Verlegenheid over karakter christelijk onderwijs 5ZE kerk in Aandacht voor karakte van Vrije universiteit Dr. Boerwinkel neemt afscheid van De Horst ™?vE™GSWERK IM Confessionelen in één partij Vette aanslag Een woord voor vandaag UIT DE KERKBLADEN door H. Biersteker DRIEBERGEN Dr. F. Boer winkel neemt dit weekeinde af scheid van de sociale akademie De Horst want hij heeft de pen sioengerechtigde leeftijd bereikt. De meesten die zijn rraair. kennen weten dat hij „de man van inclusief denken" is. Een woord dat vleugeltjes kreeg binnen en buiten de kerken, nadat zijn boek „Inclusief denken" in 1966 voor het eerst verscheen. Het heeft nu al veertien drukken beleefd en dr. Boerwinkel heeft nog niet de behoefte er veel aan te veranderen, alleen is in de zojuist uitgekomen nieuwe druk de literatuurlijst ge heel ververst. „Idioot is dat, je zou nooit verwachten dat eenzelfde thema je niet alleen zou blijven boeien maar ook steeds sterker bij je zou gaan leven als samenvatting van een op dracht". zegt hij. Inclusief denken zou overigens ook een goede werktitel zijn van de vele activiteiten van dr. Boerwinkel: die wika-opleiding die hij na de bevrij ding samen met wijlen prof. Banning op De Horst ging leiden was al van deze gedachte doortrokken nog voor dat zii was geformuleerd; het gesprek met de pinkstergroepen namens de hervormde kerk dat hij voerde (na de verschijning van zijn bekende boek Kerk en Secte) was ook een poging om mensen erbij te halen die zich dikwijls afzonderden en zijn diep gaande studie van het nieuwe China heeft ook al weer te maken met een volk dat nogal exclusief gehouden wordt. Ter gelegenheid van zijn af scheid wordt er vrijdag dan ook een Chinadag gehouden op de akademie De Horst. Onderwerp E' valt over al deze onderwerpen heel wat met hem te bepraten maar we hebben ons beperkt tot een onder werp waarover hij de laatste tijd veel lezingen houdt en publiceert: het christelijk onderwijs. Hij zegt: „Ik weet dat er velen die met hart en ziel bi f het christelijk onderwijs betrok ken zijn in verlegenheid verkeren over het karakter en de doeleinden van dat onderwijs. Het is eigenlijk behoudens uitzonderingen die natuur lijk iedereen kan aanwijzen de schoolgestalte van het Constantijnse christendom. Ten eerste is het altijd uitgegaan ven een vanzelfsprekende superiori teit van het christendom en het daar mee verbonden maatschappijstelsel, dat hierdoor meieen onaantastbaar was geworden. De kerk was daarin een machtsfactor eerst bij de ka tholieken, maar later ook zeker bij de orotestanten. En verder: de voorkeur voor het hemelse boven het aardse en voor de ziel boven het lichaam. De hoofdbe doeling werd daarmee de verlossing van de ziel en niet de vernieuwing van de aarde. We zijn nu wel gaan hegrijpen dat die periode voorbij is, maar zonder een nieuwe bijbelse be zinning vervallen we in een kramp toestand en willen we bolwerken handhaven zonder dat wc de zin er van nog kunnen aantonen." Als wij herr. tegenwerpen dat er zoveel onderling tegenstrijdige dingen uit die bijbelse bezinning plegen voort te komen, zegt hij: „Het gaat er niet om wat wij allemaal menen te moeten geloven of doen, het gaat er om wat ons is opgedragen, en dat is zo duidelijk als wat. Zoek eerst het Koninkrijk Gods en de gerechtigheid die daarbij hoort Het woord gerech tigheid is het kernwoord dat Oude en Nieuwe Testament verbindt. Met de komst van Christus is dat rijk in be ginsel aangebroken. En het woord evangelie wordt onbijbels geladen wanneer er alleen maar gezegd wordt: Christus is gestorven om onze zonden te vergeven en ons zalig te maken. Nee, in Hem is het Rijk Gods aangebroken en daarvoor, om daarin Gods mede-arbeiders en daardoor „zalig" te zijn. worden ons de zonden vergeven." Drie vereisten Dr. Boerwinkel gaat verder: „Ik vind dat in de christelijke school een aantal dingen in ieder geval concreet moeten worden. Het eerste is, dat Je zus van Nazareth werkelijk centraal moet staan. Maar laten we goed kij ken of het beeld wat we van Hem hebben wel overeenstemt met dat van de Bijbel. Hij was niet zomaar een sociale revolutionair, dat zal ik niet beweren, maar revolutionair was Hij wèl! Hij zegt bij zijn afscheid tegen zijn leerlingen: leer de mensen onderhouden alles wat ik u geboden heb. En wat is dat dan? Dat begint maar liefst met de Bergrede. En als die niet revolutionair en onburger lijk is Ten tweede moet er zijn een horig- beid van het Woord. Liever nog: een saamhorigheid aan het Woord. Wij kunnen die niet anders gestalte geven dan met onze joodse broeders. Drie: er zal ook altijd gebed moe ten zijn. De rechte plaats ervan en de frequentie, daar wil ik het nu niet over hebben maar ik denk met name aan het personeel van de school, dat een zware verantwoorde lijkheid heeft. Vier: het moet samen met de ouders. Zij moeten bij die schoolge meenschap betrokken worden omdat vijf het zoeken naar vormen van messiaans leven in een veel bre dere context dan alleen de school Dr. F. Boerwinkel moet gebeuren. Maar de christelijke school kan wel een goed concentratie punt zijn van dit zoeken naar de juiste ja's of nee's in de consumptie maatschappij in de technologische verworvenheden. Zes: de school zal moeten beseffen dat zij ook opleidt tot de vreemde lingschap waar het messiaanse leven in deze wereld niet aan ontkomt. Want het evangelie staat nogal eens haaks op de orde van deze wereld. Ten slotte zou ik de christelijke school vooral willen zien als de school van de bemoediging en van de ver wachting." Messiaans Dr. Boerwinkel van gerefor meerde komaf, later via het hersteld verband in 'de hervormde kerk te rechtgekomen ziet een duidelijke historische motivatie voor de opkomst van het christelijk ónderwijs, die hij volkomen deelt: het protest tegen „die platte mensopvatting van de li berale bourgeoisie der vorige eeuw met de deugd als hoogste goed", het protest tegen de eendimensionale mens. Maar zoals het christelijk onderwijs toch niet aan het heersende klimaat is ontkomen, zo zal het er ook nu niet aan ontkomen als het niet werkelijk messiaans wordt dat is een ander woord voor Christelijk, maar dr. Boerwinkel geeft er de voorkeur aan omdat het nog niet zo onder de erosie i'i i O i =i De plaats waar de radikalen uit de confessio nele partijen plegen te conspireren is van het landelijke Bunnik enkele tientellen kilometers verlegd naar het stedelijke Amersfoort. Het blijkt dat tegelijk met deze schaalvergroting hun gedachten een wel zeer grote vlucht hebben ge nomen. De uitsluitend programmatische samen werking van ARP, CHU en KVP was eerst een bron van spanning zelfs oorzaak van twee afsplitsingen, namelijk van PPR en ESP thans moet het binnen een termijn van een jaar komen tot de vorming van een algemene christelijke volkspartij, waarin de drie grote confessionele partijen opgaan. Het is een snelle en een tamelijk onverwachte ontwikkeling in de gedachtenvorming die bovendien wonderwel aansluit bij wat het KVP-bestuur voor nodig houdt. Nu moet worden erkend dat het rapport waar mee de vroegere confessionele radikalen zich aan de drie partijbesturen hebben gepresenteerd, veel waars te berde brengt over „de zouteloze com promissenpolitiek" van de bestaande confessionele partijen en over hun hoge pretentie die zich niet met zo'n beleid zou verdragen. Ook is het, bezien vanuit een bepaalde gezichtshoek, waar de „christelijke notie van verzoening" te willen hoog houden en dat een beroep op die verzoening geen alibi mag zijn voor „een compromissenpolitiek waarin geen duidelijke keuzen worden gemaakt". Het is allemaal het behartigen waard zij het niet nieuw maar wel erg algemeen. Het is zelfs té algemeen voor zover het rapport van de radikalen veel te weinig- zegt over de signatuur van de algemene christelijke volkspartij Een Nederlander eet gemiddeld per dag zo'n honderdvijftig gram vet. Dat is minstens zestig gram meer dan goed voor hem is, en elke poging om die hoeveelheid nog te vergroten, is dus onver antwoordelijk. Daarmee zou eigenlijk de discussie over het vetgehalte van melk in de Europese Ge meenschap afgelopen moeten zijn, maar'daar ziet het helaas niet naar uit. Terwijl ons medische apparaat moet worden uit gebreid om de toename van hart- en vaatziekten in te halen, terwijl elke medische voorlichter tot in den treure vertelt dat er meer bewogen, minder vet gegeten, en minder gerookt moet worden om te voorkomen dat doodsoorzaak nummer één he lemaal de grafieken uit loopt, besluiten de Euro pese landbouwministers om de hoeveelheid vet in een fles melk vast te stellen op minstens 35 gram, vijf gram meer dan tot voor kort in Nederland ge bruikelijk was. Dat is, zegt het produktschap voor zuivel, maar een ondergeschikt gedeelte van de totale vetcon- die er zou moeten komen. Dat die volkspartij voor uitstrevend zou moeten zijn en zelfs solidair met de zwakkeren in de samenleving, zal men van deze radikalen die naam hebben gemaakt in de nu afgesloten kabinetsperiode, wel willen geloven. Maar het rapport geeft zij het alleen maar impliciet zelf al aan dat er ook andere gezind heden bestaan, ook binnen de bestaande confes sionele partijen. En zolang dat zo is zou het wel zo veilig zijn eerst wat preciezer te formuleren aan welke voorwaarden de ene algemene christelijke volkspartij zou moeten voldoen voor dat men de bestaande confessionele partijen daaraan offert. Het rapport van de Amersfoortse groep merkt terecht op dat het beleid van de drie in de praktijk teleurstelt in de ogen van degenen die veel van hen verwachten en dat veel jongeren bij voorbaat juist niet veel van hen verwachten. Maar het maakt niet duidelijk waarom er van die ene partij wèl veel te verwachten zou zijn. De schrijvers hebben er gelijk in dat de drie afzonderlijk compromispartijen zijn, maar geven nergens met argumenten aan waarom de ene grote dat karakter niet zou hebben. Het zijn allemaal elementen die met vele andere een rol zullen spelen in de discussie over de grondslag van de confessionele partijvorming die in het Amersfoortse rapport wordt bepleit. Die discussie is nuttig en misschien zelfs nodig. Maar wie met een dergelijk gesprek ernst wil maken, begint niet zoals de Amersfoortse groep wel heeft gedaan het doel ervan alsmede de termijn waarbinnen dat doel moet worden bereikt, van tevoren vast te leggen. sumptie. Inderdaad, het gaat om gemiddeld twee gram van die honderdvijftig die wij per dag ge bruiken. Maar het gaat er naar ons gevoelen ook om, dat zelfs een ondergeschikte aantasting van de volksgezondheid dient te worden verworpen. Nog verwerpelijker is het, dat de consument die daar zelf iets aan wil doen, zijn vetarme melk al leen bij wijze van gunst kan kopen. Als het ver moeden van het Consumentencontactorgaan juist is, dat de vergunning om dit produkt te maken wel eens zou kunnen sneuvelen als de Europese boter berg weer aangroeit, zijn de verhoudingen wel he lemaal zoek. Het minste dat men ons kan laten is de vrijheid van keuze. Wij zouden het tenslotte als een Europese vorm van zwarte humor willen zien, dat het extra vet dat de ministers in onze melk willen stoppen ook nog door de gebruiker moet worden betaald. De prijs voor het extra vet dat wij niet zouden moe ten opdrinken, zal 6,67 per kilo bedragen. van de geschiedenis heeft geleden en daardoor nog beter de spanning met het bestaande weergeeft, die het ko men van Christus veroorzaakt. ZIE 3 Dr. Boerwinkel: „De evangeliën be richten ons over een alternatieve wij ze van leven met het oog op zijn komst. Welnu, daar moet de christe lijke school toe opvoeden. Het is ver rassend om te zien hoe de verwach ting van Christus" wederkomst op aarde als deze uitblijft en men die verwachting gaat verliezen, bij de mensen omslaat in een hemelver- wachting, waar alles op wordt gepro jecteerd, de aarde uitleverend aan de machten die het voor het zeggen heb ben. Terwijl de spanning juist was: hoe zal de Heer ons bij zijn terug komst op aarde aantreffen? Zullen wij de aarde aan het bou wen en bewaren zijn, zoals ons is opgedragen? Zullen wij de gerechtig heid doen die hoort bij zijn Konin krijk? We zijn dat kwijtgeraakt in onze cultuur, in ons onderwijs. Er is geen duidelijk doel meer. Men praat over persoonlij klheidsvorming van de jonge mens en dat is allemaal heel prachtig maar het is net als met die persoonlijke zaligheid, als je daar 7.0 de nadruk op gaat leggen, raak je het hele perspectief kwijt, waarin het gebeurt. Wij zijn opgenomen in een proces, in een gebeuren, de komst van de Heer. Als je da#- gelooft be paalt dat toch je opvoeding? Mijn vrouw komt van de katholiek-aposto- lisohen, daar hebben ze dat veel beter vastgehouden. Zij heeft catechisatie gehad van een „diaken" van deze ge meente, een kuiper van beroep, maar op een manier waar ik niet aan kan tippen. Toen deze man op zijn sterf bed lag, vroeg hij: is er al groot nieuws, gaat het al beginnen? Dat is natuurlijk heel wat anders dan: kom ik in de hemel..." Inspiratie De kleine kuiper en de grote Kuy- per hebben niet nagelaten Boerwin kel te inspireren. De maatschappij kritiek van de jonge Kuyper is be trekkelijk uniek voor de tijd waarin hij leefde, maar het is jammer dat deze volkomen langs het christelijke onderwijs is heengegaan. Er zijn ech ter kansen genoeg in deze tijd om die draad weer op te nemen: met een „sociale quaestie" van wereldafmetin gen, de demonische vormen die het geweld heeft aangenomen, het racis me. de consumptiedwang, de bedrei ging van het milieu, de verslaving en de doodsdrift Van vele jongeren die het 'niet meer zien. Boerwinkel heeft het aan de orde gesteld in Wending, in de Waag schaal. in „School en Huis", het or gaan van de Unie „Een School met den Bijbel", in legingen voor de Raad voor de zaken van kerk en school van de hervormde kerk voor verscheidene besturen van christelijke middelbare scholen en pas nog voor de beroemde oude kweekschool De Klokkenberg te Arnhem. Een van zijn oud-leerlingen die in de verdere vormgeving ervan diep gaand met hem meedacht is hem vo rig jaar ontvallen. Dat was wika An ton Lam, die in november j.l. bij een verkeersongeluk omkwam. „Hij zat precies in hetzelfde spoor met zijn prachtige boek Het gegeven Woord. We hadden samen nog zo reusachtig veel te doen en er was nog zo veel van hem te verwachten", zegt hij. Voorzover het aan de voornemens van dr. Boerwinkel ligt, gaat zijn pensioenering geen rust voor hem be tekenen. En zeker geen rust voor net christelijk onderwijs als het dat soms dacht. Beroepen: te Woudenberg: D. v. d. Berg te Huizen;, te Méerkerk: kand. W. Arkeraats te Ouderkerk a.d. IJssel door de generale synode: tot zendings- pred. a.d. thëologische school te Ma kassar: J. A. B. Jongeneel, kand. te Oegstgeest. Bedankt: vóór fiidderkerk-Slikker- veer: J. Bos te Lunteren. GEREF. KERKEN Beroepen: te Domburg: G. J. van Butselaar te Amsterdam, die dit be roep heeft aangenomen, (verb.) GEREF. KERKEN (VRIJGEM.) Beroepen: te Drachten (voor zending op W.-Borneo): kand. M. Nap te Sau- werd. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: te Hillegom: G. L. Born, kand. te Apeldoorn. Beroepbaar: G. L. Bom, Oude Zwol- seweg 221 te Apeldoorn. GEREF. KERKEN Beroepen: te Benthuizen en te Haarlem: J. M. Kleppe, kand. te Ca- pelle a.d. IJssel; te Gouda: D. Hak kenberg te Dordrecht; te Enschede Stolwijk en Westkapelle: kand. J. Koster te Yerseke. B APT. GEMEENTEN Aangenomen: naar Nieuwe Pekela: A. Hofman, kand. te 2 Exloërmond. In één zin zet God door de profeet Jeremia het kernprobleet afvallige Israël uiteen: Want van ouds hebt gij uw juk v< uw banden verscheurd, en gezegd: „Ik wil niet dienstbaar z\ kunnen niet leven zonder in bepaald opzicht afhankelijk te'^ kunnen niet zeggen dat we niemand nodig hebben, want als\ zijn en nog meer als we oud worden zijn we afhankelijk, geleid worden. En ook daartussen hebben we anderen nodii" het maar de musicus die onze zinnen verzet, de bouwvakker? huis bouwen, de kopers die kopen wat wij produceren. Ge>r kan in ieder opzicht „eigen meester" zijn, altijd moet hip 1 gegeven ogenblik in de ander weer zijn meerdere erkennen. fhe is pas werkelijk vrij die dat niet als een juk ervaart, die 1 helpen, waar hij zichzelf niet kan helpen, die zich laat leid 0rr hij zelf de weg niet weet. Zo iemand wil ook zelf de andenlai Zolang wij zeggen: „Ik wil niet dienstbaar"zijn, zolang zijMer vrij, want dan wordt ons juk een keten. Maar daarom zegt „Neemt Mijn juk op... want Mijn juk is zacht en Mijn lastf^ Wie Hem wil dienen is waarlijk vrij, want die ontdekt dat\ Christus gediend wordt. n ci ev< We lezen vandaag?Handelingen 15:13-21. Van een onzer verslaggevers LEIDEN De kwestie van een nieuwe bestuursstruktuur van de Vrije Universiteit te Am sterdam (en naar nieuwe be stuursvormen moet het toe van wege de wet universitaire be- stuurshervorming 1970) zit de leden van de VU-vereniging dui delijk minder hoog dan de, in middels tot stand gekomen, grondslagwijziging. Want voor de verandering van de formulering van de basis waren ste vige discussies, uitgesmeerd over twee algemene vergaderingen, nodig en op de gisteren in Leiden gehouden VU-dag werd na een beknopt debat met 121 tegen 25 stemmen (en 4 blan co en/of ongeldig) een voorstel tot statutenwijziging geacceDteerd, dat het VU-bestuur de directeuren de vrije hand geeft bij het vaststellen van "een tijdelijke regeling van de inrichting van het bestuur der Vrije Universiteit" IDENTIEK De vrije hand geven betekent niet dat de vereniging er helemaal geen hand in heeft: tenslotte is het bestuur der vereniging identiek aan dat der universiteit. Wij zijn door u gekozen en geen wildebrassen, zei de directeur mr. D. Schut beleefd aanbevelend. Bovendien moet de (tijdelijke) rege ling de raad van bijstand passeren en die bestaat ook al weer uit door de vereniging gekozen, c.q. aangewezen personen. Mr. Schut hield zijn verhaal in ant woord op bezwaren van VU-biblio- thecaris dr. J. Stellingwerff en van mr. A. W. Kamminga uit Amstelveen. De opposanten legden er vooral de nadruk op dat medezeggenschap van de vereniging met name moet spelen als ihet karakter van de VU in het geding is. Welnu, zei de heer' Kam minga, als je via een voorlopige rege ling het karakter van de VU bent kwijtgeraakt, kan je het niet weer via een definitieve regeling in huis halen. Mr. Kamminga zou de algemene vergadering ook bij het maken van een tijdelijke regeling willen betrek ken. Dat gaat heus niet, vond mr. Schut. Hij lichtte toe dat men graag een concreet voorstel aan de vergade ring had voorgelegd, maar, zei hij. we zitten met een materie die in ontwik keling is en je kunt onmogelijk elk moment een algemene vergadering bijeen roepen. En, nog eens, het gaat om een tijdelijke «regeling waarbij voorop staat dat de eigen aard van de VU gehandhaafd dient te worden. In dit verband hield dr. C. Blom berg., de voorzitter van de weten schappelijke staf van de VU. een speech waarin hij naar voren bracht dat juist ook in de kring van de wer kers van de VU de band met de ver eniging van belang wordt geacht (overigens vond hij die relatie op haar slechtst funktioneren wanneer men in het stemadvies van een of meer hoogleraren direct aanleiding vindt om voor de vereniging te be danken). We zouden het betreuren, aldus de heer Blomberg, als de VU een „gewone" universiteit zou wor den, een uit de rij. Eerder op de dag had dr. Stelling werff naar aanleiding van het jaar verslag gevraagd hoe men zich de toekomst voorstel t wanneer, wellicht al over een paar jaar, de VU „vol" zal zijn. Is het niet nodig mi al ver strekkende maatregelen te nemen? En: hoe denkt men de vereniging daarin te betrekken? Directeur ir. C. A. Doets zei om te beginnen dat de ruimte niet* alleen afhankelijk is van de aantallen stu denten, maar ook bijv. van de verde ling over de studierichtingen (niet iedere faculteit heeft immers labora toria e.d. nodig). Er komt via de raad van bijstand een commissie om zich intens met deze dingen bezig te hou den, en in de raad van bijstand weet de vereniging zich vertegenwoordigd. Ter vergadering sprak prof dr. H. Linneman als voorzitter van de com missie buitenlandse betrekkingen. Hij attendeerde er op dat verscheidene onderwijsprojecten van de VU, dooi de VU als „bijzondere" en dus zelf te financieren taken gezien, steeds meer ..normale" taken worden, met als ge- .volg dat de overheid geldelijke steun geeft. De VU-vereniging heeft aldus een nuttige „aanzwengelfunktie" ge had en dat mag in haar geprezen worden. Zij nog gemeld dat prof. dr. R. Schippers verhaalde over aard en be tekenis van het komende W-magazi ne en dat de acti? Vrouwen een afzonderlijke vergadei waarop de dames konden dat 102.047 spaarsters in 191 kaar 438.000 gulden bij bracht hadden (van dit i 28.000 gulden rente afgetroh den, als we eerlijk zijn). Kruiswoord-puiYi Horizontaal:1. boerderij, 5. r Frankrijk, 9. afgodisch, 11. opscffiN een envelop, 13. huisdier, 15. SpMes maat, 17. ik ontken (Lat), 18. j j Idw N.Br. 19. overeenkomst, 21. beelding, 24. deel van de mond, f* .'in Limburg, 27. myth, figuur, 281 N.Br., 30. tuchtroede, 31. dus (Lat),33. putemmertje. [Vin irgi El Verticaal: 2. net om vogels te nobel, 4. myth, figuur, 5. vaartu M beurende, 7. wondvocht, 8. bi 10. voederbak, 12. dwingeland, ld v heid, 16. vogel, 19. afgelegen, hard, 22. groente. 23. redenaar,; in België, 25. deel van de arm, 21. nieuw, 30.myth. figuur. J Mar Oplossing vorigepuzze Win Hor: 1. bits, 4. Ar es, 7. fat, 8. Oslo, eelt, 14. oele, 16. Eems, 18. oost, taps, 23. oir, 25. niet, 27. eend, 2 aalt 32. es, 34. rapé, 36. eden, 38 Lo' rare, 42. RN. 43. raak, 45. eek, 4fo V sela. n Ver t: 1ba2. item. 3. sol, 4. al, 5. rt Eok 7. fier, 9. stop, 11. teer, 13. Este, IS J a eens, 19. Osei, 22. atap, 24. idee, 2jrim eter, 29. Amer, 31. aera, 33. sneL 37. deel, 39. ent,41. aks,44 al,46.e n In Tenminste, maandblad voor in formatie en gesprek over de verhou ding Reformatie/Rome (het blad is verhuisd naar Jodiehemdreef 28, Odijk). schrijft de hoofdredacteur, de Eindhovense gereformeerde ds. A. T. Besselaar: „Bij steeds meer jonge mensen ontmoet men grote aarzeling om lid van de kerk te worden door in het openbaar belijdenis van geloof te doen. De motieven daarvoor liggen als je het zo hoort niet zozeer in een aarzeling om te geloven in de Heer Christus als wel in een twijfel aan de geloofwaardigheid van het kerke lijk instituut. In Zeist heeft een groep van ongeveer veertig jongeren aan hun onbehagen over het kerke lijk bedrijf uiting gegeven door uit te slaan naar het andere uiterste en zich aan te melden als lid van reven Zeister kerkgenootschappen tegelijk. Een soort wanhoopsdaad waarvoor we alle begrip hebben. Met name voor jongeren voltrekt de eenwor ding van de kerken ?ich tergend langzaam. In zoverre komt de daad van deze jongeren wel degelijk over als een appèl aan de kerkelijke instituten. Maar daarna is het toch goed om een paar nuchtere vragen te stellen over de konsekwenties van dit .ze venvoudig lidmaatschap. In een interview met iemand uit de groep las ik dat men inmiddels een oecumenische katechisatie heeft opgezet buiten de bestaande perken en buiten de raad van kerken in Zeist om. De katechisatie leidde weer tot een aparte belijdenisdienst waarin jongeren belijdenis deden in de ene christelijke kerk en waarin men aan elkaar het avondmaal be diende. .Naar ik mag aannemen helemaal tegen de oorspronkelijke bedoeling in krijgt deze aktiviteit zo een tragi sche ontwikkeling: er ontslaat een achtste Zeister Kerkgenootschap en in plaats van mee te werken aan een hereniging van kerken krijgt de be weging iets sektarisch. De diepste oorzaak van een derge lijke ontwikkeling zou toch wel eens kunnen zijn dat men te oppervlak kig aankijkt tegen de eenheid van de kerken. Van oudsher heeft men de eenheidsvi-aag altijd verbonden met de vraag naar de waarheid. Waarheid mag dan naar onze smaak vaak te statisch, te onbeweeglijk en te leerstellig opgevat zijn, de stelling als zodanig blijft juist. Het gaat al door om de beslissing: welke een heid beogen we. een eenheid om de eenheid of een eenheid in waarheid, dat wil zeggen een eenheid die iets inhoudt en iets uithaalt. Werkt men aan die eenheid dan zal er wel veel harder aan getrokken moeten worden dan velen nu den ken. Dan is het met hier en daar een vriendelijk knikje niet gefikst. Evenmin met een louter organisato rische eenheid. Ik zal niet ontkennen dat kerkelij ke strukturen obstakels kunnen zijn op de weg naar eenwording, maar er zijn moeilijker te nemen muren dan deze: die van het belijden met het hart en met de mond, die van de konsekwenties voor de vrede en de gerechtigheid op aarde, die van het geloof, de hoop en de liefde." Prof. Smits In het hervormde Gereformeerd Weekblad schrijft ds. A. Vroeginde- weij over het feit dat aan prof. dr. P. Smits de emeritaatsrcchten zijn teruggegeven o.m. dit: „Het is geen kleinigheid als ie mand emeritaatsrechten worden verleend. Dan mag hij immers de boodschap van het evangelie ver kondigen met het gezag van de kerk. Prof. Smits is door het breed mode- ramen van de generale synode be kleed met gezag om nu weer open lijk te verkondigen dat er van ver zoening door het bloed van Christus in de bijbelse zin van de belijdenis der kerk geen sprake is. Dat is de zonde van het breed moderamen, dat ze de eigen boodschap van de kerk ontkracht en daarmee meehelpt aan de ontbinding van de kerk, die volop aan de gang is. Prof. Van Itterzon heeft pas ge zegd, dat onze kerk goede leiding mist. Ook door deze verklaring is deze uitspraak onderstreept De sy node en haar breed moderamen staan niet voor de boodschap van de Schrift en van de belijdenis der kerk. Zo komt het dat prof. Smits tot zijn verloochening van het bloed van Christus in de bijbelse zin kon komen(...). De verklaring inzake prof. Smits laat duidelijk zien hoe ziek de kerk is en hoe vleselijk ze geworden is. Daarom mogen we wel smeken om de Heilige Geest, opdat we in alle n C H C 'liet rs: "der Or er I Goo kim I M waarheid geleid worden, ma A I de leugen protesteren." C F beel Onder de titel "Dv en schrijft ds. J. van Dam in en tistenweekblad De Chris en j stukje dat, zegt hij, somng,^ misschien toe zal brengen mer van De Christen nijdiwd: prullemand te gooien... Maa- l Dam wil dit kwijt: w „Voetbal is de nationale s s; H men. Elk weekend opnieun; j honderdduizenden de tribur Va verrichtingen van het favor st; gade te slaan en toe te juin 'j mag. Het is een kniesoor l wat op tegen heeft. Het be rbos ter een vertoning van dwajèk e worden wanneer zo'n team Waa Ier vijfentwintig duizeni rjen voor een gewonnen wedstrij seert en dan nota bene ook- gejuichd wordt door men; van verreweg de meestel_ twee jaar, dag-in-dag-uit,jg wone arbeid amper dat 1 dienen. Het wordt tot wanneer de spelers van I vervolgens nog door de Kof andere autoriteiten worden gen alsof 't helden ware vaderland door hun mo< van een wisse en smadelij gang hebben gered- Ja, de kranten stonden t De straten waren leeg en j nen de radio- en tv-to< van de tophits die tot del en literaire schat van de 1 suDporters behoren. En intussen ploeterde in V de kabinetsinformateur w zich van zijn onmogelijke te kwijten. Niemand die sprak, bijna geen mens die man dacht." 3144 MEUN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 2