aar
blijven
de meisjes
van 18?
Melkweg heeft
nieuwe buren
Er zijn „kijkkastjes"
die Baveiaars heten
ZATERDAG 27 MAART 1971
j/ertenties in de bladen illustreren het zwart
en de misgreep van Paulientje F. deed het
pr pijnlijk voelen: het personeelsprobleem in
Jlzijnssector wordt elk jaar nijpender. De te-
i aan verpleegsters, bejaardenverzorgsters en
"""anderen, die de defecte medemens willen
overeind te blijven, groeien. Niet omdat de
jstelling voor het beroep dalend zou zijn, al-
jmdat er een tekort aan meisjes is. Een gebrek
girl-power", noemt het arts J. Lucas Luyckx,
;nEh adviseur van de Nationale federatie Het
jgtle Kruis, die onlangs in het blad van de or-
rees grondt dokter
lyckx op de nuchtere
van statistieken, op
ijn, die op «en bord
bureau aan
Herenstraat een con-
van geboorten re-
ceuïe enorm hoge golf in
apkai 284.000 kinderen wer-
000,-oren is de lijn steeds
b&edaald. Een daling, die
tot 1956. Daarna was
een stijgende tendens
I top in 1969 (waar-
Ie a"s gevolg van de ne-
jubliciteit over de pil in
i, maar op het ogenblik
uul'-Ur een duidelijke nieu-
te constateren."
trai
1970 zal het cijfer
°®Mjnlijk niet meer dan
ledragen. Welk verband
tussen deze cijfers en
ige tekorten? Dit: de
iarige meisjes, die wc
hebben, komen precies
•dieptepunt van het be-
le jaren vijftig. Uit de
het geboortecijfer
rond de 225.000.
dat er nu gewoon
g meisjes zijn. En om-
000^ geboortelijn sindsdien
tebleven, zullen die te-
°)lijv\?n aanhouden. We
middenin en er is geen
O.trerbetering".
lucas Luyckx voegt er
elijk aan toe. dat dit
enige factor is. Een
itge«langrijke noemt hij de
van de leeftijd, waar-
It getrouwd. Bij de
^™igt die nu rond dc 23.
laast speelt onder
van Dolle Mina-akties
jle toenemende belang-
foor typisch mannelijke
i een xol, plus het feit,
in deze jaren een stij-
Hoe langer hoe meer aangewezen op buitenlandse hulpvaardigheid?
gend aantal oudere verpleeg
sters met pensioen gaat." Om
dan nog maar niet eens te pra
ten over de gestegen behoefte
aan vakbekwame verpleegsters.
Neem nu zo'n nieuwe hartbe-
wakingsafdeling van een zie
kenhuis; daar heb je zeker vijf
verpleegsters per bed nodig.
Met de nierdialyse is dat al niet
anders. Nieuwe technieken
eisen meer mankracht per bed".
Een uitzichtloze situatie? Zo
ver wil de Utrechtse arts niet
gaan. Eén mogelijkheid noemt
hij het werven van verpleeg
sters in het buitenland, al geeft
hij direct toe, dat dit moeilijk
zal zijn omdat van de meisjes
ganisatie opnieuw de alarmklok luidde. Laten we
de zaken nuchter onder ogen zien:- als niet nu
maatregelen worden genomen, hoeft het straks niet
meer, dan zitten we met een enorme chaos. Nu al
kondigt die zich aan. Het is triest te moeten con
stateren, dat er al gedeelten van ziekenhuizen en
andere inrichtingen leeg staan omdat er geen meis
jes meer te krijgen zijn. Wanneer we nu niet voor
een oplossing zorgen, zal de toestand de komende
jaren nog verergeren en bepaald zorgelijk gaan
worden".
in een zeer pril stadium ver
keert").
Een totale oplossing van het
probleem verwacht hij er echter
niet van. „Er zal méér moeten
worden gedaan, in de eerste
plaats in eigen land. We zullen
gecoördineerd moeten gaan
werken «n als ziekenhuizen el
kaar geen vliegen gaan afvan
gen met een tientje extra voor
nieuwe verpleegsters".
Bovendien wil dokter Luyckx
op departementaal1 niveau een
meer gericht optreden. „Op het
ogenblik zijn er niet minder
dan drie ministeries bezig met
het probleem van de verple
ging: CRM, onderwijs en sociale
zaken en Volksgezondheid. Wel
iswaar is er een interdeparte
mentale stuurgroep, maar die
kan weinig doen met drie ver
schillende bazen. Het liefst zou
ik een apart welzijnsdeparte-
ment zien, maar dat is volgens
de politieke partijen geen haal
bare zaak. Een goed convpromis
zou zijn Kruisinga minister te
maken met een eigen staatsse
cretaris. Dan zou je misschien
nog wat kunnen doen".
Meer coördinatie, ook ten
aanzien van de opleidingen.
Arts Luyckx is groot voorstan
der van een uniforme op'ciding.
„Ik verwacht veel van de plan
nen, die straks als experiment
worden uitgevoerd: op drie of
vier plaatsen in ons land een
cursus te beginnen, die bestaat
uit één jaar dagonderwijs voor
de basis en daarna specialise
ring tijdens een stage-periode.
die gecombineerd wordt met
schoolonderwijs."
„Als je zoiets eenmaal op po
ten hebt. kunnen de ziekenhui
zen en andere instellingen min
der invloed uitoefenen en kun
nen centraal prioriteiten wor
den bepaald. Dan kan het niet
meer voorkomen, dat er teveel
meisjes naar verzorgingstehui
zen gaan om mensen te verple
gen, die eigenlijk best thuis
kunnen worden verpleegd.
Wanneer de ve.rdeling centraal
wordt geregeld, kun je de men
sen inzetten waar ze werkelijk
nodig zijn".
door
Dick Ringlever
toch zeker wel een mavo-oplei
ding wordt verwacht. Daarom
ziet hij ook weinig in gerichte
wervingsacties.
Méér verwacht hij van indi
viduele initiatieven. De komst
van een aantal Phillppijnse
meisjes, die nu in Amsterdamse
ziekenhuizen werken, noemt hij
één voorbeeld. Een ander de
plannen van de Amsterdamse
Stichting W«rk voor U, die dit
jaar een aantal Indonesische
meisjes naar Nederland wil ha
len.
Zelf is hij nu ook bezig met
het leggen van contacten over
de grens („ik kan er nog niets
over zeggen omdat het plan nog
In het kader van die betere
planning past ook zijn kritiek
op de snelle uitbreiding van het
aantal ziekenhuisbedden. „Het
zelfde geldt voor de psychiatri
sche ziekenhuizen en andere in
richtingen. Volgens de rege
ringsnota Bejaardenbeleid 1970
is het streven er op gericht in
1975 10.000 nieuwe verpleegte
huisbedden te hebben voor so
matische patiënten en d.emente
bejaarden. En in dezelfde nota
is te vinden, dat per jaar voor
rond 12.000 bedden verzorgings
tehuizen voor bejaarden dienen
te worden gebouwd."
„Elders wordt een drastische
uitbreiding bepleit van bet aan
tal bedden voor somatisch en
psychisch gehandicapte kinde
ren. Je kunt je in alle redelijk
heid wèl afvragen of dit zo
maar kan en mag blijven door
gaan. Het heeft weinig zin al
maar nieuwe tehuizen te blijven
bouwen als er geen personeel is
voor de patiënten".
Alleen wanneer deze hele
problematiek centraal wordt
aangepakt, is er, volgens medi
cus Luyckx. misschien nog een
mogelijkheid uit het slop te ra
ken. Niet, dat men er meer
meisjes mee zal aantrekken,
want op het ogenblik lijkt het
verzadigingspunt wel bereikt.
Maar wèl zal men wellicht kun
nen komen tot een betere ver
daling van het beschikbare po
tentieel.
Men zal er mee kunnen voor
komen, dat gediplomeerde ver
pleegsters moeten worden inge
zet voor het schrobben van
vloeren of aan de anders
kant taken krijgen opgelegd,
waarvoor ze eigenlijk de be
voegdheid niet hebben.
„Daarvoor Is echter", zegt hij,
„een grote eensgezindheid no
dig. Niet alleen op overheidsni
veau, ook bij de ziekenhuizen
en inrichtingen. Daar zal men
verder m'oeten kijken dan de
eigen winkel. Kortom: er zal
gehandeld moeten worden. En
als dat niet op korte termijn ge
beurt. zal het waarschijnlijk
nooit mr?r hoeven."
Om de hoek van ons Melkwegstelsel,
waarvan ook de aarde deel uitmaakt, zijn
kort geleden twee buren ontdekt. Op een
afstand van drie miljoen lichtjaren hebben
Amerikaanse astronomen twee melkweg
stelsels aangetoond, waarvan het bestaan
tot voor kort onbekend was. Versluierd
door dikke wolken interstellair stof, kon
den zij zich aan menselijke waarneming
onttrekken. Eerst in 1968 nam de Italiaanse
astronoom Maffei vreemde objecten waar
in infra-rood beelden. Ze zijn pas enkele
jaren later officieel bevestigd. Ter ere van
hun ontdekker zijn de' sterrenstelsels Maf
fei 1 en Maffei 2 genoemd.
Melkwegstelsels zijn enorme eilanden in het
heelal die miljoenen sterren, interstellair
stof en gaswolken omvatten. Sommige
sterrenstelsels zijn zelfs zo groot dat zij in
feite uit honderden afzonderlijke stelsels
bestaan. Vanaf de aarde kunnen de astro
nomen met krachtige telescopen vele melk
wegstelsels waarnemen, maar slechts en
kele staan zo dicht bij de onze, dat zij
buren kunnen worden genoemd. Voor ons
melkwegstelsel is dat de Andromedanevel,
drie satelliet sterrenstelsels en dan de kort
geleden ontdekte Maffei 1 en Maffei 2.
Volgens berekeningen staan deze sterren
stelsels ongeveer twee keer zover van de
aarde af als de Andromedanevel die tot
vóór deze ontdekking als onze enige buur
werd beschouwd. Een astronoom van het
Mount Palomar Observatorium in Californië
heeft gerapporteerd dat een van de twee
even helder is als de Andromeda. Dit zou
betekenen dat, gezien de grotere afstand
tot de aarde, deze waarschijnlijk in helder
heid die van de Andromeda en de Melk
weg overtreft.
PAUL van LANGSTRAAT
Foto: een beeld van Maffei 1 en 2, vastge
legd door het Mount Palomar Observatorium In
Californië. De overige (soms grote) punten zijn
sterren van het Melkwegstelsel.
di
-
eeks 1800 leefde in Leiden
poudige timmerman. Cor-
ke<felaar verdiende door hard
net genoeg om zijn gezin
jpjte houden. Was hij dus
druk bezig, ook 's avonds
et stil. Wat genoten vooral
akleïn als vader „de kist" te
vai haalde. Uit die kist kwa-
ikjes en latjes, zaagjes en
en stukjes ivoor,
en lindehout te voor-
Ti dan begon vader te
„knutselen" zoals hij het zelf noem
de; hij maakte „kijkkastjes" waarin
huisjes, landschappen en gebouwen
of poorten van Leiden te zien wa
ren.
Vooral interieur, waarin alles
„net echt" stond neergezet, vonden
de kinderen prachtig.
Zo nu en dar. kwamen de buren en
een heel enkele keer gebeurde het,
dat een deftige meneer vaders lief
hebberij zat te bekijken. Cornelis
Bavelaar genoot de belangstelling
van zijn stadgenoten. Maar.de tij
den werden slechter, de handel gir.g
iginele Leidse Bav
hard achteruit en ook in zijn gezin
deed weldra de armoede haar intre
den.
Werk was er niet aan de timmer
manswinkel en toen begon Bavelaar
zijn liefhebberijen om te zetten in
dagelijks werk. Hij maakte „kijkkast
jes" aan de lopende band. Het ver
droot hem wel dat hij niet alles zo
precies meer kon afwerken, maar hij
moest zijn produkten verkopen om
brood op de plank te krijgen.
Gelukkig kon hij elke week zo'n
kunststukje brengen bij de rijke me
neer Kleynenbergh. Die betaalde
hem prompt acht gulden! Bovendien
kreeg Bavelaar verlof om in het lo
gement bij de Wittepoort te Leiden
enkele van zijn werkstukjes ten toon
te stellen. Velen, vooral Engelsen, die
op doorreis waren, kochten voor tien
of twaalf gulder. zo'n echt Hollands
product. Zo hield Bavelaar zijn gezin
éénentwintig kinderen! boven
water.
Rijk is hij nooit geworden en toen
hij in 1831 op 65-jarige leeftijd stierf,
liet hij een weduwe met vier kinde
ren na: zeventien had hij er over
leefd in een bestaan vol zorg en ver
driet.
Plet wonderlijke is, dat de naam
van deze eenvoudige Leidenaar tot
op onze tijd voortleeft. Die kijkdozen
heten nog „Baveiaars", maar thans
kunt u ze alleen in enkele musea en
bij een paar particulieren bewonde
ren.
Omstreeks 1920 waren er naar
schatting nog 175 Baveiaars in ons
land. In de Lakenhal te Leiden zijn
30 originele' Baveiaars te zien. Ze
zijn van hout of ivoor en het zijn
naast landschappen, zeegezichten en
binnenhuisjes vooral de zeven Leidse
poorten (Witte-, Koe-, Hoogwoerds-,
Zijl-, Mare-, Rijnsburger-, en
Morschpoort), die de aandacht trek
ken. Oorspronkelijk waren er acht,
door
J. H. Kruizinga
-X- Midden in de Amsterdamse Jordaan werkte de heer Sterk aan zijn Baveiaars.
maar een enthousiaste bezoeker ont
vreemdde er een.
De grootste particuliere verzame
ling bezit de heer J. Th. A. Peskens
te Naarden.'Zijn overgrootvader, Jo
seph Reidinger, die van 1799 tot 1867
in Leiden leefde, kocht er een aantal
van Bavelaar zelf. Oorspronkelijk
was de collectie nog veel 'groter,
maar door boedelscheiding is ze zeer
verminderd.
Corr.elis Bavelaar zou in onze tijd
misschien reclamefotograaf of regis
seur zijn geworden, want hij had een
scherp oog voor de compositie van
het tafereel. Zijn „kijkkastjes" waren
schilderijtjes van losse houten onder
delen. die door hun perspectivische
juistheid, in houten kastjes van acht
tot tien cm diepte gemonteerd achter
glas 'eer. wonderlijk stereoscopisch
leven kregen.
Zijn vlijmscherp pennemesje to
verde uit hout, papier en stro een
verkleinde wereld, zoals niemand
voor of na hem heeft gekund. De
kunstenaar 'gaf zijn 'taferelen een
kalme maar zeer scherpe karakteris
tiek en had de goede smaak zich r.iet
te buiten te gaan aan veelheid van
kleuren. Hij gebruikte het blanke
hout en beplakte hoogstens achter
en zijwanden met blauw papier,
waardoor de stadsgezichten en land
schappen los kwamen te staan var.
de hemelruimte.
Zo ontstond een merkwaardig ty
pisch Hollands beeld. Het was blank
en schoon en objectief; het droeg zijn
vertelling uit door een rustige, half-
humoristische uitbeelding, die ten
nauwste verwant was aar. de Neder
landers zelf. Hij hield hun als het
ware een spiegel voor, die bovendien
een schat van kleine gegevens over
het dagelijks .Teven in zijn tijd
weerkaatste.
De Baveiaars trekken niet alleen
de aandacht door het ragfijne en mi
nutieuze knutselwerk, dat getuigt
van een ongelooflijke kunstvaardig
heid, maar ook omdat zij een onge
dwongen beeld geven van het volksle
ven uit het begin van de negentiende
eeuw. 'Juist omdat er nog betrekke
lijk veel van Baveiaars werk be
waard bleef, is het jammer, dat er
nergens een afbeelding van zijn per
soon te vinden is.
Met het heengaan var. Cornelis
Bavelaar stond ook de beoefening
van deze volkskunst stil. Totdat..-, in
1943 de heer H. C. Sterk te Amster
dam ^en boekje uit de Heemschutse
rie op de kop tikte. Hij las in „Over
Volkskunst" ifdoor J. R. W. Sin-
ninghe, deel 22) het hoofdstuk over
Bavelaar en toen dacht hij: dat kan
ik ook wel eens proberen.
Na veel moeite lukte het de heer
Sterk dergelijke interieurtjes te ver
vaardigen. Deze geboren Jordaner
werkte voornamelijk naar oude
prenten en prentbriefkaarten. Vaak
ook maakte hij zelf foto's van oude
huizen, vooral in de Jordaan. Die te
kende hij eerst na en begon net als
Bavelaar te knippen, te plakken en
te verven.
Door de liefhebberij van deze Am
sterdammer herleefde de oude volks
kunst en bovendien legde de heer
Sterk verdwenen hoekjes en huizen,
die binnenkort in de Jordaan ge
sloopt worden, vast Zijn collectie is
na zijn dood (1968) door het gemeen
tearchief van Amsterdam overgeno
men, en van tijd tot tijd worden deze
„Baveiaars" geëxposeerd.
Gelukkig zet een neef '-van deze
Amsterdammer dit kunstige knutsel
werk voort. Het gaat nog gebrekkig,
maar hij zal het wel leren. Misschien
kunnen wij u later nog eens berich
ten dat Bavelaar, via de heer Sterk,
weer een echte opvolger heeft.
BIJLAGE VAN
HET KWARTET
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad