even als literatuur r Cynisme en inzicht bij Alberto Moravia Venetië is niet veel veranderd.. Surinaamse tragiek (V/KWARTET ZATERDAG 3 JUNI 1972 Kunst T19/K19 uit Le Genou de Claire. RIC ROHMER bbi roniek door dr. H. S. Visscher lenl zomernummer 'Sight and Sound' 1971 zet Eric Rolimer in een hem afgenomen interview uit fat hij onder een 'conté moral' verstaat. Die uiteenzetting is bepaald niet overbodig. Rohmer adal vele jaren bezig een cyclus tot stand te brengen van 'contes moraux'. 'La Collectionneuse', sePuit chez Maud' en zijn laatste film, 'Le geno u de Claire', zijn keurig genummerd in die cyclus esejienen. Het zijn strak gestileerde, sterk celebrale films waarin menselijke relaties heel scherp, iënjt onder een ongewone hoek, geanalyseerd worden, zonder dat dat tot zo heel erg veel lijkt te vr}. In ieder geval niet tot een moraal. e( ontkent m het bovengenoem- dan ook dat een 'conté door J. van Doorne Van de jonge Surinaamse schrijf ster Bea Vianen zijn eerder twee opmerkelijke romans verschenen: 'Sarnami, hai' en 'Strafhok'. Thans is haar 'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan' uitgekomen. Met deze roman stelt zij haar lezers zeker niet teleur. Zij heeft geen machtige stijl, geen verrassend woordgebruik kenmerkt haar boeken. Zij schrijft eenvoudig, noterend bijna, zij tracht niet naar een zogeheten literaire stijl. De hoofdfiguur van haar nieuwe ro man is een op een plantage opgegroei de jongen van gemengd bloed: half neger half indiaan. Hij woont bij zijn moeder en zijn grootmoeder (ouma) in. Zijn vader is verdwenen. Als Ri- chenel al wat ouder is, wordt hij door de beide vrouwen naar Paramaribo gestuurd om er een mulo-school te bezoeken. Hij komt in een internaat terecht bij ene mevrouw Kooi. De roman vertelt van zijn belevenissen op dat internaat tot aan zijn vlucht naar de vrijheid. Hij heeft het er niet slecht, maakt vrienden, raakt verstrikt in zijn ontwakende sexualiteit en wordt verscheurd door innerlijke spanningen. Anders dan bijvoorbeeld 'Strafhok' is de roman niet ©en probleemroman in de eigenlijke zin van het woord. Hij tekent slechts de puberteit van Riche- nel. Maar dan toch wel van een jongen van gemengd bloed in een straat-arm land. De roman komt wat moeilijk op gang. Vooral de eerste kennismaking met het internaat en zijn bewoners is breed uiigesponnen. Maar gaandeweg versnelt het tempo, krijgt Richenels achtergrond meer re- lief, waardoor zijn gevoelens en reac ties duidelijk worden. Wat dat be treft, is de roman volstrekt overtui gend. Bea Vianen lijkt mij knap wat het doorzien van mensen betreft. Wij kunnen vast en zeker nog heel wat goeds van haar verwachten. Zij is nergens cynisch, zij benadert haar figuren liefdevol en doet niet mee aan de mode van het schokkend schrijven. Richenel's wederwaardigheden met meisjes, zijn ontwakende begeerte en zijn tederheid, zijn wanhoop om zijn armoede en om het feit, dat zijn moeder zich in arren moede door een 'meneer' laat onderhouden en bovenal de verwarring waarin hij geraakt als blijkt, dat de houdster van het in leen verhaal met een moraal p. Het is een verhaalthema, dat minder te maken heeft de personages doen dan met in hun geest aan de gang is, zij bezig zijn. 'Meer een filme- gedachten dan van daden', """wel duidelijk, maar het blijft ig of daarmee wel alles gezegd ieder geval moet men vaststel- s dt het in ieder van Rohmers Ha moraux' gaat om iemand met i ojaalde 'moraal': overbewuste en ïgefcllectuele mensen, die voor en l al dan niet terecht, een ge- s o[gel, een 'code' hebben vastge- onbf daarnaar handelen. Het komt ndel met wat er in een spel ge- op zekere hoogte kan men len wat men wil maar is e Jil eenmaal aan de gang, dan Aaniet meer van worden afgewe- verlet ten onrechte gebruiken we n oUerm 'spel'. Bij Rohmers films igeraen altijd de indruk van een easpel dat door de verschillende düges wordt gespeeld. Zij leven et tfen als literatuur. Zij doorle- ii 'avontuur' en tegelijk lezen door; ze zijn tegelijk het en het object van hun ver- Z| [Collectionneuse' is het de 'ik' ptem van de 'monologue inté- die rondom zichzelf, de >n het meisje een heel 'drama' daar zelf heilig in In 'Le genou de Claire' is het lent al heel duidelijk. Jéró- al wat oudere 'beau' ook een 'collectionneur' van ltlstu geweest ontmoet tijdens allig verblijf in Zwitserland lederlijke?) vriendin Aurora, irijfster. Hij laat zich door lezen' om de hoofdpersoon te het verhaal dat zij denkt te ian schrijven. Dat verhaal zelf .,B _an 'aangeslingerd' door de engheid van het bakvisje Laura de dochter van Aurora's hospita op Jéröme. Jéróme zelf heeft een zeer overtuigde 'moraal'. Hij staat op het punt om in Zweden te gaan trouwen met Lucinda, die al jarenlang zijn maitresse geweest is. We krijgen alleen haar portret te zien: een koele, markante persoonlijk heid. Zij is, naar Jéróme zelf zegt, in feite zijn 'type' niet maar juist daarom heeft hij vertrouwen in een huwelijk met haar. Wie is dan wèl zijn 'type'? Niet de vroeg-rijpe en toch zo bekoorlijke kinderlijke Laura, met wie Jérómes relatie in een snelle anticlimax verloopt, maar het zusje Claire: een knappe teener met een wat stug, gesloten gelaat, die tegen Jéröme bijzonder weinig spraakzaam is. Haar optreden classeert Jéróme van de eerste seconde af als de 'oude re generatie'. Niettemin ontdekt Jéró me opeens dat hij op een zeer bijzon dere wijze verliefd raakt op Claire, en wel op haar knie. Er is maar één ding dat hij eigenlijk wil: niet haar lichamelijk bezitten, maar haar alleen op afstand begeren. Haar kwijnend- elegante lichtvoetigheid is iets dat hij in een bijkans onlichamelijke erotiek 'begeert' zonder bezitsdrang. Hij zal Claires knie niet aanraken zonder 'moreel' alibi. In de naburige stad heeft hij Claire's vriend in een teder onderhoud met een ander meis je verwikkeld gezien. Als hij Claire dat vertelt en zij begint te huilen, legt hij zijn hand op haar knie en Claire, verzonken in haar verdriet, laat dat vrij indifferent toe. Voor Jéróme is dit de hoogste vervulling dat blijkt ook duidelijk uit de zelfingenomen manier waarop hij dat aan de schrijfster vertelt. Als hij de volgende dag vertrokken is, horen wij uit een conversatie tussen Claire en haar vriend, dat het hele verhaal van diens 'ontrouw' op een misverstand berust. Of schijnt te berusten. Want Rohmer laat best ruimte open voor de interpretatie, dat de vriend wellicht liegt. Rohmer weet dat zelf, naar uit !t bkenetalage Cien Denken. Zes deeltjes. Uit- Intecleer, De Bilt en Dijkstra, 'rijs 1,95 per deeltje. idige serie speel-werkboekjes ideren van 5-6 jaar, vol op- waardoor het kind leert pas- sorteren, bij elkaar zoe- Bijzonder geschikt voor zes vakantiedagen. Omdat leren betreft, die nog niet lezen, moet vader of moeder in de buurt zijn om de voor te lezen en uit te Creatieve ouders vinden ge- »Doeiïke we^en- om de opdrachten preiden met knippen, plakken d totsien renpot derlandse Landschap prof. T. P. Bijhouwer Uitgeverij Amsterdam// 27,50. 'r Bijhouwer vertelt in ook leek zeer begrijpelijke taal de geschiedenis van het Neder- Joun landschap. Ongerepte natuur 11 te in Nederland al lang riet 4et hele landschap is 'gemaakt'. F ziejs het patroon bepaald door fschak ingrijpen. Het hoe en waar- misTdie ingrepen wordt door pro- nlevÉijhouwer uit de doeken ge- n. pijn betoog wordt geïllustreerd met een groot aantal prachtige fo to's. Het Nederlands landschap onder gaat juist nu nogal drastische veran deringen. Des te belangrijker is het dat er nu een boek is, waarin de cultuur-historische waarden duidelijk zijn omschreven. rm ecret jour beno« Nass rig J sp. d Michael Fischer De Carrièrema kers. Uitgave Zuid-Hollandsche Uitge versmij. Den Haag. Prijs: 19,90. In deze Amerikaanse roman wil Jason Augur, een jonge biochemicus, naar de top. Hoewel z"n vriendin, Angie Norman, het een burgerlijke aspiratie vindt, accepteert deze schilderes de nieuwe status, die haar vriend zich weet te veroveren, mede ook omdat Jason vrij snel een prominente figuur wordt in de farmaceutische industrie. De auteur voert in dit verband een gigantisch concern op, waarin dr. Au gur de taak krijgt een nieuw genees middel te introduceren. Z'n coach is de harde chef Morgan, met wie hij tenslotte in een conflictsituatie raakt, omdat Jason zich keert tegen de vlijmscherpe verkoopmethoden. Grondslag van deze boeiende roman is de vraag: In hoeverre komt de mense lijke waardigheid in het gedrang in de moderne, door commerciële motie ven beheerste en door onderling geïn- tigreer zo vaak verziekte samenleving, die 'het bedrijfsleven' wordt ge noemd? De conceptie voorziet voorts in overspel en huwelijksconflicten. Rfs aan een prachtige wedstrijd. het bovengenoemde interview blijkt, niet zo erg precies. Hij kent zijn personages door en door voor zover en zolang ze in het beeld zijn. Wat ze daarbuiten zijn, is voor hem net zo onzeker en vaag als voor anderen. Het is er weer mee als met het spel. De spelregels gelden precies en uitslui tend binnen het strenge kader van de krijtstrepen. Daarbuiten niet. Rohmer is de man die de bal 'ingooit' en dan op de tribune gaat zitten kijken, hoe het spel zich verder ontwikkelt. Maar in feite is hij daarmee identiek met Jéróme of met de 'ik'-figuur uit 'La Collectionneuse'. De wereld waarvoor hij de spelregels schept, heeft een grote natuurlijke schoonheid. Water de lokatie is het meer van Annecy speelt er een belangrijke rol in! Het meer, het levende, beweeglijke en onberekenbare water, vormt de voort durende achtergrond voor het spel der verhoudingen. Alleen tijdens Jéróme's bergwandeling met Laura is het water er niet. Zeer overvloedig echter weer in de adembenemend- mooie passage waarin Jéróme het be slissende gebaar maakt, als hij met Claire voor een tropische regenbui schuilt in een verlaten paviljoen. Tegenover die levende natuur staat het tot spel gedwongen fenomeen der menselijke verhoudingen. Jéróme en Aurora hebben ze ooit iets met elkaar gehad? raken elkaar tijdens hun gesprekken voortdurend aan als verliefden als een reikhalzend tas ten naar eikaars aanwezigheid. Die gebaren zijn zó pregnant en tegelijk voor twee zulke overbewuste mensen zó onbewust, dat ze symptomatisch lijken. Het is een reiken naar commu nicatie. Het spel is er om contact te leggen, communicatie mogelijk te ma ken. Is dat mogelijk? Rohmers men sen zijn altijd 'literaire' mensen: ze beredeneren voortdurend hun daden en gevoelens en wezenlijke, diepe spontaniteit is hen vreemd. Laura vertegenwoordigt die spontaniteit nog en misschien ook Claire, die wel voor de oudere Jéróme, maar niet voor haar vriend opgesloten zit in haar zwijgzame teenerschap. In de mise-en-scène deze prachtig gefo tografeerde natuur en tegen de ach tergrond van Laura's nog natuurlijke spontaniteit verschijnt het spel der volwassenen, hoe briljant en elegant ook. als 'ijdelheid der ijdelheden'. Juist in de beide 'liefdesscènes' speelt de natuur in de vorm van berg land of van regen zo'n heel belang rijke rol. Hoe vervluchtigend zijn daarbij al die menselijke gebaren en handelingen. Als Jéróme van het to neel verdwijnt, horen we dat de hele door hem veronderstelde 'ontrouw' van Claire's vriend al opgelost is. Vóór hij, de minnaar van Claire's knie, in Annecy voet aan wal gezet zal hebben, zal Claire weer geheel van de vriend zijn en Jéróme wordt van het doek gevaagd. Voorbij alle drukte en zelf inbeelding Van zo'n film verwacht men geen 'ideologie', geen 'moraal', geen 'diepe re bedoeling'. Nog één keer helpt de vergelijking met het spel ons verder. Hoe hoog de emotie tijdens het spel ook oploopt als het voorbij is, is het voorbij. Wat blijft, is een herin nering de emotie is ergens bevro ren tussen de witte lijnen van het sportveld. Maar het spel zelf heeft, binnen het eigen, zelfgestelde kader, opzienbarende dingen geopenbaard. Zo ook de film van Rohmer. Men kan zich geen briljanter, intelligenter en esthetischer spel voorstellen dan wat hij voor zijn toeschouwers ontwerpt. Men verlaat de zaal zoals men het stadion verlaat: met de herinnerine Antonio Canal, genaamd Canaletto: 'De galerij met de lantaarn'. door G. Kruis Gezichten op Venetië in 18e eeuwse prenten', tot 15 juli in de daartoe zeer geëigende omgeving van het eveneens 18e eeuwse Museum mr. Simon van Gijn te Dordrecht. De achttiende eeuw, die, zo is dat er nu eenmaal op school ingepompt, ge zien dient te worden als (de culture le'verval'-periode. De wonderlijke waarheid is overigens, dat een heel groot deel van 'het publiek' van nu en daar bedoel ik dan gewoon de niet-specialisten mee meestal met een bijzonder enthousias me de kunst van de 18de eeuw bekijkt als het er toevallig mee in aanraking komt. Dat is de mededeelzaamheid' van deze kunst. Want door alle artis tieke omwentelingen van deze eeuw heen, zijn we toch altijd nog verzot op 'plaatjes kijken'. Daarvoor gaan er echt nog een heleboel mensen naar het museum en de kranten en tijdschrif ten voorzien in steeds grotere mate in deze behoefte door middel van foto's en steeds meer 'beeld'-verhalen, die in feite een soort voortzetting zijn van de religieuze schilderingen in de mid deleeuwse kerken of van de histori sche of allegorische prentenreeksen uit later tijden, die in grote hoeveel heden door de boekverkopers ver spreid werden. Terug naar deze tentoonstelling, in dat prachtige herenhuis aan de Nieu we Haven, een van de mooiste buur- ten van Dordrecht: tot voor kort gold de 18e eeuw ook voor de Italiaanse kunst niet bepaald als een glansperio de. Enkele tientallen jaren geleden is men echter gaan inzien, dat het Sette- cento meer kunstenaars van betekenis heeft opgeleverd dan men nu kan overzien. Het Settecento, de eeuw van de Ba rok, Rococo, maar ook van het opko mende Klassicisme. En juist door de grafiek wordt je heel sterk bepaald bij het gecompliceerde beeld van dit tijdvak. Waarschijnlijk een gevolg van het feit, dat vele Venetiaanse kunstenaars reizen door heel Europa maakten waartegenover stond dat er destijds vele niet-ltaliaanse kunste naars langdurig in Italië verbleven. Uit deze smeltkroes kwam een kunst voort, die niet of heel moeilijk is in te delen in een bepaalde school. In- plaats van een gemis is dat voor mijn gevoel juist de grootste aantrekkelijk heid. Ook op een kleine tentoonstel ling als deze die werd samenge steld uit de collectie van het Museo Correr te Venetië: je kunt er zomaar wat ronddrentelen in een plezierige wereld, die wordt afgemeten in mili- meters. 'n Paar namen. Een van de meest bekende, Antonio Canal, genaamd Ca naletto, met niet minder dan negen bladen, 'n Nauwgezet chroniqueur van het stadsbeeld met daarbij dat wonderlijke 'extra' dat dit werk be hoedt voor de dorre nauwkeurigheid, die bij vele topografische kunstenaars zo snel kan vervelen. Dan Marco Ricci, die, vooral na zijn reis door Engeland de Italiaanse landschapskunst weer met nieuw le ven bezielde. Zo beïnvloedde hij heel duidelijk het grafische werk van Gi- ambattisto Piranesi, van wie hier, jam mer genoeg, maar een wel een erg mooi blad te zien is. Verder namen noemen zou tot een dorre opsomming leiden. Alles bij elkaar veertig bladen, Vene tië in die paar eeuwen eigenlijk niet zo veel veranderd ten voeten uit. door J. van Doorne Bea Vianen ternaat, de door haar man bedrogen mevrouw Kooi verliefd op hem is en haar moederlijke gevoelens van vrouw van middelbare leeftijd vermengt met onvervalste erotische liefdesbetuigin gen, voeren hem naar het inzicht, dat hij zich bevrijden moet. Naar de plan tage wil hij niet terugkeren; daar wachten hem zijn moeder en de hem altijd bevittende 'ouma'. Zijn vader is verdwenen, zijn vrienden vervreem den van hem. Samen met twee vrien den trekt hij weg, een volstrekt onze kere toekomst tegemoet. Het leed van Suriname is het tweede thema van het boek. Slechts weinigen kennen in Nederland de tragiek van dit land. Het is onvoorstelbaar arm; de vele rassen hebben zich ten dele vermengd. Niet zozeer de raszuiver heid speelt er een rol, ja, die óók, maar de mate van blankheid. Verschil in godsdienst, verschil in welstand, ontwikkeling en huidskleur, dus in ras, maken het onmogelijk te komen tot nationaal besef. Er wonen maar een paar honderdduizend mensen. Voor zover er winstgevende bedrijven zijn, vloeien hun winsten naar het buitenland. Het land is politiek ver scheurd. Zwaar weegt de koloniale erfenis op dit tegen zichzelf verdeelde volk. Ne derland heeft na de schandalig late afschaffing van de slavernij een immi gratie-politiek gevoerd, die haar wran ge vruchten tot lang na onze tijd zal afwerpen. Bea Vianen heeft het over dit alles niet. Maar het getekende milieu, de geschetste achtergrond van haar figu ren dwingt tot het bedenken van dit alles. Al heeft haar boek niets van een pamflet, al tekent zij slechts een jongen in de puberteit, toch is haar boek een aanklacht. Dat kan haast niet anders. Juist de volstrekte afwe zigheid van politieke of sociale verbit tering in het boek, maakt de roman zo beschamend voor Nederland. Bea Vianen: 'Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan'. Bij Querido te Amsterdam. Paperback. Aantal bladzijden 149. Prijs 14.50. Van de in 1907 geboren Italiaan Al berto Moravia (hij heet eigenlijk Al berto Pincherle) is een bundel korte verhalen in het Nederlands onder de titel 'Striptease zonder muziek' ver schenen. Moravia werd bekend door zijn roman 'Vrouw van Rome'. De verhalen zijn gemiddeld vier en een halve pagina lang. Dat maakt het boek plezierig om te lezen. De lezer wordt telkens met andere figuren ge confronteerd en met een ander bijna altijd verrassend plot. Want Moravia kan vertellen en weet hoe hij een story moet opbouwen. De titel vereist uitleg; in de verhalen laat de cynicus Moravia vrouwen ver tellen hoe zij over zichzelf denken en over hun mannen, verloofden en kin deren. Maar het zijn niet alleen vrou wen die het voorwerp van zijn cynis me zijn; het is vooral ook de con sumptie- en productie-maatschappij die het ontgelden moet. De meeste vrouwen in de 34 verhalen zijn mooi, jong, rijk, vrijwel a-moreel. Verscheidene van Moravia's vrouwefi guren zijn of met lelijke, heel rijke mannen getrouwd of met veel oudere en rijke mannen. Zij hebben zich verkocht. Allen lijden zij aan hun innerlijke leegte. De verhalen geven een vernietigende kritiek op de zeer gegoede burgerij in Italië. Maar men zou deze verhalen tekort doen als men ze slechts zou zien als een vorm van sociale kritiek. Als zij deze indruk vestigen, is dat niet hele maal de schuld van Moravia, al laat hij zijn verhalen uitsluitend spelen in het milieu van de gegoede en zeer gegoede burgerij. Bij aandachtig lezen van bepaalde ver halen bemerkt men dat die verwor ding en die verveling niet uitsluitend voortkomen uit de beschermde sociale positie van de figuren. Het is gebrek aan geestelijk bezit, gebrek aan religi ositeit, gebrek aan levensdoel en het ontbreken van humaniteit, die tot leegte leiden. Die leegte wordt niet gecompenseerd door een harde strijd om het bestaan. Nu is het vreemde, dat ik moeilijk kan geloven, dat het Moravia te doen was óm dit aan te tonen. Ik geloof Alberto Moravia dat deze conclusie gerechtvaardigd is als ik let op het milieu waarin zijn, Moravia's vrouwen zich bewegen. Mo ravia schrijft graag over vrouwen, is een neester in het beschrijven van erotische dagdromen, schrijft voor zicht! g-pikant zonder ooit grof of stui tend te worden. Hij stoot nergens diep door. Hij is een onderzoeker van de oppervlakte en is er vooral op uit, zijn lezers te boeien en te vermaken. Helemóól rechtvaardig is dit oordeel niet. Er is niets op tegen dat een auteur een verrassend plot maakt en boeiend schrijft Integendeel, zelfs. En ook oppervlakten dienen onderzocht te worden. Maar de verhalen zijn wèl modieus, bewust pikant. Dat ik toch een kleine verzachting van mijn oordeel naar voren wil brengen, berust op de be wondering zonder terughoudendheid voor sommige verhalen. Ik denk dan aan 'De kast', waarin een ingetogen mooie jonge vrouw slechts kans ziet de man die zij liefheeft te veroveren door zich geheel anders voor te doen. Zij houdt dat niet vol. Na enkele jaren splitst zich haar persoonlijk heid: zij droomt naast zich een rivale, een sensueel-kokette vriendin, die zij toelaat, haar man in te palmen. Ten slotte wreekt zij zich, aanvankelijk on bewust, op haar man die haar niet heeft willen liefhebben zoals zij in feite is; zij laat de rivale, die uiter aard in haar huis woont haar man doodschieten. Een heel knap geschreven verhaal dat verfilming waard is. Knap is ook 'Onzichtbare vrouw", een vrouw die sterft doordat haar man haar niet meer ziet Zijn liefde is sleur geworden, is in feite verdwenen. De vrouw beleeft het als een proces van onzichtbaar-wording. Het scheppen van een niet-reële we reld uit compensatie voor de leegheid van het eigen leven, wordt ook in andere verhalen uitgebeeld, zoals in 'De orgie', waarin een vrouw staat te staren naar een onbewoonde etage, waar ze een orgie aanschouwt .De vrouw die het middelpunt van de orgie is, lijkt sprekend op haarzelf. In dit verhaal wordt de sexuele onvol daanheid van een mooie, sterk bege rende vrouw verbeeld. Ook aan leeg, schijnbaar intellectueel woordenspel van geestelijke snobs geeft Moravia aandacht zoals in "De chimère'. Heel goed is ook 'Orders zijn orders', waarin een langzaam voortschrijdende krankzinnigheid getekend wordt: om de wanhoop van de eenzaamheid te vernietigen wordt die eenzaamheid opgelegd door innerlijk bevel. Alleen al om de hier met name genoemde verhalen ben ik toch blij met de bundel. En niet vergeten mag worden dat alle verhalen (ik heb er geen uitzondering op gevonden) knap geconcipieërd zijn. Het milieu moge vrijwel niet verande ren, de situaties zijn steeds nieuw. Dat is een niet geringe verdienste. Alberto Moravia: 'Striptease zonder muziek'. Oorspronkelijke titel: 'El pa- radiso'. Vertaling van Christine Quant'. Bij Elsevier te Amsterdam/- Brussel. Paperback. Aantal bladzijden I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 19