uptie nauwelijks te voorspellen
GOED OF KWAAD
„Aan je voeding kan je alles doen!"
zeg het niet te gauw
ZATERDAG 12 JUNI 1971
Zijn vulkanische uitbarstingen als van de weer actieve Etna, zo tijdig te voorspel
len dat eventueel nog beveiligingsmaatregelen kunnen worden beraamd? De t.v.-
beelden uit Zuid-ltalië, die een vloeiende lavastroom regelmatig binnen het oog-
bereik van miljoenen brachten, gaven niet de indruk dat er rond de Etna veel bij te
sturen viel. Over koers en beweging van de stroom hadden de autoriteiten wel be
paalde verwachtingen. Toeschouwers bij het dreigende doch boeiende natuurgebeuren
werden de ene dag tot een bepaald punt toegelaten, doch een volgende dag we
gens levensgevaar geweerd. Zelfs die verwachtingen op korte termijn bleken niet
altijd uit te komen. Van een heftige eruptie was in dit geval trouwens nauwelijks
sprake, hoe dramatisch de gevolgen voor de omwonenden ook waren. En dan is het
natuurlijk nog wel iets anders om de waarschijnlijke loop van een eenmaal begon
nen lavastroom te voorspellen, dan lang tevoren te weten waar, wanneer en op welke
wijze een vulkaan zal uitbarsten.
mijn weten is er nog
ïand geslaagd het tijd-
de omvang van een
te voorspellen", zegt
Haroun Tazieff in het
Gaade, Den Haag, ver-
boek „Vulkanen"
^jise geoloog en vulkano-
ggljst er op dat het aantal
^Kerende en goed toege-
^■toservatoria over de ge-
^^ereld belachelijk klein
zijn er nog geen twintig,
van meer dan duizend
een uitbarsting kan
verwacht.
vaar heeft men meer
lij de Merapi, de Asa-
en de Asosan) de be-
kunnen waarschuwen
Kseismografen een min.
alarmerende activiteit
rden, maar op een
e waarschuwing is dik-
n slechts onbeduidende
ikte-activiteit gevolgd.
hoogtepunt van een
ing is volgens prof. Ta-
og nooit voorspeld,
sombere woorden ten
dit boek een in-
tkend beeld van de
ïgen, die de bestudering
vulkanisme vooral de
twintig jaar reeds heeft
(t. Tot omstreeks 1920
de vulkanologen ge-
nemen met de bestu-
gjvan de uiterlijke ver-
J pen van de erupties.
iarbij werd reeds een
eruptie eenmaal aan de gang
was.
De vulkanologen bevonden
zich dus ongeveer in de positie
van de medische wetenschap
van voor de ontdekking van de
röntgenstralen. De techniek
van het onderzoek is echter
sindsdien enorm toegenomen.
Een belangrijke conclusie is
bijvoorbeeld dat het vulkanis
me veroorzaakt wordt door het
ontwijken van de in het magma
(de smeltstroom in de diepte
van de aarde) opgeloste gassen.
Deze onder druk ingesloten
gassen trachten te ontsnappen
en veroorzaken aardbevingen
en vulkanische uitbarstingen.
Prof. Haroun Tazieff is van
mening dat wij pas iets van het
mechanisme van vulkanische
erupties zullen begrijpen wan
neer meer bekend wordt over
de samenhang tussen de ver
schillende begeleidende mecha
nische, fysische en chemische
M IS
har
rsbii
r 5.
Vi
yten
Se*"
De
ervaring opgedaan,
bruikbaar was om het
van de gebeurtenissen
g'Jrspellen, wanneer een
hoge Foedsjiyama ook
sneeuw bedekt is in
eriode. Slechts op één plaats
lier stijgen kleine rookwolken
■atste uitbarsting was in 1707.
oen nog Edo genaamd dat op
i 120 km van de vulkaan
een aslaag van 16 cm
verschijnselen van een uitbar
sting.
Zonder de werking van de
gassen, die het soortelijk ge
wicht van het magma verlagen
en tegelijkertijd het magma
omhoog stuwen en zelfs uit
stoten zou de lava het aardop
pervlak niet kunnen bereiken.
Zeker zou de lava dan niet
eruptief worden en soms hoog
de lucht in vliegen.
Voor een uitvoerige bestu
dering van de zo belangrijke
gasfase zouden echter monsters
zo dicht mogelijk bij de eruptie
opening moeten worden ge
trokken. Liefst op de plek waar
het gas uit de magma ontwijkt.
Vele vulkanologen schrikken
daarvoor begrijpelijkerwijs te
rug en ook technisch is dit niet
te verwezénlijken.
Intussen heeft de wetenschap
goede hoop op verdergaande
geofysische onderzoekingen van
veranderingen in de zwaarte
kracht en in magnetische vel
den in de nabijheid van actie
ve vulkanen. Deze bevinden
zich nog grotendeels in het
theoretische of experimentele
stadium. Door de elektrische
eigenschappen van een vul
kaan te onderzoeken zouden de
positie en veranderingen van
de geleidende zones, die ver
moedelijk gesmolten gesteen-
te bevatten, bekend moeten
worden. Bovendien wordt het
door deze elektrische hoeda
nigheid theoretisch mogelijk
stromende lava op te sporen.
Radargolven worden namelijk
door elektrische geleidingen
gereflecteerd. Daarom zouden
vloeibare lavastromen zich op
het radarscherm helder moeten
aftekenen. Hier ligt een veel
belovende taak bij het obser
veren van vulkanen door vlieg
tuigen en aardsatellieten.
De droom van de mens, alle
vulkanische energie die uit de
aarde vrijkomt in zijn macht
te krijgen en daardoor haar
explosiviteit te vernietigen,
zal wel moeilijk te verwezen
lijken zijn. Robert W. Decker,
Hanover (V.S.) zegt dat de to
tale vulkanische activiteit op
aarde (omgerekend in het jaar
gemiddelde) drie procent uit
maakt van de energie die per
jaar aan olie en aardgas per
jaar wordt verbruikt. Hetgeen
bijna evenveel is als de door
waterkracht opgewekte energie
over de gehele aarde.
Maar ook zonder voorspel
ling, beheersing en produktief
maken van vulkanische acti-
viteit, zijn vulkanische pro-
dukten van groot belang voor
het leven en welzijn van de
mens. Wetenschappelijk gezien
zijn onze lucht en zeeën in
geologische tijden door vulka
nische uitdamping gevormd.
De vruchtbare bodem, die de
mens ertoe brengt onder
bedreiging van vulkanische uit
barstingen te leven, is een pro-
dukt van vroegere erupties.
Enkele uitvloeiingen van de
Etna zijn al na een paar jaar
voor de eerste teelt geschikt.
Lavavelden op de Etna die in
1928 ontstonden, zijn bedekt
met van elders aangevoerde
aarde en worden gebruikt voor
het kweken van zuidvruchten.
Intussen heeft het vulkanis
me zoveel aspecten dat het
boek, waaraan we de hier ver
werkte gegevens ontleenden,
heel wat meer bevat dan droge
feiten en formules. Van de
oudste tijden af heeft de mens
zich met het indrukwekkende
verschijnsel der „vuurspuwen
de bergen" bezig gehouden.
Steeds heeft hij geprobeerd de
ze fenomenen door zijn geloof
aan geesten of door mythologie
metafysisch te verklaren. Uit
stromende lava, ontsnappende
Stoom en gassen geven de toe
schouwer het gevoel dat hij iets
persoonlijks en levends mee
maakt
In zes hoofdstukken wordt in
dit voortreffelijk geïllustreerde
boek het vulkanisme in al zijn
verschijningsvormen belicht.
Het handelt over mens en vul
kaan, magmatologie, geologie
en vulkanisme, observatie van
vulkanische activiteit, planten
en vulkanisme en over dieren
en vulkanisme. Zes experts uit
i, did vero
van kj.
nlangs hebben vrijgemaakte
l0 enten uit Rotterdam in Harme-
e een forum belegd over seculari-
(verwereldlijking) en geloofs-
ving. Het forum stond onder
ng van drs. N. Scheps en be
rt verder uit Godfried Bomans,
Hegger en mijzelf. Het is
bedoeling over deze sa-
spreking een verlaat verslag uit
rengen. Het forum als zodanig
Li li een nieuws meer. Secularisatie
Ma hema is trouwens al lang niet
embr gloednieuw. Het verschijnsel
evenwel blijft actueel.
was mij verzocht de discussie in
kort in te leiden. Daartoe kon ik er
van buiten de boeiende Interviews
!dr. Puchlnger (toen nog drs.) over
ten en secularisatie (Delft 1968) te
zen. De Duitse dramatische dichter
rich Hebbel (1813-1863) heeft eens
„Wiederholen alter Lektüre ist
sicherste Probierstein gewonnener
Bildung", het hernemen van
■j^jere lectuur is de betrouwbaarste
Mteen om na te gaan of je in ont-
iling bent voortgeschreden. Drie
zijn natuurlijk te kort om wat jezelf
zo'n onderzoek in te stellen, maar
loest ik constateren dat een bepaald
mij nu trof. terwijl ik bij eerste
daarvoor in het geheel geen oog
ihad.
is het aspect van de ethische
:atie: het goed of kwaad noemen
it verschijnsel secularisatie of be-
.vormen daarvan. Of juister: niet
dit aspect zelf, als wel de haast
ondervraagden toonden om van
en kwaad te spreken voordat alles
in dit verschijnsel vastzit aan het
licht was gebracht. Listige onderschei
dingen werden daarbij gemaakt, bijvoor
beeld tussen secularisatie en emanci
patie. Echter, prof. Hans Küng deed hier
niet aan mee. Hij omschreef de tegen
woordige secularisatie als een historisch
proces van de nieuwe tijd, dat reeds in
de middeleeuwen is begonnen, waarin
de mensen de eigengeaardheid en zelf
standigheid van de wereld en haar wet
matigheden en ordeningen, zowel theo
retisch als praktisch, opnieuw bewust
worden en realiseren.
De omschrijving van Küng, die niet de
indruk maakt van geïmproviseerd te zijn,
sprak mij het meest aan, juist door het
dr.
door
C Rijnsdorp
|S re
ontbreken van een voorbarige ethische
kwalificatie. Is het begrip secularisatie
al vaag en moeilijk, het blijkt ook in de
knoop te zitten met verscheidene andere
moderne verschijnselen. Het heeft te
maken met geschiedenis, theologie, filo
sofie, psychologie osciologie en even
goed met cultuur. Zeg daarbij niet te
gauw goed of kwaad!
Natuurlijk is het juist om terstond tot
uitdrukking te brengen dat het ver
schijnsel een goede en een kwade kant
heeft, of juister, dat goed en kwaad hier
onontwarbaar dooreengestrengeld lig
gen. Toch is het spreken over een goede
en kwade kant eigenlijk een ongeoor
loofde vereenvoudiging, want kanten
zijn duidelijk te onderscheiden: lichtzijde
of nachtzijde, kruis of munt, maar zo
eenvoudig gaat het in het leven niet toe.
En de vraag is gewettigd of het weten
schappelijk wel helmaal verantwoord is,
terstond met een zwart-wit-terminologie
aan te komen.
Naamgeving heeft oorspronkelijk iets
van een bezwering. Het is of deze emi
nente geleerden of kerkleiders met die
onderscheiden naamgevingen de boze
kant van het verschijnsel onder hun ban
willen brengen, van zich af willen houden.
Maar in feite is er met die dubbele naam
geving niets bereikt, want waar ligt, con
creet gesproken, precies de grens tussen
beter om op het voetspoor van Küng het
de goede en de kwade kant? Is het niet
verschijnsel secularisatie als verschijnsel
naar al zijn aspecten in het oog te vatten?
Laat Ik op mijn eigen gebied, dat van
Vkunst en cultuur, enkele voorbeelden ge
ven die bepaalde kanten van het ver
schijnsel secularisatie kunnen verhelde
ren.
De romantische landschapschilder
Caspar David Friedrich voltooide in 1818
het bekende schilderij „Zwei Jünglinge
in Betrachtung des Mondes". Centraal
staat een grote zilveren volle maan m
een diffuus zilveren licht. Op de voor
grond twee jonge mannen, met getail
leerde jassen en Duitse petten op. ver
moedelijk studenten, verzonken In de
aanblik van het mysterieuze maanver-
schijnsel.
De- maan was in de negentiende
eeuwse romantiek een onmisbaar attri
buut In het christelijke westen werd ze
natuurlijk niet meer aanbeden, zoals de
maangodin Sin bij de Babyloniërs, Se-
mele bij de Grieken en Luna bij de Ro
meinen- Vandaag staat er apparatuur op
de maan; in het maanstof staan sporen
van rupsbanden en menselijke voetstap
pen. In de geïllustreerde tijdschriften
vindt men kleurenfoto's van maanstenen.
Het is ondenkbaar dat de maan nog ge-
zien wordt als dat mysterieuze object
dat de romantiek erin zag.
We onderscheiden hier dus drie sta
dia: het religieus-mythologische, van de
maan als godin; het poëtische, van de
maan als mysterie en het technologische,
van de maan als object van weten
schappelijk onderzoek en straks mis
schien als strategisch punt. Bij het uit
zetten van de kennishorizon van de mens
krimpt eerst de sfeer van het goddelijke
in. vervolgens de sfeer van het poëti
sche. Vandaar dat de dichters het van
daag zo moeilijk hebben, zich beklagen
over de menselijke situatie of hun kunst
gebruiken als strijdmiddel voor een of
andere goed geachte zaak.
Een tweede voorbeeld. De godsdienst
historie kent talloze voorbeelden van
religieuze hymnen ter ere van een of
andere godheid. De Joden hadden hun
psalmen. De christelijke kerken hebben
hun psalmen, in strofische vorm aange
past aan de westerse poëtiek, en hun
gezangen. Op wereldlijk gebied waren
er de natuur- en liefdesliederen. Toen
muziek en poëzie tot zelfstandige kun
sten uitgroeiden, bleef het toch vanzeif-
spreken dat de dichter zong.
In de classicistische poëzie ruisten lie
ren en grepen dichters naar de snaren.
Toen die mythologische rommel opge
ruimd was, bleef zangerigheid in de
poëzie toch een eerste eis. Na de eerste
wereldoorlog zakte dit zingen af tot een
bezield spreken, zoals bij Henriëtte Ro
land Holst en bij-Marsman. Het muzikale
element in de dichtkunst verdween, maar
aan de ritmiek werd nog grote waarde
gehecht. Bij een jongere generatie, ik
denk b.v. aan E. du Perron met zijn
dichtbundel Parlando, werd het spreken
tot praten, onder invloed van de nieuwe
zakelijkheid van de jaren dertig. Na de
tweede wereldoorlog is dit praten nog
verder .geseculariseerd' tot mompelen
en stamelen. De kennishorizon, dat wil
dus zeggen het afweten van, is zo ver
ruimd, dat de behoefte aan dromen,
zingen, dichten, al bij de aanvang wordt
verstikt.
Een derde voorbeeld ontleen ik aan
de muziek. In een samenleving die nog
aan God en wetten geloofde, waar nor
men als vanzelfsprekend werden aan
vaard, ontstonden toonstelsels zoals de
kerktoonsoorten en later de tonale mu
ziek van majeur en mineur. In de loop
van de negentiende eeuw is die tonali
teit opengebroken. Na de eerste wereld
oorlog kwamen de bitonaliteit,. de poly-
tonaliteit en de atonaliteit op. Ook de
overgeleverde muziekvormen, zoals de fu
ga, de sonatevorm en andere formele
verworvenheden braken af. De nieuwste
muziek is in de traditionele zin van het
woord geen muziek meer, maar geluids
kunst. Ik wil er niet over strijden of dit
proces met de term secularisatie kan
worden aangeduid, maar zeker is, dat het
er parallel mee loopt.
De wijsgeer Kant heeft een prachtige
onderscheiding gemaakt tussen het
schone en het verhevene. Deze onder
scheiding loopt ongeveer evenwijdig
met de begrippen klassiek en romantisch,
en met de termen objectief en subjec
tief. Schoonheid rust in zichzelf, verhe
venheid wordt ondergaan. Wat wij van
daag zien is de afbraak van het ver
hevene. De actieradius van de mens
reikt zo ver, dat hïj niet meer aan on
bereikbaarheid gelooft. En met het ge
voel voor het hogere, het verhevene,
verdwijnt het geloof aan hiërarchie en
gezag.
Secularisatie is dus een enorm ge
compliceerd en diep ingrijpend ver
schijnsel, waarbij goed en kwaad, oor
deel en zegen, remming en stimulans
onontwarbaar dooreengestrengeld lig
gen. Zij trekt er zich niets van aan, of wij
ons ervoor of ertegen verklaren. Als het
niet mogelijk is dit verschijnsel in al zijn
complicaties te overzien en te door
schouwen, dan is het ook niet mogelijk
ten aanzien van secularisatie als zodanig
ethisch positie te kiezen. Er is hier de
blik van God of van een aartsengel nodig
om uit te maken wat ten diepste goed
en ten diepste kwaad is. Onze bjik is in
de diepte en in de breedte eenvoudig te
beperkt en onze ervaring te gering om
dat onmiddellijk uitmaken.
Ons ethisch oordeel moet in vele
gevallen worden opgeschort. Het eerst
nodige is, in dit stadium van het inter
nationale gesprek over secularisatie, het
bijeenbrengen van de vakgeleerdheid
der onderscheidene faculteiten, van de
inzichten van kunstenaars en kunstcritici,
van de ervaring van pastorale en sociale
werkers en werksters, om zo te komen
tot een zo mogelijk encyclopedisch in
zicht in cüt adembenemende verschijn
sel, in al zijn facetten. Gebeurt dit niet,
dan blijft het bij voortijdige visies en
oordeelvellingen.
Eruptiewolk op Surtsey. Dicht bij de
Vestmannaeyjaar, een eilandengroep ten
zuiden van IJsland, vond op 14 november
1963 een onderzeese eruptie plaats.
Metingen hadden daar vroeger een zee
diepte van 130 meter uitgewezen, maar
na anderhalf Jaar van intensieve vulka
nische activiteit had het nieuwe eiland
een oppervlakte van 2.45 km2 bereikt.
(Illustratie uit „Vulkanen", W. Gaade,
Den Haag)
de gehele wereld werden ieder
voor eigen vakgebied aange
trokken.
G. J. BRINKMAN
Christoph Krüger „Vulkanen",
W. Gaade N.V., Den Haag
59,50).
Hij proeft in het Muileverlabo-
ratorium de zelfgemaakt margarine
i Wezel, voorhoedevechtster in de strijd om onze
s voeding kun je alles doen".
„Zaken, waardoor je in spanning leeft, kun
je niet altijd naar je hand zetten. Op trimmen
wordt gewezen, maar ons leven van nu eist
veel minder spierarbeid dan vroeger. Over
matig roken kun je nalaten. Aan je voeding kan
je alles doen!" zegt de diëtiste mejuffrouw L.
A. van Wezel (41), We hebben het over de zeer
hoge sterfte aan hart- en vaatziekten, waaraan
in dit land vooral mannen, nu ook al jonge
mannen, ten offer vallen.
„Het is verheugend", zegt ze weloverwogen,
„dat vooral jongeren zoveel interesse hebben in
voedingsvoorlichting. Want onze gezondheid
hangt in grote mate af van wat we eten en
van wat we wéten." Wat dat laatste betreft: ons
land telt ongeveer duizend diëtistes wier taak het
is, ons te wijzen op de verkeerde gewoonte te veel
te eten, verkeerd te eten, en om dieetvoorschrif-
ten samen te stellen voor patiënten op aanwijzing
van of verwijzing door een arts.
In vrijwel alle gevallen heeft de diëtiste een
voorlichtende taak en een adviserende functie
op voedingsgebied. Om haar beroep een juiste
plaats te geven in de totale gezondheidszorg
wordt op het ogenblik de inpassing ervan in de
Wet op de Para-medische Beroepen voorbereid.
Dat is een kroon op het streven van de dertig--
jarige Nederlandse Vereniging van Diëtisten, die
in Amsterdam onder meer door de bekende
Martine Wittop Koning werd opgericht. Toen
waren er dertig leden, nu zijn er 685 georga
niseerd.
Waar komen we de diëtiste tegen? In het
bureau van een Geneeskundige en Gezondheids
dienst, of in dienst van een kruisvereniging. Dan
houdt ze bijvoorbeeld dieetspreekuren en geeft
lessen in voedings- en dieetleer aan bijvoorbeeld
aanstaande moeders. Een kleine groep diëtistes
houdt er een particuliere praktijk op na. Op zo'n
dieetspreekuur berekent ze een persoonlijk dieet
en geeft voorlichting over 'de samenstelling
daarvan.
Zo'n huis-praktijk is ideaal voor de gehuwde
vrouw, die het eventueel als een part-time-job
kan waarnemen. Een part-time-baan zit er ook
in- bij een bejaardeninrichting. Natuurlijk vinden
we een diëtiste in ziekenhuizen, verpleegtehuizen
en psychiatrische inrichtingen. Ze houdt er
spreekuren voor klinische en poliklinische pa
tiënten, geeft voorlichting op het gebied van
voeding en diëtetiek, geeft les aan verpleegsters
en houdt toezicht op organisatie en praktische
uitvoering van de voedselverstrekking. Ook ver
richt ze voedingsonderzoeken.
Bedrijven die zich met voeding en voedsel
bereiding bezig houden, zoals Nutricia, Philips,
Friesche Vlag, hebben vanzelfsprekend diëtistes
in dienst. Ook wetenschappelijke instituten ma
ken gebruik van de diëtiste.
Mejuffrouw Van Wezel is sinds kort werkzaam
bij het Unilever Research Laboratorium in
Vlaardingen. Ze heeft alle facetten van haar
beroep leren kennen: in ziekenhuiskeukens was
ze de „pottenkijker", bij het Voorlichtingsbureau
voor de Voeding ging ze „de boer op" met school-
tentoonstellingen voor middelbare scholieren.
Wat bleek? Dat vooral jongens hevig geïnteres
seerd zijn in het wel en wee van de gezondheid,
die beïnvloedbaar is via de voeding, denk maar
aan suikerpatiënten, hartpatiënten, nierpatiënten.
Haar baan bracht haar zelfs in Teheran. Staats
mijnen slaagde er in een aminozuur, lysine, syn
thetisch te fabriceren. Het werd met succes toe
gepast in dierlijke voeding; was het ook voor
mensen bruikbaar? Dat kon belangwekkend zijn
voor voeding in de ontwikkelingslanden. De FAO
vond het wenselijk na te gaan, in hoeverre lysine
een gunstig effect heeft onder de dagelijkse
praktijkomstandigheden. Staatsmijnen zond me
juffrouw Van Wezel naar Perzië waar ze een
schoollunch-programma opstelde. Eenmaal per
dag kregen schoolkinderen een maaltijd, „Jam
mer genoeg werd dat project voortijdig afge
broken", zegt ze nu spijtig.
„Ik was ook in staat aan de Universiteit van
Cleveland te studeren voor een Amerikaanse
graad. In Nederland is voor een diëtiste helaas
geen gelegenheid om verder te studeren, hoewel
Wageningen een leerstoel voor Voeding heeft,
echter gericht op het héle gebied van de voeding.
Een graad in dieetleer is in ons land (nog) niet
mogelijk. Bij Akzo werkte ik ooit aan een inte
ressant eiwitprojekt, dat eveneens voortijdig be
ëindigd werd."
Unilever geeft haar de kans met haar neus
boven op de wetenschap te zitten. Haar taak is,
die wetenschap te „vertalen" voor collega's, voor
leken en geïnteresseerden zoals bijvoorbeeld
artsen. In Vlaardingen is namelijk één der
grootste vet-onderzoekcentra ter wereld. Men
heeft door talrijke wetenschappelijke proeven
vastgesteld, dat meervoudig onverzadigde vetten
een grote rol spelen in het bestrijden van hart
en vaatziekten. Op grond van deze proeven bleek
dat het juister is, de normale hoeveelheid vet te
eten indien dat vet maar van goede kwaliteit is.
namelijk méérvoudig onverzadigd, en mits je je
calorie-opname verslijt.
Het vet mag in onze voeding 40*/'e van alle
calorieën bevatten, indien het maar van de
„goede" soort vet is. Vetrijk voedsel geeft een
langduriger gevoel van verzadiging (waarschijn
lijk veroorzaakt door een langzame verdwijning
uit de maag) dan een vetarme maaltijd. Men
krijgt bij een vetarm dieet al spoedig een honger
gevoel en gaat dat compenseren met allerlei
ongezonde snacks.
Met veel plezier geeft mejuffrouw Van Wezel
die wetenschap door in het raam van „Jeugd en
Wetenschap", een internationale beweging die tot
doel heeft de middelbare schooljeugd te confron
teren met de invloed van de wetenschap op de
maatschappij. Jongeren maken een studie over
„margarine", ze zijn in de gelegenheid zelf mar
garine te maken in het lab. Ze horen de gezond
heidsaspecten van meervoudig onverzadigde vet
zuren en krijgen een opdracht die zij in groeps
verband uitwerken.
Mejuffrouw Van Wezel: „Diëtiste? Een uiter
mate boeiend beroep. Het belangrijkste vind ik
het dienen van de preventieve gezondheidszorg.
Vooral oudere artsen zijn in ons land op het
gebied van de dieetleer niet geheel bijgeschoold,
zodat patiënten soms tegenstrijdige adviezen
krijgen. Er ligt dan ook een groot arbeidsveld
braak voor dit straks para-medische beroep. Ons
dagelijks leven wordt door techniek en weten
schap beheerst de resultaten daarvan aan de
leek door te geven is dankbaar werk."
Voor wie er zin in heeft: ons land telt vier
opleidingen in Amsterdam (de oudste), Den Haag,
Nijmegen en Heerlen. Er is een vierjarige dag
opleiding, gesplitst in drie jaren vooropleiding
tot adspirant-diëtiste en een jaar eigenlijke
opleiding: tot diëtiste. Met ingang van september
1972 valt de diëtistenopleiding onder het Hoger
Beroepsonderwijs, het wordt dan een vierjarige
ongedeelde dagopleiding. Toelating: liefst Havo
met scheikunde. Inlichtingen geeft het bestuurs-
secretariaat van de Ned. Ver. van Diëtisten, Tak
van Poortvlietstraat 3 in Oss, tel. 041202 45 43.
Het beroep diëtist is niet aan vrouwen voor
behouden: ook mannen volgen de cursus. Voor
jongens met Havo ligt er dan een baan als hoofd
voedingsdienst in een ziekenhuis in 't verschiet.