uptie nauwelijks te voorspellen GOED OF KWAAD „Aan je voeding kan je alles doen!" zeg het niet te gauw ZATERDAG 12 JUNI 1971 Zijn vulkanische uitbarstingen als van de weer actieve Etna, zo tijdig te voorspel len dat eventueel nog beveiligingsmaatregelen kunnen worden beraamd? De t.v.- beelden uit Zuid-ltalië, die een vloeiende lavastroom regelmatig binnen het oog- bereik van miljoenen brachten, gaven niet de indruk dat er rond de Etna veel bij te sturen viel. Over koers en beweging van de stroom hadden de autoriteiten wel be paalde verwachtingen. Toeschouwers bij het dreigende doch boeiende natuurgebeuren werden de ene dag tot een bepaald punt toegelaten, doch een volgende dag we gens levensgevaar geweerd. Zelfs die verwachtingen op korte termijn bleken niet altijd uit te komen. Van een heftige eruptie was in dit geval trouwens nauwelijks sprake, hoe dramatisch de gevolgen voor de omwonenden ook waren. En dan is het natuurlijk nog wel iets anders om de waarschijnlijke loop van een eenmaal begon nen lavastroom te voorspellen, dan lang tevoren te weten waar, wanneer en op welke wijze een vulkaan zal uitbarsten. mijn weten is er nog ïand geslaagd het tijd- de omvang van een te voorspellen", zegt Haroun Tazieff in het Gaade, Den Haag, ver- boek „Vulkanen" ^jise geoloog en vulkano- ggljst er op dat het aantal ^Kerende en goed toege- ^■toservatoria over de ge- ^^ereld belachelijk klein zijn er nog geen twintig, van meer dan duizend een uitbarsting kan verwacht. vaar heeft men meer lij de Merapi, de Asa- en de Asosan) de be- kunnen waarschuwen Kseismografen een min. alarmerende activiteit rden, maar op een e waarschuwing is dik- n slechts onbeduidende ikte-activiteit gevolgd. hoogtepunt van een ing is volgens prof. Ta- og nooit voorspeld, sombere woorden ten dit boek een in- tkend beeld van de ïgen, die de bestudering vulkanisme vooral de twintig jaar reeds heeft (t. Tot omstreeks 1920 de vulkanologen ge- nemen met de bestu- gjvan de uiterlijke ver- J pen van de erupties. iarbij werd reeds een eruptie eenmaal aan de gang was. De vulkanologen bevonden zich dus ongeveer in de positie van de medische wetenschap van voor de ontdekking van de röntgenstralen. De techniek van het onderzoek is echter sindsdien enorm toegenomen. Een belangrijke conclusie is bijvoorbeeld dat het vulkanis me veroorzaakt wordt door het ontwijken van de in het magma (de smeltstroom in de diepte van de aarde) opgeloste gassen. Deze onder druk ingesloten gassen trachten te ontsnappen en veroorzaken aardbevingen en vulkanische uitbarstingen. Prof. Haroun Tazieff is van mening dat wij pas iets van het mechanisme van vulkanische erupties zullen begrijpen wan neer meer bekend wordt over de samenhang tussen de ver schillende begeleidende mecha nische, fysische en chemische M IS har rsbii r 5. Vi yten Se*" De ervaring opgedaan, bruikbaar was om het van de gebeurtenissen g'Jrspellen, wanneer een hoge Foedsjiyama ook sneeuw bedekt is in eriode. Slechts op één plaats lier stijgen kleine rookwolken ■atste uitbarsting was in 1707. oen nog Edo genaamd dat op i 120 km van de vulkaan een aslaag van 16 cm verschijnselen van een uitbar sting. Zonder de werking van de gassen, die het soortelijk ge wicht van het magma verlagen en tegelijkertijd het magma omhoog stuwen en zelfs uit stoten zou de lava het aardop pervlak niet kunnen bereiken. Zeker zou de lava dan niet eruptief worden en soms hoog de lucht in vliegen. Voor een uitvoerige bestu dering van de zo belangrijke gasfase zouden echter monsters zo dicht mogelijk bij de eruptie opening moeten worden ge trokken. Liefst op de plek waar het gas uit de magma ontwijkt. Vele vulkanologen schrikken daarvoor begrijpelijkerwijs te rug en ook technisch is dit niet te verwezénlijken. Intussen heeft de wetenschap goede hoop op verdergaande geofysische onderzoekingen van veranderingen in de zwaarte kracht en in magnetische vel den in de nabijheid van actie ve vulkanen. Deze bevinden zich nog grotendeels in het theoretische of experimentele stadium. Door de elektrische eigenschappen van een vul kaan te onderzoeken zouden de positie en veranderingen van de geleidende zones, die ver moedelijk gesmolten gesteen- te bevatten, bekend moeten worden. Bovendien wordt het door deze elektrische hoeda nigheid theoretisch mogelijk stromende lava op te sporen. Radargolven worden namelijk door elektrische geleidingen gereflecteerd. Daarom zouden vloeibare lavastromen zich op het radarscherm helder moeten aftekenen. Hier ligt een veel belovende taak bij het obser veren van vulkanen door vlieg tuigen en aardsatellieten. De droom van de mens, alle vulkanische energie die uit de aarde vrijkomt in zijn macht te krijgen en daardoor haar explosiviteit te vernietigen, zal wel moeilijk te verwezen lijken zijn. Robert W. Decker, Hanover (V.S.) zegt dat de to tale vulkanische activiteit op aarde (omgerekend in het jaar gemiddelde) drie procent uit maakt van de energie die per jaar aan olie en aardgas per jaar wordt verbruikt. Hetgeen bijna evenveel is als de door waterkracht opgewekte energie over de gehele aarde. Maar ook zonder voorspel ling, beheersing en produktief maken van vulkanische acti- viteit, zijn vulkanische pro- dukten van groot belang voor het leven en welzijn van de mens. Wetenschappelijk gezien zijn onze lucht en zeeën in geologische tijden door vulka nische uitdamping gevormd. De vruchtbare bodem, die de mens ertoe brengt onder bedreiging van vulkanische uit barstingen te leven, is een pro- dukt van vroegere erupties. Enkele uitvloeiingen van de Etna zijn al na een paar jaar voor de eerste teelt geschikt. Lavavelden op de Etna die in 1928 ontstonden, zijn bedekt met van elders aangevoerde aarde en worden gebruikt voor het kweken van zuidvruchten. Intussen heeft het vulkanis me zoveel aspecten dat het boek, waaraan we de hier ver werkte gegevens ontleenden, heel wat meer bevat dan droge feiten en formules. Van de oudste tijden af heeft de mens zich met het indrukwekkende verschijnsel der „vuurspuwen de bergen" bezig gehouden. Steeds heeft hij geprobeerd de ze fenomenen door zijn geloof aan geesten of door mythologie metafysisch te verklaren. Uit stromende lava, ontsnappende Stoom en gassen geven de toe schouwer het gevoel dat hij iets persoonlijks en levends mee maakt In zes hoofdstukken wordt in dit voortreffelijk geïllustreerde boek het vulkanisme in al zijn verschijningsvormen belicht. Het handelt over mens en vul kaan, magmatologie, geologie en vulkanisme, observatie van vulkanische activiteit, planten en vulkanisme en over dieren en vulkanisme. Zes experts uit i, did vero van kj. nlangs hebben vrijgemaakte l0 enten uit Rotterdam in Harme- e een forum belegd over seculari- (verwereldlijking) en geloofs- ving. Het forum stond onder ng van drs. N. Scheps en be rt verder uit Godfried Bomans, Hegger en mijzelf. Het is bedoeling over deze sa- spreking een verlaat verslag uit rengen. Het forum als zodanig Li li een nieuws meer. Secularisatie Ma hema is trouwens al lang niet embr gloednieuw. Het verschijnsel evenwel blijft actueel. was mij verzocht de discussie in kort in te leiden. Daartoe kon ik er van buiten de boeiende Interviews !dr. Puchlnger (toen nog drs.) over ten en secularisatie (Delft 1968) te zen. De Duitse dramatische dichter rich Hebbel (1813-1863) heeft eens „Wiederholen alter Lektüre ist sicherste Probierstein gewonnener Bildung", het hernemen van ■j^jere lectuur is de betrouwbaarste Mteen om na te gaan of je in ont- iling bent voortgeschreden. Drie zijn natuurlijk te kort om wat jezelf zo'n onderzoek in te stellen, maar loest ik constateren dat een bepaald mij nu trof. terwijl ik bij eerste daarvoor in het geheel geen oog ihad. is het aspect van de ethische :atie: het goed of kwaad noemen it verschijnsel secularisatie of be- .vormen daarvan. Of juister: niet dit aspect zelf, als wel de haast ondervraagden toonden om van en kwaad te spreken voordat alles in dit verschijnsel vastzit aan het licht was gebracht. Listige onderschei dingen werden daarbij gemaakt, bijvoor beeld tussen secularisatie en emanci patie. Echter, prof. Hans Küng deed hier niet aan mee. Hij omschreef de tegen woordige secularisatie als een historisch proces van de nieuwe tijd, dat reeds in de middeleeuwen is begonnen, waarin de mensen de eigengeaardheid en zelf standigheid van de wereld en haar wet matigheden en ordeningen, zowel theo retisch als praktisch, opnieuw bewust worden en realiseren. De omschrijving van Küng, die niet de indruk maakt van geïmproviseerd te zijn, sprak mij het meest aan, juist door het dr. door C Rijnsdorp |S re ontbreken van een voorbarige ethische kwalificatie. Is het begrip secularisatie al vaag en moeilijk, het blijkt ook in de knoop te zitten met verscheidene andere moderne verschijnselen. Het heeft te maken met geschiedenis, theologie, filo sofie, psychologie osciologie en even goed met cultuur. Zeg daarbij niet te gauw goed of kwaad! Natuurlijk is het juist om terstond tot uitdrukking te brengen dat het ver schijnsel een goede en een kwade kant heeft, of juister, dat goed en kwaad hier onontwarbaar dooreengestrengeld lig gen. Toch is het spreken over een goede en kwade kant eigenlijk een ongeoor loofde vereenvoudiging, want kanten zijn duidelijk te onderscheiden: lichtzijde of nachtzijde, kruis of munt, maar zo eenvoudig gaat het in het leven niet toe. En de vraag is gewettigd of het weten schappelijk wel helmaal verantwoord is, terstond met een zwart-wit-terminologie aan te komen. Naamgeving heeft oorspronkelijk iets van een bezwering. Het is of deze emi nente geleerden of kerkleiders met die onderscheiden naamgevingen de boze kant van het verschijnsel onder hun ban willen brengen, van zich af willen houden. Maar in feite is er met die dubbele naam geving niets bereikt, want waar ligt, con creet gesproken, precies de grens tussen beter om op het voetspoor van Küng het de goede en de kwade kant? Is het niet verschijnsel secularisatie als verschijnsel naar al zijn aspecten in het oog te vatten? Laat Ik op mijn eigen gebied, dat van Vkunst en cultuur, enkele voorbeelden ge ven die bepaalde kanten van het ver schijnsel secularisatie kunnen verhelde ren. De romantische landschapschilder Caspar David Friedrich voltooide in 1818 het bekende schilderij „Zwei Jünglinge in Betrachtung des Mondes". Centraal staat een grote zilveren volle maan m een diffuus zilveren licht. Op de voor grond twee jonge mannen, met getail leerde jassen en Duitse petten op. ver moedelijk studenten, verzonken In de aanblik van het mysterieuze maanver- schijnsel. De- maan was in de negentiende eeuwse romantiek een onmisbaar attri buut In het christelijke westen werd ze natuurlijk niet meer aanbeden, zoals de maangodin Sin bij de Babyloniërs, Se- mele bij de Grieken en Luna bij de Ro meinen- Vandaag staat er apparatuur op de maan; in het maanstof staan sporen van rupsbanden en menselijke voetstap pen. In de geïllustreerde tijdschriften vindt men kleurenfoto's van maanstenen. Het is ondenkbaar dat de maan nog ge- zien wordt als dat mysterieuze object dat de romantiek erin zag. We onderscheiden hier dus drie sta dia: het religieus-mythologische, van de maan als godin; het poëtische, van de maan als mysterie en het technologische, van de maan als object van weten schappelijk onderzoek en straks mis schien als strategisch punt. Bij het uit zetten van de kennishorizon van de mens krimpt eerst de sfeer van het goddelijke in. vervolgens de sfeer van het poëti sche. Vandaar dat de dichters het van daag zo moeilijk hebben, zich beklagen over de menselijke situatie of hun kunst gebruiken als strijdmiddel voor een of andere goed geachte zaak. Een tweede voorbeeld. De godsdienst historie kent talloze voorbeelden van religieuze hymnen ter ere van een of andere godheid. De Joden hadden hun psalmen. De christelijke kerken hebben hun psalmen, in strofische vorm aange past aan de westerse poëtiek, en hun gezangen. Op wereldlijk gebied waren er de natuur- en liefdesliederen. Toen muziek en poëzie tot zelfstandige kun sten uitgroeiden, bleef het toch vanzeif- spreken dat de dichter zong. In de classicistische poëzie ruisten lie ren en grepen dichters naar de snaren. Toen die mythologische rommel opge ruimd was, bleef zangerigheid in de poëzie toch een eerste eis. Na de eerste wereldoorlog zakte dit zingen af tot een bezield spreken, zoals bij Henriëtte Ro land Holst en bij-Marsman. Het muzikale element in de dichtkunst verdween, maar aan de ritmiek werd nog grote waarde gehecht. Bij een jongere generatie, ik denk b.v. aan E. du Perron met zijn dichtbundel Parlando, werd het spreken tot praten, onder invloed van de nieuwe zakelijkheid van de jaren dertig. Na de tweede wereldoorlog is dit praten nog verder .geseculariseerd' tot mompelen en stamelen. De kennishorizon, dat wil dus zeggen het afweten van, is zo ver ruimd, dat de behoefte aan dromen, zingen, dichten, al bij de aanvang wordt verstikt. Een derde voorbeeld ontleen ik aan de muziek. In een samenleving die nog aan God en wetten geloofde, waar nor men als vanzelfsprekend werden aan vaard, ontstonden toonstelsels zoals de kerktoonsoorten en later de tonale mu ziek van majeur en mineur. In de loop van de negentiende eeuw is die tonali teit opengebroken. Na de eerste wereld oorlog kwamen de bitonaliteit,. de poly- tonaliteit en de atonaliteit op. Ook de overgeleverde muziekvormen, zoals de fu ga, de sonatevorm en andere formele verworvenheden braken af. De nieuwste muziek is in de traditionele zin van het woord geen muziek meer, maar geluids kunst. Ik wil er niet over strijden of dit proces met de term secularisatie kan worden aangeduid, maar zeker is, dat het er parallel mee loopt. De wijsgeer Kant heeft een prachtige onderscheiding gemaakt tussen het schone en het verhevene. Deze onder scheiding loopt ongeveer evenwijdig met de begrippen klassiek en romantisch, en met de termen objectief en subjec tief. Schoonheid rust in zichzelf, verhe venheid wordt ondergaan. Wat wij van daag zien is de afbraak van het ver hevene. De actieradius van de mens reikt zo ver, dat hïj niet meer aan on bereikbaarheid gelooft. En met het ge voel voor het hogere, het verhevene, verdwijnt het geloof aan hiërarchie en gezag. Secularisatie is dus een enorm ge compliceerd en diep ingrijpend ver schijnsel, waarbij goed en kwaad, oor deel en zegen, remming en stimulans onontwarbaar dooreengestrengeld lig gen. Zij trekt er zich niets van aan, of wij ons ervoor of ertegen verklaren. Als het niet mogelijk is dit verschijnsel in al zijn complicaties te overzien en te door schouwen, dan is het ook niet mogelijk ten aanzien van secularisatie als zodanig ethisch positie te kiezen. Er is hier de blik van God of van een aartsengel nodig om uit te maken wat ten diepste goed en ten diepste kwaad is. Onze bjik is in de diepte en in de breedte eenvoudig te beperkt en onze ervaring te gering om dat onmiddellijk uitmaken. Ons ethisch oordeel moet in vele gevallen worden opgeschort. Het eerst nodige is, in dit stadium van het inter nationale gesprek over secularisatie, het bijeenbrengen van de vakgeleerdheid der onderscheidene faculteiten, van de inzichten van kunstenaars en kunstcritici, van de ervaring van pastorale en sociale werkers en werksters, om zo te komen tot een zo mogelijk encyclopedisch in zicht in cüt adembenemende verschijn sel, in al zijn facetten. Gebeurt dit niet, dan blijft het bij voortijdige visies en oordeelvellingen. Eruptiewolk op Surtsey. Dicht bij de Vestmannaeyjaar, een eilandengroep ten zuiden van IJsland, vond op 14 november 1963 een onderzeese eruptie plaats. Metingen hadden daar vroeger een zee diepte van 130 meter uitgewezen, maar na anderhalf Jaar van intensieve vulka nische activiteit had het nieuwe eiland een oppervlakte van 2.45 km2 bereikt. (Illustratie uit „Vulkanen", W. Gaade, Den Haag) de gehele wereld werden ieder voor eigen vakgebied aange trokken. G. J. BRINKMAN Christoph Krüger „Vulkanen", W. Gaade N.V., Den Haag 59,50). Hij proeft in het Muileverlabo- ratorium de zelfgemaakt margarine i Wezel, voorhoedevechtster in de strijd om onze s voeding kun je alles doen". „Zaken, waardoor je in spanning leeft, kun je niet altijd naar je hand zetten. Op trimmen wordt gewezen, maar ons leven van nu eist veel minder spierarbeid dan vroeger. Over matig roken kun je nalaten. Aan je voeding kan je alles doen!" zegt de diëtiste mejuffrouw L. A. van Wezel (41), We hebben het over de zeer hoge sterfte aan hart- en vaatziekten, waaraan in dit land vooral mannen, nu ook al jonge mannen, ten offer vallen. „Het is verheugend", zegt ze weloverwogen, „dat vooral jongeren zoveel interesse hebben in voedingsvoorlichting. Want onze gezondheid hangt in grote mate af van wat we eten en van wat we wéten." Wat dat laatste betreft: ons land telt ongeveer duizend diëtistes wier taak het is, ons te wijzen op de verkeerde gewoonte te veel te eten, verkeerd te eten, en om dieetvoorschrif- ten samen te stellen voor patiënten op aanwijzing van of verwijzing door een arts. In vrijwel alle gevallen heeft de diëtiste een voorlichtende taak en een adviserende functie op voedingsgebied. Om haar beroep een juiste plaats te geven in de totale gezondheidszorg wordt op het ogenblik de inpassing ervan in de Wet op de Para-medische Beroepen voorbereid. Dat is een kroon op het streven van de dertig-- jarige Nederlandse Vereniging van Diëtisten, die in Amsterdam onder meer door de bekende Martine Wittop Koning werd opgericht. Toen waren er dertig leden, nu zijn er 685 georga niseerd. Waar komen we de diëtiste tegen? In het bureau van een Geneeskundige en Gezondheids dienst, of in dienst van een kruisvereniging. Dan houdt ze bijvoorbeeld dieetspreekuren en geeft lessen in voedings- en dieetleer aan bijvoorbeeld aanstaande moeders. Een kleine groep diëtistes houdt er een particuliere praktijk op na. Op zo'n dieetspreekuur berekent ze een persoonlijk dieet en geeft voorlichting over 'de samenstelling daarvan. Zo'n huis-praktijk is ideaal voor de gehuwde vrouw, die het eventueel als een part-time-job kan waarnemen. Een part-time-baan zit er ook in- bij een bejaardeninrichting. Natuurlijk vinden we een diëtiste in ziekenhuizen, verpleegtehuizen en psychiatrische inrichtingen. Ze houdt er spreekuren voor klinische en poliklinische pa tiënten, geeft voorlichting op het gebied van voeding en diëtetiek, geeft les aan verpleegsters en houdt toezicht op organisatie en praktische uitvoering van de voedselverstrekking. Ook ver richt ze voedingsonderzoeken. Bedrijven die zich met voeding en voedsel bereiding bezig houden, zoals Nutricia, Philips, Friesche Vlag, hebben vanzelfsprekend diëtistes in dienst. Ook wetenschappelijke instituten ma ken gebruik van de diëtiste. Mejuffrouw Van Wezel is sinds kort werkzaam bij het Unilever Research Laboratorium in Vlaardingen. Ze heeft alle facetten van haar beroep leren kennen: in ziekenhuiskeukens was ze de „pottenkijker", bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding ging ze „de boer op" met school- tentoonstellingen voor middelbare scholieren. Wat bleek? Dat vooral jongens hevig geïnteres seerd zijn in het wel en wee van de gezondheid, die beïnvloedbaar is via de voeding, denk maar aan suikerpatiënten, hartpatiënten, nierpatiënten. Haar baan bracht haar zelfs in Teheran. Staats mijnen slaagde er in een aminozuur, lysine, syn thetisch te fabriceren. Het werd met succes toe gepast in dierlijke voeding; was het ook voor mensen bruikbaar? Dat kon belangwekkend zijn voor voeding in de ontwikkelingslanden. De FAO vond het wenselijk na te gaan, in hoeverre lysine een gunstig effect heeft onder de dagelijkse praktijkomstandigheden. Staatsmijnen zond me juffrouw Van Wezel naar Perzië waar ze een schoollunch-programma opstelde. Eenmaal per dag kregen schoolkinderen een maaltijd, „Jam mer genoeg werd dat project voortijdig afge broken", zegt ze nu spijtig. „Ik was ook in staat aan de Universiteit van Cleveland te studeren voor een Amerikaanse graad. In Nederland is voor een diëtiste helaas geen gelegenheid om verder te studeren, hoewel Wageningen een leerstoel voor Voeding heeft, echter gericht op het héle gebied van de voeding. Een graad in dieetleer is in ons land (nog) niet mogelijk. Bij Akzo werkte ik ooit aan een inte ressant eiwitprojekt, dat eveneens voortijdig be ëindigd werd." Unilever geeft haar de kans met haar neus boven op de wetenschap te zitten. Haar taak is, die wetenschap te „vertalen" voor collega's, voor leken en geïnteresseerden zoals bijvoorbeeld artsen. In Vlaardingen is namelijk één der grootste vet-onderzoekcentra ter wereld. Men heeft door talrijke wetenschappelijke proeven vastgesteld, dat meervoudig onverzadigde vetten een grote rol spelen in het bestrijden van hart en vaatziekten. Op grond van deze proeven bleek dat het juister is, de normale hoeveelheid vet te eten indien dat vet maar van goede kwaliteit is. namelijk méérvoudig onverzadigd, en mits je je calorie-opname verslijt. Het vet mag in onze voeding 40*/'e van alle calorieën bevatten, indien het maar van de „goede" soort vet is. Vetrijk voedsel geeft een langduriger gevoel van verzadiging (waarschijn lijk veroorzaakt door een langzame verdwijning uit de maag) dan een vetarme maaltijd. Men krijgt bij een vetarm dieet al spoedig een honger gevoel en gaat dat compenseren met allerlei ongezonde snacks. Met veel plezier geeft mejuffrouw Van Wezel die wetenschap door in het raam van „Jeugd en Wetenschap", een internationale beweging die tot doel heeft de middelbare schooljeugd te confron teren met de invloed van de wetenschap op de maatschappij. Jongeren maken een studie over „margarine", ze zijn in de gelegenheid zelf mar garine te maken in het lab. Ze horen de gezond heidsaspecten van meervoudig onverzadigde vet zuren en krijgen een opdracht die zij in groeps verband uitwerken. Mejuffrouw Van Wezel: „Diëtiste? Een uiter mate boeiend beroep. Het belangrijkste vind ik het dienen van de preventieve gezondheidszorg. Vooral oudere artsen zijn in ons land op het gebied van de dieetleer niet geheel bijgeschoold, zodat patiënten soms tegenstrijdige adviezen krijgen. Er ligt dan ook een groot arbeidsveld braak voor dit straks para-medische beroep. Ons dagelijks leven wordt door techniek en weten schap beheerst de resultaten daarvan aan de leek door te geven is dankbaar werk." Voor wie er zin in heeft: ons land telt vier opleidingen in Amsterdam (de oudste), Den Haag, Nijmegen en Heerlen. Er is een vierjarige dag opleiding, gesplitst in drie jaren vooropleiding tot adspirant-diëtiste en een jaar eigenlijke opleiding: tot diëtiste. Met ingang van september 1972 valt de diëtistenopleiding onder het Hoger Beroepsonderwijs, het wordt dan een vierjarige ongedeelde dagopleiding. Toelating: liefst Havo met scheikunde. Inlichtingen geeft het bestuurs- secretariaat van de Ned. Ver. van Diëtisten, Tak van Poortvlietstraat 3 in Oss, tel. 041202 45 43. Het beroep diëtist is niet aan vrouwen voor behouden: ook mannen volgen de cursus. Voor jongens met Havo ligt er dan een baan als hoofd voedingsdienst in een ziekenhuis in 't verschiet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 17