Makarios: ook veertiende Griekse premier overleven EEN NIEUWE INDIAANSE OORLOG Jarring wil weer naar Israël Visrechten stimulans voor herlevend nationalisme 7 DINSDAG 22 FEBRUARI 1972 Door Michael Stein Bijna vijf jaar na hun geslaagde coup in Athene lijken de Griekse kolonels nogmaals een proeve van hun bekwaamheid in deze ma terie te willen afleggen, ditmaal op het eiland Cyprus. Daarmee staat het politieke en misschien zelfs het fysieke bestaan van de president van dat eiland aartsbisschop Makarios op het spel. Geen andere verklaring is mogelijk voor de wel zeer vreemde nota, die het Griekse bewind vorige week aan de aartsbisschop stuurde. Volgens Athene ging het slechts om een lijst van dringende aan bevelingen. Nicosia daarentegen zag het als een zeer dreigend ulti matum, waaraan slechts de tijdslimiet ontbrak. In die boodschap werd er bij de president van de souvereine republiek Cyprus op aangedrongen een regering van nationale eenheid te vormen, „bestaande uit alle segmenten van het nationaal voelende Cypriotische Hellenisme." Als tweede eis stelde de junta, dat „de aanzienlijke hoeveelhe den wapens, die onlangs uit Tsjecho- slowakije werden ingevoerd, onder de controle en verzekerde bewaring van de vredesmacht van de VN moeten worden geplaatst". Op een persconferentie in Nicosia vertelde de Griekse onder-minister van buitenlandse zaken, Costas Pana- yotakos nog eens uitvoerig aan een zorgvuldig uitgezochte schare van rechts-gezinde journalisten, dat de Cypriotische regering vernieuwing behoefde, aangezien deze regering „niet alle nationaal gezinde krachten vertegenwoordigt en geen onafhanke lijke mening heeft". Hij waarschuwde dat bloedvergieten op het eiland on vermijdelijk was, als Makarios de welgemeende raadgevingen van A- thene in de wind zou slaan. Makarios moest zo zei hij zijn plannen opgeven om een eigen politiemacht in het leven te roepen en wapens aan onverantwoordelijke elementen uit te delen. Voorts was de Griekse regering van oordeel, dat in het nieuw te vor men Cypriotische kabinet ook verte genwoordigers van de fanatiek pro- Griekse generaal Grivas zitting moes ten nemen, aangezien het absoluut niet waar was dat deze mensen sa menzweerders waren, die zich aah il legale daden hadden schuldig ge maakt. Kopje kleiner Het verrassende van deze Griekse stap was voor de politieke ingewijden slechts de grote mate van publiciteit, die de junta gaf aan zijn rechtstreek se inmenging in de Cypriotische aan gelegenheden. Want de betrekkingen lussen Griekenland, en Cyprus zijn al bijna een jaar zeer slecht. De directe aanleiding was, dat de onderhandelingen tussen de Grieks- en de Turks-Cyprioten na drie jaar nog geen enkel resultaat hadden op geleverd en op het punt van afbreken stonden. De diepere oorzaak was, dat de Griekse premier Papadopoulos sinds ultimo 1970 vastbesloten is om de betrekkingen met Turkije ten kos- Nixon misschien door liet volk wat onverschillig begroet ontmoet van zijn gastheren toch de nodige hartelijkheden. Hier tracht mevrouw Nixon een gesprek aan te knopen met de Chinese premier Tsjoe En-lai. te van alles te verbeteren en de halsstarrige Makarios een kopje klei ner te maken. Tenslotte flirt de aartsbisschop op onfatsoenlijke en onverantwoordelijke wijze met Rus land om de onafhankelijkheid van zijn republiekje te bewaren, bewijst hij slechts lippendienst aan de heilige idee van de enosis (de aansluiting van Cyprus bij Griekenland) houdt hij er een parlementaire, democratie op na en laat hij een sterke communistische partij vrijuit ageren. Papadopoulos maakte vorig jaar april zijn visie op het probleem Cy prus zeer duidelijk, toen hij in een interview met de Turkse krant Hur- riyet opmerkte: „Ouders hebben hun kinderen toegestaan om met elkaar te kibbelen. Ze moeten geen partij kie zen om die ruzies bij te leggen. Als de kinderen uit de band dreigen te springen, moeten de ouders bereid zijn disciplinaire maatregelen te ne men". Afgezien van deze arrogante en dreigende taal was het feit, dat Pa padopoulos deze tegenover een Turk se krant bezigde, voor de Grieks-Cy prioten een teken aan de wand. In juni maakten de kranten op Cy prus melding van een tête-a-tête tus sen de ministers van buitenlandse za ken van Griekenland en Turkije aan de vooravond van een NAVO-bijeen- komst in Lissabon. Toen al vertelde Makarios aan een van zijn naaste medewerkers, dat er een duivels plan werd uitgebroed om voor eens en al tijd het wespennest Cyprus (waar 520.000 Grieks-Cyprioten tegenover 138.000 Turks-Cyprioten staan) buiten de bewoners om, tot rust te brengen, waardoor er eindelijk innerlijke sta biliteit in de oostelijke NAVO-flank zou komen. De onrust op Cyprus werd door de alarmerende persberichten zo groot, dat de Griekse regering zich gedwon gen zag officieel te ontkennen, dat er plannen zouden bestaan om president Makarios van het politieke toneel te verwijderen en het eiland vervolgens een politieke oplossing voor zijn eeuwige interne twisten op te drin gen. Sinds juni 1968 hadden Clerides en Denktash, de vertegenwoordigers van resp. de Griekse en Turkse gemeen schappen op Cyprus, met elkaar on derhandeld en het uiteindelijke resul taat was slechts geweest, dat ieder bij zijn eigen standpunt bleef. De Turks- Cyprioten eisten bestuurlijke en cul turele autonomie, met garanties van Turkije, Griekenland en Engeland, terwijl de Grieks-Cyprioten van een souvereine, unitaire staat uitgingen, waarin de Turkse minderheid cultu rele autonomie zou krijgen. De Turks-Cyprioten gingen ervan uit, dat Ankara hen wel verder zou steu nen. Ze ontvangen al sinds jaren on geveer 85 miljoen gulden subsidie van de Turkse regering om zich in hun afgesloten, ghetto-achtige encla ves te kunnen bedruipen. De Grieks- Cyprioten gingen ervan uit, dat de tijd in hun voordeel zou werken en dat de Turken op een gegeven ogen blik wel zouden moeten inbinden of anders het eiland verlaten. Negatief Deze toestand van „negatieve stabi liteit", zoals Oe Thant de situatie op Cyprus karakteriseerde, zou nog ge durende lange jaren hebben kunnen voortbestaan, als ni^t de Griekse re gering besloten had aan de wensen van Turkije tegemoet te komen. Pa padopoulos, die er zich van bewust is, dat het Griekse leger naar alle zuive ringen van monarchistische en demo cratische-gezinde officieren zeer wei nig waard is, wenste niet het risico te lopen in een conflict om Cyprus mee gesleept te worden. Dus stuurde hij toen de onderhandelingen op Cy prus zelf op dood spoor waren ge raakt op 18 juni een brief aan presi dent Makarios, waarin hij hem drin gend verzocht als concessie een Turks-Cypriotische minister in zijn kabinet op te nemen, die met locale bestuursproblemen belast moest wor den. Dit schrijven had evenals de boodschap van vorige week een ultimatief karakter. „Mocht u erop staan ons gemeenschappelijke front te verbreken (nl. door het verzoek af te wijzen), dan voel ik mij verplicht u te zeggen, dat u een zeer zware verantwoordelijkheid op u laadt te genover het Cypriotische Grieken land, tegenover de natie in het alge meen en tegenover de geschiedenis. In zo'n geval ziet de Griekse regering zich genoodzaakt die maatregelen te treffen, die het nationale en welbe grepen belang van het Cypriotische Griekendom verlangt, hoe bitter die ook mogen zijn...'" Makarios reageer de hierop met de opmerking: „Ik heb al dertien Griekse premiers overleefd. Ik zal ook de veertiende wel overle ven". Begin augustus deelde Denktash na overleg met de Turkse regering mee, dat een voortzetting van de dialoog zijns inziens weinig zinvol was. Hij stelde tevens een nieuwe onderhan- delings-eis: Makarios moest publieke lijk voor eens en altijd de mogelijk heid van enosis uitsluiten. Als reden gaf hij op, dat Makarios op 14 maart in een rede onder meer had ver klaard: „Cyprus is een Grieks eiland. Het was vanaf de dageraad der ge schiedenis Grieks en het zal altijd Grieks blijven. Wij hebben het over genomen als een geheel Grieks eiland en zullen het als een onverdeeld Grieks eiland houden, totdat wij het aan Moeder Griekenland teruggeven". Vanzelfsprekend weigerde Maka rios de van hem verlangde verklaring af te geven. Hij had vroeger een eed gezworen, dat hij bereid was zich persoonlijk voor de enosis op te offe ren. Een ontkenning daarvan nu zou zijn positie binnen de Grieks-Cyprio tische gemeenschap en binnen de kerk voorgoed onmogelijk hebben ge maakt. Hij was een jaar eerder al door Grieks-Cypriotische studenten en door Grivas fel aangevallen, van wege het feit, dat hij onderhandelin gen met de Turkse gemeenschap voerde en niet de enosis op staande voet had uitgeroepen. De aanval van Grivas was nota be ne door het Atheense junta-blad Es- tia gepubliceerd. „Makarios' verdwij nen uit de politiek zou de grootste dienst zijn, die hij niet alleen aan Cyprus, maar aan het gehele Helle nisme zou kunnen bewijzen", aldus Grivas, die onder het pseudoniem Dighenis in 1955 de verzetsbeweging EOKA had opgebouwd en binnen vier jaar tijd daarmee de Engelsen van het eiland had verdreven. Het is op Cyprus met een enosis- gedachte, als in de Arabische wereld met de Arabische eenheids-idee. De Grieks-Cyprioten voelen zich diep verbonden met Griekenland en met de Griekse cultuur Op grond van dat gevoel worden de Turks-Cyprioten als vreemdelingen, als Turken, als barbaren beschouwd. En op grond van datzelfde gevoel werd de strijd tegen het Britse kolonialisme ge voerd. Maar toen de internationale politieke constellatie de Grieks-Cy prioten ertoe dwong de enosis voor onbepaalde tijd uit te stellen (omdat Turkije op grond van nationalistische en strategische redenen het eiland aan zijn zuidkust niet onder Griekse controle wilde hebben en Engeland van deze gelegenheid dankbaar ge bruik maakte om zijn bases op het eiland te behouden) legden de Grieks-Cyprioten zich bij de nieuw geschapen toestand neer en vergaten met hun aartsbisschoppelijke pre sident voorop voor het ogenblik hun Panhellenistische aanvechtingen. Alleen de jongeren, die door hun le raren met de romantiek van de ge schiedenis waren gebombardeerd, en enige ultra-conservatieven, die met angst Makarios' betrekkingen met Moskou aanschouwden, ijverden op recht voor de enosis. Impopulair Zeker na de 21e april 1967 ver zwakten de warme gevoelens van de Grieks-Cyprioten ten opzichte van Griekenland; nu zij de zegeningen van een fascistische dictatuur met de feilen van hun eigen parlementaire democratie konden vergelijken. De jacht van vele honderden onbemid delde Griekse officieren op welgestel de Cypriotische maagden, die niet al leen als liefdespartner maar nog veel meer als aantrekkelijke bruidsschat meebrengsters werden gezien, bedierf de idyllische verhouding helemaal. De Griekse militairen zijn zeer impopu lair geworden op Cyprus. En tenslotte beseften de Cyprioten heel goed, dat aansluiting bij Griekenland econo misch nu niet bepaald gunstig voor hen zou zijn. Cyprus heeft met Israël het hoogste inkomen per hoofd van de bevolking in het hele buiten-Euro- pese Middellandse-Zee-gebied. Dat inkomen is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld: 150 pond ster ling in 1960, tien jaar later 358 pond. De Cyprioten waren gewaarschuwd door het heilloze voorbeeld van Rho- dos, dat nadat het door de Italia nen aan Griekenland was afgedragen binnen zes maanden tijd op een bijna uitgeplunderde veste leek. Op 30 augustus van het vorige jaar bleek Grivas opeens uit zijn woning in Chalandria, een voorstad van A- thene, te zijn verdwenen. Op 14 sep tember werd officieel op Cyprus be vestigd, dat de nu 74 jaar oude, doch uiterst krasse heer weer op het toneel van zijn vroegere krijgsdaden terug gekeerd was. Grivas, die in zijn me moires beschrijft, dat zijn snel geno men beslissingen altijd feilloos bleken te zijn geweest en dit feit niet aan zijn eigen persoonlijke kwaliteiten toeschrijft, maar aan de Goddelijke Voorzienigheid, kwam bepaald niet als toerist. Ondanks herhaalde oproe pen van Makarios om in het open baar te verschijnen en publiekelijk zijn bezwaren tegen de huidige rege- ringspolitiek te formuleren, bleef de oude held in de illegaliteit. Niemand heeft hem tot dusver gevonden, hoe wel het vrijwel vaststaat, dat hij zich in de leger-barakken van de Griekse officieren in Limassol bevindt Een maand voor zijn aankomst op Cyprus had Grivas aan de Grieks- Cypriotische studenten in. Grieken land (die van de junta een felle anti- Makarios-verklaring openlijk hadden mogen afleggen) een boodschap ge stuurd, waarin hij hen opriep „de zweep ter hand te nemen en al diege nen te verjagen, die Cyprus verra den". Grivas, die in november 1967 door Athene samen met ongeveer ze venduizend man Griekse „overtollige" militairen naar Griekenland terug was gehaald, nadat de Turken weer met hun sabels hadden gezwaaid, had zich voortdurend erover beklaagddat de Griekse regering hem niet vrij liet reizen en de Cypriotische regering hem niet toeliet. Korte tijd na zijn aankomst op Cy prus lieten zijn aanhangers weten, dat de generaal van plan was „een vreedzame campagne voor de enosis" op touw te zetten. Hij eiste als eerste stap in die richting de opheffing van alle politieke partijen op Cyprus. De „militaire eenheden", die hij nu aan het vormen was, moest men uitslui tend zien als evenzovele voorzorgs maatregelen om zich, als het nodig nnen. itiekt 1 jon- luurt- drie en in r het k on di op tl at de erker •agen val is wei- rede n op JERUZALEM, NICOSIA (Reuter, AP, UPI) Gunnar Jarring, de spe ciale afgezant van de VN voor het Midden Oosten, heeft de wens te kennen gegeven naar Israël te ko men. Dat heeft het Israëlische minis terie van buitenlandse zaken gisteren meegedeeld, nadat Jarring een onder houd had gehad met de ambassadeur van Israël in Nicosia, Rahamim Ti- mor. Eerder hadden Israëlische functio narissen meegedeeld, dat Jarring niet voor een bezoek aan Israël uitgeno digd was en daar zelf ook niet om gevraagd had. De VN-gezant heeft vorige week drie dagen met de Egyp tische regeringsleiders geconfereerd> en toonde zich na afloop van zijn be sprekingen zeer optimistisch. In Nicosia doen nu allerlei geruch ten de ronde dat Cyprus toch het on derhandelingsoord zal worden, waar Egypte en Israël elkaar in indirecte vredesbesprekingen zullen ontmoeten. Deze geruchten werden versterkt, toen bekend werd, dat Jarring in een gesprek met de Cypriotische minister van buitenlandse zaken Kyprianoe had meegedeeld, dat hij langer op Cyprus wil blijven dan de twee of drie dagen, die hij eerder op Cyprus zou verblijven. „Jarring gaf te ken nen, dat hij zijn missie nieuw leven wil inblazen", zo zei een Grieks-Cy prische bron. Vorige week werd al in Cairo ge zegd, dat Jarrig mogelijkerwijs zijn (onbeantwoorde) brief aan Israël van oude bestandslijnen van 5 juni 1967 terugtrekt, maar dat het verklaart geen Egyptisch gebied te willen an nexeren. Daarmee zou dan ruimte voor onderhandelingen zijn gescha pen,bijv. over een eventuele ver pachting van Sjarm el-Sjeikh door Egypte aan Israël. Auto in Belfast in de lueht gevlogen BELFAST (Reuter) In Belfast zijn maandag vier mensen om het le ven gekomen, toen de auto waarin zij zaten explodeerde bij een verkeers plein. „Alles wat wij weten is dat de lijken onherkenbaar verminkt zijn en dat in het wrak twee pistolen zijn gevonden", zo zei een Britse leger- woordvoerder. Een nog onbekend aantal mensen is door rondvliegende wrakstukken ge wond. Volgens een legerwoordvoerder zouden de inzittenden van de auto van het Ierse republiekeinse leger zijn, die met de bom opweg waren voor een nieuwe aanslag. Eerder op de dag bliezen IRA-leden een benzi nestation op in de omgeving van het stadhuis. was, te kunnen verdedigen. Het in Nicosia verschijnende blad Patris, dat fel pro-enosis is, schreef: „Ieder die het wagen zou om tegen hem (Grivas) de hand op te heffen, zal samen met zijn hele familie uitgeroeid worden". Een formulering die de Cyprioten maar al te goed kenden van de moordbrigades van de door Grivas geleide EOKA. Eind oktober werden er overal pamfletten gevonden, waarin Grivas meedeelde naar Cyprus te zijn terug gekeerd om de strijd voor aansluiting met Griekenland te leiden, „zodat wij samen met de eerbare Grieken diege nen aan het oordeel van de geschie denis kunnen overdragen, die de eno sis hebben begraven". Een paar da gen later al kwamen er betogingen van Grieks-Cypriotische reserve-offi cieren los ten gunste van de enosis. Weer een paar dagen later ging de aartsbisschop tot de tegen-aanval over met zijn verklaring, dat hij her haalde malen aan de Griekse rege ring enosis had voorgesteld, maar dat Athene de consequenties daarvan keer op keer niet had aangedurfd. Daarmee was de zwarte Piet weer naar Athene en dus ook naar Grivas teruggespeeld. tratii in TI Als de zalixi terugkeert van zee, tegen de rivier in vecht op weg naar zijn geboorteplaats, staan de indianen gereed om hem te vangen. Zo is het eeuwenlang gegaan. De indianen-stammen in het westen van de staat Washington leefden van de zalm. De vis stond centraal in hun dagelijks leven, in hun cultuur, hun gods dienst en hun kunst. De eerste vis, gevangen op weg naar zijn broedplaats, werd ceremonieel geroosterd en opgegeten door de stam. Met de kop stroomopwaarts werd hel overblijfsel daarna geofferd aan de rivier, die de vis en de indianen-stammen het leven gaf. door Jelte Rep Toen kwamen de blanken, met de goudkoorts in hun aderen. Zij had den inmiddels zoveel ervaring opge daan, dat binnen de kortste keren de indianen per verdrag hun land wa ren kwijtgeraakt en opgesloten zaten in reservaten. De indianen hadden slechts één eis, die ze /liet wilden op geven: het recht 'om te vissen op hun gebruikelijke gebieden, tezamen met andere burgers van het territo rium'. Het betekende voor hen een plechtige garantie, dat hoewel ze hun land waren kwijtgeraakt, ze vrij konden reizen naar hun visgronden bij de rivieren. Maar toen de blanken uitgekeken waren op het goud en het geluk, dat in het nieuwe gebied voor het op scheppen zou liggen, begonnen ze Bi oag te krijgen voor de enorme eco- ran he nomische mogelijkheden van de ie Per zalmvangst. En ze begonnen zich af vroe te vragen of de 'vooruitgang' gehin derd kon worden door een 'oude' overeenkomst met de 'wilden'. Egezett onbe zou hl in Ira Tegenwoordig moet de zalmdie Than wil broedeneen armada van Ja panse, Russische, Canadese en Alas- kaanse vissersboten passeren, voor hij de rivieren van Washington be reikt. Daar staat dan weer een le ger van beroeps- en sportvissers op hem te wachten. En pas daarna komt hij de indiaan tegen als de politie hem tenminste niet gearresteerd heejt. Want tegenwoordig is het de indianen verboden op zalm te wis sen. De blanken hadden zich diep ver ontwaardigd getoond, dat de indianen niet meer met speren of ander pri mitief vistuig, visten, maar met mo derne uitrusting en dat hun vangsten de moeite gingen lonen. Dat ging na tuurlijk te ver. Het hooggerechtshof van de staat Washington, dat het oude verdrag er nog eens op na sloeg, ontdekte da: geen van de indiaanse ondertekenaars viste met nylon gerei, zoals tegen woordig. Het verdrag werd daarom ongeldig verklaard en de indiaan werd verdreven van zijn viswater. Hoeveel zalm haalden de indianen dan wel weg uit de rivier? De vis sersvloot voor de kust vangt, dankzij het gebruik van verkenningsvliegtui gen, radar, sonar en andere techni sche hulpmiddelen ruim 80 procent van het totaal. De duizenden sportvissers volgen met 13 procent. En voor de indiaan blijft er een kleine 7 procent over. Voor de staat Washington is de zalm één van de belangrijkste bronnen van inkomsten met een bijdrage van ruim 100 miljoen dollar per jaar aan de staatseconomie. De staat heeft 52 viskwekerijen, die jaarlijks grote hoeveelheden jonge zalm uitzetten om de beroeps- en sportvissers tevreden te stellen. Maar geen ervan mag terecht komen in de netten van de indianen. De indianen legden het verbod naast zich neer en gingen door met wat hun voorvaderen eeuwen lang gedaan hadden. Blanke visinspec- teurs en blanke politie trachtten de indianen te verjagen, arresteerden hen, namen hun vistuig in beslag en brachten hen via de rechter naar de gevangenis. Toen, op een koude dag in maart 1964, gebeurde er iets wat de blan ken en ook de indianen nooit voor mogelijk hadden gehouden: openlijk voeren indiaanse vissers uit voor de vangst, terwijl op de oevers honderden indianen en spoedig ook gewapende politie en vis-inspecteurs toekeken. Het was iets ongekends, dat indianen openlijk de wet naast zich neerlegden en de woedende autori teiten tartten. In een zenuwachtige en gespannen sfeer begon Amerika's eerste 'vis-in'. 'Het was de eerste keer in de mo derne geschiedenis dat we openlijk demonstreerden wat we voelden', zegt één van de deelnemers. Er werden arrestaties verricht, maar de indianen werden niet ge ïmponeerd. 'Ze begonnen het leuk te vinden. Ze waren blij met deze di rectie actie. Enkele indianen pakten hun fototoestel en begonnen foto's te nemen van de inspecteurs. Meestal zie je blanken foto's nemen' van in dianen maar deze keer waren het de indianen die foto's namen van woe dende blanken. Dat maakte hen nog woedender. Het was onze beurt'. De vis-in was het gevolg van de steeds sterker wordende indiaanse zelfbewustwording. De indianen be grepen dat de kleine en verspreide indianen-stammen van Washington nooit de strijd om de visrechten kon den winnen, als zij zich niet aaneen sloten. De kleine voorhoede van ont wikkelde, militante indiaanse jonge ren werd te hulp geroepen. Te zamen met indianen vanuit heel Washington kwamen ze naar een vergadering, waar de strategie voor de komende strijd besproken zou worden. 'We besloten tot directe actie', vertelt één van de deelnemers. 'We besloten het land en ons zelf te tonen, dat indianen lef hebben. Niet alle stammen waren het daar mee eens. De van nature conservatie ve stamleiders hadden nooit de ge legenheid gehad agressief te zijn. Te lang waren ze. gedomineerd en geleid door de regering'. Toch kon er een meerderheid gevonden worden voor een vis-in en zo kon op die koude dag in maart 'de eerste inter- indiaanse actie op grote schaal, sinds de indianen Custer in Little Big Horn versloegen' gehouden worden. Na het succes van de eerste vis-in, breidden de demonstraties zich uit als olie op het water. De autoriteiten zagen geen ander antwoord dan hard optreden. De visgronden werden slagvelden. Er werd gevochten. Vrouwen en kinderen stonden aan de oevers en gooiden stokken en ste nen naar de agenten, die hun man nen en vaders arresteerdei. De oude indiaanse vissers in hun boten gebruikten hun vuisten om zich te verzetten. Een nieuwe indi aanse oorlog was uitgebroken. De ge vangenissen vulden zich met india nen. maar het kon alleen maar de solidariteit onder de indianen ver groten. Indianen uit het hele land trokken naar Washington. Beroemd heden als Marlon Brando en Dick Gregory volgden. Bijna drie jaar na de eerste vis-in boekten de indianen hun eerste grote succes. Het federale ministerie van justitie zegde tot de 'plechtige belof- justitie zegde toe de 'plechtige belof- nakomen door hen te verdedigen voor het hooggerechtshof van de staat. Het was uniek, dat de regering een ver drag met de indianen wilde verdedi gen. Maar de indianen eisten meer dan juridische steun. Ze wilden ook tech nische bijstand en vis-uitrusting om het vissen weer te maken tot wat het was: een gezond bestaansmiddel. „Tot onze verbazing hebben we gemerkt dat bijna het dubbele van de 100.000 dollar, die wij eisen, ter beschikking is gesteld door de staat Washington aan niet-indiaanse commerciële vis serijen. En dat terwijl het indiaanse volk in dat gebied gebukt gaat onder armoe de en het de niet-indianen economisch voor de wind gaat", verklaarde één van de vis-in-leiders. „Terwijl de staat Washington hon derden visnetten en tal van boten en motoren van de indianen in beslag nam, leverden de VS bijna 10.000 bui tenboordmotoren, 50.000 stuks vis-uit- rustingen, 27 miljoen kweekvisjes en bouwden ze 16 vispieren voor de Viet- namezen". De indiaan meende dat zijn volk toch de voorkeur hoven de Viet- namezen moest hebben. Dat is ook de mening van Sid Mills, een indiaanse Vietnam-veteraan, die verder dienst weigerde om de belan gen van zijn eigen volk te verdedi gen. „Ik ben in de eerste plaats ver bonden met het indiaanse volk in zijn strijd voor soevereine rechten", zo zei hij in een plechtige verklaring. „Ik heb de Verenigde Staten ge diend in een minder dwingende strijd in Vietnam en zal in niet mindere mate vechten voor mijn volk binnen de Verenigde Staten. Mijn besluit werd ingegeven door het feit dat we al indiaanse vissers begraven hebben, die gesneuveld wa ren in Vietnam, terwijl de indiaanse vissers hier zonder bescherming zijn en voortdurend worden aangevallen door de machthebbers van dit land en deze staat. Bovendien werd ik be- invloed door het feit dat indiaanse vrouwen en kinderen door de om standigheden gedwongen werden een belangrijk deel van de strijd op zich te nemen". Jaren zijn nu verstreken sinds de eerste vis-in. Ondanks de schermutse lingen op de rivieren, de gevechten in de rechtszalen en de acties van burgerlijke ongehoorzaamheid, wor den de indianen nog steeds gearres teerd wegens vissen. Maar de india nen zijn niet van plan op te geven. Wat Selma werd voor de Ameri kaanse negers, zijn de vis-in's gewor den voor de Amerikaanse indianen: het begin van een niet te stuiten op stand en van een duidelijke zelf-be- wustwording. De indianen zijn steeds via stamlijnen verdeeld geweest, be halve als zij op oorlogspad gingen. Het is nu oorlog, want het gaat niet niet meer alleen om de zalm, het gaat om henzelf, om hun volk. Wjj hebben niet veel te verliezen", zegt Sid Mills. „Er is niet veel over gebleven. De blanken hebben byna alles ingepikt en nu willen ze ook nog het enige wat ons indianen kan doen blyven het recht om te vissen zo als ons volk altijd heeft gedaan. In dianen zien om zich heen en zien de blanken leven op het land dat van hun was. Zü zien de blanken hier in de weekeinden komen en vis vangen, die ze niet eens lusten. Als je zoiets ziet, dan wordt het je duidelijk en weet je wat je moet doen. De blanken willen ons doen uitsterven. Dat zal niet ge beuren. maar als het toch moet, dan meen ik dat we vechtend moeten ster ven". Dit is het vijfde artikel uit een serie van zeven. Donderdag: Militante in dianen strijden tegen vooroordelen. W apenaankoop Niemand weet in feite, wat Grivas precies van plan is. Misschien is het zo, dat hij wel bereid is de Turks-Cy prioten een klein stukje Cpyrus af te staan en het project van de „dubbele enosis" door te voeren. Dit is een fraai synoniem voor het door de Grieks-Cyprioten zo verfoeide con cept van de „verdeling", die de Turk se gemeenschap vanouds voorstelde. Als Grivas daartoe inderdaad bereid is, is het niet verwonderlijk, dat Pa padopoulos hem zo maar naar het romige eiland heeft laten ontsnappen. Dan zou het Cyprusconflict zijn ge regeld; dan zou het strategisch zo be langrijke eiland zowel via Grieken land als via Turkije met de NAVO verbonden zijn. Als Grivas inderdaad de macht op Cyprus zou kunnen grij pen, staat het vast dat alle westerse belangen bij hem in zeer vertrouwde handen zijn, fel anti-communist als hij is. Onder deze omstandigheden besloot Makarios de nu zoveel besproken Tsjechische wapens te kopen. Hij weet dat de Nationale Garde, die praktisch uitsluitend door junta-gezinde Griek se officieren wordt gecommandeerd, een zeer gevaarlijk machtsinstrument tegen hem is geworden. Intussen is het gros van de Tsjechische wapens al over het eiland verdeeld, zodat zelfs al zou Makarios inbinden van een overdracht aan de troepenmacht van de VN alleen nog maar symbo lisch sprake kan zijn. De merkwaardige gebeurtenissen op en rondom Cyprus hebben vele anti-communistische Grieks-Cyprio ten van de juistheid der Sowjet-be- schuldigingen overtuigd: dat er in NAVO-verband of in een onderonsje van enige NAVO-bondgenoten een ingenieus komplot werd gesmeed om Makarios te doen verdwijnen. Want de Grieks-Cyprioten beseffen nu pas goed, dat de figuur van Makarios er garant voor staat, dat zij van enosis kunnen blijven dromen, zonder die stap daadwerkelijk te ondernemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1972 | | pagina 7