BAAN VAN Luchtfotografie helpt landbouw ft David Wijnkoop (1876-1941), de bekende communistische voorman, was de zoon van rabbi Joseph Wijnkoop. Zijn breuk met de levenswijze van zijn ouders wordt op deze caricatuur weergegeven door de op de grond liggende gebedsriemen. Eief",de ft Vrijdagavond. Illustratie uit een zgn. minhagiem-boekje, 1645, een boekje waarin religieuze gebruiken beschreven zijn. door Paul v. Langstraat door A J. Klei ZATERDAG 9 OKTOBER 1971 In de M/achtkamer erin afgedrukte pagina's uit het notulen boek van de joodse gemeente te Oude Pekela. Na de bevrijding werden in de ruines van het sjoeltje wat afgescheurde bladzijden uit dit notulenboek gevonden, nauwgezet had de rebbe de verschillende etappes van de ondergang van zijn ge meente vastgelegd.... (inderdaad, de heer Gans heeft geen punt gezet toen hij bij 1940 was aangeland, dat kon niet, dat kon hij niet). Aan het slot van het boek staat een historische samenvatting (het is misschien niet gek die eerste te lezen), en daarin staat deze zin: „De Oranjes zijn bij mijn weten de enige zo hooggeplaatste familie in Europa die ons joden de eeuwen door, ger.eratie na generatie, altijd met de hof felijkheid die jegens medemensen past, is tegemoetgetreden". De afgelopen jaren is op grote schaal voornamelijk door militairen geëxpc- ,gen j menteerd met "remote sensing": luchtfo- verke Waf ie waar met name gebruik wordt gc- ✓olk tokt van infrarode straling. Deze techniek inmiddels zo geperfectioneerd dat onlangs P een congres van de FAO, de voedsel- én sch ndbouworganisatie van de Verenigde Na- en es. de verwachting is uitgesproken dat "re en r lote sensing" een belangrijke bijdrage kan veren aan een snelle uitbreiding van de ndbouwproduktie, zowel in ontwikkelde kun' s in onderontwikkelde landen. De FAO n' le< eeft een aparte afdeling opgericht die deze aarneming vanuit de lucht moet verfijnen h technici uit de onderontwikkelde landen s hoe<^oet }ieipen jjg techniek te leren. Met behulp van remote sensing (letterlijk: afstand waarnemen) kan ondermeer exact t gebied worden vastgesteld waar een antenziekte heerst, kan watervervuiling 'orden opgespoord en kan men zelfs be- gewassen identificeren. Volgend jaar maart zal de NASA een itelliet lanceren die niet minder dan 1000 pdrachten moet uitvoeren, op verzoek van en groot aantal landen en internationale rganisaties, inclusief de FAO. Deze inter- itionale voedselorganisatie vindt het niet inger verantwoord zonder de nieuwe tech- ieken te werken. Daarom wil men op kor- discus termijnover een groot aantal gegevens eschikken met betrekking tot land- en bos- ouw en visserij in de wereld, eze nieuwe waarnemingstechnieken zijn jzonder geschikt voor onderontwikkelde inden waar of de mankracht ontbreekt of et land zo ruw is dat men vanaf de grond een overzicht krijgt van de bodemsituatie. Op het FAO-congres toonden Braziliaanse eskundigen infrarood foto's van koffieplar- 'ffes, waarop men duidelijk door ziekte aan- )Ce daste struiken kon herkennen. In een paur ur waren uitgestrekte velden gefotogra- erd. Wanneer men reizend over land deze eke struiken had willen opsporen, zou dit tie maanden hebben gekost. De nieuwe ethode heeft dus grote economische voor tien. Vanuit de onderontwikkelde landen werd }ngedrongen op uitbreiding van de moge- ma i ^eden. De ontwikkelde landen zouden een im tiangrijke taak hebben bij het verschaf- 'n van het instrumentarium en het opleiden fln het benodigde personeel. De in 1972 te lanceren satelliet en het Skylab" dat de Amerikanen in 1973 in een fste baan om de aarde hopen te brengen !n de eerste kunstmanen die in het bijzonder ingericht voor gedetailleerde opnamen tfln het aardoppervlak. Door Jeanne de Vlieger Mentrix! Een beroep dat zó nieuw is, dat de ambtenaar van de burgerlijke stand weigerde, het te vermelden in het paspoort van mejuffrouw J. van Dam, van het Zonnehuis in Vlaardingen, want het stond niet in de beroepenlijst! Mejuffrouw Van Dam: ,Jk heb door moeten drammen om het erin te krijgen". Het beroep is tegelijkertijd al zo oud als er confessionele ziekenhuizen zijn. Religieuzen en diaconessen hadden ook iemand die de jongere zusters begeleidden. Zoals met veel dat tegenwoordig als „nieuw" wordt aangediend, is de mentrix in de praktijk gegroeid, achteraf gesanctioneerd en in banen geleid. uit het zakenleven; ze gaf ja renlang leiding in een textiel- en confectiezaak. „Mijn ambi ties lagen op sociaal gebied en in het me uitleven als manager lag mijn kracht. Ik ben bewust gaan zoeken: welke mogelijkhe den liggen er voor mij in de maatschappij? Ik ben na een deskundigenadvies afgegaan op deze baan, startte in juni '68 bij het Zonnehuis en volgde de winter daarop de opleiding. Mijn taak omvat het wegwijs maken in samen-leven en sa men-wonen, het zorgen voor de goede gang van zaken in het zusterhuis. Is er voldoende rust om te studeren en te slapen? Zijn er mogelijkheden tot ont spanning? Die ontspanning zie ik overigens liever buitenshuis in contact met jongelui uit an dere beroepen. Het verplegend beroep is niet het énige emotio nele! Verder waak ik over vol doende rust, voeding, frisse lucht, het contact met anderen." „Zelf kan ik als „buiten- staanster" een eigen inbreng geven buiten de verpleegsfeer. Vandaar dat ik ook stimuleer dat verpleegsters beneden ko men koffiedrinken met hun vrienden, die brengen ook een eigen sfeer mee. Iedere mentrix moet een eigen inhoud geven aan de functie want elk tehuis heeft een eigen speciale sfeer. Een ziekenhuis verschilt he melsbreed van een studenten flat of zoals hier, met een ver pleeginrichting waar de bewo ners lang aanwezig zijn, waar de houding van personeel tot bewoner één op één is." Alles wat intern is, valt onder de zorg van de mentrix. Mejuf frouw Van Dam heeft een twee kamerflat, het zusterhuis is weliswaar een stuk eigen ter rein maar ook: 's nachts uit je bed gehaald worden. Je blijft je er irr-je vrije tijd bij betrokken voelen. Dat kan een voor- of een nadeel zijn. Je bent met de ■ft Rabbi Jesaja Kleerekoper (rebbe, Sjaje), Amsterdam 1810-1880. (Te kening uit het Jesaja Kleerekoper- archief, Jeruzalem). baan „getrouwd" als je het goed wilt doen. Zeven van de tien werkdagen heeft mejuffrouw Van Dam bijvoorbeeld avond dienst. Ze is gastvrouw op de ontspanningsavonden van de bewoners en het personeel eens in de veertien dagen, ze is ook gastvrouw tijdens de kerkdien sten in het Zonnehuis, waar ve len uit de Holy wijk kerken. Een mentrix ontmoet sollici tanten ter oriëntering van weerskanten. Mejuffrouw Van Dam geeft géén cursus, ze vindt dat af te raden. „Wij moeten geen stem in het kapittel heb ben bij opleidingscijfers." Het intern-zijn is een prettige bijkomstigheid voor een wer kende vrouw. De honorering van het beroep is goed, „ik kan er een auto van op na houden." Wie mentrix wil worden, moet een zekere rijpheid bezitten, er is ook een sterk gevoel voor hu mor nodig en je moet de dingen kunnen relativeren. Een te moederlijke houding is niet op zijn plaats. Je moet lichamelijk en geestelijk een groot uithou dingsvermogen hebben voor deze baan. De leeftijd doet er dan ook niet veel aan toe. Je moet zo soepel zijn dat je met je tijd mee kunt groeien. Mejuffrouw Van Dam: „Een boeiende baan, heel beslist. De hele baan is een uitdaging aan je innerlijk en praktisch kun nen en eist je volledige inzet. Dat kan betekenen een onmid dellijk in scène gezette mode show als een vrolijke tiener met een nieuw tuniekpak aan komt; dat kan ook een waar schuwend vingertje zijn: „Zeg vrouw, je moet je ramen eens zemen; het wordt hier gewoon donker!" -ft Zeg vrouw, zeem je ramen eens; het wordt hier gewoon donker! Het woord „mentrix" is een samentrekking van mentor (leidsman, raadgever) en rec trix, de begeleidster in rooms- katholieke ziekenhuizen. Blij kens advertenties bestaat er een zeer grote vraag naar mentrices. We treffen ze aan als begeleid ster van studerende en werken de jongeren in ziekenhuizen, in richtingen en studentenflats. De mentrix heeft een beroep dat zo rekbaar is als elastiek: waar begint haar taak en waar houdt die op? De functie is sterk persoonsgebonden. De één zal meer accent leggen op spel- leiding, de ander op huishoude lijk gebied. Iedere mentrix geeft zelf inhoud aan haar functie. Het is in feite een pio- niersberoep. De verpleegkundige directrice is tegenwoordig meer een ma nager en haar begeleidende taak werd overgenomen door de mentrix, die overigens ook tot de staf van een tehuis behoort. Er bleef bij de begeleidende zorg van de directrice-oude-stijl ook veel braak liggen: een di rectrice is nu eenmaal bij je op leiding en beroep betrokken en dus sta je niet zo vrij tegenover haar als de mentrix. Je moet een bepaalde zelfstandigheid bereikt hebben om als leerling in een ziekenhuis te kunnen be ginnen. Mejuffrouw Van Dam heeft in het Zonnehuis ongeveer hon derd meisjes onder haar hoede. De ouders blijven uiteraard verantwoordelijk voor de jonge-r ren, een mentrix stuurt slechts wat bij. Ze is heel beslist geen kunst-moeder; trouwens, moe derlijkheid wordt door jonge volwassenen vaak als betutte lend ervaren. Er is in ons land sinds enige jaren een opleiding tot mentrix, die helaas niet wordt gesubsi dieerd, ondanks het schreeu wend tekort aan mentrices en ondanks de lange wachtlijst die er is bij de opleiding aan de Sociale Academie in Den Haag, dependance Westeinde 43 in Voorburg; tel. 070 - 861469). Men moet een vooropleiding op middelbaar niveau hebben om toegelaten te worden en de mentrix moet al in de praktijk als zodanig werkzaam zijn. Je kunt niet „zomaar" aan de cur sus deelnemen. De leeftijd doet er minder toe. Er zijn mentrices in opleiding die zeker de mid delbare leeftijd al gepasseerd zijn. De opleiding duurt veer tien maanden, met studieperio des per maand van vijf dagen aaneen, inclusief een vormings- week. De kosten zijn ƒ700,-, die vaak gedragen worden door de inrichting waar de mentrix al in dienst is. De mentrix-oplei- ding in Den Haag is de enige in ons land. Mejuffrouw Van Dam komt den, had de ander, een gereformeerd ouderling, overgehaald tot het jodendom werd het de kerk te dol en dank zij haar protest werd het vonnis door de staten van Holland vernietigd. Een letterlijk citaat: „Dat dammen en schaken bij de joden zo in trek waren kan verschillende oorzaken hebben: het eeuwenoude talmoed-leren leidde tot een wijze van denken die het oplossen van puzzels in de hand werkte en de vrije sjabbatmiddag, waarop men zich zelfs niet met knutselwerk e.d. mocht bezighouden, vroeg ook om een denkspel". Het slot van een verhaal uit een ne- gentiende-eeuws kinderboek: „wij kunnen u verzekeren, van onder de Joden ver scheidene godvruchtige, eerlijke en brave menschen te hebben aangetroffen". Destijds heeft het Amsterdams studen tenblad Propia Cures enig stampij ge maakt omdat professor P. J. Bouman in zijn biografie van Anton Philips verdoezel de dat Marx tot de voorzaten der familie hoorde, maar in het Memorboek kunnen we lozen dat Philips en Karl Marx van moederszijde neven waren. In 1826 ging de- (Zaltbommelse) familie over tot de hervormde kerk. Sarphati, de man die Amsterdam wilde opstoten in de vaart der wereldsteden, was voor bijzonder onderwijs, hij zei dat het „hoogst moeilijk is den kinderen, die den ganschen dag maatschappelijk onder wijs genoten hebben, des avonds gods dienstonderwijs te geven". Over antisemitisme gesproken, dat was hier „onvergelijkbaar minder erg" dan in Oost-Europa. Toch hoef je niet geestdriftig te zijn over een „geestigheid" van Gerrit van der Linde (De School meester), die in 1840 op een jodenkerkhof dichtte: ,Hier liggen er twintig van de natie. Te voren vol lawaai; thans zonder conversatie". De dichter J. A. der Mouw heeft op ft Vignet van de latijnse titelpagi na van een hebreeuws boek van de rabbi Menasseh (deze zeventiende- eeuwer was de grondlegger van de befaamde Amsterdamse hebreeuwse drukkerijen). eerlijke wijze, zo schrijft Gans, uiting ge geven aan zijn tegenstrijdige gevoelens omtrent de joden; hij bracht goed tot uit drukking de gevoelens van de gemiddelde Nederlanders in een gedicht uit 1915: „Die Joden - 4a, die waren vreeslijk raar....". Het slot: „En 'k schaamde me dat 'k geen jood was als hij:/Dan hoefde hij niet zo weg te gaan, alleen". Simon van den Bergh stichtte in 1874 in Oss een margarinefabriek, die in 1890 naar Rotterdam verhuisde en de wieg werd van het Unilever-concern. Simon trok zich terug toen de fabriek op sjabbat open ging. In 1926, toen grote verzoendag op een zaterdag viel, adverteerde De Bij enkorf: Zaterdag a.s. zijn onze magazij nen gesloten". Dit waren zomaar een paar momenten uit het Memorboek van M. H. Gans, waar van ik hoop dat ze samen met de afbeel dingen uit het boek die op deze pagina te zien zijn, de belangstelling voor dit werk gewekt hebben, 't Is geen goedkoop boek, maar naar verhouding is het niet duur, en als we nagaan wat we soms aan grammofoonplaten uitgeven (ik noem maar wat), hoeft het niet van tevoren vast te staan dat het Memorboek de wereld ingaat uitsluitend als relatiegeschenk of als jubileumcadeau. Je zou het Memorboek alleen al uit die zakelijke sfeer willen hebben vanwege de de masjïeach Deze week is bij Bosch Keuning te Baarn uitgekomen het Memor boek, platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middel eeuwen tot 1940, door Mozes Hei man Gans. Het is wat ze vroeger noemden een kloek boekwerk: 1100 illustraties, verdeeld over 848 pagi na's van 31 bij 24 centimeter, die samen een dikte van 6 centimeter opleveren. De prijs is ƒ79,50. De eerste druk, die goedkoper was, is inmiddels uitverkocht. deftig, reactionair gezelschap, waarin Da Costa bleef dwepen met zijn sjieke jood se komaf om maar in deze kring van „vele dubbele namen" erkenning te vin den (pag. 343). Kenmerkend voor de toon van het boek is ook de manier waarop Rembrandt ter sprake komt. De heer Gans stelt nuchter vast dat het best mo gelijk is dat Rembrand! ver van de joden afstond en ze alleen als objecten voor zijn kunst zag, maar staat er dan „met zijn machtig talent heeft hij onze voorouders vereeuwigd" (pag. 70/71). Boven het voorwoord heeft de heer Gans (54 jaar, juwelier-antiquair aan het Rokin in Amsterdam) gezet: In de wacht kamer van de masjieach (messias). Hij deed dit omdat in de ruim drie eeuwen die zijn boek bestrijkt, het hier naar het woord van professor Mönnich „goed wachten was op de verlossing". De toe stand van de joden in ons land was min der ideaal dan vaak gesuggereerd is, maar wel was het anders dan overal el ders, zegt de heer Gans. Deze paar zinnen uit het voorwoord geven, dunkt me, de toon aan van dit kostbare en voorname boek. Ongehaast en eerlijk wordt, na ongeveer een kwart eeuw van zorgvuldige voorbereiding, aan de hand van meer dan duizend afbeeldin gen de geschiedenis van de joden in Ne derland verhaald. Eerlijk is iets anders dan objectief. Het gaat in dit Memorboek om mensen temidden van wie de voor ouders en de ouders van de heer Gans geleefd hebben, het gaat om mensen met wie hijzelf is opgegroeid. Achter de kalm te die je in het Memorboek van Mozes Heiman Gans ontmoet, speuren we steeds de rechtstreekse betrokkenheid van de verzamelaar-auteur. In dit verband lijkt het me aardig om in déze' krant te signaleren dat de heer Gans het réveil op z'n best ziet als een Deze betrokkenheid, die zich op grote afstand houdt van lawaaiige zinnen of drukke commentaren, geeft spanning aan het boek, tilt het uit boven een (overi gens: magnifieke) verzameling platen met bijschriften. Trouwens, de heer Gans heeft méér gedaan dan teksten leveren bij de illustraties en als voorbeeld atten deer ik op zijn uiteenzetting in het hoofd stuk over het (vooroorlogse) verval van de kleine gemeenten: de orthodoxen trok ken naar grotere gemeenten omdat door de teruggang van het kindertal de sjoel- dienst in gevaar kwam, en de niet-ortho- doxen gingen weg om met hun liberale opvattingen niet op te vallen of te prikke len en de eerste joden die in Amster dam op zaterdag hun winkel openden, waren dan ook geen Amsterdammers van geboorte. het De snel in aantal toenemende wereld- stelt bijzondere eisen aan de Er zijn steeds hogere opbreng- nodig om de vele hongerige monden voeden. Daarom is het noodzakelijk dat De n isoogsten worden voorkomen en ziekte- ebied erschijnselen zo snel mogelijk worden her- »°betr !nC* °m ver''es van °°9st te beperken, "arms e mens alleen is niet meer in staat deze sbed evaren te bezweren en heeft daarom drin- bend hulp nodig van de techniek. Boeiende ontwikkelingen, curieuze za ken, interessante bijzonderheden, trieste ook.... ze wisselen elkaar organisch af in het Memorboek. In de gouden eeuw gaf de aantrekkingskracht die het jodendom op sommige van de sterk bijbels georiën teerde Hollanders uitoefende, de gerefor meerde kerk nogal wat zorg, maar toen de rechtbank in Hoorn twee mannen ver oordeelde om levend verbrand te worden de één, van doopsgezind jood gewor- De schoonmaak voor pesach (pasen). Uit "Philologus Hebraeo Mixtus" van Leusden (Utrecht, 1682), oudst bekende etsen omtrent het joodse leven rijn Nederland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 17