verliest wel
maar niet zijn
Ridder
^eten,
zijn
harnas
Gewetensconflictkens
tussen vader
moeder
42 crematoria nodig
5 Strijdvaardigheid
H kwam hem vaak
y duur te staan
chter die „Gorkumse woesteling'' gaat een andere
Van
Rapparcl schuil Nederland heeft in 1990
604e
Staatsloterij
Vragen over
chloorlek
in Pernis
Schrootbedrijf
Simons in
moeilijkheden
Haags jongetje
verongelukt in
Stellendam
Kind raakt in de knel bij nieuwe echtscheidingswet
JUI
DONMROAG 2? JUL! 1971
JORKUM Nog maar enkele dagen mag mr. L. R. J. ridder
a Rappard zich burgemeester van Gorkum noemen. Na ruim
jaar zijn ambtsketen te hebben gedragen, zal hy donderdag-
tmd van de raad cn vrijdag van de burgerij afscheid nemen,
r 1 augustus is hy definitief burgemeester af, wegens het be-
van de 65-jarige leeftyd.
IluVlet Ridder van Rappard verdwijnt een van de meest omstre-
246i en door het ganse land bekend geworden burgemeesters. Voor
jrkum betekent dit echter niet dat het hoofdstuk Van Rappard
lersarmee afgedaan is en dat hij snel in de vergetelheid zal raken,
ope:
van
Btegendeel, lang. heel lang zelfs
Bijn naam nog over de lippen gaan
illen de vele belevenissen met
merkwaardige persoonlijkheid
opgehaald. Voor hen, die het
hun hobby rekenen de geschiede-
„van de Arkelstad voor volgende
eraties vast te leggen, vormt hij
boeiend onderwerp, waarover nog
wat geschreven zal worden.
11—Jlorkum heeft in de afgelopen 32
o»n Louis Rudolph Jules ridder van
™elftpard leren kennen als een bij-
ïiper energiek en aktief man, die
af de eerste tot de laatste dag
1 voor zijn stad heeft gewerkt. Als
man die zich op alle terreinen
ijdvaardig heeft getoond, ook al is
dat vele malen duur komen te
ker heeft hij met zijn vaak krijgs-
tig optreden, waarbij soms nie-
(id en niets ontzien werd, bewon-
ars achter zich gekregen. Ander-
i heeft hij er de sympathie van ve-
1 mee verspeeld. Dat hem dit per-
c lijk erg zwaar ligt lijkt erg on-
èrschijnlijk, althans naar buiten
hij daarvan nimmer iets laten
ten. Het is een proces geworden,
zich in de loop der jaren gelei-
maar zeker, heeft ontwikkeld en
vooral in dé laatste jaren mede
alend is geweest voor de ene con-
raterse na de andere,
pete
4iedereen in cms land weet hoe het
^het bestuurlijke vlak binnen de
kjtelstad bij herhaling tot uitbar-
mikcigen is gekomen. Van Rappard
a» in al die gevallen de centrale
840'jur. Dit alles heeft van hem het
hld gevormd van een onhebbelijk
kg;»1
onsympathiek man, met wie
niet
röteipraten valt, laat staan samenwer-
38, a. Een overigens volkomen onjuist
paiïd. Want achter die zo robuuste
istraatdie Gorkumse woesteling,
s hij in Den Haag eens werd voor-
\teld, gaat een geheel andere Van
Ibpard schuil.
Sen Van Rappard, wiens menselij-
'gevoelens en respect voor de mede-
s niet onderschat mogen worden.
Open gestaan
[aar hij heeft een wat moeilijk
rakter, althans voor de doorsnee
:umer een moeilijk begrijpelijke
Toch heeft hij altijd open ge-
i voor zijn bevolking en toonde hij
rip voor andermans problemen,
jvel in het zakelijke als in het men-
jijke vlak is er met Van Rappard
'ijd te praten geweest. Maar hij
nfette misstanden en misstelling in
J samenleving. Niet alleen de bur-
fs van Gorkum hebben dat erva-
maar iedereen in ons land weet
burgemeester Van Rappard te
kon gaan tegen wat hij zag als
wording van onze maatschappij,
paarin speelde hij een persoonlijke
die met zijn burgemeesterschap
ft Gorkum niets te maken had, maar
jondanks door velen ten onrechte
mee wel in verband is gebracht,
tuwens, in dit vlak is Ridder van
ppard nog lang niet uitgeblust,
zal in Nederland nog stellig het
en ander van hem vernemen.
Int zoeken de publiciteitsmedia hem
dan zal hij er zelf op gezette
jien wel aankloppen. Hij weet nu
eenmaal precies hoe en wanneer hij
de publiciteit moet zoeken. Hij is
daar zelfs handig in geworden.
Nederland kent hem als de zede
lijkheidsapostel, de kuisheidsridder.
Zelf concludeert hy dat er van hem
een karikatuur is gemaakt. Maar de
vraag rijst daarbij of hij zelf niet
daarop heeft aangestuurd. Voor Gor
kum is dat allemaal niet zo heel erg
belangrijk. In de Arkelstad ligt het
zwaartepunt op de figuur Van Rap
pard als eerste burger van de stad,
die zijn taak volbracht heeft en thans
afscheid gaat nemen.
Schaduwen
Op zichzelf zou ook dat geen bij
zonderheid zijn, althans niet in de
rij van de normale gebeurtenissen,
waarbij jaarlijks een aantal burge
meesters met pensioen gaat. Met Van
Rappard en Gorkum ligt het echter
allemaal anders. Want het afscheid,
hoe mooi ook voorgesteld, heeft wel
degelijk een schaduwzijde. Het is niet
allemaal zo spontaan als men de laat
ste tijd pleegt voor te doen. Toch
wacht Van Rappard een groots af
scheid, niet omdat men naar buiten
uit een toch nog gunstige indruk wil
wekken, maar eenvoudig omdat de
meeste burgers van de stad dit zo
wensen.
Ondanks de conflicten die er ge
weest zijn binnen het gemeentebe
stuur en de door onderlinge haat en
nijd vertroebelde sfeer, menen zij dat
de heer Van Rappard recht heeft op
een waardig en eervol afscheid als
burgemeester. Het is geen geheim
dat een deel van de raad daar an
ders over denkt. Maar voor de goede
orde doen 'i mee. Hoe moeizaam is
het anders geweest om binnen het ge
meentebestuur tot overeenstemming
te komen hoe men dat afscheid pre
cies zou moeten laten verlopen.
Men heeft er uiteindelijk een oplos
sing voor gevonden. Van Rappard
krijgt een afscheidsreceptie aapgebo
den en voor zijn verdiensten de ere
medaille van de stad. Dat laatste is
evenwel allerminst een vanzelfspre
kendheid geweest, maar goed, ze ge
ven hem. En met een beetje geluk
gaan de in een coalitie samenwer
kende raadsleden ook nog naar de
receptie. Nieuwjaarsdag was dat nog
teveel gevraagd. Trouwens ook de
wethouders konden het toen nog niet
over hun hart verkrijgen de heer en
mevrouw Van Rappard de hand te
gaan drukken.
Balans
28 Juli 1971
Eerste klasse
f
10,—
zijn gevallen op nummers eindigende op:
2
t
50.—
zijn gevallen op nummers eindigende op:
51
t
50.—
zijn gevallen op nummers eindigende op:
96
t
100.
zijn gevallen op nummers eindigende op:
168
f
100,
zijn gevallen op nummers eindigende op:
479
f
200.
zijn gevallen op nummers eindigende op:
220
t
400.—
zijn gevallen op nummers eindigende op:
064
t
1.000.—
zijn gevallen op nummers eindigende op:
1125
Eer
i prijs van
f
2.000,—
is gevallen op het nummer:
034614
f
2.000,—
is gevallen op het nummer:
029494
f
2.000,—
is gevallen op het nummer:
060980
t
2.000,—
is gevallen op het nummer:
089003
f
2.000,—
is gevallen op het nummer:
089444
De
prijs van
f
5.000.—
is gevallen op het nummer:
042523
f
25.000.—
is gevallen op het nummer:
078166
De extra prijs
van f 50.000,is gevallen
in
de serie C
op het nummer:
001791
en de troostprijs van f 1.000,op nummer
001791
van elk van c
Ie andere series.
Louis Rudolph Jules ridder van Rappard werd op 15 juli 1906 geboren in
Bloemendaal als zoon van de rechter mr. A. G. A. ridder van Rappard en
de beeldhouwster Irma van Rappardvon Maubeuge. Hij studeerde rechten
in Utrecht, waar hij in 1931 het doctoraal aflegde. Na een jaar op een
advocatenkantoor in Nijmegen te hebben gewerkt, werd hij in 1932 op zijn
verjaardag benoemd ttot burgemeester van Zoelen. lm 1939 volgde zijn be
noeming tot burgemeester van Gorinchem. Hij is getrouwd en heeft vijf
kinderen. Een van zijn zoons is burgemeester van de Drentse gemeente
De Wijk.
De hele gang van zaken is tekenend
voor de verhoudingen zoals ze er toen
lagen en er nu onverminderd nog lig
gen.
Voor de scheidende burgemeester is
dat triest. Hij heeft het zelf zo waar
schijnlijk niet gewild. Maar de oor
zaak van dat alles te achterhalen zal
de heer Van Rappard voor een be
langrijk deel bij zichzelve te raden
moeten gaan.
Er zijn de laatste jaren te veel con
flicten geweest om van iedereen te
kunnen verwachten dat hij spontaan
aan het afscheid zal deelnemen. En
Van Rappard kennende, zal hij daar
alle begrip voor hebben.
Maar dat alles neemt niet weg dat
diezelfde Van Rappard 32 jaar lang
zijn stad als burgemeester heeft ge
diend. Nu de balans van die periode
wordt opgem. akt zou het niet juist en
niet eerlijk zijn, uitsluitend terug te
zien op de minder prettige verwik
kelingen die men in die tijd heeft ge
kend en daardoor de vele en goede
verdiensten die de heer Van Rappard
voor zijn stad heeft gehad uit het
oog te verliezen.
Men kan over Van Rapoard zeg
gen wat men wil, feit- is dat hij voor
Gorkum alles heeft gedaan wat in
zijn vermogen lag en dat was heel
wat.
Toen hij in 1939 het Gorkumse
stadhuis betrad, lag aan zijn voeten
een vrijwel ten dode opgeschreven
en van weinig levenslust getuigend
stadje, met nauwelijks 13.000 inwo
ners. Een provincieplaatsje zonder
enig perspectief, waarin de armoede
over een breed front welig tierde.
Louis Rudolph Jules Van Rappard
zag er een uitdaging in en met volle
energie begon hy aan zijn doel: de
stad nieuw leven in te blazen.
Al gau\leerde men Van Rappard
kennen als een bijzonder knap man.
die veel wist en een wijde blik ir. de
toekomst durfde te wagen. In die toe
komst zag Van Rappard toen al grote
ontwikkelingskansen voor het zo ide
aal gelegen Gorkum. Men heeft aan
de toekomstvisie van de burgemeester
eigenlijk nooit zoveel waarde gehecht.
Men geloofde er niet in, eenvoudig
omdat men het niet zag. Van Rap
pard heeft daarentegen geen moment
aan zchzelf getwijfeld, noch aan de
ontwikkelingskansen van de stad.
Nu, na 32 jaar, zal vriend en vijand
moeten toegeven, dat de zienswijze
van Van Rappard. zo slecht nog niet
is geweest al neemt hij geen afscheid
van een stad zoals hy die zich had
voorgesteld.
Centrale funktie
Gorkum heeft zich tijdens het Van
Rappard-tijdperk ontwikkeld tot een
Centrum-gemeente voor de Alblasser-
waard en Vijfheerenlanden. De stad
die zich qua inwonertal verdubbeld
heeft, vervult op velerlei gebied een
streekfunctie. Buiten het oorspronke
lijke vestingstadje is met de noord
westelijke uitbreiding een geheel
nieuwe stad ontstaan, en als het aan
Van Rappard gelegen had, zou dat
ook in oostelijke richting het geval
geweest zijn.
Was het niet ,de energieke burge
meester van Gorkum die 23 jaar ge
leden al met de suggestie kwam dat
een grenswijziging in oostelijke rich
ting voor de toekomst van Gorkum
noodzakelijk zou zijn? Greep men
niet vertwijfeld naar het hoofd en
sprak men niet over waanideeën toen
Van Rappard ging praten over een
stad met 40.000 inwoners, later zelfs
over 80.000 en met nog meer moed
over 100.000?
De toen volgens velen aan groot
heidswaanzin lijdende magistraat
heeft gelijk gekregen. Gorkum zal in
de toekomst een grote stad worden.
In de streekplannen en provinciale
structuurplan is daarop gerekend.
Men vindt in die plannen onomsto
telijk terug de zogenaamde waanzin
die Van Rappard reeds jaren ge
leden uitkraamde.
Van Rappard heeft het beeld dat
hij zich jaren terug van Gorkum
had gevormd, nooit los gelaten. Hij
geloofde erin en is er ondanks de vele
tegenwerpnigen in blijven volharden.
Dat heeft hem bij de hogere over
heidsinstanties geen goed gedaan.
Voortdurend heeft hij daar op het
aambeeld gehamerd voor de belan
gen van Gorkum.
Verbeten strijd
Met een niet aflatende verbeten
heid heeft hij strijd gevoerd tegen het
zijns inziens kortzichtige en te trage
beleid van de centrale overheid. Daar
bij bediende hij zich van alle midde
len die hem ten dienste stonden.
Meestal heeft hij in die strijd al
leen gestaan, maar hij is blijven vol
harden.
Daarom is het begrijpelijk wanneer
hij zegt niet tevreden te zijn met
hetgeen bereikt is. Graag had hij on
der zijn leiding meer tot stand willen
zien komen.
Dat het niet gelukt is hoeft hij zich
zelf niet te verwijten. Het feit dat men
met de nu dringend noodzakelijke
grenscorrectie, na 23 jaar in wezen
nog geen stap verder gekomen is, al
lijkt het erop dat er nu dan toch iets
zal gaan gebeuren, rechtvaardigt de
strijd die Van Rappard tegen de ho
gere instanties heeft gevoerd.
i
Ridder van Rappard eindigt zijn
loopbaan als burgemeester in een
stad, waarvan men momenteel kan
zeggen dat het er goed leven, wonen
en werken is. Dat neemt niet weg dat
er nog veel te verbeteren valt. Maar
daar is Gorkum ook voor in ontwikke
ling. Belangrijk is dat er een basis
is om nieuwe ontplooiingskansen tot
leven te brengen.
Van Rappard heeft met 32 jaar ar
beid zijn sporen voor Gorkum ver
diend. Als men daar oog voor wil
hebben en men is bereid om op de
valreep een streep te zetten onder de
gepasseerde conflictsituaties, dan kun
nen vriend en vijand de scheidende
burgemeesetr geven waar hij recht
op heeft: een waardig en eervol be
sluit van zijn voor Gorkum ontegen
zeggelijk zeer verdienstelijke arbeid.
Van een verslaggever
DEN HAAG Tot 1990 zouden er in
ons land 31 enkelvoudige crematoria
gebouwd moeten worden, als het in
de jaren zestig ingezette „versnel
lingsproces" voortgezet zou worden.
Nederland zou in dat jaar dan be
schikken over 42 enkelvoudige en
dubbele crematoria.
Dit heeft drs. J. J. Visman, direc
teur van de Stichting ontwikkeling
West Friesland in Hoorn, becijferd in
een artikel in het blad „Stedebouw
en Volkshuisvesting".
Onder een enkelvoudig cremato
rium verstaat de schrijver een cre
matorium, dat is ingericht voor het
houden van één plechtigheid tegelijk.
Er is dan één opvangruimte één aula
en één condoléance-ruimte. In een
dubbel crematorium kunnen twee
plechtigheden tegelijk gehouden wor
den.
Volgens ramingen van het Centraal
Bureau voor de Statistiek zullen in
1990 149 000 mensen overlijden. Van
hen zullen naar schatting maximaal
74.500, minimaal 52.200 worden gecre
meerd. Van de in 1970 109.617 overle
denen werden 14519 (13,6 procent)
gecremeerd.
Het crematiepercentage (dat is het
jaarlijkse aantal crematies per 100
overledenen) is het laatste decennium
belangrijk toegenomen: bedroeg dit
percentage in 1950: 2 en in 1960: 4, in
DEN HAAG Het socialistische
tweede-kamerlid drs P. A. de Ruiter
heeft naar aanleiding van de ont
snapping van chloorgas op 26 ^uli in
Pernis (Rotterdam) aan de minister
van volksgezondheid en milieuhygië
ne gevraagd, welke bijdrage hij wil
leveren tot het voorkomen van soort
gelijke gebeurtenissen.
Het kamerlid wijst er op dat
slechts aan het tijdelijk draaien van
de wind te danken was, dat de giftige
chloorgaswolk, afkomstig van de
Shell raffinaderij, geen bedreiging
kon vormen voor de inwoners van
Pernis. Hij vraagt „Is de minister
van oordeel dat de veranderlijkheid
van de hoek waaruit in Nederland de
winden plegen te waaien onvoldoende
garantie biedt voor de bevolking van
het Rijnmondgebied tegen aanslagen
op hun gezondheid, die het gevolg
kunnen zijn van bij explosies of
branden vrijkomende giftige gassen."
Drs. de Ruiter vraagt de minister
ook hoe hij denkt over „al hetgeen in
het Rijnmondgebied ter sanering van
het milieu" is gebeurd, sinds het tot
„saneringsgebied" is verklaard.
1970 is het toegenomen tot bijna 14.
Waren er van 1950 af nog tien jaar
nodig om een toeneming van 2.000
crematies te bewerkstelligen, aan het
eind van de jaren 60 kwam deze toe
neming in minder dan één jaar tot
stand. De jaarlijkse toeneming be
droeg over de jaren 1967/1968: 2026,
1961/1969: 2291 en 1969/1970: 2481
crematies.
Eind 1970 waren er zeven cremato
ria in ons land in gebruik. Na de
opening van het eerste crematorium
(Velsen 1914) heeft het veertig jaar
geduurd, voordat het tweede (Dieren
1954) in gebruik werd genomen.
Drs. Visman bepleit een doelmatige
verspreiding der crematoria over ons
land en acht het wellicht wenselijk,
dat hieraan op rijksniveau aandacht
wordt besteed.
ROTTERDAM Aan Simons
Sproot NV te Rotterdam is uitstel
van betaling verleend. Mr. J. A. Nag-
tegaal is benoemd tot bewindvoerder.
Bij dit bedrijf werken ongeveer
veertig mensen.
Voorlopig worden de activiteiten
van Simons voortgezet.
Het bedrijf is in betalingsmoeilijk
heden gekomen doordat de schroot
prijzen vorig jaar vrij plotseling in
een zakten.
DIRKSLAND Woensdagavond is
de 10-jarige R. J. J. Koeman uit Den
Haag in het ziekenhuis te Dirksland
overleden aan de verwondingen die
hij 's middags bij een verkeersonge
luk in Stellendam had opgelopen.
De jongen werd gegrepen door een
personenauto toen hij met zijn fiets
de provinciale weg overstak.
Advies: Delft in
met
groot
gewest
negen gemeenten
DELFT Het Nederlands econo
misch instituut (NFI) vindt het wen
selijk dat Delft met 's-Gravenzande,
De Lier, Maasland, Monster, Naald
wijk, Nooddorp, Pijnacker, Schiplui
den en Wateringen in één groot ge
west van 190.000 inwoners gaat sa
menwerken.
Tot deze conclusie komt het NEI in
een rapport, in opdracht van Delft
opgesteld.
DORDRECHT Op 1 oktober treedt de nieuwe echtscheidings
wet in werking. Wat het gevolg er van zal zijn valt op dit ogenblik
nog moeilijk te bepalen. Vast staat dat het aantal echtscheidingen
de laatstee jaren met sprongen omhoog is gegaan. In 1966 waren
er 6797 gevallen van echtscheidingen, in 1967 7464, in 1968 8146 en
in 1969 9080. Het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikt op het
ogenblik nog niet over gegevens van het afgelopen jaar. Natuurlijk
moet men hierbij aantekenen dat er meer en sneller wordt ge
trouwd dan vroeger, maar het geeft wel te denken.
Een van de meest in het nog lopen
de bepalingen uit de nieuwe wet is
het reeht dat kinderen van 14 jaar af
grotendeels zelf kunnen uitmaken
aan wie zij na de echtscheiding van
vader en moeder wUüeir worden toe
gewezen. In 1969 waren 12.567 kinde
ren de dupe van een echtscheidings
tragedie.
Het is de vraag of kinderen van
deze leeftijd daartoe in staat zijn.
Mej. mr. J. M. C. Cariot, kinderrech
ter bij de Dordtse rechtbank, is dan
ook enigszins huiverig voor de uit
werking van deze nieuwe mogelijk
heden. „Het zal", zo zegt zij. „wel een
gevolg zijn van de inspraak, die in
deze tijd hoogtij viert. Ik ben hier in
het geheel niet tegen, maar ik vind
het toch wel gevaarlijk, zeker waar
het de „inspraak" van kinderen be
treft. U moet zich «ens voorstellen:
een kind kan voor ec-n groot deel uit
maken bij wie het wil, bij vader of
moeder".
Moeilijk
Mej. Cariot, die erg begaan is met
het lot van deze kinderen, wijst er op
dat het kind over .het algemeen even
veel van vader als van moeder houdt,
zodat het voor een kind erg moeilijk
is in zon geval uit te'maken bij wie
het wil. Het voelt dat het op de een
of andere manier partij trekt voor
een van de ouders.
„Er zijn natuurlijk uitzonderingen",
zo vervolgt mej. Cariot. „Neem nu
maar het geval, waarbij vader vaart
of veel voor zaken op reis is. Het is
dan gewoon uit praktische overwe
gingen begrijpelijk dat het kind naar
de moeder wil. Vader heeft daar in
het algemeen ook geen bezwaar te
gen. Het zal ook geen moeilijke keus
zijn voor moeder te „kiezen" als ge
bleken is dat de vader van het kind
een dronkelap is en de moeder maar
moet zien rond te komen met een
half salaris of nog minder".
Een ander probleem, waarvoor de
kinderrechter ;zich een enkele maal
ziet geplaatst is het verantwoorde
lijkheidsgevoel van deze kinderen,
dat vaak groter is dan bij hun leef
tijdgenootjes. Mej. Cariot: „Wij heb
ben het een keer meegemaakt dat een
kind per se wilde worden toegewezen
aan moeder, die de oorzaak was van
het ontwrichte huwelijk, omdat het
bang was dat het met moeder anders
helemaal mis zou gaan".
Mej. mr. Cariot illustreert hiermee
gelijk één van de problemen, waar
mee de kinderrechter en de Raad van
de Kinderbescherming mee kunnen
komen te zitten als de nieuwe wet
effectief wordt. „Thans trachten wij
zo'n kind duidelijk te maken dat hun
probleem om bepaalde redenen niet
uitvoerbaar is. Na 1 oktober wordt dit
allemaal veel moeilijker".
Een ander aspect is of het kind wel
een vrije keus maakt en of het niet
onder invloed van een der ouders
staat, wanneer het op kiezen aan
komt. Het komt voor dat kinderen
met geen stok bij ons zijn te krijgen
en zelfs niet met ons willen spreken.
Wij moeten dan de woorden uit hun
mond trekken met als gevolg dat wij
nooit precies weten hoe de vork aan
de steel zit".
Huid
Mej. Cariot vertelt dat het juist zo
belangrijk is dat ook de kinderen
vertellen over de situatie thuis. Hun
gegevens kunnen zeer waardevol zijn.
Om een beslissing te nemen moet je
eerst als het ware in dc huid van het
kind kruipen om er achter te komen
wat het weet en niet wil zeggen om
welke reden dan ook. Als dat lukt is
Mej. rrir. Cariot
het gemakkelijker om de standpunten
van de betrokken partijen te begrij
pen".
Het werk van de kinderrechter en
de Raad voor de Kinderbescherming
wordt nog moeilijker door de emotio
neel geladen sfeer, waarin een echt
scheiding zich veelal afspeelt. Huwe
lijksmoeilijkheden ontstaan soms
door de onbenulligste voorvallen,
waaraan één van beiden zich ergert.
Dat kan bijvoorbeeld een bepaalde
handelwijze zijn die voor één van
beiden irritant is, terwijl de betrok
kene geen kwaad in den zin heeft. Op
den duur geeft dat frustraties, later
ruzies en in een nog later stadium
ernstige moeilijkheden.
Mej. Cariot heeft hierover een uit
gesproken mening. Zij zegt: „De er
varing heeft mij geleerd dat in het
huwelijk de ene partij de andere in
veel gevallen tracht om te vormen
naar eigen inzicht, zo in de trant van
„daar moet hij of zij maar aan wen
nen". Ik vraag mij af of dat wel mag.
Is dit niet een beetje té egoïstisch?
Men heeft dikwijls te veel vertrou
wen in het huwelijk. Maar ik heb
geen vertrouwen in de vaak gehoorde
opmerking dat: als het paartje een
maal getrouwd is zal het wel beter
gaan".
„Men kan iemands karakter niet in
een huwelijk veranderen. Dat is
struisvogelpolitiek. De partners moe
ten trachten meer te geven en meer
te nemen".