FRANSE
STAATS
OMROEP
IS EEN
GROOT ZIEK
LICHAAM'
^W/KWARTET ZATERDAG 13 MEI 1972
Buitenland Til/KI I
rranse staatsradio- en televi-
mroep ORTF bevindt zich
len in een turbulente en
aculaire crisis. Een reeks ont-
ngen over corruptie en wan-
jd binnen deze omroep heeft
storm van kritiek ontketend
de ORTF, die strak aan de
Jnd: van de Franse regering
jgt te lopen.
parlementscommissies, één van
iaat en één van de Nationale Ver-
ving (de Franse Eerste en Twee*
amer) zijn binnen een week met
nbarende en onthullende rappor-
gekomen over de interne chaos
ïeerst binnen de ORTF, L'Office
a Radio-diffusion et Télévision
gaise. In ongezouten bewoordin-
hebben beide commissies de
somroep ervan beschuldig zich te
en laten gebruiken door pressie-
jen en commerciële belangen,
eiding tot de plotselinge belang*
ng van groepen parlementsleden
de omroep was de al lang leven-
lacht dat vooral bij de tv-afdeling
le ORTF op grote schaal sluikre-
e zou worden bedreven,
rankrijk is de reclame op de tv
maar een paar jaar geleden in
rkte omvang ingevoerd. Evenals
ndere Westeuropese landen zijn
mespots duur. Een tv-advertentie
een minuut kost zo'n 36.000
Maar uit de rapporten bleek
diverse bedrijven er steeds in
den aanzienlijk voordeliger aan
isie-publiciteit te komen.
ikreclame
vorig jaar begon een Senaats-
nissie onder voorzitterschap van
i Caillavet, met André Diligent
rapporteur (de commissie-Dili-
I, een uitvoerig onderzoek naar
luikreclame. In het nu gepubli-
le verslag heeft de commissie
uld, dat een aantal commerciële
Hingen hun waren niet alleen via
laire programma's op de beeld-
kon brengen, maar dat zij daar*
werd geholpen door een ander
sbedrijf. Dat was het publiciteits-
au Havas, dat uitstekende contac-
onderhield met de ORTF en dat
betaling de sluikreclame organ]*
le. De afdeling public relations
het agentschap Havas kreeg daar-
zelfs een fikse vinger in de pap
le samenstelling van televisiepro-
ma's. Zo regelde Havas drie tv-
ndingen van golfwedstrijden. een
die in Frankrijk weinig popu*
is. De strijd ging echter om de
óme-prijs en Lancóme is een be*
e Franse onderneming in par
en cosmetica,
bleek dat twee Franse reisorganl-
s, de Club Mediterranée en Triga*
n een vier minuten durende tv-
nding maar liefst elf keer wer*
genoemd. En het was eveneens
s, dat voor elkaar kreeg dat de
F een aantal Franse wintersport-
a in het centrum van de belang
ing plaatste. De methode was: po-
re televisie-programma's laten
nen in de bewuste wintersport-
sen, nadat de plaatselijke belang
enden uit deze centra eerst bij
s een bestelling hadden geplaatst
lezclfde manier slaagde de Franse
1 van wegvervoerders, het Centre
onal Routier, erin de weinig ge-
vrachtwagenchauffeurs wat po
rder te maken bij het publiek,
s produceerde in samenwerking
personeel van de ORTF een pro-
ndafilmpje, dat prompt op de
verscheen. De financiële op-
gsten van deze reclame tegen ge-
ceerd tarief verdwenen in de kas
door Chris Biankenburgh
van Havas en in de zakken van popu
laire tv-presentatoren, wier program
ma voor de sluikreclame was benut.
Liefdadigheid
Het meest opmerkelijke was, dat niet
alleen particulieren of belangengroe
pen de lobby van Havas bij de ORTF
gebruikten. Ook ministeries in Parijs
deden er aan me'e. Zo werd Havas
door een departement uitgenodigd be
hulpzaam te zijn bij het organiseren
van liefdadigheidsacties via de tv. Ha
vas werd daar dik voor betaald tegen
een vastgesteld tarief, en in verhou
ding tot de ontvangen giften. Zo zou
Havas 125.000 frank ontvangen bij een
incasso van minder dan 5 miljoen, en
425.000 frank bij een liefdadigheids
vangst van meer dan 15 miljoen.
Op die manier verdiende het staatsbe
drijf Havas bijna twee miljoen frank
aan een actie voor het gehandicapte
Franse kind, die 21 miljoen had opge
bracht en 365.000 frank voor mede
werking aan een campagne ter bevor
dering van het medisch onderzoek. In
de particuliere beurs van de populaire
tv-ster Georges de Caunes verdween
30.000 frank voor welwillende mede
werking.
Terwijl de Senaatscommissie zich
overwegend tot de praktijken van de
sluikreclame beperkte, ging de com
missie van de Nationale Vergadering
veel verder met haar kritiek. Deze
commissie onder leiding van het par
lementslid Alain Griotteray en met
Joël le Tac als rapporteur deed een
vernietigende aanval op de gehele
structuur van de ORTF. 'De ORTF is
een groot ziek lichaam. Zij wordt
ontsierd door de zweren van de
klandestiene publiciteit, ze is in har!
en ziel verziekt, geslagen door traag
heid en op de rand van een nerveuze
depressie', zo rapporteerde de afge
vaardigde Le Tac. 'De sluikreclame is
in werkelijkheid slechts het zichtbare
deel van een diepe malaise die binnen
de ORTF heerst'. Dat de staatsomroep
zich tot sluikreclame kon lenen vond
zijn oorzaak hierin, dat de ORTF een
feodale organisatie was geworden,
waarin groepsbelangetjes de hoofdrol
spelen. Er heerst een malaise door
gebrek aan leiding, door een gezags
crisis, door wantrouwen, hokjesgeest,
overdreven centralisme, communica
tiestoornissen, doordat iedereen uit
onderlinge jaloezie informatie achter
houdt, zo somde de commissie op.
Bureaucratie
De kern van de onverbloemde kritiek
was dat de ORTF alle denkbare nega
tieve verschijnselen vertoonde van
een vastgeroeste staatsbureaucratie,
waardoor de omroep niet meer in
staat was het moderne medium televi
sie te hanteren.
De oorsprong van de problemen bij
de Franse omroep ligt in de ambte-
lijk-bureaucratische opbouw van de
organisatie een erfenis van een
verleden dat gekenmerkt werd door
nauwe banden met de Franse centrale
regering. De Franse omroep startte
haar bestaan voor de Tweede Wereld
oorlog als een afdeling van het mi
nisterie van posterijen. In 1939 werd
de toenmalige radio-omroep gekoppeld
aan het ministerie van voorlichting.
De structuur van de latere ORTF was
dezelfde als die van de andere Franse
departementen: centralistisch, strak
hiërarchisch en moeilijk hanteerbaar
Tijdens de meirellen van 1968 gingen journalisten en technici van de ORTF in staking en dreigden president Charles
de Gaulle van zijn machtige politieke wapen te beroven. De politie trad echter onmiddellijk op en bezette het moderne
ORTF-gebouw vlak bij de Eiffelloren.
voor creatief ingestelde radio- en tele
visiemensen. In de huidige ORTF
werken 12.000 ambtenaren naast 2000
eigenlijke omroepmensen in een orga
nisatie die in 173 beroepscategorieën
is opgesplitst.
Dat in een dergelijke structuur de
noodzakelijke dynamiek voor een bij
detijdse creatieve omroep ontbreekt
behoeft weinig verbazing te wekken.
Het onbehagen onder de Franse kij
kers en luisteraars over de ORTF
bleek eind vorig jaar, toen een opinie
onderzoek aantoonde, dat 46 procent
van de ondervraagden ontevreden was
over de omroep, tegen 27 procent
tevredenen, en dat 57 procent van de
gepeilden naast de bestaande twee
televisienetten een onafhankelijk der
de net verlangde.
Een andere bron van voortdurende
ergernis was de loodzware eis van de
respectieve Parijse regeringen dat
de omroep zich zou gedragen als poli
tiek instrument in handen van het
zittende bestuur. De taak van de om
roep werd door diverse ministers
onder wie de voormalige gaullistische
minister van voorlichting Alain Pey-
refitte omschreven als het leveren
van tegendruk tegen felle kritiek op
de Franse overheid in kranten en
weekbladen. Deze tegendruk kon doel
treffend worden gegeven, omdat de
president-directeur van de omroep
door de Franse regering werd be
noemd, terwijl de raad van bestuur
lange tijd uitsluitend door politieke
vrienden van het heersende bewind
werd bemand. Ook nu nog bestaat de
helft van deze hoogste omroepraad uit
regeringsfunctionarissen, aangevuld
met vier bestuurders uit de gelederen
van de ORTF, die voor de noodzake
lijke absolute meerderheid ten gunste
van de overheid zorgen.
Manipulatie
Het gevolg was dat de ORTF steeds
een partijdige omroep was. Zij werd
gebruikt om de Franse kiezer te ma
nipuleren.
Tijdens verkiezingscampagnes was het
vast gebruik, regeringspartijen meer
politieke zendtijd toe te meten dan de
oppositie. Dat gebeurde ook tijdens de
recente campagne voor het EEG-refe-
rendum. Dit beleid is overigens niet
typisch voor gaullistische of pompido-
liaanse regeringen. Het werd evenzeer
toegepast door machthebbers van an
dere politieke kleur, zoals de socialis
tische premier Guy Mollet, die in de
Jaren vijftig via radio en tv de infor
matie over de Suezcrisis en de Alge
rijnse kwestie naar zijn eigen hand
wist te zetten.
De omroepmanipulatie bereikte echter
een hoogtepunt onder president Char
les de Gaulle. 'Ik heb twee politieke
wapens', oreerde de generaal in één
van zijn interviews. 'Dat zijn de tv en
de tv. De tv omdat ik er zo goed in
ben en de tv omdat mijn tegenstan
ders er zo slecht mee overweg kun
nen'. Het was bekend dat de Gaulle
zijn redevoeringen uit het hoofd leer
de. voor de spiegel instudeerde en op
de band opnam en de bijbehorende
mimiek afkeek van een daarvoor spe
ciaal gehuurde bekende toneelspeler.
Maar om zijn politieke wapen doel
treffend te maken, was toch minstens
een bereidwillige omroep noodzake
lijk. Door de ambtelijke structuur van
de ORTF was dit geen probleem. Het
meest berucht maakte de Franse tele
visie zich in de meidagen van 1968
toen na het losbarsten van de eerste
studentenrellen alle kranten met
nieuws daarover gevuld werden maar
de tv slechts een massabetoging in
Peking op het scherm vertoonde.
Toen het zelfs de tv-medewerkers te
gortig werd, kwam het nieuws over •-
de mei-opstand met een achterstand
van dagen op de buis, waarop prompt
een omroepstaking uitbrak. Maar na
het wegebben van de rellen werden
57 tv-jouraalisten wegens te onafhan
kelijk gedrag de laan uit gestuurd en
de ORTF weer in het overheidsgareel
geplaatst.
Sindsdien blinkt het Franse tv-pro-
gramma weer uit door fikse dosesT^.^
Franse cultuur zonder maatschappij-
kritiek, aangevuld met grote hoeveel-
heden shows, variété en ander licht
en kritiekloos amusement. Jacques-.
Thibau, een voormalig diplomaat, die>«*
zich tot 1968 als een voortreffelijk;
chef van het tweede Franse televisie^ «S»
net ontpopte, maar later aan de kant1;»;'
werd gezet omdat hij zich te kritisch"
en onafhankelijk opstelde, zei daaro-
ver deeen dagen: 'Sinds 1969, na het^»*«
vertrek van de Gaulle ligt het zwaar».*-*
tepunt van de programma's op spelen, I;»
variété, feuilletons, populaire toneel- *i*
stukken en uitzendingen van boule-
vard-theater. Waarom een dergelijk •*-
beleid? Ongetwijfeld omdat dit het
beste middel is een buitengewoon in-r - J-
strument voor overdenking, expressie
en bevrijding te verdoven'.
Zuivering
Nu de twee Franse parlementscom
missies de beerput van de ORTF
hebben opengelegd, wordt alom geroe»^-
pen om een radicale wijziging van de -
structuur van de omroep. De recente
onthullingen zullen ongetwijfeld lei
den tot de val van kopstukken bij de
ORTF. Daardoor komt plaats vrij voor
nieuwe topfunctionarissen. En dit is
politiek belangrijk, want gewichtiger
dan de technische kwaliteit van de
topleiders der ORTF was steeds dë
vraag: zijn zij politiek hanteerbaar en
wiens politieke vrienden zijn zij?
In het begin van de jaren '60 werd de
omroep een tijdje wat liberaler na
een verwoede strijd om de macht over
de ORTF tussen Georges Pompidou
en de toenmalige gaullistische pre
mier Michèl Debré, waarbij de laatste
won en zijn mensen in de topfuncties
plaatste. Ook nu is het weer de vraag
of het werkelijk gaat om de 'genezing'
van de zieke ORTF of dat andere
politieke krachten zich gaan meester
maken van de Franse omroepbureau-
cratie om haar opnieuw dienstbaar te
maken aan het heersende bewind.
Is mensenheugenis is het
den-Oosten een zeer belang-
kruispunt geweest van men-
jk verkeer, ideeën en civila-
Omdat bouw- en woestijn-
I, berg- en moerasgebied el-
r afwisselen, konden hier
csgroepen naast en met el-
r leven, de meesten onder
gemeenschappelijk staats-
ig, sommigen daarbuiten om-
ze zo afgesloten leefden,
laf de vroegste tijden kende
li hier een bonte mengeling
onderling afwijkende groe-
op ethnisch, taalkundig en
gieus gebied.
le zevende eeuw kwam de islam
Onder het vaandel van deze
we religieuze idee bouwden de
«eren ziah in minder dan hon-
jaar een imperium op, dat zich
de Atlantische kust tot de Indus
rekte. De overwonnen bevol-
sgroepen in dit veroverde ge-
reageerden verschillend op de
winnaars: soms namen zij gelei-
k de taal, de religie, de zeden
gewoonten van de Arabieren
en werden gearabiseerd; in an-
gevallen namen zij slechts de
over, maar hielden zich aan
eigen godsdienst, zoals verschil-
e groepen christenen; en in
r andere gevallen gingen zij over
de islam, maar bleven hun eigen
spreken, zoals bijv. de Koerden.
hisma's
islam zelf werd na korte tijd
infronteerd met verschillende
sma's, die vaak het gevolg waren
reeds bestaande tegenstellingen
politiek, sociaal, economisch en
ureel gebied. Eén van de eerste
•litsingen en tevens de belang-
ste was die der Sjiieten, die
tamelijk in Zuid-Irak en in Per-
geconcentreerd zijn. Bovendien
tonden er in de loop der tijd
aantal sekten, die soms gedeelte-
Sjiïetisohe beginselen hadden.
van deze sekten hebben een
eime leer, waarvan men weinig
niets weet. Voorbeelden zijn de
bieten, de Druzen en de Ismai-
Zij allen zijn afgeweken van de
nna, het rechte pad van de Pro-
en dus ketters in de ogen der
nnieten.
gens de islamitische geloofsop-
ing van de staat oefent Allah
oppergezag uit over Zijn ge
nschap van gelovigen. De islami-
Drie weken geleden promoveerde aan de universiteit van Amsterdam tot doctor in de sociale weten
schappen Leo Biegel. Zijn proefschrift 'MINDERHEDEN IN HET MIDDEN OOSTEN: hun betekenis
als politieke factor in de Arabische wereld' (Uitgeverij Van Loghum Slaterus, prijs 32,50) leek
boeiend genoeg om er een zeer beknopte samen vatting van te geven.
MINDERHEDEN IN
MIDDEN-OOSTEN
door Michael Stein
tiische staat moet dan ook een theo
cratie zijn, waar Allah's wetten on
betwist heersen. De burgers van de
ze staat zijn in principe onderdanen
van Allah, die hun wettige souve-
rein is. In een dergelijke theocratie
is het natuurlijk uitgesloten, dat
niet-moslims als gelijkwaardige bur
gers kunnen worden aangemerkt.
Maar omdat de Koran, volgens wel
ke men moet leven, duidelijk aan
geeft, dat de Profeet contact heeft
gehad met niet-moslims en ondub
belzinnige voorschriften over hun
positie heeft gegeven, konden met
name de joden en de christenen als
de "Volkeren van het Boek', die een
eindweegs in de richting van de
volmaakte waarheid zijn gekomen,
een overeenkomst sluiten met de
islamitische overheid.
Die overeenkomst hield in, dat zij
tegen betaling van een extra-belas
ting aan de islamitische overheid
een beschermde gemeenschap zou
den zijn. Gezien het financiële voor
deel, dat het moslim-zijn met zich
meebracht, gingen tallozen in snel
tempo tot de nieuwe godsdienst
over, hetwelk aan de andere kant
door de Arabieren niet altijd geap
precieerd werd, omdat de niet-Arabi-
sche neo-islamieten hen geleidelijk
in aantal gingen overvleugelen en
volstrekte gelijkberechtigdheid eis
ten, in overeenstemming met het
woord van de Profeet, waardoor
allerlei spanningen ontstonden.
De beschermde minderheden
christenen en joden en nog een paar
religieuze groeperingen konden
in de islamitische staat een redelijk
goed bestaan leiden en soms zelfs
tot hoge posities komen. Ze hadden
hun eigen rechtbanken voor hun
onderlinge problemen en hun reli
gieuze leiders waren als officiële
hoogwaardigheidsbekleders ingepast
in het bestuursapparaat van de staat
en als zodanig verantwoordelijk voor
de orde en rust binnen hun reli
gieuze gemeenschap. In het Otto
maanse imperium (1516-1919) waren
de religieuze gemeenschappen in zo
genaamde Millets staatkundig vast
gelegd. In deze Millets oefenden de
religieuze leiders een soort 'souve-
reiniteit in eigen kring' uit Een
enkele maal week een Chalief van
het door de Koran voorgeschreven
pad af en werden de beschermde
minderheden bloedig vervolgd. Maar
dat was meer uitzondering dan re
gel. Het tolerante systeem gold niet
tegenover de ketterse moslims, die
regelmatig met het zwaard getuchtigd
werden. Maar de overgrote meerder
heid in het imperium had met dit
soort problemen niets te maken.
Men was een Soennietische moslim
en als zodanig volkomen ingebed in
de maatschappelijke structuur, wel
ke ethnische afkomst men ook had.
Toch viel die islamitische tolerantie
ten opzichte van de beschermde ge
meenschappen samen met een bui
tengewoon groot superioriteitsgevoel
van de dominante moslims. De Ara
bische moslims hadden geen pro
bleem met het feit, dat zij over
heerst werden. Tenslotte had Mo
hammed als de laatste afgezant van
God, ook de laatste en meest vol
maakte openbaring aan de mensheid
gegeven, en nog wel in het Arabisch
en aan de Arabieren als eersten.
Maar de beschermde groepen hadden
vaak de grootste moeite met hun in
ferieure sociale positie. Als gevolg
hadden zij een uitgesproken minder
waardigheidsgevoel of lieten zij zich
vaak als vijfde kolonne door vijanden
van de staat van buitenaf gebruiken.
Westerse ideeën
In de loop van de 19e eeuw sijpel
den allerlei ideeën uit het Westen
het rijk binnen. Het imperium ver
zwakte zienderogen, zodat er drasti
sche hervormingen doorgevoerd
moesten worden. Zo moest er een
modern leger komen en diende men
zich in de krijgskunde en de tech
nieken van het Westen te bekwa
men. Maar met die technische idee
ën kwamen ook andere ideeën over
waaien: over een eigen geschiedenis
en een eigen identiteit, over vrij
heid en gelijkheid voor de eigen
groep. Het nationalisme zette zich
door, de legerofficieren werden her
vormingsgezind. Aan het eind van
de 19e eeuw reageerden de hervor
mingsgezinde Jong-Turken op het
nationalistische onafhankelijkheids
streven van hun Europese provin
cies steeds duidelijker met een ei
gen Turks nationalisme.
Ook in de Arabische provincies
drongen de ideeën van het Westen
door. Eerst bij de christenen van
Syrië, waar buitenlandse zendelin
gen scholen openden en Arabisch
gingen doceren. Er kwam een lite
raire renaissance op gang bij de
christenen, die met het oude Ara
bisch kennis maakten. Zij waren de
eersten, die de Arabieren niet meer
als onderdeel van een groot islami
tisch rijk wilden zien waarin zij
zelf tweede rangs burgers zouden
blijven maar tot een eigen natio
nale en geseculariseerde staat wil
den komen. Pas doordat het Turkse
nationalisme steeds virulenter werd
en daardoor de Arabische moslims
steeds verder van zich vervreemdde,
brak uiterst langzaam en moeizaam
in het begin van deze eeuw bij de
Soennietische Arabieren een vaag
besef door, dat zij anders, dat zij
Arabieren waren.
De confrontaties met het Westerse
kolonialisme de gebroken belofte
van Engelland aan Sjerif Hoessein
voor een groot onafhankelijk Ara
bisch rijk in 1915 en met het
joodse nationalisme in Palestina vol
tooiden het emancipatie-proces. In
de jaren dertig werd het Arabisme
definitief als leidraad voor de Ara
bieren gekozen. Dat Arabisme hield
in, dat alle Arabieren op grond van
hun gemeenschappelijke taal en cul
tuur één natie vormden, die niet
door het kolonialisme verdeeld
mocht worden.
Die definitie bepaalde in feite al
zonder dat men het eigenlijk wist
het opkomen van de latere zoge
noemde 'progressieve' stromingen:
het Baëthisme, het Nasserisme en
het socialisme in al zijn Arabische
schakeringen.
Maar de ethnische en religieuze
minderheden waren bepaald niet zo
gelukkig met dit Arabisme, dat alle
Arabische leiders nu met de mond
moeten belijden. Voor de religieuze
minderheden betekende het Arabis
me een impliciete knieval voor de
Soennietische islam, omdat de Ara
bische cultuur, waarnaar men ver
wees, nu eenmaal doordrenkt is van
deze "way of life*. Voor de ethnische
minderheden was het van belang
zich tegenover een zo klein mogelij
ke meerderheid var Arabieren te
handhaven. De minderheden hadden
en hebben dan ook een reeks andere
alternatieven voor het Arabisme.
De meest gematigde daarvan was
het 'nationale' nationalisme, d.w.z.
het nationalisme dat aan een reeds
bestaand Arabisch land was vastge
koppeld. De Egyptische Kopten en
grote groepen Libanese christenen
bijv. zien in dit nationalisme hun
beste overlevingskans. Ook onder
Irakezen die bijna allemaal tot min
derheden behoren is dit nationalis
me vrij populair.
Een tweede alternatief vonden de
minderheden in Syrië, Libanon en
Jordanië in de nu illegale Syrische
Sooiaal-Nationalistisohe Partij
(SSNP), die racistisch, fascistisch,
anti-Panarabisch en anti-democratisch
was. Volgens de SSNP was de
Vruchtbare Maansikkel (Syrië, Liba
non, Jordanië en Palestina) samen
met Cyprus het woongebied van een
'Syrische Natie', het produkt van de
ethnische vermenging van Kanaanie-
ten, Akkadiërs, Chaldeeërs, Assyriërs,
Hittieten en Mitanni's. De Arabische
veroveraars hadden op deze natie
nauwelijks enig stempel gedrukt,
maar omgekeerd hadden de 'in vita
liteit en cultuur zo veel hoger staan
de Syriërs' de Arabische veroveraars
in de ban van hun civilisatie weten
te krijgen. Het mystieke geloof in
deze natie zou de religieuze verschil
len op den duur overbruggen.
Het verst in hun anti-Ara bis me gin
gen die groepen, die hun heil zoch
ten in een eigen ethnisoh gekleurd
nationalisme, zoals de Koerden. Tot
omstreeks 1965 waren ook de com
munistische partijen in de Arabische
landen tegen het Arabisme gekant,
waarin zij slechts een religieus en
reactionair-kapitalistisch hulpmiddel
zagen van de heersende kringen om
aan de macht te blijven. Tijdens de
Mandaten-periode schaarden zich
praktisch alleen leden van de min
derheden bij de communisten. In de
laatste jaren ds de mythe van het
Arabisme ook de communisten te
sterk geworden, zodat ook zij daar
aan lippendienst bewijzen.
minderheden maakten m.a.w. ge
bruik van de Baüth om het Arabis
me als heilig ideaal te prediken,
teneinde zichzelf populairder te ma
ken, om vervolgens dat ideaal in de
praktijk naar vermogen te sabote
ren.
Zij konden dat doen, omdat zij ge
leidelijk voor zich in het leger een
formidabele machtsbasis hadden ge
creëerd. Met name gold dat voor de
Alawieten. De Franse mandataris
had nl. de aloude verdeel-en-heers-
politiek toegepast en vooral de min
derheden voor het leger gerecru-"
teerd. Achtergesteld en arm als zij» -
waren, hadden vele leden van do*
minderheden gretig gebruik ge
maakt van dit aanbod.
De Alawieten. die nog geen tien
procent van de Syrische bevolking
uitmaken, hebben zich dankzij hun
dominante positie in de strijdkrach
ten de Soennietische officieren
werden gelijdelijk aan weggezuiverd
tot de ware heersers van het land
gemaakt. Zij trachtten hun militaire
machtsbasis politiek te verstevigen,
door het hardst van alle Arabieren
de Arabische eenheid te propageren,
die zij juist niet wilden verwezenlij
ken. Vandaar, dat zij ongeremd do
•volksoorlog' tegen Israël procla
meerden, die zij niet aanwilden. Zij
hebben de juni-oorlog van 1967 wil
lens en wetens geprovoceerd, zonder
oorlog te voeren. Zij hebben daar
mee één van de schokkendste staal
tjes van 'politieke vermomming' ge-
geven, die de geschiedenis kent
Wisselwerking
Heilig ideaal
Onder de christelijke minderheid
met name bij de Grieks-Orthodoxen
waren er echter ook, die zich met
overtuiging voor het Arabisme in
zetten. De Baëth en de Arabische
Nationalistische Beweging hadden in
him leiding een aantal christenen.
De leiders van de twee felste Pales
tijnse commando-organisaties, die als
de voorhoede van do Arabische Na
tie zeggen op te treden, resp. George
Habbash van het Volksfront voor de
Bevrijding van Palestina en Nayef
Hawatmeh van het Democratisch
Volksfront zijn christenen.
De BaSth trok op den duur
toen zij in een hevige concurren-
tie-strijd met het Nasserisme was
verwikkeld veel leden aan van de
minderheden in Syrië. Dat gaf im
mers de beste garantie, dat Syrië
niet zo maar overgeleverd zou wor
den aan het grootste Soennietisch-
Arabische land, Egypte. De Syrische
A-normaal als dit Syrische voorbeeld
is, vindt men het toch in andere
vorm in de buurlanden terug. Zo
hebben de Circassiërs en de Bedoe-
ienen uit Zuidoost-Jordanië er alle
belang bij het Arabisme van de 1
Palestijnen te bestrijden en de
troon van koning Hoessein te be-
schermen. De Circassiërs omdat zij-"
zelf geen Arabieren zijn, de Bedoeio-
nen omdat zij het tegen de veel
verder geëmancipeerde stedelijke- en
plattelandsbevolking moeten afleg
gen. In Irak wordt het bestuur wel
iswaar uitgeoefend door leden van"«£
de meerderheidsgroep, maar zij ko-'
men merendeels uit het dorp Takrit
ter grootte van ons Tietjericstera-
deel.
De minderheden in deze landen ne
men een uiterst belangrijke positie-
in, die ver uitgaat boven hun nume
rieke aantal. De wisselwerking tus
sen het Arabisme, als nationaal stre
ven van de meerderheid der Arabie
ren, en de afweerhouding van de
minderheden bepaalt dan ook voor.
een belangrijk deel, welke politieke
weg 'de' Arabieren zullen afleggen.