Hervormde synode staakt
behandeling abortusnota
Kerkvergadering
van geestelijk leven
Puzzelhoek Ds. Landsman: twee noodgebieden in botsing
COMMENTAAR
Johnsons sprookjes
Abortus
Een woord voor vandaag
Combiwagen
voor reservaat
BER0EPINGS!
HERV. SYNODE MAAKT BALANS OP
Rinus Wehrmann
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: 1. snibbig, 4 oorlogsgod, 7.
modegek, 8. plaats in Noorwegen, 10.
grondtoon. 12. verharde huid, 14. gekheid,
.16. rivier in Duitsland, 18. windrichting.
20. muzieknoot, 21. schuin toelopend. 23.
afstammeling. 25. klinknageltje, 27.
zwemvogel. 29. noorse god, 30. koemest
vocht, 32. boom, 34. snuiftabak, 36. lust
hof, 38. droogoven, 40. vreemde. 42. Royal
Navy (afk.), 43. getroffen, 45. eikenschors,
.47. ruiker. 48. teken dat in de psalmen
voorkomt
Verticaal: 1. foei, 2. hetzelfde, 3. mu
zieknoot 4. reeds, 5. bloem, 6. doodgoed
mens, 7. trots, 9. kurk, 11. zwak. 13. plaats
in Italië, 15. plaats in Engeland, 17. een
maal. 19. eiland ven Estland, 22. dakbe
dekking (Ind.), 24. denkbeeld, 26. uit of'
betreffende Ierland, 28. gast, 29. water in
N. Br. 31. tijdperk, 33. kettingraadje in
een uurwerk. 35. plaats in Italië, 37. part,
39. loot, 41. bijl, 44. telwoord, 46. en ande-
ren(afk.).
Oplossing vorige puzzel
Hor.: 1. Lea, 5. Eist, 8. trompet, 10. stok.
12. roos, 14. ton, 15. elk, 17. pos, 18. ketel. 20.
An del, 21. todde, 22. adder. 24. aga, 26. een,
27. rel, 29. Deli, 31. tali, 32. verloop. 33. fat
34. rem.
Vert.: 2. Eton, 3. ark, 4. emelt 5. eer, 6.
stop, 7. ast, 9. Oss, 11. tonnage, 13. oordeel,
15. Eelde, 16. keten, 18. Kea. 19. lor, 23.
deels, 24. Ada, 25. Alva, 27. rapé, 28. lip, 30.
iet 31. tor.
RECTIFICATIE
Het artikel Confessionelen het
IKOR in de krant van dinsdag
vermeldde abusievelijk niet de
naam van de auteur: prof. dr.
A. F. N. Lekkerkerker, lid van de
Confessionele vereniging.
Van een onzer verslaggevers
DOORN De hervormde sy
node heeft dinsdagavond de be
handeling van een rapport van
haar raad voor kerk en gezin
over „De abortus provocatus en
het pastoraat" gestaakt en be
sloten een nieuw rapport te doen
vervaardigen dat zo mogehik
nog in de septemberzitting ge
reed zou moeten zijn. Aan het
rapport was vier jaar gewerkt
en de hele raad voor kerk en ge
zin waarin aanvankelijk zeer
verdeeld over deze materie werd
gedacht had zich erachter
gesteld.
Bij de stukken was een krachtige
afwijzing van de rapporteurs me
vrouw M. van de Wall Duyvendak,
dr. D. van Veen en prof. dr. G. C. van
Niftrik, en het moderamen had ook te
voren de mening gevraagd van de e-
thicus prof. dr. J. de Graaf te De Bilt,
van mevrouw F. T. Diemer-Linde-
boom, van de VU-gynoecoloog dr. J.
Janssens en de Apeldoornse arts J. J.
van Binsbergen. Ook deze reacties
vielen negatief uit
Toen nog maar drie synodeleden
het woord hadden gevoerd, kwam het
moderamen met het voorstel de ver
dere behandeling te staken en een
nieuw rapport te doen schrijven. De
scriba, ds. F. H. Landsman, omschreef
de moeilijkheid als volgt: men ver
wachtte een rapport met een beoor
deling van de abortus provocatus
vanuit de christelijke mensbeschou
wing om richtlijnen te geven aan de
gemeente, maar men kreeg meteen al
een stuk met suggesties voor het pas
toraat in een bestaande situatie.
Daardoor moest er wel een kortslui
ting tussen twee normgebieden ont
staan.
Dat christenen in een pluriforme
maatschappij bepaalde ontwikkelin
gen niet mogen blokkeren is een heel
andere zaak dan hoe zij die ontwik
kelingen in h<n eigen leven beoorde
len. Over dat laatste moet het volgens
hem primair gaan en daarover zou
een nieuw rapport moeten komen.
Van de 22 sprekers die zich hadden
gemeld voerden er daarna nog enke
len het woord en toen werd de dis
cussie afgebroken.
Het rapport, dat voor de discussie
niet mocht worden gepubliceerd, telt
66 bladzijden en gaat uit van de rela
tieve waarde van de ongeboren
vrucht die al erkend zou zijn om
dat men ook abortus op medische in
dicatie nooit als de keuze voor de ene
mens tegen de andere heeft ervaren.
Het rapport stelt ook dat de abortus
nergens in de Bijbel verboden wordt.
Ook het argument dat de ongeboren
vrucht een schepsel Gods is werpt
geen licht op deze zaak gezien de or
denende functie van de mens in de
natuur: „als al het geschapene in
stand zou moeten worden gehouden,
dan zou de mens reeds lang van de
aardbodem verdwenen zijn".
Bepaalde kinderen
De maatschappelijke betekenis van
elk willekeurig kind is althans in Ne
derland verdwenen, zegt het rapport,
maar „ook al stuit het ons tegen de
borst dit verder te doordenken" de
maatschappij kan wel behoefte heb
ben aan bepaalde kinderen. „Te den
ken valt ban kinderen met een uit
gesproken intellectuele of kunstzinni
ge aanleg, in het algemeen aan kin
deren aan wier vermogen de maat
schappij grote behoefte zal krijgen.
Het moet niet uitgesloten worden
Als het Amerikaanse volk het optreden van zijn
regeerders liever beoordeelt op grond van feiten,
hoe pijnlijk ook, dan op basis van minder gênante
officiële verdichtsels, dan is het Amerikaanse volk
de New York Times veel dank verschuldigd. Want
met haar publikaties uit geheime regeringsdocu
menten over de kwestie-Vietnam lijkt deze krant
een flinke tip te hebben opgelicht van de grauw
sluier van officiële sprookjes en halve waarheden
die kennelijk een belangrijk deel van de Ameri
kaanse oorlogspolitiek in de jaren "60 aan de waar
neming van het publiek heeft onttrokken.
De tot dusver verschenen publikaties betreffen
vrijwel uitsluitend de regeringsperiode van presi
dent Johnson, en met name de jaren 1964 en 1965.
Dank zij de New York Times weten de Ameri
kanen nu al wat ze anders van toekomstige histo
rici hadden moeten horen: dat ze in deze kritieke
fase van het Vietnamese conflict van regerings
wege zijn voorgelogen over wat zich afspeelde in
Vietnam en in de hoofden van de voornaamste
regeringsfunctionarissen te Washington.
Het tot nu toe openbaar gemaakte materiaal
geeft daarvan overigens geen compleet beeld. Van
de bronnen, voor een volledig historisch onderzoek
vereist, heeft de New York Times maar een deel
kunnen aanboren. Maar wat daaruit te voorschijn
is gekomen, is voldoende om zelfs een rotsvast ge
loof in de eerlijkheid en de democratische intenties
van president Johnson en zijn naaste medewerkers
aan het wankelen te brengen.
Het is een verbijsterend verhaal. In het voorjaar
van 1964, toen president Johnson mooi weer speel
de met de suggestie als was hij een veel gematigder
politicus dan zijn tegenstander in de strijd om het
Witte Huis, de republikeinse wildeman Goldwater,
die nota bene Noord-Vietnam wilde bombarderen,
had Johnson de plannen al klaarliggen voor een
escalatie van de oorlog, die toen trouwens al ver
der uitgebreid was dan het publiek of zelfs het
Congres wist. Enkele maanden later vond het be
ruchte incident in de Golf van Tonkin plaats, dat
Johnson aangreep om de oorlog met instemming
van het Congres te kunnen opvoeren.
Bij die gelegenheid bedroog minister McNamara
senatoren die de officiële lezing over dat incident
niet vertrouwden. Ook schroomde de regering-
De gang van zaken met het rapport over abor
tus in de hervormde synode wekt sterk de ge
dachte aan een abortus. De synode, van oordeel
dat dit rapport niet door haar bedoeld, noch ge
wenst is, breekt de verdere ontwikkeling van dit
geesteskind af door het eenvoudig niet verder te
bespreken en om een ander rapport te vragen. Dat
is geen geringe beslissing. De raad voor de zaken
van kerk en gezin, een van de synodale organen
van bijstand, stond in zijn geheel achter dit rap
port. Het is een gezelschap dat al vele voortreffe
lijke publikaties het licht heeft doen zien met
name in het kader van de elk jaar door de kerk
georganiseerde gezinsweek. Er zitten niet alleen
theologen in maar ook een jurist, een vrouwelijke
kinderarts, een psychologe, een onderwijsdeskun
dige en een socioloog. Ook de Jonge Gezinnenbe-
weging is erin vertegenwoordigd. Er is zeker vier
jaar aan het rapport gewerkt.
Ds. Landsman heeft een ongetwijfeld verstandig
verhaal gehouden over wat christenen in de sfeer
van de wetgeving niet mogen blokkeren omdat zij
in een pluriforme maatschappij leven, maar wat zij
nochtans in hun eigen leven aan de norm van het
evangelie moeten onderwerpen. De synode had
naar zijn zeggen van haar raad voor kerk en gezin
in de eerste plaats een beoordeling van de abortus
voor de christelijke gemeente verwacht en niet een
verhandeling over de vraag hoe de dominees
moeten handelen in een gegeven maatschappelijke
praktijk. Het onderscheid is hier wel zeer subtiel.
Bovendien komt de vraag op hoe het mogelijk
Johnson niet, haar acties in Vietnam te verdedigen
met argumenten waarvan de feitelijke basis allang
door haar eigen inlichtingendienst was ondergra
ven. Die argumenten betroffen de opvatting, als
zou „Vietnam" een onderdeel zijn van een wereld
wijde expansiemanoeuvre van Moskou en Peking,
en de zg. domino-theorie: de eveneens door de CIA
te licht bevonden gedachte, als zou een Amerikaans
vertrek uit Vietnam door een communistische op
mars in heel Azië worden gevolgd.
Ook van de hooggestemde verhalen die ten tijde
van Kennedy en Johnson over de oogmerken van
het Amerikaanse optreden in Zuidoost-Azië wer
den gehouden, laten de artikelen in de New York
Times weinig heel. De geheime documenten waar
op ze berusten, vestigen duidelijk de indruk, dat
het lot van Zuid-Vietnam de Amerikaanse rege
ringen op zichzelf bar weinig kon schelen.
Het overheersende motief achter de Amerikaan
se oorlogvoering was zo suggereren de stukken
aanvankelijk de wens om „het communisme"
te bedwingen en later de drang om te laten zien,
dat met Amerika niet te spotten viel, in beide
gevallen ongeacht de toestand in Zuid-Vietnam.
Misschien schokkender nog is het vermoeden, door
het geheime rapport gewekt, dat noch Johnsons
regering noch die van Kennedy zich ooit indrin
gend heeft bezonnen op de vraag naar de morele
gerechtvaardigdheid van wat Amerika Zuidoost-
Azië en zichzelf aandeed.
De wetenschap, dat deze regeringen niet uit
doortrapte boeven bestonden, en gebrek aan ken
nis van de omstandigheden waaronder ze hun be
slissingen namen, behoren ons te beletten, op de
onthullingen van de New York Times met scherpe
morele veroordelingen te reageren. Voor Amerika
is de beste reactie erop waarschijnlijk een grondig
onderzoek van de manier waarop daar beleids
beslissingen op het hoogste niveau tot stand komen.
President Nixon zal dat onderzoek helaas niet
bevorderen, als hij aanstuurt op een definitief pu-
blikatieverbod van wat de New York Times nog
in petto heeft. Zo'n maatregel zou trouwens ook
weinig geschikt zijn om het vertrouwen in de ge
loofwaardigheid van Nixons eigen uitspraken over
de ontwikkelingen in Vietnam te versterken.
is dat in één en dezelfde kerk bij een belangrijk
raadgevend orgaan een bepaalde conceptie gedu
rende vier jaren groeit en groeit en dat na die vier
jaren het bestuur van die kerk tot de ontdekking
komt, dat het die conceptie zo helemaal niet be
doeld of gewenst heeft. De eerste verklaring is, dat
het dan wel een erg grote kerk moet zijn, waarin
die dingen plaats kunnen vinden. Een andere ver
klaring is, dat een moderamen zich van iedere be
moeienis met een broedende kip wil onthouden
en die afstand is op zich. te waarderen.
Van het rapport is kennelijk ook reeds het mode
ramen geschrokken, vandaar dat het voor de be
handeling de synode nog andere deskundigen liet
aanrukken, en waarlijk geen kleine. Vooral de kil
heid die de raad voor kerk en gezin aan de dag
legde jegens de ongeboren vrucht, gaf velen aan
stoot. ook al trachtte de raad duidelijk te maken
dat dit wel moest uit liefde voor het eenmaal ge
boren leven.
De behandeling is nu gestaakt wéér dringt de
vergelijking zich op met een sociale indicatie voor
abortus: het geesteskind van de raad. voor kerk en
gezin zou na zijn ontvangenis een onmogelijk leven
krijgen.
Maar gaat deze indicatie wel op? Het betreft
hier, zoals gezegd gelukkig geen echt kind maar
een geesteskind en dat mag best mishandeld
worden. Aan de hand van dit inderdaad wat pro
vocerend gestelde rapport had de discussie verder
moeten gaan, niet alleen in de synode, maar ook
in de kerken. De stilte die nu valt, is ongezond.
Te onpas
De eersten die krachtig tegen het
rapport van leer trokken waren de
rapporteurs dr. D. van Veen. een gy
naecoloog in ruste, en prof. Van Nif
trik, die zich afvroeg wat het pasto
raat nog moet wanneer de beslissing
eenmaal gevallen is. Hij herhaalde
wat de commissie van rapport als be
zwaar had geuit; deze miste elke ver
wijzing naar de eerste stap: de onge
wenste coitus.
„Als de kerk over attortus gaat
spreken zal zij niet mogen nalaten
een en ander te zeggen over dé onge
remdheid waarmede men in onze tijd
meent zijn seksuele behoefte
te moeten bevredigen". Hij werd
hierover later aangevallen door het
svnodelid de arts dr. S. Hoekstra uit
Bilthoven, omdat hij er naar diens
oordeel ten onrechte de seksuele ver
wildering bij had gehaald. „De be
langrijkste indicatie is niet: onge
huwde jonge moeders maar betreft de
voltooide gezinnen, de oudere vrou
wen voor wie het krijgen van een
kind veel meer risico inhoudt, dan op
jongere leeftijd, ook voor het ver
wachte leven zelf". Hij onderschreef
het rapport in dier voege, dat deze
kwestie er typisch een van sityatie-
ethiek is. Het grote probleem is naar
zijn oordeel, dat men bijna geen art
sen krijgt voor abortusteams omdat
ze er geen tijd voor hebben.
Een felle filippica tegen het rapport
geacht dat de wetenschap op betrek
kelijk korte termijn zulke vorderin
gen maakt, dat zij met vrij grote tot
zeer grote zekerhtfd van bepaalde
ongeboren vruchten kan voorspellen
dat, indien zij zich normaal ontwik
kelen, zij als mens kwaliteiten zullen
hebben waar de maatschappij uitge
sproken behoefte aan heeft Dit moge
allemaal bijzonder triviaal klinken
omdat het over mensen gaat, maar de
maatschappij gaat waarschijnlijk zul
ke grote problemen tegemoet, en zal
dan dus zozeer aangewezen zijn op
menselijk kunnen dat het onverant
woord zou zijn om deze aspecten van
de werkelijkheid geheel buiten be
schouwing te laten".
Volgens de raad voor kerk en gezin
wordt in de kwestie van de abortus
het emotionele vaak verward met het
ethische (evenals dat gebeurd is met
de kwestie van de anticonceptionalia)
en het pastoraal moet daar allereerst
tegen waken. De pastor moet ruimte
scheppen voor een beslissing door de
eerst-betrokkene: de vrouw.
Opdracht artsen
Van de artsen wordt gezegd dat zij
de opdracht hebben zich van hun
emotionaliteit te distantiëren. „Dit zal
vaak moeilijk genoeg zijn. maar het
is een voorwaarde om zijn beroep
werkelijk menselijk te kunnen uit
oefenen. Kaai hij dat niet of wil hij
dat niet. dan zal hij duidelijk moeten
maken dat de eventueel daardoor op
tredende moeilijkheden niet veroor
zaakt worden door degene die de
abortus provocatus aanvraagt maar
door zijn onvermogen of onwil. Hij
zal dan in alle zakelijkheid moeten
doorverwijzen naar een collega".
„In ieder geval is het ethisch on
mogelijk, dat de medicus zich aan be
slissingen onttrekt door „ertegen" te
zijn. Hij draagt dan met anderen de
verantwoordelijkheid voor het leven
van een kind, dat eventueel, voorzo
ver de mens dat kan beoordelen, niet
geboren had mogen worden", aldus
het rapport. Volgens het rapport kan
er ook een duidelijke opdracht tot
abortus zijn die rust op het grote ge
bod van de liefde.
Het rapport omschrijft het pasto
raal voor het tot stand komen van
het besluit als het mee-doordenken
van de overwegingen die een rol spe
len, het eventueel naar voren halen
van aspecten die wellicht over het
hoofd „zijn of woeden gezien, het be
spreken van de geloofsvragen die zich
voordoen en zich misschien voor zou
den moeten of kunnen doen. het er
aan meewerken dat de innerlijke ze
kerheid groeit waardoor een geldig
besluit kan worden genomen. Het
pastoraat na J*et besluit tot abortus
provocatus zat vooral nodig zijn als
er innerlijke onzekerheid gaat optre- -
den. Het rapport waarschuwt de pre
dikanten tegen het omzetten van
emotionele oordelen in kwasi-theolo-
gische oordelen, zoals veelvuldig in
verband met voorbehoedmiddelen is
gebeurd".
Ds. F. H. Landsman
l.ield mevrouw mr. Chr. A. de Zeeuw,
die de rapporteurs verweet zich lijde
lijk neer te leggen bij déze maat
schappelijke ontwikkeling terwijl de
kerk terecht juist zo kritisch andere
maatschappelijke ontwikkeling volgt.
„Vanwaar hier ineens die passiviteit
van het alleen maar pastoraal vol
gen?" vroeg zij.
Zij verwierp de gedachte om voor
de abortus ook argumenten te ontle
nen aan de overbevolking, de milieu
vervuiling enzovoort, zoals het rap
port deed, omdat die in deze discussie
niet thuishoren wèl bij de anticon
ceptionalia. Zij wekte grote hilariteit
in de synode toen zij suggereerde
„Gut ja, het stinkt weer zo in de
Rijnmond, laten we het kind toch
maar niet geboren laten worden".
Het felst was haar afkeer tegen de
hierboven aangehaalde passages over
het wel laten geboren worden van
kinderen waar de maatschappij even
tueel grote behoefte aan zou kunrien
hebben. „Als we ook in de kerk zo
gaan praten over de waarde van de
mens. dan hoeft het voor mij niet
meer...".
Ds. M. van den Bosch uit Goes
vond de toon van het rapport tegen
artsen en predikanten vervuld van
precies hetzelfde paternalisme, dat
het rapport aan dezen zelf verwijt.
..Wij zijn als kerk vaak te laat en
fout geweest met onze uitspraken
over de sexualiteit, maar hier zouden
we wel eens voorbarig kunnen wor
den". zei hij. Ds. J. H. Gorter en ds.
H. Binnekamp haalden bij hun be
strijding van het rapport Karl Barth
aan, die volgens de eerste duidelijk
onderscheid maakte tussen de hou
ding ten opzichte van de natuur en
van de mens-in-wording. die hij niet
onder de noemer „natuur"' heeft wil
len brengen. Ds. Binnekamp citeerde
een zinsnede van Barth, waar deze
gewaagde van „de massamoord op
het ongeboren leven die het kenmerk
is van de zogenaamde cultuurvolken".
Tenslotte voerde de psychologe me
vrouw Pastoor het woord, een lid van
de raad voor kerk en gezin, die zich
zei te verwonderen over het vrijwel
ontbreken van vrouwen in deze syno
de en zich afvroeg of de synode het
rapport welgoed gelezen had. Zij
deed een dringend beroep op de sy
node om de vrouwen in de kerk de
gelegenheid te geven te weten „hoe
hierover gepraat is" en bij de be
raadslagingen over een eventueel
nieuw rapport de vrouw „asjeblieft"
te laten meepraten.
God laat de profeet Jeremia tot Zijn volk- zeggen: „Laail
heid u tuchtigen en uw afdwaling u kastijdenDat zijnE
woorden en toch zit er een vonk van genade in. Er is een lijk I
m de prediking dat sterke nadruk gelegd werd op het oo/Lr
God. In onze tijd wordt veel meer gepreekt over zijn lieji
hebben we whf\eens het gevoel: te veel! We hebben soms
dat Gods gerechtigheid in het gedrang komt.
De bijbel spreekt duidelijk over het oordeel des Heren. Jlr£
bij Jeremia zien we hoe in dat oordeel de liefde toch mee sL
het God die Zijn volk straft? Neen, De mensen bestraffen zié 1
Nimmer zullen we kunnen zeggen: God heeft me dit a<rfal
Altijd zullen we uileindelijk tot de conclusie komen: Ik deéE
zelf aan.
God wil niet dat mensen verloren gaan. Hij heeft alles ge|V;
ons te behouden. Hij schonk ons genade, Hij gaf Zijn 2(n
belooft ons vrede en rust. Wij veroordeelden onszelf Hije
jbe
Weiezen vandaag: Handelingen 15:4-12.
go
AMSTERDAM Prins Bernhard
heeft woensdagochtend op paleis
Soestdijk in zijn kwaliteit van presi
dent van het World wild life fund
een combiwagen in ontvangst geno
men die bestemd is voor een reser
vaat in Roeanda. De auto zal worden
gebruikt in het nationale park der
vulkanen, een reservaat voor zeldza
me berggorilla's. De wagen, een ge
schenk van de importeur, zal dienst
doen als transportmiddel voor de be
wakers van het reservaat.
KWARTET TROUW
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie-
J. de Berg (voorzitter),
H. P. Ester, G. J Brinkman
J van Hofwegen
NED. HERV. KERKI
Beroepen: te Putten: A.
togh te Ede.
Bedankt: voor Nederhcfr
Berg: J. Broeder te Rittl»
Zeist: W. A. B. Hagen te zb
geen verdere beroepen in o\f
kan nemen.
Aangenomen: naar Ugche)
Pol te Bergum.
GER. KERKEN lat
Beroepen: te Veenendaal: je i
wert te Balk (Fr.); te Dombijt i,
knpelle: kand. C. 'J. Butselaatre
sterdam, die dit beroep heeied
nomen. jf c
GEREF. KERKEN <VRI*Sa
Beroepen: te Goes in samej °I
met Brouwershaven en Vrolva
der: kand. M. Map te Sauwe»le:
GEREF. GEMEENTBi
Beroepen: te Rilland-BathJ.A
W. Verwey te Den Haag; F
Vliet en te Rotterdam-W.Lj.
Koster te Yerseke; te AlmeEkf
nema te Zwijndreeht. Ln
BAPTISTENGEMEENlfin
Bedankt: voor Delfzijl: J.T
te Emmen. l0 j
VRIJE EVANG. GEMEEI®*
Aangenomen: naar Zwolle]
Vreugdenhil te Kampen. P**
GEREF. GEM. IN NE)
Beroepen: te Bruinisse: kï~~
d. Berg te Gouda. 1
O
"El
Van een onzer verslaggevers.
DRIEBERGEN De generale synode van de Nederlands her
vormde kerk waardeert de algemene kerkvergadering „als een te
ken van geestelijk leven en als een teken van geestelijke vernieu
wing; als een teken ook van het vertrouwen, dat de hervormde kerk
nog een taak en een roeping is gegeven, die zij tezamen met andere
kerken in de wereld van nu heeft te volbrengen".
Dit zegt de synode in een verkla
ring die te beschouwen is als een ba-
lansopmaak van deze grote manifesta
tie die in de hervormde kerk in 1970
en begin 1971 gehouden is. De synode
heeft gisteren besloten de achttien
pagina's tellende nota waarin de
AKV-voortzettingscommissie de be
langrijkste conclusies en aanbevelin
gen van de AKV heeft samengevat
(de z.g. „blauwe nota"), door te zen
den naar de kerkeraden en klasikale
vergaderingen, met het verzoek deze
te bespreken en haar mening daar
over ter kennis te brengen van de
synode.
Daaraan is toegevoegd het evalua
tierapport van de synodale commissie
van rapport en een verklaring van de
synode. Tot deze doorzending wefd
besloten met 30 tegen 6 stemmen.
De synode zegt in haar verklaring
daaraan mee te willen werken „dat
de leden van de hervormde gemeen
ten die door de AKV in beweging zijn
gekomen en er blijk van hebben ge
geven besef te hebben van hun ver
antwoordelijkheid als christenen en
als leden van de kerk in deze tijd, de
gelegenheid krijgen om meer dan dit
tot nu toe het geval was inhoud te
geven aan datgene wat hen beweegt".
Het is vooral met het oog hierop,
dat de generale synode besloot de
stukken van de AKV niet voor zich
zelf te houden, maar ze toe te zenden
aan alle kerkeraden en andere kerke
lijke vergaderingen. Niet alleen om
de meningen van de classes te horen,
maar vooral ook om de plaatselijke
gemeenten ertoe te brengen de AKV
niet te zien als een afgedane zaak.
De berechting voor het hoog militair gerechts
hof van Rinus Wehrmann, de dienstplichtige die
een dienstbevel niet opvolgde toen hij weigerde
zijn haren te laten knippen, komt in een wat merk
waardig licht te staan nu de minister van defensie
onverwacht heeft besloten militairen meer vrijheid
toe te staan bij de keuze van hun haarsnit.
Formeel-juridisch gezien is er niets aan de hand.
Wehrmann zal inderdaad woensdag terecht moe
ten staan. Immers, het soort bepalingen waarmee
Wehrmann zo hardhandig kennis maakte," kent,
evenmin als wetten, een terugwerkende kracht en
dat is een goede rechtsregel. Wehrmanns overtre
ding (om dat woord maar aan te houden) is in de
tijd bepaald: op het moment van de weigering om
een dienstbevel op te volgen bestonden er nog al
lerlei dwaze regels over haarlengte en hadden com
mandanten de bevoegdheid daar commando's over
te geven. Trouwens als het hoger beroep niet zou
doorgaan, zou het vonnis van twee jaar van kracht
blijven en dat kan ook niet de bedoeling zijn.
Maar allé formele zaken terzijde latend: zou het
niet dwaas zijn Rinus Wehrmann te veroordelen
op grond van een handeling waarmee hij achter
af gezien zoveel militairen een dienst heeft be
wezen? Want niemand zal het toch wagen het oor
zakelijk verband tussen de regeringsmaatregel van
gisteren en de deining rondom Wehrmanns vonnis
te betwijfelen? Moet de vreemde voldoening van
zoveel gevangenisstraf om iets geks aan het volk
duidelijk te maken dan maar Wehrmanns troost
zijn? Het mocht wat!
Een andere vraag: waarom heeft Wehrmann zo
lang in voorarrest gezeten? Voorarrest dient toch
vooral om herhaling van een delict of het onttrek
ken aan de rechtsspraak te voorkomen en om de
betrokkene geen kans te geven het vooronderzoek
te bemoeilijken? Was dat bij Wehrmann allemaal
van toepassing?
Wat er ook verder gebeurt: het zou wat wrang
zijn als er straks in hoger beroep zelfs maar een
straf zou worden uitgesproken die gelijk is aan
het voorarrest een in de praktijk nogal eens
voorkomende figuur, die weliswaar voor de over
heden heel wat praktische moeilijkheden oplost,
maar het rechtsgevoel nauwelijks bevredigt.
Er valt slechts hoop te putten uit de bepalingen
van het Wetboek van strafrecht (artikel 1, lid 2)
dat zegt dat bij verandering van wetgeving na het
tijdstip van de gepleegde daad de voor de verdachte
gunstigste bepalingen dienen te worden toegepast.
Het is ook op grond van deze bepaling dat wij de
vrijmoedigheid hebben gevonden deze beschouwing
te geven over deze bij de rechter aanhangige zaak
om dan ook nog even te verzuchten: waarom moest
het zover komen?
maar als een beweging dielZIJ'
worden gestuit. n
De synode noemt het bijz(rad
heugend dat de AKV „zich i#"1
positief heeft opgesteld teruit<
van de kerk, maar blijkens lu"'
bevelingen daarbij toch in f df
plaats denkt aan een radi'd(
en intensivering van het FJ
leven als een leven uit enh,J
evangelie, als een leven dat we
valt met het opnieuw bel:* 0(
Hem die ons als Heiland ep»
gegeven".
Verstaanbaal—
De synode aanvaardt ten| 'g
verlangen, dat de kern vaiv-
opnieuw verstaanbaar worm'
voor de mensen van deze til
klaart zich bereid om samef
dere kerken naar de juiste
te zoeken en naar de mensf
gegeven wordt ze uit te sprei
Wij moeten allen opnieuw
de onderstellingen van hetp z
spreken, te leven en te wei
vooronderstellingen van hei-
in ons eigen leven en in de
ving te verkennen, te ontmfr-
te bestrijden. r
AVij moeten allen opniel»
naar de toekomst van Gol
ziijn rijk toe te leven en ri
ons te laten ontmoedigen ei
loos maken door de schijl
dingen die voor ogen zijn I
benarren en benauwen".
„Ongetwijfeld zou een
ring letterlijk een terug
de wortels van het kerkel
en een intensivering daarvi ;"d
gevolge hebben, dat naar
vensvormen van gemeente
zal worden gezocht. Dit
een zaak zijn niet van enl
van ambtsdragers alleen,
heel de kerk. van alle genf*
al haar leden"
n>
,-n'K
De synode verklaart zich
dit bevorderlijk is voor de
van het Woord van God en
van het evangelie, oude lev
te verlaten en nieuwe te 4 gel.
synode wijst hierbij op h
„Gemeentevormen en g< rei
bouw". Tegelijk wijst ze ertsoni
lerlei maatregelen van orjlijk
sche aard nodig kunnen
dat van herstructurering
voor kerk en wereld kan w !n
wacht, als ze niet gepaard e] h
een geestelijke vernieuwing r
„In een besef van
hankelijkheid zullen wij
de kerk God moeten bi
de vergeving van on: 'r aa
om Christus' wil en om
debrengende gave
Geest".
das
rede
11co
Ie A
cerfc
plai
tn
Pi
an I
zip
poe
idri
rba;
na-:
de r
rder
ste