KEES TINGA, POLITIEK BETROKKEN TOPSPORTER iVlini-Stellan: gewoon len aardige jongen Organisatie basis van honkbal in VS K jOUV/KWARTET ZATERDAG 22 APRIL 1972 ev JRDAM Tussen volley- B spelen tegen Griekenland in tl Aviv en volleybal spelen te- 4 jn Griekenland in Athene be- r. 'o>at kennelijk een groot verschil, het eerste geval liet, twee jaar hig bij de strijd om de Spring ..ip, het Nederlands team, inclu- tbijtr' ieiij|f de toenmalige bondscoach Ide van der Ploeg, een krach- protest horen. In een door !dl?jna alle spelers ondertekende ibalteam 'een politiek instru ct in de handen van de kolo- nietls' genoemd en stelde men zich v- aan de zijde van het onder- jikte Griekse volk en het Griek- Iverzet'. jelui i en afgelopen week echter speelde het hetperlands team, waarin ook enkele 303.[lers die toen hun handtekening ter de verklaringen zetten, in dat- fde toernooi om de Spring Cup •r tegen Griekenland. Niet in Tel maar in Athene en min of meer gast van de kolonels, die zich ers ook van de sportwereld in eul.ji land meester hebben gemaakt, testen bleven echter, hoewel de eiding daartoe eerder groter leek in 1970, achterwege. Waarschijn- niet vanwege een plotselinge om- ^°fcwaai in politieke betrokkenheid C'M onze volleyballers. Want sport hulpen, zo lijkt opnieuw te zijn be llen. een dergelijke betrokkenheid and. SPORT T23/K21 Van onze honkbalmedewerker AMSTERDAM Ik heb me de zenuwen lopen maken hoe ik me zou introduceren daar. Ik had er gewoon problemen.' Je kijkt zo op tegen die beroepskerels. Maar dat bleek helemaal niet nodig. Ze zei den, trek dit honkbalpak nou maar aan dan wordt er niet zoveel ge vraagd ook. En in dat pak hoorde ik er ineens bij. Moet je nagaan. Ik heb jaren gehonkbald in Nederland en er is nog nooit iemand naar me to*» gekomen voor een handteke ning. Daar vlogen ze in bosjes op aio ar. alleen vanwege dat pak. Uit gerekend nu, terwijl ik al jaren niets meer doe en in dat gezelschap natuurlijk helemaal niets beteken de'. Cees Herkemij, assistent-coach van de nationale honkbalploeg is terug uit Amerika. Doodvermoeid van drie en een halve week alles noteren en overlopend van enthousiasme. Als eerste coach in de Nederlandse honkbalgeschiedenis heeft hij stage gelopen in een major-league-kamp van de befaamde Boston Red Sox Wekenlang heeft hij opgetrokken met grote sterren als Carl Yastr- zemski, Reggie Smith, Tony Conigli- aro en Rico Petrocelli. Namen waar van Amerikanen stil worden. Ster ren met super-salarissen en een enorme bekendheid. 'Maar,' zegt Cees Herkemij nu, 'gewone jonkens hoor met dezelfde nukken en stre ken als onze jongens. Er is niets mystieks aan die major league-spe lers. Ze zijn ook dolblij als er een punt gescoord wordt en staan ook te dansen en te springen als kinderen. Maar kijk, ze weten wel hun plaats. Ze hebben een ijzeren discipline en ik geloof dat dat hun beste troef is in de kracht van hun honkbal.' Herkemij lootpt over van de voor beelden. Voorbeelden die hij zal ge bruiken in zijn rapporten, die het Nederlandse honkbal op een hoger plan moeten brengen. 'Kijk eens hier, de grondbeginselen zijn daar heus niet beter dan bij ons. Geloof me nou. Ik heb gemerkt dat ik er net zoveel van wist als die Amerikanen, maar je moet ze wel weten te ge bruiken. Men zegt wel eens dat die beroeps-jongens niets meer aan die basis-principes zouden doen. Nou vergeet het maar. De meeste honk ballers die in het beroepshonkbal terecht komen hebben alleen maar talent en weten weinig van de tech niek. Dat moeten ze allemaal nog leren. Vooral met name de Red Sox geloven heilig in die 'fundamentais'. Wat dat betreft zat ik dus goed'. 'Neem nou bijvoorbeeld eens onze werpers. Die moeten gooien vinden wij en laten ze verder aan hun lot over. Nou dat is nu precies wat een Amerikaan nooit zal doen. De wer per is nog steeds de figuur waar alles om draait en die Iaat je niet maar wat aanmodderen. De Ameri kanen zeggen terecht dat de werper de mieest kwetsbare speler is in je team. Die moet je begeleiden. Daar om zijn er ook altijd mensen om hem heen. De catchers vooral. Wer pers en catchers horen bij elkaar. Wij zeggen werpers moeten sterke benen hebben, dus rennen met 'm. Dat doen we dan ook en laten ze sprinten net als in Amerika. Maar we kijken niet naar ze om. Laat maar lopen, weet je wel. Maar dan xs d«* lo' er wel heel gauw af bij zo'n jongen. Die moet je enthousiast houden en stimuleren. Blijf toch bij hem kijken en help hem over zijn twijfels heen. In je eentje sprinten is geen lolletje. En nou weet ik wel, wij hebben niet zoveel coaches, Maar dat hoeft ook niet. De begelei ding kar ^ok door een ploeggenoot gebeuren. Men zegt hier ook altijd dat Amerikaanse werpers niet kun nen slaat» Ze laten die kerels ook nooit de batting-practice slaan. Ze ker niet bij een vooriaarstraining. Slaan voor werpers ls tijd- en krachtverspilling volgens de Ameri kanen. Als ze het zouden willen mag het, maar liever niet' Herkemij heeft ook een grenzeloze bewondering gekregen voor de Ame rikaanse organisatie. De manier waarop ze een vrij grote groep spe lers dagenlang bezighoudt en zonder rp te vervelen. Een ijzersterk svsteem waarin spelers zo snel mo gelijk worden klaargemaakt voor de oom petitie. 'Als daar een training begint weet elke speler precies wat e«* van hem verwacht wordt. De volgorde van slaan, gooien, vangen, lopen en dergelijke dingen is van tevoren bekend. Ze werken een per fect syseeem af. Man, als ze daar toch een vrij grote ploeg zinnig h»idg kunnen houden, moeten wij dat met een handjevol toch zeker Kunnen doen.' •Wij zullen ons trouwens ook anders moeten richten. Hier zijn we al blij al we één dubbel-spel per wedstrijd maken. Daar maken ze er meerdere. Daar spelen ze er gewoon op. Snel de bal uit de handschoen en gooien met een korte beweging. Hoeft niet hard, maar wel razendsnel. Ach man, als je dat daar ziet wordt je er stil van. Dat maakt onze sport aan trekkelijk en dat weten ze daar drommels goed. Moeten wij ook doen.' Dat perfect afwerken van een pro gramma is ook uitvoerig besproken met Hal Smeltzly, de Amerkaanse coach die de Nederlandse ploeg bij de vorige Haarlemse honkbalwweek 'even' mocht coachen. Smeltzly, die Cees Herkemij veel heeft geholpen tijdens zijn verblijf in de VS en die zijn kampioensploeg voor een wedstrijd tussen de Boston Red Sox en de beroemde St. Louis Cardinals aan het publiek mocht voorstellen. De kampioen nota bene van de op een na hoogste college-league van Amerika. Met de Nederlandse ploeg ging Smeltzly echter door het diep ste dal. Voor een Amerikaan een niet te verteren zaak. Waarom? 'Ik begrijp nu dat Smeltzly op die basis ook nooit iets heeft kunnen berei ken met onze ploeg. Je moet eerst een poosje werken met een team in pen vast systeem om iets met ze te kunnen bereiken. Dan pas kan er succes komen. Smeltzly was bereid om het ook zonder dat programma te proberen. Helemaal tegen het Amerikaanse principe in en juist dat is hem fataal geworden. Daarom ook was hij hevig teleurgesteld dat er hier zo weinig begrip voor was. Hij was bereid ons toen gewoon uit de misère te halen, zonder voldoen de voorbereiding. Hij moest gewoon varen op de adviezen van anderen en dat is helemaal fout gelopen. Gelukig gaat daarom ook Ron Fra- ser eerst een trainingskamp meema ken met onze ploeg en dat is zonder meer een voordeel.' Eddy Kasko, de 40-jarige manager van de Boston Red Sox, heeft Cees Herkemij laten proeven van het hoogste beroepshonkbal in de Vere nigde Staten. Minutieus heeft Cees Herkemij de werpers getimed, die geen bal teveel gooien en geen stap teveel lopen. In een vrij korte voor jaarstraining worden spelers, waar van sommigen een jaarcontract heb ben van 175.000 dollar, klaarge stoomd voor de Amerikaanse be- roepshonkbalcompetitie. Alles op de stopwatch. Herkemij heeft er ook oude bekenden ontmoet als Charles 'Cotton' Nash, de man van de vorige coachclinic, die van de Minnesota Twins naar de Boston-organisatie is gekomen. Manager Red Schoendienst Van de Cardinals, de gentleman on der de beroepscoaches. Bob Gibson, de ster-werper waarvoor in Neder land maar een paar mensen belang stelling hadden. op de nominatie staan het nationale team te bereiken, zijn anders. Ze gaan veel uit, drinken graag op z'n tijd eens "n pilsje, maar volgens mij is dat fout. Je moet bikkelhard zijn voor jezelf, je alles ontzeggen' Stel la n Bengtsson en I*» financiën: 'Ik heb een contract met een firma. die mij naam gebruikt voor batjes. Na mijn wereldtitel zijn er ongeloof lijk veel verkocht over de hele we reld. Ik verdien genoeg geld om van rond te komen. Ik houd me praktisch de hele dag met mijn sport bezig. Meestal speel ik wel ergens toernooi en en wedstrijden, maar regelmatig ook ben ik in sportzaken te vinden om de vericoop van de batjes en zo te stimuleren. Het is een misverstand te denken dat de Zweedse spelers ver plicht zijn zich onder contract van deze ene firma te stellen. Dat ze het toch doen, is gewoon vanwege de financiële aantrekkelijkheid. Vanwege de omstandigheid dat ze in staat wor den gesteld hun sport zo goed moge lijk te beoefenen'. Stellan Bcngtsson en Steilan Bengtsson: 'Toen ik lid werd van Falkenberg speelde daar al een Stellan Bengtsson. Een international. We hebben veel overeenkomsten, hoewel we geen fa milie van elkaar zijn. We zijn beiden linkshandig en op een gegeven mo ment was ik een concurrent van hem op de Zweedse ranglijst. Er zijn toen wel gekke verhalen over in de kran ten verschenen. De journalisten ver gisten zich nogal eens. Hij was Stel lan en ik Stellan II of mini-Stellan'. Stellan Bengtsson en de publici teit: 'Door de andere Stellan heb ik veel publiciteit gekregen. Na mijn we reldtitel hebben er ontelbare verhalen over in de kranten en magazines ge staan. De mieeste waar, maar sommige ook pertinent gelogen. Over mijn pri- vé-leven, meisjes en zo. Als ik een schrammetje op mijn pols had, was mijn pols bij sommige journalisten al gebroken. Ik geloof niet dat ik door de grote aandacht van iedereen veel ben veranderd. Althans, ik hoop van niet. Ik voel me nog altijd niet te goed om op de trainig bij onze club met jonge talentjes te gaan slaan. Ik kan me nog heel .goed indenken hoe fijn het was als er eens zo'n 'grote' met me wilde slaan'. Waarna mlni-Stellan rijn blits-radlo weer oppakt en rich naar de speelzaal begeeft. Vijf minuten later staat hij daar spectaculair te trainen met Le na Andersson. Stellan Bengtsson, de wereldkampioen 'gewoon een lek ker gosertje zonder kapsones'. 3eu|rknoping ie* J twee jaar terug het volleybalteam 4 bewogen reageerde, was dan ook werk van één man, de dit keer (isgebleven Kees Tinga (25); (con- rt-)speler van DeltaLloyd/AMVJ en mejdent theologie aan de Amsterdam- _22(VU. Tinga over dat protest in Bël: 'Op het laatste nippertje kwam 1 er achter dat Griekenland ook deed. Ik heb contact opgenomen de werkgroep-Griekenland en bleek dat bij de sport steeds de naam van kolonel Aslanides look; dat er een enge verknoping Pi tussen sport en de ideeën van het urerme' Er z^n zuiveringsacties sVeest bij verenigingen, er zijn vere- jingen opgeheven en er worden ook jlers om politieke redenen uit jns gehouden. We hebben toen een '.a. [klaring opgesteld en in het viieg- Ms hebben de meeste spelers en 1de van der Ploeg die getekend. pen de leiding distanciëerde zich. t het spelen onder protest hoopten een discussie los te maken, maar pel is, het is erg triest, niet gelukt, i-pejt de Grieken kun je geen contact jgen, ze vormen net als de ttduitsers een gesloten front, i hebben de Grieken altijd een "SJtair-in-burger bij zich en maken propaganda: bij het eten JUJVoorbeeld zetten ze hun eigen vlag itafel, met een adelaar en de datum 1 de staatsgreep, 21 april 1967. Ik het jammer dat je geen contact 61.lt krijgen. Dan ga je toch voorbij Pajt een prettige bijkomstigheid van iseii beoefenen van sport, namelijk de t gelijkheid tot een dialoog'. >ndd Kees Tinga (links) in det tijd dat hij nog in het nationaal team speelde. Op de foto kijkt hij hoe Geert Trompetter een smash van een Westduitser tevergeefs probeert te onderscheppen. (trokkenheid Bs Tinga behoort tot de weinige sporters in Nederland die een der- jke politieke betrokkenheid naar en uitdragen. Zijn ervaring met ere topsporters: 'Hun reacties ko- in bij mij over als: hij moet weer nodig, zeker weer die jongen van [ga. Ze vinden mijn gedrag vaak overdreven en wat overbodig ook, it sport en politiek hebben toch s met elkaar te maken. Het is •stal gemakzucht je er bij neer te jgen en toch te gaan of niet protes- Maar het heeft misschien ook iets te maken met de eenzijdig- ld van de sportsporter; een uitge lid onderzoek naar de persoonlijk- Idstruktuur van de topsporter zou wel eens interessant kunnen zijn. Ik betrap me zelf er ook wel eens op: als ik probeer minder aan sport te den ken, word ik toch weer met volleybal ln m'n achterhoofd wakker*. discriminatie Wat Kees Tinga het meest interes seert is de vraag hoe buitenlandse sportbonden zijn georganiseerd; of er wordt gediscrimineerd naar politieke overtuiging, naar ras of naar geloof. In Griekenland is er wel degelijk sprake van politieke discriminatie. De kolonels hebben snel ingezien wat sport kan betekenen voor een volk en handelen daar dan ook naar. 'Het verbieden van één voetbalzondag is gevaarlijker dan het verbieden van honderd boeken', schreef Frans van Hasselt in juni van het vorig jaar. En onder aanvoering van kolonel Aslani des, secretaris-generaal van de sport en hoofd van de voetbaltoto waaruit ondermeer de fascistische jeugdbewe ging Alkimoi in stand wordt gehou den, zijn een aantal discriminerende maatregelen doorgevoerd. Zo moeten de clubs hun besluiten ter goedkeu ring voorleggen aan Aslanides' depar tement, moeten al degenen die in de ogen van de overheid niet voldoende kwaliteiten hebben om de mentale training van een sportman te verzor gen uit de sportclubs worden gestoten (besluit van 7 januari 1969) en verklaarde Aslanides dat 'voor degene die zich niet kan of wil conformeren aan de Geest van de Revolutie geen plaats is in de Griekse sportfamilie'. Wie uit Zichzelf niet tot die familie wil behoren, kan op een boete reke nen. Dat ondervonden onlangs Kon- stantlnu, doelverdediger van Panathi- naikos, en Delikaris, spitsspeler van Olympiakos. Zij weigerden uit te ko men in het Griekse voetbalelftal (dat met het oog op de voorronden voor het wereldkampioenschap evenzeer wordt gesteund als vorig jaar Panathi- naikos) en dat leverde hun een boete van 1600 gulden alsmede een levens lange schorsing voor het Griekse elf tal op. vuile handen Vormen van discriminatie, waarover in de ogen van Kees Tinga nog te weinig bekend is. Tinga: 'Er zouden wegen moeten worden gevonden om meer informatie te krijgen over de beoefening van sport in andere lan den. Een mogelijkheid zou zo'n vere niging van topsporters kunnen zijn; je kunt dan een werkgroep oprichten en de leden voorlichten; zeggen van: kijk uit als je daar of daar heengaat, kun je vuile handen krijgen, laat je je gebruiken'. Kees Tinga houdt zijn opvattingen niet voor zich. Op weg naar Israël bijvoorbeeld stelde hij het protest op en later vroeg hij de bond waarom dat toernooi om de Spring Cup in Athene werd gehouden; vragen waar op hij de wat sussende geruststelling kreeg dat Nederland wel niet mee zou doen. Dat Nederland toch is gegaan, is naast studie-redenen mede de aanleiding geweest voor het nationaal team te bedanken. Tinga over wat hij zoal nog meer heeft gedaan: 'Bij het wereldkampi oenschap in Bulgarije bijvoorbeeld heb ik een Dubcek-speldje gedragen en dat deed ik ook toen ik in Boeka rest voor de Europa Cup was. Ik laat, ook in Oost-Europa, merken waar ik sta. En dat kan een discussie opwek ken. In Alma Ata bijvoorbeeld heb ik een vrij lang en open gesprek gehad met de clubarts van die Russische club over Tsjechoslowakije. Je komt in Oost-Europa binnen één team ver schillende meningen tegen. En hoewel hun uitingsmogelijkheden geringer zijn ze kunnen hun mening niet van de straat roepen blijven er toch afwijkende meningen en de mo-- gelijkheid tot discussie'. .8-5) in onze tafeltennismedewerketr pTTERDAM Stellan Bengtsson, een klein ventje die det hele dag fet een draagbare radio loopt rond te sjouwen in de Rotterdamse orlergiehal. Althans, als hij niet hoeft te spelen, want de wereldkam- 2tax>en heeft een druk programma. Stellan Bengtsson, de beste tafel- ?t «misser die de wereld kent 'gewoon een lekker gosertje zonder m.lpsones', zoals Nederlands kampioene Veronique van der Laan hem èffend karakteriseert. is negentien jaar, woont in Fal- rg, een stadje in het zuidoosten Zweden dat bekend staat om zijn istische aantrekkelijkheid, is full- r. speelt graag een partijtje golf en ,'gek op progressieve muziek (van- Br de portable). Vorig jaar ln april rifd hij plotseling een beroemdheid. -na' een 'uitwedstrijd' ontnam hij was in Nagoya de Japanner igeo Ito zijn wereldtitel. Stellan igtsson in het gesprek: goed pra- d (Engels), ernstig zijn woorden Tdenkend. Hij laat z'n radio kei- rd aan staan het typeert de leed. idM Stellan Bengtsson en de tafelten- A. ksport: ben min of meer toevallig in deze brt verzeild geraakt. Toen lk een Ir of tien was deed ik van alles. Ik fetbalde, speelde handbal en tafel- "Jftnis. Zonder voorkeur. Op een ^kooltoernooi ben ik ontdekt. Er M1tam op een gegeven moment een but van de clulb Falkenberg naar me k en die vroeg: zeg, heb jij geen zin ft lid te worden, ik zie wel wat in u. Dat heb ik toen gedaan. Ik ben "jilenderwijs gegroeid. We trainden Jrjselmatig, maar toch ook weer niet gek veel. De belangrijkste stimu- ^hs voor mijn carrière zijn de zomer kampen geweest, die de bond organi seerde. Van mijn dertiende tot en met mijn vijftiende jaar. Spelender wijs perfectioneerde ik daar mijn techniek. Daarna ging ik internatio naal spelen. Ik werd twee keer jeugd kampioen van Zweden en in het En gelse Teesside pakte ik een paar jaar geleden ook de Europese jeugdtitel. Merkwaardig genoeg in de finale te gen Tibor, Klampar uit Hongarije. Dat is nu nog een van mijn grootste concurrenten'. Stellan Bengtsson en Japan: 'Belangrijk voor mijn sport-loopbaan is ook geweest, dat de Zweedse bond me eind 1969 drie maanden naar Ja pan stuurde om daar onder leiding van Ogimura (de vroegere wereldkam pioen) te trainen. Daar leerde ik het Japanse spel tot in de finesses ken nen. Ik geloof dat het van enorm belang is geweest voor mijn latere we rel dkampi oensch pIk heb hun zwakke punten goed leren kennen. Japanners, dat heb ik daar ontdekt, zijn minder dan de Chinezen. Ze spe len voortdurend volgens een vast stra mien. Je weet van tevoren hoe ze gaan spelen, waar de bal terechtkomt'. Stellan Bengtsson en de Chinezen (tot 1965 alleenheersers achter de groene tafel): 'Chinezen kunnen wel improviseren. Ze stellen je voortdurend voor verras singen. Bij de laatste wereldkampi oenschappen waren ze nog te pakken met sterk looping-drive-spel. Of dat zo blijft, betwijfel ik. Laatst hebben we nog drie wedstrijden tegen hen ge speeld. Zweden won ze alle drie. Maar ik durf nu echt niet te concluderen, dat we daarom nog altijd beter zijn. Ze lieten volgens mij niet het achter ste van hun tong zien. Ze spreken voort durend over vriendschap en zo. Ik vertrouw het allemaal niet zo erg. Het is best mogelijk dat ze volgend jaar in Joegaslavië sterker dan ooit. terugkomen. Maar ik maak zelf ook nog altijd vorderingen, dus bang ben ik niet voor hen'. Stellan Bengtsson en de concur rentie: 'Die is voor mij altijd verschrikkelijk groot geweest. Ik heb geweldig moe ten knokken om in Zweden aan de top te komen. Ik ben dit jaar voor het eerst nationaal kampioen gewor den. Maar nog verlies ik af en toe wel eens een partij. Ik heb altijd de meeste concurrentie ondervonden van Hasse Alser en Kjell Johansson, die ook hier mijn gevaarlijkste tegenstan der is. Hasse was daarom zo moeilijk, omdat hij nooit ook maar één punt weggaf. Je moet alle punten zelf maken. Toch vind ik het spijtig dat hij is gestopt. In Nagoya verolor hij al zijn partijen tegen Hongarije en China. Hoewel hij toen nog verschrik kelijk goed tafeltenniste, werd hij was wisselvalliger. Ik vind het verstandig van hem dat hij bondstrainer is ge worden in West-Du! sïnnd. En Kjell s vanwege zijn keiharde forehand-aan val vaak een niet te nemen hinderis. Ik moet altijd zorge dat ik zeer scherp plaats, met alle risico's van dien. In Europa loopt ook een aantal jongens rond van wie ik kan verlie- ze. Op dit toernooi bijvoorbeeld ben lik slechts één van de favorieten. Ik verloor tijdens de landenwedstrijden van Eberhard Schöler, maar ook de Rus Gomozkov is erg lastig voor me. En dan zijn er natuurlijk de Japan ners en Chinezen. Die mensen trainen zo hard, dat het best mogelijk is dat wij Europeanen, volgend jaar weer van de belangrijkste posities worden verdrongen. Al blijf ik volhouden dat Europeanen intelligenter spelen'. Stellan Bengtsson en de belangrijk ste mensen voor zijn loopbaan: 'Er zijn vier trainers die mij hebben gemaakt tot wat ik nu ben. Op de eerste plaats Dahlgren van de club Falkenberg. Hij heeeft mij de basis techniek bijgebracht. Verder Alser, Ogimura en Christer Johansson. Christer is een sadist. Hij vind het prettig ons te zien lijden tijdens de conditie-training. Hij beult ons af dat het niet mooi meer is. Vooral als we er eens niet zo veel zin in hebben. Maar als we een wekere trainer had den, zouden onze prestaties ongetwij feld veel minder zijn. En ik zou dan waarschijnlijk geen wereldkampioen zijn'. (Noot: de Zweden staan erom bekend over een fabelachtige conditie te beschikken). Stellan Bengtsson en de meisjes: Tot voor kort ging ik nooit uit. Ik was erg serieus. Trainde keihard en vergat alle pleziertjes. Dat moest ik ook wel, wilde ik de top bereiken. Nu zo. Dan ga ik ook wel eens met meisjes op stap. Maar alleen ln de zomer, 's Winters hebben we er so wieso weinig tijd voor, maar als ik dan eens toevallg geen toernooi of wedstrijd hoef te spelen, ben ik het liefste t'uiis. Ik ben erg huiselijk. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 21