leert Engels Rusland herdenkt de lange tijd verguisde Dostojewski TUSCHINSKI EN GUNNING OVER ARTIS door A. J. KLEI HOC TOE BCK1113 *1881 ZATERDAG 27 NOVEMBER 1971 Honderdvijftig jaar geleden werd in Moskou Fjodor Michajlowitsj Dos- tojewski geboren. Om precies te zijn: op 30 oktober 1821, volgens de toen in Rusland gebruikte Juliaanse tijdrekening die in de 19e eeuw 12 dagen bij de onze tenachter was. Deze gebeurtenis werd daarom op 11 november in de Sowjet-Unie herdacht. Dat was niet zo vanzelfsprekend als het wel lijkt, want Dostojewski is in de Sowjet-Unie lange tijd een fel omstreden schrijver geweest, vaak verguisd vanwege zijn religieuze en reactionaire instelling en soms geprezen om zijn revolutionaire activiteiten. Het viel de Sowjetcritici altijd moeilijk Dostojewski als 'groot' schrijver te erken nen; op die enkele serieuze Dostojewski-bestudeerder na die af en toe de positieve aspecten van zijn leven mocht belichten. Af en toe, want meestal hadden de conservatieve critici de overhand. Voor hen was het zeer de vraag of een reactionair, een militant nationalist en een 'steun pilaar van de autocratie' wel een 'groot' schrijver kon zijn. De Dostojewski- bestudeerders beantwoordden deze kritiek door te wijzen op de jonge, maatschappij-kritische schrijver, die Dostojewski ook was geweest. door John Löwenhordt t a >iHOP VIHXAM/ÏÖBHH Ili2 J k.. Ook met een postzegel herdenkt de Sowjet-Unie Dostojewski. worden!" De onthulde waarheid moest in die dagen wel sociale bewogenheid op roepen. Vanuit zijn utopisch-socialis- tische idealen schreef de jonge Dos tojewski en trad hij nauwelijks twee jaar later toe tot de groep van revo lutionaire intellectuelen die zich rond de persoon van M. W. Boetasjewitsj- Petrasjewski had gevormd. Al spoe- men met de Werkgroep bezig zijn voor jongeren die straks op zijn minst tweetalig zullen zijn. Tegen de tijd dat ze echt Engels gaan leren, weten ze waar ze 't over hebben." Het systeem kleuters-leren- lezen van Eva Margadant liep destijds stuk omdat er geen vervolg was. geen begelei ding op de basisschool. Daar om willen Lia Last en Aaf Ligthart Schenk alleen van start gaan als ze zeker zijn van een verdere begeleiding op de basisschool. Kleuters mocjen ook geen Engelse woorden zién, totdat ze de Nederlandse spelling onder de knie hebben Lia stelt zich voor dat pas in de vierde, mogelijk de vijfde klas basis onderwijs het Engels lezen aan bod komt. Het blijft een kwestie van doen, bezig zijn, uitbeelden, zingen, als hobby vak ernaast. En de m'nister van onder wijs? Lia: „Ik wil pas komen als Ik alle kanten van het sys teem rond heb. Ik wil geen Inbreuk maken op de wet, maar met vakmensen bezig zijn, om de kansen die er lig gen op te rapen. Vandaar de kinderpsycholoog, de Neer landicus. de lerares mythyl- school en de kleuterleidster. Mijn vakgebied is slechts de taal. Met de werkgroep gaan we dat Engels-aan-kleuters vanuit een verschillende ge zichtshoek bekijken. Ik zou mijn eigen baan eraan willen geven om dit experiment te laten slagen. Het is allemaal niet zo moeilijk. Alleen: je moet jezelf voor driehonderd procent geven!" dig volgden arrestatie en acht maan den Y°orlopige hechtenis in de Peter en Paulvesting in Petersburg. Tsaar Nicolaas I permitteerde zich een lu gubere grap door Dostojewski met een aantal anderen ter dood te laten veroordelen, naar de executieplaats te laten voeren en pas nadat een aantal veroordeelden al in het doods hemd was gestoken, zijn straf om te zetten in tien jaar Siberië. In de kerkers van Petersburg en Omsk dacht Dostojewski na, concen treerde zich op zichzelf en kwam tot een.wat hij in een'" brief noemt „versterking van het religieuze ge voel, dat bijna verdwenen was onder invloed van de twijfel en het onge loof van deze tijd". Dat versterkte religieuze gevoel was debet aan zijn postume vergui zing dan wel slechts gedeeltelijke erkenningdoor de Sow jet-Kritiek. Conservative critici benadrukten zijn reactionaire opvattingen; partijloze Dostojewskibestudeerders trachtten hem te rechtvaardigen, te rehabili teren, wijzend op zijn revolutionaire activiteiten. In Stalin's laatste jaren, toen de literatuurrepressie een hoog tepunt bereikt, werd Dostojewski's naam vrijwel volledig genegeerd. 1956, het 75ste jaar na zijn sterven, brengt de ommekeer èn een officiële herdenking. Dpn wordt ook aange kondigd dat in de serie „Literair Erf deel" een deel zal verschijnen dat niet-uitgegeven werk van Dostojews ki zal bevatten: aantekeningen in schriften en zakboekjes uit de perio de 1860-1881. In de daaropvolgende jaren verklaart de redactie van deze uitgave herhaaldelijk dat het werk is in Literatoernaja Gazjeta dat Lenin grad, eens „Dpstojewskis Petersburg" werk zo naauw met deze stad ver bonden was. Op nummer vijf in de Smeden straat, zo schrijven zij in 1965, staat het huis waar hij de „Gebroeders Karamazow" schreef en in 1881 stierf. Duizenden bewonderaars ko men naar dit huis toe, piaar slechts een enkele durft binnen te gaan genoemd, nauwelijks aandacht schenkt aan de grote schrijver wiens want het is geen museum. Het ap partement dreigt te worden vernield nu de hele flat een verbouwing zal ondergaan. .Je schrijvers wijzen iri hun brief op de herdenking van Dos- itojewski's 150ste geboortedag en vin den dat het appartement een mu seum moet worden. Bovendien zou den herdenkingsplaquettes moeten worden aangebracht op de huizen waar Fjodor Michajlowitsj verbleef: in Omsk, Semipalatinsk, tec. Nu is het dan zo ver. Het 83ste deel in de serie „Literair Erfdeel" is onder de titel „De niet-uitgegeven zijn sterk in strijd met de belang- Dostojewski" gepubliceerd en in een bespreking ervar. schrijft Rozen- bloem in de Izwestia: „Het materiaal van dit deel.... kan dienen om de eenzijdige en leugenachtige uitleg gingen van Dostojewski te weerleg gen. De pogingen van sommige inter pretatoren om zijn dwalingen te kanoniseren en hem voor te stellen als apologeet van de oude wereld rijkste scheppende kracht van Dosto jewski: de rebelse geest van een hy- manist en democraat". Conferenties en literaire avonden markeerden de herdenking, vooraf gegaan door een feestelijke bijeen komst in het Bolsjoj theater te Mos kou. In Semipalatinsk is een museum geopend en herdenkingsplaquettes zijn behalve in deze stad ook onthuld in Moskou, Leningrad, Omsk, Staraja Roessa en Kaloega. De Russen kunnen inschrijven op een nieuwe en al zolang fel begeerde uitgave van het verzamelde werk in dertig delen. De oplage (200.000) is vrij klein: verzamelde werken van minder grote schrijvers als Koeprin, Simonow en Sjolochow werden in de jaren zestig gedrukt in oplagen van resp. 400.000, 300.000 en 300.000; de laatste uitgave van Tsjechow's ver zamelde werk verscheen in 735.000 exemplaren. En in de Smedenstraat komt een museum. In augustus, toen de Dosto- jewski-herdenking nog in raadselen gehuld was, bracht ik er een bezoek. Nummer vijf, naast de Kolchoz- markt, is een doordeweeks Russisch flatgebouw, drie verdiepingen hoog, dat er van buiten gehavend maar klaarblijkelijk herstellend uitziet. Op straat, tegen de muur, zitten bberen en boerinnen die grote, bruine pad destoelen verkopen. Een deur is niet te vinden, wel een doorgang die naar de binnenplaats leidt, waar een sta pel planken, hopen zand en grint en een cementmolen stil getuigen van een verbouwing. Een brede trap voert naar een ruwhouten deur. Timmerlui laten me binnen en door verse verf ruikende gangen, via pasbehangen kamers en over krakendnieuwe vloeren bereik ik Dostojewski's woonkamer waar een kleine, donkere vrouw aan een bureau zit, te midden van alles wat er zo bij een verbouwing hoort. Nina Perlena, medewerkster aan het mu- seum-in-opbouw zegt dat er inder daad een museum komt. Maar het moet een verrassing blijven en ik moet beloven er niet voor eind okto ber over te schrijven. Ze vertelt over de moeilijkheden bij de reconstructie van Dostojewski's appartement. Na zijn dood fotografeerde zijn (tweede) vrouw de kamer waar de schrijver placht te schrijven, voor ze met haar kinderen uit Petersburg vertrok. Het appartement ging in an dere handen over en werd meerdere malen verbouwd. Maar op grond van herinneringen van tijdgenoten kon men de indeling, en op basis van de bewaard gebleven foto de werkka mer van de schrijver reconstrueren. Twee jaar lang is men bezig ge weest. Van de nakomelingen van Dostojewski kreeg men de kasten en tafels terug; onnaspeurbaar verdwe nen meubelstukken werden nage maakt. In kranten werden oproepen tot medewerking geplaatst, zonder dat men duidelijk liet uitkomen dat het om een nieuw museum ging. Een kunstschilder heeft nauwkeurig de werkkamer „behangen"; het behang uit Dostojewski's tijd was niet meer te verkrijgen en daarom is de kamer met wit papier behangen, waarop de schilder het oude behang heeft geko pieerd. Al op 23-jarige leeftijd werd Dos tojewski's talent door de toen ge vreesde en geëerde criticus Belinski erkend. Na lezing van zijn eerste korte roman „Arme mensen" sprak deze hem ernstig toe: „U heeft alleen maar door zuiver aanvoelen, als een kunstenaar, dit kunnen schrijven... 'T hebt het diepste wezen gepeild, u hebt dadelijk op het voornaamste ge wezen.... De waarheid is onthuld.... als gave ten deel gevallen, toont u deze gave waardig en blijf er trouw aan, dan zult u een groot schrijver voltooid. Maar het boek laat op zich wachten. De rehabilitatie van 1956 bleek toch nog niet zo volledig te zijn ge weest als men wel dacht. Ondertus sen verschijnen in dezelfde serie de len met werk van Tolstoj, Tsjechow en Gorki die oorspronkelijk pas na het Dostojewski-deel waren gepland, en klagen twaalf vooraanstaande Russische schrijvers, onder wie Michail Slonimski en Daniël Granin Lia Last (midden) wil een spelletje Engels op de kleuter school. Links Aaf Ligthart Schenk en rechts Colette Zwa- nekke, leden van de werkgroep kleuter-engels. positief en stimulerend kun nen werken. Ik zal graag sa menwerken met de groep van Kohnstamm, die zich bezig houdt met een onderzoek naar taai-arme jeugd voor wat het Nederlands betreft." Kan een tweede taal inge past worden in het kleuteron- derwijs-programma? „Ik heb zo weinig tijd no dig, bijvoorbeeld vier maal per week een kwartier. En dan beslist geen kennis op dringen. De kleuterleidster kan voor integratie zorgen. We laten de beste leeftijd Om taal te leren nu nog voorbij gaan. Kleuters willen vertalen en projecteren op de ander. Op latere leeftijd leren binnen een bepaald schoolsysteem, werkt remmend. Tijdens de spreekvaardigheidslessen zoals ik me die voorstel, ver diep je je in hun belangstel- lingswereld, je gaat naast hen staan en trekt ze 'op naar jouw taalniveau, niet als de grote geleerde die zich over hen heen buigt." Weet je, in het buitenland is er geen mens die jou nodig heeft. Kom jij in het buiten land, dan heb jij die mensen wél nodig. Het is vaak geen gebrek aan woorden waarmee we worstelen, maar een ge brek aan taalgebruik. Als je ziet hoe ik in de vijfde klas hbs de mensen moet dwingen een paar bladzijden te lezen. Ze hebben er weinig plezier in. Taal is expressie. Je kunt wel overdonderd worden met synoniemen, standaarduitdruk kingen. grammaticale regels. Maar het is als het aanhoren van een lezing hoe leuk het is om met je handen schoe nen te maken. Je wilt toch liever zélf een leren lap met een naalcj hanteren'" Lia Last geeft voor haar leerlingen spreekvaardigheid thuis een Christmas-party. waarop het verboden is Ne derlands te spreken. Ze ont vangt de mensen thuis gezel lig in haar ruime huiskamer en biedt een goed glas wijn aan. Op deze manier laat ze clubjes van vijf leerlingen met hetzelfde ontwikkelingsniveau drie kwartier met elkander Engels praten. Zij luistert en blijft aantekeningen maken. De leerlingen hebben hun discussie voorbereid door En gelse kranten te lezen. Het onderwerp moet worden uit gediept. Aan het eind van de les houdt ze een nabeschou wing: daar had u dit wooid kunnen gebruiken. Leerlingen en lerares hou den ook de nieuwe woorden bij, zoals air-poilution en noi se-abatement (luchtvervuiling en geluidshinder Dat zijn on derwerpen van de cursus. Lia hoopt op een fonds van mensen „die niet programma tisch in de wereld staan". Vevolgens moet ze onder- wijs-mensen mee zien te krij gen. Lia: „Ik wil niet zonodig iets bewijzen, maar wél sa- kind op zeer jonge leert de taal zonder er te denken. Het is meer dat Engels is de ontvankelijk- kinderen hebben en klank, uitbuiten, eigen kinderen heb kleuterplan geoefend, snel, sneller dan ik ging zo: ik reed auto vol kleuters en hun vriendjes) school, en onder- we een zwart een wei. En dan zei sheep is black. Terug riepen de kinderen hardst: that sheep is ik weer: yes, it is." de kinderen het boat aangeboden dan een boot gevouwen Spontaan kom je the boat is on the een aangepaste ma- dat, wat ze leren, andere expressie- Belangrijk is, van aan kleine vragen te en inhaken op wat bij d een behoefte Is." haar basis-plan En- i ®eft Lia Last grammo- lïftatjes met Engelse kin- sjes erop. aangeschaft, essen zijn weinig ge- nmeerd. „Ik moet ach- kinderen aan gaan, en larebals leerlingen op een acticum op een natuur- anier on-natuurlljk zit- Joenl" rom Engels, terwijl er i sprake is van taalar- olj kinderen in bepaal- eus? I.Je kunt geen vreemde )reken als je je niet be ient van eigen taal en pruik. Dat Engels zou rs leren hun moeder- der er bij na te den- de kleuterleeftijd, als het meest ontvanke- ontdekken en ver- 'oor zelf leren en be- wil Lia op dezelfde manier Nederland- Engels leren. ben lerares spreek- Engels. Op mijn komen mensen die school-Engels piet roeten kunnen. Het zit hun hoofd, maar het liet uit. Nu leerde ik, manier, zelfs en een meis ziekte slechts vier sr onderwijs kreeg, zonder vrees Engels Op de door mij ont manier laat ik de eerst zichzelf ontdek- hij is en wat hij Ik leer hem zien, lij iets fout doet. Op iment dat ze fouten ma niet vooraf, komt de atica er pas bij. Taal nmunicatie-middel daar veel mensen in een niet mee overweg, deel is dat gêne." zelf Engels op manier. Toen ik af was, kon ik er doen op een Ne- vestiging van een kantoor; daar zat else handelscorre- en Engels steno, schrijven, dat ging" ar even een afspraak >r een hotel, telefo- regeJen in Londen, voor de ander zoeken York, je ging door II Door het doen en mensen leerde ik Door de radio hoorde ik een gesprekje met iemand die tegen dat provinciehuis in Den Bosch was. Goed, daar kun je tegen zijn, maar op een ge geven moment beweerde de geïnterviewde op stellige toon dat zo'n dure bedoening de gewoné man weghoudt, want daar durft-ie niet zomaar bin nenstappen En toen kwa men er een paar zinnen, vol gestouwd met woorden als establishment, autoritair, éli- tair en noem maar op. Nu neem ik even gelovig aan dat er iets scheef zit met dat Brabantse provinciehuis, ten slotte hebben ook dominees en priesters het hoofd kommervol geschud, maar dan moeten de tegenstanders geen flauwe kul verkopen. Ik geloof er namelijk geen zier van dat de gewone man drempelvrees heeft bij weelderige gebouwen, integen deel (en Ik ga mezelf maar na), hij is er tuk op eens te kijken hoe het er van binnen uitziet en hoe groter de luxe, hoe inniger zijn voldoening. De vreugde van een bezoek aan het aquarium van Artis wordt in ni^t geringe mate ver hoogd door het feit dat je een soort van statietrap op moet, al vorens je je kunt vergapen aan de snelle schittering van tropi sche visjes. En neem het Am sterdamse Tuschinski-theater, dat nu vijftig jaar oud is: de op zichzelf misschien wat banale bezigheid van een film kijken krijgt hier moeiteloos de afme tingen van een glorierijk avondje uit, dank zij de schitte ring van het gebouw, dat alle klatergoud huisvest dat ooit bij eengeschreven is in bezorgde zondagsschoolboekjes. De dikke tapijten, het kostelijke marmer, het zachte licht in wisselende die studentendominees moesten meteen ook reageren, nou, laat ze liever naar zichzelf kijken, ze krijgen met hun linkse praatjes geen kip, laat staan een student, in de kerk. Dit was uit het leven gegre pen. Ik rond nu beide gevallen af. Het Hervormd Weekblad had ik bij me vanwege een aar dige discussie rondom het kra ken van de Veluwse zwemba den, waarbij de vraag aan de orde kwam of al dat rumoer eromheen nu schade lijden om Christus' wil was, ja of nee. Ik liet het de ander zien, die ver baasd reageerde: hé, zulk ge nuanceerd geschrijf had ik hier niet verwacht... En wat studen tendominees betreft kan ik meedelen dat in Amsterdam na genoeg elke zondagavond in de gereformeerde Keizersgracht- kerk een van hen preekt en dat het daar dan voller is dan in menige andere Amsterdamse gereformeerde kerk. Natuurlijk zullen in het Her vormd Weekblad wel eens ver velende verhalen staan en na tuurlijk zullen (ook) studenten dominees wel eens malle beto gen weggeven. Maar dit nare, dat we een los gegeven aanpak ken om het op te poetsen tot een kwalijk symptoom om het daarna ten gerieve van onze redenatie onder een vergroot glas te leggen daar zullen we van af moeten. Ik schrijf dit los van de zo juist achter de rug liggende na jaarsvergadering van de her vormde synode en ook los van de komende gereformeerde sy nodeweek. ik kijk niet terug naar de een of vooruit naar de ander, ik vind in het algemeen aanleiding om te vragen of we nu echt in de kerk (en daarbui ten natuurlijk ook) niet wat meer ontspannen met elkaar om kunnen gaan. We Tioeven toch overal geen kwèstie van te ma ken? Ik pak (en niet voor het eerst) Gunning als voorbeeld. Hij moest eens ergens preken en toen hij aan een kerkeraadslid het „orcelbriefie" gaf, keek deze zeer bedenkelijk: er stond een sezang op en dat kon niet. dat zou maar ergernis geven. Pro fessor Gunn'ng begon hierop geen verhandeling over het nieuwtestamentisch lied of zo, hij zei met een welwillend ge baar: „Wel broeder, dan zullen wij het veranderen. Geeft u mij dan maar eens een van onze heerlijke psalmen op!" Voor wie dit wat onbeduidend vindt: de gezangenkwestie heeft destijds méér hoofden verhit dan nu kosmokomplot, getuige nis en Ikor bijelkaar. tinten, de eindeloze flonkering van alle mogelijke opsmuk... verrukkelijk allemaal. Ik moet oppassen dat ik van dit verhaal geen jubileumstuk over Tu- schinski maak, ik wou maar zeggen dat we diep dankbaar kunnen zijn voor de omstandig heid dat er in 1921 geen actie groep bestond om Abraham Tu- schinski van zijn plannen af te houden, want heel wat „gewo ne" mensen zijn sindsdien met een feestelijk gevoel zijn somp tueus theater binnengegaan en niks geen drempelvrees, me neer! Het gaat me hierom: dat er de laatste tijd in en buiten de kerk zo gemakkelijk en vaak ook zo venijnig een eind weg gekletst en gekwaakt wordt. Er gens komt een fiks gebouw overeind en hupsaké daar ko men de verhalen over autoritair en establishment. Je hebt een exemplaar van 't confessionele Hervormd Weekblad in je hand en prompt staat iemand in je omgeving klaar om je tot een kerkelijke izegrim te verklaren. Je maakt een discussie mee over het getuigenis van profes sor Van Niftrik en de zijnen en je hoort onvervaard verklaren: wt> jonge vrouw in haar riante huis aan saarderweg in Bussum borrelt over van iteit: Lia Last-Hendriks (33), lerares als Is, opleiding tolk-vertaler, moeder van kincferen van zes en zeven jaar. Al jaar loopt ze met plannen rondEngels aan kleuters. In augustus 1972 zal het zover zijn. Dan starten aan drie kleuterscholen in het Gooi Eng,else lessen, begeleid door een Werk groep die bestaat uit Colette Zwanpkke, hoofdleidster kleuteronderwijs, Aaf Ligthart Schenk, lerares mytylschool, een kinder psycholoog en een Neerlandicus. En na tuurlijk Lia zélf. De hal van het Tuschinski-theater in Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 15