Twee brieven Buitenwereld maakt de gehandicapte, bewust of onbewust, geheel seksloos Fransen over hun houding in de oorlog Nieuwe revolutie begint in de VS ZATERDAG 29 MEI 1971 „Het grote stilzwijgen of de grote ontkenning zo zou ik de seksuele problematiek van de gehandicapte mens het best kunnén omschrijven. Zodra iemand gehandicapt is, wordt hij voor zijn omgeving ook voor de mensen, die dagelijks met hem omgaan in een inrichting of in het ouderlijk huis een volstrekt sexloos wezen. Men neemt onmiddellijk aan dat lichamelijk gehandicapten'niet zullen trouwen en ook op geen enkele andere manier een (seksuele) relatie zullen hebben. De buitenwereld redeneert bewust of onbewust in de trant van: „een blinde kan geen vrouw zien, dus zal hij ook wel geen erotische gevoelens hebben" of „een gehandi capte is verlamd en dus zal hij wel geen seksuele verlangens hebben". Het is onvoorstelbaar hoeveel leed en ellende hierdoor veroorzaakt is bij lichamelijk gehandicapte mensen. Werkelijk onvoorstelbaar." De revolutie van de twintigste eeuw zal plaatsvinden in de Ver- inlgde Staten. Zij kan nergens anders plaatsvinden. Deze revolutie t reeds onderweg. Zij zal de rest van de wereld pas bereiken als |e eerst in de V.S. is geslaagd. Met deze woorden begint de linkse :ranse schrijver Jean-Frangois Revel zijn boek: 'Ni Marx, ni Jésus', lat in 't Nederlands is verschenen onder de titel 'Marx noch Jezus'. Uitg. Het Wereldvenster, Baarn, f 15,90). Voor een revolutie, stelt Revel, moet voldaan zijn aan vijf voor- roorwaarden: 1. Kritiek op de onrechtvaardigheid van de econo- nische, sociale en eventueel radicale verhoudingen. 2. Kritiek op de ifficiency van het landsbestuur of dat bestuur zelf. 3. Kritiek op de lolitieke macht; op de bron van die macht, op de techniek ervan; >p de voorwaarde waaronder die wordt gebruikt, op de 'machts- ■ferdeling. 4. Kritiek op de cultuur: moraal, godsdienst, traditie, 5jlosofie, literatuur, kunst, ideologie. 5. Kritiek op de gehele be staande orde, die als verdrukkend en daarom zinloos wordt on- lervonden. Alleen, wanneer aan die voorwaarden, die bij elkaar behoren, is roldaan, is de tijd rijp voor een revolutie, een ommekeer die méér ih» dan het vervangen van een leidende groep door een andere, foo Kan de revolutie, naar Sowjetrussische model, dienen voor een PWintigste eeuwse revolutie? Niemand kan dat vandaag volhouden. *P9e hoop op een „socialisme met een menselijk gezicht", de ver- AgVachting van een „liberalisatie" van het sijsteem, wordt periodiek in onveranderlijk beschaamd. De Culturele Revolutie van China was ^ocjen vorm van zuivering. Het socialisme is nog nergens gereali seerd. De laatste plaats waar het socialisme zou kunnen slagen is ;te|e Sowjet-Unie. Anders gezegd: „Wat er in 1917 in Rusland ge- nljeurde, was niet het begin en kan niet het model zijn van een so- arntialistische wereld-revolutie." De laatste vijftig jaar, zegt Revel, tr»oerden alle wegen min of meer in socialistische richting, behalve ^lie van het communisme. ih( Madr ook in West-Europa ziet Revel het niet gebeuren. Er is in ercuropa geen revolutionaire situatie. Aan de vijf voorwaarden is er J^let voldaan. Er bestaat geen eigen verlangen naar een conceptie DOOR DR. W. ALBEDA, HOOGLERAAR AAN DE ECONOMISCHE HOGESCHOOL VAN ROTTERDAM 0^an een alternatief politiek en cultureel bestel. In de dictatuursta- ~en Portugal, Spanje, Griekenland is een revolutie onwaarschijn-. Ijk. In de moderne welvaartsstaten (Scandinavië, Nederland) ont- ^•ireekt het revolutionaire klimaat. Frankrijk heeft een grote revolu- m onaire macht, de communistische partij, maar niemand, ook niet die "jartij zelf, gelooft in de mogelijkheid van een Franse Volksrepu- ■Tliek. i, De Derde Wereld dan? De ontwkkelingslanden zijn gevangen in vicieuze cirkel: onbekwaamheid - dictatuur - corruptie - staats- |reep - zuivering - nieuwe dictatuur - onbekwaamheid - verster- ting van de onderontwikkeldheid. Revel ziet als oorzaak van de positie der arme landen niet zozeer het kolonialisme, als wel de ^jlftructurele verstarring, die het kolonialisme de kans gaf. Zolang de iderontwikkeling zelf niet is overwonnen, is een revolutie een pas i de plaats. De enige echte revolutie, die de geschiedenis tot nu toe heeft ïzien, de overgang van het ene type samenleving naar het an- 00,jere. was „de revolutie in de tweede helft van de achttiende eeuw een Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk. Dit is in de visie van laifevel de enige maatschappelijke omwenteling die gebracht heeft, '^ajrat ze beloofde en zelfs meer. Deze revolutie bracht de constitu- mele democratie. Het betreft hier een echte revolutie in de volle i, omdat het nieuwe systeem slechts in een andere, nieuwe cultuur in gedijen. Deze revolutie is zo overtuigend, zo besmettelijk ge- jrden dat zelfs autocratische dictaturen de comedie opvoeren van rkiezingen en de schijn ophouden van een constitutie, omdat men nder dat niet mee kan komen, ló} Maar nu de revolutie van de twintigste eeuw. Revel is er van rertuigd, dat de wereld behoefte heeft aan een nieuwe revolutie, 'at is daarvan te verwachten? De oplossing van de problemen G°ter twintigste eeuw. Welke zijn dat? Het gevaar van de zelfmoord mensheid door een atoomoorlog, de dreigende wereld-over- 'olking, de ongelijkheid tussen Noord en Zuid, de vervuiling van it milieu en de verkwisting van de wereldenergievoorraden. Al ize problemen overschrijden de nationale grenzen: zij vragen tn wereldregering. Dit program heeft alles tegen. Het is zo (topistisch, dat er maar één argument vóór is, nl. dat het de enige 40»ns is op het voortbestaan der mensheid. 1 De aanzet voor die nieuwe revolutie ziet Revel in Amerika. De SVvolutionaire situatie in Amerika heeft geheel nieuwe trekken, foor het eerst, zegt Revel, gaat het niet om de verdeling van de iek, maar om de koek zelf. De revolutionairen willen niet een itere verdeling, maar een ander nationaal produkt. Bovendien, Eloor het eerst is er hier een revolutie, die zich richt tegen de iiternationale politiek van het land zelf. Dat is nieuw: tot nu toe aanvaardden revolutionairen overal de itionale doeleinden van hun eigen land. Dat doet de Amerikaanse ipositie niet. Amerika is de eerste uitzondering op de regel, dat i oppositie de buitenlandse politiek van het land zelf niet at- iqueert. Geen enkele scheiding der maatschappij, zoals die er 'as in de 19e eeuw, past op de situatie der Verenigde Staten, 's hier geen tegenstelling tussen sociale klassen, tussen arm rijk. Men vindt de verdedigers van de bestaande orde bij lernemers, maar ook bij de bouwvakarbeiders van New York. len vindt het verzet tegen de bestaande orde in Wall Street vaar men de Vietnamese oorlog verwerpt) en aan de universitei- en. bij de jeugd uit de hoogste regionen, en bij de zwarte levolking. Q| Revel ziet in Amerika een revolutie groeien waarin een reeks 'lementen naar voren komt: de ommekeer der zeden, het nieuwe iminisme, het verzet tegen prioriteit van de economie, de anti- itoritaire opvoeding, de verwerping van de uitstraling der na- inale macht in het buitenland als politieke prioriteit, de milieu- Al deze elementen horen bij e'kaar. Anders dan de Russische evolutie, die eenzijdig economisch vyas en cultureel weinig voor belde, is hier sprake van een brede, werkelijke culturele revo- title. Revel gaat verder. Hij ziet ook een religieuze vernieuwing, jfandaar de titel van zijn boek. De revolutie die onderweg is in Almerika, is geen marxistische revolutie, maar ook geen christe lijke revolutie. Een levensgevoel breekt zich baan, dat nieuw is |n getuigt van de jeugdige originaliteit van Amerika. Tegenover het Europese gevoel, dat Amerika verloedert, dat Itmerika in meerderheid „rechts" is en dat een werkelijk linkse Appositie in Amerika geen kansen heeft, staat Révels' visie die toor Amerika optimistisch, maar voor Europa pessimistisch is. De Europese linkse oppositie is in zijn visie al te zeer geïnspireerd toor het verleden (Marxisme en Christendom). De Amerikaanse £Q^ppositie is nieuw en futuristisch. Of hij gelijk heeft? Wie de neo-marxistische rim-ram van vele Ongeren aan moet horen, zou het soms denken. Toch heb ik de hdruk, dat Revel al te zeer slachtoffer is van het schema, dat lij zelf aan de kaak stelt: dat van het oude culturele volwassen Juropa en het jonge, cultureel onvolwassen Amerika. Ik ben ge- teigd zijn correctie op ons beeld van Amerika te overwegen tonder als Europeaan te wanhopen aan de kansen voor een rege neratie van onze eigen kuituur. - Aan het woord is dr. K. Hes- slinga (oud-adjunct-directeur van het chr. blindeninstituut Bartimeus), die sedert enkele weken werkzaam is bij de Ne derlandse Vereniging voor Re validatie in Den Haag, waar hij landelijk coördinator hulpverle ning seksualiteit gehandicapten is. In die paar weken, dat hij in zijn nieuwe functie werkt (tot nu toe werd in Nederland niets gedaan op dit gebied), is het dr. Heslinga al gelukt de adviesbu reaus voor huwelijks- en ge slachtsleven te interesseren in zijn werk. Dit betekent dat de 100 consultatiebureaus van de dr. J. Rutgersstichting (de vroe gere NVSH-consulatiebureaus), van de PSVG (de protestantse stichting voor verantwoorde ge zinsvorming) en MR 70 (Medi sche Raad 70 in Amsterdam) van nu af aan ook bedoeld zijn voor lichamelijk gehandicapten, die met seksuele of relationele problemen te kampen hebben. Op zichzelf is dat al een heie overwinning, want er bestond een plan om speciaal voor li chamelijk gehandicapten een serie consultatiebureaus op te zetten. Dr. Heslinga vond dit echter een principieel verkeerde oplossing van het probleem. „Voor he't belangrijkste deel zijn de problemen op seksueel of relationeel gebied van licha melijk gezonde en lichamelijk gehandicapte mensen dezelfde. Natuurlijk kunnen de lichame lijk gehandicapten seksuele problemen hebben, die van technische aard zijn (bij ccn verlamming zullen andere mo gelijkheden gezocht moeten worden voor een seksuele ge meenschap), maar voor het grootste gedeelte zijn de proble men, die meestal betrekking op de relaties onderling, precies dezelfde. Daarom zou net hele maal verkeerd zijn om lichame lijke gehandicapten nu weer naar aparte bureautjes te sturen," aldus dr. Heslinga. In de korte tijd dat hij nu werkzaam is bij de vereniging voor revalidatie, is dr. Heslinga eigenlijk geschrokken van het enorme aantal problemen, waarmee hij te maken krijgt. Hij is de man, die jaren geleden al van zich deed spreken en vaak in afkeurende zin toen hij de jeugd in Bartimeus" sek suele voorlichting gaf op een wijze die thans over de hele wereld wordt toegepast bij de voorlichting aan blinde jongens en meisjes. „De grootste moeilijkheden ondervond ik toen en ook nu, van de besturen en oudere me dewerkers van de scholen, insti tuten en centra voor lichamelijk gehandicapten, die veelal te maken hebben met frustraties ten aanzien van de beleving van de eigen seksualiteit, wat inhoudt, dat ze überhaupt een negatieve seksualiteitsbeleving hebben en de seksualiteit ook afwijzen voor anderen. En die anderen zijn in dit geval de ge handicapten, die op elk gegied afhankelijk zijn van dit perso neel. Er moet dus in de eerste plaats gewerkt worden aan een mentaliteitsverandering van de mensen, die beroepsmatig in aanraking komen met gehandi capten," aldus dr. Heslinga. Als een van de eerste activi teiten heeft de vereniging voor revalidatie samen met de ANIB (de Algemene Nederlandse In validen Bond) een serie artike len over seksualiteit samenge steld, die wordt opgenomen in het maandblad van de ANIB. Men hoopt door deze artikelen gehandicapten tot reacties te brengen. Het eerste artikel heeft in het april-nummer ge staan. Al kort na de verschij ning kreeg men bij de NVR brieven binnen van gehandicap ten. „Een belangrijk deel van de reacties komt van mensen, die door een verkeersongeval inva lide zijn geworden en die daardoor pas op latere leeftijd geconfronteerd zijn met de spe ciale seksuele problemen van een invalide. In de revalidatie centra, die tegenwoordig mud vol zitten met verkeersslachtof fers, wordt helemaal geen bege leiding gegeven over wat dat ongeluk en de daaropvolgende handicap nu betekenen voor het huwelijksleven. Men leert de mensen opnieuw lopen, ritten en allerlei andere dingen, maar ze krijgen niets te horen hoe het nu verder moet met hun seksuele leven." „In de stapel post, die we nu al gekregen hebben als reactie op ons eerste artikel, blijkt de huwelijkstragiek, die het gevolg is van een verkeersongeluk, heel duidelijk. Die moeilijkhe den zijn vaak des te groter en schrijnender omdat het, juist bij die verkeersongelukken, zo vaak gaat om jonge mannen. Zo kreeg ik een brief van een 33-jarige man, die zes jaar gele den invalide was geworden. Van die tijd af had hij geen seksueel contact meer gehad met zijn vrouw, omdat hij van af zijn taille verlamd was. De man schreef het vreselijk te vinden, juist omdat hij nog zo jong was. Hij vroeg een oplos sing, die het leven weer wat „mooier zou maken voor hem en zijn vrouw". „Die oplossingen zijn er wel, beslist, maar wij zitten in ons christelijk gevoel zo vastgeroest aan een bepaalde rolverdeling, ook in de seksualiteit, dat wan neer deze rolverdeling op de een of andere manier niet meer bestaat, opeens het hele seksue le leven vervalt. Wij vinden nog altijd dat de vrouw in seksuele zaken passief moet zijn, dat de man de leiding moet nemen en dat er maar één traditionele manier van seksuele beleving bestaat. Onze taak is de mensen ervan te overtuigen, dat er ook andere vormen van seksuele be leving bestaan, die zeker niet verwerpelijk of minder goed zijn." „Wanneer ik het in een van onze gespreksgroepen over deze dingen heb, krijg ik maar al te vaak te horen van vrouwen: „Nee, man, ik hou niet van kunstjes. Dan moet het maar zonder. Als dat trouwens alles is, er zijn wel ergere dingen in het Jeven". Zolang een dergelij ke opvatting bestaat en de overhand heeft bij diegenen, die rechtstreeks betrokken zijn bij het intieme leven van een ge- hand'capte, is het géén wonder dat de problemen zich steeds maar ophopen en vergroten. Er zijn ontzettend veel pro blemen, maar toch vind ik. dat wij in de eerste plaats bezig moeten zijn de buitenwereld en de gehandicapten zelf duidelijk te maken, dat zij volledig mens zijn, ook op seksueel gebied. Daarna moeten we dan de pro blemen maar bestuderen, die deze overtuiging met zich mee brengt", aldus dr. Heslinga. Dr. K. Heslinga: veel problemen Mijn twee huwelijken zijn beide stukgelopen op seksue le moeilijkheden. Dat kan ik rustig zeggen, hoewel in de grond van de zaak, de moei lijkheden natuurlijk veroor zaakt zijn door mijn handi cap en de invloed, die deze handicap op mijn hele leven en mijn persoon heeft gehad. Ik ben op 22-jarige leeftijd voor de eerste keer ge trouwd. Heb toen de grootste fout van mijn leven begaan door dat huwelijk zo zakelijk mogelijk te bekijken. Ik was tegen een vrouw van 29 aan gelopen. met wie ik ge trouwd ben toen zij 31 en ik 22 was. Ik redeneerde: ik met mijn handicap vind toch nooit een meisje van mijn eigen leeftijd, laat ik dus maar trouwen met een wat oudere vrouw. Achteraf kan ik het wel verklaren: die vrouw zat met haar 30 jaar seksueel omhoog en ik als Ik woon nog thuis en ben ongetrouwd. Sex komt bij ons thuis nooit ter sprake. Het begrip bestaat voor mijn familie met betrekking tot mij, gewoon niet. Ik weet niet of ze er wel eens over denken, dat ik ook op dat gebied een menselijk wezen ben. Ik kan het nergens uit opmaken. Ik kan me herin neren dat ik als kind wel eens iets over seksualiteit gezegd heb tegen mijn ouders, maar dat ze daar zo gek op reageerden, dat ik helemaal ben dichtgeklapt op dat punt. Ik heb wel met andere mensen over mijn seksuele leven en problemen gepraat. Ben een paar jaar onder behandeling geweest bij een psychiater, maar dat heeft niet veel geholpen, ge lukkig kan ik nogal goed met een zwager van me pra ten. Overigens is de sex niet jongen van 22 ook. Dat hu welijk is grandioos misgelo pen. Na zestien jaar ge trouwd te zijn geweest, ben ik na overleg met een x-aantal deskundigen van huis weggelopen. Het ging niet meer. Op seksueel ge bied wilde ik anemaal din gen. die te progressief waren voor mijn vrouw. Ik heb overigens nooit gevoeld, dat mijn vrouw zich seksueel ge remd voelde door mijn han dicap. Na de scheiding heb ik een rottijd gehad. Ik was gewoon mensenschuw geworden. Ik kwam nog maar bij één ge zin over de vloer en daar ontmoette ik mijn huidige vrouw. De geschiedenis heeft zich toen eigenlijk gewoon herhaald. Ik heb weer de verkeerde keus gedaan. Je vraagt je af, hoe het kan, maar het is gebeurd. Er zijn enorm veel trekken van overeenkomst tussen mijn eerste en mijn tweede huwelijk. In beide gevallen zijn de moeilijkheden met de seksualiteit begonnen. Ik weet we), dat dat trouwens alleen maar symptomen zijn van een relatie, die op ande re manieren al kapot is. Je wilt het dan in bed proberen goed te maken, maar dat kan niet. Ik blijf hier nu gewoon bij deze vrouw zitten en pro beer het allemaal zo goed mogelijk te doen. Ik wil die ellende van een tweede scheiding niet weer hebben. Misschien was het allemaal anders gelopen als ik vroe ger meer begeleiding gehad had op seksueel- en huwe lijksgebied. mijn specifieke probleem, maar de hele situatie van het ongetrouwd-zijn en het feit, dat iedereen, ook mijn ouders, het als vanzelfspre kend aannemen, dat ik een ongetrouwde vrouw zal blij ven. In mijn meisjesjaren is die hele problematiek wat aan me voorbijgegaan. Toen ik op de kweekschool zat, dacht ik, dat er voor mij heus wel een man zou ko men opdagen. Misschien niet direct op jeugdige leeftijd, want jonge jongens letten, naar mijn ideeën van toen, teveel op het uiterlijk, om een relatie met mij te begin nen. Maar ik dacht, dat ik, als ik wat ouder werd en de jongens ook ouder werden en meer op het innerlijk dan het uiterlijk zouden gaan letten, heus wel een man zou krijgen. Nu zie ik dat niet meer zo. Er zijn altijd wel relaties geweest, ook seksuele, maar nooit blijvende. Vaak heb ik relaties gehad met getrouw de mannen. Sedert geruime tijd gebruik ik de pil. Mijn familie houdt ogen en oren dicht voor al deze dingen. Het huis zou te klein zijn als mijn vader zou weten, dat ik de pil gebruikte. Mijn moe der kan dat trouwens ook niet goed verkroppen. Ze hebben geen religieuze be zwaren tegen buitenechtelij ke verhoudingen, maar zijn er gewoon vanuit fatsoens begrippen tegen. Soms heb ik enorm veel last van mijn on getrouwd-zijn en mijn ge brek aan relaties, ik leef dan erg bewust en voel alles he vig. Maar andere keren gaat het allemaal wat over me heen en ben ik erg apatisch. (Invalide man. accountant, (Invalide vrouw, onge- met twee kinderen) trouwd, 29 jaar) Met de weigering om de film „te chagrin et la pitié" uit de zenden, heeft de Franse staatstelevisie ORTF ongewild een flinke stimulans ge geven aan de discussie over de vraag of het beeld van een zich heldhaftig verzettend Frans volk in de tweede wereldoorlog geen dwaze mythe is. I Voor vele Fransen betekent de weige ring van de ORTF een bekroning van de documentaire „Le chagrin et la pi tié" (het verdriet en het medelijden). Zij hebben er dan ook vaak meer dan een uur wachten in een rij voor de bioscoop voor over om de film te zien. Wanneer zij een plaatsje hebben be machtigd worden zij bijna vijf uur lang geconfronteerd met het doorprik ken van de mythe volgens welke de Fransen na De Gaulles oproep vanuit Londen op 18 juni 1940 massaal in ver zet zijn gekomen tegen de Duitsers. De Gaulles oproep werd slechts door een enkeling gehoord, de meeste Fransen bejubelden in die tijd de met de Duit sers samenwerkende Pétain-regering. D§ grootste zorg van de gemiddelde Fransman in de tweede wereldoorlog was hoe het dagelijks leven zo normaal mogelijk kon worden voortgezet. Speci fiek Frans kan deze neiging moeilijk genoemd worden. De discussie hierover is ook in Nederland al meermalen fel opgelaaid. In „Le chagrin et la pitié" komt dit aspect van het gedrag van mensen in oorlogstijd het meest frap pant aan de orde in een interview met een textielhandelaar uit Clermont-Fer rand. De man verdedigt nog altijd het feit dat hij dn het begin van de bezet ting een advertentie in een krant plaatste om iedereen erop te wijzen dat hij geen jood was. Hij vertelt dat hij niets tegen joden had. maar vanwege zijn zaak bij voorbaat wilde vermijden dat mensen zouden kunnen denken dat hijzelf jood was. Die neiging om onder welke omstan digheid ook alleen maar te denken aan het zo normaal mogelijk voortzetten van het éigen leven, toonde zich al op indrukwekkende wijze voordat ik de film in een kleine bioscoop in de Parij- se studentenwijk Quartier Latin zag. Toen de lange rij mensen voor de bio scoop in beweging kwam om de vol gende voorstelling te gaan zien, viel er een meisje flauw. Zij had. net als de andere bioscoopgangers, zeker een uur in een broeiende hitte staan wachten. 'Het meisje werd door iemand opgevan gen. netjes op het trottoir gelegd, en daarna schuifelden alle bioscoopgan gers een voor een langs haar, bezorgde gezichten trekkend, maar niet van plan een hand uit te steken vanwege het risico de plaats dn de rij kwijt te ra ken. „Le chagrin et la pitié" is een dn 1969 gemaakte documentaire, bestaande uit oude fllmdocumenten en hedendaagse interviews. Het is in de eerste plaats een kroniek van de Franse stad Cler mont-Ferrand in oorlogstijd, met daar om heen het gebeuren in heel Fran krijk. De makers van deze produktie Maarschalk Pétaln: geliefd# varradar zijn Marcel Ophüls (zoon van de regis seur Max Ophüls), André Harris en Alain de Sédouy, twee televisiejourna listen die er na de meiopstand van 1968 door de ORTF uitgegooid zijn. Het drietal heeft kennelijk rekening gehou den met de weerstand die er in Fran krijk van staatswege tegen him film zou komen: „Le chagrin et la pitié" is een Zwitserse produktie. De ORTF moge dan geweigerd heb ben de film op de televisie te brengen, in West-Duitsland en in Zwitserland hebben televisiekijkers de film al in afleveringen kunnen zien. Ook in Ne derland zal „Le chagrin et la pitié" op de televisie vertoond worden. De KRO, die een claim op de documentaire heeft, moet nog beslissen wanneer deze wordt uitgezonden. Frankrijk .verkeerde in de tweede wereldoorlog in een bijzondere positie, waardoor het maar ten dele met ande re door de Duitsers bezette landen ver geleken kan worden. Enerzijds was er de legaal aan de macht gekomen Pé tain-regering, die met de Duitsers sa menwerkte. Aan de andere kant stond De Gaulle met zijn aanhangers in Lon den. In een interview zegt Engelands voormalige premier en tijdens de twee de wereldoorlog minister van buiten landse zaken Lord Avon (Anthony Eden) dat'het moeilijk was een hou ding tegenover De Gaulle te bepalen, omdat de generaal-met-aanhang geen naar Londen gevluchte buitenlandse regering was. De perfect Frans spre kende „typische Engelsman" weigert dan ook te zeggen wat hij vindt van de veroordeling van Pétain na de oorlog. De Fransen juichten de bejaarde maarschalk Pétain toe. de held van Verdun uit de eerste wereldoorlog, de man die na de verloren strijd het land door het met de Duitsers op ak koordjes te gooien zou „redden", de militaire leermeester van De Gaulle. De film eindigt met het beeld van de zelfde Fransen bij de bevrijding, nu juichend voor Pétains leerling Charles de Gaulle. Natuurlijk heeft Frankrijk in de tweede wereldoorlog verzet gekend. Maar het was klein, niet massaal. Het stond in geen verhouding tot het aantal mensen dat zich direct na de be vrijding op jacht naar al of niet te recht van collaboratie beschuldigde lie den begaf. De Franse politie was bij die jacht zeer actief. Tijdens de oorlog haalde diezelfde politie voor de Duit sers joden op. Franse politiemannen waren zelfs nog fanatieker dan de Duitsers. Zij brachten de Duitsers in verlegenheid door verder te gaan dan de gestelde regels en arresteerden een joods kind van jonger dan zestien jaar. De Duit sers besloten hierop na veel discussie ook alle joodse kinderen maar te de porteren. Was het Befehl ist Befehl voor de Franse politie ontzagwekken- der dan voor de Duitsers? De jacht op collaborateurs heeft in Frankrijk een fanatiekere vorm gehad dan in Nederland. Mensen werden neergeschoten, gemarteld, gelyncht. Een advocaat uit Clermond-Ferrand, die in de oorlog bekend stond als ver dediger van leden van het verzet, be sloot vanwege het ontbreken van eer lijke rechtspraak na de oorlog als ver dediger van de van landverraad be schuldigden op te treden. In „Le chagrin et la pitié" worden alle partijen, die iets met het gebeuren in de tweede wereldoorlog in Frankrijk te maken hadden, geïnterviewd. Pierre La vals schoonzoon tracht zijn schoon vader, aan wie Pétain in april 1942 on der druk van de Duitsers in feite alle macht had gegeven, tevergeefs te ver dedigen. Duitsers vertellen over de Franse medewerking tijdens de bezet ting. over de lieve Franse meisjes. Ver zetsmensen over de onderlinge moei lijkheden; een gaullist krijgt nog ril- lihgen als hij denkt aan het gevaar van de communisten in het verzet. Stel je voor dat zij na de bevrijding de macht in handen zouden krijgen! Van al die interviews maakt het lan ge gesprek met Christian de la Mazie- re, een vroegere vrijwilliger van de SS-divisie Charlemagne, wel de meeste indruk. iHet gesprek vindt plaats in het Duitse késteel Sigmaringen, indertijd het onderdak van de voor de geallieer den gevluchte Pétain-regering. Mazière vertelt over zijn totale ontgoocheling, toen hij als gevluchte SS-er die Pétain en Laval wilde spreken zonder meer bij het kasteel werd weggestuurd. De bioscoop is doodstil als Mazière erop wijst dat het aantal Fransen dat vrij willig als SS-er dienst heeft genomen bijna even groot is als het aantal Fran sen dat in het verzet heeft gezeten. Als Mazière vertelt waarom hij fas cist is geworden, over zijn opvoeding, over de vechtpartijen tussen commu nisten en fascisten op de middelbare scholen voor de oorlog, waarbij hij wel partij moest kiezen, gaat er in de zaal een hoongelach op. Maar als de beel den van de vechtpartijen worden ge toond is het doodstil. Mazière vertelt na de oorlog iedere ideologie aan de kant te hebben gezet, liberaal te zijn geworden. „Le chagrin et la .pitié" heeft in Frankrijk een hevige discussie losge maakt. „C'est la vérité" (het is de waarheid), zegt de Franse publicist Jean Lacouture. In de bioscoop ge bruikten mijn buren links en rechts (die zeiden respectievelijk rechts en links te zijn) datzelfde korte zinnetje. Maar er zijn ook veel Fransen die de film niet willen zien, er tegen tekeer gaan, hun houding in de oorlog verde digen. Wat was die houding? In de film zelf zegt een vrouw, gevraagd naar de reden van haar Pétainiste zijn in de oorlog: „Niet vanwege de poli tiek, maar gewoon, om de maarschalk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 13