Kuiterts Schietschijf of gesprekspartner? I TAFELTJE DEK JE UIT TOVERKAST SCHUTTER EN SCHIJF ZATERDAG 2 OKTOBER 1971 „De theologie van Kuitert wordt druk besproken in Nederland", zegt de christelijke gereformeer de prof. dr. W. H. Velema. Hij noemt haar „een aanpassing aan het moderne voelen en denken". Vandaar de titel van zijn boek: „Aangepaste theologie" (uitg. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam; prijs: 10,-). Prof. Berkhof heeft eens gezegd, dat Kuitert ongewild een symbool, een leuze, een strijdkreet en een schietschijf is geworden: „Van Urk tot Grand Rapids is de vraag: wat dunkt u van Kuitert, het eenvoudigste middel geworden om bokken en schapen te scheiden." Voor prof. Velema is Kuitert een schietschijf. Hij laat ons niet in het onzekere: Kuitert behoort niet tot de schapen, maar tot de bokken. Velema bestrijdt Kuitert en voor deze bestrijding heeft hij een bepaalde methode. Ge bruik makende van deze methode zou ik een hele serie boeken kunnen^schrijven over alle mogelijke theologen, om deze als bokken van de schapen te scheiden. Ik noem enkele namen van niet meer levende theologen: de oude prof. Gunning, Van der Leeuw, Korff, Noordmans, Barth, Brunner, Nie- buhr, Van RulerDezen zijn allen, ieder op eigen wijze, hun leven lang bezig geweest met de zaak, om welke het ook Kuitert te doen is; een uiterst riskante maar noodzakelijke zaak. Ze wilden allen het bijbels getuigenis voor ons vertolken en zo het klassieke, traditionele en bekende anders zeggen, om in dat andere hetzelfde en dus niet iets anders te zeggen. Persoonlijk voel ik mij het meest aan getrokken tot Gunning, Noordmans en larth. Gebruik makende van de methode van Velema zou het mij niet moeilijk vallen, over deze drie een boek te schrijven onder de titel „Aangepaste theologie", om de gemeente tegen hun theologie te waar schuwen als tegen „een synthese tussen openbaring en modern denken", waarin „God niet het eerste en laatste woord heeft en de mens gaat heersen over de Gods openbaring". Dat boek zal ik niet ichrijven, omdat ik de methode van Velema niet verantwoord en voor de theologie en de gemeente noodlottig vind. Bepaald karakter Betekent dit, dat ik alles wat Velema schrijft zonder meer afwijs? Stellig niet. lij stelt aan Kuitert telkens vragen, die ook ik aan Kuitert zou willen stellen en komt met bezwaren, die ik deel. Maar bin nen het raam, waarin hij dat doet, krijgen lijn vragen en bezwaren een bepaald tarakter, die mijn vragen en bezwaren niet hebben. Kuitert is voor Velema niet een [esprekspartner, maar een schietschijf. Voor mij is hij geen schietschijf maar een ge sprekspartner. Waarom? Omdat de zaak, om welke het hem te doen is, ook mijn aak is, zoals ze de zaak van de mij ge- ioemde theologen was. Die hebben er hun even aan gewijd, hun studie en hun gebed. In het boek van Velema heb ik op geen itgËenkele bladzij kunnen ontdekken dat deze tak ook voor hem een zaak van studie en tbed is. Dat neem ik hem niet kwalijk, idat dit bij zijn bijbel- en Godsbe- .jouwing onmogelijk is. Als zijn be- »n. [tfhouwing de mijne was, zou ik mij om die zaak ook geen ogenblik druk maken. IDan is zij een volstrekt onbelangrijke;zaak u"len zuTlen wij er goed aan doen; "dat "eerlijk T- uit te spreken. t Grensoverschrijders Mij is gevraagd het boek van Velema en iet het theologische werk van Kuitert te espreken. Dat heeft voor mij een voordeel. 2 behoef mij niet voor of tegen Kuitert it te spreken. Daar is trouwens niemand ïee gediend en ik heb er geen zin in. Ik 'ens niet geannexeerd te worden door de ïrontrusten en evenmin door de Kuitert- ipporters. Het is mij te doen om de zaak, e de door mij genoemde theologen ter harte ging, die ook Kuitert en mij ter harte gaat en die het niet verdraagt, dat wij degenen, wien zij ter harte gaat voor hon derd procent bijvallen of afvallen, maar er alleen mee gediend is, dat we met haar bezig zijn en elkaar niet als schietschijven maar als gesprekspartners beschouwen. Volgens Velema begint de vrijzinnigheid, waar men het moderne levensgevoel ep denken een eigen plaats naast de bijbel toekent en zoekt naar een synthese tussen ons denken en de openbaring en hij meent, dat er in gereformeerde kringen zijn, die op deze wijze de grens naar de vrijzinnig heid overschrijden. Kuitert is voor hem de representant van deze grensoverschrijders. Jaren geleden heeft een vrijzinnig theo loog een dik boek over Kuyper geschreven. Gebruik makende van de methode van Velema bewees hü, dat Kuyper van de gereformeerde traditie vervreemd was en de grens naar de vrijzinnigheid overschre den had. Van prof. Bavinck heeft prof. W. J. Aalders eens gezegd, dat deze in zijn theologie steeds het verband zocht tussen het specifiek gereformeerde en het alge meen christelijke en tussen het specifiek christelijke en het algemeen menselijke. Aalders waardeerde dat, maar voor vele gereformeerden was dit nu juist een reden tot verontrusting. Waarom ik dit verleden in de herinne ring terugroep? Omdat Kuyper en Bavinck beiden in hun tijd van grensoverschrijding in de richting van de vrijzinnigheid be schuldigd werden op een wijze, die gelijk is aan die waarop Velema Kuitert voor de rechtbank der rechtzinnigheid daagt. Te gecompliceerd De vraag naar de verhouding tussen bijbel en wetenschap, wijsbegeerte, cultuur is te gecompliceerd om er op de wijze, waarop Velema het doet, mee te werken. Een eenvoudig voorbeeld. Prof. Velema zal niet ontkennen, dat de bijbel werkt met het wereldbeeld van Ptolemeüs. Denkt u alleen maar aan het tweede gebod: de aarde, de hemelen boven de aarde, de wateren onder de aarde. Als we vóór Copernicus hadden geleefd, zouden we in die drie verdiepingen in de letterlijke zin hebben geloofd. We leven echter na Coper nicus. Dat we het in het tweede gebod ver onderstelde wereldbeeld niet meer aan vaarden, is niet een gevolg van bijbel onderzoek. Het is ook niet zo, dat we open baring door het moderne denken laten bekritiseren. Welzijn eenvoudig yia de - wetenschap tol "dé ontdekking gekomen, (fat wat eeuwen lang als openbaring beschouwd werd, ten onrechte als zodanig beschouwd is geworden. De bijbelschrijvers konden echter wat ze van God over de wereld vernomen hadden niet in andere begrippen tot uit drukking brengen dan in die van een voor ons verouderd wereldbeeld. Er is nog een belangrijk aspect. De bijbel is zo'n rijk boek, dat geen enkele tijd zich deze rijkdom toeëigent. Zelfs hele bijbel boeken zijn in vele tijden dood kapitaal geweest. Dit dode kapitaal kan echter in een bepaalde tijd ineens levend worden, niet omdat wij buiten de tijd om de bijbel zitten te bestuderen, maar doordat zich in het leven van de wereld ingrijpende ver anderingen voltrekken, die ons verstaan van de bijbel doorbreken of er een nieuwe dimensie aan toevoegen. Dan gaan we de bijbel weer anders lezen en verstaan. Ik denk aan de tijd van het nationaal- socialisme met zijn modern heidendom en antisemitisme. Dan wordt dood kapitaal weer levend. Het is ook mogelijk, dat op het terrein van wijsbegeerte en wetenschap bepaalde gedachten worden uitgesproken, die ons op het spoor brengen van door ons genegeerde of verwaarloosde bijbelse noties. Ik geef weer een voorbeeld: de filosofie van Bloch met de daarin uitgesproken gedachten over de toekomst en de hoop. Een theoloog als Moltmann is mede door de filosofie van Bloch op het spoor gekomen van de bijbelse notie van de hoop. Velema zal toch niet wil len ontkennen, dat de bijbelse toekomstver wachting eeuwenlang in de theologie en de prediking door kapitaal is geweest Welhaast oneerlijk Nu is ook in de theologie van Kuitert de notie van de hoop en de toekomst in sterke mate werkzaam. Hij heeft Moltmann en Bloch gelezen. Wat zegt Velema daar nu over? Niet: Kuitert is, Bloch en Moltmann lezend, tot de ontdekking gekomen welke geweldige betekenis de hoop in de bijbel heeft! En dus: Kuitert bouwt de bybelse gedachte van de hoop in zijn theologie in! Velema zegt: Kuitert bouwt de moderne ge dachte van de hoop in zijn theologie in. Kui tert moet nu eenmaal met alle geweld de bijbel door het moderne denken aanvullen. Hij wordt door Velema niet verstaan, zoals hij verstaan wil worden: vanuit zijn eigen theologische veronderstellingen. Hij wordt door Velema verstaan vanuit Velema's theo logische veronderstellingen. Soms brengt dit Velema ertoe Kuitert op een welhaast oneerlijke wijze te bestrijden. Kuitert heeft herhaaldelijk over de opstan ding geschreven en, voorzover ik weet, het door hem geschrevene nooit herroepen. Nu kan men het artikel van Kuitert in „Voor lopig" van januari 1970 niet zo gelukkig vinden, maar ik acht het ongeoorloofd er de door dr. J, J. BUSKES .n^TiooariOO conclusie uit te trekken die Velema er uit trekt: dat Kuitert de opstanding laat opgaan in de betekenis die ze voor ons heeft. Aan het begin van dit artikel zegt Kuitert im mers heel duidelijk dat de opstandingsver- halen een gebeurtenis van unieke aard ver tellen. geheel in overeenstemming met wat hij altijd heeft gezegd. Het wordt nog erger wanneer Velema hem laat zeggen dat we de opstandingsverhalen niet moeten lezen als historische informatie, terwijl Kuitert zegt dat we ze niet moeten lezen als in de moderne zin historische in formatie, hetgeen totaal iets anders is. Maar ja. Kuitert moet en zal vrijzinnig zijn en het gebeuren laten verdampen. Velema laat Kui tert zeggen dat de traditie haar ontstaan en voortbestaan dankt aan de betekenis van de gebeurtenissen, terwijl Kuitert zegt dat ze die dankt aan de gebeurtenissen in hun be tekenis. Op een analoge wijze zou ik kunnen rea geren op wat Velema in verband met alle mogelijke bijbelse en theologische thema's van Kuitert citeert, deze citaten losmakend uit het verband waarin ze voorkomen, om ze daarna als vrijzinnig te kwalificeren. Hij is nooit uit op een gesprek, hij is altijd op zoek naar uitlatingen waarmee hij bepaalde Veel menu's komen tegenwoordig geheel of ten dele uit de diepvrieskast. Produkten die slechts een klein seizoen beschikbaar waren, zijn nu in een met vers vergelijkbare staat het hele jaar door in de handel, of op te diepen uit de huishoud-diepvriezer. Per hoofd van de bevolking eet de Nederlander per jaar 6,5 kg diepvries, in de Verenigde Staten eet men 35 kg diepvriesprodukten per persoon per jaar. De vraag naar produkten met „inge bouwd gemak" neemt toe. De diepvriezer is vooral op het platteland qeen luxe artikel meer. Er is een qroot aanbod van diep- 11 vrieskasten en dito kisten; er zijn ✓«■dlepvrieskluizen waar men een lo- 3«ket kan huren. Kamerbewoners en Jhuisvrouwen met een baan hebben "jFtok in 't stadshuishouden de voor telen van de diepvriezer ontdekt: kood, vis en vlees, eenpansmaal- Ijden, gebak, het ligt allemaal ..vers" in de diepvriezer. Je hoeft minder te winkelen, kunt van voor delige aanbiedingen profiteren, een Jrotere hoeveelheid voor twee- of driemaal inééns bereiden, twee of drie cakes tegelijk bakken en dat spaart allemaal tijd en werk. Bovendien heeft de handel keus uit 1200 diepgevroren artikelen van ontbijt en lunch tot warme maaltijd, Oebak, snacks, nagerechten en complete maaltijden. In 1965 be stond de omzet van een van de conservenfabrieken voor minstens 54 procent uit spinazie en visfilets, die eind 1950 noq slechts 36 pro cent van de winkelverkoop uit maakten. Het braadkuiken nam in 68 éénderde deel van de diepvries- markt voor. zijn rekening. Voor cantines is er een reeks van zestiq complete schotels: soepen, vispro- dukten, aardappel- en vleesproduk- ten, snacks en desserts in de han del. De kamerbewoner kan de één- persoonsmaaltiid uitbuiten met een diepvriezer. Er is een speciale pan in de handel, waarin een alumi- niumvorm past. In die pan kunnen diepgevroren maaltijden op het qas worden opgewarmd. Ook zijn er vuur- en vriesvaste schalen te koop, die uit de diepvriezer zo in de oven kunnen. Bij de qroeiende vraaa van de consument qroeide de ontwikke lingsstaf. De afdelina research zoekt antwoorden op vragen zoals hoe brena je een panade op de vis en hoe qedraaqt zich een bepaalde saus in een zekere conditie in combinatie met een bepaald pro- dukt? De ontwikkelingsafdeling van Iglo heeft een staf van veertlq mensen. Er werken o.a. koks. lera ressen huishoudkunde, diëtistes, landbouwtechnologen. levensmid- delentechnoloqen, chemici, analys- ten, verpakkingsdeskundigen en administratief personeel *n keuken en proeffabriek wordt eindeloos geëxperimenteerd. Ze vernemen de wensen van de con sument via marketing en vertalen die in termen van smaak, kleur, houdbaarheid, combinatiemoqelijk- heid, presentatie, verpakkinq, tech nische uitvoerbaarheid. Soms ontdekt men dat een prima recept! ontwikkeld in de experi mentele keuken, technisch niet te verwezenlijken valt, of een te hoge investering verqt. Produkten die de fabriek verlaten, moeten tijdens vervoer en opslag constant op lage temperatuur, namelijk - 18 gr. C worden gehouden. Zonder deze koude-kettinq kan de diepvriesin- dustrie niet bestaan. Bij de aankoop van goede kwali- tei diepvriesprodukten lette men op een paar punten: Vitrine of kist moeten schoon zijn, zonder dikke rijplaag, die belemmert namelijk het qoed functioneren van de con servator. De pakken mogen slechts tot een zekere hooqte In de vitrine opgestapeld zijn. In goede kasten is een streep die de maximale laadhoogte aanqeeft. Pakken met vochtplekken, bolstaande of uitge zakte pakken geven aan dat de voorstellingen, die - hij van Kuitert heeft, aan de man probeert te brengen. Ik stop daarom met detailkwesties, om mijn eigen lijke bezwaren tegen de studie van Velema tot uitdrukking te brengen en dat zo kort mogelijk. Ten eerste. Prof. Velema bestrijdt Kuitert vanuit een bijbelbeschouwing die ik afwijs, omdat ik niet aarzel haar fundamentalistisch te noemen. Daarmee bedoel ik dat Velema de bijbel en de openbaring Gods volstrekt identificeert. In.de Schrift is de openbaring van God gegeven. Toen de canon was vast gesteld was het met de openbaring van God afgelopen. Op de gesloten canon correspon deert de afgesloten Godsopenbaring. De bij bel is gelijk aan de Godsopenbaring. De laatste is een gegeven, een datum. Er is een letterlijke inspiratie en er mag geen onder scheid worden gemaakt tussen de zaak om welke het in de bijbel gaat (de persoon en het werk van Jezus Christus) en de vorm waarin de zaak tot uitdrukking wordt ge bracht. In elk geval: de openbaring van God aan ons mensen is afgesloten. Het heil is er. Er hoeft niets meer bij. Het beslissende is geschied. De rest is toepassing, geen open baring. Indien deze beschouwing over de bijbel verantwoord is, gaat Barth onherroepelijk voor de bijl. Dat is op zichzelf zo erg niet. Wat wel erg is? Dat wij zo geen God meer hebben, die zich nu in 1971 aan ons open baart. God heeft gesproken, maar spreekt niet meer. Wat Hij gezegd heeft, staat in de bijbel. We hebben uitsluitend een God, die zich heeft geopenbaard. Neen, prof. Velema, ik zoek geen nieuwe openbaringen (meervoud). Ik zoek altijd weer, in mijn persoonlijk leven in samen hang met het leven der gemeente, naar God, die zich .ook nu. in het heden, openbaart. Niet .los van de bijbel, maar in en door de bijbel zoals deze ons, de gemeente, is mee- gegeven op onze levensweg, 'Want óm Nijhof te citeren iedereen blijven Gods woorden vreemd behalve hem die ze van God zelf verneemt. Wat is dat voor een God die zich niet meer openbaart? Met de nieu we berijming zing ik: „Ik hoop geen heil dan Gij voor mij bewaart, ik snak naar 't uur, dat Gij U openbaart." Er is geen afge sloten openbaring. Er is alleen een God die Zich heeft geopenbaard. Zich openbaart en Zich zal openbaren. Godsopenbaring Ten tweede. Maar dan is openbaring ook iets anders dan het geheel van een aantal waarheden die we in de bijbel vinden. God openbaart Zichzelf in Jezus Christus, van wien de hele bijbel getuigt: gisteren, en he den dezelfde, die is en die was en die komen zal. Er is geschied, maar ook: er geschiedt, en: er zal geschieden. Het heil is niet af. Jezus Christus is het die gestorven is. ja wat meer is: die is opgestaan, wat nog meer is: die gezeten is aan Gods rechterhand, en wat nóg meer is: die komen zal! God heelt nog niet alles gezegd en nog niet alles ge daan. Ik spreek niet over een nieuwe openba ring, maar wel over een openbaring die al tijd nieuw is. De bijbel op zichzelf, buiten de heilsgeschiedenis om, als gegeven: enkel Prof. dr. W. H. Velema Prof. dr. H. M. Kuitert een verzameling geschriften, is geen open baring. Daarom zeg lk ook neen wanneer Velema een scheiding aanbrengt tussen God in Zijn openbaring en God naar zijn Wezen. Dan krijgen we een God naar zijn wezen achter God in Zijn openbaring, met al de geestelijke ellende die deze scheiding in de gemeente heeft aangericht. Ik ken slechts één God: God, die is zoals Hij Zich aan ons openbaart. De bijbel weet niet van een God, afgezien van Zijn zelf openbaring. Prof. Velema komt met de m.i. ongeoorloofde vraag naar het zijn van God voor de schepping. Hij zegt: toen had God nog geen partner naast Zich. Alsof God ons niet van eeuwigheid heeft liefgehad en tot in eeuwigheid zal liefhebben. Bij prof. Velema draagt de openbaring van God dan ook een kwantitatief karakter: „Mag God nog iets meer wezen dan Zijn openbaring ons van Hem doet kennen? Moet men van iemand alles weten om Hem te kunnen kennen?" Voor mij draagt de openbaring van God niet een kwantitatief, maar een kwalitatief karakter: Hij open baart zichzelf en wij mogen Hem kennen zoals Hij is. De mens is zonder God niet denkbaar, maar God is zonder de mens volgens prof. Velema wel denkbaar. inhoud aedeelteliik ontdooid is ge weest en daardoor aan kwaliteit heeft ingeboet. Beschadigde verpakking be schermt niet tegen bijsmaakjes, ranziq worden of uitdrogen. Koop diepvriesvoedsel als laatste; ver pakt in kranten of koeltas zijn ze goed beschermd. Meteen thuis de produkten in de diepvriezer of vriesruimte van de koelkast over- brenqen. De bewaartijd is afhan kelijk van het produkt en de tem peratuur. Ir» de diepvriezer bij - 18 gr. C. is dat voor diepvrieslevens middelen ongeveer drie maanden. In de vriesruimte van een 2 sters koelkast één maand, in koelkasten met één of qeen ster vijf dagen. De bewaartijd staat meestal op de verpakkinq aangeqeven, wat echter ontbreekt is een détumstem- peling van invriezen! Voor de huis vrouw zou een uiterste consump tiedatum. zoals grootwinkelbedrij ven al op andere produkten vee melden, zinniq zijn. Wie zelf invriest, moet op de pakjes met duidelijke letters inhoud en datum vermelden. Zorg voor een goede bereiding. Gebruik dus Deze schotel kan zó van de vrieskast in de oven, dankzij de n - j»n vriesvaste schaal. verse ingrediënten van goede kwa liteit. vries nooit tweemaal iets in. Werk hygiënisch. Zorq voor de juiste verpakkinq. Gebruik als reqel geen zout bij het diepvriezen. Ge kookte aardappelen kunnen moei lijk worden diepgevroren, wél aard appelpuree, chips, qebakken aard appelen, patates frites, de laat ste éénmaal gebakken. Om de enzymen, die een achter uitgang In kwaliteit tijdens het be waren veroorzaken, onwerkzaam te maken, worden de meeste groen ten geblancheerd, voorgekookt. Om de ruimte in de diepvriezer zo qoed mogelijk te verdelen is een rechthoekiqe verpakking aanbeve lenswaardig. Als verpakkinq komen in aan merking poly-ethyleen zakken, cel lofaan, aluminiumfolie alle in diep vrieskwaliteit, aluminium bakjes, aeparaffineerde kartonnen bekers. De kleine bekertjes van yoghurt, ijsjes en room zijn heel geschikt voor kleine porties soepgroente, kruidenaftreksels. paddestoelen. Doe er als ze voorzien zijn van een waslaaqie geen hete ingre diënten in, dan smelt het laaaje. Tenslotte noemen we poly-ethyleen dozen en stockinette, een qrof breisel dat als tweede verpakking wordt gebruikt, óver materiaal dat stuk kan stoten (bijvoorbeeld cello faan toegepast in een kist). Een qoed diepvriesresultaat is te bereiken door qebruik te maken van de juiste rassen. Vooral bonen mislukken nogal eens omdat men het verkeerde ra9 invriest. In de Ik ben geneigd te zeggen: akkoord, maar dat is dan niet de God van de bijbel, maar een Godsidee. Ik ken geen andere God dan de God en Vader van Jezus Christus en ln Jezus Christus, een God van mensen, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid Die God ken ik alleen uit zijn woorden en daden (woord en daad zijn bij Hem één) in ver leden, heden en toekomst, woorden en daden van welke de Schrift getuigt. God ais Bondgenoot Ten derde. Het is duidelijk dat ik, het zo ziende met Kuitert, maar liever zeg ik: met Barth, de schepping zie als de uiterlijke voorwaarde van het verbond en het ver bond als de innerlijke voorwaarde van de schepping, God is onze Bondgenoot Niet de schepper is de Vader van onze Heer Jezus Christus, maar de Vader van onze Heer Je zus Christus is de schepper. Het heeft geen zin om, zoals Velema doet, van God te spre ken afgezien van de woorden en daden van déze God als de Bondgenoot van Israël en de gemeente, de Vader van Jezus Messias. Het is niet alleen zinloos, het is ook heil loos. Velema wil het zijn van God niet beperken tot zijn Bondgenoot zijn: „Dan doet men tekort aan andere daden van God waarin Zijn wijsheid en almacht. Zijn kracht en Zijn liefde openbaar worden." Alsof de bij bel over deze wijsheid, almacht, kracht en liefde spreekt afgezien van Gods Bondge noot zijn. Prof. Velema spreekt ook over de raad, de wil en de verkiezing van God, die we volgens hem niét mogen zien als nadere om schrijving van Gods Bondgenoot zijn. Hoe moeten we ze dan in Gods naam wel zien? Wat is de verkiezing anders dan de ver kiezing van God, die in Jezus Messias onze Bondgenoot is? Is er dan een verkiezing van God buiten Jezus Christus om? Bij Velema is God eerst de verkiezer en dan pas, daar na, onze Bondgenoot in Jezus Christus. Van daar al de geestelijke ellende ten opzichte van de verkiezing in onze vele gereformeer de kerken, omdat men gelooft in een God der verkiezing achter de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Alle bijbelwoor den, die Velema op blz. 49 citeert als even zovele bewijzen voor zijn opvatting, zijn be lijdenissen als even zovele antwoorden op de zich openbarende God. onze Bondgenoot. Velema spreekt ook over de nieuwe aarde, Israël, het gewone leven, de schepping. Ik beperk mij tot de schepping. Velema zegt. dat God eerst schept en pas daarna verlost: „God schept niet, omdat Hij verlost, eerst schept Hij, daarna verlost Hij." Weer zeg ik: Neen! Niet de schepper is de Vader van onze Heer Jezus Christus, maar de Vader van onze Heer Jezus Christus is de schep per! Als onze catechismus vraagt wat het geloof in God de schepper voor ons betekent. Tuidt het antwoord: „Dat de eeuwige Vader van onze Heer Jezus Christus, die hemel en aarde met al wat er in is, uit niet gescha pen heeft, om Zijn Zoons Christus' wil mijn God en mijn Vader is." Onhoudbaar Over deze door mij genoemde aspecten van onze bijbel- en Godsbeschouwing zullen wij moeten nadenken. Samen. Naar mijn overtuiging is de bijbel- en Godsbeschou wing van Velema, vanuit welke hij Kuitert bestrijdt, bijbels onhoudbaar. Als dit waar is, wordt aan zijn bestrijding in haar totali teit de bodem ingeslagen. Hij verdedigt een scheef getrokken orthodoxie, waarmee hij dan ook tot een scheefgetrokken orthopraxie moet komen: een conservatieve levensprak tijk. Evenals de theologie van Kuitert heeft ook zijn theologie voor onze levenspraktijk zijn konsekwenties. Er staat in zijn boek geen woord over Zuid-Afrika, maar nog maar weer een voorbeeld wedden, dat Velema zich niet een principieel en prak tisch bestrijder van de politiek van Vorster zal noemen? Dit is niet een grapje van mij, het is mij bittere ernst, omdat ik het met Kuitert in elk geval in dit opzicht eens ben, dat onze theologische bezinning zich zal moeten toepassen in een nieuwe orthopraxie. door Jeanne de Vlieger overzichtelijke brochure „Zelf diep vriezen" 0.75) uitgave van het- Voorl. Bureau voor de Voeding, Laan Copes van Cattenburch 44 in Den Haag, worden ze genoemd. Bij Van Dishoeck verscheen de handi ge pocket „Diepvriezen" door Ro sa Cornelissen die naast vele tips ook recepten qeeft en adressen van leveranciers verpakkingsmate riaal, met kleurenfoto's en een re gister: 133 blz. f 4,90. Mevrouw R. Lotgering-Hillebrand vertaalde en bewerkte „Diepvriestips in kort be stek", een uitgave van Helmond, 101 blz f 4.90. Praktisch in dit boekje is de tabel waarin bijzonder overzichtelijk alle eisen voor een goed resultaat per produkt worden aanqeqeven. Technische gegevens omtrent de aanschaf van een diepvriezer vindt u in het boekje Koelkasten en diepvriezers, uitqave van Kema Arnhem, Utrechtseweg 310. De Consumentengids van september 1970 publiceert een onderzoek naar diepvriezers kasten en kis ten Tenslotte geeft het IVHA van de Ned. Ver. van Hulsvrouwen, Jan v Nassaustr. 89, Den Haag, een stencil uit (koelkasten), waarin ook zinnlae opmerkingen over diepvrie zen staan. Veranderde levensgewoonten maken dat de diepvriezer in het huishouden niet langer een luxe zal ziin Wie er eenmaal aebruik van maakt ziet onaekende mogelijk heden (wat dacht u van babyvoe- dinq, voor de hele week meteen te bereiden, evenals de lunchpakket ten voor de overblijvers?). Gaat moeder een dag weg, dan staat de maaltijd klaar ip de diepvriezer. Komen er onverwachte aasten, aeen nood. U verrast ze met een diner uit de toverkast. die diepvrie zer heet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 11