Verlegenheid over karakter
christelijk onderwijs
5ZE
kerk in
Aandacht voor karakte
van Vrije universiteit
Dr. Boerwinkel neemt afscheid van De Horst ™?vE™GSWERK
IM
Confessionelen in één partij
Vette aanslag
Een woord voor vandaag
UIT DE
KERKBLADEN
door H. Biersteker
DRIEBERGEN Dr. F. Boer
winkel neemt dit weekeinde af
scheid van de sociale akademie
De Horst want hij heeft de pen
sioengerechtigde leeftijd bereikt.
De meesten die zijn rraair. kennen
weten dat hij „de man van inclusief
denken" is. Een woord dat vleugeltjes
kreeg binnen en buiten de kerken,
nadat zijn boek „Inclusief denken" in
1966 voor het eerst verscheen. Het
heeft nu al veertien drukken beleefd
en dr. Boerwinkel heeft nog niet de
behoefte er veel aan te veranderen,
alleen is in de zojuist uitgekomen
nieuwe druk de literatuurlijst ge
heel ververst. „Idioot is dat, je zou
nooit verwachten dat eenzelfde thema
je niet alleen zou blijven boeien maar
ook steeds sterker bij je zou gaan
leven als samenvatting van een op
dracht". zegt hij.
Inclusief denken zou overigens ook
een goede werktitel zijn van de vele
activiteiten van dr. Boerwinkel: die
wika-opleiding die hij na de bevrij
ding samen met wijlen prof. Banning
op De Horst ging leiden was al van
deze gedachte doortrokken nog voor
dat zii was geformuleerd; het gesprek
met de pinkstergroepen namens de
hervormde kerk dat hij voerde (na de
verschijning van zijn bekende boek
Kerk en Secte) was ook een poging
om mensen erbij te halen die zich
dikwijls afzonderden en zijn diep
gaande studie van het nieuwe China
heeft ook al weer te maken met een
volk dat nogal exclusief gehouden
wordt. Ter gelegenheid van zijn af
scheid wordt er vrijdag dan ook een
Chinadag gehouden op de akademie
De Horst.
Onderwerp
E' valt over al deze onderwerpen
heel wat met hem te bepraten maar
we hebben ons beperkt tot een onder
werp waarover hij de laatste tijd veel
lezingen houdt en publiceert: het
christelijk onderwijs. Hij zegt: „Ik
weet dat er velen die met hart en ziel
bi f het christelijk onderwijs betrok
ken zijn in verlegenheid verkeren
over het karakter en de doeleinden
van dat onderwijs. Het is eigenlijk
behoudens uitzonderingen die natuur
lijk iedereen kan aanwijzen de
schoolgestalte van het Constantijnse
christendom.
Ten eerste is het altijd uitgegaan
ven een vanzelfsprekende superiori
teit van het christendom en het daar
mee verbonden maatschappijstelsel,
dat hierdoor meieen onaantastbaar
was geworden. De kerk was daarin
een machtsfactor eerst bij de ka
tholieken, maar later ook zeker bij de
orotestanten.
En verder: de voorkeur voor het
hemelse boven het aardse en voor de
ziel boven het lichaam. De hoofdbe
doeling werd daarmee de verlossing
van de ziel en niet de vernieuwing
van de aarde. We zijn nu wel gaan
hegrijpen dat die periode voorbij is,
maar zonder een nieuwe bijbelse be
zinning vervallen we in een kramp
toestand en willen we bolwerken
handhaven zonder dat wc de zin er
van nog kunnen aantonen."
Als wij herr. tegenwerpen dat er
zoveel onderling tegenstrijdige dingen
uit die bijbelse bezinning plegen
voort te komen, zegt hij: „Het gaat er
niet om wat wij allemaal menen te
moeten geloven of doen, het gaat er
om wat ons is opgedragen, en dat is
zo duidelijk als wat. Zoek eerst het
Koninkrijk Gods en de gerechtigheid
die daarbij hoort Het woord gerech
tigheid is het kernwoord dat Oude en
Nieuwe Testament verbindt. Met de
komst van Christus is dat rijk in be
ginsel aangebroken. En het woord
evangelie wordt onbijbels geladen
wanneer er alleen maar gezegd
wordt: Christus is gestorven om onze
zonden te vergeven en ons zalig te
maken. Nee, in Hem is het Rijk Gods
aangebroken en daarvoor, om daarin
Gods mede-arbeiders en daardoor
„zalig" te zijn. worden ons de zonden
vergeven."
Drie vereisten
Dr. Boerwinkel gaat verder: „Ik
vind dat in de christelijke school een
aantal dingen in ieder geval concreet
moeten worden. Het eerste is, dat Je
zus van Nazareth werkelijk centraal
moet staan. Maar laten we goed kij
ken of het beeld wat we van Hem
hebben wel overeenstemt met dat
van de Bijbel. Hij was niet zomaar
een sociale revolutionair, dat zal ik
niet beweren, maar revolutionair was
Hij wèl! Hij zegt bij zijn afscheid
tegen zijn leerlingen: leer de mensen
onderhouden alles wat ik u geboden
heb. En wat is dat dan? Dat begint
maar liefst met de Bergrede. En als
die niet revolutionair en onburger
lijk is
Ten tweede moet er zijn een horig-
beid van het Woord. Liever nog: een
saamhorigheid aan het Woord. Wij
kunnen die niet anders gestalte geven
dan met onze joodse broeders.
Drie: er zal ook altijd gebed moe
ten zijn. De rechte plaats ervan en de
frequentie, daar wil ik het nu niet
over hebben maar ik denk met
name aan het personeel van de
school, dat een zware verantwoorde
lijkheid heeft.
Vier: het moet samen met de
ouders. Zij moeten bij die schoolge
meenschap betrokken worden omdat
vijf het zoeken naar vormen
van messiaans leven in een veel bre
dere context dan alleen de school
Dr. F. Boerwinkel
moet gebeuren. Maar de christelijke
school kan wel een goed concentratie
punt zijn van dit zoeken naar de
juiste ja's of nee's in de consumptie
maatschappij in de technologische
verworvenheden.
Zes: de school zal moeten beseffen
dat zij ook opleidt tot de vreemde
lingschap waar het messiaanse leven
in deze wereld niet aan ontkomt.
Want het evangelie staat nogal eens
haaks op de orde van deze wereld.
Ten slotte zou ik de christelijke
school vooral willen zien als de school
van de bemoediging en van de ver
wachting."
Messiaans
Dr. Boerwinkel van gerefor
meerde komaf, later via het hersteld
verband in 'de hervormde kerk te
rechtgekomen ziet een duidelijke
historische motivatie voor de opkomst
van het christelijk ónderwijs, die hij
volkomen deelt: het protest tegen
„die platte mensopvatting van de li
berale bourgeoisie der vorige eeuw
met de deugd als hoogste goed", het
protest tegen de eendimensionale
mens.
Maar zoals het christelijk onderwijs
toch niet aan het heersende klimaat
is ontkomen, zo zal het er ook nu niet
aan ontkomen als het niet werkelijk
messiaans wordt dat is een ander
woord voor Christelijk, maar dr.
Boerwinkel geeft er de voorkeur aan
omdat het nog niet zo onder de erosie
i'i i O i =i
De plaats waar de radikalen uit de confessio
nele partijen plegen te conspireren is van het
landelijke Bunnik enkele tientellen kilometers
verlegd naar het stedelijke Amersfoort. Het blijkt
dat tegelijk met deze schaalvergroting hun
gedachten een wel zeer grote vlucht hebben ge
nomen. De uitsluitend programmatische samen
werking van ARP, CHU en KVP was eerst een
bron van spanning zelfs oorzaak van twee
afsplitsingen, namelijk van PPR en ESP thans
moet het binnen een termijn van een jaar komen
tot de vorming van een algemene christelijke
volkspartij, waarin de drie grote confessionele
partijen opgaan. Het is een snelle en een tamelijk
onverwachte ontwikkeling in de gedachtenvorming
die bovendien wonderwel aansluit bij wat het
KVP-bestuur voor nodig houdt.
Nu moet worden erkend dat het rapport waar
mee de vroegere confessionele radikalen zich aan
de drie partijbesturen hebben gepresenteerd, veel
waars te berde brengt over „de zouteloze com
promissenpolitiek" van de bestaande confessionele
partijen en over hun hoge pretentie die zich niet
met zo'n beleid zou verdragen. Ook is het, bezien
vanuit een bepaalde gezichtshoek, waar de
„christelijke notie van verzoening" te willen hoog
houden en dat een beroep op die verzoening geen
alibi mag zijn voor „een compromissenpolitiek
waarin geen duidelijke keuzen worden gemaakt".
Het is allemaal het behartigen waard zij het niet
nieuw maar wel erg algemeen.
Het is zelfs té algemeen voor zover het rapport
van de radikalen veel te weinig- zegt over de
signatuur van de algemene christelijke volkspartij
Een Nederlander eet gemiddeld per dag zo'n
honderdvijftig gram vet. Dat is minstens zestig
gram meer dan goed voor hem is, en elke poging
om die hoeveelheid nog te vergroten, is dus onver
antwoordelijk. Daarmee zou eigenlijk de discussie
over het vetgehalte van melk in de Europese Ge
meenschap afgelopen moeten zijn, maar'daar ziet
het helaas niet naar uit.
Terwijl ons medische apparaat moet worden uit
gebreid om de toename van hart- en vaatziekten
in te halen, terwijl elke medische voorlichter tot
in den treure vertelt dat er meer bewogen, minder
vet gegeten, en minder gerookt moet worden om
te voorkomen dat doodsoorzaak nummer één he
lemaal de grafieken uit loopt, besluiten de Euro
pese landbouwministers om de hoeveelheid vet in
een fles melk vast te stellen op minstens 35 gram,
vijf gram meer dan tot voor kort in Nederland ge
bruikelijk was.
Dat is, zegt het produktschap voor zuivel, maar
een ondergeschikt gedeelte van de totale vetcon-
die er zou moeten komen. Dat die volkspartij voor
uitstrevend zou moeten zijn en zelfs solidair met
de zwakkeren in de samenleving, zal men van deze
radikalen die naam hebben gemaakt in de nu
afgesloten kabinetsperiode, wel willen geloven.
Maar het rapport geeft zij het alleen maar
impliciet zelf al aan dat er ook andere gezind
heden bestaan, ook binnen de bestaande confes
sionele partijen. En zolang dat zo is zou het wel zo
veilig zijn eerst wat preciezer te formuleren aan
welke voorwaarden de ene algemene christelijke
volkspartij zou moeten voldoen voor dat men de
bestaande confessionele partijen daaraan offert.
Het rapport van de Amersfoortse groep merkt
terecht op dat het beleid van de drie in de praktijk
teleurstelt in de ogen van degenen die veel van hen
verwachten en dat veel jongeren bij voorbaat juist
niet veel van hen verwachten. Maar het maakt niet
duidelijk waarom er van die ene partij wèl veel
te verwachten zou zijn. De schrijvers hebben er
gelijk in dat de drie afzonderlijk compromispartijen
zijn, maar geven nergens met argumenten aan
waarom de ene grote dat karakter niet zou hebben.
Het zijn allemaal elementen die met vele
andere een rol zullen spelen in de discussie over
de grondslag van de confessionele partijvorming
die in het Amersfoortse rapport wordt bepleit. Die
discussie is nuttig en misschien zelfs nodig. Maar
wie met een dergelijk gesprek ernst wil maken,
begint niet zoals de Amersfoortse groep wel
heeft gedaan het doel ervan alsmede de termijn
waarbinnen dat doel moet worden bereikt, van
tevoren vast te leggen.
sumptie. Inderdaad, het gaat om gemiddeld twee
gram van die honderdvijftig die wij per dag ge
bruiken. Maar het gaat er naar ons gevoelen ook
om, dat zelfs een ondergeschikte aantasting van
de volksgezondheid dient te worden verworpen.
Nog verwerpelijker is het, dat de consument die
daar zelf iets aan wil doen, zijn vetarme melk al
leen bij wijze van gunst kan kopen. Als het ver
moeden van het Consumentencontactorgaan juist
is, dat de vergunning om dit produkt te maken wel
eens zou kunnen sneuvelen als de Europese boter
berg weer aangroeit, zijn de verhoudingen wel he
lemaal zoek. Het minste dat men ons kan laten is
de vrijheid van keuze.
Wij zouden het tenslotte als een Europese vorm
van zwarte humor willen zien, dat het extra vet
dat de ministers in onze melk willen stoppen ook
nog door de gebruiker moet worden betaald. De
prijs voor het extra vet dat wij niet zouden moe
ten opdrinken, zal 6,67 per kilo bedragen.
van de geschiedenis heeft geleden en
daardoor nog beter de spanning met
het bestaande weergeeft, die het ko
men van Christus veroorzaakt.
ZIE 3
Dr. Boerwinkel: „De evangeliën be
richten ons over een alternatieve wij
ze van leven met het oog op zijn
komst. Welnu, daar moet de christe
lijke school toe opvoeden. Het is ver
rassend om te zien hoe de verwach
ting van Christus" wederkomst op
aarde als deze uitblijft en men die
verwachting gaat verliezen, bij de
mensen omslaat in een hemelver-
wachting, waar alles op wordt gepro
jecteerd, de aarde uitleverend aan de
machten die het voor het zeggen heb
ben. Terwijl de spanning juist was:
hoe zal de Heer ons bij zijn terug
komst op aarde aantreffen?
Zullen wij de aarde aan het bou
wen en bewaren zijn, zoals ons is
opgedragen? Zullen wij de gerechtig
heid doen die hoort bij zijn Konin
krijk? We zijn dat kwijtgeraakt in
onze cultuur, in ons onderwijs. Er is
geen duidelijk doel meer. Men praat
over persoonlij klheidsvorming van de
jonge mens en dat is allemaal heel
prachtig maar het is net als met
die persoonlijke zaligheid, als je daar
7.0 de nadruk op gaat leggen, raak je
het hele perspectief kwijt, waarin het
gebeurt. Wij zijn opgenomen in een
proces, in een gebeuren, de komst
van de Heer. Als je da#- gelooft be
paalt dat toch je opvoeding? Mijn
vrouw komt van de katholiek-aposto-
lisohen, daar hebben ze dat veel beter
vastgehouden. Zij heeft catechisatie
gehad van een „diaken" van deze ge
meente, een kuiper van beroep, maar
op een manier waar ik niet aan kan
tippen. Toen deze man op zijn sterf
bed lag, vroeg hij: is er al groot
nieuws, gaat het al beginnen? Dat is
natuurlijk heel wat anders dan: kom
ik in de hemel..."
Inspiratie
De kleine kuiper en de grote Kuy-
per hebben niet nagelaten Boerwin
kel te inspireren. De maatschappij
kritiek van de jonge Kuyper is be
trekkelijk uniek voor de tijd waarin
hij leefde, maar het is jammer dat
deze volkomen langs het christelijke
onderwijs is heengegaan. Er zijn ech
ter kansen genoeg in deze tijd om die
draad weer op te nemen: met een
„sociale quaestie" van wereldafmetin
gen, de demonische vormen die het
geweld heeft aangenomen, het racis
me. de consumptiedwang, de bedrei
ging van het milieu, de verslaving en
de doodsdrift Van vele jongeren die
het 'niet meer zien.
Boerwinkel heeft het aan de orde
gesteld in Wending, in de Waag
schaal. in „School en Huis", het or
gaan van de Unie „Een School met
den Bijbel", in legingen voor de Raad
voor de zaken van kerk en school van
de hervormde kerk voor verscheidene
besturen van christelijke middelbare
scholen en pas nog voor de beroemde
oude kweekschool De Klokkenberg te
Arnhem.
Een van zijn oud-leerlingen die in
de verdere vormgeving ervan diep
gaand met hem meedacht is hem vo
rig jaar ontvallen. Dat was wika An
ton Lam, die in november j.l. bij een
verkeersongeluk omkwam. „Hij zat
precies in hetzelfde spoor met zijn
prachtige boek Het gegeven Woord.
We hadden samen nog zo reusachtig
veel te doen en er was nog zo veel
van hem te verwachten", zegt hij.
Voorzover het aan de voornemens
van dr. Boerwinkel ligt, gaat zijn
pensioenering geen rust voor hem be
tekenen. En zeker geen rust voor net
christelijk onderwijs als het dat
soms dacht.
Beroepen: te Woudenberg: D. v. d.
Berg te Huizen;, te Méerkerk: kand.
W. Arkeraats te Ouderkerk a.d. IJssel
door de generale synode: tot zendings-
pred. a.d. thëologische school te Ma
kassar: J. A. B. Jongeneel, kand. te
Oegstgeest.
Bedankt: vóór fiidderkerk-Slikker-
veer: J. Bos te Lunteren.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Domburg: G. J. van
Butselaar te Amsterdam, die dit be
roep heeft aangenomen, (verb.)
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.)
Beroepen: te Drachten (voor zending
op W.-Borneo): kand. M. Nap te Sau-
werd.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Hillegom: G. L. Born,
kand. te Apeldoorn.
Beroepbaar: G. L. Bom, Oude Zwol-
seweg 221 te Apeldoorn.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Benthuizen en te
Haarlem: J. M. Kleppe, kand. te Ca-
pelle a.d. IJssel; te Gouda: D. Hak
kenberg te Dordrecht; te Enschede
Stolwijk en Westkapelle: kand. J.
Koster te Yerseke.
B APT. GEMEENTEN
Aangenomen: naar Nieuwe Pekela:
A. Hofman, kand. te 2 Exloërmond.
In één zin zet God door de profeet Jeremia het kernprobleet
afvallige Israël uiteen: Want van ouds hebt gij uw juk v<
uw banden verscheurd, en gezegd: „Ik wil niet dienstbaar z\
kunnen niet leven zonder in bepaald opzicht afhankelijk te'^
kunnen niet zeggen dat we niemand nodig hebben, want als\
zijn en nog meer als we oud worden zijn we afhankelijk,
geleid worden. En ook daartussen hebben we anderen nodii"
het maar de musicus die onze zinnen verzet, de bouwvakker?
huis bouwen, de kopers die kopen wat wij produceren. Ge>r
kan in ieder opzicht „eigen meester" zijn, altijd moet hip 1
gegeven ogenblik in de ander weer zijn meerdere erkennen. fhe
is pas werkelijk vrij die dat niet als een juk ervaart, die 1
helpen, waar hij zichzelf niet kan helpen, die zich laat leid 0rr
hij zelf de weg niet weet. Zo iemand wil ook zelf de andenlai
Zolang wij zeggen: „Ik wil niet dienstbaar"zijn, zolang zijMer
vrij, want dan wordt ons juk een keten. Maar daarom zegt
„Neemt Mijn juk op... want Mijn juk is zacht en Mijn lastf^
Wie Hem wil dienen is waarlijk vrij, want die ontdekt dat\
Christus gediend wordt. n ci
ev<
We lezen vandaag?Handelingen 15:13-21.
Van een onzer verslaggevers
LEIDEN De kwestie van
een nieuwe bestuursstruktuur
van de Vrije Universiteit te Am
sterdam (en naar nieuwe be
stuursvormen moet het toe van
wege de wet universitaire be-
stuurshervorming 1970) zit de
leden van de VU-vereniging dui
delijk minder hoog dan de, in
middels tot stand gekomen,
grondslagwijziging.
Want voor de verandering van de
formulering van de basis waren ste
vige discussies, uitgesmeerd over
twee algemene vergaderingen, nodig
en op de gisteren in Leiden gehouden
VU-dag werd na een beknopt debat
met 121 tegen 25 stemmen (en 4 blan
co en/of ongeldig) een voorstel tot
statutenwijziging geacceDteerd, dat
het VU-bestuur de directeuren
de vrije hand geeft bij het vaststellen
van "een tijdelijke regeling van de
inrichting van het bestuur der Vrije
Universiteit"
IDENTIEK
De vrije hand geven betekent niet
dat de vereniging er helemaal geen
hand in heeft: tenslotte is het bestuur
der vereniging identiek aan dat der
universiteit. Wij zijn door u gekozen
en geen wildebrassen, zei de directeur
mr. D. Schut beleefd aanbevelend.
Bovendien moet de (tijdelijke) rege
ling de raad van bijstand passeren en
die bestaat ook al weer uit door de
vereniging gekozen, c.q. aangewezen
personen.
Mr. Schut hield zijn verhaal in ant
woord op bezwaren van VU-biblio-
thecaris dr. J. Stellingwerff en van
mr. A. W. Kamminga uit Amstelveen.
De opposanten legden er vooral de
nadruk op dat medezeggenschap van
de vereniging met name moet spelen
als ihet karakter van de VU in het
geding is. Welnu, zei de heer' Kam
minga, als je via een voorlopige rege
ling het karakter van de VU bent
kwijtgeraakt, kan je het niet weer
via een definitieve regeling in huis
halen.
Mr. Kamminga zou de algemene
vergadering ook bij het maken van
een tijdelijke regeling willen betrek
ken. Dat gaat heus niet, vond mr.
Schut. Hij lichtte toe dat men graag
een concreet voorstel aan de vergade
ring had voorgelegd, maar, zei hij. we
zitten met een materie die in ontwik
keling is en je kunt onmogelijk elk
moment een algemene vergadering
bijeen roepen. En, nog eens, het gaat
om een tijdelijke «regeling waarbij
voorop staat dat de eigen aard van de
VU gehandhaafd dient te worden.
In dit verband hield dr. C. Blom
berg., de voorzitter van de weten
schappelijke staf van de VU. een
speech waarin hij naar voren bracht
dat juist ook in de kring van de wer
kers van de VU de band met de ver
eniging van belang wordt geacht
(overigens vond hij die relatie op
haar slechtst funktioneren wanneer
men in het stemadvies van een of
meer hoogleraren direct aanleiding
vindt om voor de vereniging te be
danken). We zouden het betreuren,
aldus de heer Blomberg, als de VU
een „gewone" universiteit zou wor
den, een uit de rij.
Eerder op de dag had dr. Stelling
werff naar aanleiding van het jaar
verslag gevraagd hoe men zich de
toekomst voorstel t wanneer, wellicht
al over een paar jaar, de VU „vol"
zal zijn. Is het niet nodig mi al ver
strekkende maatregelen te nemen?
En: hoe denkt men de vereniging
daarin te betrekken?
Directeur ir. C. A. Doets zei om te
beginnen dat de ruimte niet* alleen
afhankelijk is van de aantallen stu
denten, maar ook bijv. van de verde
ling over de studierichtingen (niet
iedere faculteit heeft immers labora
toria e.d. nodig). Er komt via de raad
van bijstand een commissie om zich
intens met deze dingen bezig te hou
den, en in de raad van bijstand weet
de vereniging zich vertegenwoordigd.
Ter vergadering sprak prof dr. H.
Linneman als voorzitter van de com
missie buitenlandse betrekkingen. Hij
attendeerde er op dat verscheidene
onderwijsprojecten van de VU, dooi
de VU als „bijzondere" en dus zelf te
financieren taken gezien, steeds meer
..normale" taken worden, met als ge-
.volg dat de overheid geldelijke steun
geeft. De VU-vereniging heeft aldus
een nuttige „aanzwengelfunktie" ge
had en dat mag in haar geprezen
worden.
Zij nog gemeld dat prof. dr. R.
Schippers verhaalde over aard en be
tekenis van het komende W-magazi
ne en dat de acti? Vrouwen
een afzonderlijke vergadei
waarop de dames konden
dat 102.047 spaarsters in 191
kaar 438.000 gulden bij
bracht hadden (van dit i
28.000 gulden rente afgetroh
den, als we eerlijk zijn).
Kruiswoord-puiYi
Horizontaal:1. boerderij, 5. r
Frankrijk, 9. afgodisch, 11. opscffiN
een envelop, 13. huisdier, 15. SpMes
maat, 17. ik ontken (Lat), 18. j j
Idw
N.Br. 19. overeenkomst, 21.
beelding, 24. deel van de mond, f*
.'in Limburg, 27. myth, figuur, 281
N.Br., 30. tuchtroede, 31.
dus (Lat),33. putemmertje.
[Vin
irgi
El
Verticaal: 2. net om vogels te
nobel, 4. myth, figuur, 5. vaartu M
beurende, 7. wondvocht, 8. bi
10. voederbak, 12. dwingeland, ld v
heid, 16. vogel, 19. afgelegen,
hard, 22. groente. 23. redenaar,;
in België, 25. deel van de arm, 21.
nieuw, 30.myth. figuur. J
Mar
Oplossing vorigepuzze Win
Hor: 1. bits, 4. Ar es, 7. fat, 8. Oslo,
eelt, 14. oele, 16. Eems, 18. oost,
taps, 23. oir, 25. niet, 27. eend, 2
aalt 32. es, 34. rapé, 36. eden, 38 Lo'
rare, 42. RN. 43. raak, 45. eek, 4fo V
sela. n
Ver t: 1ba2. item. 3. sol, 4. al, 5. rt Eok
7. fier, 9. stop, 11. teer, 13. Este, IS J a
eens, 19. Osei, 22. atap, 24. idee, 2jrim
eter, 29. Amer, 31. aera, 33. sneL
37. deel, 39. ent,41. aks,44 al,46.e n
In Tenminste, maandblad voor in
formatie en gesprek over de verhou
ding Reformatie/Rome (het blad is
verhuisd naar Jodiehemdreef 28,
Odijk). schrijft de hoofdredacteur,
de Eindhovense gereformeerde ds. A.
T. Besselaar:
„Bij steeds meer jonge mensen
ontmoet men grote aarzeling om lid
van de kerk te worden door in het
openbaar belijdenis van geloof te
doen. De motieven daarvoor liggen
als je het zo hoort niet zozeer in een
aarzeling om te geloven in de Heer
Christus als wel in een twijfel aan
de geloofwaardigheid van het kerke
lijk instituut. In Zeist heeft een
groep van ongeveer veertig jongeren
aan hun onbehagen over het kerke
lijk bedrijf uiting gegeven door uit
te slaan naar het andere uiterste en
zich aan te melden als lid van reven
Zeister kerkgenootschappen tegelijk.
Een soort wanhoopsdaad waarvoor
we alle begrip hebben. Met name
voor jongeren voltrekt de eenwor
ding van de kerken ?ich tergend
langzaam.
In zoverre komt de daad van deze
jongeren wel degelijk over als een
appèl aan de kerkelijke instituten.
Maar daarna is het toch goed om
een paar nuchtere vragen te stellen
over de konsekwenties van dit .ze
venvoudig lidmaatschap.
In een interview met iemand uit
de groep las ik dat men inmiddels
een oecumenische katechisatie heeft
opgezet buiten de bestaande perken
en buiten de raad van kerken in
Zeist om. De katechisatie leidde
weer tot een aparte belijdenisdienst
waarin jongeren belijdenis deden in
de ene christelijke kerk en waarin
men aan elkaar het avondmaal be
diende.
.Naar ik mag aannemen helemaal
tegen de oorspronkelijke bedoeling
in krijgt deze aktiviteit zo een tragi
sche ontwikkeling: er ontslaat een
achtste Zeister Kerkgenootschap en
in plaats van mee te werken aan een
hereniging van kerken krijgt de be
weging iets sektarisch.
De diepste oorzaak van een derge
lijke ontwikkeling zou toch wel eens
kunnen zijn dat men te oppervlak
kig aankijkt tegen de eenheid van
de kerken. Van oudsher heeft men
de eenheidsvi-aag altijd verbonden
met de vraag naar de waarheid.
Waarheid mag dan naar onze smaak
vaak te statisch, te onbeweeglijk en
te leerstellig opgevat zijn, de stelling
als zodanig blijft juist. Het gaat al
door om de beslissing: welke een
heid beogen we. een eenheid om de
eenheid of een eenheid in waarheid,
dat wil zeggen een eenheid die iets
inhoudt en iets uithaalt.
Werkt men aan die eenheid dan
zal er wel veel harder aan getrokken
moeten worden dan velen nu den
ken. Dan is het met hier en daar een
vriendelijk knikje niet gefikst.
Evenmin met een louter organisato
rische eenheid.
Ik zal niet ontkennen dat kerkelij
ke strukturen obstakels kunnen zijn
op de weg naar eenwording, maar er
zijn moeilijker te nemen muren dan
deze: die van het belijden met het
hart en met de mond, die van de
konsekwenties voor de vrede en de
gerechtigheid op aarde, die van het
geloof, de hoop en de liefde."
Prof. Smits
In het hervormde Gereformeerd
Weekblad schrijft ds. A. Vroeginde-
weij over het feit dat aan prof. dr.
P. Smits de emeritaatsrcchten zijn
teruggegeven o.m. dit:
„Het is geen kleinigheid als ie
mand emeritaatsrechten worden
verleend. Dan mag hij immers de
boodschap van het evangelie ver
kondigen met het gezag van de kerk.
Prof. Smits is door het breed mode-
ramen van de generale synode be
kleed met gezag om nu weer open
lijk te verkondigen dat er van ver
zoening door het bloed van Christus
in de bijbelse zin van de belijdenis
der kerk geen sprake is. Dat is de
zonde van het breed moderamen, dat
ze de eigen boodschap van de kerk
ontkracht en daarmee meehelpt aan
de ontbinding van de kerk, die volop
aan de gang is.
Prof. Van Itterzon heeft pas ge
zegd, dat onze kerk goede leiding
mist. Ook door deze verklaring is
deze uitspraak onderstreept De sy
node en haar breed moderamen
staan niet voor de boodschap van de
Schrift en van de belijdenis der
kerk. Zo komt het dat prof. Smits
tot zijn verloochening van het bloed
van Christus in de bijbelse zin kon
komen(...).
De verklaring inzake prof. Smits
laat duidelijk zien hoe ziek de kerk
is en hoe vleselijk ze geworden is.
Daarom mogen we wel smeken om
de Heilige Geest, opdat we in alle
n C
H C
'liet
rs:
"der
Or
er I
Goo
kim
I M
waarheid geleid worden, ma A I
de leugen protesteren." C F
beel
Onder de titel "Dv en
schrijft ds. J. van Dam in en
tistenweekblad De Chris en j
stukje dat, zegt hij, somng,^
misschien toe zal brengen
mer van De Christen nijdiwd:
prullemand te gooien... Maa- l
Dam wil dit kwijt: w
„Voetbal is de nationale s s; H
men. Elk weekend opnieun; j
honderdduizenden de tribur Va
verrichtingen van het favor st;
gade te slaan en toe te juin 'j
mag. Het is een kniesoor l
wat op tegen heeft. Het be rbos
ter een vertoning van dwajèk e
worden wanneer zo'n team Waa
Ier vijfentwintig duizeni rjen
voor een gewonnen wedstrij
seert en dan nota bene ook-
gejuichd wordt door men;
van verreweg de meestel_
twee jaar, dag-in-dag-uit,jg
wone arbeid amper dat 1
dienen. Het wordt tot
wanneer de spelers van I
vervolgens nog door de Kof
andere autoriteiten worden
gen alsof 't helden ware
vaderland door hun mo<
van een wisse en smadelij
gang hebben gered-
Ja, de kranten stonden t
De straten waren leeg en j
nen de radio- en tv-to<
van de tophits die tot del
en literaire schat van de 1
suDporters behoren.
En intussen ploeterde in V
de kabinetsinformateur w
zich van zijn onmogelijke
te kwijten. Niemand die
sprak, bijna geen mens die
man dacht."
3144
MEUN