Kuiterts Schietschijf
of gesprekspartner?
I
TAFELTJE DEK JE
UIT TOVERKAST
SCHUTTER
EN SCHIJF
ZATERDAG 2 OKTOBER 1971
„De theologie van Kuitert wordt druk besproken in Nederland", zegt de christelijke gereformeer
de prof. dr. W. H. Velema. Hij noemt haar „een aanpassing aan het moderne voelen en denken".
Vandaar de titel van zijn boek: „Aangepaste theologie" (uitg. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam;
prijs: 10,-). Prof. Berkhof heeft eens gezegd, dat Kuitert ongewild een symbool, een leuze, een
strijdkreet en een schietschijf is geworden: „Van Urk tot Grand Rapids is de vraag: wat dunkt u van
Kuitert, het eenvoudigste middel geworden om bokken en schapen te scheiden." Voor prof. Velema
is Kuitert een schietschijf. Hij laat ons niet in het onzekere: Kuitert behoort niet tot de schapen, maar
tot de bokken. Velema bestrijdt Kuitert en voor deze bestrijding heeft hij een bepaalde methode. Ge
bruik makende van deze methode zou ik een hele serie boeken kunnen^schrijven over alle mogelijke
theologen, om deze als bokken van de schapen te scheiden. Ik noem enkele namen van niet meer
levende theologen: de oude prof. Gunning, Van der Leeuw, Korff, Noordmans, Barth, Brunner, Nie-
buhr, Van RulerDezen zijn allen, ieder op eigen wijze, hun leven lang bezig geweest met de
zaak, om welke het ook Kuitert te doen is; een uiterst riskante maar noodzakelijke zaak. Ze wilden
allen het bijbels getuigenis voor ons vertolken en zo het klassieke, traditionele en bekende anders
zeggen, om in dat andere hetzelfde en dus niet iets anders te zeggen.
Persoonlijk voel ik mij het meest aan
getrokken tot Gunning, Noordmans en
larth. Gebruik makende van de methode
van Velema zou het mij niet moeilijk vallen,
over deze drie een boek te schrijven onder
de titel „Aangepaste theologie", om de
gemeente tegen hun theologie te waar
schuwen als tegen „een synthese tussen
openbaring en modern denken", waarin
„God niet het eerste en laatste woord
heeft en de mens gaat heersen over de
Gods openbaring". Dat boek zal ik niet
ichrijven, omdat ik de methode van
Velema niet verantwoord en voor de
theologie en de gemeente noodlottig vind.
Bepaald karakter
Betekent dit, dat ik alles wat Velema
schrijft zonder meer afwijs? Stellig niet.
lij stelt aan Kuitert telkens vragen, die
ook ik aan Kuitert zou willen stellen en
komt met bezwaren, die ik deel. Maar bin
nen het raam, waarin hij dat doet, krijgen
lijn vragen en bezwaren een bepaald
tarakter, die mijn vragen en bezwaren niet
hebben. Kuitert is voor Velema niet een
[esprekspartner, maar een schietschijf. Voor
mij is hij geen schietschijf maar een ge
sprekspartner. Waarom? Omdat de zaak,
om welke het hem te doen is, ook mijn
aak is, zoals ze de zaak van de mij ge-
ioemde theologen was. Die hebben er hun
even aan gewijd, hun studie en hun gebed.
In het boek van Velema heb ik op geen
itgËenkele bladzij kunnen ontdekken dat deze
tak ook voor hem een zaak van studie en
tbed is. Dat neem ik hem niet kwalijk,
idat dit bij zijn bijbel- en Godsbe-
.jouwing onmogelijk is. Als zijn be-
»n. [tfhouwing de mijne was, zou ik mij om
die zaak ook geen ogenblik druk maken.
IDan is zij een volstrekt onbelangrijke;zaak
u"len zuTlen wij er goed aan doen; "dat "eerlijk
T- uit te spreken.
t Grensoverschrijders
Mij is gevraagd het boek van Velema en
iet het theologische werk van Kuitert te
espreken. Dat heeft voor mij een voordeel.
2 behoef mij niet voor of tegen Kuitert
it te spreken. Daar is trouwens niemand
ïee gediend en ik heb er geen zin in. Ik
'ens niet geannexeerd te worden door de
ïrontrusten en evenmin door de Kuitert-
ipporters. Het is mij te doen om de zaak,
e de door mij genoemde theologen ter
harte ging, die ook Kuitert en mij ter harte
gaat en die het niet verdraagt, dat wij
degenen, wien zij ter harte gaat voor hon
derd procent bijvallen of afvallen, maar er
alleen mee gediend is, dat we met haar
bezig zijn en elkaar niet als schietschijven
maar als gesprekspartners beschouwen.
Volgens Velema begint de vrijzinnigheid,
waar men het moderne levensgevoel ep
denken een eigen plaats naast de bijbel
toekent en zoekt naar een synthese tussen
ons denken en de openbaring en hij meent,
dat er in gereformeerde kringen zijn, die
op deze wijze de grens naar de vrijzinnig
heid overschrijden. Kuitert is voor hem de
representant van deze grensoverschrijders.
Jaren geleden heeft een vrijzinnig theo
loog een dik boek over Kuyper geschreven.
Gebruik makende van de methode van
Velema bewees hü, dat Kuyper van de
gereformeerde traditie vervreemd was en
de grens naar de vrijzinnigheid overschre
den had. Van prof. Bavinck heeft prof.
W. J. Aalders eens gezegd, dat deze in zijn
theologie steeds het verband zocht tussen
het specifiek gereformeerde en het alge
meen christelijke en tussen het specifiek
christelijke en het algemeen menselijke.
Aalders waardeerde dat, maar voor vele
gereformeerden was dit nu juist een reden
tot verontrusting.
Waarom ik dit verleden in de herinne
ring terugroep? Omdat Kuyper en Bavinck
beiden in hun tijd van grensoverschrijding
in de richting van de vrijzinnigheid be
schuldigd werden op een wijze, die gelijk
is aan die waarop Velema Kuitert voor de
rechtbank der rechtzinnigheid daagt.
Te gecompliceerd
De vraag naar de verhouding tussen
bijbel en wetenschap, wijsbegeerte, cultuur
is te gecompliceerd om er op de wijze,
waarop Velema het doet, mee te werken.
Een eenvoudig voorbeeld. Prof. Velema zal
niet ontkennen, dat de bijbel werkt met
het wereldbeeld van Ptolemeüs. Denkt u
alleen maar aan het tweede gebod: de
aarde, de hemelen boven de aarde, de
wateren onder de aarde. Als we vóór
Copernicus hadden geleefd, zouden we in
die drie verdiepingen in de letterlijke zin
hebben geloofd. We leven echter na Coper
nicus. Dat we het in het tweede gebod ver
onderstelde wereldbeeld niet meer aan
vaarden, is niet een gevolg van bijbel
onderzoek. Het is ook niet zo, dat we open
baring door het moderne denken laten
bekritiseren. Welzijn eenvoudig yia de
- wetenschap tol "dé ontdekking gekomen, (fat
wat eeuwen lang als openbaring beschouwd
werd, ten onrechte als zodanig beschouwd is
geworden. De bijbelschrijvers konden echter
wat ze van God over de wereld vernomen
hadden niet in andere begrippen tot uit
drukking brengen dan in die van een voor
ons verouderd wereldbeeld.
Er is nog een belangrijk aspect. De bijbel
is zo'n rijk boek, dat geen enkele tijd zich
deze rijkdom toeëigent. Zelfs hele bijbel
boeken zijn in vele tijden dood kapitaal
geweest. Dit dode kapitaal kan echter in
een bepaalde tijd ineens levend worden,
niet omdat wij buiten de tijd om de bijbel
zitten te bestuderen, maar doordat zich in
het leven van de wereld ingrijpende ver
anderingen voltrekken, die ons verstaan
van de bijbel doorbreken of er een nieuwe
dimensie aan toevoegen. Dan gaan we de
bijbel weer anders lezen en verstaan. Ik
denk aan de tijd van het nationaal-
socialisme met zijn modern heidendom en
antisemitisme. Dan wordt dood kapitaal
weer levend.
Het is ook mogelijk, dat op het terrein
van wijsbegeerte en wetenschap bepaalde
gedachten worden uitgesproken, die ons op
het spoor brengen van door ons genegeerde
of verwaarloosde bijbelse noties. Ik geef
weer een voorbeeld: de filosofie van Bloch
met de daarin uitgesproken gedachten over
de toekomst en de hoop. Een theoloog als
Moltmann is mede door de filosofie van
Bloch op het spoor gekomen van de bijbelse
notie van de hoop. Velema zal toch niet wil
len ontkennen, dat de bijbelse toekomstver
wachting eeuwenlang in de theologie en de
prediking door kapitaal is geweest
Welhaast oneerlijk
Nu is ook in de theologie van Kuitert de
notie van de hoop en de toekomst in sterke
mate werkzaam. Hij heeft Moltmann en
Bloch gelezen. Wat zegt Velema daar nu
over? Niet: Kuitert is, Bloch en Moltmann
lezend, tot de ontdekking gekomen welke
geweldige betekenis de hoop in de bijbel
heeft! En dus: Kuitert bouwt de bybelse
gedachte van de hoop in zijn theologie in!
Velema zegt: Kuitert bouwt de moderne ge
dachte van de hoop in zijn theologie in. Kui
tert moet nu eenmaal met alle geweld de
bijbel door het moderne denken aanvullen.
Hij wordt door Velema niet verstaan, zoals
hij verstaan wil worden: vanuit zijn eigen
theologische veronderstellingen. Hij wordt
door Velema verstaan vanuit Velema's theo
logische veronderstellingen.
Soms brengt dit Velema ertoe Kuitert op
een welhaast oneerlijke wijze te bestrijden.
Kuitert heeft herhaaldelijk over de opstan
ding geschreven en, voorzover ik weet, het
door hem geschrevene nooit herroepen. Nu
kan men het artikel van Kuitert in „Voor
lopig" van januari 1970 niet zo gelukkig
vinden, maar ik acht het ongeoorloofd er de
door
dr. J, J. BUSKES
.n^TiooariOO
conclusie uit te trekken die Velema er uit
trekt: dat Kuitert de opstanding laat opgaan
in de betekenis die ze voor ons heeft. Aan
het begin van dit artikel zegt Kuitert im
mers heel duidelijk dat de opstandingsver-
halen een gebeurtenis van unieke aard ver
tellen. geheel in overeenstemming met wat
hij altijd heeft gezegd.
Het wordt nog erger wanneer Velema hem
laat zeggen dat we de opstandingsverhalen
niet moeten lezen als historische informatie,
terwijl Kuitert zegt dat we ze niet moeten
lezen als in de moderne zin historische in
formatie, hetgeen totaal iets anders is. Maar
ja. Kuitert moet en zal vrijzinnig zijn en het
gebeuren laten verdampen. Velema laat Kui
tert zeggen dat de traditie haar ontstaan en
voortbestaan dankt aan de betekenis van de
gebeurtenissen, terwijl Kuitert zegt dat ze
die dankt aan de gebeurtenissen in hun be
tekenis.
Op een analoge wijze zou ik kunnen rea
geren op wat Velema in verband met alle
mogelijke bijbelse en theologische thema's
van Kuitert citeert, deze citaten losmakend
uit het verband waarin ze voorkomen, om
ze daarna als vrijzinnig te kwalificeren. Hij
is nooit uit op een gesprek, hij is altijd op
zoek naar uitlatingen waarmee hij bepaalde
Veel menu's komen tegenwoordig geheel of ten dele uit de diepvrieskast. Produkten
die slechts een klein seizoen beschikbaar waren, zijn nu in een met vers vergelijkbare
staat het hele jaar door in de handel, of op te diepen uit de huishoud-diepvriezer. Per hoofd
van de bevolking eet de Nederlander per jaar 6,5 kg diepvries, in de Verenigde Staten eet
men 35 kg diepvriesprodukten per persoon per jaar. De vraag naar produkten met „inge
bouwd gemak" neemt toe.
De diepvriezer is vooral op het
platteland qeen luxe artikel meer.
Er is een qroot aanbod van diep-
11 vrieskasten en dito kisten; er zijn
✓«■dlepvrieskluizen waar men een lo-
3«ket kan huren. Kamerbewoners en
Jhuisvrouwen met een baan hebben
"jFtok in 't stadshuishouden de voor
telen van de diepvriezer ontdekt:
kood, vis en vlees, eenpansmaal-
Ijden, gebak, het ligt allemaal
..vers" in de diepvriezer. Je hoeft
minder te winkelen, kunt van voor
delige aanbiedingen profiteren, een
Jrotere hoeveelheid voor twee- of
driemaal inééns bereiden, twee of
drie cakes tegelijk bakken en dat
spaart allemaal tijd en werk.
Bovendien heeft de handel keus
uit 1200 diepgevroren artikelen van
ontbijt en lunch tot warme maaltijd,
Oebak, snacks, nagerechten en
complete maaltijden. In 1965 be
stond de omzet van een van de
conservenfabrieken voor minstens
54 procent uit spinazie en visfilets,
die eind 1950 noq slechts 36 pro
cent van de winkelverkoop uit
maakten. Het braadkuiken nam in 68
éénderde deel van de diepvries-
markt voor. zijn rekening. Voor
cantines is er een reeks van zestiq
complete schotels: soepen, vispro-
dukten, aardappel- en vleesproduk-
ten, snacks en desserts in de han
del. De kamerbewoner kan de één-
persoonsmaaltiid uitbuiten met een
diepvriezer. Er is een speciale pan
in de handel, waarin een alumi-
niumvorm past. In die pan kunnen
diepgevroren maaltijden op het qas
worden opgewarmd. Ook zijn er
vuur- en vriesvaste schalen te
koop, die uit de diepvriezer zo in
de oven kunnen.
Bij de qroeiende vraaa van de
consument qroeide de ontwikke
lingsstaf. De afdelina research
zoekt antwoorden op vragen zoals
hoe brena je een panade op de vis
en hoe qedraaqt zich een bepaalde
saus in een zekere conditie in
combinatie met een bepaald pro-
dukt? De ontwikkelingsafdeling van
Iglo heeft een staf van veertlq
mensen. Er werken o.a. koks. lera
ressen huishoudkunde, diëtistes,
landbouwtechnologen. levensmid-
delentechnoloqen, chemici, analys-
ten, verpakkingsdeskundigen en
administratief personeel
*n keuken en proeffabriek wordt
eindeloos geëxperimenteerd. Ze
vernemen de wensen van de con
sument via marketing en vertalen
die in termen van smaak, kleur,
houdbaarheid, combinatiemoqelijk-
heid, presentatie, verpakkinq, tech
nische uitvoerbaarheid.
Soms ontdekt men dat een prima
recept! ontwikkeld in de experi
mentele keuken, technisch niet te
verwezenlijken valt, of een te hoge
investering verqt. Produkten die de
fabriek verlaten, moeten tijdens
vervoer en opslag constant op lage
temperatuur, namelijk - 18 gr. C
worden gehouden. Zonder deze
koude-kettinq kan de diepvriesin-
dustrie niet bestaan.
Bij de aankoop van goede kwali-
tei diepvriesprodukten lette men
op een paar punten: Vitrine of kist
moeten schoon zijn, zonder dikke
rijplaag, die belemmert namelijk
het qoed functioneren van de con
servator. De pakken mogen slechts
tot een zekere hooqte In de vitrine
opgestapeld zijn. In goede kasten
is een streep die de maximale
laadhoogte aanqeeft. Pakken met
vochtplekken, bolstaande of uitge
zakte pakken geven aan dat de
voorstellingen, die - hij van Kuitert heeft,
aan de man probeert te brengen. Ik stop
daarom met detailkwesties, om mijn eigen
lijke bezwaren tegen de studie van Velema
tot uitdrukking te brengen en dat zo kort
mogelijk.
Ten eerste. Prof. Velema bestrijdt Kuitert
vanuit een bijbelbeschouwing die ik afwijs,
omdat ik niet aarzel haar fundamentalistisch
te noemen. Daarmee bedoel ik dat Velema
de bijbel en de openbaring Gods volstrekt
identificeert. In.de Schrift is de openbaring
van God gegeven. Toen de canon was vast
gesteld was het met de openbaring van God
afgelopen. Op de gesloten canon correspon
deert de afgesloten Godsopenbaring. De bij
bel is gelijk aan de Godsopenbaring. De
laatste is een gegeven, een datum. Er is een
letterlijke inspiratie en er mag geen onder
scheid worden gemaakt tussen de zaak om
welke het in de bijbel gaat (de persoon en
het werk van Jezus Christus) en de vorm
waarin de zaak tot uitdrukking wordt ge
bracht. In elk geval: de openbaring van God
aan ons mensen is afgesloten. Het heil is er.
Er hoeft niets meer bij. Het beslissende is
geschied. De rest is toepassing, geen open
baring.
Indien deze beschouwing over de bijbel
verantwoord is, gaat Barth onherroepelijk
voor de bijl. Dat is op zichzelf zo erg niet.
Wat wel erg is? Dat wij zo geen God meer
hebben, die zich nu in 1971 aan ons open
baart. God heeft gesproken, maar spreekt
niet meer. Wat Hij gezegd heeft, staat in de
bijbel. We hebben uitsluitend een God, die
zich heeft geopenbaard.
Neen, prof. Velema, ik zoek geen nieuwe
openbaringen (meervoud). Ik zoek altijd
weer, in mijn persoonlijk leven in samen
hang met het leven der gemeente, naar God,
die zich .ook nu. in het heden, openbaart.
Niet .los van de bijbel, maar in en door de
bijbel zoals deze ons, de gemeente, is mee-
gegeven op onze levensweg, 'Want óm
Nijhof te citeren iedereen blijven Gods
woorden vreemd behalve hem die ze van
God zelf verneemt. Wat is dat voor een God
die zich niet meer openbaart? Met de nieu
we berijming zing ik: „Ik hoop geen heil
dan Gij voor mij bewaart, ik snak naar 't
uur, dat Gij U openbaart." Er is geen afge
sloten openbaring. Er is alleen een God die
Zich heeft geopenbaard. Zich openbaart en
Zich zal openbaren.
Godsopenbaring
Ten tweede. Maar dan is openbaring ook
iets anders dan het geheel van een aantal
waarheden die we in de bijbel vinden. God
openbaart Zichzelf in Jezus Christus, van
wien de hele bijbel getuigt: gisteren, en he
den dezelfde, die is en die was en die komen
zal. Er is geschied, maar ook: er geschiedt,
en: er zal geschieden. Het heil is niet af.
Jezus Christus is het die gestorven is. ja
wat meer is: die is opgestaan, wat nog meer
is: die gezeten is aan Gods rechterhand, en
wat nóg meer is: die komen zal! God heelt
nog niet alles gezegd en nog niet alles ge
daan.
Ik spreek niet over een nieuwe openba
ring, maar wel over een openbaring die al
tijd nieuw is. De bijbel op zichzelf, buiten
de heilsgeschiedenis om, als gegeven: enkel
Prof. dr. W. H. Velema
Prof. dr. H. M. Kuitert
een verzameling geschriften, is geen open
baring. Daarom zeg lk ook neen wanneer
Velema een scheiding aanbrengt tussen God
in Zijn openbaring en God naar zijn Wezen.
Dan krijgen we een God naar zijn wezen
achter God in Zijn openbaring, met al de
geestelijke ellende die deze scheiding in de
gemeente heeft aangericht.
Ik ken slechts één God: God, die is zoals
Hij Zich aan ons openbaart. De bijbel weet
niet van een God, afgezien van Zijn zelf
openbaring. Prof. Velema komt met de m.i.
ongeoorloofde vraag naar het zijn van God
voor de schepping. Hij zegt: toen had God
nog geen partner naast Zich. Alsof God ons
niet van eeuwigheid heeft liefgehad en tot
in eeuwigheid zal liefhebben.
Bij prof. Velema draagt de openbaring
van God dan ook een kwantitatief karakter:
„Mag God nog iets meer wezen dan Zijn
openbaring ons van Hem doet kennen?
Moet men van iemand alles weten om Hem
te kunnen kennen?" Voor mij draagt de
openbaring van God niet een kwantitatief,
maar een kwalitatief karakter: Hij open
baart zichzelf en wij mogen Hem kennen
zoals Hij is. De mens is zonder God niet
denkbaar, maar God is zonder de mens
volgens prof. Velema wel denkbaar.
inhoud aedeelteliik ontdooid is ge
weest en daardoor aan kwaliteit
heeft ingeboet.
Beschadigde verpakking be
schermt niet tegen bijsmaakjes,
ranziq worden of uitdrogen. Koop
diepvriesvoedsel als laatste; ver
pakt in kranten of koeltas zijn ze
goed beschermd. Meteen thuis de
produkten in de diepvriezer of
vriesruimte van de koelkast over-
brenqen. De bewaartijd is afhan
kelijk van het produkt en de tem
peratuur. Ir» de diepvriezer bij - 18
gr. C. is dat voor diepvrieslevens
middelen ongeveer drie maanden.
In de vriesruimte van een 2 sters
koelkast één maand, in koelkasten
met één of qeen ster vijf dagen.
De bewaartijd staat meestal op
de verpakkinq aangeqeven, wat
echter ontbreekt is een détumstem-
peling van invriezen! Voor de huis
vrouw zou een uiterste consump
tiedatum. zoals grootwinkelbedrij
ven al op andere produkten vee
melden, zinniq zijn.
Wie zelf invriest, moet op de
pakjes met duidelijke letters inhoud
en datum vermelden. Zorg voor
een goede bereiding. Gebruik dus
Deze schotel kan zó van de vrieskast in de oven, dankzij de n
- j»n vriesvaste schaal.
verse ingrediënten van goede kwa
liteit. vries nooit tweemaal iets in.
Werk hygiënisch. Zorq voor de
juiste verpakkinq. Gebruik als reqel
geen zout bij het diepvriezen. Ge
kookte aardappelen kunnen moei
lijk worden diepgevroren, wél aard
appelpuree, chips, qebakken aard
appelen, patates frites, de laat
ste éénmaal gebakken.
Om de enzymen, die een achter
uitgang In kwaliteit tijdens het be
waren veroorzaken, onwerkzaam te
maken, worden de meeste groen
ten geblancheerd, voorgekookt.
Om de ruimte in de diepvriezer zo
qoed mogelijk te verdelen is een
rechthoekiqe verpakking aanbeve
lenswaardig.
Als verpakkinq komen in aan
merking poly-ethyleen zakken, cel
lofaan, aluminiumfolie alle in diep
vrieskwaliteit, aluminium bakjes,
aeparaffineerde kartonnen bekers.
De kleine bekertjes van yoghurt,
ijsjes en room zijn heel geschikt
voor kleine porties soepgroente,
kruidenaftreksels. paddestoelen.
Doe er als ze voorzien zijn van
een waslaaqie geen hete ingre
diënten in, dan smelt het laaaje.
Tenslotte noemen we poly-ethyleen
dozen en stockinette, een qrof
breisel dat als tweede verpakking
wordt gebruikt, óver materiaal dat
stuk kan stoten (bijvoorbeeld cello
faan toegepast in een kist).
Een qoed diepvriesresultaat is te
bereiken door qebruik te maken
van de juiste rassen. Vooral bonen
mislukken nogal eens omdat men
het verkeerde ra9 invriest. In de
Ik ben geneigd te zeggen: akkoord, maar
dat is dan niet de God van de bijbel, maar
een Godsidee. Ik ken geen andere God dan
de God en Vader van Jezus Christus en ln
Jezus Christus, een God van mensen, van
eeuwigheid en tot in eeuwigheid Die God
ken ik alleen uit zijn woorden en daden
(woord en daad zijn bij Hem één) in ver
leden, heden en toekomst, woorden en daden
van welke de Schrift getuigt.
God ais Bondgenoot
Ten derde. Het is duidelijk dat ik, het zo
ziende met Kuitert, maar liever zeg ik: met
Barth, de schepping zie als de uiterlijke
voorwaarde van het verbond en het ver
bond als de innerlijke voorwaarde van de
schepping, God is onze Bondgenoot Niet de
schepper is de Vader van onze Heer Jezus
Christus, maar de Vader van onze Heer Je
zus Christus is de schepper. Het heeft geen
zin om, zoals Velema doet, van God te spre
ken afgezien van de woorden en daden van
déze God als de Bondgenoot van Israël en
de gemeente, de Vader van Jezus Messias.
Het is niet alleen zinloos, het is ook heil
loos.
Velema wil het zijn van God niet beperken
tot zijn Bondgenoot zijn: „Dan doet men
tekort aan andere daden van God waarin
Zijn wijsheid en almacht. Zijn kracht en
Zijn liefde openbaar worden." Alsof de bij
bel over deze wijsheid, almacht, kracht en
liefde spreekt afgezien van Gods Bondge
noot zijn.
Prof. Velema spreekt ook over de raad,
de wil en de verkiezing van God, die we
volgens hem niét mogen zien als nadere om
schrijving van Gods Bondgenoot zijn. Hoe
moeten we ze dan in Gods naam wel zien?
Wat is de verkiezing anders dan de ver
kiezing van God, die in Jezus Messias onze
Bondgenoot is? Is er dan een verkiezing van
God buiten Jezus Christus om? Bij Velema
is God eerst de verkiezer en dan pas, daar
na, onze Bondgenoot in Jezus Christus. Van
daar al de geestelijke ellende ten opzichte
van de verkiezing in onze vele gereformeer
de kerken, omdat men gelooft in een God
der verkiezing achter de God en Vader van
onze Heer Jezus Christus. Alle bijbelwoor
den, die Velema op blz. 49 citeert als even
zovele bewijzen voor zijn opvatting, zijn be
lijdenissen als even zovele antwoorden op
de zich openbarende God. onze Bondgenoot.
Velema spreekt ook over de nieuwe aarde,
Israël, het gewone leven, de schepping. Ik
beperk mij tot de schepping. Velema zegt.
dat God eerst schept en pas daarna verlost:
„God schept niet, omdat Hij verlost, eerst
schept Hij, daarna verlost Hij." Weer zeg
ik: Neen! Niet de schepper is de Vader van
onze Heer Jezus Christus, maar de Vader
van onze Heer Jezus Christus is de schep
per! Als onze catechismus vraagt wat het
geloof in God de schepper voor ons betekent.
Tuidt het antwoord: „Dat de eeuwige Vader
van onze Heer Jezus Christus, die hemel en
aarde met al wat er in is, uit niet gescha
pen heeft, om Zijn Zoons Christus' wil mijn
God en mijn Vader is."
Onhoudbaar
Over deze door mij genoemde aspecten
van onze bijbel- en Godsbeschouwing zullen
wij moeten nadenken. Samen. Naar mijn
overtuiging is de bijbel- en Godsbeschou
wing van Velema, vanuit welke hij Kuitert
bestrijdt, bijbels onhoudbaar. Als dit waar
is, wordt aan zijn bestrijding in haar totali
teit de bodem ingeslagen. Hij verdedigt een
scheef getrokken orthodoxie, waarmee hij
dan ook tot een scheefgetrokken orthopraxie
moet komen: een conservatieve levensprak
tijk.
Evenals de theologie van Kuitert heeft
ook zijn theologie voor onze levenspraktijk
zijn konsekwenties. Er staat in zijn boek
geen woord over Zuid-Afrika, maar nog
maar weer een voorbeeld wedden, dat
Velema zich niet een principieel en prak
tisch bestrijder van de politiek van Vorster
zal noemen? Dit is niet een grapje van mij,
het is mij bittere ernst, omdat ik het met
Kuitert in elk geval in dit opzicht eens ben,
dat onze theologische bezinning zich zal
moeten toepassen in een nieuwe orthopraxie.
door
Jeanne de Vlieger
overzichtelijke brochure „Zelf diep
vriezen" 0.75) uitgave van het-
Voorl. Bureau voor de Voeding,
Laan Copes van Cattenburch 44 in
Den Haag, worden ze genoemd. Bij
Van Dishoeck verscheen de handi
ge pocket „Diepvriezen" door Ro
sa Cornelissen die naast vele tips
ook recepten qeeft en adressen
van leveranciers verpakkingsmate
riaal, met kleurenfoto's en een re
gister: 133 blz. f 4,90. Mevrouw R.
Lotgering-Hillebrand vertaalde en
bewerkte „Diepvriestips in kort be
stek", een uitgave van Helmond,
101 blz f 4.90. Praktisch in dit
boekje is de tabel waarin bijzonder
overzichtelijk alle eisen voor een
goed resultaat per produkt worden
aanqeqeven.
Technische gegevens omtrent de
aanschaf van een diepvriezer vindt
u in het boekje Koelkasten en
diepvriezers, uitqave van Kema
Arnhem, Utrechtseweg 310. De
Consumentengids van september
1970 publiceert een onderzoek
naar diepvriezers kasten en kis
ten Tenslotte geeft het IVHA van
de Ned. Ver. van Hulsvrouwen, Jan
v Nassaustr. 89, Den Haag, een
stencil uit (koelkasten), waarin ook
zinnlae opmerkingen over diepvrie
zen staan.
Veranderde levensgewoonten
maken dat de diepvriezer in het
huishouden niet langer een luxe zal
ziin Wie er eenmaal aebruik van
maakt ziet onaekende mogelijk
heden (wat dacht u van babyvoe-
dinq, voor de hele week meteen te
bereiden, evenals de lunchpakket
ten voor de overblijvers?). Gaat
moeder een dag weg, dan staat de
maaltijd klaar ip de diepvriezer.
Komen er onverwachte aasten,
aeen nood. U verrast ze met een
diner uit de toverkast. die diepvrie
zer heet.