Makarios: ook veertiende
Griekse premier overleven
EEN NIEUWE INDIAANSE OORLOG
Jarring wil
weer naar
Israël
Visrechten stimulans voor herlevend nationalisme
7
DINSDAG 22 FEBRUARI 1972
Door Michael Stein
Bijna vijf jaar na hun geslaagde coup in Athene lijken de Griekse
kolonels nogmaals een proeve van hun bekwaamheid in deze ma
terie te willen afleggen, ditmaal op het eiland Cyprus. Daarmee
staat het politieke en misschien zelfs het fysieke bestaan van de
president van dat eiland aartsbisschop Makarios op het spel.
Geen andere verklaring is mogelijk voor de wel zeer vreemde nota,
die het Griekse bewind vorige week aan de aartsbisschop stuurde.
Volgens Athene ging het slechts om een lijst van dringende aan
bevelingen. Nicosia daarentegen zag het als een zeer dreigend ulti
matum, waaraan slechts de tijdslimiet ontbrak.
In die boodschap werd er bij de
president van de souvereine republiek
Cyprus op aangedrongen een regering
van nationale eenheid te vormen,
„bestaande uit alle segmenten van
het nationaal voelende Cypriotische
Hellenisme." Als tweede eis stelde de
junta, dat „de aanzienlijke hoeveelhe
den wapens, die onlangs uit Tsjecho-
slowakije werden ingevoerd, onder de
controle en verzekerde bewaring van
de vredesmacht van de VN moeten
worden geplaatst".
Op een persconferentie in Nicosia
vertelde de Griekse onder-minister
van buitenlandse zaken, Costas Pana-
yotakos nog eens uitvoerig aan een
zorgvuldig uitgezochte schare van
rechts-gezinde journalisten, dat de
Cypriotische regering vernieuwing
behoefde, aangezien deze regering
„niet alle nationaal gezinde krachten
vertegenwoordigt en geen onafhanke
lijke mening heeft". Hij waarschuwde
dat bloedvergieten op het eiland on
vermijdelijk was, als Makarios de
welgemeende raadgevingen van A-
thene in de wind zou slaan. Makarios
moest zo zei hij zijn plannen
opgeven om een eigen politiemacht in
het leven te roepen en wapens aan
onverantwoordelijke elementen uit te
delen. Voorts was de Griekse regering
van oordeel, dat in het nieuw te vor
men Cypriotische kabinet ook verte
genwoordigers van de fanatiek pro-
Griekse generaal Grivas zitting moes
ten nemen, aangezien het absoluut
niet waar was dat deze mensen sa
menzweerders waren, die zich aah il
legale daden hadden schuldig ge
maakt.
Kopje kleiner
Het verrassende van deze Griekse
stap was voor de politieke ingewijden
slechts de grote mate van publiciteit,
die de junta gaf aan zijn rechtstreek
se inmenging in de Cypriotische aan
gelegenheden. Want de betrekkingen
lussen Griekenland, en Cyprus zijn al
bijna een jaar zeer slecht.
De directe aanleiding was, dat de
onderhandelingen tussen de Grieks-
en de Turks-Cyprioten na drie jaar
nog geen enkel resultaat hadden op
geleverd en op het punt van afbreken
stonden. De diepere oorzaak was, dat
de Griekse premier Papadopoulos
sinds ultimo 1970 vastbesloten is om
de betrekkingen met Turkije ten kos-
Nixon misschien door liet volk
wat onverschillig begroet ontmoet
van zijn gastheren toch de nodige
hartelijkheden. Hier tracht mevrouw
Nixon een gesprek aan te knopen
met de Chinese premier Tsjoe En-lai.
te van alles te verbeteren en de
halsstarrige Makarios een kopje klei
ner te maken. Tenslotte flirt de
aartsbisschop op onfatsoenlijke en
onverantwoordelijke wijze met Rus
land om de onafhankelijkheid van
zijn republiekje te bewaren, bewijst
hij slechts lippendienst aan de heilige
idee van de enosis (de aansluiting van
Cyprus bij Griekenland) houdt hij er
een parlementaire, democratie op na
en laat hij een sterke communistische
partij vrijuit ageren.
Papadopoulos maakte vorig jaar
april zijn visie op het probleem Cy
prus zeer duidelijk, toen hij in een
interview met de Turkse krant Hur-
riyet opmerkte: „Ouders hebben hun
kinderen toegestaan om met elkaar te
kibbelen. Ze moeten geen partij kie
zen om die ruzies bij te leggen. Als
de kinderen uit de band dreigen te
springen, moeten de ouders bereid
zijn disciplinaire maatregelen te ne
men". Afgezien van deze arrogante
en dreigende taal was het feit, dat Pa
padopoulos deze tegenover een Turk
se krant bezigde, voor de Grieks-Cy
prioten een teken aan de wand.
In juni maakten de kranten op Cy
prus melding van een tête-a-tête tus
sen de ministers van buitenlandse za
ken van Griekenland en Turkije aan
de vooravond van een NAVO-bijeen-
komst in Lissabon. Toen al vertelde
Makarios aan een van zijn naaste
medewerkers, dat er een duivels plan
werd uitgebroed om voor eens en al
tijd het wespennest Cyprus (waar
520.000 Grieks-Cyprioten tegenover
138.000 Turks-Cyprioten staan) buiten
de bewoners om, tot rust te brengen,
waardoor er eindelijk innerlijke sta
biliteit in de oostelijke NAVO-flank
zou komen.
De onrust op Cyprus werd door de
alarmerende persberichten zo groot,
dat de Griekse regering zich gedwon
gen zag officieel te ontkennen, dat er
plannen zouden bestaan om president
Makarios van het politieke toneel te
verwijderen en het eiland vervolgens
een politieke oplossing voor zijn
eeuwige interne twisten op te drin
gen.
Sinds juni 1968 hadden Clerides en
Denktash, de vertegenwoordigers van
resp. de Griekse en Turkse gemeen
schappen op Cyprus, met elkaar on
derhandeld en het uiteindelijke resul
taat was slechts geweest, dat ieder bij
zijn eigen standpunt bleef. De Turks-
Cyprioten eisten bestuurlijke en cul
turele autonomie, met garanties van
Turkije, Griekenland en Engeland,
terwijl de Grieks-Cyprioten van een
souvereine, unitaire staat uitgingen,
waarin de Turkse minderheid cultu
rele autonomie zou krijgen. De
Turks-Cyprioten gingen ervan uit,
dat Ankara hen wel verder zou steu
nen. Ze ontvangen al sinds jaren on
geveer 85 miljoen gulden subsidie
van de Turkse regering om zich in
hun afgesloten, ghetto-achtige encla
ves te kunnen bedruipen. De Grieks-
Cyprioten gingen ervan uit, dat de
tijd in hun voordeel zou werken en
dat de Turken op een gegeven ogen
blik wel zouden moeten inbinden of
anders het eiland verlaten.
Negatief
Deze toestand van „negatieve stabi
liteit", zoals Oe Thant de situatie op
Cyprus karakteriseerde, zou nog ge
durende lange jaren hebben kunnen
voortbestaan, als ni^t de Griekse re
gering besloten had aan de wensen
van Turkije tegemoet te komen. Pa
padopoulos, die er zich van bewust is,
dat het Griekse leger naar alle zuive
ringen van monarchistische en demo
cratische-gezinde officieren zeer wei
nig waard is, wenste niet het risico te
lopen in een conflict om Cyprus mee
gesleept te worden. Dus stuurde hij
toen de onderhandelingen op Cy
prus zelf op dood spoor waren ge
raakt op 18 juni een brief aan presi
dent Makarios, waarin hij hem drin
gend verzocht als concessie een
Turks-Cypriotische minister in zijn
kabinet op te nemen, die met locale
bestuursproblemen belast moest wor
den.
Dit schrijven had evenals de
boodschap van vorige week een
ultimatief karakter. „Mocht u erop
staan ons gemeenschappelijke front
te verbreken (nl. door het verzoek af
te wijzen), dan voel ik mij verplicht
u te zeggen, dat u een zeer zware
verantwoordelijkheid op u laadt te
genover het Cypriotische Grieken
land, tegenover de natie in het alge
meen en tegenover de geschiedenis.
In zo'n geval ziet de Griekse regering
zich genoodzaakt die maatregelen te
treffen, die het nationale en welbe
grepen belang van het Cypriotische
Griekendom verlangt, hoe bitter die
ook mogen zijn...'" Makarios reageer
de hierop met de opmerking: „Ik heb
al dertien Griekse premiers overleefd.
Ik zal ook de veertiende wel overle
ven".
Begin augustus deelde Denktash na
overleg met de Turkse regering mee,
dat een voortzetting van de dialoog
zijns inziens weinig zinvol was. Hij
stelde tevens een nieuwe onderhan-
delings-eis: Makarios moest publieke
lijk voor eens en altijd de mogelijk
heid van enosis uitsluiten. Als reden
gaf hij op, dat Makarios op 14 maart
in een rede onder meer had ver
klaard: „Cyprus is een Grieks eiland.
Het was vanaf de dageraad der ge
schiedenis Grieks en het zal altijd
Grieks blijven. Wij hebben het over
genomen als een geheel Grieks eiland
en zullen het als een onverdeeld
Grieks eiland houden, totdat wij het
aan Moeder Griekenland teruggeven".
Vanzelfsprekend weigerde Maka
rios de van hem verlangde verklaring
af te geven. Hij had vroeger een eed
gezworen, dat hij bereid was zich
persoonlijk voor de enosis op te offe
ren. Een ontkenning daarvan nu zou
zijn positie binnen de Grieks-Cyprio
tische gemeenschap en binnen de
kerk voorgoed onmogelijk hebben ge
maakt. Hij was een jaar eerder al
door Grieks-Cypriotische studenten
en door Grivas fel aangevallen, van
wege het feit, dat hij onderhandelin
gen met de Turkse gemeenschap
voerde en niet de enosis op staande
voet had uitgeroepen.
De aanval van Grivas was nota be
ne door het Atheense junta-blad Es-
tia gepubliceerd. „Makarios' verdwij
nen uit de politiek zou de grootste
dienst zijn, die hij niet alleen aan
Cyprus, maar aan het gehele Helle
nisme zou kunnen bewijzen", aldus
Grivas, die onder het pseudoniem
Dighenis in 1955 de verzetsbeweging
EOKA had opgebouwd en binnen vier
jaar tijd daarmee de Engelsen van
het eiland had verdreven.
Het is op Cyprus met een enosis-
gedachte, als in de Arabische wereld
met de Arabische eenheids-idee. De
Grieks-Cyprioten voelen zich diep
verbonden met Griekenland en met
de Griekse cultuur Op grond van dat
gevoel worden de Turks-Cyprioten
als vreemdelingen, als Turken, als
barbaren beschouwd. En op grond
van datzelfde gevoel werd de strijd
tegen het Britse kolonialisme ge
voerd. Maar toen de internationale
politieke constellatie de Grieks-Cy
prioten ertoe dwong de enosis voor
onbepaalde tijd uit te stellen (omdat
Turkije op grond van nationalistische
en strategische redenen het eiland
aan zijn zuidkust niet onder Griekse
controle wilde hebben en Engeland
van deze gelegenheid dankbaar ge
bruik maakte om zijn bases op het
eiland te behouden) legden de
Grieks-Cyprioten zich bij de nieuw
geschapen toestand neer en vergaten
met hun aartsbisschoppelijke pre
sident voorop voor het ogenblik
hun Panhellenistische aanvechtingen.
Alleen de jongeren, die door hun le
raren met de romantiek van de ge
schiedenis waren gebombardeerd, en
enige ultra-conservatieven, die met
angst Makarios' betrekkingen met
Moskou aanschouwden, ijverden op
recht voor de enosis.
Impopulair
Zeker na de 21e april 1967 ver
zwakten de warme gevoelens van de
Grieks-Cyprioten ten opzichte van
Griekenland; nu zij de zegeningen
van een fascistische dictatuur met de
feilen van hun eigen parlementaire
democratie konden vergelijken. De
jacht van vele honderden onbemid
delde Griekse officieren op welgestel
de Cypriotische maagden, die niet al
leen als liefdespartner maar nog veel
meer als aantrekkelijke bruidsschat
meebrengsters werden gezien, bedierf
de idyllische verhouding helemaal. De
Griekse militairen zijn zeer impopu
lair geworden op Cyprus. En tenslotte
beseften de Cyprioten heel goed, dat
aansluiting bij Griekenland econo
misch nu niet bepaald gunstig voor
hen zou zijn. Cyprus heeft met Israël
het hoogste inkomen per hoofd van
de bevolking in het hele buiten-Euro-
pese Middellandse-Zee-gebied.
Dat inkomen is in tien jaar tijd
meer dan verdubbeld: 150 pond ster
ling in 1960, tien jaar later 358 pond.
De Cyprioten waren gewaarschuwd
door het heilloze voorbeeld van Rho-
dos, dat nadat het door de Italia
nen aan Griekenland was afgedragen
binnen zes maanden tijd op een
bijna uitgeplunderde veste leek.
Op 30 augustus van het vorige jaar
bleek Grivas opeens uit zijn woning
in Chalandria, een voorstad van A-
thene, te zijn verdwenen. Op 14 sep
tember werd officieel op Cyprus be
vestigd, dat de nu 74 jaar oude, doch
uiterst krasse heer weer op het toneel
van zijn vroegere krijgsdaden terug
gekeerd was. Grivas, die in zijn me
moires beschrijft, dat zijn snel geno
men beslissingen altijd feilloos bleken
te zijn geweest en dit feit niet aan
zijn eigen persoonlijke kwaliteiten
toeschrijft, maar aan de Goddelijke
Voorzienigheid, kwam bepaald niet
als toerist. Ondanks herhaalde oproe
pen van Makarios om in het open
baar te verschijnen en publiekelijk
zijn bezwaren tegen de huidige rege-
ringspolitiek te formuleren, bleef de
oude held in de illegaliteit. Niemand
heeft hem tot dusver gevonden, hoe
wel het vrijwel vaststaat, dat hij zich
in de leger-barakken van de Griekse
officieren in Limassol bevindt
Een maand voor zijn aankomst op
Cyprus had Grivas aan de Grieks-
Cypriotische studenten in. Grieken
land (die van de junta een felle anti-
Makarios-verklaring openlijk hadden
mogen afleggen) een boodschap ge
stuurd, waarin hij hen opriep „de
zweep ter hand te nemen en al diege
nen te verjagen, die Cyprus verra
den". Grivas, die in november 1967
door Athene samen met ongeveer ze
venduizend man Griekse „overtollige"
militairen naar Griekenland terug
was gehaald, nadat de Turken weer
met hun sabels hadden gezwaaid, had
zich voortdurend erover beklaagddat
de Griekse regering hem niet vrij liet
reizen en de Cypriotische regering
hem niet toeliet.
Korte tijd na zijn aankomst op Cy
prus lieten zijn aanhangers weten,
dat de generaal van plan was „een
vreedzame campagne voor de enosis"
op touw te zetten. Hij eiste als eerste
stap in die richting de opheffing van
alle politieke partijen op Cyprus. De
„militaire eenheden", die hij nu aan
het vormen was, moest men uitslui
tend zien als evenzovele voorzorgs
maatregelen om zich, als het nodig
nnen.
itiekt
1 jon-
luurt-
drie
en in
r het
k on
di
op tl
at de
erker
•agen
val is
wei-
rede
n op
JERUZALEM, NICOSIA (Reuter,
AP, UPI) Gunnar Jarring, de spe
ciale afgezant van de VN voor het
Midden Oosten, heeft de wens te
kennen gegeven naar Israël te ko
men. Dat heeft het Israëlische minis
terie van buitenlandse zaken gisteren
meegedeeld, nadat Jarring een onder
houd had gehad met de ambassadeur
van Israël in Nicosia, Rahamim Ti-
mor.
Eerder hadden Israëlische functio
narissen meegedeeld, dat Jarring niet
voor een bezoek aan Israël uitgeno
digd was en daar zelf ook niet om
gevraagd had. De VN-gezant heeft
vorige week drie dagen met de Egyp
tische regeringsleiders geconfereerd>
en toonde zich na afloop van zijn be
sprekingen zeer optimistisch.
In Nicosia doen nu allerlei geruch
ten de ronde dat Cyprus toch het on
derhandelingsoord zal worden, waar
Egypte en Israël elkaar in indirecte
vredesbesprekingen zullen ontmoeten.
Deze geruchten werden versterkt,
toen bekend werd, dat Jarring in een
gesprek met de Cypriotische minister
van buitenlandse zaken Kyprianoe
had meegedeeld, dat hij langer op
Cyprus wil blijven dan de twee of
drie dagen, die hij eerder op Cyprus
zou verblijven. „Jarring gaf te ken
nen, dat hij zijn missie nieuw leven
wil inblazen", zo zei een Grieks-Cy
prische bron.
Vorige week werd al in Cairo ge
zegd, dat Jarrig mogelijkerwijs zijn
(onbeantwoorde) brief aan Israël van
oude bestandslijnen van 5 juni 1967
terugtrekt, maar dat het verklaart
geen Egyptisch gebied te willen an
nexeren. Daarmee zou dan ruimte
voor onderhandelingen zijn gescha
pen,bijv. over een eventuele ver
pachting van Sjarm el-Sjeikh door
Egypte aan Israël.
Auto in Belfast
in de lueht gevlogen
BELFAST (Reuter) In Belfast
zijn maandag vier mensen om het le
ven gekomen, toen de auto waarin zij
zaten explodeerde bij een verkeers
plein. „Alles wat wij weten is dat de
lijken onherkenbaar verminkt zijn en
dat in het wrak twee pistolen zijn
gevonden", zo zei een Britse leger-
woordvoerder.
Een nog onbekend aantal mensen is
door rondvliegende wrakstukken ge
wond. Volgens een legerwoordvoerder
zouden de inzittenden van de auto
van het Ierse republiekeinse leger
zijn, die met de bom opweg waren
voor een nieuwe aanslag. Eerder op
de dag bliezen IRA-leden een benzi
nestation op in de omgeving van het
stadhuis.
was, te kunnen verdedigen. Het in
Nicosia verschijnende blad Patris, dat
fel pro-enosis is, schreef: „Ieder die
het wagen zou om tegen hem (Grivas)
de hand op te heffen, zal samen met
zijn hele familie uitgeroeid worden".
Een formulering die de Cyprioten
maar al te goed kenden van de
moordbrigades van de door Grivas
geleide EOKA.
Eind oktober werden er overal
pamfletten gevonden, waarin Grivas
meedeelde naar Cyprus te zijn terug
gekeerd om de strijd voor aansluiting
met Griekenland te leiden, „zodat wij
samen met de eerbare Grieken diege
nen aan het oordeel van de geschie
denis kunnen overdragen, die de eno
sis hebben begraven". Een paar da
gen later al kwamen er betogingen
van Grieks-Cypriotische reserve-offi
cieren los ten gunste van de enosis.
Weer een paar dagen later ging de
aartsbisschop tot de tegen-aanval
over met zijn verklaring, dat hij her
haalde malen aan de Griekse rege
ring enosis had voorgesteld, maar dat
Athene de consequenties daarvan
keer op keer niet had aangedurfd.
Daarmee was de zwarte Piet weer
naar Athene en dus ook naar Grivas
teruggespeeld.
tratii
in
TI
Als de zalixi terugkeert van zee, tegen de rivier in vecht op weg
naar zijn geboorteplaats, staan de indianen gereed om hem te
vangen. Zo is het eeuwenlang gegaan. De indianen-stammen in
het westen van de staat Washington leefden van de zalm. De vis
stond centraal in hun dagelijks leven, in hun cultuur, hun gods
dienst en hun kunst. De eerste vis, gevangen op weg naar zijn
broedplaats, werd ceremonieel geroosterd en opgegeten door de
stam. Met de kop stroomopwaarts werd hel overblijfsel daarna
geofferd aan de rivier, die de vis en de indianen-stammen het
leven gaf.
door
Jelte Rep
Toen kwamen de blanken, met de
goudkoorts in hun aderen. Zij had
den inmiddels zoveel ervaring opge
daan, dat binnen de kortste keren de
indianen per verdrag hun land wa
ren kwijtgeraakt en opgesloten zaten
in reservaten. De indianen hadden
slechts één eis, die ze /liet wilden op
geven: het recht 'om te vissen op
hun gebruikelijke gebieden, tezamen
met andere burgers van het territo
rium'.
Het betekende voor hen een
plechtige garantie, dat hoewel ze hun
land waren kwijtgeraakt, ze vrij
konden reizen naar hun visgronden
bij de rivieren.
Maar toen de blanken uitgekeken
waren op het goud en het geluk, dat
in het nieuwe gebied voor het op
scheppen zou liggen, begonnen ze
Bi oag te krijgen voor de enorme eco-
ran he nomische mogelijkheden van de
ie Per zalmvangst. En ze begonnen zich af
vroe te vragen of de 'vooruitgang' gehin
derd kon worden door een 'oude'
overeenkomst met de 'wilden'.
Egezett
onbe
zou hl
in Ira
Tegenwoordig moet de zalmdie
Than wil broedeneen armada van Ja
panse, Russische, Canadese en Alas-
kaanse vissersboten passeren, voor
hij de rivieren van Washington be
reikt. Daar staat dan weer een le
ger van beroeps- en sportvissers op
hem te wachten. En pas daarna komt
hij de indiaan tegen als de politie
hem tenminste niet gearresteerd
heejt. Want tegenwoordig is het de
indianen verboden op zalm te wis
sen.
De blanken hadden zich diep ver
ontwaardigd getoond, dat de indianen
niet meer met speren of ander pri
mitief vistuig, visten, maar met mo
derne uitrusting en dat hun vangsten
de moeite gingen lonen. Dat ging na
tuurlijk te ver.
Het hooggerechtshof van de staat
Washington, dat het oude verdrag er
nog eens op na sloeg, ontdekte da:
geen van de indiaanse ondertekenaars
viste met nylon gerei, zoals tegen
woordig. Het verdrag werd daarom
ongeldig verklaard en de indiaan
werd verdreven van zijn viswater.
Hoeveel zalm haalden de indianen
dan wel weg uit de rivier? De vis
sersvloot voor de kust vangt, dankzij
het gebruik van verkenningsvliegtui
gen, radar, sonar en andere techni
sche hulpmiddelen ruim 80 procent
van het totaal.
De duizenden sportvissers volgen
met 13 procent. En voor de indiaan
blijft er een kleine 7 procent over.
Voor de staat Washington is de zalm
één van de belangrijkste bronnen van
inkomsten met een bijdrage van ruim
100 miljoen dollar per jaar aan de
staatseconomie.
De staat heeft 52 viskwekerijen,
die jaarlijks grote hoeveelheden jonge
zalm uitzetten om de beroeps- en
sportvissers tevreden te stellen. Maar
geen ervan mag terecht komen in de
netten van de indianen.
De indianen legden het verbod
naast zich neer en gingen door met
wat hun voorvaderen eeuwen lang
gedaan hadden. Blanke visinspec-
teurs en blanke politie trachtten de
indianen te verjagen, arresteerden
hen, namen hun vistuig in beslag en
brachten hen via de rechter naar de
gevangenis.
Toen, op een koude dag in maart
1964, gebeurde er iets wat de blan
ken en ook de indianen nooit
voor mogelijk hadden gehouden:
openlijk voeren indiaanse vissers uit
voor de vangst, terwijl op de oevers
honderden indianen en spoedig ook
gewapende politie en vis-inspecteurs
toekeken. Het was iets ongekends, dat
indianen openlijk de wet naast zich
neerlegden en de woedende autori
teiten tartten.
In een zenuwachtige en gespannen
sfeer begon Amerika's eerste 'vis-in'.
'Het was de eerste keer in de mo
derne geschiedenis dat we openlijk
demonstreerden wat we voelden', zegt
één van de deelnemers.
Er werden arrestaties verricht,
maar de indianen werden niet ge
ïmponeerd. 'Ze begonnen het leuk te
vinden. Ze waren blij met deze di
rectie actie. Enkele indianen pakten
hun fototoestel en begonnen foto's te
nemen van de inspecteurs. Meestal
zie je blanken foto's nemen' van in
dianen maar deze keer waren het de
indianen die foto's namen van woe
dende blanken. Dat maakte hen nog
woedender. Het was onze beurt'.
De vis-in was het gevolg van de
steeds sterker wordende indiaanse
zelfbewustwording. De indianen be
grepen dat de kleine en verspreide
indianen-stammen van Washington
nooit de strijd om de visrechten kon
den winnen, als zij zich niet aaneen
sloten. De kleine voorhoede van ont
wikkelde, militante indiaanse jonge
ren werd te hulp geroepen.
Te zamen met indianen vanuit heel
Washington kwamen ze naar een
vergadering, waar de strategie voor
de komende strijd besproken zou
worden. 'We besloten tot directe
actie', vertelt één van de deelnemers.
'We besloten het land en ons zelf
te tonen, dat indianen lef hebben.
Niet alle stammen waren het daar
mee eens. De van nature conservatie
ve stamleiders hadden nooit de ge
legenheid gehad agressief te zijn.
Te lang waren ze. gedomineerd en
geleid door de regering'. Toch kon er
een meerderheid gevonden worden
voor een vis-in en zo kon op die
koude dag in maart 'de eerste inter-
indiaanse actie op grote schaal, sinds
de indianen Custer in Little Big Horn
versloegen' gehouden worden.
Na het succes van de eerste vis-in,
breidden de demonstraties zich uit
als olie op het water. De autoriteiten
zagen geen ander antwoord dan hard
optreden. De visgronden werden
slagvelden. Er werd gevochten.
Vrouwen en kinderen stonden aan
de oevers en gooiden stokken en ste
nen naar de agenten, die hun man
nen en vaders arresteerdei.
De oude indiaanse vissers in hun
boten gebruikten hun vuisten om
zich te verzetten. Een nieuwe indi
aanse oorlog was uitgebroken. De ge
vangenissen vulden zich met india
nen. maar het kon alleen maar de
solidariteit onder de indianen ver
groten. Indianen uit het hele land
trokken naar Washington. Beroemd
heden als Marlon Brando en Dick
Gregory volgden.
Bijna drie jaar na de eerste vis-in
boekten de indianen hun eerste grote
succes. Het federale ministerie van
justitie zegde tot de 'plechtige belof-
justitie zegde toe de 'plechtige belof-
nakomen door hen te verdedigen voor
het hooggerechtshof van de staat. Het
was uniek, dat de regering een ver
drag met de indianen wilde verdedi
gen.
Maar de indianen eisten meer dan
juridische steun. Ze wilden ook tech
nische bijstand en vis-uitrusting om
het vissen weer te maken tot wat het
was: een gezond bestaansmiddel. „Tot
onze verbazing hebben we gemerkt
dat bijna het dubbele van de 100.000
dollar, die wij eisen, ter beschikking
is gesteld door de staat Washington
aan niet-indiaanse commerciële vis
serijen.
En dat terwijl het indiaanse volk in
dat gebied gebukt gaat onder armoe
de en het de niet-indianen economisch
voor de wind gaat", verklaarde één
van de vis-in-leiders.
„Terwijl de staat Washington hon
derden visnetten en tal van boten en
motoren van de indianen in beslag
nam, leverden de VS bijna 10.000 bui
tenboordmotoren, 50.000 stuks vis-uit-
rustingen, 27 miljoen kweekvisjes en
bouwden ze 16 vispieren voor de Viet-
namezen". De indiaan meende dat zijn
volk toch de voorkeur hoven de Viet-
namezen moest hebben.
Dat is ook de mening van Sid Mills,
een indiaanse Vietnam-veteraan, die
verder dienst weigerde om de belan
gen van zijn eigen volk te verdedi
gen. „Ik ben in de eerste plaats ver
bonden met het indiaanse volk in zijn
strijd voor soevereine rechten", zo zei
hij in een plechtige verklaring.
„Ik heb de Verenigde Staten ge
diend in een minder dwingende strijd
in Vietnam en zal in niet mindere
mate vechten voor mijn volk binnen
de Verenigde Staten.
Mijn besluit werd ingegeven door
het feit dat we al indiaanse vissers
begraven hebben, die gesneuveld wa
ren in Vietnam, terwijl de indiaanse
vissers hier zonder bescherming zijn
en voortdurend worden aangevallen
door de machthebbers van dit land
en deze staat. Bovendien werd ik be-
invloed door het feit dat indiaanse
vrouwen en kinderen door de om
standigheden gedwongen werden een
belangrijk deel van de strijd op zich
te nemen".
Jaren zijn nu verstreken sinds de
eerste vis-in. Ondanks de schermutse
lingen op de rivieren, de gevechten
in de rechtszalen en de acties van
burgerlijke ongehoorzaamheid, wor
den de indianen nog steeds gearres
teerd wegens vissen. Maar de india
nen zijn niet van plan op te geven.
Wat Selma werd voor de Ameri
kaanse negers, zijn de vis-in's gewor
den voor de Amerikaanse indianen:
het begin van een niet te stuiten op
stand en van een duidelijke zelf-be-
wustwording. De indianen zijn steeds
via stamlijnen verdeeld geweest, be
halve als zij op oorlogspad gingen.
Het is nu oorlog, want het gaat niet
niet meer alleen om de zalm, het gaat
om henzelf, om hun volk.
Wjj hebben niet veel te verliezen",
zegt Sid Mills. „Er is niet veel over
gebleven. De blanken hebben byna
alles ingepikt en nu willen ze ook nog
het enige wat ons indianen kan doen
blyven het recht om te vissen zo
als ons volk altijd heeft gedaan. In
dianen zien om zich heen en zien de
blanken leven op het land dat van
hun was.
Zü zien de blanken hier in de
weekeinden komen en vis vangen, die
ze niet eens lusten. Als je zoiets ziet,
dan wordt het je duidelijk en weet je
wat je moet doen. De blanken willen
ons doen uitsterven. Dat zal niet ge
beuren. maar als het toch moet, dan
meen ik dat we vechtend moeten ster
ven".
Dit is het vijfde artikel uit een serie
van zeven. Donderdag: Militante in
dianen strijden tegen vooroordelen.
W apenaankoop
Niemand weet in feite, wat Grivas
precies van plan is. Misschien is het
zo, dat hij wel bereid is de Turks-Cy
prioten een klein stukje Cpyrus af te
staan en het project van de „dubbele
enosis" door te voeren. Dit is een
fraai synoniem voor het door de
Grieks-Cyprioten zo verfoeide con
cept van de „verdeling", die de Turk
se gemeenschap vanouds voorstelde.
Als Grivas daartoe inderdaad bereid
is, is het niet verwonderlijk, dat Pa
padopoulos hem zo maar naar het
romige eiland heeft laten ontsnappen.
Dan zou het Cyprusconflict zijn ge
regeld; dan zou het strategisch zo be
langrijke eiland zowel via Grieken
land als via Turkije met de NAVO
verbonden zijn. Als Grivas inderdaad
de macht op Cyprus zou kunnen grij
pen, staat het vast dat alle westerse
belangen bij hem in zeer vertrouwde
handen zijn, fel anti-communist als
hij is.
Onder deze omstandigheden besloot
Makarios de nu zoveel besproken
Tsjechische wapens te kopen. Hij weet
dat de Nationale Garde, die praktisch
uitsluitend door junta-gezinde Griek
se officieren wordt gecommandeerd,
een zeer gevaarlijk machtsinstrument
tegen hem is geworden. Intussen is
het gros van de Tsjechische wapens
al over het eiland verdeeld, zodat
zelfs al zou Makarios inbinden van
een overdracht aan de troepenmacht
van de VN alleen nog maar symbo
lisch sprake kan zijn.
De merkwaardige gebeurtenissen
op en rondom Cyprus hebben vele
anti-communistische Grieks-Cyprio
ten van de juistheid der Sowjet-be-
schuldigingen overtuigd: dat er in
NAVO-verband of in een onderonsje
van enige NAVO-bondgenoten een
ingenieus komplot werd gesmeed om
Makarios te doen verdwijnen. Want
de Grieks-Cyprioten beseffen nu pas
goed, dat de figuur van Makarios er
garant voor staat, dat zij van enosis
kunnen blijven dromen, zonder die
stap daadwerkelijk te ondernemen.