. De confrontatie met de roomskatholie- ke kerk richtte zich ook nog op een ander front. In het kader van de naamsveranderingen was het de partij een doorn in het oog dat de roomska- tholieke kerk als vanouds heiligen namen bij de doop meegaf. De partij droeg de kerk op voortaan uitsluitend te dopen met authentieke Zaïrese na men. Toen van de zijde van Rome bevestigd werd. dat de doop- en heili gennamen ontkoppeld konden worden, werd de'e mededeling door de pers in Zaïre ten onrechte geïnterpreteerd als zou de paus kardinaal Maloela gede savoueerd hebben. Zaterdag 19 febru ari werd tot feestdag geproclameerd en in het hele land werden marsen demonstraties gehouden ter vief van deze 'overwinning' op Maloela. Op bevel van het Bureau Politii werd in deze tijd het grootsemina Johannes XXIII in Kinshasa geslol I omdat het bisschoppencollege i toegestemd had in de installatie j de JMPR, de jeugdbeweging van partij, in het seminarie. Nadat secretaris van het college, pater Jl mans. door de autoriteiten uitgewe was. is het college voor de druk het Bureau Politique gezwicht, staat heeft daarop het seminarie op april weer geopend. Q Door haar sterke positie en het organisatie heeft de rooms-katholi kerk zich kritischer opgesteld dan andere religieuze groeperingen. 1 kan men van de protestantse ker li aan opbouwende kritiek verwacl a wanneer zij over 50 verschillende i dingen verdeeld zijn? Met het doel1 godsdienstige groepen vast in de h te krijgen, heeft de minister justitie op 7 januari besloten, slechts drie protestantse kerken Zaïre toegelaten zullen blijven, die de Eglise du Christ au Zaïre (natii e le protestantse raad van kerken) J n ticiperen Dc fundamentalistische r dingsgenootschappen en de daa:*,. voortgekomen kerken, kunnen i moeilijk vinden in deze raad, officieel lid is van de wereldraad g kerken, Spanningen en breuken in protestantse missies zijn daarom i s uitgesloten. Een zekere rechtvaar! je heid kan aan deze justitiële eis i ontzegd worden, >.ndat het land v e nig gediend is met een dergel grote veelvuldigheid van geloofs r kondiging. Mobilisatie Een volk dat uitsluitend leeft bij gratie van ontwikkelingshulp, k zijn afhankelijkheid nooit te bot Tenzij het ontwikkelingsland de til den met de neo-koloniale help doorsnijdt en een zelfstandige eed mische politiek voert, zullen de afh ic kelijkheid en uitbuiting immer i rl, ven. Een dergelijke politiek, die vc lopig tot een isolement leidt, vei ai de steun van de gehele bevolk er Indien de Recours 1'Authenticity te Zaïre deze mobilisatie in Zaïre be fe deren zal en niet de aandacht van fundamentele economische crisis leidt, zal haar betekenis van werk ke waarde voor de Afrikaanse we er zijn. Het is echter zeer de vraag o ar zich tot dit niveau verheffen zaL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 14