'Spitz' Kohn gaat weinig veranderen bij Twente NCSU zoekt naar wegen om bindend element te blijven 'Overgang van amateurs naar profs vaak stap uit wanhoop' TROUW/KWARTET ZATERDAG 18 MAART 1972 SPORT 17 Van onze speciale verslaggever ENSCHEDE Piet Schrijvers, Epi Drost, Eddy Achterberg, Willy van de Kerkhof en Benno Huve. Zij vormen de spelersraad van FC Twente. Bij de besprekingen over wie de opvolger van Kees Rijvers zou worden hebben de spelers veel inspraak gehad. De spelersraad kwam vorige week bij het bestuur met de volgende punten aandra gen: de nieuwe trainer moest a. ervaring hebben; b. persoonlijkheid hebben; c. voorstander zijn van een menselijke benadering en d. Ne derlands spreken. Schrijvers: 'Wij hebben geen naam genoemd. Dat heeft het bestuur gedaan en toen hebben wij ingestemd'. Bestuur en spelers werden het snel eens omdat er maar één naam was: Spitz Kohn. Ook Kees Rijvers (hij had het be stuur geadviseerd) had Spitz Kohn bij de eersten op het lijstje staan. Rij vers: ¥e hadden afgesproken dat Kohn aan het eind van dit seizoen zou weggaan om zelfstandig te gaan werken. Het was misschien beter geweest ,als hij naar een andere club was gegaan. Maar dat is maar een le veronderstelling van mij. Door de om standigheden is hij hier gebleven. Wel is het een prettige gedachte dat Spitz mijn werk gaat voortzetten'. En Schrijvers: 'Het is natuurlijk zo dat niet alle spelers gelukkig met Kohn zullen zijn. Ik in ieder geval wel. Zijn oefenstof is goed en in de omgang is hij erg menselijk. Dat vind ik erg Twente heeft Spitz Kohn ('haast nie mand weet dat ik Antoine heet. De lijnaam Spitz heb ik in Luxemburg gekregen') nog net op tijd voor één jaar kunnen contracteren. Na vijf jaar Twente wilde Kohn op eigen benen staan. Kohn: 'Het kon me niet schelen wat voor club ik kreeg. Al was het een amateurclub geweest, ik had het gedaan. Ik was al rond met een eerste divisieclub. De naam noem ik niet, want dat is niet leuk voor de trainer daar komt. Ik had me al helemaal ngesteld op de verhuizing en de club. Toen kwam Twente opeens. Het was ien geweldig spannende periode. Doodmoe was ik na al die slopende iagen'. ipitz Kohn (38) spreekt het Neder- ands bijzonder charmant. 'Ik ben nu Icrticn jaar in Nederland en nog ipreek ik het niet goed. Deze moeilij ke taal zal ik nooit goed leren. Laatst loorde ik mijn stem op de radio. Het iccent is niet hinderlijk. Ik heb ook le trainerdiploma's hier gehaald. Dat vas niet gemakkelijk. Als ik naar één voord moet zoeken sta ik twee minu- en stil. De jongens pesten me er wel iens mee. Dat is niet erg. Op de raining had ik het een keertje over ran het muurtje naar het kastje lo- len. Dan wordt er natuurlijk gela- ihen'. paar weken mocht ik het B-elftal helemaal alleen doen. Daarna kreeg ik de keepers en toen werd ik ingescha keld bij het A-elftal. Elk jaar kreeg ik meer te doen. Ballen brengen en paaltjes meenemen was er niet bij. Of de. spelers die niet nodig zijn amuse ren. Mijn opleiding was uniek. Overal werd ik bij betrokken. Ik werkte niet in de schaduw maar in de zon. Het hele bedrijf heb ik schoongeveegd. Dan kun je" er over meepraten'. Contactfiguur ill jk twee-eenheid fohn (elke middag knapt hij een lilt je om weer fit op het werk te erschijnen) heeft lang in de schaduw an Rijvers gewerkt. Vaak werden de lamen Rijvers en Kohn wel in één lem genoemd. Ze opereerden als een fee-eenheid. Kohn: 'Vijf jaar is een ele tijd. Onder Rijvers was dat geen robleem. Bij een andere trainer was misschien eerder weggegaan. Van ijvers heb ik tamelijk veel geleerd, (at hij hier opgebouwd heeft is gran- Rijvers heeft een grote kennis het voetbal en is een sterke ikticus'. Kohn (een verwoed verza- lelaar van postzegels en munten) eeft bijna een ideale opleiding gehad nder Rijvers. 'Eigenlijk is het toeval eweest dat ik zo lang gebleven ben. oor de omstandigheden is dat geko- ien. Maar jk ben blij dat ik het waan heb. Nooit heb ik me hulptrai- er gevoeld. Wel assistent. Na een MSTERDAM De wereldranglijst aller tijden heeft het afgelopen seizoen bij schaatsers weinig veranderingen ondergaan. Ard Schenk met slechts één erbeterde tijd: de 5000 m die hij in Inzeil in 7.09.8 aflegde is duidelijk irste gebleven, terwijl ook Kees Verkerks tweede positie ondanks zijn teleur- e.lende seizoen geen wijziging onderging. Jan Bols is om de Nederlandse acht van alt moment nadrukkelijk te demonstreren naar de derde plaats 'gerukt. Hij verdrong door nieuwe persoonlijke toptijden op de 500 cn 1000 eter de Zweed Goeran Claeson van deze plaats. Opmerkelijk was de opmars 'n Harm Kuipers. Hij kwam vanuit het 'niets' (103) ineens op 18, één plaats |nter Jappie van Dijk die van 23 naar 17 klom. Eddy Verheven bleef verder ntste (hij verkleinde door zijn serie betere prestaties wel' de achterstand et de leiders) terwijl de uit de kernploeg gevallen rijders Peter Nottet en innie Nooitgedagt zakten van resp. 9 naar 12 en van 11 naar 19 top twintig luidt: Schenk (Ned) Verkerk (Ned) Bols (Ned) Claeson (Zw) Stensen (No) Fornaess (No) Grönvold (No) Verheyen (Ned) Thomassen (No) Zimmermann (W-Dld) Koskinen (Finl) Nottet (Ned) Carrol (VS) Hoeglin (Zw) Guttormsen (No) Tveter (No) Van Dijk (Ned) Kuipers (Ned) Nooitgedagt (Ned) Sandler (Zw) 38.9 1.58.7 7.09.8 14.55.9 166.242 39.9 1.58.9 7.13.2 15.03.6 168.033 39.4 2.01.6 7 10.7 15.10.2 168.513 39.2 2.00.1 7.17.0 15.18.7 168.868 40.1 2.01.9 7.15.1 15.07.1 169.604 39.1 2.02.0 7.20.6 15.23.8 170.010 39.3 2.01.4 7.22.5 15.20.0 170.037 40.4 2.01.4 7.20.6 15.15.3 170.692 39.8 2.02.5 7.22.3 15.23.3 171.028 39.7 203.3 7.21.6 15.23.3 171.125 39.9 2.01.5 7.22.1 15.38.9 171.554 40.1 2.02.2 7.25.5 15.24.8 171.623 39.9 201.4 7.26.4 15.32.5 171.632 40.3 2.02.1 7.26.0 15.23.6 171.780 41.2 2.04.6 7.14.9 15.13.7 171.908 39.8 2.02.6 7.20.2 15.47.5 172.062 41.0 2.02.5 7.16.9 15,38.1 172.428 40.6 2.02.0 7.24.9 15.33.8 172.448 40.7 2.02.0 7.31.0 15.19.8 172.457 41.2 2.04.2 7.22.5 15.20.6 172.880 Van onze speciale verslaggever ROTTERDAM Wie, hoe bescheiden ook, denkt in termen van presteren zal niet kunnen blind varen op de christelijke sportbeweging. In vergelijking met de grote neutrale sportbonden is die chris telijke sportbeweging een dwerg, die wat betreft competitie en allerhande technische mogelijkheden niet anders kan dan achterblijven. Ook is de keuze uitermate beperkt: van de vele taken die de sport rijk is, zijn er slechts een handvol binnen de Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU) ver tegenwoordigd. Het streven naar vooruitgang resul teert in samenwerking met neutrale organisaties. De voetballers en volley ballers werken reeds lang samen en de korfballers zorgden voor 'n belang rijke doorbraak door te integreren met de neutrale organisatie. Ontwik kelingen die NSU noodzaken naar een aanpassing aan de nieuwe situatie te zoeken; zich de vraag te stellen hoe het contact met de christelijke sport beoefenaren te behouden en zelf een bindend element te blijven, of, voor de kritici, te worden. Rapport De grote vraag bij Kohn (hij heeft nog steeds de Luxemburgse nationali teit) blijft: is het goed om een hulp trainer bij dezelfde club hoofdtrainer te maken? In het geval Kohn is het een voordeel dat hij volledig op de hoogte is van de gang van zaken bij Twente. Ook kent hij precies de werk wijze van zijn voorganger. Kohn (ge trouwd en geen kinderen): 'Een bui tenstaander zou het de eerste maan den moeilijk hebben gehad. Bij Twen te heerst een prettige-discipline sfeer, die je goed moet aanvoelen'. Het is echter een nadeel dat Spitz Kohn erg dicht bij de spelers heeft gestaan. Han Grijzenhout, ook vijf jaar werkzaam als hulptrainer bij Ajax, zegt daarover: 'Je bent een contactfi guur tussen de spelers en de trainer. Op de training spreken ze mij met Han aan. Onder Michels had iik niet veel te doen. Nu wel, als dat zo is is het niet onoverkomelijk hoofdtrainer bij dezelfde club te worden. Per geval moet het bekeken worden. Het hangt ook van de persoon af'. Geen meneer Tijdens de training is het 'Spitz' en 'meneer Rijvers'. Spitz Kohn voetbal de bijvoorbeeld nog met Willem de Vries en Theo Pahlplatz. Voor hen is het helemaal moeilijk 'meneer Kohn' te zeggen. Kohn: 'Het maakt niet uit of je 'jij' of 'u' zegt. Met 'jij' kan er toch een zekere discipline zijn. De laatste tijd heb ik de groep vaak alleen getraind. De jongens zeiden toen al 'trainer' tegen me. De oude ren zeggen 'Spitz'. Ze hoeven ook geen 'meneer Kohn' te zeggen. Dat is veel te ver'weg. Ik moet als persoon geaccepteerd worden. Dat is belang rijk. Als ik een slappe figuur was zou het niet goed gaan. Maar ik heb persoonlijkheid genoeg. Zelf ben ik een redelijk voetballer geweest en ik heb internationale ervaring. Zolang ik het de spelers nog altijd beter voor kan doen zie ik geen problemen'. Piet Schrijvers ziet het ook niet als een moeilijkheid. 'Hij trainde ons veel. Als Kohn wat zei werd het gedaan. De eerste maand zullen we ons moeten aanpassen'. En Kees Rij vers: 'Dat de jongens 'Spitz' zeggen moet veranderen. De komende weken gaan we daar aan werken. Hetzelfde Onder Kohn zal er weinig veranderen. Spitz Kohn "Ik denk bijna precies hetzelfde over voetbal als Rijvers. Zijn werk ga ik voortzetten. Ik blijf Spitz Kohn zoals ik altijd ben geweest. Ik zal op dezelf de manier naar het stadion lopen zoals de afgelopen vijf jaar. Ook zal ik hetzelfde weggetje rijden van het stadion naar huis. Echt, ik verander heel weinig. Op vrijdag eten de spe lers hier altijd een biefstuk. Het vol gend seizoen gebeurt dat ook. Zulke kleine dingen zijn belangrijk. Bij Rij vers vertrok de spelersbus bij voorbeeld om half vijf. Bij mij mis- schein om vijf uur. Dat is waarschijn lijk de enige verandering'. Over het Twente van de toekomst wil Kohn (hij kon bondscoach worden van Luxemburg maar het was finan cieel onaantrekkelijk) nog weinig zeg gen. 'Eerst wil ik advies van het bestuur en Rijvers hebben. Daarna moet ik goed nadenken. Daar heb ik nu de tijd nog niet voor gehad. Wel geloof ik dat dit elftal geen verster king nodig heeft. En zeker heb ik één wens. Als er een hulptrainer komt dan moet het iemand zijn zoals Spitz Kohn voor Rijvers was'. HARRY VERMEEGEN Die discussie is deze week in een nieuw stadium gekomen met de tot standkoming van het rapport van de structuur-commissie. Het rapport is woensdag in het bestuur besproken en zal zo snel mogelijk aan de orde komen op het hoogste niveau, de raad van bestuur. NSU-secretaris Grashof: 'Ongeveer een jaar geleden is die structuur-commissie benoemd. Aanlei ding was de duidelijke tendens om op het technische vlak te gaan samenwer ken met de neutrale organisaties. Je wordt dan met de vraag geconfron teerd hoe je die christelijke vereni gingen nog kunt opvangen. Het blijkt dat dat de structuur van de NCSU daar praktisch niet op is ingesteld'. De NCSU wordt nu reeds verweten een organisatie te zijn, die de vereni gingen "vergeef en zich te veel richt op relatöes naar boven (de overheid) en naar opzij (de Nederlandse Sport Federatie). De heer Grashof: 'Zolang er verbanden zijn van christelijke ver enigingen heeft de NCSU niet zozeer de taak zich met die verenigingen te bemoeien. Maar zodra die schakel, dat CKB-voorzitter Piet Nagtegaal streven naar volledige inte gratie verband, wegvalt, wordt het inderdaad noodzaak dat contact te verstevigen'. Tekortkomingen De christelijke sportwereld kent ech ter nog een tekortkoming, die als remmend wordt ervaren. Want bin nen de NCSU worden niet degenen en die verenigingen gebonden, die wait overtuiging betreft daar 'thuis' horen, maar die actief zijn in een tak Ploegleider Sjefke Janssen gaat voorzichtig om met jonge renners Van onze speciale verslaggever ELSLOO Sjefke Janssen heeft al heel wat plezier gehad van de opzienbarende opening van het wielerseizoen door zijn ploeg. Een eerste (Westrus), een twee de (De Vlam) en 'n vierde plaats (De Louw) voor zijn amateurs in de openingsklassieker de Ster van Zwolle heeft hem en zijn sponsor midden in de belangstel ling gebracht. Met name zijn toch al niet met goede publikaties verwende sponsor Mars liet de voldoening over al dit goeds die Janssen en zijn renners hebben veroorzaakt meteen na het verschij nen van de publikaties blijken. 'Tot nu toe waren ze nog niet erg gelukkig in enkele andere sporten. Naar mijn gevoel niet helemaal terecht Het is ongelukkig gespeeld en daardoor ver keerd uitgepakt. Men heeft niet alleen maar aan publiciteit gedacht zoals is geschreven. De schaatsbond kreeg on langs 15.000 gulden zonder dat er een letter publiciteit uit is gekomen. Er is ook 6000 gulden aan de Wielrenu- nie gegeven om een ploeg naar de Tour de l'Avenir te kunnen sturen. Laat ik wel vertellen: ik heb er een goede baas aan. Onze amateurploeg kan een vergelijking met iedere an dere goede amateurploeg glansrijk doorstaan. Als het anders was had ik het ook wel gezegd'. Sjefke Janssen werkt nu twee en een half jaar voor zijn huidige ploeg. Daarvoor liefhebberde hij wat met een ander ploegje. "Via Krott werd ik benaderd voor het ploegleiderschap. Het eerste jaar werd moeilijk, omdat we zo laat begonnen was het niet mogelijk sterke renners aan te trek ken. Want die zaten overal al vast. Ik nam wat jongeren'. Halverwege dat seizoen kwam die ploeg toch goed op gang. Zij beheerste bijvoorbeeld de laatste eatppe van Olympia's Tour'. 'Vorig jaar kon ik echt wat doen. Ik heb overal mijn kennissen die mij tippen. Zo heeft Van Erp uit Tilburg me eens aan Swinkels geholpen en nu weer aan Westrus. Van de' omer belt- Ie me op én zegt: 'die Westrus wil weg bij zijn ploeg. Is het wat voor |ou? Ik ga kijken en zeg: hij rijdt te voet hè. Westrus wist dat ik voor hem kwam kijken. Je zag, dat hij wat wilde laten zien. maar gewoon niet kon. Ik heb toch maar wat met hem gepraat en er was iets in hem dat me vertrouwen gaf'. Janssen gaat voorzichtig met zijn jon ge renners om. Een langdurige loop baan als beroepswielrenner bezorgde hem de nodige ervaring, maar ook twee Nederlandse kampioenschappen (1947 en 1949) een zege in de toenma lige klassieker Maas-Peel-Maas, een derde plaats in het wereldkampioen schap 1947 te Reims en tot vier keer toe deelname aan de Ronde van Frank rijk. Janssen was ook ploegleider Sjefke Janssen 1962 en 1963 van de ploeg die aan de Tóur de l'Avenir deelnam. 'Ik heb wel geleerd dat je met amateurs niet te hard van stapel moet lopen. Een eerste jaars amateur rijdt bii mij een stuk of drie klassieke wedstrijden. En dan nog alleen als hij in vorm is. De rest zit hij op criteria. Een tweede jaars amateur rijdt vijf of zes zware wedstrijden en dan pas het derde jaar volop'. Janssen houdt zelf de 24-jarige Westrus een beetje op- de achtergond. Hij zegt nu in zijn enthousiasme: 'ik wil wel alle voorjaarsklassiekers rij den. Maar dat doen we toch maar niet. Zondag in de Baronie kom ik met een paar andere jongens. Als ik Westrus nu laat gaan is hij halver wege dit seizoen opgebrand'. De ploeg Mars-Gazelle bestaat voorna melijk uit Limburgse en Brabantse renners. En juist Limburger Sjefke Janssen lijkt bep-aald niet een man die die jonge Limburgers van hun ingeboren gemakzucht kan afhelpen. 'Jullie noemen me goedmoedig. Ik lijk me niet druk te maken. Naar buiten is dat ook wel zo. Als ik wat te zeggen heb doe ik dat wel binnens kamers. En de jongens weten wel dat ik niet zo'n zachte ben als ik lijk. Het is bij mij gauw doen wat ik zeg of vertrekken. Ik moet geen mensen met ster-allures. Neem de afgelopen Ster van Zwolle. Ze zeggen hier wel: ach die Ster. Zo vroeg in het seizoen stelt het nog weinig voor. De groten doen niet eens mee. Maar de jongens heb ben toch van mij aangenomen dat een overwinning in de Ster publicitair gezien de meeste waarde heeft. En ze hebben er naar toe geleefd hè. Hoe wel, die Limburgers zijn een beetje gemakkelijk niet? Dat komt omdat ze te veel met de beroepsrenners trai nen. Die verpesten ze. Zo'n be roepsrenner zegt gauw: vandaag maar vijftig kilometer. Dat nemen die ama teurs gauw over. Alleen vergeten ze dat die beroepsrenner de dag ervoor een koers van 200 kilometer heeft gereden en de volgende dag weer zo'n koers heeft. De amateurs rijden eigen lijk alleen op zaterdag en zondag. Ik hou ze vaak het -oorbeeld van Merckx en Verbeeck voor. Die trainen een beetje. Daags na Het Volk zag je Merckx op de fiets. Voor een ritje van honderd kilometer. Trainen!' Het doet de pure liefhebber Janssen soms pijn als hij de renners moet loslaten. En vooral als hij ziet dat ze niet terechtkomen waar hij ze zou willen hebben. Zo'n geval is Wim Kelleners. 'Wim is een harde, dat geeft hoop. Maar hij zit niet bij zo'n beste ploeg". Janssen zegt het niet, maar hij doelt op het gezelschap Rokadorenners, waarvan de meesten al een schorsing wegens dopingge- bruik achter de rug hebben. 'Dan heeft Mathieu Pustjens het beter getroffen. Hij krijgt bij zijn ploeg veel vrijheid en zijn ploegleider Jean Stablinski houdt hem bij de oude renners weg. Hij laat Pustjens veel optrekken met Lucien van Impe. Het was omdat bij zoveel geld kreeg maar anders had Kelleners voor mijn part beter naar Schotte kunnen gaan. Want ze kunnen van Schotte zeggen wat ze willen; hij is in ieder geval een eerlijk mens. En aan Van Vaeren- bergh van Rokado wordt wel eens getwijfeld. Het is te hopen dat Wim Poot de Nederlandse ploegleider, er voldoende tegenspel biedt'. Jo van Pol had het gauw bekeken daar. Hij zag meteen in wat voor nilieu hij te rechtkwam en voelde dat dat niets voor hem was. Hij was toch altijd al bang voor de beroepsrennerij. Die Van Pol heeft een beetje mensenken nis, weet je'. Deze ervaring doet Janssen hopen, dat Mars weer een profploeg opzet. 'Je kan de jongens in hun eigen milieu houden, en ze afleveren op het juiste moment. Nu komt het te vaak voor, dat je het werk niet kan afmaken'. Janssen vindt het wel steeds moei lijker worden goede beroepsrenners af te leveren. 'Ze moeten karakter krij gen. Van Jongens die niet werken en alleen maar fietsen komt niets terecht. Ze moeten zichzelf pijn kun nen doen, want dat hebben ze later nodig. Maar het valt niet mee. De jeugd leeft er tegenwoordig een beet je op los en als je dan als amateur wielrenner nooit mag meedoen valt het niet mee. En je kan je moeilijk op een eiland plaatsen'. Toch ziet Janssen ook positieve pun ten. ;Als ik het met mijn tijd verge lijk zijn we erop vooruitgegaan. Er zijn meer wedstrijden, meer buiten lands contact, beide ook dankzij de sponsors. Onze renners leren al vroeg in de bergen te rijden en er is een ruime keuze voor ons. Want er is talent genoeg'. Waarom er dan toch nog zoveel mislukken met name bij het overstappen naar de beroepsren ners? 'Bij velen is het een stap uit wanhoop. Ze rijden slecht, verdienen niets meer en spelen alles op een kaart door het bij de beroepsrennerij te proberen. Want dan vangen ze nog een beetje geld. Dat wordt Vrijwel altijd niets. Als je overstapt moet je dat doen op een moment dat je goed rijdt. Dan kan je het enorme klasseverschil opvangen. Maar wat ls hier de moeilijkheid: als je goed rijdt verdien je veel geld en bovendien probeert de bondscoach je nog een tijdje amateur te houden omdat hij op zo'n manier een sterke ploeg houdt. Rij je slecht, dan heeft ook hij je niet meer nodig'. FRITS SUER van sport die daar niet wordt beoe fend. Grashof: "Wat mij altijd ver baasd en ook verdriet doet, is de beperktheid. Je kunt turnen, korfbal len, volleyballen, voetballen, wande len en aan atletiek doen, maar deze takken van sport vormen slechts een klein facet van de sportbeweging. Hoewel het mogelijk is ook als vere niging lid van de NCSU te worden (bij ons zijn momenteel een tennis club en een basketbalclub aangeslo ten), zijn er veel verenigingen en mensen die zich bij ons zouden thuis- voelen. Maar die daar door haar tech nische aspiraties of de door hen beoe fende tak van sport niet toekomen'. Voor die mensen en verenigingen be tekent de NCSU weinig. Grashof: 'In de huidige structuur kunnen we niet veel doen. We zoeken daarom naar een structuur waarin ook de loslopen de christelijke vereniging geholpen kan worden. Datzelfde geldt voor laat ik zeggen lopende christelijke indivi duen. We moeten een organisatie zien te vinden waarin ruimte is voor be staande christelijke bonden en ver banden, voor christelijke verenigingen binnen niet-christelijke bonden en voor individuele christelijke sportbe oefenaren'. Als blok Het samenwerken met de neutrale organisaties kan tot totale integratie leiden. De Christelijke Korfbal Bond (CKB) bijvoorbeeld is duidelijk op weg naar zo'n samensmelting. De heer Grashof: 'Uit ervaring weet ik dat je voorzichtig moet zijn. Ik heb daar als lid van een tennisvereniging en een roeivereniging te veel voor meege maakt. Als je wilt dat er rekening met je wordt gehouden, zul je daarop moeten hameren; bijvoorbeeld op het feit dat de mogelijkheid op zaterdag je sport te beoefenen aanwezig is. Ik zeg dus: ik wil well in die neutrale organisatie stappen, maar dan goed georganiseerd, als christelijk blok'. Niet voor iedereen is die samenwer king met de neutrale bonden zo voor de hand liggend. Het gymnastiekver- bond (KNCGV) bijvoorbeeld staat op een ander standpunt en CKB-voorzit ter Nagtegaal verwijt de organisatie ontwikkelingen tegen te houden. Grashof: 'In de eerste plaats wordt bij takken van sport als gymnastiek en wandelen de technische noodzaak tot samenwerken minder gevoeld; je hebt daarin niet die competitie. Daarnaast zijn binnen het KNCGV relatief veel mensen aanwezig die denken in chris telijke organisatie-patronen uit de tijd van Kuyper. De NCSU kan aan een zo grote achterban niet voorbijgaan, dan zou ze haar taak niet verstaan'. Emancipatie Het botsen der meningen binnen de NCSU is te herleiden tot zoiets als inclusief en exclusief denken. De heer Grashof: 'Binnen het KNCGV leven de opvattingen zoals in de tijd dat de christelijke organisaties opkwamen. In die jaren waren het verdrukte groepen en, als emancipatie-beweging, trachtte men zich sterk te maken door zich te organiseren zonder anderen; het vor men van een exclusieve groep. Men zegt nu echter dat die emancipatie is voltooid en dat binnen andere organi saties men evengoed tot zijn recht kan komen'. Streven naar een nieuwe structuur houdt ook in dat van de NCSU iets zal moeten uitgaan dat bindt. De heer Grashof: 'We zullen iets moeten gaan bieden. Ik heb het gevoel, dat hij de Nederlandse Katholieke Sportfede ratie (NKS) gemakkelijker gaat. Daar heb je, door de geestelijke verzorgers bij de clubs, een wat meer disciplinai re relatie, terwijl ze een goed blad (Sportparade) uitgeven, alsmede losse cahiers waarin veel informatie wordt gegeven. Ons ontbreekt het daarvoor echter aan geld, omdat wij niets uit de Sporttoto willen. Hoewel mogeüjk met de nieuwe wet op de kansspelen een verandering komt'. HANS SCHMIT Eredivisie MW-Telstar Go AheadVolendam DWSDen Bosch NEC—Ajax PSV—FC Twente NAC—FC Den Haag FC GroningenSparta ExcelsiorVitesse Eerste divisie GraafschapVeendam VolewijckersPEC HeerenveenHelmond Sp. RodaFortuna vi. WageningenEindhoven SW-Fortuna SC FC VW—SC Cambuur AZ'67—Blauw Wit HaarlemDFC HeraclesWillem H De met een gemerkte wedstrijden zijn opgenomen in Sporttoto 36.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 17