ARGENTIJNSE GUERRILLA'S UITDAGING VOOR LANUSSE 'Bij ons kan geen enkele jongen van veertien meer een vrolijk lied zingen' Mjclow/KWARTET ZATERDAG 15 APRIL 1972 BUITENLAND T9/K» 8 moord op de Fiat-directeur illustro door zijn ontvoer- rs beschuldigd van plundering, limiting en gewelddadigheid gen de Argentijnse arbeiders de geslaagde aanslag op de in- jedrijke generaal Sanchez heb- >ii de Argentijnse guerrilla-be ding op een macabere wijze in internationale publiciteit ge- rl°! acht. Want de Argentijnse R lerrillastrijders hebben tot 'W01 isver in het buitenland veel wq inder opzien gebaard dan in collega's in Uruguay, Brazi- of Guatamala. Dat kan waar- hijnlijk worden toegeschreven 3n de omstandigheid, dat de Ar- ntijnse guerrilleros zelden bui- olanders tot lijdend voorwerp aken. ch voeren zij momenteel op uitge- eider schaal acties dan de wereldbe- smde Tupamaros in het naburige uguay en heeft de Argentijnse pre- ent Alejandro Lanusse van 'de ijd tegen de subversie' een voor- ngszaak moeten maken. En dat men president geen panische voorbarig- id kan verwijten, bleek nauwelijks ertien dagen na zijn oorlogsverkla- ig aan de ondergrondse organisa- jS. Toen pleegden guerrilleros een 00/ icesvolle overval op de staats-ont- ckelingsbank in Buenos Aires op ehonderd meter van het regerings- wuw en honderd meter van het 'jofdkwartier van de staatsveilig- idsdienst. gewelddadige activiteiten zijn de jelopen maanden nog geïntensi- erd. Behalve bankovervallen en bom- nslagen op installaties en gebou- 'i^n werden politieke moorden ge- egd op regeringsfunctionarissen, itici en officieren. Hier tekent zich duidelijk stijlverschil af met de uguese Tupamaros, die ondanks ge- agde acties bloedvergieten vermij- n in de wetenschap, dat de meer. rheid van de bevolking, wier steun n uiteindelijk zoekt, daar in het emeen allergisch op reageert. Argentinië opereren talloze guer- a-organisaties, maar wij zullen ons 93( perken tot de vijf grootste. De esten ontplooiden voor 1968 geen menswaardige activiteiten en be- ïnen pas begin 1969 een ernstig ibleem voor het Argentijnse mili- 0O;Jre regime te vormen. Allereerst er drie grote peronistische groe- n, die zich in meerdere of min- mate identificeren met de voor- lige dictator en massamenner Juan fón, die in 1955 al het land werd ;ejaagd, maar nog altijd kans ziet vanuit een villa bij Madrid en via talrijke aanhangers een hoofdrol D9, de Argentijnse politiek te spelen 50> 93, door Ferry Versteeg President Lanusse: zal zijn democratiseringsplan slagen? 90/ icht ze groepen zijn de F AP (Peronisti sche Strijdkrachten), de Montaneros en de FAR (Revolutionaire Strijd krachten). Gedrieën hebben zij zich op tamelijk vrijblijvende basis geasso cieerd in de OAP (Gewapende Pero nistische Organisaties). De grote kracht van deze peronistische groepen is, dat zij kunnen inhaken op de grote populariteit van Perón, die de Argentijnse vakbeweging grotendeels beheerst. Numeriek staan de peronis tische guerrilleros ongetwijfeld aan de top. De schattingen over het aantal militante leden variëren van duizend tot vijfduizend. De andere twee grote guerrillabewe gingen zien meer in. Marx dan in Perón. Allereerst is er het trotskyisti- sche ERP (Volksbevrijdingsleger), de best georganiseerde guerrillamacht van het land, die tekende voor de moor den op Sallustro en generaal Sanchez (samen met FAR). Daarnaast zijn er de FAL (Bevrijdings Strijdkrachten), oorspronkelijk een maoïstische groep, die echter in toenemende mate sa menwerkt met het ERP. Deze twee groepen putten voordeel uit het feit, dat ze niets te maken hebben met de manoeuvres van Perón, die tot af schuw van de peronistische guerrille ros thans zaken doet met het militai re regime om volgend jaar maart algemene verkiezingen mogelijk te maken. Van alle guerrillabewegingen is het ERP, dat pas anderhalf jaar opereert, het meest strijdbaar. De or ganisatie is georganiseerd in onafhan kelijk opererende cellen en elke cel Iheeft een politieke commissaris, aan gewezen door de Parido Revoluciona- rio, die is aangesloten bij de trots kistische Vierde Internationale. Vorig jaar februari maakten ERP- guerrilleros bij een bankoverval in Buenos Aires ruim een miljoen gul den buit. En drie maanden later ont voerden zij de Britse consul in de stad Rosario, die de 'volksgevangenis' pas kon verlaten, nadat zijn conser- venfabriek tonnen voedsel en kleding had uitgereikt in een krottenwijk van de Argentijnse hoofdstad. Het ERP richtte zijn acties ook tegen de Fiatfa- brieken in Cordoba, die al lang op voet van oorlog verkeren met de vak bonden. Vorig jaar ontwapenden ER- P-leden regelmatig de Fiat-bedrijfspo- litie, terwijl talloze auto's van de firma in vlammen opgingen. De vete bereikte deze week een droeve climax met de moord op Sallustro. Het ERP heeft zijn voordeel gedaan met de toenadering tot de FAL, die in hun tienjarig bestaan al veel revo lutionaire ervaring hebben opgedaan. De FAL werden in 1962 opgericht door jeugdige communisten met een voorkeur voor Peking, die hun Mos kou-gezinde partij verlieten. De FAL hebben vooral in kringen van linkse intellectuelen en studenten aanhang en genieten niet alleen bekendheid door het hoge niveau van hun revolu tionaire denkwerk, maar ook door de trefzekerheid van hun acties. Hun meest opzienbarende verrichting: de inval in Campo de Mayo, de belan grijkste militaire basis van het land even buiten Buenos Aires. Bindingen De FAL met hun belangrijke aanhang in kringen van intellectuelen en op universiteiten, vult op bija perfekte wijze het ERP aan, wiens kracht ligt in de vakbonden van industriesteden als Cordoba en Rosario. Het zijn voor al deze bindingen, die de Argentijnse regering de meeste angst inboezemen, want op zich vormen de enkele dui zenden guerrillastrijders geen bedrei ging voor het regime. Dat een samen gaan van revolutionairen, arbeiders en studenten voor machthebbers ui terst onaantrekkelijk is, bewezen de gebeurtenissen van mei 1968 in Parijs en van 1969 in Montevideo. En in Argentinië is dit samengaan in het algemeen verder ontwikkeld, dan el ders. Dat werd het afgelopen jaar vooral duidelijk in Cordoba. Tijdens talrijke betogingen en stakingen voor betere lonen en tegen repressieve re geringsmaatregelen vochten studen ten, linkse activisten en arbeiders ge zamenlijk tegen politiemannen en mi litairen. Terwijl arbeiders en studen ten barricaden opwierpen en auto's in brand staken, namen guerrilleros van af de daken ordebewakers onder vuur. Omgekeerd steunden de arbeiders stu- denteneisen-, zoals opheffing van de toelatingsexamens voor universiteiten. De vooruitzichten voor een verdere ontwikkeling van deze revolutionaire situatie zijn gunstig en worden ge voed door de indruk van zwakte, die president Lanusse met zijn wisselende koers op binnenlands politiek terrein wekt, en vooral door de economische wanprestaties van de afgelopen jaren. Toen generaal Alejandro Lanusse vo rig jaar maart via een staatsgreep de leiding van het bijna failliete Argenti nië overnam, lanceerde hij een natio naal economisch plan, dat zelfs wets- kracht kreeg en voor 1971 de econo mische groei diende op te stoten naar 6.2 procent. In feite bereikte de groei nog geen 2.5 procent. Wapenstilstand Na talrijke stakingen en protestacties kondigde Lanusse in september vorig jaar een 'sociale wapenstilstand' aan, die hij baseerde op twee voornemens: bevriezing van de prijzen en verdedi ging van de nationale geldeenheid. Maar in 1971 galoppeerde de inflatie naar veertig procent, terwijl de peso naar de helft van zijn oorspronkelijke waarde duikelde. Daarnaast stegen de betalingsbalanstekorten over 1971 tot vijfhonderd miljoen dollar, mislukte een deel van de graanoogst, liepen de vleesexporten terug en kwam de in dustriële groei praktisch tot stilstand. Lonen en salarissen verloren veel van hun waarde, de werkloosheid steeg en op de beurzen heerste een begrafenis stemming. De eerste twee maanden van dit jaar zijn de prijzen al weer met vijftien procent gestegen, wat de loonsverhogingen van 1 januari in feite teniet deed. De vakbondsleiders stellen krachtige eisen en het ont breekt hen beslist niet aan argumen ten. Maar Lanusse heeft ze voorlopig afgewimpeld en daarmee nieuwe brandstof aangedragen voor verdere sociale onrust, maar de guerrillabewe ging ongetwijfeld gretig op in zal haken. Daarom hebben de militairen hun acties tegen de guerrilleros en hun sympathisanten de afgelopen maanden opgevoerd. Enkele honderden echte of vermeende revolutionairen zijn de af gelopen maanden opgepakt, waarna zij niet tot hun genoegen merkten, dat de Argentijnse militairen in navol gig van hun Braziliaanse collega's de efficiency van martelmethoden heb ben ontdekt. Luis Pujals, een gearres teerde leider van het ERP bezweek onlangs aan 'een verhoor'. Te vrezen valt, dat het gebruik van onmenselij ke methoden na de moorden op Sal lustro en generaal Sanchez nog zal worden opgevoerd. Maar de belangrijkste maatregel om de revolutionaire dreiging in te dij ken, is ongetwijfeld de vorig jaar al door president Lanusse aangekondigde democratisering. Lanusse, sinds 1967 de sterke man achter verscheidene militaire regimes, lijkt niet de ideale man om Argentinië weer naar de burgerlijke democratie te voeren. Maar de realist Lanusse begrijpt ken nelijk, dat nu grote concessies aan burgerlijke oppositie noodzakelijk zijn om het huidige maatschappelijke systeem van Argentinië te redden. Door de leiders van verschillende po litieke groeperingen in te schakelen in dit geleidelijke democratiserings proces dat op 25 maart 1973 moet uitmonden in algemene verkiezingen hoopt Lanusse de regeringsbasis aanzienlijk te verbreden, de geprikkel de meerderheid van de Argentijnen te kalemeren en hen te scheiden van de revolutionaire minderheid. Bovendien hoopt de president door deze demo cratisering het verlamde economische leven met steun van de vakbonden weer op gang te helpen. Perón In het kader van dit voornemen heeft Lanusse zijn oude vijand Juan Perón de hand gereikt. Een gebaar, dat hem door de hogere klassen en door veel militairen niet in dank is afgenomen, maar dat niettemin een allereerste vereiste is voor zijn democratiserings plannen. Want de peronisten beheer sen het Argentijnse vakbondswezen en vertegenwoordigen samen met de bevriende radicalen zestig tot zeventig procent van het electoraat. Oktober vorig jaar wist Lanusse nog een staatsgreep te verijdelen van anti-de mocratische en anti-peronistisdhe mili tairen, die de president 'verraad van de revolutie' en 'kapitulatie voor de oude corrupte partijpolitici' verwijten. Ook nu bestaan er binnen de Argen tijnse strijdkrachten nog krachtige facties, die met weerzin denken aan de rentree van de burgers in de Solitiek. Ze zijn er vooral in de ogere militaire rangen de nodige voorstanders van een harde lijn A la Brazilië, waar thans gedegen economi sche resultaten worden geboekt, ter wijl zich in de militaire middenka ders supporters bevinden van het meer humane 'Peruaanse model'. Maar men kan zich afvragen of de mogelijkheden tot imitatie in Argenti nië wel zo groot zijn. Een harde lijn van sociale onderdrukking en promo tie van het binnen- en vooral buiten landse bedrijfsleven is wel mogelijk in de amorfe Braziliaanse maatschap pij, maar biedt in Argentinië met zijn hoog ontwikkelde en uiterst strijdbare vakbondswezen waarschijnlijk minder mogelijkheden. Ook al zal het aantal voorstanders van zo'n oplossing na de recente moorden niet minder zijn geworden. Daarnaast maakt het Peru aanse model met zijn paternalistische en lichtelijk revolutionaire trekken minder kans in een land als Argenti nië, dat in tegenstelling tot Peru in het bezit is van een omvangrijke, zelfbewuste middenklasse. Toch blijft de mogelijkheid van een interventie van anti-democratische mi litairen reëel. Daardoor is bij de poli tieke partijen een toenemende neiging tot samenwerking te bespeuren, waar van vooral de peronisten profiteren. Veelzeggend is de stroom van politici van oud-president Frondizi tot een vertegenwoordiger van de vorige pre sident Levingston die Juan Perón in Madrid opzoeken. De oude ex- dictator heeft zich nu wel ondubbel zinnig op de verkiezingen vastgelegd en maande zijn aanhangers vorige maand in een brief zelfs tot kalmte. 'Het moment is nog niet gekomen, waarop we ons in iets kunnen storten, dat tot overdadig geweld zou leiden', aldus El Lider. Waarmee hij de regering-Lanusse kennelijk 'n kans wilde geven economisch enigszins or de op zaken te stellen en zo sterker te staan tegenover dreiging vanuit de strijdkrachten. Nevelig Maar ondanks het vooruitzicht van algemene verkiezingen blijft het Ar gentijnse politieke landschap nevelig. Niet alleen door de voortdurende eco nomische malaise met alle sociale ex plosiegevaar van dien, en door de blijvende dreiging van anti-democrati sche en anti-peronistische militairen, maar ook door uitspraken van Lanus se zelf. Zo verzekerde hij onlangs, dat er na de verkiezingen van 25 maart 1973 een 'overgangsregering' zal ko men, wier taak het is de Argentijnse 'revolutie' te voltooien. Dat kan slechts betekenen, dat de militairen, die zich sinds 1966 als drager van de Argentijnse 'revolutie' beschouwen, ook na de verkiezingen een fikse vinger in de pap zullen houden en dat elke verkiezingsoverwinning slechts een gedeelde kan zijn. 52, 52, to, J4, U/ 'U rige week zaterdag publiceerden 27, j een deel van een interview met 27Ïo Ngoc Phuong, een 34-jarige Zuid- ïtnamese vrouw. Zij was als verte- nwoordigster van de Vietnamese 1 eddhistische vredesdelegatie in Pa- naar Driebergen overgekomen, daar te vertellen over haar per- in onlijke ervaringen met het geweld- e verzet tegen de onderdrukking in '°»etnam. Die ervaringen had ze opge- an als een van de leidsters van de 15 id Vietnamese boeddhistische studen- ibeweging voor vrede en sociale holutie. 4» o Ngoc Phuong ging in 1958 op 20- ige leeftijd biologie studeren aan 3 universiteit van Saigon. Ze raakte ,'l de ban van het boeddhisme door edoen van een priester, die de oude (er vanuit een moderne visie predik- 15/ 'Als werkelijk boeddhist ben je '9 een tegenover jezelf verantwoorde- re' k voor Je eigen daden. Daarom ben tegenover jezelf verplicht het lij- n van de mensen om je heen te '4, rzachten en weg te nemen'. In 1964 teerde zij plantkunde aan de uni- rsiteit van Saigon en schreef zij Tth in als studente in de filosofie Q de pas gebouwde, boeddhistische a Hanli-universiteit. Enige tijd la- werd zij gevraagd om ook aan de iversiteit van Hoee college te gaan ('pen, 1200 km ten noorden van Sai- Ze was hierdoor in de gelegen- id om zowel in het noorden als in t zuiden van Zuid-Vietnam kennis nemen van wat er onder de men- n leefde. 1966 werd zij gekozen tot presiden- 2, van de studenten-unie van de Van inh-universiteit. Haar herhaalde op- iepen tot vrede en tot onderhande- y' igen tussen Noord- en Zuid-Vietnam 9, nder inmenging van buitenlandse achten hadden tot gevolg, dat zij c K»r de regering in Saigon voor com- uniste werd uitgemaakt. Op 1 febru- 5'Ti 1964 was er nl. een dekreet ver henen, waarin het een ieder verbo- n werd om zich positief uit te laten er vrede of over een eventuele utralisatie van Zuid-Vietnam. Ze z> erd gearresteerd, maar dankzij de eftigc interventies van de studenten i artikelen over haar in de Ameri- 2 anse pers kwam zij weer op vrije eten. Daarna werden er verscheide- e malen door 'onbekende lieden', die werden opgespoord, mislukte 5 oordaanslagen op haar uitgevoerd. a de arrestatie in 1968 van één van aar naaste medewerkers, die onder 8» gebruikelijke folteringen bekende, 8, »t Cao Ngoc Phuong had meegedaan an de verspreiding van geschriften, - elke opriepen tot onafhankelijkheid ->'toor en vrede in Vietnam, zorgde de oeddhistische kerk ervoor, dat zij 3, at land kon ontvluchten. Boeddhistische vredesbeweging in Vietnam tussen twee vuren door Michael Stein 'De overgrote meerderheid van ons volk leeft op het land. Het zijn boeren, die niet of nauwe lijks kunnen lezen en geen en kel benul hebben van commu nistische of anti-communistische ideeën. Het enige wat ze heb ben gehoord, is dat communis me politie-terreur met zich meebrengt. Het enige wat ze willen, is veiligheid. Ze haten de oorlog en natuurlijk de twee partijen, die de oorlog over hun ruggen voeren. Maar omdat ze nu eenmaal Vietnamezen zijn, haten ze nog meer die partij, die door de vreemdelingen wordt gesteund. Dat geldt niet voor een zeer kleine minder heid onder hen, de arme katho lieken, die destijds uit het noorden zijn gevlucht, nadat hun priesters door de commu nisten waren vermoord. Voor die mensen zijn de communis ten alleen maar duivels, die de godsdienst onderdrukken en priesters vermoorden. Over de achtergrond van die moorden de katholieke priesters had den in zeer vele gevallen met de Fransen tegen de nationale vrijheidsstrijders samengewerkt weten ze niets af. De mensen die wél een zekere opleiding hebben, d.w.z. de mensen uit de middenklasse in de steden, zijn voor een belang rijk deel erg bang voor de communisten, omdat ze veel ge hoord hebben over de zuiverin gen, die in 1954 in het noorden werden uitgevoerd. Zij willen in ieder geval hun culturele en morele waarden behouden, kort om Vietnamezen blijven. Een heel kleine minderheid van degenen, die een behoorlijke opleiding hebben gehad, deelt in Saigon de lakens uit De meesten van hen vluchtten in 1954 uit Noord-Vietnam. Zij le ven in grote rijkdom en worden door de overgrote meerderheid van de Vietnamese bevolking als landverraders beschouwd, omdat Zij alleen maar de Ame rikaanse belangen dienen en de oorlog willen voortzetten, niet omdat dat goed voor het land zou zijn, maar uitsluitend om dat zij daarmee hun eigen zak ken kunnen spekken. De vredesbeweging in ons land begon heel klein en ontwikkelt de zich slechts geleidelijk. Aan gezien ik alleen maar binnen de studentenbeweging werkte, wil ik alleen over die groepering praten, hoewel er nog vele an dere groepen zijn, die ook wan hopig naar vrede zoeken. De studenten nu zijn voor het me rendeel de kinderen van de ste delijke middenklasse. De meer maatschappelijk geïnteresseer den onder hen waren in 1965 verdeeld in twee groepen. De ene groep geloofde, dat de belangrijkste kwaal van ons land daarin bestond, dat er geen sterke regering was, die door het volk was gekozen en die met een behoorlijke grond wet het land bestuurde. Deze studenten, voornamelijk boed dhistische intellectuelen in het noorden keerden zich fel tegen het militaire, dictatoriale regi me, dat door en door corrupt was en niets deed aan de here niging van Vietnam. Aangezien de meerderheid in deze groep tot 1966 dacht, dat de Amerika nen inderdaad onze bondgeno ten waren en dat de oplossing van onze problemen uitsluitend in de regering van Zuid-Viet nam moest worden gezocht, wa ren zij fel in de oppositie. Dus werden ze door de regering voor communisten uitgemaakt en bij duizenden gearresteerd, gekidnapt, verbannen, gefolterd en vermoord. Toen de troepen van Saigon in 1966 de boeddhis tische beweging in Danang en Hoeé onder de voet liepen, om dat de boeddhisten het hadden gewaagd eerlijke verkiezingen te eisen, verloren de meesten hun geloof in de Amerikanen. Want het was duidelijk, dat de Amerikanen de dictatuur van Saigon in woord en daad steun den. Van diegenen uit de oppo sitie, die toen niet door de regering werden vermoord, ging een aantal over naar het Bevrij dingsfront Anderen weigerden deze uitweg te volgen en gingen in de illegaliteit. Boerenbevolking De tweede groep boeddhistische studenten ging uit van de ge dachte, dat niet zozeer de rege ring van Zuid-Vietnam het be langrijkste probleem van het land was, maar de afschuwelijke omstandigheden, waaronder de meerderheid van de bevolking op het platteland leefde. Zij zagen het als hun voornaamste taak de boerenbevolking zoda nig op te voeden, dat deze zich zelf zou bevrijden van het juk van onwetendheid, slavernij en armoede. De Vietnamezen moesten leren niet op een oplossing van buiten af of zelfs maar van bovenaf voor hun problemen te hopen, maar zichzelf te helpen binnen hun eigen sociaal-culturele con text. Daarvoor moest er een sociale revolutie op het platte land komen, die zich bediende van die elementen uit het kapi- talisme, het socialisme en het communisme, welke op de Viet namese realiteit toepasbaar wa ren. Tenslotte is het starre com munisme. zoals dat in Noord- Vietnam wordt toegepast, in fei te even westers en niet-Vietna- mees, als de uitbuitingspraktij ken, die door Saigon worden toegepast. Ikzelf was meteen enthousiast voor de ideeën van deze groep. Het boeddhisme leert ons om niet van een bepaald concept uit te gaan, maar om vanuit de realiteit van het leven naar de oplossing van de problemen te zoeken. En de realiteit in ons land is nu eenmaal, dat zeker negentig procent van de men sen doodarm is en er dringend sociale veranderingen moeten komen. Natuurlijk werd ook onze groep door de regering van commu nisme verdacht, temeer omdat wij pertinent weigerden ons met enige politieke party te verbinden, financiële giften te accepteren van de regering in Saigon of van de Amerikanen (om onze onafhankelijkheid te waarborgen) en omdat wij geen blanken als onze medewerkers in de dorpen toelieten. Dat laat ste was van groot belang, omdat de boeren in Vietnam de blan ken automatisch als kolonialis ten zien Het geld voor ons werk zamel den wij in onder de bevolking, dentenbeweging. Wij streven nu naar twee doe- En in 1965 richtten wij een school op voor sociaal werk. Vietnam vandaag. Een volk, dat niet meer kan lachen. Maar na korte tijd bleek al, dat een paar van onze mensen ver moord waren door regeringsa genten, die zich als Viet-Cong- strijders hadden voorgedaan. Het Bevrijdingsfront was ons al evenmin erg gunstig gezind, omdat wij een te gevaarlijke concurrent voor hen vormden. Verscheidene malen werden on ze mensen door het Front be dreigd. Ook de regering in Sai gon deed haar uiterste best om ons werk te dwarsbomen. Zo kregen studenten wél uitstel van dienst voor de duur van hun studie, maar werden die van ons hoe jong ze ook waren meteen opgeroepen, als ze zich voor onze school aanmeldden. Aan de andere kant merkten wij bïj ons ont wikkelingswerk in de dorpen, dat wij pas het vertrouwen van de boeren konden winnen, als wij duidelijk lieten blijken, dat we tegen de regering in Saigon waren en tegen de aanwezigheid van de buitenlandse troepen in ons land. Zo kwam het, dat de ervaringen van die eerst zo gescheiden groepen boeddhistische studen ten ertoe leidden, dat zij el- kaars ideeën gingen overne men. Zij vormen nu één bewe ging binnen de boeddhistische kerk. En omdat de boeddhisten steeds meer door de regering vervolgd werden, kwam er van uit de kerk steeds meer belang stelling voor onze ideeën. De boeddhistische priesters namen dan ook steeds meer de leiding over van de oppositionele stu- len. Aan de basis willen wij de bevolking zo ver brengen, dat deze zichzelf wil helpen en niet op de regering wacht, om hun gemeenschap leefbaar te maken. Dat is sociale verandering van onderop. Aan de top streven wij naar eerlijke en vrije ver kiezingen, opdat wij een echt parlement en een regering van het volk krijgen. Dat is politie ke verandering van bovenaf. Omdat wij de meerderheid van het volk vertegenwoordigen en tussen de communisten en de anti-communisten instaan, we ten wij hot beste wat er aan beide kanten leeft. Wij zijn in staat om een verzoening tussen de vijanden tot stand te bren gen, omdat wij weten, dat al die elkaar bestrijdende groepen Vietnamezen zijn en als Vietna mezen verder moeten leven. Verweer Hoe men zich verweren kan tegen de dictatuur van bovenaf? Door de publieke opinie wakker te schudden. Dat kan in Viet nam praktisch niet via de pers, de radio of de televisie, want die zijn onder regeringscontro le. Maar wij kunnen ook het nieuws mondeling verspreiden, op marktplaatsen, in pagodes en scholen. Wij kunnen liederen zingen en gedichten reciteren. Wij kunnen demonstraties hou den, door optochten, door hon gerstakingen, door zelfvermin kingen of door zelfverbrandin gen. Al die methodes hebben wij toegepast. Drie maal werd hierdoor een regering omver geworpen: in 1963 de dictatuur van Ngo Dinh Diem, in 1964 die van Tran Van Huong en in 1965 die van Nguy Ten Khanh. In 1966 moest de regering een massale onderdrukkingscampag ne tegen ons organiseren, om dat wij opnieuw vrije verkiezin gen eisten. En in 1969 slaagden wij erin een aantal parlements leden voor ons idee van vrede te winnen. Zij steunden vorig jaar, samen met enige groepen binnen het leger, de kandida tuur van generaal Minh, die als kandidaat bij de presidentsver kiezingen een vredesprogramma had. Maar opnieuw grepen de Amerikanen in door middel van hun zogenaamde Phoenix-pro- gramma, waarbij duizenden mensen die vrede durfden te eisen, als communisten werden opgepakt En opnieuw bleven de oorlogshitsers dankzij de Amerikaanse wapens in het za del. Viet Cong Wij kunnen ons ook niet op het Bevrijdingsfront verlaten. Dat werd duidelijk tijdens het Tet- offensief van 1968, toen de Viet- Congstrijders speciaal vanuit de dichtbevolkte wijken in de ste den de Amerikanen en de rege ringstroepen gingen beschieten, opdat die dan deze wijken, sa men met zo veel mogelijk bur gers, in puin zouden schieten. Zij gebruikten alle middelen om hun stem zo veel mogelijk te laten horen. En hun moord partijen in Hoeé, waarbij ook felle tegenstanders van de rege ring in Saigon werden afge maakt, waren even zinloos als de slachtingen, waaraan de Amerikanen en de regerings troepen zich schuldig maakten. Ik realiseerde mij pas goed, hoe dringend wij vrede nodig heb ben, toen ik in 1969 op een station in Parijs een groep schooljongens van een jaar of veertien op vacantie zag gaan. Ze zongen vrolijke liedjes. En toen dacht ik aan mijn land, waar geen enkele jongen van die leeftijd sinds jaren meer een vrolijk lied kan zingen. Wij kunnen het niet meer al leen af, omdat het Vietnam- probleem tot een internationale kwestie van de grote mogendhe den is geworden. Wij hebben uw hulp nodig. Laat uw stem horen. Op 5 februari 1969 zei president Thieu tijdens een be zoek aan Go Cong: 'Ik weet dat ik door die intellectuelen en pacifisten zal omkomen, maar voordat ik zal sterven, zullen zij de dood vinden'. Dat is de huidige president van ons land, gesteund door de machtigste mogendheid ter we reld. Begrijpt u nu, waarom wij wél willen sterven om ons afge brande land weer enigszins te kunnen opbouwen, maar dat we uw morele en uw fysieke steun daarbij dringend nodig heb ben?'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 9