Je kunt niet spreken
ran DIE
rees over stagnatie woningbouw
Ds. Lenderink verlaat gevangenis
Nieuwe bezwaren
tegen aanleg
Leidse Baan
Tweeduizend uur in
touw voor
Westland-Promotion
Driehonderd vragen
aan Ged. Staten
Yvonne en Otto van Tussenbroek
ROTTERDAM Dominee Lenderink formuleert zijn
innen bedachtzaam en zorgvuldig. Hij zegt: „Ik kan geen
itspraak doen over de plaats waar een gevangenispredi-
ant hoort te staan. Moet hij zich aan de kant van de ge-
etineerden scharen, of aan de kant van de directie en
ritaf? Het klinkt misschien diplomatiek als ik zeg dat ik
"et niet weet, maar ik kan op dit moment niet voorzien hoe
op zo'n situatie zou reageren. Wat gebeurt er straks?
^oe ben ik dan? leder mens is uniek, iedere situatie met
ïiensen dus ook. Ik kan geen pasklaar antwoord geven
J anneer u me vraagt of mijn plaats op de barricaden is".
studeren. Vijf jaar later vervulde hij
een vikariaat in Nijverdal, in af
wachting van een inmiddels aange
vraagde beurs naar Amerika.
In de Verenigde Staten speciali
seerde hij zich voornamelijk in
New York in klinisch-pastorale
vorming: een opleiding die deels aan
een seminarie, deels in psychiatrische
inrichtingen werd gegeven.
Na anderhalf jaar (het was 1955
geworden) kwam hij terug, werd
eerst in Gieterveen predikant en
kwam twee jaar later in het Jongens
huis Hoenderlo terecht. Zeven jaar
bracht ds. Lenderink in dit tehuis
door, toen verhuisde hij naar Den
Haag, waar hij ruim twee jaar heeft
gewerkt als „kinderbeschermingspre
dikant" in de Haagse Hervormde
Kindertehuizen. En vijf jaar geleden
verwisselde hij de kinderbescherming
voor het gevangeniswezen.
H Ieder mens is uniek. Ieder
ins moet vanuit dit uniek-zijn
>rden benaderd. Niet door een
minee van-boven-af maar door
pastor die vindt dat gods-
>nst te maken heeft met het
lie maatschappelijk leven. Dat
de stelling van ds. A. W. Len-
rink, 44 jaar oud, tot het eind
n deze maand gevangenispre-
cant in het Huis van Bewaring
en de Vrouwengevangenis te
tterdam.
In januari vertrekt hij naar
larlem, naar de nieuwe wijk
halkwijk. „Daar word ik weer
woon gemeentepredikant,
lar het grote stadspastoraat is
jn belangstelling eigenlijk al
ii al uitgegaan. Wat niet wil
ggen dat ik mijn werk hier
iet met ontzettend veel enthou-
isme heb gedaan."
BEURS
De periode tussen het eindexamen
:eum en zijn afscheid van Rotter-
m is voor ds. Lenderink een druk-
ette geweest. Na zijn schooltijd
liet hij zijn geboorteplaats Almelo
ging hij in Groningen theologie
AFSCHEID
In die vijf jaar is er heel wat ge
beurd binnen het gevangeniswezen en
binnen het justitie-pastoraat. De ge
vangenispredikanten namen afscheid
van een functie, die ergens half bui
ten-half binnen de inrichting lag, en
traden toe tot de staf. In nauw over
leg met andere staffunctionarissen
Wil deze die hulp wel?
„Hoogstens vijf procent van de ge
detineerden zegt bij binnenkomst
pertinent geen behoefte te hebben
aan geestelijke begeleiding. Met de,
(psycholoog, psychiater, sociaal amb-
De kerk bij de gevangenis en het
huis van bewaring aan de Noord
singel.
tenaar. arts) trachten zij zo goed mo
gelijk hulp te bieden aan de gedeti
neerde.
anderen gaan we, de rooms-katholie-
ke, de humanistische geestelijk
verzorger en ik, in de eerste dagen de
gevangenen opzoeken. Is er daama
nog behoefte aan meer contact, dan
kan ieder te allen tijde bij mij ko
men, hier op mijn kamer. Ongeveer
de helft van alle gedetineerden, die te
kennen hebben gegeven protestantse
geestelijke begeleiding te willen,
komt hier langs. Met enkelen wordt
een zeer intensief contact opgebouwd.
En vrijwel iedereen komt in de we
kelijkse kerkdiensten en de gespreks
bijeenkomsten, die regelmatig met
verschillende groepen worden gehou
den".
Onderwerpen voor de gespreks-
avonden komen vaak uit de groep
naar voren: sport, agressie, misdaad,
drugs, abortus. „Ik tracht alles zoveel
mogelijk vanuit de actualiteit te be
naderen. Op die avonden werk ik met
de bijbel en de krant".
PLAATS
Is er voor een predikant wel plaats
in een gevangenissamenleving, waar
de problemen veelal op het maat
schappelijke vlak liggen, en waar de
verbroken relatie met de medemens
één van de zwaarste problemen is?
Moet een dominee praten over God,
wanneer het erop aankomt eerste
hulp te bieden op maatschappelijk
niveau?
Ds. Lenderink: „De godsdienst
heeft voor hij heel duidelijk met het
volle leven te maken. Ik tracht bin
nen de problematiek van het alle
daagse leven van de gedetineerden de
functie van hun geloof in God te vin
den. Daar vragen ze zelf om. Ik dring
pastorale hulp niet op, dat kan niet.
Maar de mensen komen zelf, bij het
nadenken over de achtergronden van
hun leven, terecht bij de vraag naar
God".
TELEURGESTELD
Over de houding van de buiten
wacht tegenover de gedetineerde is
ds. Lenderink wat teleurgesteld. Ook
over die collega's die hun gemeente
leden in het huis van bewaring of de
gevangenis vergeten. En ook over de
angst van de maatschappij voor de
gedetineerde. „De mensen willen de
gevangenissen in het donkere bós zet
ten, ver van eigen huis cn haard. Ze
hebben het over die gedetineerden en
die psychopaten. Maar ze beseffen
niet dat die gedetineerde of psychisch
gestoorde mens een uniek mens is,
evenals zij, iemand die niet kan wor
den ingedeeld in een groep mensen
die toevallig hetzelfde heeft gedaan:
ingebroken of verkracht. De mens
blijft uniek, en hij of zij moet als
zodanig ook worden gezien en gehol
pen".
Wordt deze misvatting niet ten dele
veroorzaakt door de nog steeds vrij
gesloten opstelling van het gevange
niswezen naar buiten, waardoor voor
oordelen als deze niet de kans krijgen
uit de weg geruimd te worden?
„Dat geloven wij hier in Rotterdam
ook. We proberen dan ook zoveel mo
gelijk die kloof tussen hier en buiten
te overbruggen. Dat kun je alleen
met volstrekte eerlijkheid en open
heid wederzijds".
AFSCHEIDSDIENST
Zondag 26 december, om elf
uur 's morgens is er in de Paulus-
kerk aan de Mauritsweg een af-
scheidsdienst van ds. Lenderink.
Daarna neemt zijn opvolger het
werk aan de Noordsingel over.
Dat is de 47-jarige ds. M. G. Boe-
schoten, predikant bij de Baptis
ten Gemeenten, die zich voorna
melijk heeft beziggehouden met
jeugd- en vormingswerk in lan
delijk verband bij deze gemeen
ten.
DEN HAAG De SGP-frac-
in de staten van Zuid-Hol-
id is bevreesd, dat door finan
ce moeilijkheden de woning-
uw zal gaan stagneren en in
t slop terecht komt. Dit zal tot
nflictstof kunnen leiden. Zo
dt één van de vele opmerkin-
i en vragen, die leden van pro-
iciale staten aan Ged. Staten
steld hebben naar aanleiding
i de Provinciale ontwerpbe-
oting 1972.
'ngeveer drie honderd vragen en
Werkingen hebben de Statenleden(-
deeld over een aantal fracties) ge-
•duceerd. Ged. Staten wordt onder
pr gevraagd naar de productie van
'erse soorten woningen in 1971.
k voor de nabije toekomst wil men
ref wat de verwachtingen zijn
0r de woningbouw.
Gevraagd wordt ook naar het toe
nemende aantal leegstaande nieuwe
woningen. Voorts wil men
geïnformeerd worden over de krot-
tenafbraak. Ten aanzien van het
aardgas wordt gevraagd naar de mo
gelijkheid om onrendabele gebieden
van aardgas te voorzien met financië
le steun van rijk, provincie of van de
gasunie zelf.
Omroep
Zien Ged. Staten zo luidt een
vraag van de confessionele fracties
een taak voor de provincie bij de tot
standkoming van een regionale om
roep en hebben zij een standpunt ten
aanzien van de besluiten van de het
Rotterdamse en het Haagse gemeen
tebestuur om zich als zendgemachtig
den aan te melden?
Waar liggen aldus dezelfde frac
ties de struikelblokken van moei
lijkheden rond het recreatieschap
's-Gravenwoude? Ook willen die
fracties weten wat er met de door de
provincie aangekochte gronden van
de heer Jochems gaat gebeuren (aan
gekocht voor provinciale weg num
mer één, die niet doorgaat).
Gevraagd wordt ook. waaruit zij
verklaren, dat er in Zuid-Holland
sprake is van een verminderde toena
me van het aantal auto's ten opzichte
van de rest van Nederland. Is er
sprake van een verzadigingspunt en/-
of meer gebruik van het openbaar
vervoer.
De WD informeert of door een be
paalde grondpolitiek bereikt kan
worden, dat de steden niet ontvolken
en dat het evenwicht tussen stad en
platteland weer hersteld wordt.
Diverse Statenleden vragen onder
meer om maatregelen ten aanzien
van de verontreinigende werking van
de fosfaathoudende wasmiddelen.
Veel aandacht wordt ten slotte gege
ven aan de luchtvervuiling, de bo
demverontreiniging en üe waterver
ontreiniging.
Ds. Lenderink, na vijf jaar weg bij
het gevangeniswezen
DEN HAAG De werkgroep milieu
beheer van de rijksuniversiteit te
Leiden heeft nieuwe bezwaren ont
wikkeld tegen de aanleg van de Leid
se Baan tussen Den Haag en Leiden:
de werkgroep meent dat met het oog
op de woningbouw een weinig effec
tief gebruik van de grond gemaakt
zou worden.
De groep heeft al eerder stelling
genomen tegen aanleg van de weg.
Aanvankelijk richtten de bezwaren
van de groep zich op de verkeers- cn
vervoersproblemen en daarnaast op
de gevolgen van deze weg voor het
landschaps- en natuurschoon.
De aan te leggen verbindingsweg is
geprojecteerd langs de wijken Maria-
hoeve en Schilderswijk in Den Haag.
Uitgaande van een onbebouwde
strook waarop de weg moet komen
van 100 meter, wat minder is dan de
norm van 400 meter die TNO heeft
gesteld, zal dit over de afstand van
vier kilometer een verlies van 40 hec
tare bouwgrond betekenen.
De werkgroep heeft berekend dat
hii een dichtheid van 100 woningen
per hectare gebruikelijk in bin
nensteden er potentiëlé bouwgrond
voor ongeveer 40Ó0 woningen ver
loren zal gaan. De werkgroep acht dit
een weinig effectiekf gebruik van de
grond daar de Leidse Baan aangelegd
~ou. worden voor een woon-werkrela-
ti" van ongeveer 4000 auto's.
Onlangs echter deelde Gedeputeer
de Stagen ^nee. dat het hun bedoeling
ïs, de Leidse Baan niet alleen te ge
bruiken voor het forensenverkeer
maar ook voor het verkeer van bui
ten de Haagse agglomeratie. Ook me
nen de opstellers van de nota, dat de
investering van 90 miljoen gulden
voor deze wegverbinding, waarvan de
helft voor 1979 wordt uitgegeven, de
realisering van een serfti-metro-net
aanzienlijk zou kunnen versnellen.
B. de Gaay Fortman:
beëindie opsluiting
sergeant Roovers
DEN HAAG Het PPR-Twee-
de-Kamerlid Bas de Gaay Fortman
heeft aan de minister van defensie
gevraagd de cellulaire opsluiting van
de dienstplichtige sergeant G. Roovers
te beëindigen en een andere oplossing
voor hem te zoeken. In zijn schrifte
lijke vagen aan de minister wijst het
Kamerlid erop dat het de gewoonte is
om dionstn'ichtigen. die uit politieke
bezwaren dienst weigeren in een cel
in Nieuwersluis op te sluiten in af
wachting van hun berechting. Het
Kamerlid maakt in zijn vragen be
zwaar tegen deze handelwijze.
door
Edith Witzleb
DEN HAAG „Mijn
vrouw is een malle gek," zegt
Otto van Tussenbroek glim
lachend. Zijn vrouw Yvonne
knikt ernstig. Ze vat het niet
op als een uitdaging tot een
echtelijk duel, maar zegt ge
laten: „Ik kan het ook niet
helpen. Het is nu eenmaal
een hartstocht van me: ik ben
gek op mallen."
In het modern ingerichte huis
aan de Hyacinthweg 26 zijn dan
ook tal van die houten en blikken
vormen, mallen in alle soorten, te
vinden. Er hangen o.a. houten si
garenmanen; een vorm waarin
kerstkransjes gebakken werden;
een blik met talrijke bobbels,
waarin eens chocolade eieren
voor Pasen gegoten werden; een
houten mal voor suikereitjes; een
drukblok uit India voor het be
drukken van stoffen en er zou
nog veel meer op te noemen zijn.
Malle wandversieringen, die
niet alleen decoratief maar ook
exclusief zijn.
Een houten la met vele kleine
vakjes, waarin eens een letterzet
ter zijn loodletters bewaarde,
doet dienst als uitstalkast voor
miniatuurtjes.
Die la hangt een beetje samen
met het nog jonge verleden
van Yvonne. Als secretaresse van
de hoofdredactie van een dagblad
weet ze veel van letterzetten en
alles van een krant af. Later
werd zij secretaresse en gast
vrouw van het Haagse journalis
tencentrum „Nieuwspoort". Zo
doende weet ze nu ook alles van
journalisten af.
En nadat public relationman
Otto van Tussenbroek nauwe rela
ties met Yvonne aanknoopte wist
zij in de kortste tijd ook alles
van public relations af De relatie
tussen die twee resulteerde in
een langlopend contract: sinds 8
jaar zijn ze een echtpaar en sinds
twee jaar zijn ze met z'n tweeën
de spil, die het zelfstandige pu
blic relationbureau O.WH. v.
Tussenbroek doet'draaien.-En het
draait goed.
Jong
zwijgend te kijken, niet wetend
wat ze over zichzelf moeten ver
tellen. En daarmee maken ze
aanschouwelijk duidelijk dat ze
goede public-relationslieden zijn.
Otto van Tussenbroek zegt uit
eindelijk: „Je bent nu eenmaal
gewend dat je als public rela-
tion-man achter de schermen
moet blijven. Je bent souffleur of
regisseur. Het is de cliënt, die in
de schijnwerpers komt te staan."
Public relation is een woord
dat in Nederland nog vrij jong is.
Het is na de oorlog opgekomen.
Het bleek geen modewoord te
zijn, dat weer uit de roulatie ver
dween want er zijn inmiddels
zo'n 40 zelfstandige public rela
tion-bureaus in Nederland en 300
leden van het Ned. Genootschap
voor public relations, de vakorga
nisatie. Ze beschouwen het als
een beroepscode geen reclame
voor zichzelf te maken. Ze trek
ken ook niet de aandacht met ad
vertenties. De mond tot mond re
clame vinden ze de beste aanbe
veling.
Otto van Tussenbroek "heeft het
vak grondig geleerd bij het pu
blic relation-bureau M. v.d. Mee
berg en is daarna met Yvonne
begonnen aan de Hyacinthweg
voor zichzelf te werken.
Nu zitten ze met z'n beiden
Westland
Die schijnwerpers hebben de
Van Tussenbroeks ook gezet op
de jaarlijkse Westland Promotion,
de grote internationale tentoon
stelling, die in de mammoetvei
ling Westland-Noord in Poeldijk
gehouden wordt. Publikaties over
het Westland en de Westland
Promotion gingen over de hele
wereld.
„Ruim een half jaar van tevo
ren in december moeten we
eraan beginnen. Gemiddeld wer
ken we aan de Westland Promo
tion zo'n 2000 uur per jaar." Maar
dat betekent niet alleen dat het
relation bureau bekendheid aan
de Westland Promotion geeft. Het
betekent ook de verbindingsman
zijn tussen exposant en publiek.
Voor opvang van de buitenlandse
gasten zorgen, het dagjournaal
voor de pers maken en zorgen
dat iedereen inlichtingen en toe
lichtingen kan krijgen. „Het is
wel vermoeiend", vindt Yvonne.
„Een goede 18 uur per dag ben
je bezig en het is om zes uur
opstaan geblazen. Maar toch is
het werk op een tentoqnstelling
wel verfrissend!" Ze zijn de
schakel tussen hun cliënt en het
publiek. Met een reclame-bureau
willen ze niet vergeleken worden,
dat is een heel ander genre.
„Wij maken beslist geen recla
me. We prijzen niets aan, maar
trachten concreet erover voor te
lichten!"
Een afwisselend en zelfstandig
beroep met vele werkgevers. De
ene dag moet bijv. de opening
van een bedrijf op rolletjes lopen,
moet voorlichting gegeven wor
den en de arrdere dag moet er
gens een jubileum verzorgd wor
den of moeten personeelsbladen
worden samengesteld; moet een
eenvoudig persberichtje aan de
kranten worden doorgegeven;
moeten grote publikaties ver
schijnen of teksten voor folders
en brochures gemaakt worden.
Zelfdiscipline
„Je moet wel zelfdiscipline
hebben om op tijd uit te blazen,
anders werk je je over de kop",
vinden de Van Tussenbroeks.
Yvonne biedt een zelfgebakken
vruchtencake aan. Zelf bakken is
voor 'haar een koud kunstje; ze
heeft jarenlang recepten voor een
krant geschreven en ze kookt
Op de vraag of de meeste con
tracten op zakendiners worden
afgesloten schudt ze wanhopig
het hoofd: „Dat is nou zo'n inge
burgerde misvatting. Neen! We
hebben de meeste besprekingen
op het kantoor van de cliënt of
bij ons thuis."
Veel vrije tijd is er niet, want
er zijn geen vaste werktijden.
Een toekomstige opdrachtgever,
die 's avonds laat binnenvalt is
even welkom als hij die overdag
komt.
„Moeilijk wordt het alleen als
er bijv. een zakenman om advies
in een bepaalde richting komt en
je kunt hem dat advies niet ge
ven omdat je er niets in ziet en
er dus niet met overtuiging ach
ter staat. Dan kan ik niet ombui
gen terwille van mijn cliënt. Ik
verdien graag maar alleen als ik
er zeker van ben dat de cliënt
ook met mijn advies gebaat is.
Als ik ervan overtuigd ben dat
het niet zo is. verdien ik liever
niets. Mijn goede naam als public
relationman is me het meeste
waard", zegt Otto van Tussen
broek.
De laatste jaren hebben de pu
blic relationbureaus meer be
kendheid gekregen bij hen, die er
nut van kunnen hebben.
Het grote publiek zal echter
zijn relatie met de public rela
tionman voor wie nog niemand
een Nederlandse benaming ge
vonden heeft nauwelijks be
seffen.
Want hij blijft de man, die
achter de coulissen aan de touw
tjes trekt als iets aan de grote
of kleine klok gehangen moet
worden.