wil zich voortaan als t neger behandeld zien voor kampeerders Boeren willen meer vrijheid ZATERDAG 9 OKTOBER 1971 -#■ Voedseluitdeling in rijk Zuid-Afrika groep die andere rassen zo onnodig hard be handelt, alleen maar vanwege een donkere pig- mentatie van hun huid. Ik schaam me dat ik als blanke de vruchten kan plukken van uitbuiting. Ik schaam me dat het een misdaad is voor niet-blanke mannen en hun echtgenoten samen te leven, omdat de een geen pasje heeft om in het gebied van de ander te komen. Ik schaam me dat zovelen van mijn niet-blanke mede-Zuidafrikanen In honger leven, terwijl mijn blanke huid me ervan verze kert veel te hebben. Ik schaam me dat mijn me- de-Zuidqfrikanen In het wilde weg gearresteerd kunnen worden, omdat zij niet voldoende offi ciële papieren hebben om als menselijke we zens te leven. Ik schaam meo in hemels naam. u moet dezelfde schaamte hebben om een miijoen anderen redenen. Daarom wil Ik een einde maken aan deze die pe schaamte en mijn schuldgevoel. Ik wil één van de uitgebuiten, vernederden, gedegradeer- den worden, een niet-blanke. zodat ik tenminste hun vloek kan delen. Bovendien wil Ik dat mijn kinderen mij geloven, als ik zeg dat ze niet ver schillend zijn van andere menselijke wezens. Ik begrijp de volledige gevolgen, als mijn verzoek wordt toegestaan. Ik zal een pasje moeten hebben, ik kan verbannen worden van het gebied waar ik woon, Ik zal in honger leven. Ik zal moeten werken voor een fooi, ik zal het laatst geholpen worden in de winkels, ik zal niet in een bus kunnen stappen, omdat ze te vol zijn, terwijl er blanke plaatsen onbezet zijn, ik zal gearresteerd worden zodra een blanke poli tieagent daartoe behoefte gevoelt. Ik zal nede rig moeten zeggen 'Ja, baas' tegen iedere blanke, ook al zal hij mij als een hond behandelen, ik zal geen stemrecht hebben en geen stem hebben over mijn toekomst, ik zal volledig onderworpen zijn aan de genade van mijn blanke Meesters, enzovoort. Maar het kan me niet schelen, ik ben geheel bereid mijn huid donker te maken. Excellentie, ik bid dat u mijn verzoek zal in willigen zodat we eindelijk de wereld kunnen bevyijzen, dat we Inderdaad een werkelijk de mocratisch land zijn, waar de rechten van het individu worden gerespecteerd. Met de meeste hoogachting, LIONEL ATTWELL Lionel Attwell, 32 jaar, is een Zuidafrikaanse jour nalist en schrijver. En hij is blank. Dat zou er niets mee te maken moeten hebben, maar in Zuid-Afrika heeft dat er alles mee te maken. Attwell kreeg daar schoon genoeg van en hij heeft de minister van binnenlandse zaken van zijn land, T. J. A. Gerdener, een open brief gestuurd, waarin hij vraagt om voortaan als 'bantoe' door het leven te mogen gaan. Op indringende manier schrijft Attwell hoe hij er toe gekomen is dat te vragen. Wij drukken zijn brief hieronder volledig af. Je moet er inderdaad geweest zijn om zo aangrijpend het leven van alle dag te kunnen beschrijven in het 'zonnige' Zuid- Afrika. Lionel Attwell is een van de bekendste journalis ten van Zuid-Afrika. De afgelopen zeven jaar werk te hij voor de Sunday Times, de grootste krant van dat land. Onlangs nam hij ontslag, omdat hij het niet langer verdragen kon een salaris te verdienen dat in geen verhouding stond tot wat de overgrote meerderheid van zijn zwarte landgenoten verdien den. Attwell is de zoon van een Afrikaans spreken de politieman. Hij is getrouwd met een Engelse vrouw en heeft twee kinderen. Zij wonen in de buurt van Johannesburg. Attwells afkeer van de apartheidspolitiek dateert niet van vandaag of gisteren. In 1961 werd hij al eens gearresteerd toen hij de eerste zitstaking orga niseerde in een 'blank' restaurant waar men hem en zijn Afrikaanse vrienden niet had willen bedienen. In de loop van het proces dat toen tegen hem ge voerd werd, trok de staat echter de aanklacht in. Ik zit met een zeer persoonlijk probleem en hoop in alle bescheidenheid en met ver- huldigde hoogachting dat u enige tijd zult innen vinden om er uw aandacht aan te be iden. Ik besef dat u het erg druk hebt met t wegnemen van verwarring in dit verwarde id. Maar ik geloof dat u het met mij eens zijn dat mijn probleem betrekkelijk een- udig is. Mijn probleem is dit: ik ben geboren en ge- gen Zuidafrikaan en ik ben plotseling tot het sef gekomen dat ik al vanaf mijn geboorte jd automatisch geclassificeerd ben als 'blank', .ider dat iemand mij zelfs heeft geraadpleegd, arom vraag ik u hierbij om officiële toestem- ig tot her-classificatie als een 'niet-blanke' lidafrikaan. Zoals Ik hiervoor al opmerkte is probleem werkelijk heel eenvoudig. Ik een blanke Zuidafrikaan en ik wil geen ce Zuidafrikaan zijn. Ik wil een niet-blanke afrikaan zijn. Ik hoop dat mijn aanvrage uw sympathie en grip kan wegdragen en dat u uit mededogen staat zult zijn mij te her-classificeren als een t-blanke. Het kan mij echt niet schelen tot Ike niet-blanke raciale groep u mij zult willen ssificeren, maar ik zou er eerlijk de voor aan geven een 'bantoe' te zijn. Ik moet ereerst uitdrukkelijk stellen dat ik u niet nader met enig politiek geïnspireerde beweeg- len, maar zuiver op grond van mijn eigen sitie als menselijk wezen. Ik heb er meer dan noeg van steeds in tegenspraak te moeten ren met mijn geweten, ook al heeft deze renswijze de goedkeuring van de staat. Ik ben er zeker van dat u zult toegeven dat als een vrije Zuidafrikaan, die in een demo- itie leeft, de vrijheid en het recht behoor te bben persoonlijk uit te maken tot welke raci- groep ik verkies te behoren, omdat per slot rekening de meesten van ons Zuidafrikanen percentage kleurlingenbloed hebben, dat scholen achter onze blanke huid. door onze eren stroomt. Ik reken er daarom bij voorbaat dat u eerbied zult hebben voor mijn indivi- ile rechten als burger en mijn aanvrage inwilligen. Kis burger, die de wet eerbiedigt, aanvaard i volledig dat ik binnen de wetten van het ind moet leven, hoewel ik ze racistisch en ook nderszïns afschuwelijk vind. Daarom voel ik ie genoodzaakt u ervan op de hoogte te stel- •n waarom ik het plotseling zo noodzakelijk nd me als niet-blanke te laten classificeren. moet herhalen dat mijn verzoek op geen ikele wijze politiek gemotiveerd is. Ik heb en belangstelling voor het mensen-spel dat litiek wordt genoemd en ik ben op geen kele wijze betrokken bij of verbonden aan n politieke partij, opvatting of politieke theorie. k wil u niet vervelen door uitvoerig in te gaan het waarom van mijn gevoel, dat ik plotseling loefte heb aan het opgeven van mijn blanke gerschap en me tot niet-blanke wil laten -classificeren. Ik zal u slechts de meest rkante punten geven zodat u het volledig zien in termen van een individu, dat in over- istemming met zijn geweten wil leven. let begon allemaal vier weken geleden, kort lat ik was teruggekeerd van een verblijf in razliand, waar ik me vrij van rassenkwesties teruggetrokken om een boek te schrijven, zat met mijn achtjarige zoon Jimmy en mijn ejarige dochtertje Tessa in mijn gedeukte idrover toen we bij een café stopten in de :lusieve voorstad van Johannesburg. Lynd- st. Ik behoef u niet te vertellen dat deze irstad de niet-exclusieve Afrikaanse sloppen- k Alexander omringt. let was een prachtige dag, waarbij de warme hem trachtte uit te leggen, dat was alleen maar te verwachten omdat ze er zeer hongerig uit zagen, hetgeen in de eerste plaats geheel de 6chuld van ons blanken is. Dat ze nietsnutten waren, komt omdat hun ouders niet de noodza kelijke schoolgelden op konden brengen en bovendien, hoe durfde hij de moed te hebben hen te arresteren omdat hun gezichten hem niet aanstonden. En ais hij wel de moed had, hoe durfde hij hen te arresteren op zo'n barbaarse wijze? Ik vroeg hem toen zijn officiële papie ren te tonen, die hem het wettelijke recht gaven te patrouilleren in de nabijheid van de Afrikaan ma's weten waar ze waren, toen ze niet terug keerden van de winkel. Hoe konden ze op die manier gearresteerd worden en gekwetst wor den. als ze alleen maar cola dronken? En zo voort en zo voort. De enige vraag van mijn kinderen, die ik met enige zekerheid kon beant woorden, was dat zij niets te vrezen hadden, dat de politie nooit zou durven hen te arres teren, omdat hun huid blank is. Maar dat kon den ze niet begrijpen. En tenslotte verklaarde kleine Jimmy: "Maar vaderr het waren kleine jongens, zoals ik. Waar om liet je toe dat de politie hen op die manier arresteerde?" .Met een gevoel van schaamte antwoordde ik: 'Er is niet veel, dat ik kan doen, zoon.' Hoe zou u uw kinderen geantwoord heb ben? Dit incident, dat nagegaan kan worden bij de politie in Lyndhurst en bij een aantal volwassen getuigen, was, meneer de minister, de climax van een geheel leven, vol. tjokvol met soortge lijke incidenten, waarvan zowel ik als mijn Kin deren getuigen waren. Ik ben het moe hen uit te leggen dat in Zuid-Afrika onze blanke huid ons een superieur ras maakt en dat de zwarte huid van de kleine zwarte meisjes en jongetjes hen tot vuilnis maakt. Bovendien, ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien in het geloof dat zij supe rieur zijn aan andere menselijke wezens. Maar hoe kan ik hen dat doen begrijpen, als alles in onze maatschappij me voor een leugenaar uit maakt? En begrijpt u me niet verkeerd, meneer de mi nister, als ik zeg dat ik me schaam om een blanke Zuidafrikaan te zijn. Ik ben niet be schaamd een Zuidafrikaan te zijn. Noch ben ik beschaamd over mijn blanke huid. In feite ben ik er trots op eerr Zuidafrikaan te zijn, ik bedoel ik ben er trots op dat dat fantastische land mijn thuis is. se dorpjes en in het wilde weg kleine Afri kaanse kinderen te arresteren. Iedere verdere discussie werd door hem ab rupt beëindigd door mij naar mijn naam en adres te vragen en me te vertellen dat ik later nog wel van hem zou horen. Maar natuurlijk ge beurde dat niet. Hij wist dat hij me nooit zou kunnen arresteren omdat diep in hem hij zijn ei gen gedrag niet moreel kon rechtvaardigen. Toen hij woedend wegreed met zijn mense lijke vracht, keerde ik terug naar mijn eigen kinderen, blank en vrij. Mijn kinderen waren nog steeds in een staat van shock en in een stort vloed van woorden stelden ze eindeloos vra gen. die ik niet kon beantwoorden, maar mis schien kunt u dat? Wat zal er nu met die kleine kinderen gebeuren? Zullen hun papa's en mam- Ik heb zelfs mijn blanke mede-Zuidafrikanen lief, omdat zij oprechte mensen zijn, in het bij zonder de Zuidafrikaanders die altijd gestreden hebben voor hun eigen vrijheid en onafhanke lijkheid. Ik aanvaard dat mijn mede-Zuidafrikanen min of meer het slachtoffer zijn van hun eigen angst en hebzucht en dat deze angst zich uit in rassenhaat en geweld. Maar wanneer ik ver klaar dat ik me niet schaam voor mijn blanke huid, moet ik erop wijzen dat ik me er wel voor schaam dat ik wettelijk geclassificeerd ben als een "blanke" Zuidafrikaan. Waarom? Alleen omdat het recht te delen in de geweldige voortbrengselen van dit rijke, land, het recht te leven in vrede en tevredenheid, ontzegd wordt aan mijn niet-blanke mede-Zuid- afrikanen. Ik ben beschaamd dat ik automatisch geclassificeerd ben als behorend tot een rassen- winterzon mijn blanke huid verwarmde en ik voelde hoe groots het was om te leven. U kent dit heerlijke gevoel wel dat je krijgt in het zon overgoten Zuid-Afrika. wanneer het zelfs mo gelijk is te geloven dat er vrede en welwillend heid tussen alle mensen bestaat. Mijn kinderen waren opgewonden omdat ik hen als een speciale attractie een zeldzame en kolossale ijsco had beloofd. Alles leek rustig, vredig en normaal en het leven leek prachtig en de moeite waard. Buiten het café had zich een aantal Afrikaanse negerkindertjes verzameld die opgewonden een flesje coia met elkaar deelden. Zij waren ge middeld ongeveer zeven tot acht jaar oud. Vol gens de traditie van ons welvarende land droe gen zij geen schoenen en hun voddige, ge scheurde kleren onthulden de als normaal aan vaarde uitstekende ribben, als gevolg van honger. Maar het waren desondanks louter kleine jongens die van een cola genoten in de zon van een lome middag. Het ging op een ma nier zoals jongetjes overal ter wereld van een cola kunnen genieten. Maar plotseling als een bomexplosie kwam een overvalwagen van de politie vlakbij gierend tot stilstand en verscheidene politie mannen sprongen er uit. Ik keek verbaasd naar de Witte handen van de Wet, die zonder vragen te stellen deze jongetjes grepen alsof ze gevaarlijke misdadigers waren, die v/egens moord, brandstichting, verkrachting of andere verschrikkelijke misdaden op de vlucht waren. Ik aanschouwde het met een gevoel van onge loof dat dit op een vredige zonnige middag in mijn land gebeurde De jongetjes werden met gebruik van een geweld dat mijn kinderen van afschuw deed gillen, letterlijk achterin de politie-auto gegooid. Twee van hen, die de moed hadden te ontsnap pen,werden met hun hoofden tegen elkaar ge slagen en hun armen werden omgedraaid tot dat ze het uitgilden van angst en pijn. Ook zij werden in de auto gesmeten als honden die met hondsdolheid zijn besmet. De deur van de auto werd hard dichtgeslagen en op slot gedaan. In de auto zag ik de kleine zwarte gezichten, waarover tranen van woede en angst stroomden en ik kon zien dat zij in hun onschuld niet konden bevatten wat er aan de hand was. En gebeurde dit wel werkelijk? Ik moest mezelf dat voortdurend vragen. Het was op dit moment dat mijn gevoel van schaamte om een blanke Zuidafrikaan te zijn, die verantwoordelijk is voor dit onmenselijke gedrag, groeide in de diepte van mijn geest, als een kankergezwel. Wat het Incident zelf nog verschrikkelijker maakte was het feit dat ik wist, dat het niet zomaar een geïsoleerd incident was. Ik was getuige geweest van dergelijke raciale aanvallen op de menselijkheid gedurende mijn hele leven, maar het was pas nu dat de volledige omvang van hun verschrikking me trof. Ik ging naar de politieman toe, die de leiding had. Ik wist dat ik mijn tijd verspilde, omdat ik wist dat alles wat ik zou doen of zou zeggen niets zou veranderen in een land, waar rassen haat een manier van leven is, een geaccepteer de levenswijze is, een moraal. Maar ik was met mijn kinderen en dat overtuigde me er eens en temeer van dat ik moest bemiddelen, omdat ik wist dat Afrikaanse ouders, die getuige zouden zijn van een soortgelijke barbaarse behandeling van mijn kinderen, ook bemiddeld zouden heb ben. Maar natuurlijk zou het mijn kinderen nooit overkomen. Zij zijn volledig beschermd door de blankheid van hun blanke huid. Ik vroeg de hijgende politieagent, wat hij in hemelsnaam dacht wat hij deed, en zoals altijd, begon hij me te dreigen met onmiddellijke arres tatie wegens het interveniëren bij de uitvoering van zijn plicht. Ik vroeg hem over welke plicht hij sprak en hij noemde mij een vuile communist, hetgeen eveneens verwacht kon worden. Ik zei dat hij beter stoppen kon mij met arres tatie te bedreigen, en me werkelijk arresteren, maar natuurlijk beschermde mijn blanke huid mij afdoende, vooral ook omdat ik niet geïnti mideerd was door zijn blufferige manier van optreden. Hij, als zijnde een menselijk wezen, begon een beetje beangst te worden door mijn aanval op zijn gedrag en hij begon te proberen het tegenover mij te rechtvaardigen. Ik begreep het niet, zei hij wat meer beschaafd. Deze kaf fer-kinderen waren allemaal dieven en rovers en nietsnutten en potentieel gevaarlijke misda digers en hij probeerde mij, een blanke, alleen maar te beschermen tegen dingen, die ze zou den kunnen doen. Ik hoefde alleen maar naar ze te kijken om te'zien hoe gevaarlijk ze waren, zo zei hij. Ik keek naar hen en ze zagen er erg hulpe loos en onschuldig uit. Misschien stalen zij uit auto's of rolden ze handtasjes, maar zoals ik LIONEL ATTWELL SCHREEF BRANDBRIEF AAN MINISTER door Dick Ringlever voorzitter Baay. „Dit zijn geen oirbare middelen meer om strijd te voeren. Als we ons er wat van zouden aantrekken, zouden we ons beledigd moeten voelen. Gelukkig zijn we nogal nuchter en zullen we geen demagogie tegenover demogagie stellen". De actie van de boeren (de Recron spreekt over pressie) heeft de campingbeheerders echter wél in beweging gebracht. Meer dan voorheen dringen zij nu aan op de spoedige invoering van een landelijke kampeerwet. Een plan, dat al jaren bestaat, maar dat eveneens jarenlang in de ijskast heeft gelegen. Doel van deze wet is uniforme regels op te stellen voor het hele land. Op het ogenblik zijn die er nog niet. Weliswaar hanteren gemeenten en provincies voor hun verordeningen de modelregels van de Neder landse Kampeerraad (een semi-overheids-advies- lichaam), maar omdat deze veelal worden aangepast aan plaatselijke omstandigheden, ontstaan vaak gro te verschillen. Zolang die wet er nog niet is, wil de Recron be vriezing van de huidige toestand. Dat wil zeggen, dat zij het verlenen van nog meer ontheffingen aan vrije boeren verboden wil zien. Op dit punt vindt zij de Stichting Vrije Recreatie aan haar zijde. Ook zij is wel bereid tot bevriezing, maar dan alleen als nieuwe regels in het vooruitzicht worden gesteld. Régels, waarin ruimte wordt gelaten aan de boer. Van den Berg daarover: „Wij willen in die wet-een bepaling, die boeren het recht geeft tenminste vijf caravans of tenten op hun erf te laten zetten. Daar naast moet er voor boerderijen met grotere boom gaarden een soepele ontheffingsregeling komen voor een maximumaantal van bijvoorbeeld 25. Als daar bij voorwaarden worden gesteld ten aanzien van sanitair en landschapsschoon vinden wij dat best, want met chaotische toestanden zijn ook wij niet ge baat. Maar dan moeten die wél zijn aangepast aan de omvang van het bedrijf". Of die wet er spoedig zal komen, lijkt overigens twijfelachtig. Weliswaar is een commissie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Neder landse Kampeerraad en de Recron (de vrije boeren zitten er NIET in) al geruime tijd bezig met het op stellen van een voorstel, maar bij de Kampeerraad rekent men er niet op, dat dit binnen twee jaar zal resulteren in een nieuwe wet. De raad wil er zelf trouwens óók niet zo'n haast mee'- maken, omdat men eerst wil peilen hoe sterk de behoefte aan zo'n wet is. Vandaar, dat onlangs een enquête werd ge houden. Ook de ANWB ziet er nog weinig in de hele zaak onder één wetgeving te brengen. Een woordvoerder: „Deze materie heeft zoveel raakpunten met de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening, dat het wel erg ge compliceerd wordt als je daar nog eens een andere wet naast gaat maken". De bond voelt meer voor aanpassing van de huidige regels; in die zin, dat ook de vrije boeren kansen worden geboden. Men stelt dit zo omdat gevreesd wordt, dat de houders van kampeerpaspoorten in de knel komen, wanneer het kamperen op de boerderij aan banden wordt ge legd. Dit document voor het verkrijgen waarvan de kampeerder eerst een examen moet afleggen, geeft het recht overal de tent op te zetten, mits de ter reineigenaar dat goed vindt. Overigens heeft de praktijk geleerd, dat die pas poorthouders zeker niet de belangrijkste groep vor men, die aan het boerenerf de voorkeur geeft boven de officiële camping. Van den Berg „Het zijn veelal de gewone kampeerders. Mensen, die rust zoeken. Op de grote campings vinden zij die meestal niet. Anderen laten de lagere tarieven de doorslag geven. Vooral voor de kampeerders, die een staanplaats voor een heel seizoen huren, is dat een belangrijk argument Onze richtlijn is een gulden per vierkante meter, wanneer 200 a 300 meter tegelijk wordt ge huurd. Dat komt per seizoen neer op zo'n 300 gulden. De officiële campings komen daar meestal ver bo venuit. Ik schat, dat je daar per seizoen gemiddeld ruim duizend gulden kwijt bent En dan heb je een veel kleiner stuk grond. Ik begrijp best. dat dat de heren van de Recron niet lekker zit". Hoe groot het aantal kampeerders is, dat recreatie op de boerderij zoekt, kan Van den Berg niet bij benadering zeggen. „Ik weet alleen, dat de belang stelling snel toeneemt. Als een boer in de Beemster één advertentie in Amsterdam plaatst, zit hij ge lijk voor het hele seizoen vol. Als je dat merkt, vraag je je wel eens af waaróm wij zo worden ge boycot". Meerkerkse veehouder Willem van de die vorig jaar augustus in het nieuws ffam doordat hij kampeerders tegen betaling i tentje op zgn land had laten opslaan, is week opnieuw voor het voetlicht geze*- naal niet door nachtbrakende veldwach* rs, maar door 700 in de Recron (organisatie |or recreatieondernemers) verenigde officiële mpingbeheerders, voor wie de toenemende ngstelling voor het vrjj kamperen op de ferderij steeds moeilijker te verteren lijkt. n een telegram aan de staatssecretaris van CRM de organisatie vorige week chaotische toestanden de kampeerwereld te vrezen als aan deze ont- kkeling niet snel een einde wordt gemaakt. Op een ■sconferentie, deze week, deed voorzitter G. Baay ir nog een flinke schep bovenop door te spreken ;r een „desastreus effect". let was de eerste maal, dat de Recron zó fel uil hoek kwam. Zij had dat al veel eerder willen en, maar had daarvan steeds afgezien omdat, zo- voorzitter Baay het uitdrukte, „je daarmee die ie boeren alleen maar extra publiciteit bezorgt", Dat men nu over dat bezwaar is heengestapt, vindt i oorzaak niet in de laatste plaats in de wijze, arop de boeren zélf aan de weg zijn gaan timme- i. Want ook zij hebben intussen een organisatie lebouwd (de Stichting Vrije Recreatie met 350 en) en de wegen naar autoriteiten gevonden. Het ultaat daarvan de verlening van een toenemend ital ontheffingen op gemeentelijke- en provin- le kampeerverorderingen en als gevolg daarvan t een groeiend aantal kampeerders, dat de rust het boerenerf verkiest boven jool en drukte de officiële camping. iat prikt de Recron. „Niet zozeer vanwege de icurrentie", zegt Baay. die verwachten wij niet maar wél omdat hier een stuk rechtsongelijkheid RDEN ?nts*aan. Het is toch wel een vreemde zaak, dat iciële campings door de gemeente vaak wordt ver- Jen uit te breiden omdat er op hun nieuwe per en een bestemming zou liggen, terwijl vrije boe wél toestemming wordt verleend kampeerders hun terrein te ontvangen". Waarmee hij in de eerste plaats kritiek oefent op gemeentelijke en provinciale overheden, die de vrije boeren té gemakkelijk ontheffing zouden ver lenen voor de stringente bepalingen in de verorde ningen. Ontheffingen, die voor de boeren noodzakelijk zijn. omdat zij niet künnen voldoen aan de regels, die deze verordeningen stellen. Met name niet waar het gaat om de sanitaire voorzieningen. Veehouder Van den Berg: „Wij kunnen er nooit aan beginnen betegelde washokken te bouwen om maar één voorbeeld te noemen daarvoor zijn onze recreatiebedrijfjes te klein. Voor een hand vol kampeerders kan je nu eenmaal niet op dezelfde schaal voorzieningen treffen als de grote campings, die honderden mensen tegelijk moeten opvangen. Voor ons is de recreatie maar een nevenbedrijf en geen broodwinning.Maar ik daag iedereen uit waar te maken, dat het bij ons een smeerboel zou zijn. Al werken wij dan in het klein, het ontbreekt de kam peerders aan niets, zelfs niet aan douches". Hij gaat zelfs verder door te stellen, dat de accom modatie op de boerenerven beter is dan die op de officiële terreinen. „Om acht uur kun je daar nog wel naar het toilet, maar kom er eens vier uur later door het intensieve gebruik zijn ze dan vaak al zo vies, dat je beter het bos in kunt". Een constatering, die hij eerder al op papier zette. Hij sprak toen over „overvolle stinkende officiële campings". De Recron (waarbij overigens maar de helft van de officiële campings is aangesloten) is mede daardoor wat geïrriteerd geraakt., blijkens de uitlatingen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 13