Staphorst werd ook in het verleden voor plagen niet gespaard Tewaterzetting Omzet van industrie steeg ruim 14 pet. 55 55 Goede prestatie van Maasstadspelers Het Hommeltjeblij en sprankelend toneel Koningin plantte een boom Marsupilami in Ridderkerk Haringwormziekte Komende maxi en winter geen midi meer Lindeteves-Jacoberg wil rendement van minstens 12 pet. Nettowinst Hoogovens achteruit 19 ZATERDAG 24 APRIL 1971 „De geheele Gemeente Staphorst bevat eene bevolking van on geveer 4000 inwonerswelke allenmet uitzondering van één Joodsch huisgezin, de Hervormde godsdienst belijden, en over l algemeen zeer aan het oude verkleefd zijn, zoowel in het gods dienstige als in het burgerlijke. Hun leefregel is zeer eenvoudig; zoodat het niet onder de zeldzaamheden behoort, dat menig huis van welvarende landlieden te Staphorst en Rouveen, doch niet te Yhorst, niet anders dan één vertrek bevat zonder schoorsteen". Dat schreef F. A. Ebbinge Wubben, eerste burgemeester van de ze gemeente, in 1835 in zijn boek „Plaatsbeschrijving der Ge meente Staphorst" Staphorster vrouw die ter kerke gaat. De hijbei wordt aan een ketting of koord gedragen, meest al in de rechter hand. 's Winters droeg de linker hand bovendien een fraai uitgesneden rood met goud geverfde stoof met koperen hengsel Kort nadat de publiciteit rond de polio-uitbarsting in Staphorst is weg geëbd, is dit boek in de reeks Zalt- bommelse Herdrukken volgens het fotomechanisch procédé verschenen bij de Europese Bibliotheek. Samen in één band met kunstlederen rug met goudopdruk met het door dr. C. H. Ebbinge Wubben, kleinzoon van de burgemeester, in 1907 uitge geven „Staphorst en Rouveen". De twee boeken tellen samen 198 pagi na's. De prijs bedraagt 25, De burgemeester beschrijft in het kort de geschiedenis van Staphorst, ROTTERDAM Dolle Mina's bestaan langer dan vandaag en niet alleen in Nederland Dolle Hendrikken ook. Félicien Mar- ceau toont dat in zijn blije ko medie „Le Babour" (Het Hom- neltje) overduidelijk. De Ama- tier Toneelgroep „De Maasstad- telers" heeft gisteravond in het Hofpleintheater een heerlijke creatie van dit blijspel voor het talrijke publiek neergezet. Dat de mensen in groten getale zijn opgekomen is maar gelukkig. De baten worden immers besteed aan de tuberculosebestrijding in de jonge Westafrikaanse staat Mali. Het „Hommeltje" laat zien dat de huidige rolverdeling in het gezin niet alleen zaligmakend is. Het huishou den is vooral een kwestie van organi seren. En wie kan dat beter dan een man. 's Morgens vroeg uit de veren, de vrouwen de deur uitwerken en dan nog even een kaartje leggen of een uiltje knappen. Aankleden, af wassen en opruimen is pas nodig als de tijd daarvoor rijp is, namelijk even voordat de vrouwen van hun werk thuiskomen. Een inspecteur van de arbeid be- igrijpt er maar niets van. Hij ziet nog één sprankje hoop in het gezin Fléchart, namelijk de rebellerende dochter des huizes, die gaat trouwen met een man die werkt. Als zij ook thuis blijft om het huishouden te doen, loopt alles in het honderd. De mannen kunnen niet meer ongestoord hun kaartje leggen en gaan ten einde raad naar het café. Als zij 's avonds lichtelijk aangeschoten thuiskomen worden zij warm onthaald door de dames. Ma Fléchart grijpt dan per soonlijk in en brengt haar werkende schoonzoon in het gareel. De inspec teur van de arbeid raakt als hij ziet hoe alles nu reilt en zeilt ook over tuigd: er gaat niets boven een man als huisvrouw. De Maasstadspelers onder leiding van Lidie Spijkman hebben veel aan dacht besteed aan de voorbereiding van het stuk. Zij zijn zo goed in hun opzet geslaagd dat het „Hommeltje" alles heeft gekregen wat een komedie moet hebben: vlot en humoristisch spel waarom je af en toe kan 1achen. Koos Buys speelt overtuigend als het hoofd van het gezin. Doortje Donker voort is zijn doortastende eega Irma. Paul Meyer als Raoul met de brede schouders maakt niet alleen indruk op zijn buurvrouw en Aat de Waay zou in haar rol van Josyane beslist geen gek figuur slaan als stakings leidster. De overige rollen kregen le ven door Leontien Punt, John Parser, Ruud Lagemann en Huib Bosland. Chiel de Meij zorgde voor een sober decortje. STEEF LOBENSTIJN RIDDERKERK Een gelukkige samenwerking tussen het, op initia tief van Ridderkerks burgemeester, mr. dr. C. J. Verplanke, onlangs op gerichte comité 30 april en de Stich ting Kreatief Kultureel Sentrum Rid derkerk heeft ook voor de popmin- nende jongeren een aantrekkelijk re sultaat opgeleverd. Men heeft kans gezien om op ko ninginnedag 30 april a.s., een engelse topgroep naar de Electrozaal Slikker veer te halen. Het is de bekende 7 mans formatie Marsupilami uit Lon den, die een mengeling van muziek presenteert tussen „Ehe Flock" en „Pink Floyd" muziek. Deze uniekek samenwerking tussen het voornoemde comité en de S.K.K.S.R. gaat nog wat verder dan het brengen van een buitenlandse kwaliteit groep alleen. Ooi de prijs is bijzonder laag en aantrekkelijk ge houden. In de voorverkoop bi jRadio Modern aan de Lagendijk te Ridder kerk kosten de kaartjes slechts f2,50 s avonds aan de zaal, als je er dan nog bij kunt tenminste, gaat een toegangsbewijs f 3,- kosten. Vrijdag 30 april 20.00 uur het unie ke optreden van de engelse formatie Marsupilami in de Electrozaal aan de Rassaustraat te Slikkerveer, weer een tijdstip om niet te vergeten. de kleinzoon behandelt de woning, de kleding, de boerenwagen, kinderspel letjes, spelen en raadsels en zaken als gemeenschapsgevoel, bijgeloof en volksgebruiken. De heer J. de Wolde, secretaris van de Stichting Staphorst, heeft er in het bijzonder voor geijverd dat deze her drukken tot stand kwamen: „Er is veel historische literatuur over Stap horst, maar dit is het beste wat ik ken." Hoewel de recente polio-epidemie stellig een der meest dramatische ge beurtenissen in het Staphorster volks leven genoemd mag worden, zijn deze streek ook in het verleden plagen niet bespaard, al lagen ze in een heel an der vlak. In de eerste helft van de vorige eeuw zijn de akkers van de boeren zes „saisoenen" onder water komen te staan, zodat ze genood zaakt waren hun vee te verkopen. En in 1831 en 1832 verwoestte een leger muizen de rogge zo radicaal, dat het Departement der Nationale Nijverheid voor ieder honderdtal een beloning uitloofde van 25 cent. Niet minder dan 08.550 muizen werden toen gedood. Afkomst Wat de afkomst van de Stap- horsters betreft, wordt verwezen naar wat de predikant A. Putman in 1756 betoogde. Volgens hem was het een Friese volksplanting. Hij zag re laties met de Friezen inzake de in richting van akkers, stallen en hui zen, onderkende een aantal Friese woorden en zag ook karakterover eenkomsten met de Friezen. Dr. F. A. Ebbinge Wubben beschrijft gedocumenteerd de wijze waarop de Staphorsters hun woningen met de groen en blauw geschilderde deuren en kozijnen hebben ingericht. Hij doet dat van tijd tot tijd ook nogal kern achtig. Als hij bijvoorbeeld een hele verhandeling heeft gegeven over de plaats van de stoelen, zegt hij: het is gans niet onaangenaam, een win teravond door te brengen bij het flik kerende takkebossen- of turfvuur, wanneer de mannen met de piepe in de bek zitten te breien en de vrou wen te spinnen." Kleding en aan de zondagsrust. De zondag is in Staphorst altijd zeer hoog gehou den, al waren er in dat opzicht wel eens uitspattingen. Zo zelfs dat men dronken van brandewijn in de kerk kwam. Daartegen werden de nodige maatregelen genomen. Het gebeurde nogal eens als er op zondag getrouwd werd. Bijgeloof was de Staphorsters ook niet vreemd. Dr. Ebbinge Wubben noemt zeker 25 voorbeelden. In een oud kerkboek staat: „om de notoore gepleeghde superstitiën met wijwater, lesen van St. Jans Evangeliën, duij- velbannen, sullen N. N. voor ditmaal en soo lange (geen) berouw sullen ge- toent hebben, van de tafel des Heeren afgehouden worden." Lang hadden de Staphorsters ook hun eigen geneesmiddelen. Tegen een snee met een mes hielp, meende men, spinrag, een tabaksproeme, een ta- bakskladde of kokende terpentijn. Een zieke man zag men vaak bij de haard zitten met de rode rok van een vrouw om, een zieke vrouw met het kami zool van een man. Versje Ten slotte een versje, dat gezongen werd als Staphorster kinderen in het verleden „touwchien" sprongen. Twee sprongen in terwijl ze zongen. Meester, mag ik Maandag houwen, Dinsdag gaat mijn zuster trouwen. Woensdag moet ik bruiloft houwen, Donderdag is ze ziek, Vrijdag wil ze niet, Zaterdag is het werkdag, Zondag is het kerkdag, Van een, twee, drie. De heer De Wolde, secretaris van de Stichting Staphorst, steekt niet onder stoelen of banken, dat hij met de her druk van de boeken van de twee Eb binge. Wubbens bijzonder in zijn schik is („al ben ik van de prijs ge schrokken"). Hij zou wel willen on derstrepen, dat het hier om het Stap horst van 136 jaar en 64 jaar terug gaat. De tijd heeft er echt niet stil ge staan. De landbouw heeft er zich hy permodern ontwikkeld. En de jeugd is er niet zoveel anders dan elders. Koningin Juliana heeft gisteren in Apeldoorn een Hongaarse linde ge plant om de opening van het nieuwe gebouw van de bosbouwtechnische school luister by te zetten. De landbouwwerktuigen krijgen veel aandacht en uiteraard ook de klederdracht, die voor rouw en trouw, voor zondag en in de week en voor alle mogelijke situaties en gelegen heden weer anders is. Wat draagt, bijvoorbeeld, een klein meisje, nadat het uit het „pak" is, be staande uit een katoenen doek, waar over een wollen deken? „Een mus- sien, met rood koord afgezet; een hempien, een ondermouwchien en bo- vénmouwchien, d.i. een wit borstrokje van baai, en een bont, 's zomers van fantasiestof, 's winters van viefschaft, beide met lange mouwen; een kroep- liefien, een soort vestje met lange mouwen, dat op de schouders dicht gaat, en waaraan van achter een haakje zit, om de rok aan vast te hechten." Een kleine jongen heeft, met enige verschillen, dezelfde kleren aan als het meisje. Over Staphorst doen nog altijd de vreemdste verhalen de ronde. Het is niet iets van de laatste tijd. In 1907 begon dr. Ebbinge Wubben een van zijn hoofdstukken al met: „Staphorst, dat is immers het land, waar ze altijd met het mes klaar staan, waar dron kenschap aan de orde van de dag is, waar geen vreemdeling ongehinderd doortrekt Is het zo erg als men vertelt De schrijver vervolgt: „Met droef heid moet ik erkennen: zeker, bekke- snijden, dronkenschap en het overlast aandoen aan vreemdelingen zijn din gen die gebeuren, maar de verhalen, die men daaromtrent (zo vaak uit de tweede of derde hand) hoort, zijn niet zelden schromelijk overdreven, en al ben ik niet geheel onbevooroor deeld dat het werkelijk nu bij ons zoveel erger zou zijn dan elders, moet m.i. nog bewezen worden. En tegen over het slechte, wat de vreemdeling wel opmerkt, staat het goede wat hij niet ziet, en wat alleen gezien kan worden, niet door een reiziger, die een vluchtig bezoek komt brengen, maar wel door iemand, die jaren om gegaan heeft met de Staphorster be volking." Wie dit leest, zou bijna denken dat burgemeester P. A. Nawijn, nu in 1971, aan het woord is. Spinsters Heiligen zijn de Staphorsters nooit geweest. Op de bijeenkomsten van de spinsters bijvoorbeeld ging het wel eens bont toe. Zo zelfs dat er eenmaal van de kansel („Geliefde broeders en susters in Christo") ernstig gewaar schuwd is tegen de dingen, die daar gebeurden: „oneerbaarheid, sot ge- geklap en geckerij." Door de beugel kon ook niet het op zondag schieten naar een houten papegaai. Ook werd er gedanst, gekaatst en gekegeld, ont spanningen, „waar men zich tans (1907)niet meer mee bezighoudt." Dr. Ebbinge Wubben wijst ook op het sterke eenheidsbesef van de Stap horsters. Het blijkt zelfs uit de wijze van groeten. Niet „goede dag saam" of „goeden dag", maar zo dat er mee leven met de arbeid uit spreekt. Is iemand aan het ploegen, dan luidt de groet „an 't bouwen is iemand aan het oogsten, dan: „an 't rogge halen Het besef van eenheid komt ook tot uiting in het onderling hulpbetoon. Men ziet het in deze verdrietige da gen weer in de manier waarop er fi nancieel te hulp geschoten wordt om de gevolgen van de polio te bestrij den. Het heeft zich in allerlei vormen geopenbaard. Moest iemand een nieuw dak op het huis hebben en hij had geen geld, dan deed hij niet ver geefs een beroep op de buren. De zondag Veel bladzijden wijdt dr. Ebbinge Wubben aan het godsdienstig leven van de Staphorsters, aan de kerkgang Veel onzin Over deze gemeente wordt veel on zin verteld. Zelf heeft de heer De Wolde een boekje geschreven „Stap horst zoals het werkelijk is." Hij zegt: „Van de dingen, die je van tijd tot tijd hoort, is wel wat waar, maar in het algemeen wordt er verschrikke lijk overdreven. De dorpsgerichten, bijvoorbeeld, bestaan niet meer." Daar is hij niet rouwig om. Wat hem wel spijt, is dat zoveel karakte ristieke Staphorster boerderijen, on danks dat ze op de monumentenlijst staan, door verbouwingen dreigen verloren te gaan. Hij kan er wel be grip voor hebben, dat de mensen die kleine ruitjes niet meer willen, maar jammer blijft het. En dat geldt, vindt hij, ook voor het steeds meer verdwij nen van de eigen klederdracht. „In hoofdzaak is dat het geval bij de ge reformeerden; de hervormden en oud-gereformeerden houden er nog het sterkst aan vast. Overigens is ze altijd wel aan de mode onderhevig geweest. Ze werd steeds weer aange past aan de tijd." MAASSLUIS Geen traditio nele tewaterlating, glijdend van een helling, maar een tewgter- zetting. Dat gebeurde vrijdag in Maassluis bij de scheepswerf De Haas. Het ging dan wel om een kleine boot, maar toch spectacu lair. Het is de havensleep- en duwboot Neptunus 6. Het schip is in aanbouw voor de rederij Zwaak te Rotterdam. De Neptu nus moet dienst gaan doen bij de behandeling van bakken af komstig uit de zogenaamde kangoeroeschepen. Dank zy de dwingend voorgeschre ven maatregelen, o.m. het diepvrie zen van de haring, is de haring wormziekte vrijwel uit Nederland verdwenen, aldus een mededeling van de geneeskundige hoofdinspectie van de Volksgezonndheid in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde. Deze conclusie wordt getrokken uit de volgende gegevens: geduren de het haringseizoen 1967 werden nog 51 patiënten ter kennis van de geneeskundige hoofdinspectie ge bracht, in 1968, 1969 en 1970 waren deze aantallen nog slechts resp. 6, 3 en 1. De benen lijken het toch te hebben gewonnen in de mode. In de Franse confectieshows, die de mode voor de komende winter tonen, is dezer dagen namelijk gebleken, dat de midi- en maxi-modellen bijna helemaal zijn verdwenen uit het modebeeld voor de komende herfst en winter. Volgens velen is de lange rok hele maal uit de mode verbannen op aan drang van de Amerikaanse confectio nairs, omdat de vrouwen in Amerika over het algemeen felle tegenstanders waren (en zijn) van de midi- en maxi-roklengte. „De midi- en maxi- lengte was in Frankrijk erg populair. Daarom is het zo stom, dat de con fectie nu weer bijna helemaal van deze lengte is afgestapt. Ik geloof ze ker, dat dat gebeurd is, alleen op aandrang van confectionairs uit an dere Europese landen en uit Ameri ka", zei een Woordvoerder van l'Em- pereur, een van de toonaangevende luxe confectiezaken in Parijs. Het merendeel van de 725 Franse manufacturiers en ontwerpers toonde voornamelijk modellen met een rok- lengte, die eigenlijk vlees, noch vis was: niet lang en niet kort, maar zo halverwege zwevend om en nabij de knie. „Een lengte, die door geen enkel meisje of jonge vrouw leuk gevonden wordt", volgens de Franse confectio nairs. Het enige leuke in deze nogal duffe wintercollecties, zijn de shorts, die de komende winter nog erg populair blijven. Knickerbockers en gaucho's zullen de komende winter nog wel gedragen worden, maar toch aanzienlijk min der dan de afgelopen winter het ge val «was. Lange pantalons worden weer veel belangrijker in de nieuwe winterconfectie, ze maken verreweg het grootste deel uit van het totale „broekenassortiment" in de Franse confectie-collecties. Andere trends in de nieuwe con fectie: conventionele pakjes, gecombi neerd met blouses, broekjurken, die juist boven de 'knie reiken, 'lange pantalons, die aan de enkel door een elastiekje bijeengerimpeld worden (zoiets als de ouderwetse trainings broeken) 'en veel vrolijke kleuren, zoals 'geel, -abrikoos-kleur, oranje, helblauw en felgroen. FINANCIËN AMSTERDAM Lindeteves-Jaco berg heeft in 1970 een brutowinst be haald van ƒ17,1 min. tegen ƒ11,7 min. in het vorige jaar. De nettowinst steeg t.o.v. 1969 met ruim 20 pet. van ƒ.4,3 min. tot 5,2 min. Hiervan zal de helft worden gedo teerd aan het reservefonds. Daardoor komt gebaseerd op de huidige ver houdingen eigen-vreemd vermogen ccn voldoende bedrag ter beschikking voor nieuwe activiteiten en investe ringen. Zoals bekend, wordt voorge steld het dividend te verhogen van 14 tot 16 pet. in contanten. Bij alle operationele eenheden en ook bij de onderdelen daarvan, zal worden getracht te komen tot een rendement van minstens 12 pet. na belastingen op het eigen vermogen. In 1970 is dit rendement gestegen van 10 tot circa 11,5 pet. Groei van de maatschappij is niet alleen mogelijk door overneming, doch ook door uitbreiding en verbete ring van de reeds bestaande organi satie, waardoor de mogelijkheid tot het aantrekken van interessante agentschappen wordt bevorderd. De operationele eenheden in Neder land kunnen op een goed jaar terug zien, hoewel in de laatste maanden van het verslagjaar het tempo van de groei werd afgeremd door verminde ring van investeringsactiviteiten. In het algemeen zette de groei van de kantoren in hét Verre Oosten zich voort, waarbij in het bijzonder wor den genoemd Japan en Singapore. Waarde in totaal f 82,4 miljard DEN HAAG De waarde van de totale omzet van de industrie heeft in het afgelopen jaar 82,4 miljard bedragen. Dit komt ten opzichte van 1969 neer op een stijging van ruim 14 procent. In 1969 beliep de toeneming vergeleken met het voorafgaande jaar 13 procent. In het laatste kwartaal van 1970 bedroeg de omzet van de industrie bijna 23 miljard. De export in het 4e kwartaal van 1970 ad 8,5 miljard bracht het ex portcijfer van de industrie voor ge heel 1970 op ƒ30,6 miljard. Een stij ging van ruim 16 pet. vergeleken met 1969. Het aandeel van de export in de totale omzetwaarde steeg van ruim 36 procent in 1969 tot ruim 37 procent in 1970, zo blijkt uit een publikatie van het CBS. Het aantal werkzame personen in de industrie betrekking hebbende op industriële ondernemingen met 10 en meer personen, excl. het bouwbedrijf bedroeg eind december 1.079.400 personen. Dit betekent een verminde ring to.v. de bezetting per ultimo sep tember 1970 met ca. 5.600 personen (-0,5 pet Deze daling van 5.600 per sonen werd voor een belangrijk deel door seizoensinvloeden veroorzaakt. Uit een vergelijking met de stand per eind september 1970, blijkt, dat de personeelsbezetting in de kleding- sector met 1500 personen is teruggelo pen tot 56.500 personen (-2,5 pet.) en in de textielsector met 2.300 personen (-2,8 pet.) tot 79.900 personen. In de voedings- en genotmiddelenindustrie liep de bezetting met 3000 personen terug tot 157.600 personen (-1,9 pet.). In de metaalindustrie nam de bezet ting toe met 1400 personen tot 447.000 personen (4- 0.3 pet) en in de chemi sche industrie met 1000 personen 1 pet.) tot 101.500 personen. Sphinx ontslaat 121 man; 200 anderen volgen Van onze correspondente MAASTRICHT De aardewerk- industrie NV- Koninklijke Sphinx Céramique heeft gisteren 121 werk nemers ontslag aangezegd. Na her structurering zullen nog 200 a 250 ontslagen moeten volgen. Er is een afvloeiingsregeling getroffen. De directie en de betrokken vak bonden hebben meegedeeld dat de ontslagen nodig zijn om de werkgele genheid van de resterende 2000 werk nemers te waarborgen. Als oorzaak van de slechte gang van zaken by Sphinx werd enerzijds het beleid van de directie gegeven en an- zyds de buitenlandse concurrentie. Er zijn inmiddels enkele wijzigin gen aangebracht in de samenstelling van de directie. AMSTERDAM De nettowinst van Hoogovens is, volgens voorlopige cijfers, in het eerste kwartaal van dit jaar 37 pet. achtergebleven bij die van dezelfde periode van 1970, zo is in de jaarvergadering meegedeeld. De directie voegde hieraan toe, dat uit deze cijfers niet geconcludeerd mag worden, dat de jaarwinst in een gelij ke mate zal dalen. De eerste drie maanden van 1970 waren nl. de beste periode van het gehele jaar. Wel is nog eens bevestigd, dat het resultaat duidelijk lager zal zijn dan vorig jaar. Niettemin achtte de raad van be stuur het heel onwaarschijnlijk, dat het huidige dividend (ƒ4 in contan ten) niet gehandhaafd zal kunnen worden. Hoogovens houdt niet van schommelingen in de uitkering, zo bleek tijdens een uitvoerige discussie over het dividendbeleid. Veel aandeelhouders hadden graag gezien, dat Hoogovens een stockdivi dend had uitgekeerd. Maar naar de mening van directie en commissaris sen is dat slechts verantwoord bij op timistische verwachtingen en die zijn er op het ogenblik niet bij het staal concern. Toegezegd werd echter, dat Hoogovens bij een opgaande lijn weer tot bonusuitkeringen zal overgaan. Volgens Hoogovens is het noodzake lijk. dat de staalprijzen verhoogd worden. Sommige staalbedrijven staan al op verlies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 19