Staphorst werd ook in
het verleden voor
plagen niet gespaard
Tewaterzetting
Omzet van industrie
steeg ruim 14 pet.
55
55
Goede prestatie van Maasstadspelers
Het Hommeltjeblij
en sprankelend toneel
Koningin plantte
een boom
Marsupilami
in
Ridderkerk
Haringwormziekte
Komende
maxi en
winter geen
midi meer
Lindeteves-Jacoberg
wil rendement van
minstens 12 pet.
Nettowinst
Hoogovens
achteruit
19
ZATERDAG 24 APRIL 1971
„De geheele Gemeente Staphorst bevat eene bevolking van on
geveer 4000 inwonerswelke allenmet uitzondering van één
Joodsch huisgezin, de Hervormde godsdienst belijden, en over l
algemeen zeer aan het oude verkleefd zijn, zoowel in het gods
dienstige als in het burgerlijke. Hun leefregel is zeer eenvoudig;
zoodat het niet onder de zeldzaamheden behoort, dat menig huis
van welvarende landlieden te Staphorst en Rouveen, doch niet te
Yhorst, niet anders dan één vertrek bevat zonder schoorsteen".
Dat schreef F. A. Ebbinge Wubben, eerste burgemeester van de
ze gemeente, in 1835 in zijn boek „Plaatsbeschrijving der Ge
meente Staphorst"
Staphorster vrouw die ter kerke
gaat. De hijbei wordt aan een
ketting of koord gedragen, meest
al in de rechter hand. 's Winters
droeg de linker hand bovendien
een fraai uitgesneden rood met
goud geverfde stoof met
koperen hengsel
Kort nadat de publiciteit rond de
polio-uitbarsting in Staphorst is weg
geëbd, is dit boek in de reeks Zalt-
bommelse Herdrukken volgens het
fotomechanisch procédé verschenen
bij de Europese Bibliotheek. Samen
in één band met kunstlederen rug
met goudopdruk met het door dr.
C. H. Ebbinge Wubben, kleinzoon
van de burgemeester, in 1907 uitge
geven „Staphorst en Rouveen". De
twee boeken tellen samen 198 pagi
na's. De prijs bedraagt 25,
De burgemeester beschrijft in het
kort de geschiedenis van Staphorst,
ROTTERDAM Dolle Mina's
bestaan langer dan vandaag en
niet alleen in Nederland Dolle
Hendrikken ook. Félicien Mar-
ceau toont dat in zijn blije ko
medie „Le Babour" (Het Hom-
neltje) overduidelijk. De Ama-
tier Toneelgroep „De Maasstad-
telers" heeft gisteravond in het
Hofpleintheater een heerlijke
creatie van dit blijspel voor het
talrijke publiek neergezet. Dat
de mensen in groten getale zijn
opgekomen is maar gelukkig. De
baten worden immers besteed
aan de tuberculosebestrijding in
de jonge Westafrikaanse staat
Mali.
Het „Hommeltje" laat zien dat de
huidige rolverdeling in het gezin niet
alleen zaligmakend is. Het huishou
den is vooral een kwestie van organi
seren. En wie kan dat beter dan een
man. 's Morgens vroeg uit de veren,
de vrouwen de deur uitwerken en
dan nog even een kaartje leggen of
een uiltje knappen. Aankleden, af
wassen en opruimen is pas nodig als
de tijd daarvoor rijp is, namelijk
even voordat de vrouwen van hun
werk thuiskomen.
Een inspecteur van de arbeid be-
igrijpt er maar niets van. Hij ziet nog
één sprankje hoop in het gezin
Fléchart, namelijk de rebellerende
dochter des huizes, die gaat trouwen
met een man die werkt. Als zij ook
thuis blijft om het huishouden te
doen, loopt alles in het honderd. De
mannen kunnen niet meer ongestoord
hun kaartje leggen en gaan ten einde
raad naar het café. Als zij 's avonds
lichtelijk aangeschoten thuiskomen
worden zij warm onthaald door de
dames. Ma Fléchart grijpt dan per
soonlijk in en brengt haar werkende
schoonzoon in het gareel. De inspec
teur van de arbeid raakt als hij ziet
hoe alles nu reilt en zeilt ook over
tuigd: er gaat niets boven een man
als huisvrouw.
De Maasstadspelers onder leiding
van Lidie Spijkman hebben veel aan
dacht besteed aan de voorbereiding
van het stuk. Zij zijn zo goed in hun
opzet geslaagd dat het „Hommeltje"
alles heeft gekregen wat een komedie
moet hebben: vlot en humoristisch
spel waarom je af en toe kan 1achen.
Koos Buys speelt overtuigend als het
hoofd van het gezin. Doortje Donker
voort is zijn doortastende eega Irma.
Paul Meyer als Raoul met de brede
schouders maakt niet alleen indruk
op zijn buurvrouw en Aat de Waay
zou in haar rol van Josyane beslist
geen gek figuur slaan als stakings
leidster. De overige rollen kregen le
ven door Leontien Punt, John Parser,
Ruud Lagemann en Huib Bosland.
Chiel de Meij zorgde voor een sober
decortje.
STEEF LOBENSTIJN
RIDDERKERK Een gelukkige
samenwerking tussen het, op initia
tief van Ridderkerks burgemeester,
mr. dr. C. J. Verplanke, onlangs op
gerichte comité 30 april en de Stich
ting Kreatief Kultureel Sentrum Rid
derkerk heeft ook voor de popmin-
nende jongeren een aantrekkelijk re
sultaat opgeleverd.
Men heeft kans gezien om op ko
ninginnedag 30 april a.s., een engelse
topgroep naar de Electrozaal Slikker
veer te halen. Het is de bekende 7
mans formatie Marsupilami uit Lon
den, die een mengeling van muziek
presenteert tussen „Ehe Flock" en
„Pink Floyd" muziek.
Deze uniekek samenwerking tussen
het voornoemde comité en de
S.K.K.S.R. gaat nog wat verder dan
het brengen van een buitenlandse
kwaliteit groep alleen. Ooi de prijs is
bijzonder laag en aantrekkelijk ge
houden. In de voorverkoop bi jRadio
Modern aan de Lagendijk te Ridder
kerk kosten de kaartjes slechts f2,50
s avonds aan de zaal, als je er
dan nog bij kunt tenminste, gaat een
toegangsbewijs f 3,- kosten.
Vrijdag 30 april 20.00 uur het unie
ke optreden van de engelse formatie
Marsupilami in de Electrozaal aan de
Rassaustraat te Slikkerveer, weer een
tijdstip om niet te vergeten.
de kleinzoon behandelt de woning, de
kleding, de boerenwagen, kinderspel
letjes, spelen en raadsels en zaken als
gemeenschapsgevoel, bijgeloof en
volksgebruiken.
De heer J. de Wolde, secretaris van
de Stichting Staphorst, heeft er in het
bijzonder voor geijverd dat deze her
drukken tot stand kwamen: „Er is
veel historische literatuur over Stap
horst, maar dit is het beste wat ik
ken."
Hoewel de recente polio-epidemie
stellig een der meest dramatische ge
beurtenissen in het Staphorster volks
leven genoemd mag worden, zijn deze
streek ook in het verleden plagen niet
bespaard, al lagen ze in een heel an
der vlak. In de eerste helft van de
vorige eeuw zijn de akkers van de
boeren zes „saisoenen" onder water
komen te staan, zodat ze genood
zaakt waren hun vee te verkopen. En
in 1831 en 1832 verwoestte een leger
muizen de rogge zo radicaal, dat het
Departement der Nationale Nijverheid
voor ieder honderdtal een beloning
uitloofde van 25 cent. Niet minder dan
08.550 muizen werden toen gedood.
Afkomst
Wat de afkomst van de Stap-
horsters betreft, wordt verwezen
naar wat de predikant A. Putman in
1756 betoogde. Volgens hem was het
een Friese volksplanting. Hij zag re
laties met de Friezen inzake de in
richting van akkers, stallen en hui
zen, onderkende een aantal Friese
woorden en zag ook karakterover
eenkomsten met de Friezen.
Dr. F. A. Ebbinge Wubben beschrijft
gedocumenteerd de wijze waarop de
Staphorsters hun woningen met de
groen en blauw geschilderde deuren
en kozijnen hebben ingericht. Hij doet
dat van tijd tot tijd ook nogal kern
achtig. Als hij bijvoorbeeld een hele
verhandeling heeft gegeven over de
plaats van de stoelen, zegt hij: het
is gans niet onaangenaam, een win
teravond door te brengen bij het flik
kerende takkebossen- of turfvuur,
wanneer de mannen met de piepe in
de bek zitten te breien en de vrou
wen te spinnen."
Kleding
en aan de zondagsrust. De zondag is
in Staphorst altijd zeer hoog gehou
den, al waren er in dat opzicht wel
eens uitspattingen. Zo zelfs dat men
dronken van brandewijn in de kerk
kwam. Daartegen werden de nodige
maatregelen genomen. Het gebeurde
nogal eens als er op zondag getrouwd
werd.
Bijgeloof was de Staphorsters ook
niet vreemd. Dr. Ebbinge Wubben
noemt zeker 25 voorbeelden. In een
oud kerkboek staat: „om de notoore
gepleeghde superstitiën met wijwater,
lesen van St. Jans Evangeliën, duij-
velbannen, sullen N. N. voor ditmaal
en soo lange (geen) berouw sullen ge-
toent hebben, van de tafel des Heeren
afgehouden worden."
Lang hadden de Staphorsters ook
hun eigen geneesmiddelen. Tegen een
snee met een mes hielp, meende men,
spinrag, een tabaksproeme, een ta-
bakskladde of kokende terpentijn. Een
zieke man zag men vaak bij de haard
zitten met de rode rok van een vrouw
om, een zieke vrouw met het kami
zool van een man.
Versje
Ten slotte een versje, dat gezongen
werd als Staphorster kinderen in het
verleden „touwchien" sprongen. Twee
sprongen in terwijl ze zongen.
Meester, mag ik Maandag houwen,
Dinsdag gaat mijn zuster trouwen.
Woensdag moet ik bruiloft houwen,
Donderdag is ze ziek,
Vrijdag wil ze niet,
Zaterdag is het werkdag,
Zondag is het kerkdag,
Van een, twee, drie.
De heer De Wolde, secretaris van de
Stichting Staphorst, steekt niet onder
stoelen of banken, dat hij met de her
druk van de boeken van de twee Eb
binge. Wubbens bijzonder in zijn
schik is („al ben ik van de prijs ge
schrokken"). Hij zou wel willen on
derstrepen, dat het hier om het Stap
horst van 136 jaar en 64 jaar terug
gaat. De tijd heeft er echt niet stil ge
staan. De landbouw heeft er zich hy
permodern ontwikkeld. En de jeugd is
er niet zoveel anders dan elders.
Koningin Juliana heeft gisteren in
Apeldoorn een Hongaarse linde ge
plant om de opening van het nieuwe
gebouw van de bosbouwtechnische
school luister by te zetten.
De landbouwwerktuigen krijgen
veel aandacht en uiteraard ook de
klederdracht, die voor rouw en trouw,
voor zondag en in de week en voor
alle mogelijke situaties en gelegen
heden weer anders is.
Wat draagt, bijvoorbeeld, een klein
meisje, nadat het uit het „pak" is, be
staande uit een katoenen doek, waar
over een wollen deken? „Een mus-
sien, met rood koord afgezet; een
hempien, een ondermouwchien en bo-
vénmouwchien, d.i. een wit borstrokje
van baai, en een bont, 's zomers van
fantasiestof, 's winters van viefschaft,
beide met lange mouwen; een kroep-
liefien, een soort vestje met lange
mouwen, dat op de schouders dicht
gaat, en waaraan van achter een
haakje zit, om de rok aan vast te
hechten." Een kleine jongen heeft,
met enige verschillen, dezelfde kleren
aan als het meisje.
Over Staphorst doen nog altijd de
vreemdste verhalen de ronde. Het is
niet iets van de laatste tijd. In 1907
begon dr. Ebbinge Wubben een van
zijn hoofdstukken al met: „Staphorst,
dat is immers het land, waar ze altijd
met het mes klaar staan, waar dron
kenschap aan de orde van de dag is,
waar geen vreemdeling ongehinderd
doortrekt Is het zo erg als men
vertelt
De schrijver vervolgt: „Met droef
heid moet ik erkennen: zeker, bekke-
snijden, dronkenschap en het overlast
aandoen aan vreemdelingen zijn din
gen die gebeuren, maar de verhalen,
die men daaromtrent (zo vaak uit de
tweede of derde hand) hoort, zijn niet
zelden schromelijk overdreven, en
al ben ik niet geheel onbevooroor
deeld dat het werkelijk nu bij ons
zoveel erger zou zijn dan elders, moet
m.i. nog bewezen worden. En tegen
over het slechte, wat de vreemdeling
wel opmerkt, staat het goede wat hij
niet ziet, en wat alleen gezien kan
worden, niet door een reiziger, die
een vluchtig bezoek komt brengen,
maar wel door iemand, die jaren om
gegaan heeft met de Staphorster be
volking."
Wie dit leest, zou bijna denken dat
burgemeester P. A. Nawijn, nu in
1971, aan het woord is.
Spinsters
Heiligen zijn de Staphorsters nooit
geweest. Op de bijeenkomsten van de
spinsters bijvoorbeeld ging het wel
eens bont toe. Zo zelfs dat er eenmaal
van de kansel („Geliefde broeders en
susters in Christo") ernstig gewaar
schuwd is tegen de dingen, die daar
gebeurden: „oneerbaarheid, sot ge-
geklap en geckerij." Door de beugel
kon ook niet het op zondag schieten
naar een houten papegaai. Ook werd
er gedanst, gekaatst en gekegeld, ont
spanningen, „waar men zich tans
(1907)niet meer mee bezighoudt."
Dr. Ebbinge Wubben wijst ook op
het sterke eenheidsbesef van de Stap
horsters. Het blijkt zelfs uit de wijze
van groeten. Niet „goede dag saam"
of „goeden dag", maar zo dat er mee
leven met de arbeid uit spreekt. Is
iemand aan het ploegen, dan luidt de
groet „an 't bouwen is iemand aan
het oogsten, dan: „an 't rogge halen
Het besef van eenheid komt ook tot
uiting in het onderling hulpbetoon.
Men ziet het in deze verdrietige da
gen weer in de manier waarop er fi
nancieel te hulp geschoten wordt om
de gevolgen van de polio te bestrij
den. Het heeft zich in allerlei vormen
geopenbaard. Moest iemand een
nieuw dak op het huis hebben en hij
had geen geld, dan deed hij niet ver
geefs een beroep op de buren.
De zondag
Veel bladzijden wijdt dr. Ebbinge
Wubben aan het godsdienstig leven
van de Staphorsters, aan de kerkgang
Veel onzin
Over deze gemeente wordt veel on
zin verteld. Zelf heeft de heer De
Wolde een boekje geschreven „Stap
horst zoals het werkelijk is." Hij zegt:
„Van de dingen, die je van tijd tot
tijd hoort, is wel wat waar, maar in
het algemeen wordt er verschrikke
lijk overdreven. De dorpsgerichten,
bijvoorbeeld, bestaan niet meer."
Daar is hij niet rouwig om. Wat
hem wel spijt, is dat zoveel karakte
ristieke Staphorster boerderijen, on
danks dat ze op de monumentenlijst
staan, door verbouwingen dreigen
verloren te gaan. Hij kan er wel be
grip voor hebben, dat de mensen die
kleine ruitjes niet meer willen, maar
jammer blijft het. En dat geldt, vindt
hij, ook voor het steeds meer verdwij
nen van de eigen klederdracht. „In
hoofdzaak is dat het geval bij de ge
reformeerden; de hervormden en
oud-gereformeerden houden er nog
het sterkst aan vast. Overigens is ze
altijd wel aan de mode onderhevig
geweest. Ze werd steeds weer aange
past aan de tijd."
MAASSLUIS Geen traditio
nele tewaterlating, glijdend van
een helling, maar een tewgter-
zetting. Dat gebeurde vrijdag in
Maassluis bij de scheepswerf De
Haas. Het ging dan wel om een
kleine boot, maar toch spectacu
lair. Het is de havensleep- en
duwboot Neptunus 6. Het schip
is in aanbouw voor de rederij
Zwaak te Rotterdam. De Neptu
nus moet dienst gaan doen bij
de behandeling van bakken af
komstig uit de zogenaamde
kangoeroeschepen.
Dank zy de dwingend voorgeschre
ven maatregelen, o.m. het diepvrie
zen van de haring, is de haring
wormziekte vrijwel uit Nederland
verdwenen, aldus een mededeling
van de geneeskundige hoofdinspectie
van de Volksgezonndheid in het
Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde.
Deze conclusie wordt getrokken
uit de volgende gegevens: geduren
de het haringseizoen 1967 werden
nog 51 patiënten ter kennis van de
geneeskundige hoofdinspectie ge
bracht, in 1968, 1969 en 1970 waren
deze aantallen nog slechts resp. 6,
3 en 1.
De benen lijken het toch te hebben gewonnen in de mode. In de
Franse confectieshows, die de mode voor de komende winter tonen,
is dezer dagen namelijk gebleken, dat de midi- en maxi-modellen
bijna helemaal zijn verdwenen uit het modebeeld voor de komende
herfst en winter.
Volgens velen is de lange rok hele
maal uit de mode verbannen op aan
drang van de Amerikaanse confectio
nairs, omdat de vrouwen in Amerika
over het algemeen felle tegenstanders
waren (en zijn) van de midi- en
maxi-roklengte. „De midi- en maxi-
lengte was in Frankrijk erg populair.
Daarom is het zo stom, dat de con
fectie nu weer bijna helemaal van
deze lengte is afgestapt. Ik geloof ze
ker, dat dat gebeurd is, alleen op
aandrang van confectionairs uit an
dere Europese landen en uit Ameri
ka", zei een Woordvoerder van l'Em-
pereur, een van de toonaangevende
luxe confectiezaken in Parijs.
Het merendeel van de 725 Franse
manufacturiers en ontwerpers toonde
voornamelijk modellen met een rok-
lengte, die eigenlijk vlees, noch vis
was: niet lang en niet kort, maar zo
halverwege zwevend om en nabij de
knie. „Een lengte, die door geen enkel
meisje of jonge vrouw leuk gevonden
wordt", volgens de Franse confectio
nairs.
Het enige leuke in deze nogal duffe
wintercollecties, zijn de shorts, die de
komende winter nog erg populair
blijven.
Knickerbockers en gaucho's zullen
de komende winter nog wel gedragen
worden, maar toch aanzienlijk min
der dan de afgelopen winter het ge
val «was. Lange pantalons worden
weer veel belangrijker in de nieuwe
winterconfectie, ze maken verreweg
het grootste deel uit van het totale
„broekenassortiment" in de Franse
confectie-collecties.
Andere trends in de nieuwe con
fectie: conventionele pakjes, gecombi
neerd met blouses, broekjurken, die
juist boven de 'knie reiken, 'lange
pantalons, die aan de enkel door een
elastiekje bijeengerimpeld worden
(zoiets als de ouderwetse trainings
broeken) 'en veel vrolijke kleuren,
zoals 'geel, -abrikoos-kleur, oranje,
helblauw en felgroen.
FINANCIËN
AMSTERDAM Lindeteves-Jaco
berg heeft in 1970 een brutowinst be
haald van ƒ17,1 min. tegen ƒ11,7 min.
in het vorige jaar. De nettowinst
steeg t.o.v. 1969 met ruim 20 pet. van
ƒ.4,3 min. tot 5,2 min.
Hiervan zal de helft worden gedo
teerd aan het reservefonds. Daardoor
komt gebaseerd op de huidige ver
houdingen eigen-vreemd vermogen
ccn voldoende bedrag ter beschikking
voor nieuwe activiteiten en investe
ringen. Zoals bekend, wordt voorge
steld het dividend te verhogen van 14
tot 16 pet. in contanten.
Bij alle operationele eenheden en
ook bij de onderdelen daarvan, zal
worden getracht te komen tot een
rendement van minstens 12 pet. na
belastingen op het eigen vermogen.
In 1970 is dit rendement gestegen van
10 tot circa 11,5 pet.
Groei van de maatschappij is niet
alleen mogelijk door overneming,
doch ook door uitbreiding en verbete
ring van de reeds bestaande organi
satie, waardoor de mogelijkheid tot
het aantrekken van interessante
agentschappen wordt bevorderd.
De operationele eenheden in Neder
land kunnen op een goed jaar terug
zien, hoewel in de laatste maanden
van het verslagjaar het tempo van de
groei werd afgeremd door verminde
ring van investeringsactiviteiten. In
het algemeen zette de groei van de
kantoren in hét Verre Oosten zich
voort, waarbij in het bijzonder wor
den genoemd Japan en Singapore.
Waarde in totaal f 82,4 miljard
DEN HAAG De waarde van de totale omzet van de industrie
heeft in het afgelopen jaar 82,4 miljard bedragen. Dit komt ten
opzichte van 1969 neer op een stijging van ruim 14 procent. In 1969
beliep de toeneming vergeleken met het voorafgaande jaar 13
procent. In het laatste kwartaal van 1970 bedroeg de omzet van de
industrie bijna 23 miljard.
De export in het 4e kwartaal van
1970 ad 8,5 miljard bracht het ex
portcijfer van de industrie voor ge
heel 1970 op ƒ30,6 miljard. Een stij
ging van ruim 16 pet. vergeleken met
1969. Het aandeel van de export in de
totale omzetwaarde steeg van ruim 36
procent in 1969 tot ruim 37 procent in
1970, zo blijkt uit een publikatie van
het CBS.
Het aantal werkzame personen in
de industrie betrekking hebbende op
industriële ondernemingen met 10 en
meer personen, excl. het bouwbedrijf
bedroeg eind december 1.079.400
personen. Dit betekent een verminde
ring to.v. de bezetting per ultimo sep
tember 1970 met ca. 5.600 personen
(-0,5 pet Deze daling van 5.600 per
sonen werd voor een belangrijk deel
door seizoensinvloeden veroorzaakt.
Uit een vergelijking met de stand
per eind september 1970, blijkt, dat
de personeelsbezetting in de kleding-
sector met 1500 personen is teruggelo
pen tot 56.500 personen (-2,5 pet.) en
in de textielsector met 2.300 personen
(-2,8 pet.) tot 79.900 personen. In de
voedings- en genotmiddelenindustrie
liep de bezetting met 3000 personen
terug tot 157.600 personen (-1,9 pet.).
In de metaalindustrie nam de bezet
ting toe met 1400 personen tot 447.000
personen (4- 0.3 pet) en in de chemi
sche industrie met 1000 personen 1
pet.) tot 101.500 personen.
Sphinx ontslaat
121 man; 200
anderen volgen
Van onze correspondente
MAASTRICHT De aardewerk-
industrie NV- Koninklijke Sphinx
Céramique heeft gisteren 121 werk
nemers ontslag aangezegd. Na her
structurering zullen nog 200 a 250
ontslagen moeten volgen. Er is een
afvloeiingsregeling getroffen.
De directie en de betrokken vak
bonden hebben meegedeeld dat de
ontslagen nodig zijn om de werkgele
genheid van de resterende 2000 werk
nemers te waarborgen.
Als oorzaak van de slechte gang van
zaken by Sphinx werd enerzijds het
beleid van de directie gegeven en an-
zyds de buitenlandse concurrentie.
Er zijn inmiddels enkele wijzigin
gen aangebracht in de samenstelling
van de directie.
AMSTERDAM De nettowinst
van Hoogovens is, volgens voorlopige
cijfers, in het eerste kwartaal van dit
jaar 37 pet. achtergebleven bij die
van dezelfde periode van 1970, zo is
in de jaarvergadering meegedeeld. De
directie voegde hieraan toe, dat uit
deze cijfers niet geconcludeerd mag
worden, dat de jaarwinst in een gelij
ke mate zal dalen. De eerste drie
maanden van 1970 waren nl. de beste
periode van het gehele jaar. Wel is
nog eens bevestigd, dat het resultaat
duidelijk lager zal zijn dan vorig
jaar.
Niettemin achtte de raad van be
stuur het heel onwaarschijnlijk, dat
het huidige dividend (ƒ4 in contan
ten) niet gehandhaafd zal kunnen
worden. Hoogovens houdt niet van
schommelingen in de uitkering, zo
bleek tijdens een uitvoerige discussie
over het dividendbeleid.
Veel aandeelhouders hadden graag
gezien, dat Hoogovens een stockdivi
dend had uitgekeerd. Maar naar de
mening van directie en commissaris
sen is dat slechts verantwoord bij op
timistische verwachtingen en die zijn
er op het ogenblik niet bij het staal
concern. Toegezegd werd echter, dat
Hoogovens bij een opgaande lijn weer
tot bonusuitkeringen zal overgaan.
Volgens Hoogovens is het noodzake
lijk. dat de staalprijzen verhoogd
worden. Sommige staalbedrijven
staan al op verlies.