ietnam, een nachtmerrie lie niet van wijken weet OORAL NATIONAAL BELANG BEPAALT USSISCHE BUITENLANDSE POLITIEK fEf HE NT 0 L '/KWARTET ZATERDAG 20 MEI 1972 Bnitenland TI9/K19 Ferry Versteeg Noordvietnamese agressie over internationale grenzen bedreigt de vrijheid van het Zuidvietnamese volk waar ergens ter wereld de vrijheid wordt bedreigt, staat ook onze vrijheid op het spel. Daarom ver- len de koppige, unfaire, immorele Noordvietnamezen, die internationale afspraken schenden en elk eus gesprek weigeren, een krachtdadig antwoord. prai iden als deze zijn tientallen mil- westerlingen nog altijd op het schreven. Toch weerspiegelen ze implex van misvattingen, histo- verdraaiingen en foutief gerich- jrljki sie-neigingen, dat de hele Viet- zaak in irrationele nevels hult ectieve waarneming bemoeilijkt. 0lIdo< n iedereen met enig historisch bijvoorbeeld weten, dat 'de 61 Vietnamese agressie over een in- ionale grens', waarover in Was- 5n nog steeds officieel wordt iken, een bewust gelanceerde rheid is. Want de Geneefse con- boi ie van 1954, het laatst beslissen- lernationale legale forum, dat iet de Vietnamese tragedie bezig beschouwde Vietnam als één )e conferentie erkende een 'mi- demarcatielijn' tussen het >n en zuiden van het land, maar in artikel zeven nadrukkelijk, eze lijn 'voorlopig' was en 'in geval mag worden geïnterpre- als een politieke of territoriale imarcatielijn moest volgens de fse conferentie worden opgehe- a de nationale verkiezingen van Maar, zoals president Eisenho- ater openhartig toegaf, hebben deze verkiezingen gesaboteerd, de communisten aangevoerd m4Ho Tsji Minh, de grote verzets- III tegen de Japanners en de Fran- fiiqr in 1956 de verkiezingen zou- I Ifebben gewonnen. Daarom instal- In de VS een sterk anti-commu- 9 th bewind in Saigon en daarom I het de VS, die Vietnam ver gil en niet de Vietnamezen. j slechts een voorbeeld uit vele. de vorig jaar onthulde Penta- apers, samengesteld in opdracht —Je Amerikaanse regering, tonen j^Jioe de Amerikanen in de loop iyk je jaren talrijke beschuldigingen eanj Hanoi in elkaar draaiden om lde' doelen in Vietnam te realiseren JÏ'ïiinotheorie tegen internationale afspraken die van Genève in 1954 u g waard te zijn, als grootmach- un vitale belangen bedreigd "ach- 'a*En de VS hebben lange tijd dat hun veiligheid in Viet- jndamenteel werd bedreigd. De- jvatting werd uitgewerkt in de lufl in 1949 ontwikkelde 'domino- Ie', volgens welke Hanoi wordt iipuleerd door een expansief en zuchtig China. Een nederlaag aigon zou, volgens deze theorie, ii de inleiding vormen tot soort- nederlagen in buurlanden en n dominerende positie in Azië van China, dat een regelrechte bedrei ging voor Amerika zou vormen. Zo rechtvaardigde president Johnson in mei 1965 de massale troepentranspor ten naar Vietnam met de uitroep: 'China's doel is niet alleen Zuid-Viet- nam; het is heel Azië.' Maar nu beleven we voor het eerst een offensief van Noordvietnamezen en Viet-Congstrijders, waarbij Peking weinig meer wordt genoemd. En Dean Rusks redevoering van oktober 1967 over 'het gele gevaar' zou na Nixons recente bezoek aan China zelfs wat obsceen klinken. Kortom de domino theorie de voornaamste reden voor de Amerikaanse interventie in Viet nam is kennelijk niet meer geldig. Sprekend was ook het bezoek, dat de leiders van beide fracties in de Ame rikaanse Senaat, Mike Mansfield en Hugh Scott, tijdens het huidige offen sief aan China brachten. Wel menen sommige waarnemers, dat Hanoi in Laos en Cambodja 'be vriende' regeringen aan de macht wil helpen. Maar als dat juist zou zijn, zou daar veel minder de hand van een oorlogzuchtige voorzitter Mao achter steken, dan wel een expansionistisch streven van Noord-Vietnam, dat door de felle haat tussen z'n twee voor naamste vrienden en helpers Rus land en China grotendeels auto noom kan opereren. Waarmee de mondiale schrikbeelden Van de domi no-theorie zijn vervangen door de woelingen van een regionaal conflict, dat buiten de vitale Amerikaanse be langensfeer ligt. En omdat Washing ton sinds 1968 de rol van 'wereldpoli tieman' heeft afgezworen, zou alleen dat al een reden moeten zijn om Vietnam zo snel mogelijk te verlaten. Vietnamisering Sinds Richard Nixon in 1968 de fail liete Vietnam-boedel van Lyndon Johnson overnam, heeft hij zich in derdaad ingezet voor een 'eervolle' afbouw van de Vietnamese nachtmer rie. Hij lanceerde daarom zijn vietna- miseringsplan, dat terugtrekking van het leeuwendeel van de Amerikaanse grondtroepen behelsde, alsmede de opbouw van een machtig Zuidvietna- mees leger van ruim een miljoen man, dat met Amerikaanse lucht-, ma rine- en andere materiële steun Hanoi op afstand zou moeten houden, ofwel tot concessies bewegen. Nixon dacht op deze manier een eervolle Ameri kaanse aftocht, de overleving van het regime-Thieu en zijn eigen herverkie zing als president veilig te stellen-, Zonder overmatig succes, zoals nu blijkt. Behalve vietnamisering heeft Nixon ook de 'grote-mogendheden-diploma- tie' gebruikt om uit de Vietnamese impasse te raken. Al tijdens zijn ver kiezingscampagne in 1968 sprak hij over de grote mogelijkheden van de 'totale diplomatie' om vrede in Viet nam te bereiken. Als president heeft hij met Henry Kissinger de 'Ras- poetin van het Witte Huis' de op dit terrein braak liggende kansen bij zonder knap benut. De internationale verhoudingen werden tot voor kort gedomineerd door de Amerikaans-Rus sische tegenstelling. Maar vooral sinds Nixon China bezocht en deze opko mende grootmacht daarmee uit het ghetto van de internationale politiek haalde, worden de mondiale relaties beheerst door de driehoek Washing- ton-Mosko u-Peking. Rusland en China Binnen dit kader verkeert Amerika thans in de fortuinlijke positie te kunnen flirten met Moskou en Pe king, terwijl de vijandschap tussen beide 'socialistische broeders' dermate fundamenteel is, dat zij slechts kun nen streven naar goede relaties met de VS. Het is duidelijk, dat Nixons bewegingsvrijheid in de internationa le politieke arena hierdoor aanzienlijk vergroot is. Zo kan Rusland in de nieuwe driehoekige konstellatie bij voorbeeld niet meer op Amerikaanse chantage reageren met toenadering tot China (wat Amerika wel kan), terwijl China zich voor geen enkele prijs tot Moskou zal richten (wat Amerika ook kan). Men ziet nu het voor Nixon zonnige verschijnsel, dat zowel Rusland als China belang hebben bij goede rela ties met de VS. China hoeft zo niet meer te vrezen voor Amerikaanse in terventies, terwijl een onheilspellende Amerikaans-Russische 'samenzwering' waardoor de Russen zich tegenover China meer zouden kunnen permitte ren wordt bemoeilijkt. Ook voor Moskou zijn de voordelen van goede relaties met Washington duidelijk. Niet alleen, omdat zoiets de kans op een Amerikaans-Chinese coalitie ver kleint. Want Rusland wenst ook ont spanning aan z'n westgrenzen, grotere economische samenwerking met de VS en een akkoord met dat land over beperking van de strategische wapens. Allemaal voorwaarden om de Russi sche bevolking eindelijk het tijdperk van de massa-consumptie te kunnen binnenleiden. In deze nieuwe situatie heeft Nixon alles gedaan om China en Rusland tot de nodige inschikkelijkheid in de Vietnamese kwestie te dwingen. In Washington werd al hoopvol gespecu leerd over een Noord-Vietnam, dat beroofd van Russische en Chinese hulp, de keus zou resten tussen een vredesregeling op Amerikaanse voor waarden, ofwel te worden weggebom bardeerd tot 'een voetnoot in de ge schiedenis.' Maar het pakte anders uit en Nixon werd geconfronteerd met de grenzen van zijn 'totale diplomatie'. Want al zijn Rusland en China nu zeer gevoelig voor goede betrekkingen met Amerika, ook Vietnam is voor beiden van groot belang. Voor de Russen, omdat zij momenteel bezig zijn de Chinese aartsvijand in heel Azië in te kapselen; en voor China om deze Russische omsingeling te doorbreken. Als Rusland zou toegeven aan Amerikaanse druk en Hanoi in de steek zou laten, zouden de Chinezen zonder twijfel inspringen. En het om gekeerde is evenzeer waar. Het is bijzonder interessant om de ontwikkeling van deze Chinees-Russi sche patstelling die Nixon thans met grof diplomatiek en militair ge schut tracht te doorbreken gedu rende de afgelopen maanden aan de hand van berichten uit de New York Times te volgen. De Russen, die de Chinezen de laatste jaren als voor naamste wapenleveranciers van Hanoi hebben verdrongen, pleegden begin februari in Moskou intensief overleg met de Noordvietnamezen. Waar schijnlijk om hen af te houden van offensieve plannen in Zuid-Vietnam. Tevergeefs, want op 11 februari sprak TASS aan het slot van het overleg over 'openhartige discussies', een com munistisch code-woord voor 'onenig heid'. Begin maart bezocht prins Sihanock, de verdreven Cambodjaanse leider, die momenteel in Peking huist, Ha noi. Later voegde de Chinese premier Tsjoe En-lai zich korte tijd bij hem. Op 5 maart werd dit overleg afgerond met een hard communique, dat pleitte voor 'broederschap in de strijd' tegen Thieu en z'n Amerikaanse bescherm heren. Waarmee de Russen duidelijk werd gemaakt, dat China klaar stond om hun plaats in Noord-Vietnam in te nemen en tevens gereed was om zijn favoriete beschuldiging te herha len, dat Moskou de zaak van het communisme verraadt terwille van goede betrekkingen met Amerika. Moskou heeft daarop de Noordvietna mezen hun gang laten gaan, maar bagatelliseerde tegenover de buiten wereld hun offensief en stelde alles in het werk om het komende Moskou- se topoverleg met Nixon te redden. En dat ondanks Nixons besluit om duizenden Noordvietnamezen door zijn luchtmacht op afstand te laten doden en zijn gevaarlijke blokkade Vietnam-1972 van Noordvietnamese havens. Immore le en irrationele acties, die meer door presidentiële trots en verkie zingskoorts worden ingegeven, dan ge rechtvaardigd door een fundamentele aantasting van Amerikaanse belangen. Gelukkig is de Russische reactie tot op heden beheerst, waaraan behalve de nieuwe internationale verhoudin gen en Russisch-Amerikaanse belan genverstrengeling mogelijk ook een rationeler denktrant zal hebben bijge dragen. 'Redelijke kans' Terwijl Nixons 'totale diplomatie' dus nog weinig heeft opgeleverd, verkeert het directe Amerikaans-Noordvietna- mese overleg al veel langer in coma. Nixon op 8 mei heeft voorgesteld 'een einde te maken aan alle Amerikaanse militaire activiteiten in heel Indo- China en alle Amerikaanse troepen terug te trekken binnen vier maan den'. En dat op twee voorwaarden: bevrijding van alle Amerikaanse krijgs gevangenen cn een wapenstilstand onder internationaal toezicht Nixon stelde dus alleen een militaire rege ling voor, waarna de Zuidvietnamezen 'onder elkaar moeten beslissen' over de voorwaarden van een politieke re geling. Op deze wijze zou Nixon de regering-Thieu niet zonder meer aan Hanoi uitleveren, maar evenmin het langdurig voortbestaan van de Zuid vietnamese bondgenoot garanderen. Washington meent, dat de vijand hier mee een 'redelijke kans' wordt gebo den om zijn doelen geleidelijk te be reiken. Maar Hanoi en de Viet Cong vechten al jaren om het in hun ogen onwettige regime van Thieu 'de marionet van de Amerikaanse agres sors' omver te werpen en nemen na alle opofferingen geen genoegen meer met de door Nixon geboden 'redelijke kans' Zij eisen daarom de installatie in Saigon van een drieledi ge coalitieregering van Viet Cong, leden van de huidige regering minus Thieu, en neutralen zoals 'Grote' Minh. Nixon en Kissinger stellen dit ondanks Noordvietnamese ontken ningen echter gelijk met de instel ling van een communistisch regime in Saigon en wijzen zo'n 'capitulatie' van de hand. Maar wie overleefde over- winningsromantiek en gekneusd supe rioriteitsgevoel van zich afschuift en het laatste Noordvietnamese voorstel realistisch taxeert, kan toch moeilijk volhouden, dat er geen 'eervolle' Amerikaanse aftocht in zit Wel zal het de politieke schuinsmarcheerder Thieu nopen zich eerder dan ver wacht bij z'n Zwitserse bankrekening te voegen. Voortzetting van de oorlog kan de Amerikaanse positie slechts verzwak ken. Want al zouden Noordvietname zen en Viet-Congstrijders door Nixons riskante acties in het defensief ge drongen worden, later zullen zij hun offensief kunnen herhalen onder steeds gunstiger voorwaarden, omdat de Amerikaanse terugtrekking door gaat. Bovendien kan de gebrekkige vechtlust van het numeriek superieu re en uitmuntend uitgeruste Zuidviet namese leger niet eeuwig worden ge compenseerd door de onvoorstelbare vuurkracht van de gigantische Ameri kaanse lucht- en zee-armada. Een ar mada, die een corrupt regime zonder veel burgerlijke moraal op de been houdt, dat zich langdurig door buiten staanders liet domineren en leiden en daardoor in tegenstelling tot de noorderburen geen zelfbewustzijn en dynamiek ontwikkelde. Een arma- da tenslotte, die door de gewijzigde internationale constellatie allang geen fundamentele Amerikaanse belangen meer verdedigt, maar op gruwelijke wijze Amerikaanse frustraties projec teert in een gemartelde uithoek van de wereld. |^|daag vertrekt president Nixon uit Washington voor een bezoek aan Moskou, ir hij, na een kort oponthoud in Salzburg, in de loop van maandag zal arriveren, 't oog op dit bezoek geeft Martin van den Hevel in dit artikel zijn visie op de na-oorlogse buitenlandse politiek van de Sowjet-Unie. Martin van den Heuvel was van 1964 tot 1967 correspondent van het Parool in Moskou. Thans werkt hij op het Oost-Europa-Instituut van de Universiteit van Amsterdam. door Martin van den Heuvel QEplitieke situatie aan het einde van de tweede wereldoorlog gaf ^jiwjet-Unie enorme kansen tot machtsuitbreiding. Stalin hielp al in de door het Rode Leger bevrijde Oosteuropese staten re- js in het zadel die de Sowjet-Unie goedgunstig gezind waren. In fegin opereerde de Russische dictator daarbij nog vrij voorzich- paar geleidelijk aan hadden alleen de communisten het in die iafn nog maar voor het zeggen. I moest in die eerste naoorlogse 11 uiteraard voorzichtig te werk Het Westen heeft zich in die gerealiseerd, hoe *ïaar het door de oorlog ver en uitgeputte Rusland was. and had bijna twintig miljoen in verloren. In de gebieden die le nazi's bezet geweest waren, vaak geen steen meer op de .J. Dc Russische industrie had |eweldige slag gekregen. lowjet-Unie behoorde weliswaar overwinnaars op Hitler-Duits- ^Jmaar bezat onvoldoende machts- -'fclen om aan wereldpolitiek te ze bezat noch atoomwapens, [een voldoende oorlogsvloot. Een politiek bedrijven in de derde was daarom onmogelijk. Daar nog bij, dat Stalin niet veel zag onafhankelijkheidsbewegingen die jaren in de Afro-Aziatische plaats vonden. Iedereen die immunistisch was, was voor de -dictator al gauw pro-westers, mensen als Nehroe, Nasser en ir zag Stalin niet veel meer dan 'n van het imperialisme'. Pas stsjow ging proberen in de der- ireld steun en sympathie te win- ^Jtussen werkte men in de Sow- »ie koortsachtig aan het inhalen ïUfte bewapeningsachterstand. In 1 vond de eerste Russische atoom- »ie plaats en in 1953 bezat ook I gremlin kernwapens. In 1957 lan- men de eerste intercontinenta- [et. In de jaren zestig werd deze kkeling voortgezet en, zoals be kend, beschikt de Sowjet-Unie thans behalve over een groot landleger, over een grote hoeveelheid interconti nentale raketten en een grote oorlogs vloot. De Sowjet-Unie heeft nu dus de middelen om een mondiale politiek te bedrijven en dat doet zij ook. Beelaerts Bij het bespreken van die Russische buitenlandse politiek vormt de vraag, in hoeverre de marxistische ideologie daarin een rol speelt een groot twist punt. Een aantal deskundigen gelooft dat de marxistische leer de Russische leiders als het ware dwingt om overal revoluties te bevorderen en zo de wereldheerschappij voor het commu nisme te verzekeren. Tot hen behoort bijvoorbeeld onze voormalige ambassa deur in Moskou, jhr. mr. G. Beelaerts van Blokland. Van hem is vorig jaar een rapport in de Nederlandse pers verschenen, dat volgens Elseviers Ma gazine (14-8-1971) als 'een soort poli tiek testament' beschouwd moet wor den, waarin een ervaren diplomaat het Westen waarschuwt voor de poli tieke methoden en doeleinden van een agressieve wereldmacht. Wie de Russische buitenlandse politiek goed bestudeert, kan volgens Beelaerts al leen maar tot de conclusie komen, dat een vreedzaam naast elkaar bestaan van Oost en West onmogelijk is. Hij schrijft: 'De Sowjets willen niet meer dan een tijdelijke wapenstilstand, en dan nog slechts een zeer tijdelijke. Hun doelstellingen gaan veel verder. Dit is geen stukje anti-communisti sche hetze. Elke echte communist kan deze stelling alleen maar onderschrij ven. In eigen jargon beredeneert hij dit aldus: Het kernprobleem van de Oost-West-verhouding ligt in het naast elkaar bestaan van het commu nistische (socialistische) stelsel en het kapitalistische stelsel. De tegenstellin gen tussen die twee systemen zijn niet op te lossen. De strijd duurt voort, totdat volgens de door Marx voorziene onontkoombare loop van de geschiedenis het kapitalisme is vernie tigd en het superieure socialistische maatschappij-stelsel heeft gezegevierd. Tot die overwinning houden de tegen stellingen en de klassestrijd aan'. Met dit citaat hebben we wel de sleutel tot Beelaerts' analyse van de Russische buitenlandse politiek te pakken. Hij vat alle marxistisch-leni- nistische zinsneden over de noodzake lijke ineenstorting van het kapitalis me en de zege van het socialisme, waarmee de Sow jet-pers vrij scheutig is, als een directe bedreiging van het Westen op en verbaast zich erover dat niet iedereen dat doet. Daarom had Beelaerts eigenlijk ook Churchills uit spraak dat de Russische buitenlandse politiek een 'riddle wrapped in an enigma' (een soort raadsel in het kwadraat) is, niet behoeven te cite ren. Anders dan voor de Engelse staatsman is de Russische politiek voor hem een volstrekt duidelijke zaak. Hij eindigt zijn rapport dan ook met de veelbetekende woorden; 'Het Westen zij gewaarschuwd!' Nationaal belang Beelaerts van Blokland gaat er in zijn rapport zo volstrekt van uit dat de marxistische ideologie een allesover heersende rol speelt in de Russische buitenlandse politiek, dat hij die kwestie niet eens aan de orde stelt. Het staat in de Prawda, du: het is waar, is zijn devies. Toch zijn veel Sowjet-kenners geneigd niet het marx isme, maar het Russische nationale belang als de belangrijkste factor in de buitenlandse politiek van het Kremlin te beschouwen. Hoe ver klaart men bijvoorbeeld de samenwer king van het Kremlin met staten waar de communistische leiders ge vangen zitten en de communistische partij verboden is? Waarom verbreekt de Sowjet-Unie haar diplomatieke be trekkingen met de Griekse kolonels niet en wil zij zo graag diplomatieke betrekkingen met Spanje aanknopen? Beelaerts verklaart dit laatste door te zeggen dat de Sowjet-diplomatie voor al dient om niet-diplomatieke contac ten mogelijk te maken. Alle mogelijke mantel-organisaties kunnen dan des te gemakkelijker hun ondermijnende rol spelen. Nu lijken voor dit laatste doel diplomatieke betrekkingen niet per se noodzakelijk. Bovendien begrijpt men zelfs in het Kremlin wel dat 'onder mijnende propaganda' ten gunste van de Sowjet-Unie weinig uithaalt, als dit land tijdens een staking van Spaanse mijnarbeiders kolen levert aan Franco. Hetzelfde geldt voor de levering van machinerieën aan de Griekse kolonels. Die transacties zijn koren op de molen van maoïsten en anderen. Het Kremlin neemt dat risi co echter telkens weer omdat m.i. het Russische nationale belang op de eer ste plaats komt.* Aanpassingen Maar zelfs als we Beelaerts volgen en in het marxisme-leninisme de leidraad zien voor het handelen van Breznjew c.s., wat dan? Wel, dan weten we nog niets. Vooreerst bevat deze leer nogal wat tegenstrijdigheden en laat zij vele belangrijke kwesties volstrekt open. 3ovendien is die leer allesbehalve rigide, maar wordt zij herhaaldelijk aangepast en 'verrijkt'. Zo moest men al snel na 1917 de doctrine van de wereldrevolutie in het vriesvak stop pen. Chroesjtsjow 'ontdekte' de vreed zame coëxistentie en de per land verschillende, 'weg naar het commu nisme'. Na de tweede wereldoorlog is men de nieuwe staten in de derde wereld geleidelijk een progressieve rol gaan toeschrijven. Hoewel die sta ten meestal de volgens het marxisme noodzakelijke economische ontwikke ling misten, werden ze soms opeens een flink stuk op weg naar de socia listische heilstaat verklaard. De enige duidelijke leerstellige uit spraak is, dat het communisme eens over de hele wereld zal zegevieren. Maar we 'weten' slechts dat dat zal gebeuren né de ineenstorting van het tijdperk van het kapitalisme en een 'marxistisch tijdperk' kan best dui zend jaar duren. Daar hoeven we dan ook niet van wakker te liggen. We kunnen dus niet zeggen dat het marx isme de Sowjet-leiders dwingt be wust de wereldheerschappij na te streven. Volgens de leer is het de economische ontwikkeling in de niet- communistische landen zelf, die on ontkoombaar tot het communisme zal leiden en niets anders. De marxistische leer laat het Kremlin dus volkomen vrij in zijn buitenland se politiek en men kan m.i. die poli tiek vanuit di~ leer alléén ook niet goed verklaren. Wel wordt elke stap van het Kremlin uiteraard altijd ver pakt in marxistische termen. Vaak is dat echter zoals bij de bezetting van Tsjechoslowakije in 1968 een rechtvaardiging achteraf. Van de Breznjewdoctrine over de 'beperkte soevereiniteit' (grofweg: de belangen van het 'internationale communisme' wegen zwaarder dan de soevereiniteit van één land van het socialistisch blok) kan men ook bepaald niet zeg gen dat hij door Marx geïnspireerd is. Coëxistentie Het is goed hier enige woorden te wijden aan het begrip 'vreedzame coëxistentie', omdat daarover veel misverstanden bestaan. Aan Nikita Sergejewitsj Chroesjtsjow, die inzag dat grote oorlogen in deze tijd zinloos geworden waren, komt de verdienste toe aan dit begrip een reële inhoud gegeven te hebben. Die inhoud is echter veel agressiever ten opzichte van het Westen dan men vaak denkt De doctrine acht weliswaar oorlogen met het Westen onwenselijk, maar wil dat de internationale klassenstrijd op ideologisch gebied des te feller wordt voortgezet. Het past bijvoor beeld in het kader van de vreedzame coëxistentie om via mantelorganisaties druk uit te oefenen op de westerse publieke opinie voor het houden van een Europese veiligheidsconferentie op voor de Sowjet-Unie gunstige voor waarden. Zou dat lukken, dan is het volkomen 'legaal' om vanuit een machtspositie via politieke druk te proberen uit de nieuwe constellatie politieke winst te slaan. Het hangt uiteraard van het westerse tegenspel af in hoeverre men daarin slaagt. Bij langer durende Oosteuropese vredes campagnes verliest het westen echter soms zijn eensgezindheid. De buitenlandse politiek is met de jaren veel complexer geworden. De twee wereldmachten, Amerika en Rus land houden elkaar, beide tot de tan den toe bewapend, nauwlettend in de gaten. China's breuk met Moskou en latere opkomst als atoommogendheid hebben het er voor het Kremlin niet gemakkelijker op gemaakt. Toch is de balans niet alleen negatief. Het kern- stopakkoord van 1963 was bijvoor beeld een grote stap vooruit Dat geldt ook voor de duidelijkere afspra ken die sindsdien over en weer ge maakt worden. Hoe nodig het was dat men eikaars bedoelingen precies ken de, was tijdens de griezelige Cuba- crisis wel gebleken. Daarom kwam onder meer de 'hot line' tussen Mos kou en het Witte Huis tot stand. De wereldvrede hangt nu eenmaal in ho ge mate af van het feit dat men wederzijds precies weet, waarover men het eens en oneens is. Dat is mede de betekenis van Nixons komen de bezoek aan de Sowjet-Unie. De nieuwe Amerikaanse politiek ten op zichte van China raakt uiteraard ook de Amerikaans-Russische betrekkin gen. Het is zowel voor de Verenigde Staten als voor de Sowjet-Unie van enorme betekenis om precies vast te stellen, waar die veranderingen op neerkomen. Het is te hopen dat Nixons bezoek ook in andere opzichten winst zal opleveren, ook al geven de gebeurte nissen in Vietnam niet veel reden tot optimisme. Gemakkelijke zou dat trouwens ook zonder het Vietnam- conflict niet zijn. Want ook al gelooft men er niet in, dat de marxistische ideologie een grote rol speelt in de Russische buitenlandse politiek, dat wil niet zeggen, dat men lichtvaardig inet de Sowjet-Unie in zee moet gaan. De Sowjet-Unie is een griezelige we reldmacht met een enorm militair potentieel en een (de laatste jaren) zeer actieve buitenlandse politiële Russische 'vredelievende' voorstellen hebben soms voornamelijk een propa gandistische bedoeling. Aan de confe rentietafel blijken Russische diploma ten meestal zeer stugge onderhande laars. Toch is het de laatste jaren een aantal keren gelukt tot redelijke re sultaten te komen. Dat het Westen daarbij geen eenzijdige concessies moet doen, staat voor mij vast Maar het staat voor mij eveneens vast dat het het Westen (in casu: Amerika) zich door een aantal ondoordachte zetten op het politieke schaakbord (vooral in Vietnam uiteraard) in een positie geplaatst heeft waardoor het een minder aanvaardbare en geloof waardige onderhandelaar voor het Kremlin is geworden. Voor een andere visie op de Russi sche buitenlandse politiek zie: C. G. van den Heuvel Sowjet-Buitenland- se Politiek en Ideologie, in Clvis Mundi 1972/4, blz. 95-101.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 19