5
Kostbare installaties
vragen vakkundige zorg.
V
OVER MENSEN EN HUN WERK
BIJ HOOGOVENS(5)
Technische Dienst van Hoogovens werkt methoog gekwalificeerde vakmensen.
De technische
ontwikkeling
verandert ook de
werkomstandigheden
Onderhoudswerk
in de open lucht
Weinig
echt zwaar werk
Moderne werkplaats,
schone werkstukken
Geautomatiseerde
slijpmachines
Ruime kansen
op promotie
Afzonderlijke
eenheden
waar in teams
gewerkt wordt
Meer technisch
personeel
HOOGOVENS
In de bedrijven van Hoogovens vindt men een groot aantal en
een grote verscheidenheid van produktie-installaties en hulpuit
rustingen. De zorg voor de bedrijfsklare staat en het goed funk-
tioneren van dit kostbare produktie-apparaat is toevertrouwd
aan de Technische Dienst.
De Technische Dienst van Hoogovens bestaat uit vijf groepen:
de werktuigkundige dienst met rond 3000 man
de elektrotechnische en instrumenttechnische dienst met
circa 1300 man
de civiel-technische dienst met 1900 man
de dienst materiaal en magazijnen met rond 400 man
de dienst energievoorzieningen met rond 40 man
Het personeel van de Technische Dienst bestaat voor het grootste
deel uit geschoolde vakmensen, waaronder vele hoog gekwalifi
ceerde specialisten. Ruwweg kan men onderscheiden werktuig
kundige, elektrotechnische, instrumenttechnische en oven-
bouwkundige vaklieden. Zij werken in de storingsdiensten of bij
de onderhoud- en reparatie-afdelingen. Tenslotte zijn er een aan
tal vaklieden in de bouwsektor, zoals timmerlieden, metselaars,
schilders e.d. Vooral in de laatste jaren is er op het gebied van
technische installaties veel veranderd. Het aantal neemt snel toe
en door de toepassing van nieuwe technische vindingen worden
zij meestal ook ingewikkelder.
Straks, over een jaar of dertig, zullen ze voor een groot deel in
gecomputeriseerde fabrieken zijn omgebouwd. Het spreekt vanzelf
dat zo'n ontwikkeling ook de nodige opleiding Yan de mensen
vraagt om ze in technisch opzicht te laten meekomen.
Het zware, vuile werk dat de bedrijven
in het verleden nogal eens kenmerkte is
voor een belangrijk deel weggevallen.
Niet alles, dat kan gewoon niet. Bij de
werktuigkundige dienst komt men dan
ook op zijn tijd in aanraking met een
stuk werk waar vet en vuil aan te pas
komen. Dat is een normale situatie in
iedere fabriek, niet alleen maar bij
Hoogovens. Stappen wc over naar de
elektrotechnische en instrumenttech
nische kant van onze Technische Dienst
dan ligt het wat anders. Want het aantal
keren dat mensen daar voor vuil werk
een overall moeten aantrekken, is te
verwaarlozen.
wordt ook minder, maarniet in dezelfde
verhouding.
Dat geldt ook voor de nieuwe walse-
rijen. Een oude walserij produceerde in
1950 in ploegendienst zo'n 10.000 ton
per maand met een totaal van 5 a 600
man van de produktie en nog een 80
man voor het onderhoud.
De nieuwe warmbandwalserij maakt
met totaal 300 produktie- en 80 storings-
menscn 120.000 ton per maand. Daar
gaat nu dus 10 a 12 maal zoveel door
heen met ploegen van nauwelijks 100
man. Je kunt in een kwartier door die
walserij lopen en komt dan maar weinig
mensen tegen. Alles rolt er op afstand
gestuurd doorheen. De Technische
Dienst helpt mee ervoor te zorgen dat
het blijft rollen. Maar dat vraagt dan
ook de nodige vakkennis en ervaring.
Een ander deel van de werktuigkundige
vaklieden werkt in de centrale werk
plaats. De werkomstandigheden daar
zijn te vergelijken met een moderne
machinefabriek.
In de waheinlijprrij wordt de oppervlakte van de zware, stalen walsrollen, die een
I aantal uren hebben gedraaid, zorgvuldig gecontroleerd en bijgeslepen.
Dank zij de betere installaties kan meer
geproduceerd worden met een geringer
aantal produktie-menscn. Een hoog
oven 7 gaat straks het tienvoudige ma
ken van een hoogoven 1, 2 en 3. Maar
de bediening wordt kleiner. Daar is dc
installatie op berekend. Het onderhoud
Van de elektrotechnische dienst werkt
een aanzienlijk deel in de reparatie-
werkplaatsen. Verder is er een kleine,
mobiele groep die bijspringt bij repara
ties in de fabrieken.
De civiel-technische dienst wordt, uit
gezonderd de timmermanswerkplaats,
Er werken zo'n 23.000 man bij Hoog
ovens. Buitenstaanders schatten dit aan
tal veel hoger of juist aanzienlijk lager.
Ook over wat er zoal gebeurt bij Hoog
ovens verschilt men van opvatting.
Als het gaat om de werkomstandigheden
lopen dc gedachten eveneens sterk uiteen.
Ze variëren van warm tot koud, van
schoon tot vuil, van gevaarlijk tot veilig.
Wie heeft gelijk Hoe was het vroeger
en hoe isnu bij Hoogovens
Zulke en andere vragen hebben we voor
gelegd aan mannen die het bedrijf dooi
en door kennen. Zij vertellen hoe het
toegaat in hun afdeling.
Vandaag is het woord aan
de heer B. de Heer,
hoofd Technische Dienst.
praktisch helemaal voor het repareren
van ovens ingezet. Bij de ovenbouw gaat
het vooral om het vakkundig aanbren
gen van vuurvaste bekledingen. Vaak
lastig werk maar waarvan in de loop
der tijden al veel is gemechaniseerd.
Aan de zuidkant van ons bedrijf is er
nogal wat werk dat door de onder-
houdsmensen in dc open lucht moet
worden verricht.
Voor dat werk in weer en wind krijgen
we over het algemeen mensen die niet
van binnenwerk houden. Bij het spoor-
onderhoud bijvoorbeeld (we hebben
een spoorwegnet van 200 km op het
eigen terrein) ken ik de meesten van hen.
Het zijn vooral oud-vissers of mensen
die op het land hebben gewerkt. Die
willen liever buiten werken dan binnen,
in de fabrieken, ook al zijn die nog zo
modern. Daar hebben ze zo hun eigen
ideecn over.
Op het hele bedrijf is cr maar weinig
werk dat nog moet worden verricht-
onder echt ongemakkelijke werkom
standigheden. Hoogovens maakt ccn
ruim gebruik van-de moderne techniek
en die biedt inderdaad veel mogelijk
heden om tot goede werkomstandig
heden te komen.
Neem nu eens onze centrale werkplaats,
eenzeermoderneconstructiewerkplaats.
Daar is het in het algemeen genomen
heel plezierig werken. Op een rondgang
door de verschillende afdelingen van
die werkplaats zouden we karweitjes
tegenkomen die onder verrassend schone
omstandigheden worden uitgevoerd.
We zouden natuurlijk ook wel eens een
êroepje mensen zien staan aan een ver
velende klus. Maar als geheel kan ik
rustig vaststellen dat de werkomstan
digheden daar gezien mogen worden als
een voorbeeld van een moderne, goed
geoutilleerde werkplaats.
Het werkstuk dat niet schoon de werk
plaats binnenkomt, laten wc eerst ma
chinaal reinigen. Na een aantal speciale
behandelingen komt het dan zo schoon
mogelijk bij de vakman in handen. Dat
maakt het werken eenvoudiger en ge
makkelijker. Maar in de centrale werk
plaats maken we bovendien veel nieuw
werk. De hele draaierij maakt vrijwel
allemaal nieuw spul.
Ander voorbeeld: de walscnslijperij.
Daar wordt de oppervlakte van de
zware, stalen walsrollen die een aantal
uren hebben gedraaid zorgvuldig gecon
troleerd en bijgeslepen. Er werken in
totaal zo'n 400 man. Want de 10 walse-
rijen van Hoogovens gebruiken vele
honderden walsrollen. De mensen die
aan de grote volledig geautomatiseerde
slijpmachines staan, hebben natuurlijk
een heel schone job. En een kraandrijver
in die slijperij zal cr bepaald niet over
denken speciale wcrkkleren aan te trek
ken, die zit gewoon in z'n overhemd.
Toch is er ook nog wel een vettige klus
in die omgeving; dat is het demonteren
van de inbouwstukken van de walsen.
Het zal duidelijk zijn dat we veel vak
mensen nodig hebben. Op onze eigen
bedrijfsschool leiden we daarom jon
gens op tot vaklieden. Aan het begin
van elke cursus zijn er zo'n 150 tot 175
leerlingen. Ze krijgen een degelijke op
leiding van twee of drie jaar. Dan een
jaar hier in de praktijk tot ze in militaire
dienst gaan-. Ze zijn dan niet contrac
tueel aan ons gebonden maar ruim 80
komt weer vrijwillig bij ons terug. De
hele voortgang van de opleiding is nu
ondergebracht in een aantal promotie
plannen.
Tientallen zelfs, want iedere vakrichting
heeft zijn eigen plan. In 6 trappen en in
minimaal 10 jaar kan iemand opklim
men van aankomend vakman tot bij
voorbeeld hoofd-elektromonteur of
hoofd-machinemonteur. Tussen die
trappen in is er steeds een stuk praktijk,
een stuk leren en een proef. Dat wil
zeggen men moet een proef van vakbe
kwaamheid afleggen en een bedrijfs-
examen of een vrijstellend buitcncxa-
men. Zo kan men dus verder doorklim-
men. Het mag wat langer of korter du
ren. Maar iedere man die dat wil kan op
die plek terechtkomen die hij overeen
komstig zijn capaciteit kan 'behappen'.
En dat is natuurlijk wel een plezierig
idee. Zeker voor een jonge man. Die kan
zeggen; 'Kansen zijn er'. Het is geen
kwestie van ruimte, die is er in het alge
meen wel. Dat is ook een van de voor
delen van een grote, veelzijdige indus
trie. Bij ons hebben we verschillende
klimmogelijkheden. Als het in de ene
afdeling niet lukt dan zijn er ook nog
andere afdelingen, sectoren en tenslotte
het hele bedrijf. Eén man die goed is,
komt cr wel. Dat is niet aan leeftijd ge
bonden.
Voor het werk hier in het bedrijf zijn
vaklieden van verschillende zwaarte
nodig, zowel wat kennis als wat ervaring
betreft.
Voor wat de werktuigkundige kant van
het werk bij ons aangaat, vindt men
soortgelijke funkties voor een niet on
belangrijk deel ook in andere Neder
landse industrieën, bijvoorbeeld in de
scheepsbouwindustrie. Ik denk dan aan
machinebankwerkers, kwalitcitslassers,
draaiers, freezers en dergelijkcn. Dat
gaat voor de elektrotechnische kant niet
op. Daarvoor moet dc hoog gekwalifi
ceerde vakman hier door ons zelf ge
vormd worden. Er zijn natuurlijk goede
opleidingen in Nederland, maar voor
de juiste aanpassing en dc geschiktheid
in verband met de veelzijdige, speciale
behoeften van Hoogovens moet het be
drijf zelfzorgen.
We hebben hier namelijk allerlei vor
men van elektrotechniek en van instru
mentatie-techniek in verschillende gra
den van moeilijkheid. Daar moet je de
mensen geleidelijk helemaal op voorbe
reiden en inwerken. En dat sluit van
zelfsprekend ook de nodige promotie
mogelijkheden in.
Er bestaan nog steeds wonderlijke op
vattingen over Hoogovens. Ik stal mijn
boot bij een bollenkwckèr. Die zegt
eens tegen mij: 'Ik begrijp niet hoe jebij
die Hoogovens kimt werken. Ik zou het
verdommen. Daar met z'n 20.000'en aan
het werk gaan staan. Dan ben je zo'n
klein nummertje, dat is niks voor mij'.
En zo kijkt men inderdaad wel meer
tegen Hoogovens aan. Men denkt dat
die 20.000 man als een mierenhoop op
elkaar zitten en door elkaar krioelen.
Maar dat lijkt er in de verste verte niet
op. In de eerste plaats werkt een groot
deel van die 20.000 man in ploegen
dienst. En dan zijn het verder allemaal
kleine groepen die samenwerken. Hoog
ovens bestaat uit een groot aantal afde
lingen die door specialisatie ieder hun
eigen gezicht hebben en binnen het ge
heel hun eigen taak vervullen. Dc werk
gemeenschappen zijn betrekkelijk klein
en daarbinnen heerst een grote mate van
solidariteit. Als je door de fabriek loopt,
dan zie je nooit een grote groep mensen
werken. Je ziet nooit, om eens wat te
zeggen, 200 mensen ergens aan staan te
rukken en plukken. Hetzelfde geldt als
je in dc centrale werkplaats rondkijkt.
Dan zie je duidelijk daar de industrie
voertuigen-reparateurs, daar dc loco-
motievenreparateurs, ginds de wagon-
reparateurs, dc lassers, de draaiers, dc
verspanerij, de gereedschapmakerij.
Duidelijk allemaal afzonderlijke een
heden die op zichzelf niet zo groot zijn.
En er is in het algemeen ook een sterke
gebondenheid van de man aan zijn eigen
afdeling. Probeer er maar eens één over
te plaatsen, dan moet je wel een heel Lg
gesprek houden!
In grote lijn laat de moderne ontwikke
ling van de industrie, wat personeel be
treft, een verdere verschuiving plaats
vinden naar meer technisch geschoold
personeel. Niet omdat er &ls gevolg van
automatisering en mechanisering min
der mensen nodig zouden zijn, want dat
zit meer in de grotere installaties. Maar
omdat de beheersing van het proces
door middel van instrumenten meer
vakmensen zal vragen om die instru
menten te onderhouden. Het gaat daar
bij dus vooral om elektrotechnische en
instrumenttechnische vaklieden.
De toeneming van het aantal instrumen
ten schatten wij op zo'n 20% per jaar.
Maar iedere keer kleunen we mis. Steeds
blijken er méér instrumenten nodig te
zijn om het proces beter te kunnen be
heersen. Niet om de mensen uit te
schakelen maar om met een grotere
mate van trefzekerheid de hoogste nor
men van kwantiteit en kwaliteit te kun
nen bereiken. Voor de vakman is er dus
genoeg toekomst bij de technische dien
sten van Hoogovens. Maar het is wel zo
dat er steeds hogere eisen aan zijn vak
kundigheid zullen worden gesteld.