Ondergang als redding Voor je plezier naar het - Arnhems - museum Een pelgrims reis door de tijd TROUW XWARTET ZATERDAG 1 JUU 1072 Kunsl Til Kil Saul Bellow behoort tot de be langrijke Amerikaanse auteurs van onze tijd. Hij werd uit Rus- sisch-joodse ouders in Canada ge boren. In 1924 vertrekt het gezin naar Chicago, waar Bellow enkele jaren literatuur studeert; later gaat hij over op antropologie, maar ook dit maakt hij niet af. In 1937 komt zijn eerste werk uit: 'Bachelor's degree'. Hij kreeg ook in Nederland vooral bekendheid door 'Heraog', waarvoor hij in Amerika onderscheiden werd met de "National book Award'. Hij had toen al verscheidene malen Ame rikaanse en andere eerbewijzen ont vangen. In 1956 kwam 'Seize the day' uit, dat thans in Nederlandse vertaling als 'Pluk de dag1 verschenen is. Het Is een korte roman, die een enkele dag uit het leven van een Jood van middelbare leeftijd beschrijft. De ze Tommy Wilhelm is een zwaar ge bouwde. blonde knappe man. Hij heeft zijn vrouw en twee zonen verla ten. omdat hij niet tegen zijn vrouw op kon, maar hij onderhoudt ze wèl. Hij woont in een hotel in New York. waarin ook zijn vader, een weduw naar. een vermogend arts in ruste, verblijf houdt. Tommy Wilhelm heeft zijn naam veranderd. Zijn vader heet Adler en deze noemt hem nog steeds hij zijn oude voornaam Wllky. 'Pluk de dag' is het relaas van een ondergang. Het is niet zo. dat Bellow een indringende, maatschappij-kritiek geeft, of de Amerikaanse samenleving hekelt. Dat alles is er wel in te vinden, maar maakt de kern van het door J. van Doorne boek niet uit. Nee. het boek beschrijft een mens, op zoek naar de zin van zijn leven. De held van het boek is een anti-held. Tommy Wilhelm is een immigrant. Ik bedoel dat niet in de letterlijke zin, zo als dat bij Bellow zelf het geval is. Tommy Wilhelm, een matig begaafde jongen, is opgegroeid in een wereld van intelligente, in het leven geslaag de mensen Zijn vader heeft zich zeer onderscheiden en Tommy meent, dat hij zich eveneens onderscheiden moet. Hij gaat studeren, maar maakt zijn studie niet af. Hij gaat naar Califor- nië. want hij meent, geschikt te zijn voor de film. Daar valt hij in handen van een charlatan; daarenboven valt de film-test niet goed uit. Terug naar de universiteit wil hij niet. Later bouwt hij zich een positie op als hoofdvertegenwoordiger, huwt een knappe, van binnen harde vrouw, die wèl een graad gehaald heeft. Dat houdt hij niet uit. Hij zegt zijn baan op omdat hij in feite gedegradeerd wordt, gaat in hetzelfde hotel wonen waarin zijn vader woont en krijgt kennis aan een wonderbaarlijke op lichter die zich voor uitvinder en psychiater uitgeeft en aan wie Tommy zijn laatste geld geeft om ermee op de beurs te speculeren. Hij raakt het prompt kwijt. Zijn vermogende vader weigert hem te helpen. De oude arts schaamt zich voor zijn zoon. de mis lukkeling. en hij heeft daarom een hekel aan hem. Tommy is inderdaad een mislukke ling; niets gelukt hem; het gelukt hem zelfs niet, te scheiden, want dat wil zijn vrouw niet: aj heeft hem geprest, haar méér geld af te staan dan een rechtbank haar ooit zou toe wijzen Ieder die hij ontmoet, geeft hem goede raad. beleert hem. houdt zich met hem bezig, maar niemand helpt hem. Tommy doet niets anders dan blunde ren op elk gebied. Ten diepste is hij een schlemiel die telkens weer de boot mist. omdat hij niet wil erken nen, dat hij een schlemiel is. Hij is slachtoffer van een milieu en een maatschappij, waar slechts geld en macht aanz-ien geven. Tommy, met zijn knap uiterlijk en zijn eerzuchtige dromen, is tussen de raderen van een genadeloze stadscultuur gekomen. Hij is een groot kind. dat maar niet begrijpen kan. waarom alles bij hem verkeerd is. Hij laat zich door zijn vrouw, figuurlijk dan altijd, uitkle den; zijn vader beledigt hem en laat hem ondergaan, zijn vriend bedriegt hem. De roman heeft een open einde; de lezer krijgt niet te horen, hoe alles tot een einde komt. Zonder vader, zon der vrouw, zonder baan, zonder vrien den en zonder geld komen bij Tommy tijdens een begrafenisdienst van een onbekende de verlossende tranen. De laatste zinnen van de roman lui den aldus: 'De bloemen en lichten vloeiden in Wilhelms verblinde, natte ogen extatisch ineen; de zwaarmoedi ge muziek golfde, ruisend als de bran ding. zijn oren binnen. De klanken vonden hem waar hij zich temidden van de menigte had verborgen, in de grootse en gelukkige vergetelheid van zijn tranen. Hij hoorde ze en zonk d eper dan zijn zorgen, dooi het ver scheurende gesnik heen. naar de ver vulling van de allerdiepste behoefte van zijn ziel. Als verhaal is 'Pluk de dag' in hoge mate boeiend. Bellow is niet voor niets vele malen voor ajn werk on derscheiden Het leven in het grote hotel, de gesprekken en vooral de beurs-scènes, 'het komt allemaal op levendige wijze bij het lezen over. De stijl is. ook in de vertaling, beeldend en direct. Bellow gebruikt geen om haal van woorden, hij schrijft niet literair. Toch laat de roman mij na het lezen enigszins onbevredigd. Ik verlang waarlijk geen moraal aan het einde. Maar Bellow laat zijn anti-held niet tot de erkenning komen dat hij mis lukt is omdat hij niet in nederigheid zijn eigen beperkingen heeft aan vaard. Tommy Wilhelm is een ontheemde, een ontwortelde, een slachtoffer van een meedogenloze wereld, die nauwelijks meer ethische waarden erkent en slechts het geslaagd zijn als criterium neemt voor waardering. Aan het einde van het boek is hij ^en kind. dat snikkend beseft, dat er een andere zin moet ajn van het leven, dan het geslaagd zijn. Aartsmoralist als ik ben, had ik graag gezien, dat Bellow zijn held ook die andere zin had doen vinden. Maar ik besef, dat een criticus een auteur niet mag verwijten, dat deze zijn eigen inzichten niet heeft. En het kon wel eens zijn. dat de auteur door de diepere zin van het leven niet te verwoorden, de lezer dwingt om voor zichzelf die zin te formuleren. Aan de roman is een beschouwing over Bellow en over speciaal diens 'Pluk de dag' toegevoegd. Zij is van de hand van Alfred Kazin. Ik kan niet nalaten, een enkel, zij het wat lang uitgevallen citaat aan deze be spreking toe te voegen. Ik vind dat nawoord namelijk meesterlijk; het verhoogt in sterke mate de belangrijk heid van deze uitgave. Kazin schrijft op pag. 146 het volgen de. Het is uit mijn hart gegrepen en het maakt het belang van Bellows werk duidelijk. 'De neiging van de intellectueel tot zelfbevestiging heeft op gezette tijden blijkbaar getriom feerd over het gevoel voor humor, de nuchterheid en de onvergelijkelijke vitaliteit van de Engelse roman. Eén oorzaak van deze nieuwe, vreem de zwakheid deze te zeer half bewuste of zelfs opzettelijke zwakheid van de zijde van zoveel individuele romanschrijvers ;s hun bijgelovig ontzag voor recente literaire traditie, hun behoefte zich te associëren met de door Proust en Joyce ontwikkelde •revolutie van gevoeligheid'. Precies zoals zoveel huidige schilders zich aan een theorie schijnen te hebben opge hangen, altijd een nieuwe stunt uit te denken, om de 'uitputting van de oude vormen' aan te tonen, zo" hebben veel romanschrijvers zich geïdentificeerd met de nieuwe 'literaire stijl'. De opvallende veracademisering van de literaire smaak van onze tijd heeft geresulteerd in een verafgoding van het modernisme. De roman, waarvan het essentiële karakter als medium altijd de volstrekte vrijheid is ge weest, die zij, sinds de achttiende eeuw, heeft gegeven aan de verper soonlijking en concretisering van er varingen, is juist deór die vrijheid en buigzaamheid in de behandeling van feitenmateriaal een hindernis gewor den voor de vele overontvankelijke intellectuelen, die zich niet meer als vrije mensen beschouwen, die geen natuurlijke liefde hebben voor de op zichzelf zinloze feiten van het mense lijk bestaan, en die dus de roman niet meer zien als de onmisbare, vrije en meest overvloedige expressieve vorm van leven'. i Saul Bellow: 'Pluk de dag'. Oorspron kelijke titel: 'Seize the day'. Vertaling van Bob den Uyl. Meulenhoff-reeks. Aantal pagina's 160. Voorzien van bio- en bibliografische gegevens. Prijs: 7.50. door G. Kruis Door spandoeken word je er in Arnhem op attent gemaakt dat museumbezoek heus niet altijd zo'n ingewikkelde daar-moet-je- verstand-van-hebben kennersaan gelegenheid hoeft te zijn, waar het nog maar al te vaak voor wordt aangezien. En soms ook is. Kijk voor uw plezier in het Arn hems Museum' staat er en Pierre Janssen, directeur van die instel ling. maakt dat weer eens waar: De maruer waarop hij dit soort din gen (steeds) doet. heel gewoon en vanzelfsprekend, schijnt, in vakkrin gen, toch niet iedereen te liggen. Ik heb er nogal eens schamper over horen doem. zoals er schamper gedaan werd over Janssens televisie-presenta tie. waarvoor zelfs een daarvoor niet in kunst geïnteresseerd publiek thuis bleef. En 't gekke is dat die kritiek vooral uit een hoek komt, waar ze het juist alüjd over de democratisering van de kunst hebben. Maar dan wel op de manier, zoals zij dat graag zien. Dus zal het wel op jaloezie berusten want en dat moet maar eens gezegd zijn als er één aan dat probleem van die democratisering, zo mem wil popu larisering van de kunst heeft gesleu teld, is dat Pierre Janssen wel. Zo heeft hij ook van dat deftige sociëteitsgebouw in Arnhem, dat later een even deftig museum werd, een plaats gemaakt waar velen kun je steeds weer concluderen graag ko men. Over drempelvrees kan hier niet eens meer gesproken worden, want een van de eerste dingen die Janssen deed. was de drempels laten wegbre ken. 't Hele museum werd deel voor deel opgeknapt, er kwam een uitblaas- ruimtc. door het hele gebouw staan banken en lichte stoeltjes, die je overal kunt neerzetten waar je wilt, er ;s soms een zacht muziekje en er zijn altijd kostelijke tentoonstellingen. Allemaal heel gewoon en een beetje huiselijk; het Gemeentemuseum Arn hem mag dan niet het mooiste, groot ste of meest moderne museum van ons land zijn. ik durf wel te beweren, dat het het meest menselijke is. dat ik ooit be/ocht. een gelegenheid waar je werkelijk voor je plezier heen gaat. Ook nu weer. Welke tentoonstelling je ook wilt zien. Want er zijn er meerdere en het is allemaal zo geor ganiseerd. dat je ze als vanzelf alle maal ziet. Bij het binnenkomen Is dat 'kunst voor het café', de Jacobus Boelencol- lectie (waarover ik het al eerder had en die binnenkort is afgelopen) en op weg naar de tentoonstelling Verbor gen schilderijen uit het Rijksmuseum' (mijn oorspronkelijk doel) kom je dan langs de vitrines in de (oude) hal. die een deel van de expositie 'Het ijzeren paard van stal' herber gen. Bewegend speelgoed van vroeger. Geen antiek, maar gewoon oud speel goed. Soms overigens gewoon uniek, 't Zijn stukken, die uit een viertal collectus gekozen zijn. soms dingen, die je nog nooit gezien hebt. zoals dat schip van Markim, een stukje rijke- luisspeelgoed uit 1919 (col!. Colde- wijn). in mijn herinnering bijna een meter lang. met alles d'r op en jd'r aan. En echt op stoom uiteraard. Of die grote brandweerauto (coll. Len- sink) die rijdt en spuit op stoom, prachtig is uitgevoerd en die in 1909 al 92 mark kostte, een bedrag waar voor toen menigeen een paar maan den moest werken. Vitrines vol machientjes, stoom en he- telucht. hele degelijke en bazaargoed. voorwerpen, waan oor je. als je de goede leeftijd hebt. Je neus nog net zo hard tegen het glas aandrukt als in de twinitiger of dertiger jaren. En die gevalletjes, die erbij hoorden, die door die machines aangedreven wer den: van de befaamde (echt) zagende, hakkende en hamerende blikken man netjes tot complete dorsmachines toe. Speelgoedauto's en motoren, van pri mitief en goedkoop toentot automo bielen met echte cardan-assen, karretjes met paardjes, één zelfs met een zebra en in een andere zaal. beneden, de treinen, bij honder den, zeer kostbare, voortbewogen door stoom of elektriciteit maar ook van die alleen maar kostelijke veer-dinge- tjesAls je dat hier allemaal zo ziet, groeit de spijt dat je er niet wat zuiniger op bent geweest. Zeer bijzon dere exemplaren: een complete oorlogs- trein, uit 1914, compleet met ge- schutskarretjes en zelfs zo'n wankel vliegtuigje en een volledige circus- trein van Sarrasani. Nog gelezen bo ven de ingang van een stationnetje: 'Platzkarten Geredhouden'. Op deze tentoonstelling van bewegend speelgoed staat het meeste stil. behal ve dan de trein een grote Bing uit 1925 op een prachtig uit oud materiaal samengesteld emplacement. Begeleid ook door historische geluiden: opgenomen in 1957 op de hoofdlijn Exeter-Pl.vmouth van de vroegere Great Western Railway in Engeland. Tussen de stoommachines en elektri sche treinen door word je dan gecon fronteerd met de schilderijen die Pierre Janssen in de depóts van het Rijksmuseum te Amsterdam bijeen zocht. Eigenlijk was het de bedoeling een tentoonstelling te maken van schilderijen van negentiende eeuwse schilders, die toen beroemd waren, althans naam hadden, namen die nu geen sterveling zich kan herinneren. Dat b'.eek er niet in te zitten. Door een toevallige ontmoeting met het 'Prinsesje' (een prachtig kinderpor tret) van Paulus Moreelse kwam hij op een idee een soort keuze te bren gen uit de enorme kunst-produktie van onze zeventiende eeuw. Uitgangs punt was niet de naam of de faam van de schilder maar het 'bekijkwaar dige van het schilderij, min of meer in de trant van de burgers en boeren, die de Engelsman John Evelyn in 1641 schilderijen zag kopen... op de Rotterdamse jaarmarkt. Zeventig schilderijen dus uit het Rijksmuseum het grootste bruik leen van dat museum tot nu toe in Arnhem. Zeven zalen vol. ieder met een eigen onderwerp en karakter. De eerste, de zaal der kinderen vond ik persoonlijk wel één van de fijnste Niet de vrolijkste. Want je voelt er medelijden met die kleine rijke jonge tjes. die in hun spel wel erg gehin derd moeten zijn door de keurslijfjes Picter Jansz. Sacnredam: Interieur van de Mariakerk te Utrecht. en de lange rokken van de meisjcskle- ding die zij jarenlang behoorden te dragen. Meisjeskleding, die overigens niets anders was dan dameskleding in miniatuur. En je verbaast je over dat prachtige, intens geduldig gezichtje van de eigenlijke 'aanstichtster' van deze tentoonstelling 'Het Prinsesje' misschien een dochtertje van Ernst Ca- sirnir van Nassau een gezichtje.dat tot onbeweeglijk gedoemd was tussen een ongelooflijk o\erdadigc opschik. Een hoge. opstaande kanten kraag, kanten manchetten, een driedubbele r:j parels z~wel om het tengere halsje als om de polsen, vele kettingen, een broche, oorbellen, zwaar geborduurde en bestikte kleding, een roos in 't haar, zelfs het kleine hondje dat mee- poseert is versierd. Of het portret van een jongetje van Willem van Vliet, dat met die grote platte hoed. zijn jurk en het zware kr-is doet denken aan eer. miniatuur-ka/dinaaltje. Volgende zaal: die van de machtige Willem van de Velde de Jonge: Woelig water. heren, een schuttersmaaltijd er verdringen zich niet minder dan 23 van die stoere jongens op dit doek van Nicolaas Eliaszn: de vier overlie den van de St. Sebastiaans of Hand boog. len te Amsterdam met o.a. Frans Banning Cocq, die ook nog'es voor een ander schilderijtje poseerde en. nog een voorbeeld, 'Prins Mau ri ts en Frederik Hendrik wandelend op de Korte Vijverberg' van Adam van Brcen. door Janssen heel duide lijk gekenschetst als 'een heel gek .schilderij'. Verder de zaal van het landschap (met toch wel grote namen als Ber- chem. Savery, Saftleven, Koninck; de zaal van handel cn wandel (genre), het kabinet van het aandachtig kijken, stillevens van bloemen, vruchten en insecten, dieren Heda, Van Huy- sum. Metsu en kerkinterieurs o.a. van Saenredam. In de zaal van het water en de zeeslagen natuurlijk de oude en jonge Van de Velde en tenslotte de zaal van het samenzijn met vier (van de zeven) werken van barmhartigheid van Michiel Sweets en een uniek uitzicht op de (echte) Rijn. In een van de zalen staat een t.v.- achtig apparaat en vandaaruit praat Janssen, na een druk op de knop cn aan de hand -an een aantal dia's, de hele tentoonstelling op een boeiende en geraffineerde manier aan elkaar. Hij begint bij een van die geschilder de jongetjes, uit de gegoede stand die (dus) later wel schutter zou worden, schutters, die er overigens niet waren om oorlog te voeren maar om gezel lig samen te eten. Met de handen deden ze dat toen. Vandaar die knob bels op die roemers; op zo'n schutter- stuk zie je ze afgebeeld en ook op dat schilderij van Heda. En uiteraard staat er een exemplaar in een vitri neVia stillevens naar handel en wandel, over een gouden eeuw waarin de meeste inwoners van Amsterdam van de bedeling leefden, bedeling dus werken van barmhartigheid enzovoort. Nog meer heldere informatie over deze inderdaad zeer 'bekijkwaardige' tentoonstelling in een door conserva tor drs. J. R. de Groot geschreven en door Harrie A. Gerritz zeer hanteer baar ontworpen wandelgids. Met acht illustraties en toch maar een gulden Tenslotte zijn er nog de 'Messen cn vorken. 1500-1800' uit het Haags Ge meentemuseum. Alles bijeen 'n plezie rig en veelzijdig (en gratis) doel voor .•en fijne vakantiedag. En nog lang daarna, want de 'Verborgen schilderij en uit het Rijksmuseum' blijven nog u>t eind van het jaar in de Arnhemse openheid, het speelgoed tot 2 oktober ?n de messen en vorken gaan eind iu!i weer naar Den Haag terug. Men houdt het niet voor moge lijk, maar het is zo: na precies 1 week is Roy Hills film 'Abat toir 5' uit het Amsterdamse bioscoopprogramma verdwe nen. Amsterdam heeft een van de mooiste en intelligentste films van dit jaar kennelijk eenvoudig naast zich neerge legd en men kan slechts gis sen naar de reden daarvan. Het ontslaat de kritiek echter niet van de taak om de film on der ieders aandacht te brengen. Tenslotte zijn er méér steden dan Amsterdam en verder zou het echt niet verwonder lijk zijn, als de film na enige tijd een triomfale come-back zou beleven. 'Slaughterhouse 5' is de titel van Vonneguts beroemde roman die door Roy Hill verfilmd is. In het boek en in de film is echter meest sprake van 'Sohlachthaus ftlnf'; het. gemeentelijke abattoir im Dres den, waar de hoofdpersoon, Billy Pilgrim, geïnterneerd wordt tij dens de laatste maanden van de tweede wereldoorlog, nadat hij bij het Ardennenoffensief krijgsgevan gene is gemaakt. In de onderaardse ruimten van het abattoir heeft Billy Pilgrim het afschuwelijke en meedogenloze bombardement van Dresden meegemaakt, waarbij 135.000 mensen omkwamen. De atoombom op Hiroshima doodde iets meer dan de helft, maar de vernietiging van Dresden is niette min lange tijd veel minder bekend gebleven. Er is maar weinig over geschreven. Kurt Vonnegut, die zelf als krijgsgevangene dit infer nale gebeuren heeft meegemaakt, heeft er een hoogst origineel boek over geschreven, waarin de hoofd persoon, Billy Pilgrim, een won derlijk, men zou kunnen zeggen: psychopathologisch 'geval' is: hij is zijn controle over de tijd kwijt geraakt. 'I've come unstuck in ti me'. schrijft hij later, als hij een welgestelde Amerikaan van middel bare leeftijd geworden is, in een ingezonden brief aan zijn regionale krant. Hij is dan hersteld van een zware vliegtuigramp, die hij als enige overleefd heeft en waarschijnlijk daardoor is een 'af wijking' manifest geworden die hij overigens al tijdens zijn oorlogser varingen had: hij is weerloos uit geleverd aan zijn verleden en aan zijn toekomst maar ook nog aan een tijd in de vierde dimensie: zijn leven op de onbekende planeet Tralfamadore. Als Billy Pilgrim na het vliegtuig ongeluk urenlang met zware hoofdwonden in de sneeuw ligt, voor er hulp komt opdagen, is het enige dat hij voortdurend mom pelt: 'SchJachthaus ftlnf'; het is de kreet die de bevelvoerende Duitse commandant in Dresden de krijgsgevangenen uit het hoofd laat leren voor het geval zij in Dresden de weg kwijt zouden ra ken. Het is een luguber wacht woord. alles zit eraan vast zo wel het bombardement als de fusil lering van Billy's vaderlijke vriend Derby; maar tegelijk is het een soort van houvast, want alleen dankzij dat abattoir heeft Billy de katastrofe van Dresden overleefd. De film is een continue bewust zijnsstroom waarin chronologische ordening volkomen is uitgevallen. Het is een bewustzijnsstroom die voor een belangrijk deel door Billy's oorlogservaringen bepaald wordt. De beelden daarvan hebben een zo overweldigende authentici teit dat het niet anders kan of ze zijn in scène gezet door mensen die het zelf hebben meegemaakt. De reconstructie van zo'n 'Nacht und Nebel'-operatie waarmee de Duitse kampbewakers hun gevangenen in een vernietigingskamp voor Russen opwachten, is huiveringwekkend echt. De sfeer van een Duitse stad in de laatste maanden voor de definitieve vernietiging is even juist getroffen als de kleding en de gelaatsuitdrukking van de be volking. De film zit vol close-ups van gezichten van Duitsers; ze zijn door Billy Pilgrim misschien maar een paar seconden onbewust waargenomen; ze staan in de 'in nerlijke waarneming' ook maar een paar seconden op het doek. Maar ze blijken onuitwisbaar in het geheugen gefixeerd en die- Filmkroniek door dr. H. S. Visscher -i - Billy Pilgrim (Michael Sachs) Dresden na het bombardement zelfde kracht hebben die close-ups ook voor de toeschouwer. Het zijn gezichten van Duitsers. Een enkele maal vijandig, dikwijls ook vrien delijk, soms peinzend, soms vol strekt wanhopig. Groot is de aandacht voor de kinderen Billy zelf is als soldaat nog niet meer dan een groot kind en het zijn de kinderen van Dresden die de intocht van de krijgsgevangenen in de nog ongeschonden stad tot een ijl, bijna sprookjesachtig feest ma ken. Bijna niemand van hen zal het bombardement overleven en die wetenschap-achteraf geeft Billy's innerlijke waarneming aan die gezichten iets onvergetelijks dat met een grote, liefdevolle aandacht geobserveerd wordt. Maar het verleden van de middelbare Billy Pilgrim bestaat uit méér: zijn huwelijk met een steeds snoe pende, onbenullige echtgenote, zijn maatschappelijke successen, zijn kinderen. Als Billy aan diit ver leden wordt uitgeleverd, gaat ook de kritiek meespelen die hij misschien deels onbewust altijd gevoeld moet hebben. Hij is een goed echtgenoot maar in zijn in nerlijke waarneming komen de on benulligheid van zijn vrouw en het tekort van zijn huwelijk er over duidelijk uit. Haar pathetische dood zij komt om in haar Cadillac als zij in woeste vaart naar het ziekenhuis racet waar Billy na het vliegtuigongeluk heen is gebracht krijgt het effect van een slapstick-scène, en dat effect berust alleen op de latente kritiek die hij altijd tegenover haar gehad heeft. Droefheid, tederheid, kri tiek, angst en het bewustzijn van het eeuwig tekort alles krijgt in die innerlijke waarneming dwars door alle tijdsgrenzen heen gestal te. Maar tegelijk brengt die innerlijke bewustzijnsstroom nog veel diepere lagen naar de oppervlakte: Billy's bestaan tussen de twee polen van vader- en moederimago. Het vader- imago wordt vertegenwoordigd door Derby, een waarachtig vader lijke vriend. Later, in Dresden, wijkt het voor een nieuwe gestalte: de Duitse commandant. Achter hem aan gaat Billy de katacomben van 'abattoir 5' binnen; achter hem aan wordt hij later uit die veilige beslotenheid naar buiten gevoerd in de hel van het brandende Dres den. Ook Billy's échte vader is er een ogenblik, in een jeugdscène waarin hij zijn zoontje in het wa ter gooit om hem zo zwemmen te leren. Wat doet Billy? Hij laat zich passief in het water zinken. Hij wil niet meer bovenkomen. Water is het moedersymbool bij uitstek. Wat Billy wil is: in <je moeder blijven. Niet naar buiten treden. Lang nadat hij in het zie kenhuis uit zijn bewusteloosheid ontwaakt is, blijft hij onder de deken liggen, met één oog door een spleet naar buiten loerend, tot zijn moeder hem roept: 'This is mammie. You can come out Veilige beslotenheid en 'uittreden' dat zijn belangrijke structurele elementen van de film, die in allerlei varianten gestalte krijgen. Het sterkst op Tralfamadore. waar Billy in de vierde tijdsdimensie met het pin up-sterretje Montana Hadwick idyllisch samenleeft in een hermetisch gesloten koepel. Hij kèn er niet eens uit, want de atmosfeer eromheen bestaat uit louter cyanideWaarschijnlijk heeft dat al iets te maken met het sterven van zijn moeder aan kool monoxide tengevolge van het auto ongeluk. In ieder geval: de apothe ose is duidelijk een oerbeeld van moederlijkheid, nl. als Montana haar kind voor het eerst de borst geeft. Buiten de koepel ontsteekt het onzichtbare publiek van Tralfa- mondianen een gigantisch vuur werk. Het is schitterend en feeste lijk maar het zou net zo goed een afschuwelijk bombardement kunnen zijn Dresden bij voorbeeld Men kan maar beter 'binnen' blijven. 'Slaughterhouse 5' is veel meer dan een vreemdsoortig experiment met de tijd. Het is ae verkenning van een mensenbestaan tot in zijn diepste existentiële lagen. Het is een weergaloos knap opgebouwde psychologische film een film die ontroert cn beklemt en doet lachen. Een film, waarvan men niet gauw los komt U moet hem écht wel gaan zien wifir hij dan ook draait

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 14