De klok is een persoonlijkheid
Duizenden op zoek
naar genezing in
Roemeense modder
KIJKEN
NAAR
KUITERT
Dagelijks
zichtbare
.wonderen'
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1971
Laatst fietste ik tegen kerktijd
langs het kleine kerkgebouw van
de gereformeerde gemeente aan
de Looiersgracht in Amsterdam.
Even verder stopte in een zij
straat een auto: man, vrouw, drie
meisjes en een jongen stapten
uit. De moeder zette de beide
oudste dochters een hoedje op,
drukte de jongste een muts op
de bol en daarna ging de familie
kerkwaarts. Bij de gereformeerde
gemeenten komen namelijk de
vrouwen, van welke leeftijd ook,
niet met ongedekten hoofde in de
kerk.
Ik moest opeens aan mijn lage
re schooltijd denken. Elke maan
dag gingen de kinderen die tot
de gereformeerde gemeenten
hoorden, 's middags iets eerder
weg omdat ze naar catechisatie
moesten. De meisjes hadden die
dag behalve een broodtrommeltje
een muts of hoedje bij zich en bij
't weggaan uit school zetten ze
die ten gerieve van het catechi
satie-uur op.
Ook die auto in een zijstraat
herinnerde mij aan die tijd. In het
dorp waar ik opgroeide zetten
veel mensen die per fiets naar de
„grote" of „kleine" kerk gingen,
hun fiets bij een kennis in de
buurt van de kerk neer en ze
liepen dan het laatste stukje: on
gehaast, een beetje plechtig.
Dat is stijl, die hoedjes en dat
lopen. Het is misschien niet onze
stijl, maar die is... weet ik waar.
Intussen leven de mensen van
de gereformeerde gemeenten en
wie er verder volgen aan de ui
terst rechtse kant van calvinis
tisch Nederland erg geïsoleerd.
Anne van der Meiden deed in
zijn sympathiek boek over de
iwarte-kousen kerken een sugges
tie om dit isolement te doorbre
ken, maar hij kreeg weinig res
pons. In de kringen waarover hij
schreef is zuinigjes op zijn boek
gereageerd en de niet-„zwaren"
legden ook niet bar veel begeer
te aan de dag om vaker bij de
ander over de vloer te komen.
Nu is dit wel te begrijpen, de
werelden liggen zó ver uit elkaar.
Verhalen over bruiden die vanwe
ge een boeket bloemen de eigen
trouwdienst niet kunnen mee-ma-
ken of over een dominee die l.v.
vertaalt met: tot verdoemenis,
zulke verhalen komen niet uit
de lucht vallen, maar stammen uit
een klimaat waar het pastoraat
tegen het bezit van een radio
vermanend en tegen dat van een
t.v.-toestel handelend optreedt (<k
noem maar iets) en waar Bon-
hoeffer niets en de zgn. oud-va-
ders. theologen uit de zeventien
de en achttiende eeuw, alles te
zeggen hebben.
door A. J. KLEI
Er zijn genoeg mensen die dit
alles in hoge mate belachelijk
vinden en met name actieve „ge
wone" gereformeerden zien neer
op wat zij doperse wereldmijding
noemen. Zij zijn er dan ook altijd
als de kippen bij om te verklaren
dat zij het niet zijn, als in neutra
le bladen in verband met tegen
stand tegen inenting over „gere
formeerden" wordt geschreven,
PROF. KUITERT
en op een gegeven
vond een kerkelijke instantie het
nodig zich officieel te distantiëren
van mensen die toch rechtstreeks
tot de gereformeerde familie be
horen.
Maar ik zou als gereformeerde
maar niet zo hoog van de toren
blazen, want er gebeuren in de
gereformeerde kerken ook dingen
die voor de buitenwacht minstens
zo vreemd zijn als verzet tegen
bloemen in de kerk en tegen t.v.
thuis. Ik denk hier aan wat een
nieuw soort gereformeerd gezel
schapsspel lijkt te worden: kij-
ken-naar-Kuitert. Dat wil zeggen:
elk woord dat deze Amsterdam
se theoloog laat vallen, wordt
van alle kanten bekeken en be
tast, en wie 't eerst in de ga
ten heeft dat er (weer) een steek
je aan los zit, krijgt de pot.
Eind juni had Godfried Bomans
een t.v.-gesprek met prof. Kuitert
en op grond van verhalen in
kerkbladen, bezwaarschriften
naar de synode, telefonades en
brieven durf ik veilig aannemen
dat toen een niet onaanzienlijk
aantal gereformeerden het kijken-
naar-Kuitert weer druk beoefend
heeft. Vooral met wat prof. Kui
tert over het hiernamaals zei, kon
men flink uit de voeten; men kan
het trouwens maanden na dato
nog. Daar deugde blijkbaar niets
van.
Ik dacht dat de heer Kuitert
zoiets zei als: ik ga terug van
waar ik gekomen ben, naar God
Ik. kan er concreet niet veel
van vertellen, maar ik geloof er
het beste van. Ja, zo ongeveer
was het. En dat lijkt me een com
pleet christelijk getuigenis, zo
maar weggegeven, midden in een
gesprek met iemand die zichzelf
erg graag hoorde. Ik vind dat
nogal wat! Of hadden de heren
soms een soort van opvoering
van zondag 22 van de cathechis-
mus moet brengen?
Ik schrijf dit niet om een stukje
pro Kuitert in de krant te hebbc-n.
Wel om van deze bedrijvigheid in
de gereformeerde kerken te zeg
gen dat ze me minstens zo won
derlijk voorkomt als hoedjes op
de bol van kerkgaande meisjes.
Ik ontdek iets van stijl in de hou
ding van iemand die. hoe star en
strak ook, de Lv. buiten de deur
houdt; ik ontdek dit vooral niet
bij iemand die het toestel aanzet
om de woorden uiteen te rafelen
van iemand die probeert iets te
zeggen van de hoop die in hem
is en daarbij zich niet gemakke
lijk wil verstoppen achter de
schittering van klassieke formule
ringen.
gen vele Benedictijner monni
ken zich met het maken van
bellen en klokken bezighouden.
Het gieten ging heel primitief,
hetgeen bleek toen de klok van
Urk (1446) scheurde en voor de
smeltkroes werd stukgeslagen.
Tussen de uiterst dunne bin
nen- en buitenwand bevond
zieh een dikke laag gruis, die
aan sintels deed denken, Waar
schijnlijk is bij het gieten de
brandstof in de klokspijs geko-
nien en mee verhard.
In de Middeleeuwen gingen
kken het klokkengleten als am
bacht beoefenen. De klokken
kregen naast religieuze ook we
reldlijke doeleinden. Er werden
Juidklokken voor brandmelding,
belastingklokken en boeven-
klokken gemaakt.
Als nomaden trokken de gie-
'ers, gewapend met meetstok,
enkele modellen, lettervormen
en de klokspijs, naar de plaats
waar de klok gewenst werd.
De gieters installeerden zich
y°or de kerk, op de markt of op
het kerkhof en onder veel be
langstelling van de bevolking
deden ze hun werk. Dikwijls
boegen de inwoners metalen
voorwerpen en geldstukken
v°or „hun" klok naar de smelt-
kroes
prof. Van Giffen zijn rond de
kerk opgravingen gedaan,
waarbij o.a. een originele giet-
kuil is gevonden waarin de Ma-
riaklok, die in de toren hangt, is
gegoten.
In de loop van de zeventiende
en achttiende eeuw kozen de
gieters zich een vaste woon
plaats. Enige van deze giete
rijen werken nog steeds b.v. Pe
tit en Fritzen te Aarle-Rixtel,
Eysbouts te Asten en de gebr.
Van Bergen te Heiligerlee,
Door politieke onrust verdre
ven, vestigden zich in 1642 te
Zutfen, later in Amsterdam de
gebroeders Frangois en Pierre
Hemony. Ze hebben onze steden
met veel goede carillons ver
rijkt. Toen Pierre Hemony, als
laatste van de twee broers in
1680 stierf, had hij. veel van zijn
ervaring aan zijn neven Claude
en Mammes Fremy doorgege
ven.
Claude Fremy werkte wel sa-,
men met Andreas van Bergen
en men zegt nog vaak dal^de
klokken uit Heiligerlee een He-
mony-timbre hebben. Doch al
lang voordat deze beroemde
mannen hun klokken goten, be
zaten de rijkere Hollandse ste
den al een bescheiden beiaard
Dc bekende abdij van Egmond
had reeds in de veertiende
eeuw een (simpel) klokkenspel.
Middelburg in 1492 één van zes
klokken, Deventer in 1646 één
van 25 klokken, op verschillen
de toonhoogte gestemd.
Na 1945 is in Nederland een
grote opleving in de klokken
gieterij gekomen. De barbaarse
beroving" van véle torens gedu
rende de oorlog, had tot gevolg
dat er een grote vraag naar
klokken en carillons was. Het
oeroude ambacht bloeide op.
Toch zijn er maar weinig men
sen die goede klokken kunnen
gieten. Om de juiste toonhoogte
te krijgen, gaat aan het gieten
veel rekenwerk vooraf. Eén van
d'e beroemde gieters vertelde
Wanneer de eerste klokken gegoten zijn, valt niet met zeker
heid te zeggen. Het moet al heel lang geleden zijn. Zelfs wordt
beweerd dat Noach reeds klokken gebruikte om de werklieden,
die de ark bouwden, naar het werk te roepen. Assyriërs en Baby-
loniërs kenden reeds klokken. De oude Chinezen klonken platen
blik met koperen nagels aan elkaar. De vorm van deze klokken
doet denken aan de Zwitserse koebellen. In Peking is een klok
van 53.000 kg gevonden, die niet geluid maar geslagen werd.
Zij dateert uit het begin van onze jaartelling.
door Nell de BockLuiting
Vrij algemeen wordt aange
nomen dat bisschop Paulinus
van Nola in Campanië de eerste
klokkengieter in het Westen
was. Hij stierf in 431. Later gin-
Wanneer wij het dorp Vries
in Drenthe naderen, zien we als
een baken boven het geboomte
de toren van de kerk die uit
1100 dateert. Onder leiding van
Van boven naar onder: Bronzen
stemmen klinken boven Nederland.
Bloemenrankversiering op een
Heiligerleeklok. Zuiver stemmen
is vakwerk.
de handelingen en het gebruik
van modem gereedschap, gaat
het gieten nog op dezelfde be
proefde manier als ten tijde van
de Hemony's. Als wij toch nog
even het idee van een „maakge-
heim" willen vasthouden, dan
denken wij allereerst aan de
kunst een juist profiel te maken
en het zuiver stemmen. Maar
ook daarmede heeft men al zo
veel ervaring gekregen dat er
geen grote zorgen zijn. Het
spreekt vanzelf dat de keuring
voor beiaardklokken strenger is
dan voor lujdklokken. In het
eerste geval moeten de klokken
de hoogste zuiverheid bezitten
om in onderling verband afge
stemd, fraaie melodieën moge
lijk te maken. De gieters van
deze klokkespelen moeten half
musicus, half natuurkundige
zijn.
De grootte van beiaards is
heel verschillend. Er zijn er van
48, 32, 25 en 18 klokken. Zelfs
een klein carillon van b.v. 13
klokken kan al veel vreugde
geven. Er is verder een grote
keuze in stemmingen, maten en
gewichten. Er zijn klokken van
10 tot 238 cm diameter en ge
wichten van 10 tot 7575 kg.
Op het Rode Plein in Moskou
staat de zwaarste klok, die ooit
is gegoten (190.000 kg, gegoten
in 1522).. Een prachtig werkstuk
maar kenners betwijfelen of de
klank wel goed is geweest. Zij
beweren dat een klok nooit
zwaarder dan 10.000 kg mag
zijn om een goede klank te heb
ben.
Napoleon heeft in 1815 gepro
beerd de Moskouse klok naar
Parijs te krijgen. Dat is niet ge
lukt. De klok is gevallen, er
brak een stuk van een meter af
en daarom staat zij nu nog
steeds op het Plein opgesteld.
Versieringen worden met be
hulp van bijenwas met hars ge
maakt en worden met terpen
tijn op de vette buitenmantel
geplakt. Het zijn veelal bloe-
menranken of spreuken. Ook
wel wapens, beeldjes, psalm
woorden of opdrachten. De
woorden „Me fecit", hetgeen be
tekent „mij maakte", met de
naam van de gieter en het jaar
tal, zijn vaak te lezen. Hieruit
blijkt dat men de klok personi
fieerde. Duidelijk spreekt dit
bij de luidklok van de St. Jan
in Gouda: „Och mocht ick eens
met min geschal; Verkondigen
een oprechte frede overal".
dat de kunst van het gieten
geen geheim is. Het is een ty
pisch ervaringsproces. Een werk
dat van vader op zoon wordt
overgenomen en waarmede het
personeel zich zo verbonden
voelt dat het in zijn bedrijf
éénmaal is voorgekomen dat
een gepensioneerde vroeg
steeds aanwezig te mogen zijn
bij het gieten van een grote
klok.
Zelfs de samenstelling van de
klokspijs is geen geheim. Al
eeuwen is er gegoten met een
samenstelling van 78 pet. koper
en 22 pet. tin. In deze cijfers
mag enige speling zitten, mits
het percentage tin maar tussen
20 en 25 blijft. Een teveel aan
tin maakt het brons te hard met
kans op scheuren. Minder dan
20 pet. tin ontneemt de klok
haar welluidendheid-
In het buitenland is gepro
beerd in het bijzonder staal toe
te passen. Voldoening heeft dat
niet gegeven. De klank was te
koel, strak en kort.
Uitgezonderd enkele verbeter-
Lang geleden liet een oude Turk zich op de rug van zijn ezeltje in het zwarte water van het meer
van Techirghiol glijden om naar de andere oever te kunnen komen. De man was, behalve oud, ook nog
zwaar ziek, zodat het hem allerminst zinde dat zijn ezel midden in het meer stokstijf bleef staan en
weigerde verder ook maar één poot te verzetten. Er zat voor de oude man niets anders op dan zieh tot
borsthoogte in het troebele water te laten zakken en op z'n eigen stramme benen door het meer naar
de overkant te ploeteren. Uitgeput liet hij zich op de oever vallen en sliep in. En ziedaarde volgende
ochtend voelde hij zich niet alleen een ander mens, hij was het ook: sterk verjongd en gezonder dan
ooit tevoren.
deel van de patiënten een injectie
met een extract uit het moddermid-
del de behandeling voor die dag af.
Veel ouderen combineren de kuur
met het door dr. Ana Asian uitge
vonden pepmiddel „Gerovital", dat
als verjongingsmiddel ook daar
bestaan speciale klinieken voor
wordt toegepast. Het middel schijnt
verbluffende resultaten op te leve
ren, getuige het feit dat Marlène
Dietrich zich met Gerovital heeft ia-
ten behandelen.
Zoals gezegd: een wondermiddel is
deze modder niet, maar
na een kuur in combinatie
met de gebruikelijke (zij het
hier zeer intensief toegepaste)
revalidatiemethoden als massage en
heilgymnastiek, zijn er wel degelijk
wonderen waar te nemen in deze kli
niek. Een vrouw uit Frankfurt, zeven
jaar lang volkomen verlamd aan bei-
Deze legende wordt de toeristen,
ie tijdens hun Roemeense vakantie
en tripje langs het beroemde meer
an Techirghiol maken, met een
limlach verteld. Geen geschied-
ichrijver zal voor de waarheid van
iet verhaal instaan, maar voor de
kwaliteiten van de geneeskrachtige
modder uit datzelfde meer eens
een deel van de Zwarte Zee, waar
het maar een paar kilometer van
daan ligt steken gerenommeerde,
en niet alleen Roemeense, artsen hun
hand in het vuur.
Een kilometer of twee. drie van
het meer verwijderd, in Eforie-Noord
aan de Zwarte Zeekust, staat de po
likliniek Grand, waar dagelijks vele
honderden mensen zich met deze
modder laten behandelen. Elke dag
krioelt het er van patiënten. Een ge
middeld aantal is moeilijk vast te
stellen, maar jaarlijks zijn het er op
het ogenblik tegen de vijftiendui
zend. Van volgend jaar af, als het
nieuwe sanatorium vlak achter het
oude gebouw klaar zal zijn. worden
dat er nog veel meer; het bijbeho
rende hotel telt 1400 bedden, waar
door patiënten in rolstoelen intern
kunnen kuren.
Waar komen al deze mensen van
daan? Medisch directeur dr. Con-
stantin Ene, zelf reumatoloog, doet
allerminst geheimzinnig over zijn
jnodderbedrijf'. Boeken en registers
worden tevoorschijn gehaald en
daaruit blijkt dat de patiënten af
komstig zijn uit 42 landen, velen uit
Denemarken, Noorwegen, Zweden en
Finland, Duitsland, Engeland, Italië,
Frankrijk, België en Luxemburg. Die
uit Nederland zijn op de vingers van
één hand te tellen en dan nog is de
optelsom het totaalaantal over alle
jaren.
De patiënten worden veelal vanuit
fen kliniek of door specialisten uit
eigen land naar Eforie gestuurd. Dat
is een simpele procedure, omdat daar
in tegenstelling tot ons land of-
ticièie overeenkomsten zijn afgeslo-
tussen gezondheidsorganisaties in
'ze landen en die van Roemenië. De
registers tonen namen van mensen
'it allerlei beroepen, ook parle
Dr. Consfantin Ene
mentsleden ên regeringsfunctionaris
sen. Artsen, die zich in Eforie-Noord
laten behandelen, vormen geen hoge
uitzondering. De ochtenden zijn ge
reserveerd voor buitenlanders, 's
middags komen evenzoveel Roeme
nen aan bod.
„Wij", zegt dr. Ene en „wij" zijn
de dertig specialisten en een veel
voud aan masseurs en ander gekwa
lificeerd personeel „krijgen hier
patiënten met diverse chronische
kwalen. Het merendeel lijdt aan reu
ma, zeer velen ook hebben verlam
mingen, hernia's, moeilijkheden in
het centrale zenuwstelsel, spier-, ge-
wrichts- of orthopedische aandoenin
gen. Daarnaast hebben we patiënten
met chronische huidziekten bijvoor
beeld eczeem, chronische problemen
met de stofwisseling, struma en
ook weer chronische vrouwenziek
ten."
Over de reumapatiënten: „We pre
tenderen niet een geneesmiddel tegen
reuma gevonden te hebben. Dat is
onmogelijk, omdat de ziekte eenmaal
samenhangt metklimaat;1 werk en
voeding, factoren die overal verschil
len, die wij niet in de hand hebben.
Maar jarenlange ervaring (de kliniek
is in 1935 geopend) heeft ons geleerd,
dat we met. onze methoden ten min
ste het ziekteproces tot staan kunnen
brengen. In - cijfers uitgedrukt: bij
vijftien procent van onze patiënten
wordt de ziekte in elk geval niet er
ger, maar tachtig procent bereikt
zulke goede resultaten, dat ze hier
stukken beter vandaan gaan". Eer
lijkheidshalve voegde hij eraan toe,
dat zo'n vijf procent niet bij de be
handeling gebaat is.
Die resultaten worden bereikt door
een zeer intensieve behandeling,
want een wondermethode is het niet
en de patiënt wordt zelf ook stevig
aan het werk gezet. Er wordt de ge
bruikelijke heilgymnastiek en massa
ge gegeven. De afdeling elektrothe
rapie staat vol apparatuur, afkomstig
uit alle mogelijke landen, voor be
straling, behandeling met wissel
stroom ultrakorte golven, galvanische
stroom en meer van deze voor leken
op elektronisch gebied onbegrijpelij
ke toestellen. Hier vindt onder ande
re elektrische massage plaats. Verder
neemt de afdeling hydro-therapie
een belangrijke plaats in. Daar wor
den wissel-, zout- en galvanische ba
den gegeven en douchebehandelingen
en onderwatermassage toegepast.
Maar de modder, zegt dr. Ene, is
het voornaamste bestanddeel van de
kuur. Zout- en mineraalgehalte van
deze modder, in baden of zgn. ver
pakkingen gegeven, zijn vijf tot zes
maal ,zo hoog als die van het zeewa
ter. Een analyse van de modder heeft
aan het licht gebracht, dat er chloor,
broom, sulfaat, natrium, kali en
magnesium in zit, voorts koolhydra
ten. aminozuren, vitamine C, BI, B2
en B12 en andere elementen met the
rapeutische eigenschappen.
Iedere patiënt wordt individueel
behandeld. Voor men aan een kuur
beginnen mag, wordt men aan een
nauwgezet medisch onderzoek onder
worpen en aan de hand daarvan
wordt het programma voor de
meestal drie, soms ook vijf tot zes we
ken durende kuur opgesteld. Te
vens wordt vastgesteld, of de patiënt
modderbaden dan wel -verpakkin-
Een patiënte wordt van boven tot onder volgesmeerd met de vette, zwarte modder uit het meer van Techirghiol.
gen nodig heeft, hoe lang hij erin
moet blijven en hoe hoog de tempe
ratuur van de substantie moet zijn.
Oude mensen de oudste patiënt is
negentig krijgen een andere be
handeling dan jongere, patiënten met
bijv. hartinfarcten kunnen er in het
geheel niet behandeld worden.
Van half december tot half januari
gaat de kliniek dicht. Voor het overi
ge kan men er om zeven uur 's mor
gens, ook 's zaterdags, al terecht om
zijn programma af te werken. Alleen
de ech'.e dauwtrappers zijn er zo
vroeg bij, zodat het om die tijd nog
vrij rustig is. Dat is met de zaal voor
door
Loes Smit
heilgymnastiek altijd het geval, om
dat daar individueel of in zeer kleine
groepjes les wordt gegeven. Hier
staan ook de apparaten, waarop men
zonodig dagelijks wordt opgerekt.
Later op de ochtend wordt het roe
zemoezig. Vooral in het hart van het
gebouw, waar links en rechts van de
„promenade" de cabines voor mod
derbaden zijn, is het dringen. Midden
in die gang troont mevrouw Fiorica,
die de patiënten bij benadering de
tijden opgeeft, waarop zij zich bij de
diverse afdelingen dienen te melden.
Haar dagrooste'rs, die een fors bureau
compleet beslaan, zijn haast niet te
rug te vinden tussen het gewemel
van patiënten in kostuum, jurken,
badjassen, dusters, kamerjassen,
zwembroeken en -pakken en badla
ken?, die allemaal tegelijk geholpen
willen worden.
In de moddercabines is het rusti
ger. Daar zijn hoogstens twee patiën
ten tegelijk: één voor de verpakking,
één voor het bad. Vijftien kilo mod
der, vers aangevoerd, wordt op pre
cies de juiste temperatuur maxi
maal 48 graden Celsius binnenge
bracht en uit de emmers op een bank
uitgestort, op een stuk canvas met
een lap gummi eronder. De patiënt
gaat erop liggen, moet even „door"
vanwege de hitte en wordt dan van
top tot teen ingesmeerd met het dik
ke, zwarte, kleffe en niet fris ruiken
de spul.
De „verpakking" is effectief: be
halve het gummi en het canvas ko
men er nog dekens overheen, zodat
het stijf als een mummie ingezwach
telde slachtoffer niet eens het zweet
van zijn gezicht kan wissen. Na
twintig minuten onbeweeglijk liggen
mag hij van zijn plaats blubberen,
ook een kunst waarvan men even
slag moet hebben. Twee in de grond
verzonken badkuipen, gevuld met
warm, groen, zout water, zijn be
stemd om weer een schoon mens van
je te maken. Rusten, ongeveer een
kwartier, is verplicht na deze in
spanning.
Omdat zeer veel patiënten douche
massage voorgeschreven wordt, is
het ook bij deze afdeling erg druk.
De masseurs werken hard: elke tien
minuten een andere patiënt, van ze
ven uur af tot vaak half twee, twee
uur aan toe. De patiënt wordt plat
liggend letterlijk van de tenen tot de
nek en armgewrichten toe gemas
seerd onder een rij kletterende dou
ches; onder water is massage minder
pijnlijk dan „droog".
Van de elektrische massage kom je
weer helemaal bij. Een Frans, Rus
sisch, Chinees, of Amerikaans toestel
masseert, terwijl de patiënt uitge
strekt op een bed uitrust. Na afwer
king van het voorgeschreven aantal
elektrische apparaten sluit voor een
de benen en door haar artsen opge
geven, liet zich ten einde raad in
Eforie behandelen, kon na de eerste
kuur weer staan en met krukken lo
pen. Na een aantal herhalingen is ze
zo ver. dat ze zelfs kan springen en
niet één stok of ander hulpmiddel
meer gebruikt. Ze hoeft allang niet
meer terug te komen, maar doet het
toch uit angst dat haar ziekte zich
zal herhalen.
Zulke wonderen zijn hier geen uit
zonderingen. Een andere Duitse
vrouw, tot tweemaal toe aan beide
heupen geopereerd, kon desondanks
vrijwel niet meer lopen. Na acht da
gen behandeld te zijn, kwam ze uit
haar rolstoel. Na de eerste kuur had
ze nog maar één stok nodig en kon
zich lopend voortbewegen.
Een Zweedse man vertelt voor de
vierde maal in de kliniek te zijn. De
eerste keer kwam hij met door polio
verlamde benen in een rolstoel. Hij
zegt toen zelf tot niets meer in staat
geweest te zijn. Nu loopt hij met één
stok. Hij is helemaal alleen in zijn
auto van Zweden naar de Roemeense
kust gereden. Een van de masseurs
vertelt in de loop van zijn praktijk
herhaaldelijk meegemaakt te hebben,
dat mensen die hun verlamde armen
niet eens meer konden optillen, na
twee weken kuren er weer mee kon
den schrijven en eten, dat patiënten
in rolstoelen kwamen en zonder ver
trokken. Maar één kuur is niet vol
doende. Het effect van de behande
ling, zegt hij, is pas blijvend als ze
driemaal gekuurd hebben.
De modder wordt in grote hoeveel
heden uit het Techirghiolmeer ge
haald om in de kliniek te worden
gebruikt. Raakt dat meer op die ma
nier nooit leeg? Nee, zegt dr. Ene
beslist. De specifieke flora en fauna
van het meer houden de kwantiteit
constant op peil. En wat meer is: ze
zorgen ervoor dat de kwaliteit beter
en beter wordt. Modder als genees
middel is overigens geen Roemeense
vinding. De oude Egyptenaren ge
bruikten de modder in de Nijlvallei
al voor curatieve doeleinden.
Zo zien „verpakte" patiënten eruit: ingekapseld in canvas, lakens en dfekens,
waardoor er geen plekje overblijft, dat niet door de hete modder bedekt is. Deze
patiënten liggen „opgebaard" in een tienpersoons moddercabine.