even als literatuur
r
Cynisme en inzicht
bij Alberto Moravia
Venetië is niet veel veranderd..
Surinaamse
tragiek
(V/KWARTET ZATERDAG 3 JUNI 1972
Kunst T19/K19
uit Le Genou de Claire.
RIC ROHMER
bbi
roniek door dr. H. S. Visscher
lenl zomernummer 'Sight and Sound' 1971 zet Eric Rolimer in een hem afgenomen interview uit
fat hij onder een 'conté moral' verstaat. Die uiteenzetting is bepaald niet overbodig. Rohmer
adal vele jaren bezig een cyclus tot stand te brengen van 'contes moraux'. 'La Collectionneuse',
sePuit chez Maud' en zijn laatste film, 'Le geno u de Claire', zijn keurig genummerd in die cyclus
esejienen. Het zijn strak gestileerde, sterk celebrale films waarin menselijke relaties heel scherp,
iënjt onder een ongewone hoek, geanalyseerd worden, zonder dat dat tot zo heel erg veel lijkt te
vr}. In ieder geval niet tot een moraal.
e( ontkent m het bovengenoem-
dan ook dat een 'conté
door J. van Doorne
Van de jonge Surinaamse schrijf
ster Bea Vianen zijn eerder twee
opmerkelijke romans verschenen:
'Sarnami, hai' en 'Strafhok'.
Thans is haar 'Ik eet, ik eet, tot ik
niet meer kan' uitgekomen. Met
deze roman stelt zij haar lezers
zeker niet teleur. Zij heeft geen
machtige stijl, geen verrassend
woordgebruik kenmerkt haar
boeken. Zij schrijft eenvoudig,
noterend bijna, zij tracht niet
naar een zogeheten literaire stijl.
De hoofdfiguur van haar nieuwe ro
man is een op een plantage opgegroei
de jongen van gemengd bloed: half
neger half indiaan. Hij woont bij zijn
moeder en zijn grootmoeder (ouma)
in. Zijn vader is verdwenen. Als Ri-
chenel al wat ouder is, wordt hij door
de beide vrouwen naar Paramaribo
gestuurd om er een mulo-school te
bezoeken. Hij komt in een internaat
terecht bij ene mevrouw Kooi. De
roman vertelt van zijn belevenissen
op dat internaat tot aan zijn vlucht
naar de vrijheid. Hij heeft het er niet
slecht, maakt vrienden, raakt verstrikt
in zijn ontwakende sexualiteit en
wordt verscheurd door innerlijke
spanningen.
Anders dan bijvoorbeeld 'Strafhok' is
de roman niet ©en probleemroman in
de eigenlijke zin van het woord. Hij
tekent slechts de puberteit van Riche-
nel. Maar dan toch wel van een
jongen van gemengd bloed in een
straat-arm land. De roman komt wat
moeilijk op gang. Vooral de eerste
kennismaking met het internaat en
zijn bewoners is breed uiigesponnen.
Maar gaandeweg versnelt het tempo,
krijgt Richenels achtergrond meer re-
lief, waardoor zijn gevoelens en reac
ties duidelijk worden. Wat dat be
treft, is de roman volstrekt overtui
gend. Bea Vianen lijkt mij knap wat
het doorzien van mensen betreft. Wij
kunnen vast en zeker nog heel wat
goeds van haar verwachten. Zij is
nergens cynisch, zij benadert haar
figuren liefdevol en doet niet mee
aan de mode van het schokkend
schrijven.
Richenel's wederwaardigheden met
meisjes, zijn ontwakende begeerte en
zijn tederheid, zijn wanhoop om zijn
armoede en om het feit, dat zijn
moeder zich in arren moede door een
'meneer' laat onderhouden en bovenal
de verwarring waarin hij geraakt als
blijkt, dat de houdster van het in
leen verhaal met een moraal
p. Het is een verhaalthema,
dat minder te maken heeft
de personages doen dan met
in hun geest aan de gang is,
zij bezig zijn. 'Meer een filme-
gedachten dan van daden',
"""wel duidelijk, maar het blijft
ig of daarmee wel alles gezegd
ieder geval moet men vaststel-
s dt het in ieder van Rohmers
Ha moraux' gaat om iemand met
i ojaalde 'moraal': overbewuste en
ïgefcllectuele mensen, die voor
en l al dan niet terecht, een ge-
s o[gel, een 'code' hebben vastge-
onbf daarnaar handelen. Het komt
ndel met wat er in een spel ge-
op zekere hoogte kan men
len wat men wil maar is
e Jil eenmaal aan de gang, dan
Aaniet meer van worden afgewe-
verlet ten onrechte gebruiken we
n oUerm 'spel'. Bij Rohmers films
igeraen altijd de indruk van een
easpel dat door de verschillende
düges wordt gespeeld. Zij leven
et tfen als literatuur. Zij doorle-
ii 'avontuur' en tegelijk lezen
door; ze zijn tegelijk het
en het object van hun ver-
Z| [Collectionneuse' is het de 'ik'
ptem van de 'monologue inté-
die rondom zichzelf, de
>n het meisje een heel 'drama'
daar zelf heilig in
In 'Le genou de Claire' is het
lent al heel duidelijk. Jéró-
al wat oudere 'beau'
ook een 'collectionneur' van
ltlstu geweest ontmoet tijdens
allig verblijf in Zwitserland
lederlijke?) vriendin Aurora,
irijfster. Hij laat zich door
lezen' om de hoofdpersoon te
het verhaal dat zij denkt te
ian schrijven. Dat verhaal zelf
.,B _an 'aangeslingerd' door de
engheid van het bakvisje Laura
de dochter van Aurora's hospita
op Jéröme. Jéróme zelf heeft een zeer
overtuigde 'moraal'. Hij staat op het
punt om in Zweden te gaan trouwen
met Lucinda, die al jarenlang zijn
maitresse geweest is.
We krijgen alleen haar portret te
zien: een koele, markante persoonlijk
heid. Zij is, naar Jéróme zelf zegt, in
feite zijn 'type' niet maar juist
daarom heeft hij vertrouwen in een
huwelijk met haar. Wie is dan wèl zijn
'type'? Niet de vroeg-rijpe en toch zo
bekoorlijke kinderlijke Laura, met
wie Jérómes relatie in een snelle
anticlimax verloopt, maar het zusje
Claire: een knappe teener met een
wat stug, gesloten gelaat, die tegen
Jéröme bijzonder weinig spraakzaam
is. Haar optreden classeert Jéróme
van de eerste seconde af als de 'oude
re generatie'. Niettemin ontdekt Jéró
me opeens dat hij op een zeer bijzon
dere wijze verliefd raakt op Claire, en
wel op haar knie. Er is maar één
ding dat hij eigenlijk wil: niet haar
lichamelijk bezitten, maar haar alleen
op afstand begeren. Haar kwijnend-
elegante lichtvoetigheid is iets dat hij
in een bijkans onlichamelijke erotiek
'begeert' zonder bezitsdrang.
Hij zal Claires knie niet aanraken
zonder 'moreel' alibi. In de naburige
stad heeft hij Claire's vriend in een
teder onderhoud met een ander meis
je verwikkeld gezien. Als hij Claire
dat vertelt en zij begint te huilen,
legt hij zijn hand op haar knie en
Claire, verzonken in haar verdriet,
laat dat vrij indifferent toe. Voor
Jéróme is dit de hoogste vervulling
dat blijkt ook duidelijk uit de
zelfingenomen manier waarop hij dat
aan de schrijfster vertelt. Als hij de
volgende dag vertrokken is, horen wij
uit een conversatie tussen Claire en
haar vriend, dat het hele verhaal van
diens 'ontrouw' op een misverstand
berust. Of schijnt te berusten. Want
Rohmer laat best ruimte open voor de
interpretatie, dat de vriend wellicht
liegt. Rohmer weet dat zelf, naar uit
!t bkenetalage
Cien Denken. Zes deeltjes. Uit-
Intecleer, De Bilt en Dijkstra,
'rijs 1,95 per deeltje.
idige serie speel-werkboekjes
ideren van 5-6 jaar, vol op-
waardoor het kind leert pas-
sorteren, bij elkaar zoe-
Bijzonder geschikt voor zes
vakantiedagen. Omdat
leren betreft, die nog niet
lezen, moet vader of moeder
in de buurt zijn om de
voor te lezen en uit te
Creatieve ouders vinden ge-
»Doeiïke we^en- om de opdrachten
preiden met knippen, plakken
d totsien
renpot
derlandse Landschap prof.
T. P. Bijhouwer Uitgeverij
Amsterdam// 27,50.
'r Bijhouwer vertelt in ook
leek zeer begrijpelijke taal de
geschiedenis van het Neder-
Joun landschap. Ongerepte natuur
11 te in Nederland al lang riet
4et hele landschap is 'gemaakt'.
F ziejs het patroon bepaald door
fschak ingrijpen. Het hoe en waar-
misTdie ingrepen wordt door pro-
nlevÉijhouwer uit de doeken ge-
n. pijn betoog wordt geïllustreerd
met een groot aantal prachtige fo
to's. Het Nederlands landschap onder
gaat juist nu nogal drastische veran
deringen. Des te belangrijker is het
dat er nu een boek is, waarin de
cultuur-historische waarden duidelijk
zijn omschreven.
rm
ecret
jour
beno«
Nass
rig J
sp. d
Michael Fischer De Carrièrema
kers. Uitgave Zuid-Hollandsche Uitge
versmij. Den Haag. Prijs: 19,90.
In deze Amerikaanse roman wil Jason
Augur, een jonge biochemicus, naar
de top. Hoewel z"n vriendin, Angie
Norman, het een burgerlijke aspiratie
vindt, accepteert deze schilderes de
nieuwe status, die haar vriend zich
weet te veroveren, mede ook omdat
Jason vrij snel een prominente figuur
wordt in de farmaceutische industrie.
De auteur voert in dit verband een
gigantisch concern op, waarin dr. Au
gur de taak krijgt een nieuw genees
middel te introduceren. Z'n coach is
de harde chef Morgan, met wie hij
tenslotte in een conflictsituatie raakt,
omdat Jason zich keert tegen de
vlijmscherpe verkoopmethoden.
Grondslag van deze boeiende roman is
de vraag: In hoeverre komt de mense
lijke waardigheid in het gedrang in
de moderne, door commerciële motie
ven beheerste en door onderling geïn-
tigreer zo vaak verziekte samenleving,
die 'het bedrijfsleven' wordt ge
noemd? De conceptie voorziet voorts
in overspel en huwelijksconflicten.
Rfs aan een prachtige wedstrijd.
het bovengenoemde interview blijkt,
niet zo erg precies. Hij kent zijn
personages door en door voor zover
en zolang ze in het beeld zijn. Wat ze
daarbuiten zijn, is voor hem net zo
onzeker en vaag als voor anderen. Het
is er weer mee als met het spel. De
spelregels gelden precies en uitslui
tend binnen het strenge kader van de
krijtstrepen. Daarbuiten niet. Rohmer
is de man die de bal 'ingooit' en dan
op de tribune gaat zitten kijken, hoe
het spel zich verder ontwikkelt. Maar
in feite is hij daarmee identiek met
Jéróme of met de 'ik'-figuur uit 'La
Collectionneuse'. De wereld waarvoor
hij de spelregels schept, heeft een
grote natuurlijke schoonheid. Water
de lokatie is het meer van Annecy
speelt er een belangrijke rol in!
Het meer, het levende, beweeglijke en
onberekenbare water, vormt de voort
durende achtergrond voor het spel
der verhoudingen. Alleen tijdens
Jéróme's bergwandeling met Laura is
het water er niet. Zeer overvloedig
echter weer in de adembenemend-
mooie passage waarin Jéróme het be
slissende gebaar maakt, als hij met
Claire voor een tropische regenbui
schuilt in een verlaten paviljoen.
Tegenover die levende natuur staat
het tot spel gedwongen fenomeen der
menselijke verhoudingen. Jéróme en
Aurora hebben ze ooit iets met
elkaar gehad? raken elkaar tijdens
hun gesprekken voortdurend aan als
verliefden als een reikhalzend tas
ten naar eikaars aanwezigheid. Die
gebaren zijn zó pregnant en tegelijk
voor twee zulke overbewuste mensen
zó onbewust, dat ze symptomatisch
lijken. Het is een reiken naar commu
nicatie. Het spel is er om contact te
leggen, communicatie mogelijk te ma
ken. Is dat mogelijk? Rohmers men
sen zijn altijd 'literaire' mensen: ze
beredeneren voortdurend hun daden
en gevoelens en wezenlijke, diepe
spontaniteit is hen vreemd. Laura
vertegenwoordigt die spontaniteit nog
en misschien ook Claire, die wel voor
de oudere Jéróme, maar niet voor
haar vriend opgesloten zit in haar
zwijgzame teenerschap.
In de mise-en-scène deze prachtig gefo
tografeerde natuur en tegen de ach
tergrond van Laura's nog natuurlijke
spontaniteit verschijnt het spel der
volwassenen, hoe briljant en elegant
ook. als 'ijdelheid der ijdelheden'.
Juist in de beide 'liefdesscènes' speelt
de natuur in de vorm van berg
land of van regen zo'n heel belang
rijke rol. Hoe vervluchtigend zijn
daarbij al die menselijke gebaren en
handelingen. Als Jéróme van het to
neel verdwijnt, horen we dat de hele
door hem veronderstelde 'ontrouw'
van Claire's vriend al opgelost is.
Vóór hij, de minnaar van Claire's
knie, in Annecy voet aan wal gezet
zal hebben, zal Claire weer geheel van
de vriend zijn en Jéróme wordt van
het doek gevaagd. Voorbij alle drukte
en zelf inbeelding
Van zo'n film verwacht men geen
'ideologie', geen 'moraal', geen 'diepe
re bedoeling'. Nog één keer helpt de
vergelijking met het spel ons verder.
Hoe hoog de emotie tijdens het spel
ook oploopt als het voorbij is, is
het voorbij. Wat blijft, is een herin
nering de emotie is ergens bevro
ren tussen de witte lijnen van het
sportveld. Maar het spel zelf heeft,
binnen het eigen, zelfgestelde kader,
opzienbarende dingen geopenbaard.
Zo ook de film van Rohmer. Men kan
zich geen briljanter, intelligenter en
esthetischer spel voorstellen dan wat
hij voor zijn toeschouwers ontwerpt.
Men verlaat de zaal zoals men het
stadion verlaat: met de herinnerine
Antonio Canal, genaamd Canaletto: 'De galerij met de lantaarn'.
door G. Kruis
Gezichten op Venetië in 18e eeuwse
prenten', tot 15 juli in de daartoe
zeer geëigende omgeving van het
eveneens 18e eeuwse Museum mr.
Simon van Gijn te Dordrecht.
De achttiende eeuw, die, zo is dat er
nu eenmaal op school ingepompt, ge
zien dient te worden als (de culture
le'verval'-periode.
De wonderlijke waarheid is overigens,
dat een heel groot deel van 'het
publiek' van nu en daar bedoel ik
dan gewoon de niet-specialisten mee
meestal met een bijzonder enthousias
me de kunst van de 18de eeuw bekijkt
als het er toevallig mee in aanraking
komt. Dat is de mededeelzaamheid'
van deze kunst. Want door alle artis
tieke omwentelingen van deze eeuw
heen, zijn we toch altijd nog verzot
op 'plaatjes kijken'. Daarvoor gaan er
echt nog een heleboel mensen naar het
museum en de kranten en tijdschrif
ten voorzien in steeds grotere mate in
deze behoefte door middel van foto's
en steeds meer 'beeld'-verhalen, die in
feite een soort voortzetting zijn van
de religieuze schilderingen in de mid
deleeuwse kerken of van de histori
sche of allegorische prentenreeksen
uit later tijden, die in grote hoeveel
heden door de boekverkopers ver
spreid werden.
Terug naar deze tentoonstelling, in
dat prachtige herenhuis aan de Nieu
we Haven, een van de mooiste buur-
ten van Dordrecht: tot voor kort gold
de 18e eeuw ook voor de Italiaanse
kunst niet bepaald als een glansperio
de. Enkele tientallen jaren geleden is
men echter gaan inzien, dat het Sette-
cento meer kunstenaars van betekenis
heeft opgeleverd dan men nu kan
overzien.
Het Settecento, de eeuw van de Ba
rok, Rococo, maar ook van het opko
mende Klassicisme. En juist door de
grafiek wordt je heel sterk bepaald
bij het gecompliceerde beeld van dit
tijdvak. Waarschijnlijk een gevolg
van het feit, dat vele Venetiaanse
kunstenaars reizen door heel Europa
maakten waartegenover stond dat er
destijds vele niet-ltaliaanse kunste
naars langdurig in Italië verbleven.
Uit deze smeltkroes kwam een kunst
voort, die niet of heel moeilijk is in
te delen in een bepaalde school. In-
plaats van een gemis is dat voor mijn
gevoel juist de grootste aantrekkelijk
heid. Ook op een kleine tentoonstel
ling als deze die werd samenge
steld uit de collectie van het Museo
Correr te Venetië: je kunt er zomaar
wat ronddrentelen in een plezierige
wereld, die wordt afgemeten in mili-
meters.
'n Paar namen. Een van de meest
bekende, Antonio Canal, genaamd Ca
naletto, met niet minder dan negen
bladen, 'n Nauwgezet chroniqueur
van het stadsbeeld met daarbij dat
wonderlijke 'extra' dat dit werk be
hoedt voor de dorre nauwkeurigheid,
die bij vele topografische kunstenaars
zo snel kan vervelen.
Dan Marco Ricci, die, vooral na zijn
reis door Engeland de Italiaanse
landschapskunst weer met nieuw le
ven bezielde. Zo beïnvloedde hij heel
duidelijk het grafische werk van Gi-
ambattisto Piranesi, van wie hier, jam
mer genoeg, maar een wel een erg
mooi blad te zien is. Verder namen
noemen zou tot een dorre opsomming
leiden.
Alles bij elkaar veertig bladen, Vene
tië in die paar eeuwen eigenlijk
niet zo veel veranderd ten voeten
uit.
door J. van Doorne
Bea Vianen
ternaat, de door haar man bedrogen
mevrouw Kooi verliefd op hem is en
haar moederlijke gevoelens van vrouw
van middelbare leeftijd vermengt met
onvervalste erotische liefdesbetuigin
gen, voeren hem naar het inzicht, dat
hij zich bevrijden moet. Naar de plan
tage wil hij niet terugkeren; daar
wachten hem zijn moeder en de hem
altijd bevittende 'ouma'. Zijn vader is
verdwenen, zijn vrienden vervreem
den van hem. Samen met twee vrien
den trekt hij weg, een volstrekt onze
kere toekomst tegemoet.
Het leed van Suriname is het tweede
thema van het boek. Slechts weinigen
kennen in Nederland de tragiek van
dit land. Het is onvoorstelbaar arm;
de vele rassen hebben zich ten dele
vermengd. Niet zozeer de raszuiver
heid speelt er een rol, ja, die óók,
maar de mate van blankheid. Verschil
in godsdienst, verschil in welstand,
ontwikkeling en huidskleur, dus in
ras, maken het onmogelijk te komen
tot nationaal besef. Er wonen maar
een paar honderdduizend mensen.
Voor zover er winstgevende bedrijven
zijn, vloeien hun winsten naar het
buitenland. Het land is politiek ver
scheurd.
Zwaar weegt de koloniale erfenis op
dit tegen zichzelf verdeelde volk. Ne
derland heeft na de schandalig late
afschaffing van de slavernij een immi
gratie-politiek gevoerd, die haar wran
ge vruchten tot lang na onze tijd zal
afwerpen.
Bea Vianen heeft het over dit alles
niet. Maar het getekende milieu, de
geschetste achtergrond van haar figu
ren dwingt tot het bedenken van dit
alles. Al heeft haar boek niets van
een pamflet, al tekent zij slechts een
jongen in de puberteit, toch is haar
boek een aanklacht. Dat kan haast
niet anders. Juist de volstrekte afwe
zigheid van politieke of sociale verbit
tering in het boek, maakt de roman
zo beschamend voor Nederland.
Bea Vianen: 'Ik eet, ik eet, tot ik niet
meer kan'. Bij Querido te Amsterdam.
Paperback. Aantal bladzijden 149.
Prijs 14.50.
Van de in 1907 geboren Italiaan Al
berto Moravia (hij heet eigenlijk Al
berto Pincherle) is een bundel korte
verhalen in het Nederlands onder de
titel 'Striptease zonder muziek' ver
schenen.
Moravia werd bekend door zijn roman
'Vrouw van Rome'.
De verhalen zijn gemiddeld vier en
een halve pagina lang. Dat maakt het
boek plezierig om te lezen. De lezer
wordt telkens met andere figuren ge
confronteerd en met een ander bijna
altijd verrassend plot. Want Moravia
kan vertellen en weet hoe hij een
story moet opbouwen.
De titel vereist uitleg; in de verhalen
laat de cynicus Moravia vrouwen ver
tellen hoe zij over zichzelf denken en
over hun mannen, verloofden en kin
deren. Maar het zijn niet alleen vrou
wen die het voorwerp van zijn cynis
me zijn; het is vooral ook de con
sumptie- en productie-maatschappij
die het ontgelden moet.
De meeste vrouwen in de 34 verhalen
zijn mooi, jong, rijk, vrijwel a-moreel.
Verscheidene van Moravia's vrouwefi
guren zijn of met lelijke, heel rijke
mannen getrouwd of met veel oudere
en rijke mannen. Zij hebben zich
verkocht. Allen lijden zij aan hun
innerlijke leegte.
De verhalen geven een vernietigende
kritiek op de zeer gegoede burgerij in
Italië.
Maar men zou deze verhalen tekort
doen als men ze slechts zou zien als
een vorm van sociale kritiek. Als zij
deze indruk vestigen, is dat niet hele
maal de schuld van Moravia, al laat
hij zijn verhalen uitsluitend spelen in
het milieu van de gegoede en zeer
gegoede burgerij.
Bij aandachtig lezen van bepaalde ver
halen bemerkt men dat die verwor
ding en die verveling niet uitsluitend
voortkomen uit de beschermde sociale
positie van de figuren. Het is gebrek
aan geestelijk bezit, gebrek aan religi
ositeit, gebrek aan levensdoel en het
ontbreken van humaniteit, die tot
leegte leiden. Die leegte wordt niet
gecompenseerd door een harde strijd
om het bestaan.
Nu is het vreemde, dat ik moeilijk
kan geloven, dat het Moravia te doen
was óm dit aan te tonen. Ik geloof
Alberto Moravia
dat deze conclusie gerechtvaardigd is
als ik let op het milieu waarin zijn,
Moravia's vrouwen zich bewegen. Mo
ravia schrijft graag over vrouwen, is
een neester in het beschrijven van
erotische dagdromen, schrijft voor
zicht! g-pikant zonder ooit grof of stui
tend te worden. Hij stoot nergens
diep door. Hij is een onderzoeker van
de oppervlakte en is er vooral op uit,
zijn lezers te boeien en te vermaken.
Helemóól rechtvaardig is dit oordeel
niet. Er is niets op tegen dat een
auteur een verrassend plot maakt en
boeiend schrijft Integendeel, zelfs. En
ook oppervlakten dienen onderzocht
te worden.
Maar de verhalen zijn wèl modieus,
bewust pikant. Dat ik toch een kleine
verzachting van mijn oordeel naar
voren wil brengen, berust op de be
wondering zonder terughoudendheid
voor sommige verhalen. Ik denk dan
aan 'De kast', waarin een ingetogen
mooie jonge vrouw slechts kans ziet
de man die zij liefheeft te veroveren
door zich geheel anders voor te doen.
Zij houdt dat niet vol. Na enkele
jaren splitst zich haar persoonlijk
heid: zij droomt naast zich een rivale,
een sensueel-kokette vriendin, die zij
toelaat, haar man in te palmen. Ten
slotte wreekt zij zich, aanvankelijk on
bewust, op haar man die haar niet
heeft willen liefhebben zoals zij in
feite is; zij laat de rivale, die uiter
aard in haar huis woont haar man
doodschieten.
Een heel knap geschreven verhaal dat
verfilming waard is.
Knap is ook 'Onzichtbare vrouw", een
vrouw die sterft doordat haar man
haar niet meer ziet Zijn liefde is
sleur geworden, is in feite verdwenen.
De vrouw beleeft het als een proces
van onzichtbaar-wording.
Het scheppen van een niet-reële we
reld uit compensatie voor de leegheid
van het eigen leven, wordt ook in
andere verhalen uitgebeeld, zoals in
'De orgie', waarin een vrouw staat te
staren naar een onbewoonde etage,
waar ze een orgie aanschouwt .De
vrouw die het middelpunt van de
orgie is, lijkt sprekend op haarzelf. In
dit verhaal wordt de sexuele onvol
daanheid van een mooie, sterk bege
rende vrouw verbeeld.
Ook aan leeg, schijnbaar intellectueel
woordenspel van geestelijke snobs
geeft Moravia aandacht zoals in "De
chimère'.
Heel goed is ook 'Orders zijn orders',
waarin een langzaam voortschrijdende
krankzinnigheid getekend wordt: om
de wanhoop van de eenzaamheid te
vernietigen wordt die eenzaamheid
opgelegd door innerlijk bevel.
Alleen al om de hier met name
genoemde verhalen ben ik toch blij
met de bundel.
En niet vergeten mag worden dat alle
verhalen (ik heb er geen uitzondering
op gevonden) knap geconcipieërd zijn.
Het milieu moge vrijwel niet verande
ren, de situaties zijn steeds nieuw.
Dat is een niet geringe verdienste.
Alberto Moravia: 'Striptease zonder
muziek'. Oorspronkelijke titel: 'El pa-
radiso'. Vertaling van Christine
Quant'. Bij Elsevier te Amsterdam/-
Brussel. Paperback. Aantal bladzijden
I