FRANSE STAATS OMROEP IS EEN GROOT ZIEK LICHAAM' ^W/KWARTET ZATERDAG 13 MEI 1972 Buitenland Til/KI I rranse staatsradio- en televi- mroep ORTF bevindt zich len in een turbulente en aculaire crisis. Een reeks ont- ngen over corruptie en wan- jd binnen deze omroep heeft storm van kritiek ontketend de ORTF, die strak aan de Jnd: van de Franse regering jgt te lopen. parlementscommissies, één van iaat en één van de Nationale Ver- ving (de Franse Eerste en Twee* amer) zijn binnen een week met nbarende en onthullende rappor- gekomen over de interne chaos ïeerst binnen de ORTF, L'Office a Radio-diffusion et Télévision gaise. In ongezouten bewoordin- hebben beide commissies de somroep ervan beschuldig zich te en laten gebruiken door pressie- jen en commerciële belangen, eiding tot de plotselinge belang* ng van groepen parlementsleden de omroep was de al lang leven- lacht dat vooral bij de tv-afdeling le ORTF op grote schaal sluikre- e zou worden bedreven, rankrijk is de reclame op de tv maar een paar jaar geleden in rkte omvang ingevoerd. Evenals ndere Westeuropese landen zijn mespots duur. Een tv-advertentie een minuut kost zo'n 36.000 Maar uit de rapporten bleek diverse bedrijven er steeds in den aanzienlijk voordeliger aan isie-publiciteit te komen. ikreclame vorig jaar begon een Senaats- nissie onder voorzitterschap van i Caillavet, met André Diligent rapporteur (de commissie-Dili- I, een uitvoerig onderzoek naar luikreclame. In het nu gepubli- le verslag heeft de commissie uld, dat een aantal commerciële Hingen hun waren niet alleen via laire programma's op de beeld- kon brengen, maar dat zij daar* werd geholpen door een ander sbedrijf. Dat was het publiciteits- au Havas, dat uitstekende contac- onderhield met de ORTF en dat betaling de sluikreclame organ]* le. De afdeling public relations het agentschap Havas kreeg daar- zelfs een fikse vinger in de pap le samenstelling van televisiepro- ma's. Zo regelde Havas drie tv- ndingen van golfwedstrijden. een die in Frankrijk weinig popu* is. De strijd ging echter om de óme-prijs en Lancóme is een be* e Franse onderneming in par en cosmetica, bleek dat twee Franse reisorganl- s, de Club Mediterranée en Triga* n een vier minuten durende tv- nding maar liefst elf keer wer* genoemd. En het was eveneens s, dat voor elkaar kreeg dat de F een aantal Franse wintersport- a in het centrum van de belang ing plaatste. De methode was: po- re televisie-programma's laten nen in de bewuste wintersport- sen, nadat de plaatselijke belang enden uit deze centra eerst bij s een bestelling hadden geplaatst lezclfde manier slaagde de Franse 1 van wegvervoerders, het Centre onal Routier, erin de weinig ge- vrachtwagenchauffeurs wat po rder te maken bij het publiek, s produceerde in samenwerking personeel van de ORTF een pro- ndafilmpje, dat prompt op de verscheen. De financiële op- gsten van deze reclame tegen ge- ceerd tarief verdwenen in de kas door Chris Biankenburgh van Havas en in de zakken van popu laire tv-presentatoren, wier program ma voor de sluikreclame was benut. Liefdadigheid Het meest opmerkelijke was, dat niet alleen particulieren of belangengroe pen de lobby van Havas bij de ORTF gebruikten. Ook ministeries in Parijs deden er aan me'e. Zo werd Havas door een departement uitgenodigd be hulpzaam te zijn bij het organiseren van liefdadigheidsacties via de tv. Ha vas werd daar dik voor betaald tegen een vastgesteld tarief, en in verhou ding tot de ontvangen giften. Zo zou Havas 125.000 frank ontvangen bij een incasso van minder dan 5 miljoen, en 425.000 frank bij een liefdadigheids vangst van meer dan 15 miljoen. Op die manier verdiende het staatsbe drijf Havas bijna twee miljoen frank aan een actie voor het gehandicapte Franse kind, die 21 miljoen had opge bracht en 365.000 frank voor mede werking aan een campagne ter bevor dering van het medisch onderzoek. In de particuliere beurs van de populaire tv-ster Georges de Caunes verdween 30.000 frank voor welwillende mede werking. Terwijl de Senaatscommissie zich overwegend tot de praktijken van de sluikreclame beperkte, ging de com missie van de Nationale Vergadering veel verder met haar kritiek. Deze commissie onder leiding van het par lementslid Alain Griotteray en met Joël le Tac als rapporteur deed een vernietigende aanval op de gehele structuur van de ORTF. 'De ORTF is een groot ziek lichaam. Zij wordt ontsierd door de zweren van de klandestiene publiciteit, ze is in har! en ziel verziekt, geslagen door traag heid en op de rand van een nerveuze depressie', zo rapporteerde de afge vaardigde Le Tac. 'De sluikreclame is in werkelijkheid slechts het zichtbare deel van een diepe malaise die binnen de ORTF heerst'. Dat de staatsomroep zich tot sluikreclame kon lenen vond zijn oorzaak hierin, dat de ORTF een feodale organisatie was geworden, waarin groepsbelangetjes de hoofdrol spelen. Er heerst een malaise door gebrek aan leiding, door een gezags crisis, door wantrouwen, hokjesgeest, overdreven centralisme, communica tiestoornissen, doordat iedereen uit onderlinge jaloezie informatie achter houdt, zo somde de commissie op. Bureaucratie De kern van de onverbloemde kritiek was dat de ORTF alle denkbare nega tieve verschijnselen vertoonde van een vastgeroeste staatsbureaucratie, waardoor de omroep niet meer in staat was het moderne medium televi sie te hanteren. De oorsprong van de problemen bij de Franse omroep ligt in de ambte- lijk-bureaucratische opbouw van de organisatie een erfenis van een verleden dat gekenmerkt werd door nauwe banden met de Franse centrale regering. De Franse omroep startte haar bestaan voor de Tweede Wereld oorlog als een afdeling van het mi nisterie van posterijen. In 1939 werd de toenmalige radio-omroep gekoppeld aan het ministerie van voorlichting. De structuur van de latere ORTF was dezelfde als die van de andere Franse departementen: centralistisch, strak hiërarchisch en moeilijk hanteerbaar Tijdens de meirellen van 1968 gingen journalisten en technici van de ORTF in staking en dreigden president Charles de Gaulle van zijn machtige politieke wapen te beroven. De politie trad echter onmiddellijk op en bezette het moderne ORTF-gebouw vlak bij de Eiffelloren. voor creatief ingestelde radio- en tele visiemensen. In de huidige ORTF werken 12.000 ambtenaren naast 2000 eigenlijke omroepmensen in een orga nisatie die in 173 beroepscategorieën is opgesplitst. Dat in een dergelijke structuur de noodzakelijke dynamiek voor een bij detijdse creatieve omroep ontbreekt behoeft weinig verbazing te wekken. Het onbehagen onder de Franse kij kers en luisteraars over de ORTF bleek eind vorig jaar, toen een opinie onderzoek aantoonde, dat 46 procent van de ondervraagden ontevreden was over de omroep, tegen 27 procent tevredenen, en dat 57 procent van de gepeilden naast de bestaande twee televisienetten een onafhankelijk der de net verlangde. Een andere bron van voortdurende ergernis was de loodzware eis van de respectieve Parijse regeringen dat de omroep zich zou gedragen als poli tiek instrument in handen van het zittende bestuur. De taak van de om roep werd door diverse ministers onder wie de voormalige gaullistische minister van voorlichting Alain Pey- refitte omschreven als het leveren van tegendruk tegen felle kritiek op de Franse overheid in kranten en weekbladen. Deze tegendruk kon doel treffend worden gegeven, omdat de president-directeur van de omroep door de Franse regering werd be noemd, terwijl de raad van bestuur lange tijd uitsluitend door politieke vrienden van het heersende bewind werd bemand. Ook nu nog bestaat de helft van deze hoogste omroepraad uit regeringsfunctionarissen, aangevuld met vier bestuurders uit de gelederen van de ORTF, die voor de noodzake lijke absolute meerderheid ten gunste van de overheid zorgen. Manipulatie Het gevolg was dat de ORTF steeds een partijdige omroep was. Zij werd gebruikt om de Franse kiezer te ma nipuleren. Tijdens verkiezingscampagnes was het vast gebruik, regeringspartijen meer politieke zendtijd toe te meten dan de oppositie. Dat gebeurde ook tijdens de recente campagne voor het EEG-refe- rendum. Dit beleid is overigens niet typisch voor gaullistische of pompido- liaanse regeringen. Het werd evenzeer toegepast door machthebbers van an dere politieke kleur, zoals de socialis tische premier Guy Mollet, die in de Jaren vijftig via radio en tv de infor matie over de Suezcrisis en de Alge rijnse kwestie naar zijn eigen hand wist te zetten. De omroepmanipulatie bereikte echter een hoogtepunt onder president Char les de Gaulle. 'Ik heb twee politieke wapens', oreerde de generaal in één van zijn interviews. 'Dat zijn de tv en de tv. De tv omdat ik er zo goed in ben en de tv omdat mijn tegenstan ders er zo slecht mee overweg kun nen'. Het was bekend dat de Gaulle zijn redevoeringen uit het hoofd leer de. voor de spiegel instudeerde en op de band opnam en de bijbehorende mimiek afkeek van een daarvoor spe ciaal gehuurde bekende toneelspeler. Maar om zijn politieke wapen doel treffend te maken, was toch minstens een bereidwillige omroep noodzake lijk. Door de ambtelijke structuur van de ORTF was dit geen probleem. Het meest berucht maakte de Franse tele visie zich in de meidagen van 1968 toen na het losbarsten van de eerste studentenrellen alle kranten met nieuws daarover gevuld werden maar de tv slechts een massabetoging in Peking op het scherm vertoonde. Toen het zelfs de tv-medewerkers te gortig werd, kwam het nieuws over •- de mei-opstand met een achterstand van dagen op de buis, waarop prompt een omroepstaking uitbrak. Maar na het wegebben van de rellen werden 57 tv-jouraalisten wegens te onafhan kelijk gedrag de laan uit gestuurd en de ORTF weer in het overheidsgareel geplaatst. Sindsdien blinkt het Franse tv-pro- gramma weer uit door fikse dosesT^.^ Franse cultuur zonder maatschappij- kritiek, aangevuld met grote hoeveel- heden shows, variété en ander licht en kritiekloos amusement. Jacques-. Thibau, een voormalig diplomaat, die>«* zich tot 1968 als een voortreffelijk; chef van het tweede Franse televisie^ «S» net ontpopte, maar later aan de kant1;»;' werd gezet omdat hij zich te kritisch" en onafhankelijk opstelde, zei daaro- ver deeen dagen: 'Sinds 1969, na het^»*« vertrek van de Gaulle ligt het zwaar».*-* tepunt van de programma's op spelen, I;» variété, feuilletons, populaire toneel- *i* stukken en uitzendingen van boule- vard-theater. Waarom een dergelijk •*- beleid? Ongetwijfeld omdat dit het beste middel is een buitengewoon in-r - J- strument voor overdenking, expressie en bevrijding te verdoven'. Zuivering Nu de twee Franse parlementscom missies de beerput van de ORTF hebben opengelegd, wordt alom geroe»^- pen om een radicale wijziging van de - structuur van de omroep. De recente onthullingen zullen ongetwijfeld lei den tot de val van kopstukken bij de ORTF. Daardoor komt plaats vrij voor nieuwe topfunctionarissen. En dit is politiek belangrijk, want gewichtiger dan de technische kwaliteit van de topleiders der ORTF was steeds dë vraag: zijn zij politiek hanteerbaar en wiens politieke vrienden zijn zij? In het begin van de jaren '60 werd de omroep een tijdje wat liberaler na een verwoede strijd om de macht over de ORTF tussen Georges Pompidou en de toenmalige gaullistische pre mier Michèl Debré, waarbij de laatste won en zijn mensen in de topfuncties plaatste. Ook nu is het weer de vraag of het werkelijk gaat om de 'genezing' van de zieke ORTF of dat andere politieke krachten zich gaan meester maken van de Franse omroepbureau- cratie om haar opnieuw dienstbaar te maken aan het heersende bewind. Is mensenheugenis is het den-Oosten een zeer belang- kruispunt geweest van men- jk verkeer, ideeën en civila- Omdat bouw- en woestijn- I, berg- en moerasgebied el- r afwisselen, konden hier csgroepen naast en met el- r leven, de meesten onder gemeenschappelijk staats- ig, sommigen daarbuiten om- ze zo afgesloten leefden, laf de vroegste tijden kende li hier een bonte mengeling onderling afwijkende groe- op ethnisch, taalkundig en gieus gebied. le zevende eeuw kwam de islam Onder het vaandel van deze we religieuze idee bouwden de «eren ziah in minder dan hon- jaar een imperium op, dat zich de Atlantische kust tot de Indus rekte. De overwonnen bevol- sgroepen in dit veroverde ge- reageerden verschillend op de winnaars: soms namen zij gelei- k de taal, de religie, de zeden gewoonten van de Arabieren en werden gearabiseerd; in an- gevallen namen zij slechts de over, maar hielden zich aan eigen godsdienst, zoals verschil- e groepen christenen; en in r andere gevallen gingen zij over de islam, maar bleven hun eigen spreken, zoals bijv. de Koerden. hisma's islam zelf werd na korte tijd infronteerd met verschillende sma's, die vaak het gevolg waren reeds bestaande tegenstellingen politiek, sociaal, economisch en ureel gebied. Eén van de eerste •litsingen en tevens de belang- ste was die der Sjiieten, die tamelijk in Zuid-Irak en in Per- geconcentreerd zijn. Bovendien tonden er in de loop der tijd aantal sekten, die soms gedeelte- Sjiïetisohe beginselen hadden. van deze sekten hebben een eime leer, waarvan men weinig niets weet. Voorbeelden zijn de bieten, de Druzen en de Ismai- Zij allen zijn afgeweken van de nna, het rechte pad van de Pro- en dus ketters in de ogen der nnieten. gens de islamitische geloofsop- ing van de staat oefent Allah oppergezag uit over Zijn ge nschap van gelovigen. De islami- Drie weken geleden promoveerde aan de universiteit van Amsterdam tot doctor in de sociale weten schappen Leo Biegel. Zijn proefschrift 'MINDERHEDEN IN HET MIDDEN OOSTEN: hun betekenis als politieke factor in de Arabische wereld' (Uitgeverij Van Loghum Slaterus, prijs 32,50) leek boeiend genoeg om er een zeer beknopte samen vatting van te geven. MINDERHEDEN IN MIDDEN-OOSTEN door Michael Stein tiische staat moet dan ook een theo cratie zijn, waar Allah's wetten on betwist heersen. De burgers van de ze staat zijn in principe onderdanen van Allah, die hun wettige souve- rein is. In een dergelijke theocratie is het natuurlijk uitgesloten, dat niet-moslims als gelijkwaardige bur gers kunnen worden aangemerkt. Maar omdat de Koran, volgens wel ke men moet leven, duidelijk aan geeft, dat de Profeet contact heeft gehad met niet-moslims en ondub belzinnige voorschriften over hun positie heeft gegeven, konden met name de joden en de christenen als de "Volkeren van het Boek', die een eindweegs in de richting van de volmaakte waarheid zijn gekomen, een overeenkomst sluiten met de islamitische overheid. Die overeenkomst hield in, dat zij tegen betaling van een extra-belas ting aan de islamitische overheid een beschermde gemeenschap zou den zijn. Gezien het financiële voor deel, dat het moslim-zijn met zich meebracht, gingen tallozen in snel tempo tot de nieuwe godsdienst over, hetwelk aan de andere kant door de Arabieren niet altijd geap precieerd werd, omdat de niet-Arabi- sche neo-islamieten hen geleidelijk in aantal gingen overvleugelen en volstrekte gelijkberechtigdheid eis ten, in overeenstemming met het woord van de Profeet, waardoor allerlei spanningen ontstonden. De beschermde minderheden christenen en joden en nog een paar religieuze groeperingen konden in de islamitische staat een redelijk goed bestaan leiden en soms zelfs tot hoge posities komen. Ze hadden hun eigen rechtbanken voor hun onderlinge problemen en hun reli gieuze leiders waren als officiële hoogwaardigheidsbekleders ingepast in het bestuursapparaat van de staat en als zodanig verantwoordelijk voor de orde en rust binnen hun reli gieuze gemeenschap. In het Otto maanse imperium (1516-1919) waren de religieuze gemeenschappen in zo genaamde Millets staatkundig vast gelegd. In deze Millets oefenden de religieuze leiders een soort 'souve- reiniteit in eigen kring' uit Een enkele maal week een Chalief van het door de Koran voorgeschreven pad af en werden de beschermde minderheden bloedig vervolgd. Maar dat was meer uitzondering dan re gel. Het tolerante systeem gold niet tegenover de ketterse moslims, die regelmatig met het zwaard getuchtigd werden. Maar de overgrote meerder heid in het imperium had met dit soort problemen niets te maken. Men was een Soennietische moslim en als zodanig volkomen ingebed in de maatschappelijke structuur, wel ke ethnische afkomst men ook had. Toch viel die islamitische tolerantie ten opzichte van de beschermde ge meenschappen samen met een bui tengewoon groot superioriteitsgevoel van de dominante moslims. De Ara bische moslims hadden geen pro bleem met het feit, dat zij over heerst werden. Tenslotte had Mo hammed als de laatste afgezant van God, ook de laatste en meest vol maakte openbaring aan de mensheid gegeven, en nog wel in het Arabisch en aan de Arabieren als eersten. Maar de beschermde groepen hadden vaak de grootste moeite met hun in ferieure sociale positie. Als gevolg hadden zij een uitgesproken minder waardigheidsgevoel of lieten zij zich vaak als vijfde kolonne door vijanden van de staat van buitenaf gebruiken. Westerse ideeën In de loop van de 19e eeuw sijpel den allerlei ideeën uit het Westen het rijk binnen. Het imperium ver zwakte zienderogen, zodat er drasti sche hervormingen doorgevoerd moesten worden. Zo moest er een modern leger komen en diende men zich in de krijgskunde en de tech nieken van het Westen te bekwa men. Maar met die technische idee ën kwamen ook andere ideeën over waaien: over een eigen geschiedenis en een eigen identiteit, over vrij heid en gelijkheid voor de eigen groep. Het nationalisme zette zich door, de legerofficieren werden her vormingsgezind. Aan het eind van de 19e eeuw reageerden de hervor mingsgezinde Jong-Turken op het nationalistische onafhankelijkheids streven van hun Europese provin cies steeds duidelijker met een ei gen Turks nationalisme. Ook in de Arabische provincies drongen de ideeën van het Westen door. Eerst bij de christenen van Syrië, waar buitenlandse zendelin gen scholen openden en Arabisch gingen doceren. Er kwam een lite raire renaissance op gang bij de christenen, die met het oude Ara bisch kennis maakten. Zij waren de eersten, die de Arabieren niet meer als onderdeel van een groot islami tisch rijk wilden zien waarin zij zelf tweede rangs burgers zouden blijven maar tot een eigen natio nale en geseculariseerde staat wil den komen. Pas doordat het Turkse nationalisme steeds virulenter werd en daardoor de Arabische moslims steeds verder van zich vervreemdde, brak uiterst langzaam en moeizaam in het begin van deze eeuw bij de Soennietische Arabieren een vaag besef door, dat zij anders, dat zij Arabieren waren. De confrontaties met het Westerse kolonialisme de gebroken belofte van Engelland aan Sjerif Hoessein voor een groot onafhankelijk Ara bisch rijk in 1915 en met het joodse nationalisme in Palestina vol tooiden het emancipatie-proces. In de jaren dertig werd het Arabisme definitief als leidraad voor de Ara bieren gekozen. Dat Arabisme hield in, dat alle Arabieren op grond van hun gemeenschappelijke taal en cul tuur één natie vormden, die niet door het kolonialisme verdeeld mocht worden. Die definitie bepaalde in feite al zonder dat men het eigenlijk wist het opkomen van de latere zoge noemde 'progressieve' stromingen: het Baëthisme, het Nasserisme en het socialisme in al zijn Arabische schakeringen. Maar de ethnische en religieuze minderheden waren bepaald niet zo gelukkig met dit Arabisme, dat alle Arabische leiders nu met de mond moeten belijden. Voor de religieuze minderheden betekende het Arabis me een impliciete knieval voor de Soennietische islam, omdat de Ara bische cultuur, waarnaar men ver wees, nu eenmaal doordrenkt is van deze "way of life*. Voor de ethnische minderheden was het van belang zich tegenover een zo klein mogelij ke meerderheid var Arabieren te handhaven. De minderheden hadden en hebben dan ook een reeks andere alternatieven voor het Arabisme. De meest gematigde daarvan was het 'nationale' nationalisme, d.w.z. het nationalisme dat aan een reeds bestaand Arabisch land was vastge koppeld. De Egyptische Kopten en grote groepen Libanese christenen bijv. zien in dit nationalisme hun beste overlevingskans. Ook onder Irakezen die bijna allemaal tot min derheden behoren is dit nationalis me vrij populair. Een tweede alternatief vonden de minderheden in Syrië, Libanon en Jordanië in de nu illegale Syrische Sooiaal-Nationalistisohe Partij (SSNP), die racistisch, fascistisch, anti-Panarabisch en anti-democratisch was. Volgens de SSNP was de Vruchtbare Maansikkel (Syrië, Liba non, Jordanië en Palestina) samen met Cyprus het woongebied van een 'Syrische Natie', het produkt van de ethnische vermenging van Kanaanie- ten, Akkadiërs, Chaldeeërs, Assyriërs, Hittieten en Mitanni's. De Arabische veroveraars hadden op deze natie nauwelijks enig stempel gedrukt, maar omgekeerd hadden de 'in vita liteit en cultuur zo veel hoger staan de Syriërs' de Arabische veroveraars in de ban van hun civilisatie weten te krijgen. Het mystieke geloof in deze natie zou de religieuze verschil len op den duur overbruggen. Het verst in hun anti-Ara bis me gin gen die groepen, die hun heil zoch ten in een eigen ethnisoh gekleurd nationalisme, zoals de Koerden. Tot omstreeks 1965 waren ook de com munistische partijen in de Arabische landen tegen het Arabisme gekant, waarin zij slechts een religieus en reactionair-kapitalistisch hulpmiddel zagen van de heersende kringen om aan de macht te blijven. Tijdens de Mandaten-periode schaarden zich praktisch alleen leden van de min derheden bij de communisten. In de laatste jaren ds de mythe van het Arabisme ook de communisten te sterk geworden, zodat ook zij daar aan lippendienst bewijzen. minderheden maakten m.a.w. ge bruik van de Baüth om het Arabis me als heilig ideaal te prediken, teneinde zichzelf populairder te ma ken, om vervolgens dat ideaal in de praktijk naar vermogen te sabote ren. Zij konden dat doen, omdat zij ge leidelijk voor zich in het leger een formidabele machtsbasis hadden ge creëerd. Met name gold dat voor de Alawieten. De Franse mandataris had nl. de aloude verdeel-en-heers- politiek toegepast en vooral de min derheden voor het leger gerecru-" teerd. Achtergesteld en arm als zij» - waren, hadden vele leden van do* minderheden gretig gebruik ge maakt van dit aanbod. De Alawieten. die nog geen tien procent van de Syrische bevolking uitmaken, hebben zich dankzij hun dominante positie in de strijdkrach ten de Soennietische officieren werden gelijdelijk aan weggezuiverd tot de ware heersers van het land gemaakt. Zij trachtten hun militaire machtsbasis politiek te verstevigen, door het hardst van alle Arabieren de Arabische eenheid te propageren, die zij juist niet wilden verwezenlij ken. Vandaar, dat zij ongeremd do •volksoorlog' tegen Israël procla meerden, die zij niet aanwilden. Zij hebben de juni-oorlog van 1967 wil lens en wetens geprovoceerd, zonder oorlog te voeren. Zij hebben daar mee één van de schokkendste staal tjes van 'politieke vermomming' ge- geven, die de geschiedenis kent Wisselwerking Heilig ideaal Onder de christelijke minderheid met name bij de Grieks-Orthodoxen waren er echter ook, die zich met overtuiging voor het Arabisme in zetten. De Baëth en de Arabische Nationalistische Beweging hadden in him leiding een aantal christenen. De leiders van de twee felste Pales tijnse commando-organisaties, die als de voorhoede van do Arabische Na tie zeggen op te treden, resp. George Habbash van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina en Nayef Hawatmeh van het Democratisch Volksfront zijn christenen. De BaSth trok op den duur toen zij in een hevige concurren- tie-strijd met het Nasserisme was verwikkeld veel leden aan van de minderheden in Syrië. Dat gaf im mers de beste garantie, dat Syrië niet zo maar overgeleverd zou wor den aan het grootste Soennietisch- Arabische land, Egypte. De Syrische A-normaal als dit Syrische voorbeeld is, vindt men het toch in andere vorm in de buurlanden terug. Zo hebben de Circassiërs en de Bedoe- ienen uit Zuidoost-Jordanië er alle belang bij het Arabisme van de 1 Palestijnen te bestrijden en de troon van koning Hoessein te be- schermen. De Circassiërs omdat zij-" zelf geen Arabieren zijn, de Bedoeio- nen omdat zij het tegen de veel verder geëmancipeerde stedelijke- en plattelandsbevolking moeten afleg gen. In Irak wordt het bestuur wel iswaar uitgeoefend door leden van"«£ de meerderheidsgroep, maar zij ko-' men merendeels uit het dorp Takrit ter grootte van ons Tietjericstera- deel. De minderheden in deze landen ne men een uiterst belangrijke positie- in, die ver uitgaat boven hun nume rieke aantal. De wisselwerking tus sen het Arabisme, als nationaal stre ven van de meerderheid der Arabie ren, en de afweerhouding van de minderheden bepaalt dan ook voor. een belangrijk deel, welke politieke weg 'de' Arabieren zullen afleggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 11