verliest wel maar niet zijn Ridder ^eten, zijn harnas Gewetensconflictkens tussen vader moeder 42 crematoria nodig 5 Strijdvaardigheid H kwam hem vaak y duur te staan chter die „Gorkumse woesteling'' gaat een andere Van Rapparcl schuil Nederland heeft in 1990 604e Staatsloterij Vragen over chloorlek in Pernis Schrootbedrijf Simons in moeilijkheden Haags jongetje verongelukt in Stellendam Kind raakt in de knel bij nieuwe echtscheidingswet JUI DONMROAG 2? JUL! 1971 JORKUM Nog maar enkele dagen mag mr. L. R. J. ridder a Rappard zich burgemeester van Gorkum noemen. Na ruim jaar zijn ambtsketen te hebben gedragen, zal hy donderdag- tmd van de raad cn vrijdag van de burgerij afscheid nemen, r 1 augustus is hy definitief burgemeester af, wegens het be- van de 65-jarige leeftyd. IluVlet Ridder van Rappard verdwijnt een van de meest omstre- 246i en door het ganse land bekend geworden burgemeesters. Voor jrkum betekent dit echter niet dat het hoofdstuk Van Rappard lersarmee afgedaan is en dat hij snel in de vergetelheid zal raken, ope: van Btegendeel, lang. heel lang zelfs Bijn naam nog over de lippen gaan illen de vele belevenissen met merkwaardige persoonlijkheid opgehaald. Voor hen, die het hun hobby rekenen de geschiede- „van de Arkelstad voor volgende eraties vast te leggen, vormt hij boeiend onderwerp, waarover nog wat geschreven zal worden. 11—Jlorkum heeft in de afgelopen 32 o»n Louis Rudolph Jules ridder van ™elftpard leren kennen als een bij- ïiper energiek en aktief man, die af de eerste tot de laatste dag 1 voor zijn stad heeft gewerkt. Als man die zich op alle terreinen ijdvaardig heeft getoond, ook al is dat vele malen duur komen te ker heeft hij met zijn vaak krijgs- tig optreden, waarbij soms nie- (id en niets ontzien werd, bewon- ars achter zich gekregen. Ander- i heeft hij er de sympathie van ve- 1 mee verspeeld. Dat hem dit per- c lijk erg zwaar ligt lijkt erg on- èrschijnlijk, althans naar buiten hij daarvan nimmer iets laten ten. Het is een proces geworden, zich in de loop der jaren gelei- maar zeker, heeft ontwikkeld en vooral in dé laatste jaren mede alend is geweest voor de ene con- raterse na de andere, pete 4iedereen in cms land weet hoe het ^het bestuurlijke vlak binnen de kjtelstad bij herhaling tot uitbar- mikcigen is gekomen. Van Rappard a» in al die gevallen de centrale 840'jur. Dit alles heeft van hem het hld gevormd van een onhebbelijk kg;»1 onsympathiek man, met wie niet röteipraten valt, laat staan samenwer- 38, a. Een overigens volkomen onjuist paiïd. Want achter die zo robuuste istraatdie Gorkumse woesteling, s hij in Den Haag eens werd voor- \teld, gaat een geheel andere Van Ibpard schuil. Sen Van Rappard, wiens menselij- 'gevoelens en respect voor de mede- s niet onderschat mogen worden. Open gestaan [aar hij heeft een wat moeilijk rakter, althans voor de doorsnee :umer een moeilijk begrijpelijke Toch heeft hij altijd open ge- i voor zijn bevolking en toonde hij rip voor andermans problemen, jvel in het zakelijke als in het men- jijke vlak is er met Van Rappard 'ijd te praten geweest. Maar hij nfette misstanden en misstelling in J samenleving. Niet alleen de bur- fs van Gorkum hebben dat erva- maar iedereen in ons land weet burgemeester Van Rappard te kon gaan tegen wat hij zag als wording van onze maatschappij, paarin speelde hij een persoonlijke die met zijn burgemeesterschap ft Gorkum niets te maken had, maar jondanks door velen ten onrechte mee wel in verband is gebracht, tuwens, in dit vlak is Ridder van ppard nog lang niet uitgeblust, zal in Nederland nog stellig het en ander van hem vernemen. Int zoeken de publiciteitsmedia hem dan zal hij er zelf op gezette jien wel aankloppen. Hij weet nu eenmaal precies hoe en wanneer hij de publiciteit moet zoeken. Hij is daar zelfs handig in geworden. Nederland kent hem als de zede lijkheidsapostel, de kuisheidsridder. Zelf concludeert hy dat er van hem een karikatuur is gemaakt. Maar de vraag rijst daarbij of hij zelf niet daarop heeft aangestuurd. Voor Gor kum is dat allemaal niet zo heel erg belangrijk. In de Arkelstad ligt het zwaartepunt op de figuur Van Rap pard als eerste burger van de stad, die zijn taak volbracht heeft en thans afscheid gaat nemen. Schaduwen Op zichzelf zou ook dat geen bij zonderheid zijn, althans niet in de rij van de normale gebeurtenissen, waarbij jaarlijks een aantal burge meesters met pensioen gaat. Met Van Rappard en Gorkum ligt het echter allemaal anders. Want het afscheid, hoe mooi ook voorgesteld, heeft wel degelijk een schaduwzijde. Het is niet allemaal zo spontaan als men de laat ste tijd pleegt voor te doen. Toch wacht Van Rappard een groots af scheid, niet omdat men naar buiten uit een toch nog gunstige indruk wil wekken, maar eenvoudig omdat de meeste burgers van de stad dit zo wensen. Ondanks de conflicten die er ge weest zijn binnen het gemeentebe stuur en de door onderlinge haat en nijd vertroebelde sfeer, menen zij dat de heer Van Rappard recht heeft op een waardig en eervol afscheid als burgemeester. Het is geen geheim dat een deel van de raad daar an ders over denkt. Maar voor de goede orde doen 'i mee. Hoe moeizaam is het anders geweest om binnen het ge meentebestuur tot overeenstemming te komen hoe men dat afscheid pre cies zou moeten laten verlopen. Men heeft er uiteindelijk een oplos sing voor gevonden. Van Rappard krijgt een afscheidsreceptie aapgebo den en voor zijn verdiensten de ere medaille van de stad. Dat laatste is evenwel allerminst een vanzelfspre kendheid geweest, maar goed, ze ge ven hem. En met een beetje geluk gaan de in een coalitie samenwer kende raadsleden ook nog naar de receptie. Nieuwjaarsdag was dat nog teveel gevraagd. Trouwens ook de wethouders konden het toen nog niet over hun hart verkrijgen de heer en mevrouw Van Rappard de hand te gaan drukken. Balans 28 Juli 1971 Eerste klasse f 10,— zijn gevallen op nummers eindigende op: 2 t 50.— zijn gevallen op nummers eindigende op: 51 t 50.— zijn gevallen op nummers eindigende op: 96 t 100. zijn gevallen op nummers eindigende op: 168 f 100, zijn gevallen op nummers eindigende op: 479 f 200. zijn gevallen op nummers eindigende op: 220 t 400.— zijn gevallen op nummers eindigende op: 064 t 1.000.— zijn gevallen op nummers eindigende op: 1125 Eer i prijs van f 2.000,— is gevallen op het nummer: 034614 f 2.000,— is gevallen op het nummer: 029494 f 2.000,— is gevallen op het nummer: 060980 t 2.000,— is gevallen op het nummer: 089003 f 2.000,— is gevallen op het nummer: 089444 De prijs van f 5.000.— is gevallen op het nummer: 042523 f 25.000.— is gevallen op het nummer: 078166 De extra prijs van f 50.000,is gevallen in de serie C op het nummer: 001791 en de troostprijs van f 1.000,op nummer 001791 van elk van c Ie andere series. Louis Rudolph Jules ridder van Rappard werd op 15 juli 1906 geboren in Bloemendaal als zoon van de rechter mr. A. G. A. ridder van Rappard en de beeldhouwster Irma van Rappardvon Maubeuge. Hij studeerde rechten in Utrecht, waar hij in 1931 het doctoraal aflegde. Na een jaar op een advocatenkantoor in Nijmegen te hebben gewerkt, werd hij in 1932 op zijn verjaardag benoemd ttot burgemeester van Zoelen. lm 1939 volgde zijn be noeming tot burgemeester van Gorinchem. Hij is getrouwd en heeft vijf kinderen. Een van zijn zoons is burgemeester van de Drentse gemeente De Wijk. De hele gang van zaken is tekenend voor de verhoudingen zoals ze er toen lagen en er nu onverminderd nog lig gen. Voor de scheidende burgemeester is dat triest. Hij heeft het zelf zo waar schijnlijk niet gewild. Maar de oor zaak van dat alles te achterhalen zal de heer Van Rappard voor een be langrijk deel bij zichzelve te raden moeten gaan. Er zijn de laatste jaren te veel con flicten geweest om van iedereen te kunnen verwachten dat hij spontaan aan het afscheid zal deelnemen. En Van Rappard kennende, zal hij daar alle begrip voor hebben. Maar dat alles neemt niet weg dat diezelfde Van Rappard 32 jaar lang zijn stad als burgemeester heeft ge diend. Nu de balans van die periode wordt opgem. akt zou het niet juist en niet eerlijk zijn, uitsluitend terug te zien op de minder prettige verwik kelingen die men in die tijd heeft ge kend en daardoor de vele en goede verdiensten die de heer Van Rappard voor zijn stad heeft gehad uit het oog te verliezen. Men kan over Van Rapoard zeg gen wat men wil, feit- is dat hij voor Gorkum alles heeft gedaan wat in zijn vermogen lag en dat was heel wat. Toen hij in 1939 het Gorkumse stadhuis betrad, lag aan zijn voeten een vrijwel ten dode opgeschreven en van weinig levenslust getuigend stadje, met nauwelijks 13.000 inwo ners. Een provincieplaatsje zonder enig perspectief, waarin de armoede over een breed front welig tierde. Louis Rudolph Jules Van Rappard zag er een uitdaging in en met volle energie begon hy aan zijn doel: de stad nieuw leven in te blazen. Al gau\leerde men Van Rappard kennen als een bijzonder knap man. die veel wist en een wijde blik ir. de toekomst durfde te wagen. In die toe komst zag Van Rappard toen al grote ontwikkelingskansen voor het zo ide aal gelegen Gorkum. Men heeft aan de toekomstvisie van de burgemeester eigenlijk nooit zoveel waarde gehecht. Men geloofde er niet in, eenvoudig omdat men het niet zag. Van Rap pard heeft daarentegen geen moment aan zchzelf getwijfeld, noch aan de ontwikkelingskansen van de stad. Nu, na 32 jaar, zal vriend en vijand moeten toegeven, dat de zienswijze van Van Rappard. zo slecht nog niet is geweest al neemt hij geen afscheid van een stad zoals hy die zich had voorgesteld. Centrale funktie Gorkum heeft zich tijdens het Van Rappard-tijdperk ontwikkeld tot een Centrum-gemeente voor de Alblasser- waard en Vijfheerenlanden. De stad die zich qua inwonertal verdubbeld heeft, vervult op velerlei gebied een streekfunctie. Buiten het oorspronke lijke vestingstadje is met de noord westelijke uitbreiding een geheel nieuwe stad ontstaan, en als het aan Van Rappard gelegen had, zou dat ook in oostelijke richting het geval geweest zijn. Was het niet ,de energieke burge meester van Gorkum die 23 jaar ge leden al met de suggestie kwam dat een grenswijziging in oostelijke rich ting voor de toekomst van Gorkum noodzakelijk zou zijn? Greep men niet vertwijfeld naar het hoofd en sprak men niet over waanideeën toen Van Rappard ging praten over een stad met 40.000 inwoners, later zelfs over 80.000 en met nog meer moed over 100.000? De toen volgens velen aan groot heidswaanzin lijdende magistraat heeft gelijk gekregen. Gorkum zal in de toekomst een grote stad worden. In de streekplannen en provinciale structuurplan is daarop gerekend. Men vindt in die plannen onomsto telijk terug de zogenaamde waanzin die Van Rappard reeds jaren ge leden uitkraamde. Van Rappard heeft het beeld dat hij zich jaren terug van Gorkum had gevormd, nooit los gelaten. Hij geloofde erin en is er ondanks de vele tegenwerpnigen in blijven volharden. Dat heeft hem bij de hogere over heidsinstanties geen goed gedaan. Voortdurend heeft hij daar op het aambeeld gehamerd voor de belan gen van Gorkum. Verbeten strijd Met een niet aflatende verbeten heid heeft hij strijd gevoerd tegen het zijns inziens kortzichtige en te trage beleid van de centrale overheid. Daar bij bediende hij zich van alle midde len die hem ten dienste stonden. Meestal heeft hij in die strijd al leen gestaan, maar hij is blijven vol harden. Daarom is het begrijpelijk wanneer hij zegt niet tevreden te zijn met hetgeen bereikt is. Graag had hij on der zijn leiding meer tot stand willen zien komen. Dat het niet gelukt is hoeft hij zich zelf niet te verwijten. Het feit dat men met de nu dringend noodzakelijke grenscorrectie, na 23 jaar in wezen nog geen stap verder gekomen is, al lijkt het erop dat er nu dan toch iets zal gaan gebeuren, rechtvaardigt de strijd die Van Rappard tegen de ho gere instanties heeft gevoerd. i Ridder van Rappard eindigt zijn loopbaan als burgemeester in een stad, waarvan men momenteel kan zeggen dat het er goed leven, wonen en werken is. Dat neemt niet weg dat er nog veel te verbeteren valt. Maar daar is Gorkum ook voor in ontwikke ling. Belangrijk is dat er een basis is om nieuwe ontplooiingskansen tot leven te brengen. Van Rappard heeft met 32 jaar ar beid zijn sporen voor Gorkum ver diend. Als men daar oog voor wil hebben en men is bereid om op de valreep een streep te zetten onder de gepasseerde conflictsituaties, dan kun nen vriend en vijand de scheidende burgemeesetr geven waar hij recht op heeft: een waardig en eervol be sluit van zijn voor Gorkum ontegen zeggelijk zeer verdienstelijke arbeid. Van een verslaggever DEN HAAG Tot 1990 zouden er in ons land 31 enkelvoudige crematoria gebouwd moeten worden, als het in de jaren zestig ingezette „versnel lingsproces" voortgezet zou worden. Nederland zou in dat jaar dan be schikken over 42 enkelvoudige en dubbele crematoria. Dit heeft drs. J. J. Visman, direc teur van de Stichting ontwikkeling West Friesland in Hoorn, becijferd in een artikel in het blad „Stedebouw en Volkshuisvesting". Onder een enkelvoudig cremato rium verstaat de schrijver een cre matorium, dat is ingericht voor het houden van één plechtigheid tegelijk. Er is dan één opvangruimte één aula en één condoléance-ruimte. In een dubbel crematorium kunnen twee plechtigheden tegelijk gehouden wor den. Volgens ramingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek zullen in 1990 149 000 mensen overlijden. Van hen zullen naar schatting maximaal 74.500, minimaal 52.200 worden gecre meerd. Van de in 1970 109.617 overle denen werden 14519 (13,6 procent) gecremeerd. Het crematiepercentage (dat is het jaarlijkse aantal crematies per 100 overledenen) is het laatste decennium belangrijk toegenomen: bedroeg dit percentage in 1950: 2 en in 1960: 4, in DEN HAAG Het socialistische tweede-kamerlid drs P. A. de Ruiter heeft naar aanleiding van de ont snapping van chloorgas op 26 ^uli in Pernis (Rotterdam) aan de minister van volksgezondheid en milieuhygië ne gevraagd, welke bijdrage hij wil leveren tot het voorkomen van soort gelijke gebeurtenissen. Het kamerlid wijst er op dat slechts aan het tijdelijk draaien van de wind te danken was, dat de giftige chloorgaswolk, afkomstig van de Shell raffinaderij, geen bedreiging kon vormen voor de inwoners van Pernis. Hij vraagt „Is de minister van oordeel dat de veranderlijkheid van de hoek waaruit in Nederland de winden plegen te waaien onvoldoende garantie biedt voor de bevolking van het Rijnmondgebied tegen aanslagen op hun gezondheid, die het gevolg kunnen zijn van bij explosies of branden vrijkomende giftige gassen." Drs. de Ruiter vraagt de minister ook hoe hij denkt over „al hetgeen in het Rijnmondgebied ter sanering van het milieu" is gebeurd, sinds het tot „saneringsgebied" is verklaard. 1970 is het toegenomen tot bijna 14. Waren er van 1950 af nog tien jaar nodig om een toeneming van 2.000 crematies te bewerkstelligen, aan het eind van de jaren 60 kwam deze toe neming in minder dan één jaar tot stand. De jaarlijkse toeneming be droeg over de jaren 1967/1968: 2026, 1961/1969: 2291 en 1969/1970: 2481 crematies. Eind 1970 waren er zeven cremato ria in ons land in gebruik. Na de opening van het eerste crematorium (Velsen 1914) heeft het veertig jaar geduurd, voordat het tweede (Dieren 1954) in gebruik werd genomen. Drs. Visman bepleit een doelmatige verspreiding der crematoria over ons land en acht het wellicht wenselijk, dat hieraan op rijksniveau aandacht wordt besteed. ROTTERDAM Aan Simons Sproot NV te Rotterdam is uitstel van betaling verleend. Mr. J. A. Nag- tegaal is benoemd tot bewindvoerder. Bij dit bedrijf werken ongeveer veertig mensen. Voorlopig worden de activiteiten van Simons voortgezet. Het bedrijf is in betalingsmoeilijk heden gekomen doordat de schroot prijzen vorig jaar vrij plotseling in een zakten. DIRKSLAND Woensdagavond is de 10-jarige R. J. J. Koeman uit Den Haag in het ziekenhuis te Dirksland overleden aan de verwondingen die hij 's middags bij een verkeersonge luk in Stellendam had opgelopen. De jongen werd gegrepen door een personenauto toen hij met zijn fiets de provinciale weg overstak. Advies: Delft in met groot gewest negen gemeenten DELFT Het Nederlands econo misch instituut (NFI) vindt het wen selijk dat Delft met 's-Gravenzande, De Lier, Maasland, Monster, Naald wijk, Nooddorp, Pijnacker, Schiplui den en Wateringen in één groot ge west van 190.000 inwoners gaat sa menwerken. Tot deze conclusie komt het NEI in een rapport, in opdracht van Delft opgesteld. DORDRECHT Op 1 oktober treedt de nieuwe echtscheidings wet in werking. Wat het gevolg er van zal zijn valt op dit ogenblik nog moeilijk te bepalen. Vast staat dat het aantal echtscheidingen de laatstee jaren met sprongen omhoog is gegaan. In 1966 waren er 6797 gevallen van echtscheidingen, in 1967 7464, in 1968 8146 en in 1969 9080. Het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikt op het ogenblik nog niet over gegevens van het afgelopen jaar. Natuurlijk moet men hierbij aantekenen dat er meer en sneller wordt ge trouwd dan vroeger, maar het geeft wel te denken. Een van de meest in het nog lopen de bepalingen uit de nieuwe wet is het reeht dat kinderen van 14 jaar af grotendeels zelf kunnen uitmaken aan wie zij na de echtscheiding van vader en moeder wUüeir worden toe gewezen. In 1969 waren 12.567 kinde ren de dupe van een echtscheidings tragedie. Het is de vraag of kinderen van deze leeftijd daartoe in staat zijn. Mej. mr. J. M. C. Cariot, kinderrech ter bij de Dordtse rechtbank, is dan ook enigszins huiverig voor de uit werking van deze nieuwe mogelijk heden. „Het zal", zo zegt zij. „wel een gevolg zijn van de inspraak, die in deze tijd hoogtij viert. Ik ben hier in het geheel niet tegen, maar ik vind het toch wel gevaarlijk, zeker waar het de „inspraak" van kinderen be treft. U moet zich «ens voorstellen: een kind kan voor ec-n groot deel uit maken bij wie het wil, bij vader of moeder". Moeilijk Mej. Cariot, die erg begaan is met het lot van deze kinderen, wijst er op dat het kind over .het algemeen even veel van vader als van moeder houdt, zodat het voor een kind erg moeilijk is in zon geval uit te'maken bij wie het wil. Het voelt dat het op de een of andere manier partij trekt voor een van de ouders. „Er zijn natuurlijk uitzonderingen", zo vervolgt mej. Cariot. „Neem nu maar het geval, waarbij vader vaart of veel voor zaken op reis is. Het is dan gewoon uit praktische overwe gingen begrijpelijk dat het kind naar de moeder wil. Vader heeft daar in het algemeen ook geen bezwaar te gen. Het zal ook geen moeilijke keus zijn voor moeder te „kiezen" als ge bleken is dat de vader van het kind een dronkelap is en de moeder maar moet zien rond te komen met een half salaris of nog minder". Een ander probleem, waarvoor de kinderrechter ;zich een enkele maal ziet geplaatst is het verantwoorde lijkheidsgevoel van deze kinderen, dat vaak groter is dan bij hun leef tijdgenootjes. Mej. Cariot: „Wij heb ben het een keer meegemaakt dat een kind per se wilde worden toegewezen aan moeder, die de oorzaak was van het ontwrichte huwelijk, omdat het bang was dat het met moeder anders helemaal mis zou gaan". Mej. mr. Cariot illustreert hiermee gelijk één van de problemen, waar mee de kinderrechter en de Raad van de Kinderbescherming mee kunnen komen te zitten als de nieuwe wet effectief wordt. „Thans trachten wij zo'n kind duidelijk te maken dat hun probleem om bepaalde redenen niet uitvoerbaar is. Na 1 oktober wordt dit allemaal veel moeilijker". Een ander aspect is of het kind wel een vrije keus maakt en of het niet onder invloed van een der ouders staat, wanneer het op kiezen aan komt. Het komt voor dat kinderen met geen stok bij ons zijn te krijgen en zelfs niet met ons willen spreken. Wij moeten dan de woorden uit hun mond trekken met als gevolg dat wij nooit precies weten hoe de vork aan de steel zit". Huid Mej. Cariot vertelt dat het juist zo belangrijk is dat ook de kinderen vertellen over de situatie thuis. Hun gegevens kunnen zeer waardevol zijn. Om een beslissing te nemen moet je eerst als het ware in dc huid van het kind kruipen om er achter te komen wat het weet en niet wil zeggen om welke reden dan ook. Als dat lukt is Mej. rrir. Cariot het gemakkelijker om de standpunten van de betrokken partijen te begrij pen". Het werk van de kinderrechter en de Raad voor de Kinderbescherming wordt nog moeilijker door de emotio neel geladen sfeer, waarin een echt scheiding zich veelal afspeelt. Huwe lijksmoeilijkheden ontstaan soms door de onbenulligste voorvallen, waaraan één van beiden zich ergert. Dat kan bijvoorbeeld een bepaalde handelwijze zijn die voor één van beiden irritant is, terwijl de betrok kene geen kwaad in den zin heeft. Op den duur geeft dat frustraties, later ruzies en in een nog later stadium ernstige moeilijkheden. Mej. Cariot heeft hierover een uit gesproken mening. Zij zegt: „De er varing heeft mij geleerd dat in het huwelijk de ene partij de andere in veel gevallen tracht om te vormen naar eigen inzicht, zo in de trant van „daar moet hij of zij maar aan wen nen". Ik vraag mij af of dat wel mag. Is dit niet een beetje té egoïstisch? Men heeft dikwijls te veel vertrou wen in het huwelijk. Maar ik heb geen vertrouwen in de vaak gehoorde opmerking dat: als het paartje een maal getrouwd is zal het wel beter gaan". „Men kan iemands karakter niet in een huwelijk veranderen. Dat is struisvogelpolitiek. De partners moe ten trachten meer te geven en meer te nemen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 5