Prof. Van Niftrik verwacht
nieuwe roep om ambtsgezag
Krant van
FORMAAT
Niebuhr was overtuigd als
opvoeder te hebben gefaald
„Synodaal rapport vertekent historie"
Christelijk geloof vai
ideologie vrijhouden
Provincies steunen
Bartimeus niet
Uw probleem
is het
onze....
Confessionelen
tijd vooruit
BEROEPÏNGSWERK
Een woord voor vandaag
Puzzelhoe]
Brieven die niet zijn voorzien
van naam en adres kunnen niet ln
behandeling worden genomen. Ge
heimhouding Is verzekerd. Vragen
die niet onderling met elkaar ln
verband staan moeten ln afzonder
lijke brieven worden gesteld. Per
brief dltnt ren gulden aan postze
gels te worden Ingesloten.
Vraag: In uw rubriek las ik dat de
tempel te Jeruzalem door de Grie
ken werd leeggeroofd en ontwijd
Onlangs heb ik op school een
spreekbeurt gehouden over Israël,
waarvoor ik verschillende boeken
raadpleegde, o.a. „Het uitverkoren
volk" voor ojngeren verteld door C.
Hendriks-Metsch, waar op bladzijde
41, onder het hoofdstuk „Inwijdings
feest" (Chanoeka), staat: „Een paar
honderd jaar later echter doet een
koning uit Syrië weer een inval in
Palestina Deze verovert de tempel
en gaat die wijden aan een heidense
god".
Wat is nu juist: De Grieken of
Syrië?
Antwoord: We vinden het erg leuk
dat onze rubriek op die manier kri-
tisch-belangstellend gelezen en ver
werkt wordt. Wat de vraag betreft:
Allebei is waar. Het wereldrijk van
Alexander de Grote, een Macedo
niër, die zichzelf Griek noeinde
zoals tegenwoordig zich een Neder
lander Europeaan noemt viel na
zijn dood uiteen. Hij werd opgevolgd
door een groep kleine en grote veld
heren die Daidochen (Grieks voor
opvolger) werden genoemd en die
zichzelf als Grieken beschouwden.
Een van deze veldheren heerste over
Syrië en is met evenveel recht als
Syriër of als Griek te beschouwen,
want hij zwaaide de scepter over
een vergriekst Syrisch rijk. Zijn
naam was Antiochus Epiphanes, een
lid van het vorstenhuis der Seleucl-
den. Hij richtte in de tempel een
altaar op voor Zeus Olympus, met
een beeld.
tiek op de wijze, waarop het rapport
zich afmaakt van het Nieuwe Testa
ment en zo de handen vrijmaakt, om
naar de sociologie te luisteren en met
nieuwe vormen van ambten te expe
rimenteren.
Laa«
Van een onzer verslaggevers)
WOUDSCHOTEN Wie in deze tijd net gezag op de voorgrond stelt, gedraagt zich sociologisch
lachwekkend. Je verliest er de verkiezingen mee, dat heeft de CHU gemerkt. Maar het zou volgens
prof. dr. G. C. van Niftrik wel eens heilzaam kunnen zijn, wanneer de kerk zich dan maar lach
wekkend ging gedragen door het ambt niet te democratiseren en het gezag weer te accentueren.
De Amsterdamse hoogleraar zei dat op een persconferentie van de confessionele vereniging niet
uit zucht om recalcitrant te zijn. Zijns inziens gaat het in de discussie om de ambten in de kerk om
de diepste geloofsvragen: die van de structuur van de rechtvaardiging en van de objectiviteit van
het heil.
Prof. Van Niftrik refereerde
voor de confessionelen over het
hervormde synodale studie
rapport over het ambt. Het lijkt
of alleen nog maar wat vrij
achterlijke confessionelen over
het ambt nadenken, zei hij.
Sperna Weiland voorspelt, dat
de kerk van de toekomst het vrij
zeker zonder ambten zal kunnen
stellen.
Prof. Van Niftrik voorzag daarente
gen, dat de kerkelijke amarchie als
gevolg van de huidige laagkerkelijk-
held wel eens zou kunnen leiden tot
een nieuwe roep om ambt en ambts
gezag in de nabije toekomst. De dic
tatuur vond hij nog altijd te verkie
zen boven de anarchie. De confessio
nelen zijn hun tijd wellicht vooruit!
De huidige laagkerkelijkheid is vol
gens prof. Van Niftrik meer dan een
modieuze stemming. Er zit een dog
matiek achter. Hij gaf als voorbeeld
Harvey Cox, die de cultuursituatie
bepalend acht, ook voor het spreken
over God. De kerk kan volgens Cox
niet langer op de oude wijze over
God als Koning spreken. God wordt
een Jij, als teamgenoot en partner in
het horizontale vlak ontmoet.' Dan
verandert uiteraard ook het kerkelijk
ambt geheel van karakter: dienen,
begeleiden en vooral de mondigheid
van het kerklid niet aantasten.
Natuurlijk wilde prof. Van Niftrik
het synodale ambtsrapport, dat opge
steld is door prof. dr. H. Berkhof, niet
zonder meer in de neo-moderne theo
logie plaatsen. Hij vond het rapport
„allemaal zo waar, zo stichtelijk en
toch ontbreekt er een dimensie aan:
het calvinistisch staal ontbreekt. Het
is allemaal te zeer aangepast. Te wei
nig wordt er in gevonden het op
roeien tegen de stroom in."
Prof. Van Niftrik had vooral kri-
•e P,lJe
Het rapport gaat uit van de veel
verbreide mening, dat het ambt in de
oud-christelijke kerk naar voren is
gekomen als gevolg van het terugtre
den van de charismata (de bijzondere
gaven des Geestes). Daarachter zit de
gedachte: als de Heilige Geest mach
tig werkt, hebben we geen amtft of
kerkorde nodig, dan kan alles in be
trekkelijke ongebondenheid gedaan
worden. Het ambt is dan eigenlijk
een soort noodmaatregel, een institu
tionalisering, een profanisering, om
niet te zeggen een verkalking van het
werk van de Geest. Het laaiende
geestesvuur wordt een egaal bran
dend pitje.
Het rapport stelt (pag. 24): „Het
ambt kwam omhoog, naarmate het
niveau van de charismatische ge
meente daalde" en (pag. 30): „Naar
mate de mondigheid der gemeente
vermindert, wordt het ambtsgezag
absoluter". Zulke opmerkingen relati
veren het ambt. Hoe minder Heilige
Geest (mondigheid, charisma), hoe
noodzakelijker het ambt. Ergo: naar
mate de gemeente mondiger wordt, is
het ambt minder nodig.
En passant signaleerde prof. Van
Niftrik hier een gesol met het begrip
mondigheid. De charismatische mon
digheid in de eerste kerk was heel
wat anders dan de mondigheid van
de moderne mens, die leeft bij het
licht van zijn autonome rede. Bij de
mondigheid van nu hebben we het
ambt niet minder, maar juist meer
nodig dan vroeger.
Maar prof. Van Niftrik noemde de
positie van het synodaal rapport ook
historisch onhoudbaar. Hij beriep
zich op Mönnich, volgens wie de
ambtsopvatting in de oud-christelijke
kérk beslissend is bepaald in de be-
zinning op de vraag: komt het heil
van buitenaf tot je, of breng je het in
jezelf tot ontwikkeling. De accentue
ring van het ambt was het gevolg
van de geloofsbeslissing, dat het heil
objectief, van buitenaf tot de mens
Prof. dr. G. C. van Niftrik
calvinistisch staal
komt. Tegenover de monniken, de as
ceten, de martelaars, die het heil elk
op hun wijge in bezit hadden, zei het
ambt: je moet het krijgen, van bui
tenaf, het moet je verkondigd, autori-
tatief aangezegd worden
Het ambt is dus niet uit de armoe
de ontstaan (het terugtreden van de
charismata), maar uit de rijkdom van
God van Wie wij in onze armoede
mogen plukken. Het is niet zo: hoe
meer Geest, hoe minder ambt, maar
juist: Geest en daarom ambt en bij
belse mondigheid, de mondigheid om
Gods lof te verkondigen. De Geest
poneert de ambten omdat het heil
niet uit de gemeente, uit de existentie
vloeit, maar van de andere zijde tot
ons komt, ambtelijk wordt .aangezegd.
Prof. Van Niftrik had voorts grote
bezwaren tegen de wijze, waarop de
bijbelse gegevens gehanteerd zijn.
Het Oude Testament speelt in het sy-
door H. BIERSTEKER
Bij de dood van Reinhold Niebuhr door de Engelse
predikant Davies „een bijprodukt van de Fordfabrieken"
genoemd dringt zich de gedachte op hoe gebrekkig de op
eenvolgende generaties eikaars erfgoed overnemen. Want
wie zal bij de uitzichtloze discussie in de gemeenten over
horizontalisme en verticalisme ooit nog weer eens „Wezen
en bestemming van de mens" uit 1941 (voor Nederland uit
1948) van Niebuhr ter hand nemen? Of „Christelijke wer
kelijkheidszin en politiek" uit 1954?
In een interview met het door
hemzelf opgerichte blad Christianity
and Crisis in maart 1969 zei hij: Ik
geloof dat ik het in mijn realisme en
in mijn theologie wel bij het goede
eind had, maar als opvoeder heb ik
gefaald... Dat is nogal een bekentenis
voor een hoogleraar, vond zijn onder
vrager. „Dat vind lk niet", antwoord
de Niebuhr; „waarom zouden profes
soren zo trots zijn? Het zijn vertalers
en in hun vertaalwerk kunnen zij fa
len".
Zondebegrip
Zijn falen in de opvoeding heeft
volgens Niebuhr hierin gelegen, dat
hij het zondebegrip niet heeft kunnen
vertalen voor deze tijd. Hij gebruikte
het begrip van de oerzonde als een
aanduiding van het onuitroeibare
universele karakter van het eigenbe
lang.
„Ik dacht dat lk daarmee dit dogma
had afgestoft voor de moderne geest
en het toepasselijk gemaakt had,
maar dat bleek niet waar te zijn. Het
intellectuele en politieke leven ge
bruikt alle mogelijke symbolen en
mythen en die worden vervolgens
door de mensen om allerlei goede of
verkeerde redenen aanvaard of ver
worpen".
In zijn antwoorden op vragen over
de revolutie-theologie en het modern
utopisme, werd in hetzelfde interview
de kem van zijn gedachtengang weer
duidelijk zichtbaar: de verwachtingen
die daarin liggen samengebald moe
ten veel meer in de kerk aan ae orde
komen „Maar dan moet er ook veel
degelijker doorgedacht worden over
de menselijke natuur. Want de mens
is enerzijds een natuurlijk schepsel
en een produkt van de geschiedenis.
Anderzijds heeft hij een toegevoeg
de kwaliteit, namelijk om zichzelf te
overstijgen en daarmee het geheel
van het historisch proces. Dat is ge
loof ik het mysterie en de betekenis
van het christelijk geloof met betrek
king tot al deze sociale en ethische
problemen."
Invloed
Niebuhrs inzichten hebben overi
gens veel invloed gehad in het poli
tieke en sociale denken in de wereld
raad van kerken; zijn eigen leerling
en vriend Paul Abrecht leidt de afde
ling Church and Society. In de Ver
enigde Staten zelf heeft zijn denken
ook een grote rol gespeeld in de so
ciologie en de filosofie.
In 1953 schreef prof. dr. Geyl naar
aanleiding van Niebuhrs boek „De
ironie der Amerikaanse geschiede
nis": „Het boek en de ontvangst er
van zijn een teken van de gedachten-
strijd die in Ameika gestreden wordt
en die in het op zoveel manieren
boeiende en verbijsterende beeld dat
dat land oplevert, de aantrekkelijkste
en bemoedigendste trek vormen."
In dit boek schreef Niebuhr, dat
het Marxisme een „vrucht van een
variant van het liberale dogma" is,
van het geloof in de mogelijkheid de
mens te perfectioneren. „Wel is het
virulenter omdat het een klasse, on
der uitverkoren leiding met het mo
nopolie van de macht bekleedt.
In de Amerikaanse denkwijze zijn
echter tal van gemeenschappelijke
trekken aan te wijzen. De vergoding
van de materiële welvaart, de over
spanning van de aandacht voor het
technische, de neiging van psycholo
gen en sociale theoretici om te gelo
ven dat de mens of de samenleving
geheel gekend en geheel onder con
trole gebracht kunnen worden. De
uitschakeling van de eerbied voor het
mysterie of van de bescheidenheid."
Niebuhr heeft de oudste rechten als
adviseur van iedereen die zich van
daag met de maatschappelijke en po
litieke opstelling van christenen be
zighoudt. Als een denker die zo soe
pel heeft gereageerd op zijn eigen
vergissingen is hij een voorbeeld voor
allen die zich met de mensweten
schappen bezighouden.
Vooral gereformeerden hebben hier
een hoop leeswerk in te halen, want
toen hij in 1948 in ons land was ter
gelegenheid van de eerste assemblee
van de wereldraad van kerken en
overal lezingen hield, werd hij voor
namelijk beoordeeld naar de vraag of
hij voor of tegen christelijke partijen
zou zijn. En toen werd geconstateerd,
dat hij een gevaarlijke doorbreker
was.
De enige die in TROUW van maart
1947 omstandig aandacht aan Nie
buhrs werk besteedde was prof. dr.
G. C. Berkhouwer, die uitlegde dat
hij geenszins een representant van
het „social gospel" was maar veeleer
een reactie erop.
Wat dat betreft zijn er altijd veel
mistekeningen van deze transatlanti
sche theoloog geweest wie wist er
bijvoorbeeld, dat hij zich enorm druk
maakte over de liturgie en zich bij
zijn bezoeken aan Nederland ergerde
aan de achteloze manier waarop de
Nederlandse calvinisten in de prach
tige kerken die zij ter beschikking
hadden de mogelijkheden daarvan
voor een rijke eredienst verwaarloos
den!
Als een voorbeeld van Niebuhrs ge
dachtengang en zijn zeggingskracht
zij hier tenslotte nog even herinnerd
aan zijn discussie met Karl Barth,
naar aanleiding van diens rede in de
assemblee van de wereldraad in Am
sterdam. Barth had daarin verklaard
dat de overwinning van Christus op
zonde, dood, duivel en hel „ons ervan
behoort te overtuigen, dat de zorg
voor de kerk en de zorg voor de we
reld niet onze zorgen zijn".
Ontijdige redding
Daarop schreef Niebuhr in een kri
tisch opstel onder meer: „Indien bet
evangelie alleen dient om te verzeke
ren. dat God uiteindelijk alle mense
lijke rebellie overwint, redt het de
mensen inderdaad uit angst en zorg,
maar redt het hen dan ook niet on
tijdig uit hun verwarring?" Met alle
respect voor wat Barths theologie in
de strijd tegen de tirannie heeft bete
kend vroeg hij zich af of deze theolo
gie toch niet teveel voor de crises in
de geschiedenis is opgebouwd.
„Zij schijnt de christelijke staats
man in zijn verantwoordelijkheid van
elke dag geen leiding te geven. Zij
kan de duivel bestrijden indien hij
beide horens en beide bokspoten laat
zien. Maar als de duivel slechts één
hoorn en een halve poot toont, wei
gert zij goed en kwaad te onderschei
den en er een oordeel over te vellen''.
In die tijd was Niebuhr lid van een
adviescommissie onder voorzitter
schap van George Kennan in het Sta
te Department. Hij blonk vooral uit
in het verzet tegen de gedachte aan
een „preventieve" oorlog van invloed
rijke groepen in Washington die een
oorlog met de Sovjet Unie omstreeks
het begin der vijftiger jaren onver
mijdelijk achtten. „Iedere leer van
onvermijdelijkheid tast de goddelijke
rechten aan", zo luidde zijn reactie.
Inspireren
Herhaaldelijk heeft hij op kri
tieke momenten in de Ameri
kaanse politiek zijn stem laten
horen. En wie vandaag de vele
inspirerende artikelen van zijn
leerlingen in het blad Chris
tianity and Crisis leest, vraagt
zich af of hij wel zo'n slecht op
voeder is geweest als hij zelf
meende.
nodale rapport helemaal geen rol,
maar ook de evangeliën komen nage
noeg niet ter sprake, hoewel ze ver
schillende teksten bevatten, waarin
Christus zijn apostelen met gezag be
kleedt.
Het rapport concentreert zich op de
Paulus van de brieven aan de Romei
nen, 1 en 2 Korinthe en de Galaten.
In deze brieven is nergens van amtA-
telijke ideologie sprake. Anders ligt
het volgens het rapport in de Efezen-
brief, die „ook als hij van Paulus is",
een latere ontwikkeling weerspiegelt
(minder charisma en meer ambt) en
nog anders Ligt het in de pastorale
brieven, „die in deze vorm zeker niet
van Paulus zijn'1 en die toestanden
weerspiegelen in de heidenchristelij-
ke gemeenten van de tweede genera
tie. Volgens deze redenering kunnen
Efezen en zeker de pastorale brieven
geen normatieve betekenis meer krij
gen, want men vindt daar al minder
charisma en meer ambt.
Prof. Va»n Niftrik zag hier de canon
in het geding. Het synodaal rapport is
bezig geweest een canon in de canon
op te stellen: de „echte Paulus". Maar
de Amsterdamse hoogleraar zag niet
in, waarom de pastorale brieven zou
den moeten wijken voor het gezag
van de aldus geconstrueerde „echte
Paulus".
Tot zover uit het betoog van prof.
Van Niftrik, dat gepubliceerd zal
worden in het Hervormd Weekblad
en daarna ook als brochure zal ver
schijnen.
Op de conferentie van de confessio
nele vereniging refereerde voorts de
Amsterdamse studentenpredikant ds.
A. A. Spijkerboer over „Israël; volk,
land, staat".
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Ter Heijde aan Zee:
A. L. Lapré te Noordwijk; te Ugche-
len: J. H. Pool te Bergum; te Stiens:
H. Brouwer te Schiermonnikoog.
Aangenomen: naar Klazienaveen: P.
Feenstra te Óurgerdam.
Bedankt: voor Krimpen a. d. IJssel:
D. v. d. Berg te Huizen; voor Katwijk
aan Zee: H. Jongerden te Veenendaal.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Enter: H. Lenters te
Delden.
Bedankt: voor Almelo: A. Ridders-
ma te Heemstede.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen: te Bunschoten-Spaken
burg (voor missionaire dienst op Iran
Barat) en te Blija en Holwerd: M.
Nap, kand. te Sauwerd.
Bedankt: voor Zuidhorn: A. G. Ver
steeg te Stadskanaal; voor Hamilton
en Burlington-W. (Can.): D. Deddens
te Leeuwarden.
BAPT. GEMEENTEN
Bedankt: voor Haarlem: J. Schuil
te 2e Exloërmond; voor Hengelo: G.
van 't Wout te IJmuiden.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN
Aangenomen: naar Utrecht-C.: D.
de Jonge te Yerseke.
OUD GEREF. GEM. IN NED.
Bedankt: voor Utrecht: L. Gebraad
te St. Philipsland.
JEUGDWERK
(Amsterdam UvA) tot doctor ln de lette
ren J. C. KoolJ: tot doctor ln de genees
kunde T. P. H van de Weljer; Groningen
(HU): gepromoveerd tot doctor ln de ge
neeskunde D. J. Steensma; (Utrecht RU)
tot doctor ln de dderengeneeskunde J J.
Aukema: (Nijmegen KU): tot doctor in de
wiskunde en natuurwetenschappen R. A.
Alvarez; (Wagenlngen LH): tot doctor ln
de landbouwwetenschappen A. Klooster
man; (Amsterdam VU): tot doctor in de
wiskunde en natuurwetenschappen J. G
Nljenhuls en G. H. Duller: (Nijmegen KU):
tot doctor in de geneeskunde V. A. J M.
Kunst: (Lelden RU): tot doctor In de ge
neeskunde A van der Wouden; (Utrecht
RU): tot doctor ln de letteren D. P. Wis
sing: (Groningen RU): tot doctor ln de
wiskunde en natuurwetenschappen K. 3
Puite: tot doctor ln de letteren G. A Pie-
benga:
(Delft TH): tot gewoon hoogleraar ln de
organische chemie dr. ir. H. van Bekkum.
KWARTET TROUW
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Durdts Dagblad
Trouw
Commissie van hoofdredactie:
J. de Berg (voorzitter),
H. P. Ester, G. J. Brinkman,
J. van Hofwegen.
Wij mensen hebben ons bestaan zo rationeel ingerichtdat wij m
er aan kunnen ergeren, dat er nog veel is, dat zich aan onze ber ni
ningen onttrekt. Wij noemen dat „toeval".
Gelukkig hebben we gevonden, dat ook het toeval gebonden is
een wetmatigheid. Zo kunnen we vrij nauwkeurig voorspellen, I
veel kinderen beneden een bepaalde leeftijd in een bepaalde pen '4<
zullen omkomen door verkeersongelukken. Maar waar het op
komt: wélke kinderen dat zijn, kan niemand voorspellen. Roekei
onvoorzichtige kinderen blijven leven en vaak is het een voorzieI
gehoorzaam kind, dat gegrepen wordt.
Toch is het spreken over het lot, het toeval, het „pur"een ontvli
ten van de werkeliijkheid. De oorzaak van wat gebeurt ligt eh
Daar gebruikt de bijbel een ander woord voor, dat nauw samenhi
met „Esther ik heb mij verborgen": „Nistar het verborge
„De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geo\
baarde dingen zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat w
de woorden dezer wet volbrengen." (Deuteronomium 29:29).
God heeft Zich verborgen. Hij verbergt Zich, omdat Hij niet bi
zen wil worden.
spr
ntw
We lezen vandaag: Handelingen 10:34-43.
Van Niftrik tot oranjeverenigingen:
pra
mir
zijn
eige
al e
ze
kon
te p
Van een onzer verslaggevers
BAARN „Oranjegezind
heid heeft niets te maken met
christelijk geloof. Wij moeten het
christelijk geloof vrijhouden van
ideologieën. Het begrip God, Ne
derland en Oranje is zo'n
ideologie." Dit zei de Utrechtse
hoogleraar prof. dr. G. C. van
Niftrik gisteren in Baarn, waar
hij onder het motto „kleur be
kennen" sprak op het bonds-
congres van de christelijke bond
van oranjeverenigingen in Ne
derland.
Prof. Van Niftrik zei dat christelijk
Nederland zich de laatste jaren be
vrijd heeft van veel vanzelfsprekend
heden. „Er wordt gesuggereerd dat
van het bestaande helemaal niets
deugt. Deze nieuwe ideologie heeft
alleen maar minachting voor christe
lijke oranjeverenigingen.
„Als u mijn mening vraagt zeg ik:
een bond van christelijke oranjever
enigingen is tegenwoordig iets anders
dan 40, 50 jaar geleden. Maar je hoeft
je bepaald niet te generen er bij te
zijn aangesloten.
„Het is toch zo gek nog niet: ieder
mens heeft recht op zijn ideologie, als
je maar vermijdt eenzijdig te worden.
Het is een alleszins respectabele ideo
logie die de christelijke oranjevereni
gingen hebben. Wij moeten echter
niet neerkijken op christenen die an
ders over het Oranjehuis denken dan
wij."
Sprekend over de tegenwoordig in
brede lagen van de christenheid ge
huldigde stelling een stelling waar
de professor zich ook achter wilde
scharen dat God ook een God van
de toekomst is. waarschuwde profes-
sof Van Niftrik yoor een te veel door
draven in deze richting.
„Er wordt steeds meer gezegd dat
God revolutie eist. De anarchie op al
le mogelijke gebied wordt zo groot
dat wij langzamerhand gaan verlan
gen naar een beetje gezag om orde op
zaken te stellen."
VOORZIENIGHEID
Zich tot het thema van zijn rede
bepalend zei professor Van Niftrik:
„De onbewuste mythe is sterker dan
de bewuste, wij moeten Jdeur b|verl'
nen. In het huis van Oranje zief
een stukje van Gods voorzienig
Aan deze gedachte geven wij I
en gestalte in onze christelijke i
jeverenigingen."
Bondsvoorzitter ds. C. M. Gnfl
had eerder een warm pleidooi
den voor het bestaan van chri
oranjeverenigingen. „Wij staanfl
voor hetzelfde doel. Je kunt noou
ten waarvoor het nog eens goq
zijn als bond te bestaan met i
die vanwege principiële grond^
elkaar zijn gekomen om de
chie te ondersteunen", aldui.prr
Graafstal. ÏCI1
Fel keerde hij zich tegen het ijfan
van kleine aanslagen op de hj..pp
van de kroon. De inmiddels d<p"tï
Kamer afgewezen plannen eeij
'mateur te kiezen in plaats van
door de Koningin te laten aanf®ren
noemde ds. Graafstal een spif®r'e
voorbeeld van zo'n aanslag. rir'
„Het is de tactiek van de
dosis. Hier een stukje afknabbedus P1
daar een stukje. Op het laatsrfst'
je geen monarchie meer over. 1
ze wijze wordt het Oranjehuf
ornament, hoewel een ornamer
nog zinvol kan zijn. Maar Ora.
niet slechts een symbool of eenf
ment. Oranje heeft nog altijd c
voerende macht. Wij zien
Oranjehuis een garantie vooiJJ
vrijheden", aldus ds. Graafstal.
Niet erg te spreken was het
bestuur over de RVD, die al ee
jaar nalaat nieuwe films uit tefjjs
gen over belangrijke gebeurte
in het Oranjehuis.
Sombere geluiden ook over M
nanciën. Er is een tekort van 1
Om de lopende uitgaven te d
heeft de bond zelfs een lening n
sluiten.
Bij de bestuursverkiezing
de heren C. van Veen, dr. M.
Wol van Gcersdijk, J. Brunil
mevrouw J. van Gemeren-v. dj
herkozen.
Amsterdam (UvA): gepron^
tot doctor in de wiskunde en i
wetenschappen P. E. Brommer;
Delft (ra): gepromoveerd t<j
tor in de technische wetenschap
H A de Smit;
Rotterdam (NEH): gepron*
tot doctor in de economische
schappen A. Kunstman.
Jalve
Van een onzer verslaggevers
UTRECHT Tijdens de com
missievergadering welzijnsbe
vordering is gebleken dat de
Utrechtse Staten niet zonder
meer akkoord zullen gaan met
de garantie van 7,5 miljoen gul
den die GS hebben gevraagd
voor een lening van het christe
lijk blindeninstituut Bartimeus
in Zeist. Dat zou betekenen dat
Bartimeus zijn nieuwbouw moet
stilleggen.
Bartimeüs, nu verspreid over d.
verse tehuizen in Zeist, Almen, Doe-
tinchem en Lochem, wil de werk
zaamheden concentreren in Doorn.
Op een 21 ha groot terrein aan de
Arnhemse Bovenweg is vorig jaar
een begin gemaakt met de bouw van
een geheel nieuw complex, waar over
drie jaar 500 meervoudig gehandicapte
blinde kinderen en ouderen zullen
worden verpleegd.
De bouwplannen werden oorspron
kelijk geraamd op 35 milloen gulden.
Inmiddels is dit beurag gestegen tot
50 miljoen gulden.
Lening
In de financiering wordt in de
eerste plaats voorzien door de uit
gifte van een obligatielening tot een
bedrag van ƒ35 miljoen. De school
denkt het bestuur op andere wijze
te kunnen financieren (kosten drie
miljoen gulden).
Bartimeus heeft de provincies
Utrecht, (Gelderland, Overijssel en
Zuid-Holland gevraagd garant te
willen staan voor een lening ter
grootte van de resterende) vijftien
miljoen gulden.
Het ministerie van sociale zaken
en volksgezondheid wil niet gerant
staan voor dit bedrag, hoewel deze
instantie de meest)aangewezene)daar-
voor is. Omdat Bartimeüs vorig jaar
oktober al aan het bouwen is gegaan,
is het echter onmogelijk geworden
voor het ministerie verdere garantie-
aanvragen te behandelen.
Garantie
De Staten van Gelderland er. Zuid-
Holland hebben inmiddels l iten we
ten evenmin te willen meewerken.
Als reden geven zij op aai het
Rijk Bartimeus maar moet helpen.
De provincie Utrecht zil evenmin
goed bij kas. Vandaar dat GS de
Staten hebben gevraagd zich garant
te stellen voor de helft ven het ge
vraagde bedrag. Als Overijssel het
zelfde doet, is de zaak voor elkaar.
Slordig
De Utrechtse Statenleden zijn. zo
is tijdens de commissievergadering
welzij nsbehartiging al gebleken,
niet erg te spreken over de methode
die het Bartimeus-bestuur volgt om
aan geld te komen.
Ook de slordigheid waarmee de
voorlopige raming is gemaakt, is
niet goed gevallen.
Een miljoen gulden voor grondaan
kopen. acht miljoen voor de riolering
in het uitgestrekte terrein en twee
miljoen voor de inrichting van de pa
viljoens heeft het bestuur „vergeten".
De bouwkosten stegen zodoende van
35 miljoen naar vijftig miljoen gul
den.
I
2
3
4
S
6
7
8
2
3
4
5
6
7
8
9
Me
Lui
uits
HHi don
Kruiswoord-puzze t a
zonder zwart fnnll"
ln te
Horizontaal: 1. wijnsoort-grot*, ten.
2. bloedhuis-luchtgeest; 3. vrucht-
4. een zekere-bemoediging; 5. afvo 1
naai - god der liefde; 6. gelijk - bo ler'
gras; 7. lof - meisjesnaam - boo ten
treurdicht - rivier in Engeland;8. k zijn
stok met voettrede. fep in
Verticaal: 1. stoffelijk2. schone j< 8°®'
ling - hogepriester te Silo; 3. kleini ers vi
(Z.N.) - en omstreken (afk.) - plaèonge
Rusland; 4. muze van het minned gca,
brilslang; 5. Vreemd - muzieknoot pj,
terplant; 6. slede - tocht - een well
luiaard - plek - plaatsje ondqr Vr!
vrucht - Oxford University (afk) - 111,1,11
bier; 9. kasteel - stoomschip (a uilv
hoofddeksel. ken
Oplossing vorige puzzel. v
Hor.: 1 ark, 4 herfst, 9 leek, 11 r< js z,j
energie, 16 neo, 17 do, 18 amelom, 2L:mi
22 dar, 23 satire, 25.et, 27 aam. 28 ver
31gene,32keen,34polder,35res. ,ccr
Vert.:lal,2ree,3kenner,5erg,6 pje
fee, 8 s.t, 10 keel, 13 roos, 14 koker, h
der, 17 dor, 19 mat, 20 maal, 21 nimrrie'
taak, 26 eend, 28 vel, 29 ree, 30 Dee, 311 '"el
33n.s. J-
Leidei
t. „In
ind di