Prof. Van Niftrik verwacht nieuwe roep om ambtsgezag Krant van FORMAAT Niebuhr was overtuigd als opvoeder te hebben gefaald „Synodaal rapport vertekent historie" Christelijk geloof vai ideologie vrijhouden Provincies steunen Bartimeus niet Uw probleem is het onze.... Confessionelen tijd vooruit BEROEPÏNGSWERK Een woord voor vandaag Puzzelhoe] Brieven die niet zijn voorzien van naam en adres kunnen niet ln behandeling worden genomen. Ge heimhouding Is verzekerd. Vragen die niet onderling met elkaar ln verband staan moeten ln afzonder lijke brieven worden gesteld. Per brief dltnt ren gulden aan postze gels te worden Ingesloten. Vraag: In uw rubriek las ik dat de tempel te Jeruzalem door de Grie ken werd leeggeroofd en ontwijd Onlangs heb ik op school een spreekbeurt gehouden over Israël, waarvoor ik verschillende boeken raadpleegde, o.a. „Het uitverkoren volk" voor ojngeren verteld door C. Hendriks-Metsch, waar op bladzijde 41, onder het hoofdstuk „Inwijdings feest" (Chanoeka), staat: „Een paar honderd jaar later echter doet een koning uit Syrië weer een inval in Palestina Deze verovert de tempel en gaat die wijden aan een heidense god". Wat is nu juist: De Grieken of Syrië? Antwoord: We vinden het erg leuk dat onze rubriek op die manier kri- tisch-belangstellend gelezen en ver werkt wordt. Wat de vraag betreft: Allebei is waar. Het wereldrijk van Alexander de Grote, een Macedo niër, die zichzelf Griek noeinde zoals tegenwoordig zich een Neder lander Europeaan noemt viel na zijn dood uiteen. Hij werd opgevolgd door een groep kleine en grote veld heren die Daidochen (Grieks voor opvolger) werden genoemd en die zichzelf als Grieken beschouwden. Een van deze veldheren heerste over Syrië en is met evenveel recht als Syriër of als Griek te beschouwen, want hij zwaaide de scepter over een vergriekst Syrisch rijk. Zijn naam was Antiochus Epiphanes, een lid van het vorstenhuis der Seleucl- den. Hij richtte in de tempel een altaar op voor Zeus Olympus, met een beeld. tiek op de wijze, waarop het rapport zich afmaakt van het Nieuwe Testa ment en zo de handen vrijmaakt, om naar de sociologie te luisteren en met nieuwe vormen van ambten te expe rimenteren. Laa« Van een onzer verslaggevers) WOUDSCHOTEN Wie in deze tijd net gezag op de voorgrond stelt, gedraagt zich sociologisch lachwekkend. Je verliest er de verkiezingen mee, dat heeft de CHU gemerkt. Maar het zou volgens prof. dr. G. C. van Niftrik wel eens heilzaam kunnen zijn, wanneer de kerk zich dan maar lach wekkend ging gedragen door het ambt niet te democratiseren en het gezag weer te accentueren. De Amsterdamse hoogleraar zei dat op een persconferentie van de confessionele vereniging niet uit zucht om recalcitrant te zijn. Zijns inziens gaat het in de discussie om de ambten in de kerk om de diepste geloofsvragen: die van de structuur van de rechtvaardiging en van de objectiviteit van het heil. Prof. Van Niftrik refereerde voor de confessionelen over het hervormde synodale studie rapport over het ambt. Het lijkt of alleen nog maar wat vrij achterlijke confessionelen over het ambt nadenken, zei hij. Sperna Weiland voorspelt, dat de kerk van de toekomst het vrij zeker zonder ambten zal kunnen stellen. Prof. Van Niftrik voorzag daarente gen, dat de kerkelijke amarchie als gevolg van de huidige laagkerkelijk- held wel eens zou kunnen leiden tot een nieuwe roep om ambt en ambts gezag in de nabije toekomst. De dic tatuur vond hij nog altijd te verkie zen boven de anarchie. De confessio nelen zijn hun tijd wellicht vooruit! De huidige laagkerkelijkheid is vol gens prof. Van Niftrik meer dan een modieuze stemming. Er zit een dog matiek achter. Hij gaf als voorbeeld Harvey Cox, die de cultuursituatie bepalend acht, ook voor het spreken over God. De kerk kan volgens Cox niet langer op de oude wijze over God als Koning spreken. God wordt een Jij, als teamgenoot en partner in het horizontale vlak ontmoet.' Dan verandert uiteraard ook het kerkelijk ambt geheel van karakter: dienen, begeleiden en vooral de mondigheid van het kerklid niet aantasten. Natuurlijk wilde prof. Van Niftrik het synodale ambtsrapport, dat opge steld is door prof. dr. H. Berkhof, niet zonder meer in de neo-moderne theo logie plaatsen. Hij vond het rapport „allemaal zo waar, zo stichtelijk en toch ontbreekt er een dimensie aan: het calvinistisch staal ontbreekt. Het is allemaal te zeer aangepast. Te wei nig wordt er in gevonden het op roeien tegen de stroom in." Prof. Van Niftrik had vooral kri- •e P,lJe Het rapport gaat uit van de veel verbreide mening, dat het ambt in de oud-christelijke kerk naar voren is gekomen als gevolg van het terugtre den van de charismata (de bijzondere gaven des Geestes). Daarachter zit de gedachte: als de Heilige Geest mach tig werkt, hebben we geen amtft of kerkorde nodig, dan kan alles in be trekkelijke ongebondenheid gedaan worden. Het ambt is dan eigenlijk een soort noodmaatregel, een institu tionalisering, een profanisering, om niet te zeggen een verkalking van het werk van de Geest. Het laaiende geestesvuur wordt een egaal bran dend pitje. Het rapport stelt (pag. 24): „Het ambt kwam omhoog, naarmate het niveau van de charismatische ge meente daalde" en (pag. 30): „Naar mate de mondigheid der gemeente vermindert, wordt het ambtsgezag absoluter". Zulke opmerkingen relati veren het ambt. Hoe minder Heilige Geest (mondigheid, charisma), hoe noodzakelijker het ambt. Ergo: naar mate de gemeente mondiger wordt, is het ambt minder nodig. En passant signaleerde prof. Van Niftrik hier een gesol met het begrip mondigheid. De charismatische mon digheid in de eerste kerk was heel wat anders dan de mondigheid van de moderne mens, die leeft bij het licht van zijn autonome rede. Bij de mondigheid van nu hebben we het ambt niet minder, maar juist meer nodig dan vroeger. Maar prof. Van Niftrik noemde de positie van het synodaal rapport ook historisch onhoudbaar. Hij beriep zich op Mönnich, volgens wie de ambtsopvatting in de oud-christelijke kérk beslissend is bepaald in de be- zinning op de vraag: komt het heil van buitenaf tot je, of breng je het in jezelf tot ontwikkeling. De accentue ring van het ambt was het gevolg van de geloofsbeslissing, dat het heil objectief, van buitenaf tot de mens Prof. dr. G. C. van Niftrik calvinistisch staal komt. Tegenover de monniken, de as ceten, de martelaars, die het heil elk op hun wijge in bezit hadden, zei het ambt: je moet het krijgen, van bui tenaf, het moet je verkondigd, autori- tatief aangezegd worden Het ambt is dus niet uit de armoe de ontstaan (het terugtreden van de charismata), maar uit de rijkdom van God van Wie wij in onze armoede mogen plukken. Het is niet zo: hoe meer Geest, hoe minder ambt, maar juist: Geest en daarom ambt en bij belse mondigheid, de mondigheid om Gods lof te verkondigen. De Geest poneert de ambten omdat het heil niet uit de gemeente, uit de existentie vloeit, maar van de andere zijde tot ons komt, ambtelijk wordt .aangezegd. Prof. Van Niftrik had voorts grote bezwaren tegen de wijze, waarop de bijbelse gegevens gehanteerd zijn. Het Oude Testament speelt in het sy- door H. BIERSTEKER Bij de dood van Reinhold Niebuhr door de Engelse predikant Davies „een bijprodukt van de Fordfabrieken" genoemd dringt zich de gedachte op hoe gebrekkig de op eenvolgende generaties eikaars erfgoed overnemen. Want wie zal bij de uitzichtloze discussie in de gemeenten over horizontalisme en verticalisme ooit nog weer eens „Wezen en bestemming van de mens" uit 1941 (voor Nederland uit 1948) van Niebuhr ter hand nemen? Of „Christelijke wer kelijkheidszin en politiek" uit 1954? In een interview met het door hemzelf opgerichte blad Christianity and Crisis in maart 1969 zei hij: Ik geloof dat ik het in mijn realisme en in mijn theologie wel bij het goede eind had, maar als opvoeder heb ik gefaald... Dat is nogal een bekentenis voor een hoogleraar, vond zijn onder vrager. „Dat vind lk niet", antwoord de Niebuhr; „waarom zouden profes soren zo trots zijn? Het zijn vertalers en in hun vertaalwerk kunnen zij fa len". Zondebegrip Zijn falen in de opvoeding heeft volgens Niebuhr hierin gelegen, dat hij het zondebegrip niet heeft kunnen vertalen voor deze tijd. Hij gebruikte het begrip van de oerzonde als een aanduiding van het onuitroeibare universele karakter van het eigenbe lang. „Ik dacht dat lk daarmee dit dogma had afgestoft voor de moderne geest en het toepasselijk gemaakt had, maar dat bleek niet waar te zijn. Het intellectuele en politieke leven ge bruikt alle mogelijke symbolen en mythen en die worden vervolgens door de mensen om allerlei goede of verkeerde redenen aanvaard of ver worpen". In zijn antwoorden op vragen over de revolutie-theologie en het modern utopisme, werd in hetzelfde interview de kem van zijn gedachtengang weer duidelijk zichtbaar: de verwachtingen die daarin liggen samengebald moe ten veel meer in de kerk aan ae orde komen „Maar dan moet er ook veel degelijker doorgedacht worden over de menselijke natuur. Want de mens is enerzijds een natuurlijk schepsel en een produkt van de geschiedenis. Anderzijds heeft hij een toegevoeg de kwaliteit, namelijk om zichzelf te overstijgen en daarmee het geheel van het historisch proces. Dat is ge loof ik het mysterie en de betekenis van het christelijk geloof met betrek king tot al deze sociale en ethische problemen." Invloed Niebuhrs inzichten hebben overi gens veel invloed gehad in het poli tieke en sociale denken in de wereld raad van kerken; zijn eigen leerling en vriend Paul Abrecht leidt de afde ling Church and Society. In de Ver enigde Staten zelf heeft zijn denken ook een grote rol gespeeld in de so ciologie en de filosofie. In 1953 schreef prof. dr. Geyl naar aanleiding van Niebuhrs boek „De ironie der Amerikaanse geschiede nis": „Het boek en de ontvangst er van zijn een teken van de gedachten- strijd die in Ameika gestreden wordt en die in het op zoveel manieren boeiende en verbijsterende beeld dat dat land oplevert, de aantrekkelijkste en bemoedigendste trek vormen." In dit boek schreef Niebuhr, dat het Marxisme een „vrucht van een variant van het liberale dogma" is, van het geloof in de mogelijkheid de mens te perfectioneren. „Wel is het virulenter omdat het een klasse, on der uitverkoren leiding met het mo nopolie van de macht bekleedt. In de Amerikaanse denkwijze zijn echter tal van gemeenschappelijke trekken aan te wijzen. De vergoding van de materiële welvaart, de over spanning van de aandacht voor het technische, de neiging van psycholo gen en sociale theoretici om te gelo ven dat de mens of de samenleving geheel gekend en geheel onder con trole gebracht kunnen worden. De uitschakeling van de eerbied voor het mysterie of van de bescheidenheid." Niebuhr heeft de oudste rechten als adviseur van iedereen die zich van daag met de maatschappelijke en po litieke opstelling van christenen be zighoudt. Als een denker die zo soe pel heeft gereageerd op zijn eigen vergissingen is hij een voorbeeld voor allen die zich met de mensweten schappen bezighouden. Vooral gereformeerden hebben hier een hoop leeswerk in te halen, want toen hij in 1948 in ons land was ter gelegenheid van de eerste assemblee van de wereldraad van kerken en overal lezingen hield, werd hij voor namelijk beoordeeld naar de vraag of hij voor of tegen christelijke partijen zou zijn. En toen werd geconstateerd, dat hij een gevaarlijke doorbreker was. De enige die in TROUW van maart 1947 omstandig aandacht aan Nie buhrs werk besteedde was prof. dr. G. C. Berkhouwer, die uitlegde dat hij geenszins een representant van het „social gospel" was maar veeleer een reactie erop. Wat dat betreft zijn er altijd veel mistekeningen van deze transatlanti sche theoloog geweest wie wist er bijvoorbeeld, dat hij zich enorm druk maakte over de liturgie en zich bij zijn bezoeken aan Nederland ergerde aan de achteloze manier waarop de Nederlandse calvinisten in de prach tige kerken die zij ter beschikking hadden de mogelijkheden daarvan voor een rijke eredienst verwaarloos den! Als een voorbeeld van Niebuhrs ge dachtengang en zijn zeggingskracht zij hier tenslotte nog even herinnerd aan zijn discussie met Karl Barth, naar aanleiding van diens rede in de assemblee van de wereldraad in Am sterdam. Barth had daarin verklaard dat de overwinning van Christus op zonde, dood, duivel en hel „ons ervan behoort te overtuigen, dat de zorg voor de kerk en de zorg voor de we reld niet onze zorgen zijn". Ontijdige redding Daarop schreef Niebuhr in een kri tisch opstel onder meer: „Indien bet evangelie alleen dient om te verzeke ren. dat God uiteindelijk alle mense lijke rebellie overwint, redt het de mensen inderdaad uit angst en zorg, maar redt het hen dan ook niet on tijdig uit hun verwarring?" Met alle respect voor wat Barths theologie in de strijd tegen de tirannie heeft bete kend vroeg hij zich af of deze theolo gie toch niet teveel voor de crises in de geschiedenis is opgebouwd. „Zij schijnt de christelijke staats man in zijn verantwoordelijkheid van elke dag geen leiding te geven. Zij kan de duivel bestrijden indien hij beide horens en beide bokspoten laat zien. Maar als de duivel slechts één hoorn en een halve poot toont, wei gert zij goed en kwaad te onderschei den en er een oordeel over te vellen''. In die tijd was Niebuhr lid van een adviescommissie onder voorzitter schap van George Kennan in het Sta te Department. Hij blonk vooral uit in het verzet tegen de gedachte aan een „preventieve" oorlog van invloed rijke groepen in Washington die een oorlog met de Sovjet Unie omstreeks het begin der vijftiger jaren onver mijdelijk achtten. „Iedere leer van onvermijdelijkheid tast de goddelijke rechten aan", zo luidde zijn reactie. Inspireren Herhaaldelijk heeft hij op kri tieke momenten in de Ameri kaanse politiek zijn stem laten horen. En wie vandaag de vele inspirerende artikelen van zijn leerlingen in het blad Chris tianity and Crisis leest, vraagt zich af of hij wel zo'n slecht op voeder is geweest als hij zelf meende. nodale rapport helemaal geen rol, maar ook de evangeliën komen nage noeg niet ter sprake, hoewel ze ver schillende teksten bevatten, waarin Christus zijn apostelen met gezag be kleedt. Het rapport concentreert zich op de Paulus van de brieven aan de Romei nen, 1 en 2 Korinthe en de Galaten. In deze brieven is nergens van amtA- telijke ideologie sprake. Anders ligt het volgens het rapport in de Efezen- brief, die „ook als hij van Paulus is", een latere ontwikkeling weerspiegelt (minder charisma en meer ambt) en nog anders Ligt het in de pastorale brieven, „die in deze vorm zeker niet van Paulus zijn'1 en die toestanden weerspiegelen in de heidenchristelij- ke gemeenten van de tweede genera tie. Volgens deze redenering kunnen Efezen en zeker de pastorale brieven geen normatieve betekenis meer krij gen, want men vindt daar al minder charisma en meer ambt. Prof. Va»n Niftrik zag hier de canon in het geding. Het synodaal rapport is bezig geweest een canon in de canon op te stellen: de „echte Paulus". Maar de Amsterdamse hoogleraar zag niet in, waarom de pastorale brieven zou den moeten wijken voor het gezag van de aldus geconstrueerde „echte Paulus". Tot zover uit het betoog van prof. Van Niftrik, dat gepubliceerd zal worden in het Hervormd Weekblad en daarna ook als brochure zal ver schijnen. Op de conferentie van de confessio nele vereniging refereerde voorts de Amsterdamse studentenpredikant ds. A. A. Spijkerboer over „Israël; volk, land, staat". NED. HERV. KERK Beroepen: te Ter Heijde aan Zee: A. L. Lapré te Noordwijk; te Ugche- len: J. H. Pool te Bergum; te Stiens: H. Brouwer te Schiermonnikoog. Aangenomen: naar Klazienaveen: P. Feenstra te Óurgerdam. Bedankt: voor Krimpen a. d. IJssel: D. v. d. Berg te Huizen; voor Katwijk aan Zee: H. Jongerden te Veenendaal. GEREF. KERKEN Beroepen: te Enter: H. Lenters te Delden. Bedankt: voor Almelo: A. Ridders- ma te Heemstede. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen: te Bunschoten-Spaken burg (voor missionaire dienst op Iran Barat) en te Blija en Holwerd: M. Nap, kand. te Sauwerd. Bedankt: voor Zuidhorn: A. G. Ver steeg te Stadskanaal; voor Hamilton en Burlington-W. (Can.): D. Deddens te Leeuwarden. BAPT. GEMEENTEN Bedankt: voor Haarlem: J. Schuil te 2e Exloërmond; voor Hengelo: G. van 't Wout te IJmuiden. VRIJE EVANG. GEMEENTEN Aangenomen: naar Utrecht-C.: D. de Jonge te Yerseke. OUD GEREF. GEM. IN NED. Bedankt: voor Utrecht: L. Gebraad te St. Philipsland. JEUGDWERK (Amsterdam UvA) tot doctor ln de lette ren J. C. KoolJ: tot doctor ln de genees kunde T. P. H van de Weljer; Groningen (HU): gepromoveerd tot doctor ln de ge neeskunde D. J. Steensma; (Utrecht RU) tot doctor ln de dderengeneeskunde J J. Aukema: (Nijmegen KU): tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen R. A. Alvarez; (Wagenlngen LH): tot doctor ln de landbouwwetenschappen A. Klooster man; (Amsterdam VU): tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen J. G Nljenhuls en G. H. Duller: (Nijmegen KU): tot doctor in de geneeskunde V. A. J M. Kunst: (Lelden RU): tot doctor In de ge neeskunde A van der Wouden; (Utrecht RU): tot doctor ln de letteren D. P. Wis sing: (Groningen RU): tot doctor ln de wiskunde en natuurwetenschappen K. 3 Puite: tot doctor ln de letteren G. A Pie- benga: (Delft TH): tot gewoon hoogleraar ln de organische chemie dr. ir. H. van Bekkum. KWARTET TROUW De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Durdts Dagblad Trouw Commissie van hoofdredactie: J. de Berg (voorzitter), H. P. Ester, G. J. Brinkman, J. van Hofwegen. Wij mensen hebben ons bestaan zo rationeel ingerichtdat wij m er aan kunnen ergeren, dat er nog veel is, dat zich aan onze ber ni ningen onttrekt. Wij noemen dat „toeval". Gelukkig hebben we gevonden, dat ook het toeval gebonden is een wetmatigheid. Zo kunnen we vrij nauwkeurig voorspellen, I veel kinderen beneden een bepaalde leeftijd in een bepaalde pen '4< zullen omkomen door verkeersongelukken. Maar waar het op komt: wélke kinderen dat zijn, kan niemand voorspellen. Roekei onvoorzichtige kinderen blijven leven en vaak is het een voorzieI gehoorzaam kind, dat gegrepen wordt. Toch is het spreken over het lot, het toeval, het „pur"een ontvli ten van de werkeliijkheid. De oorzaak van wat gebeurt ligt eh Daar gebruikt de bijbel een ander woord voor, dat nauw samenhi met „Esther ik heb mij verborgen": „Nistar het verborge „De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geo\ baarde dingen zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat w de woorden dezer wet volbrengen." (Deuteronomium 29:29). God heeft Zich verborgen. Hij verbergt Zich, omdat Hij niet bi zen wil worden. spr ntw We lezen vandaag: Handelingen 10:34-43. Van Niftrik tot oranjeverenigingen: pra mir zijn eige al e ze kon te p Van een onzer verslaggevers BAARN „Oranjegezind heid heeft niets te maken met christelijk geloof. Wij moeten het christelijk geloof vrijhouden van ideologieën. Het begrip God, Ne derland en Oranje is zo'n ideologie." Dit zei de Utrechtse hoogleraar prof. dr. G. C. van Niftrik gisteren in Baarn, waar hij onder het motto „kleur be kennen" sprak op het bonds- congres van de christelijke bond van oranjeverenigingen in Ne derland. Prof. Van Niftrik zei dat christelijk Nederland zich de laatste jaren be vrijd heeft van veel vanzelfsprekend heden. „Er wordt gesuggereerd dat van het bestaande helemaal niets deugt. Deze nieuwe ideologie heeft alleen maar minachting voor christe lijke oranjeverenigingen. „Als u mijn mening vraagt zeg ik: een bond van christelijke oranjever enigingen is tegenwoordig iets anders dan 40, 50 jaar geleden. Maar je hoeft je bepaald niet te generen er bij te zijn aangesloten. „Het is toch zo gek nog niet: ieder mens heeft recht op zijn ideologie, als je maar vermijdt eenzijdig te worden. Het is een alleszins respectabele ideo logie die de christelijke oranjevereni gingen hebben. Wij moeten echter niet neerkijken op christenen die an ders over het Oranjehuis denken dan wij." Sprekend over de tegenwoordig in brede lagen van de christenheid ge huldigde stelling een stelling waar de professor zich ook achter wilde scharen dat God ook een God van de toekomst is. waarschuwde profes- sof Van Niftrik yoor een te veel door draven in deze richting. „Er wordt steeds meer gezegd dat God revolutie eist. De anarchie op al le mogelijke gebied wordt zo groot dat wij langzamerhand gaan verlan gen naar een beetje gezag om orde op zaken te stellen." VOORZIENIGHEID Zich tot het thema van zijn rede bepalend zei professor Van Niftrik: „De onbewuste mythe is sterker dan de bewuste, wij moeten Jdeur b|verl' nen. In het huis van Oranje zief een stukje van Gods voorzienig Aan deze gedachte geven wij I en gestalte in onze christelijke i jeverenigingen." Bondsvoorzitter ds. C. M. Gnfl had eerder een warm pleidooi den voor het bestaan van chri oranjeverenigingen. „Wij staanfl voor hetzelfde doel. Je kunt noou ten waarvoor het nog eens goq zijn als bond te bestaan met i die vanwege principiële grond^ elkaar zijn gekomen om de chie te ondersteunen", aldui.prr Graafstal. ÏCI1 Fel keerde hij zich tegen het ijfan van kleine aanslagen op de hj..pp van de kroon. De inmiddels d<p"tï Kamer afgewezen plannen eeij 'mateur te kiezen in plaats van door de Koningin te laten aanf®ren noemde ds. Graafstal een spif®r'e voorbeeld van zo'n aanslag. rir' „Het is de tactiek van de dosis. Hier een stukje afknabbedus P1 daar een stukje. Op het laatsrfst' je geen monarchie meer over. 1 ze wijze wordt het Oranjehuf ornament, hoewel een ornamer nog zinvol kan zijn. Maar Ora. niet slechts een symbool of eenf ment. Oranje heeft nog altijd c voerende macht. Wij zien Oranjehuis een garantie vooiJJ vrijheden", aldus ds. Graafstal. Niet erg te spreken was het bestuur over de RVD, die al ee jaar nalaat nieuwe films uit tefjjs gen over belangrijke gebeurte in het Oranjehuis. Sombere geluiden ook over M nanciën. Er is een tekort van 1 Om de lopende uitgaven te d heeft de bond zelfs een lening n sluiten. Bij de bestuursverkiezing de heren C. van Veen, dr. M. Wol van Gcersdijk, J. Brunil mevrouw J. van Gemeren-v. dj herkozen. Amsterdam (UvA): gepron^ tot doctor in de wiskunde en i wetenschappen P. E. Brommer; Delft (ra): gepromoveerd t<j tor in de technische wetenschap H A de Smit; Rotterdam (NEH): gepron* tot doctor in de economische schappen A. Kunstman. Jalve Van een onzer verslaggevers UTRECHT Tijdens de com missievergadering welzijnsbe vordering is gebleken dat de Utrechtse Staten niet zonder meer akkoord zullen gaan met de garantie van 7,5 miljoen gul den die GS hebben gevraagd voor een lening van het christe lijk blindeninstituut Bartimeus in Zeist. Dat zou betekenen dat Bartimeus zijn nieuwbouw moet stilleggen. Bartimeüs, nu verspreid over d. verse tehuizen in Zeist, Almen, Doe- tinchem en Lochem, wil de werk zaamheden concentreren in Doorn. Op een 21 ha groot terrein aan de Arnhemse Bovenweg is vorig jaar een begin gemaakt met de bouw van een geheel nieuw complex, waar over drie jaar 500 meervoudig gehandicapte blinde kinderen en ouderen zullen worden verpleegd. De bouwplannen werden oorspron kelijk geraamd op 35 milloen gulden. Inmiddels is dit beurag gestegen tot 50 miljoen gulden. Lening In de financiering wordt in de eerste plaats voorzien door de uit gifte van een obligatielening tot een bedrag van ƒ35 miljoen. De school denkt het bestuur op andere wijze te kunnen financieren (kosten drie miljoen gulden). Bartimeus heeft de provincies Utrecht, (Gelderland, Overijssel en Zuid-Holland gevraagd garant te willen staan voor een lening ter grootte van de resterende) vijftien miljoen gulden. Het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid wil niet gerant staan voor dit bedrag, hoewel deze instantie de meest)aangewezene)daar- voor is. Omdat Bartimeüs vorig jaar oktober al aan het bouwen is gegaan, is het echter onmogelijk geworden voor het ministerie verdere garantie- aanvragen te behandelen. Garantie De Staten van Gelderland er. Zuid- Holland hebben inmiddels l iten we ten evenmin te willen meewerken. Als reden geven zij op aai het Rijk Bartimeus maar moet helpen. De provincie Utrecht zil evenmin goed bij kas. Vandaar dat GS de Staten hebben gevraagd zich garant te stellen voor de helft ven het ge vraagde bedrag. Als Overijssel het zelfde doet, is de zaak voor elkaar. Slordig De Utrechtse Statenleden zijn. zo is tijdens de commissievergadering welzij nsbehartiging al gebleken, niet erg te spreken over de methode die het Bartimeus-bestuur volgt om aan geld te komen. Ook de slordigheid waarmee de voorlopige raming is gemaakt, is niet goed gevallen. Een miljoen gulden voor grondaan kopen. acht miljoen voor de riolering in het uitgestrekte terrein en twee miljoen voor de inrichting van de pa viljoens heeft het bestuur „vergeten". De bouwkosten stegen zodoende van 35 miljoen naar vijftig miljoen gul den. I 2 3 4 S 6 7 8 2 3 4 5 6 7 8 9 Me Lui uits HHi don Kruiswoord-puzze t a zonder zwart fnnll" ln te Horizontaal: 1. wijnsoort-grot*, ten. 2. bloedhuis-luchtgeest; 3. vrucht- 4. een zekere-bemoediging; 5. afvo 1 naai - god der liefde; 6. gelijk - bo ler' gras; 7. lof - meisjesnaam - boo ten treurdicht - rivier in Engeland;8. k zijn stok met voettrede. fep in Verticaal: 1. stoffelijk2. schone j< 8°®' ling - hogepriester te Silo; 3. kleini ers vi (Z.N.) - en omstreken (afk.) - plaèonge Rusland; 4. muze van het minned gca, brilslang; 5. Vreemd - muzieknoot pj, terplant; 6. slede - tocht - een well luiaard - plek - plaatsje ondqr Vr! vrucht - Oxford University (afk) - 111,1,11 bier; 9. kasteel - stoomschip (a uilv hoofddeksel. ken Oplossing vorige puzzel. v Hor.: 1 ark, 4 herfst, 9 leek, 11 r< js z,j energie, 16 neo, 17 do, 18 amelom, 2L:mi 22 dar, 23 satire, 25.et, 27 aam. 28 ver 31gene,32keen,34polder,35res. ,ccr Vert.:lal,2ree,3kenner,5erg,6 pje fee, 8 s.t, 10 keel, 13 roos, 14 koker, h der, 17 dor, 19 mat, 20 maal, 21 nimrrie' taak, 26 eend, 28 vel, 29 ree, 30 Dee, 311 '"el 33n.s. J- Leidei t. „In ind di

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 2