Hervormde synode staakt behandeling abortusnota Kerkvergadering van geestelijk leven Puzzelhoek Ds. Landsman: twee noodgebieden in botsing COMMENTAAR Johnsons sprookjes Abortus Een woord voor vandaag Combiwagen voor reservaat BER0EPINGS! HERV. SYNODE MAAKT BALANS OP Rinus Wehrmann Kruiswoord-puzzel Horizontaal: 1. snibbig, 4 oorlogsgod, 7. modegek, 8. plaats in Noorwegen, 10. grondtoon. 12. verharde huid, 14. gekheid, .16. rivier in Duitsland, 18. windrichting. 20. muzieknoot, 21. schuin toelopend. 23. afstammeling. 25. klinknageltje, 27. zwemvogel. 29. noorse god, 30. koemest vocht, 32. boom, 34. snuiftabak, 36. lust hof, 38. droogoven, 40. vreemde. 42. Royal Navy (afk.), 43. getroffen, 45. eikenschors, .47. ruiker. 48. teken dat in de psalmen voorkomt Verticaal: 1. foei, 2. hetzelfde, 3. mu zieknoot 4. reeds, 5. bloem, 6. doodgoed mens, 7. trots, 9. kurk, 11. zwak. 13. plaats in Italië, 15. plaats in Engeland, 17. een maal. 19. eiland ven Estland, 22. dakbe dekking (Ind.), 24. denkbeeld, 26. uit of' betreffende Ierland, 28. gast, 29. water in N. Br. 31. tijdperk, 33. kettingraadje in een uurwerk. 35. plaats in Italië, 37. part, 39. loot, 41. bijl, 44. telwoord, 46. en ande- ren(afk.). Oplossing vorige puzzel Hor.: 1. Lea, 5. Eist, 8. trompet, 10. stok. 12. roos, 14. ton, 15. elk, 17. pos, 18. ketel. 20. An del, 21. todde, 22. adder. 24. aga, 26. een, 27. rel, 29. Deli, 31. tali, 32. verloop. 33. fat 34. rem. Vert.: 2. Eton, 3. ark, 4. emelt 5. eer, 6. stop, 7. ast, 9. Oss, 11. tonnage, 13. oordeel, 15. Eelde, 16. keten, 18. Kea. 19. lor, 23. deels, 24. Ada, 25. Alva, 27. rapé, 28. lip, 30. iet 31. tor. RECTIFICATIE Het artikel Confessionelen het IKOR in de krant van dinsdag vermeldde abusievelijk niet de naam van de auteur: prof. dr. A. F. N. Lekkerkerker, lid van de Confessionele vereniging. Van een onzer verslaggevers DOORN De hervormde sy node heeft dinsdagavond de be handeling van een rapport van haar raad voor kerk en gezin over „De abortus provocatus en het pastoraat" gestaakt en be sloten een nieuw rapport te doen vervaardigen dat zo mogehik nog in de septemberzitting ge reed zou moeten zijn. Aan het rapport was vier jaar gewerkt en de hele raad voor kerk en ge zin waarin aanvankelijk zeer verdeeld over deze materie werd gedacht had zich erachter gesteld. Bij de stukken was een krachtige afwijzing van de rapporteurs me vrouw M. van de Wall Duyvendak, dr. D. van Veen en prof. dr. G. C. van Niftrik, en het moderamen had ook te voren de mening gevraagd van de e- thicus prof. dr. J. de Graaf te De Bilt, van mevrouw F. T. Diemer-Linde- boom, van de VU-gynoecoloog dr. J. Janssens en de Apeldoornse arts J. J. van Binsbergen. Ook deze reacties vielen negatief uit Toen nog maar drie synodeleden het woord hadden gevoerd, kwam het moderamen met het voorstel de ver dere behandeling te staken en een nieuw rapport te doen schrijven. De scriba, ds. F. H. Landsman, omschreef de moeilijkheid als volgt: men ver wachtte een rapport met een beoor deling van de abortus provocatus vanuit de christelijke mensbeschou wing om richtlijnen te geven aan de gemeente, maar men kreeg meteen al een stuk met suggesties voor het pas toraat in een bestaande situatie. Daardoor moest er wel een kortslui ting tussen twee normgebieden ont staan. Dat christenen in een pluriforme maatschappij bepaalde ontwikkelin gen niet mogen blokkeren is een heel andere zaak dan hoe zij die ontwik kelingen in h<n eigen leven beoorde len. Over dat laatste moet het volgens hem primair gaan en daarover zou een nieuw rapport moeten komen. Van de 22 sprekers die zich hadden gemeld voerden er daarna nog enke len het woord en toen werd de dis cussie afgebroken. Het rapport, dat voor de discussie niet mocht worden gepubliceerd, telt 66 bladzijden en gaat uit van de rela tieve waarde van de ongeboren vrucht die al erkend zou zijn om dat men ook abortus op medische in dicatie nooit als de keuze voor de ene mens tegen de andere heeft ervaren. Het rapport stelt ook dat de abortus nergens in de Bijbel verboden wordt. Ook het argument dat de ongeboren vrucht een schepsel Gods is werpt geen licht op deze zaak gezien de or denende functie van de mens in de natuur: „als al het geschapene in stand zou moeten worden gehouden, dan zou de mens reeds lang van de aardbodem verdwenen zijn". Bepaalde kinderen De maatschappelijke betekenis van elk willekeurig kind is althans in Ne derland verdwenen, zegt het rapport, maar „ook al stuit het ons tegen de borst dit verder te doordenken" de maatschappij kan wel behoefte heb ben aan bepaalde kinderen. „Te den ken valt ban kinderen met een uit gesproken intellectuele of kunstzinni ge aanleg, in het algemeen aan kin deren aan wier vermogen de maat schappij grote behoefte zal krijgen. Het moet niet uitgesloten worden Als het Amerikaanse volk het optreden van zijn regeerders liever beoordeelt op grond van feiten, hoe pijnlijk ook, dan op basis van minder gênante officiële verdichtsels, dan is het Amerikaanse volk de New York Times veel dank verschuldigd. Want met haar publikaties uit geheime regeringsdocu menten over de kwestie-Vietnam lijkt deze krant een flinke tip te hebben opgelicht van de grauw sluier van officiële sprookjes en halve waarheden die kennelijk een belangrijk deel van de Ameri kaanse oorlogspolitiek in de jaren "60 aan de waar neming van het publiek heeft onttrokken. De tot dusver verschenen publikaties betreffen vrijwel uitsluitend de regeringsperiode van presi dent Johnson, en met name de jaren 1964 en 1965. Dank zij de New York Times weten de Ameri kanen nu al wat ze anders van toekomstige histo rici hadden moeten horen: dat ze in deze kritieke fase van het Vietnamese conflict van regerings wege zijn voorgelogen over wat zich afspeelde in Vietnam en in de hoofden van de voornaamste regeringsfunctionarissen te Washington. Het tot nu toe openbaar gemaakte materiaal geeft daarvan overigens geen compleet beeld. Van de bronnen, voor een volledig historisch onderzoek vereist, heeft de New York Times maar een deel kunnen aanboren. Maar wat daaruit te voorschijn is gekomen, is voldoende om zelfs een rotsvast ge loof in de eerlijkheid en de democratische intenties van president Johnson en zijn naaste medewerkers aan het wankelen te brengen. Het is een verbijsterend verhaal. In het voorjaar van 1964, toen president Johnson mooi weer speel de met de suggestie als was hij een veel gematigder politicus dan zijn tegenstander in de strijd om het Witte Huis, de republikeinse wildeman Goldwater, die nota bene Noord-Vietnam wilde bombarderen, had Johnson de plannen al klaarliggen voor een escalatie van de oorlog, die toen trouwens al ver der uitgebreid was dan het publiek of zelfs het Congres wist. Enkele maanden later vond het be ruchte incident in de Golf van Tonkin plaats, dat Johnson aangreep om de oorlog met instemming van het Congres te kunnen opvoeren. Bij die gelegenheid bedroog minister McNamara senatoren die de officiële lezing over dat incident niet vertrouwden. Ook schroomde de regering- De gang van zaken met het rapport over abor tus in de hervormde synode wekt sterk de ge dachte aan een abortus. De synode, van oordeel dat dit rapport niet door haar bedoeld, noch ge wenst is, breekt de verdere ontwikkeling van dit geesteskind af door het eenvoudig niet verder te bespreken en om een ander rapport te vragen. Dat is geen geringe beslissing. De raad voor de zaken van kerk en gezin, een van de synodale organen van bijstand, stond in zijn geheel achter dit rap port. Het is een gezelschap dat al vele voortreffe lijke publikaties het licht heeft doen zien met name in het kader van de elk jaar door de kerk georganiseerde gezinsweek. Er zitten niet alleen theologen in maar ook een jurist, een vrouwelijke kinderarts, een psychologe, een onderwijsdeskun dige en een socioloog. Ook de Jonge Gezinnenbe- weging is erin vertegenwoordigd. Er is zeker vier jaar aan het rapport gewerkt. Ds. Landsman heeft een ongetwijfeld verstandig verhaal gehouden over wat christenen in de sfeer van de wetgeving niet mogen blokkeren omdat zij in een pluriforme maatschappij leven, maar wat zij nochtans in hun eigen leven aan de norm van het evangelie moeten onderwerpen. De synode had naar zijn zeggen van haar raad voor kerk en gezin in de eerste plaats een beoordeling van de abortus voor de christelijke gemeente verwacht en niet een verhandeling over de vraag hoe de dominees moeten handelen in een gegeven maatschappelijke praktijk. Het onderscheid is hier wel zeer subtiel. Bovendien komt de vraag op hoe het mogelijk Johnson niet, haar acties in Vietnam te verdedigen met argumenten waarvan de feitelijke basis allang door haar eigen inlichtingendienst was ondergra ven. Die argumenten betroffen de opvatting, als zou „Vietnam" een onderdeel zijn van een wereld wijde expansiemanoeuvre van Moskou en Peking, en de zg. domino-theorie: de eveneens door de CIA te licht bevonden gedachte, als zou een Amerikaans vertrek uit Vietnam door een communistische op mars in heel Azië worden gevolgd. Ook van de hooggestemde verhalen die ten tijde van Kennedy en Johnson over de oogmerken van het Amerikaanse optreden in Zuidoost-Azië wer den gehouden, laten de artikelen in de New York Times weinig heel. De geheime documenten waar op ze berusten, vestigen duidelijk de indruk, dat het lot van Zuid-Vietnam de Amerikaanse rege ringen op zichzelf bar weinig kon schelen. Het overheersende motief achter de Amerikaan se oorlogvoering was zo suggereren de stukken aanvankelijk de wens om „het communisme" te bedwingen en later de drang om te laten zien, dat met Amerika niet te spotten viel, in beide gevallen ongeacht de toestand in Zuid-Vietnam. Misschien schokkender nog is het vermoeden, door het geheime rapport gewekt, dat noch Johnsons regering noch die van Kennedy zich ooit indrin gend heeft bezonnen op de vraag naar de morele gerechtvaardigdheid van wat Amerika Zuidoost- Azië en zichzelf aandeed. De wetenschap, dat deze regeringen niet uit doortrapte boeven bestonden, en gebrek aan ken nis van de omstandigheden waaronder ze hun be slissingen namen, behoren ons te beletten, op de onthullingen van de New York Times met scherpe morele veroordelingen te reageren. Voor Amerika is de beste reactie erop waarschijnlijk een grondig onderzoek van de manier waarop daar beleids beslissingen op het hoogste niveau tot stand komen. President Nixon zal dat onderzoek helaas niet bevorderen, als hij aanstuurt op een definitief pu- blikatieverbod van wat de New York Times nog in petto heeft. Zo'n maatregel zou trouwens ook weinig geschikt zijn om het vertrouwen in de ge loofwaardigheid van Nixons eigen uitspraken over de ontwikkelingen in Vietnam te versterken. is dat in één en dezelfde kerk bij een belangrijk raadgevend orgaan een bepaalde conceptie gedu rende vier jaren groeit en groeit en dat na die vier jaren het bestuur van die kerk tot de ontdekking komt, dat het die conceptie zo helemaal niet be doeld of gewenst heeft. De eerste verklaring is, dat het dan wel een erg grote kerk moet zijn, waarin die dingen plaats kunnen vinden. Een andere ver klaring is, dat een moderamen zich van iedere be moeienis met een broedende kip wil onthouden en die afstand is op zich. te waarderen. Van het rapport is kennelijk ook reeds het mode ramen geschrokken, vandaar dat het voor de be handeling de synode nog andere deskundigen liet aanrukken, en waarlijk geen kleine. Vooral de kil heid die de raad voor kerk en gezin aan de dag legde jegens de ongeboren vrucht, gaf velen aan stoot. ook al trachtte de raad duidelijk te maken dat dit wel moest uit liefde voor het eenmaal ge boren leven. De behandeling is nu gestaakt wéér dringt de vergelijking zich op met een sociale indicatie voor abortus: het geesteskind van de raad. voor kerk en gezin zou na zijn ontvangenis een onmogelijk leven krijgen. Maar gaat deze indicatie wel op? Het betreft hier, zoals gezegd gelukkig geen echt kind maar een geesteskind en dat mag best mishandeld worden. Aan de hand van dit inderdaad wat pro vocerend gestelde rapport had de discussie verder moeten gaan, niet alleen in de synode, maar ook in de kerken. De stilte die nu valt, is ongezond. Te onpas De eersten die krachtig tegen het rapport van leer trokken waren de rapporteurs dr. D. van Veen. een gy naecoloog in ruste, en prof. Van Nif trik, die zich afvroeg wat het pasto raat nog moet wanneer de beslissing eenmaal gevallen is. Hij herhaalde wat de commissie van rapport als be zwaar had geuit; deze miste elke ver wijzing naar de eerste stap: de onge wenste coitus. „Als de kerk over attortus gaat spreken zal zij niet mogen nalaten een en ander te zeggen over dé onge remdheid waarmede men in onze tijd meent zijn seksuele behoefte te moeten bevredigen". Hij werd hierover later aangevallen door het svnodelid de arts dr. S. Hoekstra uit Bilthoven, omdat hij er naar diens oordeel ten onrechte de seksuele ver wildering bij had gehaald. „De be langrijkste indicatie is niet: onge huwde jonge moeders maar betreft de voltooide gezinnen, de oudere vrou wen voor wie het krijgen van een kind veel meer risico inhoudt, dan op jongere leeftijd, ook voor het ver wachte leven zelf". Hij onderschreef het rapport in dier voege, dat deze kwestie er typisch een van sityatie- ethiek is. Het grote probleem is naar zijn oordeel, dat men bijna geen art sen krijgt voor abortusteams omdat ze er geen tijd voor hebben. Een felle filippica tegen het rapport geacht dat de wetenschap op betrek kelijk korte termijn zulke vorderin gen maakt, dat zij met vrij grote tot zeer grote zekerhtfd van bepaalde ongeboren vruchten kan voorspellen dat, indien zij zich normaal ontwik kelen, zij als mens kwaliteiten zullen hebben waar de maatschappij uitge sproken behoefte aan heeft Dit moge allemaal bijzonder triviaal klinken omdat het over mensen gaat, maar de maatschappij gaat waarschijnlijk zul ke grote problemen tegemoet, en zal dan dus zozeer aangewezen zijn op menselijk kunnen dat het onverant woord zou zijn om deze aspecten van de werkelijkheid geheel buiten be schouwing te laten". Volgens de raad voor kerk en gezin wordt in de kwestie van de abortus het emotionele vaak verward met het ethische (evenals dat gebeurd is met de kwestie van de anticonceptionalia) en het pastoraal moet daar allereerst tegen waken. De pastor moet ruimte scheppen voor een beslissing door de eerst-betrokkene: de vrouw. Opdracht artsen Van de artsen wordt gezegd dat zij de opdracht hebben zich van hun emotionaliteit te distantiëren. „Dit zal vaak moeilijk genoeg zijn. maar het is een voorwaarde om zijn beroep werkelijk menselijk te kunnen uit oefenen. Kaai hij dat niet of wil hij dat niet. dan zal hij duidelijk moeten maken dat de eventueel daardoor op tredende moeilijkheden niet veroor zaakt worden door degene die de abortus provocatus aanvraagt maar door zijn onvermogen of onwil. Hij zal dan in alle zakelijkheid moeten doorverwijzen naar een collega". „In ieder geval is het ethisch on mogelijk, dat de medicus zich aan be slissingen onttrekt door „ertegen" te zijn. Hij draagt dan met anderen de verantwoordelijkheid voor het leven van een kind, dat eventueel, voorzo ver de mens dat kan beoordelen, niet geboren had mogen worden", aldus het rapport. Volgens het rapport kan er ook een duidelijke opdracht tot abortus zijn die rust op het grote ge bod van de liefde. Het rapport omschrijft het pasto raal voor het tot stand komen van het besluit als het mee-doordenken van de overwegingen die een rol spe len, het eventueel naar voren halen van aspecten die wellicht over het hoofd „zijn of woeden gezien, het be spreken van de geloofsvragen die zich voordoen en zich misschien voor zou den moeten of kunnen doen. het er aan meewerken dat de innerlijke ze kerheid groeit waardoor een geldig besluit kan worden genomen. Het pastoraat na J*et besluit tot abortus provocatus zat vooral nodig zijn als er innerlijke onzekerheid gaat optre- - den. Het rapport waarschuwt de pre dikanten tegen het omzetten van emotionele oordelen in kwasi-theolo- gische oordelen, zoals veelvuldig in verband met voorbehoedmiddelen is gebeurd". Ds. F. H. Landsman l.ield mevrouw mr. Chr. A. de Zeeuw, die de rapporteurs verweet zich lijde lijk neer te leggen bij déze maat schappelijke ontwikkeling terwijl de kerk terecht juist zo kritisch andere maatschappelijke ontwikkeling volgt. „Vanwaar hier ineens die passiviteit van het alleen maar pastoraal vol gen?" vroeg zij. Zij verwierp de gedachte om voor de abortus ook argumenten te ontle nen aan de overbevolking, de milieu vervuiling enzovoort, zoals het rap port deed, omdat die in deze discussie niet thuishoren wèl bij de anticon ceptionalia. Zij wekte grote hilariteit in de synode toen zij suggereerde „Gut ja, het stinkt weer zo in de Rijnmond, laten we het kind toch maar niet geboren laten worden". Het felst was haar afkeer tegen de hierboven aangehaalde passages over het wel laten geboren worden van kinderen waar de maatschappij even tueel grote behoefte aan zou kunrien hebben. „Als we ook in de kerk zo gaan praten over de waarde van de mens. dan hoeft het voor mij niet meer...". Ds. M. van den Bosch uit Goes vond de toon van het rapport tegen artsen en predikanten vervuld van precies hetzelfde paternalisme, dat het rapport aan dezen zelf verwijt. ..Wij zijn als kerk vaak te laat en fout geweest met onze uitspraken over de sexualiteit, maar hier zouden we wel eens voorbarig kunnen wor den". zei hij. Ds. J. H. Gorter en ds. H. Binnekamp haalden bij hun be strijding van het rapport Karl Barth aan, die volgens de eerste duidelijk onderscheid maakte tussen de hou ding ten opzichte van de natuur en van de mens-in-wording. die hij niet onder de noemer „natuur"' heeft wil len brengen. Ds. Binnekamp citeerde een zinsnede van Barth, waar deze gewaagde van „de massamoord op het ongeboren leven die het kenmerk is van de zogenaamde cultuurvolken". Tenslotte voerde de psychologe me vrouw Pastoor het woord, een lid van de raad voor kerk en gezin, die zich zei te verwonderen over het vrijwel ontbreken van vrouwen in deze syno de en zich afvroeg of de synode het rapport welgoed gelezen had. Zij deed een dringend beroep op de sy node om de vrouwen in de kerk de gelegenheid te geven te weten „hoe hierover gepraat is" en bij de be raadslagingen over een eventueel nieuw rapport de vrouw „asjeblieft" te laten meepraten. God laat de profeet Jeremia tot Zijn volk- zeggen: „Laail heid u tuchtigen en uw afdwaling u kastijdenDat zijnE woorden en toch zit er een vonk van genade in. Er is een lijk I m de prediking dat sterke nadruk gelegd werd op het oo/Lr God. In onze tijd wordt veel meer gepreekt over zijn lieji hebben we whf\eens het gevoel: te veel! We hebben soms dat Gods gerechtigheid in het gedrang komt. De bijbel spreekt duidelijk over het oordeel des Heren. Jlr£ bij Jeremia zien we hoe in dat oordeel de liefde toch mee sL het God die Zijn volk straft? Neen, De mensen bestraffen zié 1 Nimmer zullen we kunnen zeggen: God heeft me dit a<rfal Altijd zullen we uileindelijk tot de conclusie komen: Ik deéE zelf aan. God wil niet dat mensen verloren gaan. Hij heeft alles ge|V; ons te behouden. Hij schonk ons genade, Hij gaf Zijn 2(n belooft ons vrede en rust. Wij veroordeelden onszelf Hije jbe Weiezen vandaag: Handelingen 15:4-12. go AMSTERDAM Prins Bernhard heeft woensdagochtend op paleis Soestdijk in zijn kwaliteit van presi dent van het World wild life fund een combiwagen in ontvangst geno men die bestemd is voor een reser vaat in Roeanda. De auto zal worden gebruikt in het nationale park der vulkanen, een reservaat voor zeldza me berggorilla's. De wagen, een ge schenk van de importeur, zal dienst doen als transportmiddel voor de be wakers van het reservaat. KWARTET TROUW De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Trouw Commissie van hoofdredactie- J. de Berg (voorzitter), H. P. Ester, G. J Brinkman J van Hofwegen NED. HERV. KERKI Beroepen: te Putten: A. togh te Ede. Bedankt: voor Nederhcfr Berg: J. Broeder te Rittl» Zeist: W. A. B. Hagen te zb geen verdere beroepen in o\f kan nemen. Aangenomen: naar Ugche) Pol te Bergum. GER. KERKEN lat Beroepen: te Veenendaal: je i wert te Balk (Fr.); te Dombijt i, knpelle: kand. C. 'J. Butselaatre sterdam, die dit beroep heeied nomen. jf c GEREF. KERKEN <VRI*Sa Beroepen: te Goes in samej °I met Brouwershaven en Vrolva der: kand. M. Map te Sauwe»le: GEREF. GEMEENTBi Beroepen: te Rilland-BathJ.A W. Verwey te Den Haag; F Vliet en te Rotterdam-W.Lj. Koster te Yerseke; te AlmeEkf nema te Zwijndreeht. Ln BAPTISTENGEMEENlfin Bedankt: voor Delfzijl: J.T te Emmen. l0 j VRIJE EVANG. GEMEEI®* Aangenomen: naar Zwolle] Vreugdenhil te Kampen. P** GEREF. GEM. IN NE) Beroepen: te Bruinisse: kï~~ d. Berg te Gouda. 1 O "El Van een onzer verslaggevers. DRIEBERGEN De generale synode van de Nederlands her vormde kerk waardeert de algemene kerkvergadering „als een te ken van geestelijk leven en als een teken van geestelijke vernieu wing; als een teken ook van het vertrouwen, dat de hervormde kerk nog een taak en een roeping is gegeven, die zij tezamen met andere kerken in de wereld van nu heeft te volbrengen". Dit zegt de synode in een verkla ring die te beschouwen is als een ba- lansopmaak van deze grote manifesta tie die in de hervormde kerk in 1970 en begin 1971 gehouden is. De synode heeft gisteren besloten de achttien pagina's tellende nota waarin de AKV-voortzettingscommissie de be langrijkste conclusies en aanbevelin gen van de AKV heeft samengevat (de z.g. „blauwe nota"), door te zen den naar de kerkeraden en klasikale vergaderingen, met het verzoek deze te bespreken en haar mening daar over ter kennis te brengen van de synode. Daaraan is toegevoegd het evalua tierapport van de synodale commissie van rapport en een verklaring van de synode. Tot deze doorzending wefd besloten met 30 tegen 6 stemmen. De synode zegt in haar verklaring daaraan mee te willen werken „dat de leden van de hervormde gemeen ten die door de AKV in beweging zijn gekomen en er blijk van hebben ge geven besef te hebben van hun ver antwoordelijkheid als christenen en als leden van de kerk in deze tijd, de gelegenheid krijgen om meer dan dit tot nu toe het geval was inhoud te geven aan datgene wat hen beweegt". Het is vooral met het oog hierop, dat de generale synode besloot de stukken van de AKV niet voor zich zelf te houden, maar ze toe te zenden aan alle kerkeraden en andere kerke lijke vergaderingen. Niet alleen om de meningen van de classes te horen, maar vooral ook om de plaatselijke gemeenten ertoe te brengen de AKV niet te zien als een afgedane zaak. De berechting voor het hoog militair gerechts hof van Rinus Wehrmann, de dienstplichtige die een dienstbevel niet opvolgde toen hij weigerde zijn haren te laten knippen, komt in een wat merk waardig licht te staan nu de minister van defensie onverwacht heeft besloten militairen meer vrijheid toe te staan bij de keuze van hun haarsnit. Formeel-juridisch gezien is er niets aan de hand. Wehrmann zal inderdaad woensdag terecht moe ten staan. Immers, het soort bepalingen waarmee Wehrmann zo hardhandig kennis maakte," kent, evenmin als wetten, een terugwerkende kracht en dat is een goede rechtsregel. Wehrmanns overtre ding (om dat woord maar aan te houden) is in de tijd bepaald: op het moment van de weigering om een dienstbevel op te volgen bestonden er nog al lerlei dwaze regels over haarlengte en hadden com mandanten de bevoegdheid daar commando's over te geven. Trouwens als het hoger beroep niet zou doorgaan, zou het vonnis van twee jaar van kracht blijven en dat kan ook niet de bedoeling zijn. Maar allé formele zaken terzijde latend: zou het niet dwaas zijn Rinus Wehrmann te veroordelen op grond van een handeling waarmee hij achter af gezien zoveel militairen een dienst heeft be wezen? Want niemand zal het toch wagen het oor zakelijk verband tussen de regeringsmaatregel van gisteren en de deining rondom Wehrmanns vonnis te betwijfelen? Moet de vreemde voldoening van zoveel gevangenisstraf om iets geks aan het volk duidelijk te maken dan maar Wehrmanns troost zijn? Het mocht wat! Een andere vraag: waarom heeft Wehrmann zo lang in voorarrest gezeten? Voorarrest dient toch vooral om herhaling van een delict of het onttrek ken aan de rechtsspraak te voorkomen en om de betrokkene geen kans te geven het vooronderzoek te bemoeilijken? Was dat bij Wehrmann allemaal van toepassing? Wat er ook verder gebeurt: het zou wat wrang zijn als er straks in hoger beroep zelfs maar een straf zou worden uitgesproken die gelijk is aan het voorarrest een in de praktijk nogal eens voorkomende figuur, die weliswaar voor de over heden heel wat praktische moeilijkheden oplost, maar het rechtsgevoel nauwelijks bevredigt. Er valt slechts hoop te putten uit de bepalingen van het Wetboek van strafrecht (artikel 1, lid 2) dat zegt dat bij verandering van wetgeving na het tijdstip van de gepleegde daad de voor de verdachte gunstigste bepalingen dienen te worden toegepast. Het is ook op grond van deze bepaling dat wij de vrijmoedigheid hebben gevonden deze beschouwing te geven over deze bij de rechter aanhangige zaak om dan ook nog even te verzuchten: waarom moest het zover komen? maar als een beweging dielZIJ' worden gestuit. n De synode noemt het bijz(rad heugend dat de AKV „zich i#"1 positief heeft opgesteld teruit< van de kerk, maar blijkens lu"' bevelingen daarbij toch in f df plaats denkt aan een radi'd( en intensivering van het FJ leven als een leven uit enh,J evangelie, als een leven dat we valt met het opnieuw bel:* 0( Hem die ons als Heiland ep» gegeven". Verstaanbaal— De synode aanvaardt ten| 'g verlangen, dat de kern vaiv- opnieuw verstaanbaar worm' voor de mensen van deze til klaart zich bereid om samef dere kerken naar de juiste te zoeken en naar de mensf gegeven wordt ze uit te sprei Wij moeten allen opnieuw de onderstellingen van hetp z spreken, te leven en te wei vooronderstellingen van hei- in ons eigen leven en in de ving te verkennen, te ontmfr- te bestrijden. r AVij moeten allen opniel» naar de toekomst van Gol ziijn rijk toe te leven en ri ons te laten ontmoedigen ei loos maken door de schijl dingen die voor ogen zijn I benarren en benauwen". „Ongetwijfeld zou een ring letterlijk een terug de wortels van het kerkel en een intensivering daarvi ;"d gevolge hebben, dat naar vensvormen van gemeente zal worden gezocht. Dit een zaak zijn niet van enl van ambtsdragers alleen, heel de kerk. van alle genf* al haar leden" n> ,-n'K De synode verklaart zich dit bevorderlijk is voor de van het Woord van God en van het evangelie, oude lev te verlaten en nieuwe te 4 gel. synode wijst hierbij op h „Gemeentevormen en g< rei bouw". Tegelijk wijst ze ertsoni lerlei maatregelen van orjlijk sche aard nodig kunnen dat van herstructurering voor kerk en wereld kan w !n wacht, als ze niet gepaard e] h een geestelijke vernieuwing r „In een besef van hankelijkheid zullen wij de kerk God moeten bi de vergeving van on: 'r aa om Christus' wil en om debrengende gave Geest". das rede 11co Ie A cerfc plai tn Pi an I zip poe idri rba; na-: de r rder ste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 2