Twee brieven
Buitenwereld maakt de gehandicapte,
bewust of onbewust, geheel seksloos
Fransen over hun houding in de oorlog
Nieuwe revolutie
begint in de VS
ZATERDAG 29 MEI 1971
„Het grote stilzwijgen of de grote ontkenning zo zou ik de seksuele problematiek van de
gehandicapte mens het best kunnén omschrijven. Zodra iemand gehandicapt is, wordt hij voor
zijn omgeving ook voor de mensen, die dagelijks met hem omgaan in een inrichting of in
het ouderlijk huis een volstrekt sexloos wezen. Men neemt onmiddellijk aan dat lichamelijk
gehandicapten'niet zullen trouwen en ook op geen enkele andere manier een (seksuele) relatie
zullen hebben. De buitenwereld redeneert bewust of onbewust in de trant van: „een blinde
kan geen vrouw zien, dus zal hij ook wel geen erotische gevoelens hebben" of „een gehandi
capte is verlamd en dus zal hij wel geen seksuele verlangens hebben". Het is onvoorstelbaar
hoeveel leed en ellende hierdoor veroorzaakt is bij lichamelijk gehandicapte mensen. Werkelijk
onvoorstelbaar."
De revolutie van de twintigste eeuw zal plaatsvinden in de Ver-
inlgde Staten. Zij kan nergens anders plaatsvinden. Deze revolutie
t reeds onderweg. Zij zal de rest van de wereld pas bereiken als
|e eerst in de V.S. is geslaagd. Met deze woorden begint de linkse
:ranse schrijver Jean-Frangois Revel zijn boek: 'Ni Marx, ni Jésus',
lat in 't Nederlands is verschenen onder de titel 'Marx noch Jezus'.
Uitg. Het Wereldvenster, Baarn, f 15,90).
Voor een revolutie, stelt Revel, moet voldaan zijn aan vijf voor-
roorwaarden: 1. Kritiek op de onrechtvaardigheid van de econo-
nische, sociale en eventueel radicale verhoudingen. 2. Kritiek op de
ifficiency van het landsbestuur of dat bestuur zelf. 3. Kritiek op de
lolitieke macht; op de bron van die macht, op de techniek ervan;
>p de voorwaarde waaronder die wordt gebruikt, op de 'machts-
■ferdeling. 4. Kritiek op de cultuur: moraal, godsdienst, traditie,
5jlosofie, literatuur, kunst, ideologie. 5. Kritiek op de gehele be
staande orde, die als verdrukkend en daarom zinloos wordt on-
lervonden.
Alleen, wanneer aan die voorwaarden, die bij elkaar behoren, is
roldaan, is de tijd rijp voor een revolutie, een ommekeer die méér
ih» dan het vervangen van een leidende groep door een andere,
foo Kan de revolutie, naar Sowjetrussische model, dienen voor een
PWintigste eeuwse revolutie? Niemand kan dat vandaag volhouden.
*P9e hoop op een „socialisme met een menselijk gezicht", de ver-
AgVachting van een „liberalisatie" van het sijsteem, wordt periodiek
in onveranderlijk beschaamd. De Culturele Revolutie van China was
^ocjen vorm van zuivering. Het socialisme is nog nergens gereali
seerd. De laatste plaats waar het socialisme zou kunnen slagen is
;te|e Sowjet-Unie. Anders gezegd: „Wat er in 1917 in Rusland ge-
nljeurde, was niet het begin en kan niet het model zijn van een so-
arntialistische wereld-revolutie." De laatste vijftig jaar, zegt Revel,
tr»oerden alle wegen min of meer in socialistische richting, behalve
^lie van het communisme.
ih( Madr ook in West-Europa ziet Revel het niet gebeuren. Er is in
ercuropa geen revolutionaire situatie. Aan de vijf voorwaarden is er
J^let voldaan. Er bestaat geen eigen verlangen naar een conceptie
DOOR DR. W. ALBEDA, HOOGLERAAR AAN DE
ECONOMISCHE HOGESCHOOL VAN ROTTERDAM
0^an een alternatief politiek en cultureel bestel. In de dictatuursta-
~en Portugal, Spanje, Griekenland is een revolutie onwaarschijn-.
Ijk. In de moderne welvaartsstaten (Scandinavië, Nederland) ont-
^•ireekt het revolutionaire klimaat. Frankrijk heeft een grote revolu-
m onaire macht, de communistische partij, maar niemand, ook niet die
"jartij zelf, gelooft in de mogelijkheid van een Franse Volksrepu-
■Tliek.
i, De Derde Wereld dan? De ontwkkelingslanden zijn gevangen in
vicieuze cirkel: onbekwaamheid - dictatuur - corruptie - staats-
|reep - zuivering - nieuwe dictatuur - onbekwaamheid - verster-
ting van de onderontwikkeldheid. Revel ziet als oorzaak van de
positie der arme landen niet zozeer het kolonialisme, als wel de
^jlftructurele verstarring, die het kolonialisme de kans gaf. Zolang de
iderontwikkeling zelf niet is overwonnen, is een revolutie een pas
i de plaats.
De enige echte revolutie, die de geschiedenis tot nu toe heeft
ïzien, de overgang van het ene type samenleving naar het an-
00,jere. was „de revolutie in de tweede helft van de achttiende eeuw
een Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk. Dit is in de visie van
laifevel de enige maatschappelijke omwenteling die gebracht heeft,
'^ajrat ze beloofde en zelfs meer. Deze revolutie bracht de constitu-
mele democratie. Het betreft hier een echte revolutie in de volle
i, omdat het nieuwe systeem slechts in een andere, nieuwe cultuur
in gedijen. Deze revolutie is zo overtuigend, zo besmettelijk ge-
jrden dat zelfs autocratische dictaturen de comedie opvoeren van
rkiezingen en de schijn ophouden van een constitutie, omdat men
nder dat niet mee kan komen,
ló} Maar nu de revolutie van de twintigste eeuw. Revel is er van
rertuigd, dat de wereld behoefte heeft aan een nieuwe revolutie,
'at is daarvan te verwachten? De oplossing van de problemen
G°ter twintigste eeuw. Welke zijn dat? Het gevaar van de zelfmoord
mensheid door een atoomoorlog, de dreigende wereld-over-
'olking, de ongelijkheid tussen Noord en Zuid, de vervuiling van
it milieu en de verkwisting van de wereldenergievoorraden. Al
ize problemen overschrijden de nationale grenzen: zij vragen
tn wereldregering. Dit program heeft alles tegen. Het is zo
(topistisch, dat er maar één argument vóór is, nl. dat het de enige
40»ns is op het voortbestaan der mensheid.
1 De aanzet voor die nieuwe revolutie ziet Revel in Amerika. De
SVvolutionaire situatie in Amerika heeft geheel nieuwe trekken,
foor het eerst, zegt Revel, gaat het niet om de verdeling van de
iek, maar om de koek zelf. De revolutionairen willen niet een
itere verdeling, maar een ander nationaal produkt. Bovendien,
Eloor het eerst is er hier een revolutie, die zich richt tegen de
iiternationale politiek van het land zelf.
Dat is nieuw: tot nu toe aanvaardden revolutionairen overal de
itionale doeleinden van hun eigen land. Dat doet de Amerikaanse
ipositie niet. Amerika is de eerste uitzondering op de regel, dat
i oppositie de buitenlandse politiek van het land zelf niet at-
iqueert. Geen enkele scheiding der maatschappij, zoals die er
'as in de 19e eeuw, past op de situatie der Verenigde Staten,
's hier geen tegenstelling tussen sociale klassen, tussen arm
rijk. Men vindt de verdedigers van de bestaande orde bij
lernemers, maar ook bij de bouwvakarbeiders van New York.
len vindt het verzet tegen de bestaande orde in Wall Street
vaar men de Vietnamese oorlog verwerpt) en aan de universitei-
en. bij de jeugd uit de hoogste regionen, en bij de zwarte
levolking.
Q| Revel ziet in Amerika een revolutie groeien waarin een reeks
'lementen naar voren komt: de ommekeer der zeden, het nieuwe
iminisme, het verzet tegen prioriteit van de economie, de anti-
itoritaire opvoeding, de verwerping van de uitstraling der na-
inale macht in het buitenland als politieke prioriteit, de milieu-
Al deze elementen horen bij e'kaar. Anders dan de Russische
evolutie, die eenzijdig economisch vyas en cultureel weinig voor
belde, is hier sprake van een brede, werkelijke culturele revo-
title. Revel gaat verder. Hij ziet ook een religieuze vernieuwing,
jfandaar de titel van zijn boek. De revolutie die onderweg is in
Almerika, is geen marxistische revolutie, maar ook geen christe
lijke revolutie. Een levensgevoel breekt zich baan, dat nieuw is
|n getuigt van de jeugdige originaliteit van Amerika.
Tegenover het Europese gevoel, dat Amerika verloedert, dat
Itmerika in meerderheid „rechts" is en dat een werkelijk linkse
Appositie in Amerika geen kansen heeft, staat Révels' visie die
toor Amerika optimistisch, maar voor Europa pessimistisch is. De
Europese linkse oppositie is in zijn visie al te zeer geïnspireerd
toor het verleden (Marxisme en Christendom). De Amerikaanse
£Q^ppositie is nieuw en futuristisch.
Of hij gelijk heeft? Wie de neo-marxistische rim-ram van vele
Ongeren aan moet horen, zou het soms denken. Toch heb ik de
hdruk, dat Revel al te zeer slachtoffer is van het schema, dat
lij zelf aan de kaak stelt: dat van het oude culturele volwassen
Juropa en het jonge, cultureel onvolwassen Amerika. Ik ben ge-
teigd zijn correctie op ons beeld van Amerika te overwegen
tonder als Europeaan te wanhopen aan de kansen voor een rege
neratie van onze eigen kuituur.
-
Aan het woord is dr. K. Hes-
slinga (oud-adjunct-directeur
van het chr. blindeninstituut
Bartimeus), die sedert enkele
weken werkzaam is bij de Ne
derlandse Vereniging voor Re
validatie in Den Haag, waar hij
landelijk coördinator hulpverle
ning seksualiteit gehandicapten
is. In die paar weken, dat hij in
zijn nieuwe functie werkt (tot
nu toe werd in Nederland niets
gedaan op dit gebied), is het dr.
Heslinga al gelukt de adviesbu
reaus voor huwelijks- en ge
slachtsleven te interesseren in
zijn werk. Dit betekent dat de
100 consultatiebureaus van de
dr. J. Rutgersstichting (de vroe
gere NVSH-consulatiebureaus),
van de PSVG (de protestantse
stichting voor verantwoorde ge
zinsvorming) en MR 70 (Medi
sche Raad 70 in Amsterdam)
van nu af aan ook bedoeld zijn
voor lichamelijk gehandicapten,
die met seksuele of relationele
problemen te kampen hebben.
Op zichzelf is dat al een heie
overwinning, want er bestond
een plan om speciaal voor li
chamelijk gehandicapten een
serie consultatiebureaus op te
zetten. Dr. Heslinga vond dit
echter een principieel verkeerde
oplossing van het probleem.
„Voor he't belangrijkste deel
zijn de problemen op seksueel
of relationeel gebied van licha
melijk gezonde en lichamelijk
gehandicapte mensen dezelfde.
Natuurlijk kunnen de lichame
lijk gehandicapten seksuele
problemen hebben, die van
technische aard zijn (bij ccn
verlamming zullen andere mo
gelijkheden gezocht moeten
worden voor een seksuele ge
meenschap), maar voor het
grootste gedeelte zijn de proble
men, die meestal betrekking op
de relaties onderling, precies
dezelfde. Daarom zou net hele
maal verkeerd zijn om lichame
lijke gehandicapten nu weer
naar aparte bureautjes te
sturen," aldus dr. Heslinga.
In de korte tijd dat hij nu
werkzaam is bij de vereniging
voor revalidatie, is dr. Heslinga
eigenlijk geschrokken van het
enorme aantal problemen,
waarmee hij te maken krijgt.
Hij is de man, die jaren geleden
al van zich deed spreken en
vaak in afkeurende zin toen
hij de jeugd in Bartimeus" sek
suele voorlichting gaf op een
wijze die thans over de hele
wereld wordt toegepast bij de
voorlichting aan blinde jongens
en meisjes.
„De grootste moeilijkheden
ondervond ik toen en ook nu,
van de besturen en oudere me
dewerkers van de scholen, insti
tuten en centra voor lichamelijk
gehandicapten, die veelal te
maken hebben met frustraties
ten aanzien van de beleving
van de eigen seksualiteit, wat
inhoudt, dat ze überhaupt een
negatieve seksualiteitsbeleving
hebben en de seksualiteit ook
afwijzen voor anderen. En die
anderen zijn in dit geval de ge
handicapten, die op elk gegied
afhankelijk zijn van dit perso
neel. Er moet dus in de eerste
plaats gewerkt worden aan een
mentaliteitsverandering van de
mensen, die beroepsmatig in
aanraking komen met gehandi
capten," aldus dr. Heslinga.
Als een van de eerste activi
teiten heeft de vereniging voor
revalidatie samen met de ANIB
(de Algemene Nederlandse In
validen Bond) een serie artike
len over seksualiteit samenge
steld, die wordt opgenomen in
het maandblad van de ANIB.
Men hoopt door deze artikelen
gehandicapten tot reacties te
brengen. Het eerste artikel
heeft in het april-nummer ge
staan. Al kort na de verschij
ning kreeg men bij de NVR
brieven binnen van gehandicap
ten.
„Een belangrijk deel van de
reacties komt van mensen, die
door een verkeersongeval inva
lide zijn geworden en die
daardoor pas op latere leeftijd
geconfronteerd zijn met de spe
ciale seksuele problemen van
een invalide. In de revalidatie
centra, die tegenwoordig mud
vol zitten met verkeersslachtof
fers, wordt helemaal geen bege
leiding gegeven over wat dat
ongeluk en de daaropvolgende
handicap nu betekenen voor het
huwelijksleven. Men leert de
mensen opnieuw lopen, ritten
en allerlei andere dingen, maar
ze krijgen niets te horen hoe
het nu verder moet met hun
seksuele leven."
„In de stapel post, die we nu
al gekregen hebben als reactie
op ons eerste artikel, blijkt de
huwelijkstragiek, die het gevolg
is van een verkeersongeluk,
heel duidelijk. Die moeilijkhe
den zijn vaak des te groter en
schrijnender omdat het, juist
bij die verkeersongelukken, zo
vaak gaat om jonge mannen. Zo
kreeg ik een brief van een
33-jarige man, die zes jaar gele
den invalide was geworden.
Van die tijd af had hij geen
seksueel contact meer gehad
met zijn vrouw, omdat hij van
af zijn taille verlamd was. De
man schreef het vreselijk te
vinden, juist omdat hij nog zo
jong was. Hij vroeg een oplos
sing, die het leven weer wat
„mooier zou maken voor hem
en zijn vrouw".
„Die oplossingen zijn er wel,
beslist, maar wij zitten in ons
christelijk gevoel zo vastgeroest
aan een bepaalde rolverdeling,
ook in de seksualiteit, dat wan
neer deze rolverdeling op de
een of andere manier niet meer
bestaat, opeens het hele seksue
le leven vervalt. Wij vinden nog
altijd dat de vrouw in seksuele
zaken passief moet zijn, dat de
man de leiding moet nemen en
dat er maar één traditionele
manier van seksuele beleving
bestaat. Onze taak is de mensen
ervan te overtuigen, dat er ook
andere vormen van seksuele be
leving bestaan, die zeker niet
verwerpelijk of minder goed
zijn."
„Wanneer ik het in een van
onze gespreksgroepen over deze
dingen heb, krijg ik maar al te
vaak te horen van vrouwen:
„Nee, man, ik hou niet van
kunstjes. Dan moet het maar
zonder. Als dat trouwens alles
is, er zijn wel ergere dingen in
het Jeven". Zolang een dergelij
ke opvatting bestaat en de
overhand heeft bij diegenen, die
rechtstreeks betrokken zijn bij
het intieme leven van een ge-
hand'capte, is het géén wonder
dat de problemen zich steeds
maar ophopen en vergroten.
Er zijn ontzettend veel pro
blemen, maar toch vind ik. dat
wij in de eerste plaats bezig
moeten zijn de buitenwereld en
de gehandicapten zelf duidelijk
te maken, dat zij volledig mens
zijn, ook op seksueel gebied.
Daarna moeten we dan de pro
blemen maar bestuderen, die
deze overtuiging met zich mee
brengt", aldus dr. Heslinga.
Dr. K. Heslinga: veel problemen
Mijn twee huwelijken zijn
beide stukgelopen op seksue
le moeilijkheden. Dat kan ik
rustig zeggen, hoewel in de
grond van de zaak, de moei
lijkheden natuurlijk veroor
zaakt zijn door mijn handi
cap en de invloed, die deze
handicap op mijn hele leven
en mijn persoon heeft gehad.
Ik ben op 22-jarige leeftijd
voor de eerste keer ge
trouwd. Heb toen de grootste
fout van mijn leven begaan
door dat huwelijk zo zakelijk
mogelijk te bekijken. Ik was
tegen een vrouw van 29 aan
gelopen. met wie ik ge
trouwd ben toen zij 31 en ik
22 was. Ik redeneerde: ik
met mijn handicap vind toch
nooit een meisje van mijn
eigen leeftijd, laat ik dus
maar trouwen met een wat
oudere vrouw. Achteraf kan
ik het wel verklaren: die
vrouw zat met haar 30 jaar
seksueel omhoog en ik als
Ik woon nog thuis en ben
ongetrouwd. Sex komt bij
ons thuis nooit ter sprake.
Het begrip bestaat voor mijn
familie met betrekking tot
mij, gewoon niet. Ik weet
niet of ze er wel eens over
denken, dat ik ook op dat
gebied een menselijk wezen
ben. Ik kan het nergens uit
opmaken. Ik kan me herin
neren dat ik als kind wel
eens iets over seksualiteit
gezegd heb tegen mijn
ouders, maar dat ze daar zo
gek op reageerden, dat ik
helemaal ben dichtgeklapt
op dat punt. Ik heb wel met
andere mensen over mijn
seksuele leven en problemen
gepraat. Ben een paar jaar
onder behandeling geweest
bij een psychiater, maar dat
heeft niet veel geholpen, ge
lukkig kan ik nogal goed
met een zwager van me pra
ten.
Overigens is de sex niet
jongen van 22 ook. Dat hu
welijk is grandioos misgelo
pen. Na zestien jaar ge
trouwd te zijn geweest, ben
ik na overleg met een
x-aantal deskundigen van
huis weggelopen. Het ging
niet meer. Op seksueel ge
bied wilde ik anemaal din
gen. die te progressief waren
voor mijn vrouw. Ik heb
overigens nooit gevoeld, dat
mijn vrouw zich seksueel ge
remd voelde door mijn han
dicap.
Na de scheiding heb ik een
rottijd gehad. Ik was gewoon
mensenschuw geworden. Ik
kwam nog maar bij één ge
zin over de vloer en daar
ontmoette ik mijn huidige
vrouw. De geschiedenis heeft
zich toen eigenlijk gewoon
herhaald. Ik heb weer de
verkeerde keus gedaan. Je
vraagt je af, hoe het kan,
maar het is gebeurd.
Er zijn enorm veel trekken
van overeenkomst tussen
mijn eerste en mijn tweede
huwelijk. In beide gevallen
zijn de moeilijkheden met de
seksualiteit begonnen. Ik
weet we), dat dat trouwens
alleen maar symptomen zijn
van een relatie, die op ande
re manieren al kapot is. Je
wilt het dan in bed proberen
goed te maken, maar dat kan
niet. Ik blijf hier nu gewoon
bij deze vrouw zitten en pro
beer het allemaal zo goed
mogelijk te doen. Ik wil die
ellende van een tweede
scheiding niet weer hebben.
Misschien was het allemaal
anders gelopen als ik vroe
ger meer begeleiding gehad
had op seksueel- en huwe
lijksgebied.
mijn specifieke probleem,
maar de hele situatie van
het ongetrouwd-zijn en het
feit, dat iedereen, ook mijn
ouders, het als vanzelfspre
kend aannemen, dat ik een
ongetrouwde vrouw zal blij
ven. In mijn meisjesjaren is
die hele problematiek wat
aan me voorbijgegaan. Toen
ik op de kweekschool zat,
dacht ik, dat er voor mij
heus wel een man zou ko
men opdagen. Misschien niet
direct op jeugdige leeftijd,
want jonge jongens letten,
naar mijn ideeën van toen,
teveel op het uiterlijk, om
een relatie met mij te begin
nen. Maar ik dacht, dat ik,
als ik wat ouder werd en de
jongens ook ouder werden en
meer op het innerlijk dan
het uiterlijk zouden gaan
letten, heus wel een man zou
krijgen. Nu zie ik dat niet
meer zo.
Er zijn altijd wel relaties
geweest, ook seksuele, maar
nooit blijvende. Vaak heb ik
relaties gehad met getrouw
de mannen. Sedert geruime
tijd gebruik ik de pil. Mijn
familie houdt ogen en oren
dicht voor al deze dingen.
Het huis zou te klein zijn als
mijn vader zou weten, dat ik
de pil gebruikte. Mijn moe
der kan dat trouwens ook
niet goed verkroppen. Ze
hebben geen religieuze be
zwaren tegen buitenechtelij
ke verhoudingen, maar zijn
er gewoon vanuit fatsoens
begrippen tegen. Soms heb ik
enorm veel last van mijn on
getrouwd-zijn en mijn ge
brek aan relaties, ik leef dan
erg bewust en voel alles he
vig. Maar andere keren gaat
het allemaal wat over me
heen en ben ik erg apatisch.
(Invalide man. accountant, (Invalide vrouw, onge-
met twee kinderen) trouwd, 29 jaar)
Met de weigering om de film „te
chagrin et la pitié" uit de zenden,
heeft de Franse staatstelevisie ORTF
ongewild een flinke stimulans ge
geven aan de discussie over de vraag
of het beeld van een zich heldhaftig
verzettend Frans volk in de tweede
wereldoorlog geen dwaze mythe is.
I Voor vele Fransen betekent de weige
ring van de ORTF een bekroning van
de documentaire „Le chagrin et la pi
tié" (het verdriet en het medelijden).
Zij hebben er dan ook vaak meer dan
een uur wachten in een rij voor de
bioscoop voor over om de film te zien.
Wanneer zij een plaatsje hebben be
machtigd worden zij bijna vijf uur
lang geconfronteerd met het doorprik
ken van de mythe volgens welke de
Fransen na De Gaulles oproep vanuit
Londen op 18 juni 1940 massaal in ver
zet zijn gekomen tegen de Duitsers. De
Gaulles oproep werd slechts door een
enkeling gehoord, de meeste Fransen
bejubelden in die tijd de met de Duit
sers samenwerkende Pétain-regering.
D§ grootste zorg van de gemiddelde
Fransman in de tweede wereldoorlog
was hoe het dagelijks leven zo normaal
mogelijk kon worden voortgezet. Speci
fiek Frans kan deze neiging moeilijk
genoemd worden. De discussie hierover
is ook in Nederland al meermalen fel
opgelaaid. In „Le chagrin et la pitié"
komt dit aspect van het gedrag van
mensen in oorlogstijd het meest frap
pant aan de orde in een interview met
een textielhandelaar uit Clermont-Fer
rand. De man verdedigt nog altijd het
feit dat hij dn het begin van de bezet
ting een advertentie in een krant
plaatste om iedereen erop te wijzen dat
hij geen jood was. Hij vertelt dat hij
niets tegen joden had. maar vanwege
zijn zaak bij voorbaat wilde vermijden
dat mensen zouden kunnen denken dat
hijzelf jood was.
Die neiging om onder welke omstan
digheid ook alleen maar te denken aan
het zo normaal mogelijk voortzetten
van het éigen leven, toonde zich al op
indrukwekkende wijze voordat ik de
film in een kleine bioscoop in de Parij-
se studentenwijk Quartier Latin zag.
Toen de lange rij mensen voor de bio
scoop in beweging kwam om de vol
gende voorstelling te gaan zien, viel er
een meisje flauw. Zij had. net als de
andere bioscoopgangers, zeker een uur
in een broeiende hitte staan wachten.
'Het meisje werd door iemand opgevan
gen. netjes op het trottoir gelegd, en
daarna schuifelden alle bioscoopgan
gers een voor een langs haar, bezorgde
gezichten trekkend, maar niet van plan
een hand uit te steken vanwege het
risico de plaats dn de rij kwijt te ra
ken.
„Le chagrin et la pitié" is een dn 1969
gemaakte documentaire, bestaande uit
oude fllmdocumenten en hedendaagse
interviews. Het is in de eerste plaats
een kroniek van de Franse stad Cler
mont-Ferrand in oorlogstijd, met daar
om heen het gebeuren in heel Fran
krijk. De makers van deze produktie
Maarschalk Pétaln: geliefd# varradar
zijn Marcel Ophüls (zoon van de regis
seur Max Ophüls), André Harris en
Alain de Sédouy, twee televisiejourna
listen die er na de meiopstand van 1968
door de ORTF uitgegooid zijn. Het
drietal heeft kennelijk rekening gehou
den met de weerstand die er in Fran
krijk van staatswege tegen him film
zou komen: „Le chagrin et la pitié" is
een Zwitserse produktie.
De ORTF moge dan geweigerd heb
ben de film op de televisie te brengen,
in West-Duitsland en in Zwitserland
hebben televisiekijkers de film al in
afleveringen kunnen zien. Ook in Ne
derland zal „Le chagrin et la pitié" op
de televisie vertoond worden. De KRO,
die een claim op de documentaire
heeft, moet nog beslissen wanneer deze
wordt uitgezonden.
Frankrijk .verkeerde in de tweede
wereldoorlog in een bijzondere positie,
waardoor het maar ten dele met ande
re door de Duitsers bezette landen ver
geleken kan worden. Enerzijds was er
de legaal aan de macht gekomen Pé
tain-regering, die met de Duitsers sa
menwerkte. Aan de andere kant stond
De Gaulle met zijn aanhangers in Lon
den. In een interview zegt Engelands
voormalige premier en tijdens de twee
de wereldoorlog minister van buiten
landse zaken Lord Avon (Anthony
Eden) dat'het moeilijk was een hou
ding tegenover De Gaulle te bepalen,
omdat de generaal-met-aanhang geen
naar Londen gevluchte buitenlandse
regering was. De perfect Frans spre
kende „typische Engelsman" weigert
dan ook te zeggen wat hij vindt van de
veroordeling van Pétain na de oorlog.
De Fransen juichten de bejaarde
maarschalk Pétain toe. de held van
Verdun uit de eerste wereldoorlog, de
man die na de verloren strijd het
land door het met de Duitsers op ak
koordjes te gooien zou „redden", de
militaire leermeester van De Gaulle.
De film eindigt met het beeld van de
zelfde Fransen bij de bevrijding, nu
juichend voor Pétains leerling Charles
de Gaulle.
Natuurlijk heeft Frankrijk in de
tweede wereldoorlog verzet gekend.
Maar het was klein, niet massaal. Het
stond in geen verhouding tot het aantal
mensen dat zich direct na de be
vrijding op jacht naar al of niet te
recht van collaboratie beschuldigde lie
den begaf. De Franse politie was bij
die jacht zeer actief. Tijdens de oorlog
haalde diezelfde politie voor de Duit
sers joden op.
Franse politiemannen waren zelfs
nog fanatieker dan de Duitsers. Zij
brachten de Duitsers in verlegenheid
door verder te gaan dan de gestelde
regels en arresteerden een joods kind
van jonger dan zestien jaar. De Duit
sers besloten hierop na veel discussie
ook alle joodse kinderen maar te de
porteren. Was het Befehl ist Befehl
voor de Franse politie ontzagwekken-
der dan voor de Duitsers?
De jacht op collaborateurs heeft in
Frankrijk een fanatiekere vorm gehad
dan in Nederland. Mensen werden
neergeschoten, gemarteld, gelyncht.
Een advocaat uit Clermond-Ferrand,
die in de oorlog bekend stond als ver
dediger van leden van het verzet, be
sloot vanwege het ontbreken van eer
lijke rechtspraak na de oorlog als ver
dediger van de van landverraad be
schuldigden op te treden.
In „Le chagrin et la pitié" worden
alle partijen, die iets met het gebeuren
in de tweede wereldoorlog in Frankrijk
te maken hadden, geïnterviewd. Pierre
La vals schoonzoon tracht zijn schoon
vader, aan wie Pétain in april 1942 on
der druk van de Duitsers in feite alle
macht had gegeven, tevergeefs te ver
dedigen. Duitsers vertellen over de
Franse medewerking tijdens de bezet
ting. over de lieve Franse meisjes. Ver
zetsmensen over de onderlinge moei
lijkheden; een gaullist krijgt nog ril-
lihgen als hij denkt aan het gevaar
van de communisten in het verzet. Stel
je voor dat zij na de bevrijding de
macht in handen zouden krijgen!
Van al die interviews maakt het lan
ge gesprek met Christian de la Mazie-
re, een vroegere vrijwilliger van de
SS-divisie Charlemagne, wel de meeste
indruk. iHet gesprek vindt plaats in het
Duitse késteel Sigmaringen, indertijd
het onderdak van de voor de geallieer
den gevluchte Pétain-regering. Mazière
vertelt over zijn totale ontgoocheling,
toen hij als gevluchte SS-er die Pétain
en Laval wilde spreken zonder meer
bij het kasteel werd weggestuurd. De
bioscoop is doodstil als Mazière erop
wijst dat het aantal Fransen dat vrij
willig als SS-er dienst heeft genomen
bijna even groot is als het aantal Fran
sen dat in het verzet heeft gezeten.
Als Mazière vertelt waarom hij fas
cist is geworden, over zijn opvoeding,
over de vechtpartijen tussen commu
nisten en fascisten op de middelbare
scholen voor de oorlog, waarbij hij wel
partij moest kiezen, gaat er in de zaal
een hoongelach op. Maar als de beel
den van de vechtpartijen worden ge
toond is het doodstil. Mazière vertelt
na de oorlog iedere ideologie aan de
kant te hebben gezet, liberaal te zijn
geworden.
„Le chagrin et la .pitié" heeft in
Frankrijk een hevige discussie losge
maakt. „C'est la vérité" (het is de
waarheid), zegt de Franse publicist
Jean Lacouture. In de bioscoop ge
bruikten mijn buren links en rechts
(die zeiden respectievelijk rechts en
links te zijn) datzelfde korte zinnetje.
Maar er zijn ook veel Fransen die de
film niet willen zien, er tegen tekeer
gaan, hun houding in de oorlog verde
digen. Wat was die houding? In de
film zelf zegt een vrouw, gevraagd
naar de reden van haar Pétainiste zijn
in de oorlog: „Niet vanwege de poli
tiek, maar gewoon, om de maarschalk".