WATER, VUIL EN ZONDEBOK -Als één kerkganger geeuwend op het scherm komt... Van Ingens bizarre humor RIZA doet niet zo geheimzinnig to A ZATERDAG 20 MAART 1977 „A's één kerkganger geeuwend op het scherm komt, wordt meteen „de kerk" gekompromitteerd. De man zelf die misschien 's nachts bij een zieke moest waken ver dwijnt achter zijn geeuw. Niemand ziet dat geeuwen als een oproep tot medelijden of hulpbetoon. Het komt niet aan op het menselijke, maar op het onberispelijke beeld. En dat beeld is niet het beeld van de levende gemeente, maar de ideale voorstelling van „de kerk" volgens de intentie van de produ cer. Niet de kijker, maar de regis seur legt bepaalde accenten, onder de dwang van het medium". Dit i9 „zomaar" een fragment uit „Verkondiging en massamedia" door dr. O. Jager. Hij heeft verleden jaar november een college over dit onder werp gegeven voor dominees en zijn verhaal is nu in uitgewerkte vorm als Kamper cahier verschenen bij Kok in Kampen (prijs ƒ3,96). Het is een doorwrocht (werkje geworden, met 88 voetnoten. Wanneer we hier onder een aantal citaten uit „Ver kondiging en massamedia" geven, verbeelden we ons niet een indruk te goven van het betoog van dr. Jager maar menen we wel duidelijk te ma ken dat hier op een boeiende manier belangwekkende dingen aan de orde komen. Dr. Jager: „Zoals Verkade-meisjes op den duur immuun worden voor de prikkels en verleidingen van de cho colade-wereld, wordt de gemiddelde kijker ongevoelig voor de boodschap van tv.-uitzendingen. Dat is een in stinctieve zelfbcschermingsreaktie. Zoals in een mens vanzelf een af weermechanisme aan het werk gaat, als hij overspoeld wordt door een zondvloed van gezwets en getroffen door een trommelvliesvuur van pro paganda, zo drijft de veelheid van beelden de vermoeide kijker naar een soort analfabetisme: het raakt hem niet meer. en het maakt dan geen verschil, als in die veelheid zich ineens iets aandient als het ene no dige." „In de omroepliteratuur doet men vaak alsof een kerkdienst een apart probleem vormt, maar de media ge dragen zich tegenover de binnen- en buitenstaanders van élk gebeuren gelijk. Het aparte ligt alleen in het feit da» autoraces voor de liefhebber zijn bedoeld en dat men kerkdiens ten, al of niet 'aangepast', als 'diens ten voor iedereen' wil verkopen." ,J)e techniek verandert de echte kerkdienst in een onechte. De hoor ders krijgen zodoende een vals beeld van een kerkdienst en dat kan hun verlangen naar een echte kerkgang moeilijk stimuleren." „Het meebidden en meezingen in de kerk is niet de enige vorm waarin de deelneming aan een eredienst mo gelijk is. Het kan ook door bewust een t.v. dienst aan te zetten of te laten aanstaan. Vanwege de kleinere ruimte in de huiskamer kan er nog méér gekoncentreerd geluisterd wor den. En zelfs het afzetten van de uit zending is een vorm van betrokken heid: wie ja mag zeggen, moet ook nee kunnen zeggen." „De thans vereiste verkondiging door-de-techniek kan niet gereali seerd worden met de gewone tech niek der verkondiging. Wat op de kansel waar is. kan voor de mikro- foon onwaar zijn. Als ik bij verschil lende gelegenheden hetzelfde zeg, zeg ik juist niet hetzelfde, zei Ebeling. Dc principiële loochening van dit In zicht i9 de grondslag van de Evange lische Omroep. Vele buitenkerkelij ke» zijn bhj met een aanpak als van de E.O.: die bevestigt hen in de illu sie dat ze er geen deel aan kunnen hebben. Maar sinds het begin van dë jaren zestig wordt in de wetenschap pelijke diskussies voor vaststaand aangenomen dat de verkondiging door de massamedia niet op het privélevcn van enkelingen betrokken mag blijven, doch staat of valt met de maatschappelijke relevantie." „Door zijn reizen wordt de paus ge- konfronteerd met de ellende van de armen: dat betekent een overgang van sakrale expressie naar humane impressie. Maar als hij voor de V.N. spreekt, moet hij volgens kerkelijke traditie boven de partijen blijven staan. Hij zegt: Geen oorlog meer! - maar het zou pas zoden aan de dijk zetten, als hij zei: Geen oorlog meer van de soort zoals u die nu voert! De camera zet hem voor de hele wereld te kijk als een machteloos man. Als hij de nieuwe media aanvaardt, kan hij niet tegelijk de oude neutraliteit vasthouden." „Het is geen bezwaar, als een uit zending voor sommigen te moeilijk (of te eenvoudig) is. De kerk kan zeggen: u kunt er niet bij, maar dan moet u er ook maar bij komen. Klare taal is ook niet alles. Dat de radio- en t.v. preken vanzelf verstaanbaar der worden, als er 'leken' worden in geschakeld, is een van de merkwaar digste misleidingen van de tijdgeest bij zijn poging zichzelf te verkopen. Demokratisering en duidelijkheid kunnen niet samengaan; pas een dik- tatuur geeft duidelijkheid. Hoe meer de 'leken' gehonoreerd worden, des te gekompliceerder worden spraak en tegenspraak in de kerk. Juist het demokratisch karakter van de chris telijke boodschap belemmert het po pulariseren." „De programmamakers hebben te weinig gelegenheid voor persoonlijke omgang met brede lagen van het kerkvolk en kunnen daardoor zelfs allergisch worden voor de kerk zoals deze in vele gewone gemeenten leeft. Dit roept het gevaar op van een zgn. profetisme vanuit emotionele agres sie of totale vervreemding inplaats van een profetische kritiek vanuit diepe solidariteit en verwantschap." Ierland raakt waterarm. Dr. H. L. Golterman, directeur van het Limnologisch (zoetwater- Instituut te Nieuwersluis heeft dit al vaker betoogd. „We beschikken slechts over onge- ijf kubieke kilometer water en dat is te weinig, want in de prognose voor het jaar 2000 aangegeven dat bevolking en industrie samen al vijf km3 water nodig hebben; dit bete dat we zonder een continu nieuwe toevoer op 31 december van ieder jaar met lege «n zouden zitten." Daarom, aldus Golterman, moet het besef doordringen dat geen vuil in pater mag worden gebracht. Onze meren en plassen hebben door gepleegde roofbouw 1 len zelfreinigende werking meer. Daarom ook zou er een „Deltaplan" voor het veiligstellen Hns oppervlaktewater moeten komen en een centraal uitvoerend orgaan met eigen gezag tanciële middelen. visie die de afgelopen nog een aanvulling kreeg noodkreet van de veront- Nederlandse waterleiding ven: „Wij zijn ernstig I' trust over het ontbreken en centraal waterbeleid in nd, dat zich uitstrekt over titeit, kwaliteit en gebruik et water." iet licht van deze en ande- 32j jtlek lijkt de nieuwe wet Ireiniging oppervlaktewa- bijna verouderd. Het /m- Jt. dat de kwaliteit van ons 'vlaktewater (maar dan al- van de rijkswateren, die 10 procent van al het ■laktewater uitmaken) in ;en houdt, wordt in deze imers volgens de criti- een beperkte taak gege- ~'it instituut, het 50 jaar IZA (Rijksinstituut voor •ing van Afvalwater) is met het geven van advie- 'oor de bouw van zuive- .tallaties, met de vergun- en aanslagregeling voor izen van afvalwater en met de inventarisatie van de verontreinigingsgraad van de rijkswateren. Het beheer van het drinkwater valt overigens weer onder het ministerie van sociale zaken en volksgezond heid. Toch is het RIZA de laatste tijd als zondebok gaan fungeren voor particulieren en actiegroe pen, die zich onder meer heftig hebben verzet tegen het op een onderzoek van het instituut ge baseerde besluit vuil afvalwater via een persleiding in de Eems- Dollart te pompen. Ook het feit dat in sommige publicaties over Nederlands vuile water het RIZA optreedt als een soort mystiek-lichaam- op-de-achtergrond draagt daar toe bij. De kop boven een kran- tebericht van enkele weken ge leden luidde: „RIZA-directeur. minister en premier: Zwemwa ter is wel vuil, maar ongevaar lijk." Het RIZA (in de kop voor de minister en voor de premier genoemd) heeft gesproken: Ro ma locuta, causa finita? RIZA-directeur ir. K. C. Zijl stra vindt dat de'hier en daar levende gedachte van een op permachtig RIZA gemakkelijk kan worden ontkracht met de taakomschrijving: „We zijn een adviserende dienst van Rijks waterstaat, die betrokken is bij het kwaliteitsbeheer van de rijkswateren. De resultaten van onze onderzoekingen leiden tot adviezen op grond waarvan de bewindslieden^ via de directeur- generaal van' Rijkswaterstaat tot besluitvorming komen. Dit neemt natuurlijk niet weg dat onze adviezen zeer belangrijke bouwstenen zijn bij deze be sluitvorming." Het RIZA wordt nogal eens gebïek aan openheid verweten. Zo zouden bijvoorbeeld de re sultaten van de onderzoekingen naar de vervuiling van de op pervlaktewateren en naar de gevolgen van de in 1968 in be drijf gestelde Haagse perslei ding niet voldoende zijn vrijge geven. Ook de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland heeft vorige week in een nota over de vervuiling van de Westerschel- de gezegd dat er meer openheid moet komen rond de meetresul taten van het RIZA. Dc vereniging vindt het niet juist dat pas met gegevens ter tafel is gekomen, nadat dc Nederlandse Consumentenbond en vorig jaar de Belgische Verbruikers-unie met rapporten over dc vuile badstran- den kwamen. Het wekt de schijn dat bezwarende gegevens ter wille van economische belangen pas na geruime tijd openbaar worden ge maakt. IR. ZIJLSTRA: „De resulta ten van het onderzoek naar de Haagse persleiding zijn onlangs 26 februari in een open baar stuk door de minister aan de Tweede-Kamerleden toege stuurd en liggen voor iedereen ter inzage. Wij hebben direct opdracht gegeven dit rapport in een zodanig grote oplage te drukken, dat het publiek er kennis van kan nemen. Ook het verwijt dat het RIZA rapporten achterhoudt of met geheime rapporten werkt is niet gerecht vaardigd, omdat het RIZA eraan gewend is overheidsin stanties die voor de kwaliteit verantwoordelijk zijn onmiddel lijk op de hoogte te stellen van bepaalde conclusies." „Alle uit onderzoeken resulte rende cijfers kunnen door in stanties, die daar beroepshave bij betrokken zijn, worden in gezien. Actiegroepen kunnen in een gesprek antwoord van ons krijgen op hun vragen. Jaar lijks beschikken wij over 20.000 cijfers over de kwaliteit van de oppervlakte wateren uit eigen waarnemingen. Het is geen ge ringe zaak daaruit rapporten samen te stellen, die voor ieder een begrijpelijk zijn. Bovendien verzamelen wij pas sinds 1965 systematisch gegevens, terwijl er een heel lange periode nodig is om de grote samenhangen te leren onderscheiden. Daarom is het nog moeilijk altijd weten schappelijk verantwoorde con clusies te trekken." -J""".*. N wordt vaak van kunstenaars ge- dat ze hun vorm gevonden heb- In hun werk heeft zich dan een Ide manier van doen gemanifes- waaraan men ze herkennen kan stijl waardoor ze dan tevens ns" bij in te delen zijn. Zo wordt Ingen's (voor J., Johannes, Hans ngen) werk, waarvan tot 10 april leel te zien is in kunstzaal „De r", Burgemeester De Reigerstraat techt, in Scheen's Lexicon aan- d als „super-surrealistisch". ervlakkig gezien krijg je dan en wat de bedoeling van een lexicon °i „Voetspljkers",aguarel 1970 ngeveer een indruk: zo op het eerste qua werkwijze en vorm heeft lens oeuvre wel (vaak) iets van wat t loop der jaren surrealisme zijn gaan de gedachtenwereld erachter heeft ei il niets mee van doen. i9 er zelfs m tegengesteld aan. Want surrealis- volgens de definitie van baanbreker het tot uitdrukking brengen van de e werkzaamheid van het denken (lot klopt het wel, maar:) vrij van bewuste 'ie of morele vooroordelen, zijn er nog: het psychisch automatis- zonder enige controle van de rede. psychisch automatisme 't best te ijken met de krabbeltjes die men soms tijdens het telefoneren Is er bij Van niet bi|. praat honderd uit en doet dat zeer Over de „schaalvergroting" bijvoor die zich vandaag de dag voordoet passen, laat ik maar zeggen, heel multipels In objecten die in serie ■kt worden dat zijn dingen, die soms wel mooi zijn, die iedereen kan aan- ^Jtn en die in feite niemand storen, een Hiprodukt dus in tweeërlei betekenis." ^Par wat Ik wil is Iets maken voor men- éie privé aangesproken willen worden. I dus, die persoonlijk Is gericht en k>or ingrijpt. Een persoonlijke medede el® iemand kan opvatten als humor of satire, als kolder of serieus, als mystiek of gewoon maar als een dwaas idee. Zo zit er aan de ene kant de gedachte aan het ingrij pen in het privéleven en aan de andere kant probeer ik iets van het universele in mijn werk te leggen." Het probleem waarmee Van Ingen zich al vele jaren bezighoudt, eigenlijk al vanaf zi|n academietijd, is vooral het conflict tussen het „echt" en het „niet echt". In zijn jonge jaren spitste zich dat al toe in de behandeling van het perspectief. Hij bezit daar nog een heel duidelijk voorbeeld van: een gefantaseerd stadsgezicht in vogelvlucht. Toen hij dat zui ver volgens de geleerde regels van het per spectief uitvoerde, ontdekte hij, dat het resul taat onwerkelijk aandeed; de illusie van de diepte ontstond pas na een vrije bewerking „op het oog". Dat was in de jaren dertig. En het werk van nu: (o.a.) panelen, ge aquarelleerd met gebruik van objecten. Drie maal een peer bijvoorbeeld. Eerst een „tast bare" peer (maar niet werkelijk „echt" omdat 'ie van plastic is), dan een zo echt mogelijk geschilderde peer. die alleen maar een illusie van dimensies geeft en tenslotte een com pleet plastisch stilleventje: een heel klein peertje op een klein tafeltje in een heel klei ne, wisselend verlichte ruimte. De schijn is echt, het echte is schijn... Of een hand van een étalagepop waarop een sinaasappel, die uit een paneel naar voren steekt. Op het paneel Is een slagschaduw geschilderd. „Als zon ding in een kamer hangt, krijgt het er bij verschil lende belichtingen nog een aantal schaduwen bij. Het heeft verder geen enkele betekenis. Volgens mij is het alleen maar een stadium: vandaaruit kun je weer verder. Zo lang je nog zoekt is er nog hoop van leven." Zo is er in al dit werk het contrast: van vlak en ruimte: van echt en schijn, van reali teit en mysterie, van heden en verleden. Vele sterk symbolisch geladen, ongelooflijk fijnzin nig geschilderde aquarellen, en als ik dan eindelijk, op een vraag van Van Ingen, wat hij dan wel is, inplaats van „een surrealist" nogal zelfverzekerd antwoord: „een symbo list", blijxt dat hij het met die zo nadrukkelijk in zijn werk naar voren komende symboliek ook niet zo best kan vinden. „ledereen kan die dingen uitleggen zoals hij zelf wil en dan krijg je op een gegeven moment weer de pest aan symbolen. Hier bijvoorbeeld: een slang, de slang Is voor mij zowel de slang van Evan als de esculaap: een dubbele bodem dus, en dat wil ik niet. Ik wil iets hebben waarin de beschouwer pre cies geïnformeerd wordt en vooral dat con flict „echt of niet echt" aanvoelt" De beschouwer is maar al te dikwijls ge neigd in dit genre veel te diep te graven. De sfeer van dit soort werken bewerkstelligt dat men er almaar het ongrijpbare, het raad selachtige, het absurde of het symbool in zoekt, terwijl de maker vaak genoeg alleen maar met een luchtig idee-tje speelde. Zoals dat plankje met die twee spijkers. Het plankje heeft een perspectief, dat bij een vlugge confrontatie alleen maar „normaal" lijkt als men het voor de helft bedekt. Maar als je 't op je gemak bekijkt, zie je dat het ook mogelijk zou zijn, zo'n plankje in deze vorm te zagen. De spijkers hebben, inplaats van scherpe punten, elk een paar menselijke voetjes. „Over dat ding heb ik veel brieven gehad.- waarin me precies uitgelegd werd, waar het allemaal vandaan kwam. De spijkers had ik afgeleid van paddestoelen en nog veel meer. Maar voor mij was het alleen maar een spel letje. Mag ik misschien al spelende plezier van mijn werk beleven? Eigenlijk is het hele geval gegroeid uit een nogal voor de hand liggende woordspeling: kop- spijkers; voet spijkerstoch blijken dit soort spelletjes belangrijk, net als de humor. Ik geloof name lijk dat de humor zeer essentieel ie. Daar door krijg je soms ineens contact met hele groepen menaen. die |e anders nooit zou bereiken." „Dat we niet zo geheimzinnig zijn, blijkt ook hieruit dat we de Nederlandse Consumenten bond vorig jaar - dus voordat zijn rapport over het vuile zwemwater uitkwam - volledig inzicht hebben gegeven in de bacteriologische hoedanigheden van onze oppervlaktewateren, zover het RIZA over gegevens beschikte. We hebben de bond ook geadviseerd hoe hij zijn on derzoek kon verrichten, zodat dubbel werk kon worden voor komen." Wat is uw commentaar op het verwijt dat het RI£A met de „smeerpljp"-oplosslng in Groningen achter de ontwikkeling zou hebben aangelopen? De technisch directeur E. P. Roelofs van de AVEBE. die 8u procent van de Nederlandse aardap- pclmeellndustrle vertegenwoordigt, zei Immers onlangs dat de afvallo- zing binnen afzienbare tijd uit schoon water zou kunnen bestaan.... De AVEBE stopte vier Jaar geleden al miljoenen guldens in een onder zoek naar het op een rendabele ma- door Huib Goudriaan nier winnen van bljprodukten uit afvalwater. En half januari maakte de regering plotseling bekend dat bet rijk een eerste experiment met deze metbode dit jaar voor 80 pro cent zal financieren. ZIJLSTRA: „Dit is een zeer belangrijke ontwikkeling waarbij de op zichzelf gezonde gedachte van de kringloop (re cycling), het terugbrengen van afvalwater in het produktiepro- ces, volledig tot zijn recht komt. Het RIZA kon hierover ecl ter niet eerder mededelingen doen. In de eerste plaats ging het om een fabrieksgeheim, in de tweede plaats was het voordat de resultaten van de najaars campagne 1970 bekend waren, niet mogelijk een voorspelling te doen in hoeverre er in deze richting een oplossing zou kun nen worden bereikt." „De aardappelmeelindustrie is trouwens in 1968 door mij ge waarschuwd, dat het lozen op de kanalen, dan wel door mid del van een pijpleiding in de Eems, moeilijkheden zou mee brengen. Binnen het AVEBE- concern is toen een geheim re- searchprogramma ontwikkeld, dat enige jaren in beslag moest nemen, omdat alleen tijdens de drie maanden durende cam pagne proeven konden worden genomen." „Bij deze campagne-bedrijven zagen wij in het in principe juiste beginsel van (biologische) zuivering bij de bron geen rea- Ir. K. C. Zijlstra: niet geheimzinnig hseerbare oplossing. Pas in de loop van vorig jaar kwamen er aanwijzingen dat een principiële wijziging van het produktieproces, waarbij geen afvalwater ontstaat, mogelijk zou worden. De resultaten van de campagne 1970 waren van dien aard dat het verantwoord werd geacht de installaties in een der grote fabrieken volledig om te bouwen. Hiervoor is een investering van dertien miljoen gulden nodig, waarin het rijk met elf miljoen bijdraagt." „Met deze methode kan naast zetmeel veevoeder worden ge wonnen. zonder dat daarbij af valwater behoeft te worden af gestoten. Wèl blijft het pro bleem bestaan van de lozing van het afvalwater van de stro kartonfabrieken en van het waswater van de aardappel meelfabrieken. De persleiding blijft dus toch nodig, omdat dit afvalwater nog een te zware belasting voor de kanalen zou vormen." „Bij het plan van de perslei ding hebben we ook gesteld dat alleen in de aanvang een zeker beroep op de zuurstof-huishou ding van de Eems-Dollart on vermijdelijk zou zijn. omdat verbetering van het produktie proces en het zuiveren bij de bron niet snel genoeg van start kan komen." Maandagavond bleek uit een re portage van een lv-actualiteltenru- briek dat Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) afvalolie loost in de Ecms-Dollart. Donderdag kwam er ook een persbericht van de Duitse pressiegroep die zich te gen de smeerpijp verzet, dat deze afvalolie meer dan 84 mlllgram per liter aan ollebestanddelcn bevat (volgens een Duits onderzoek). Wat is uw c ZIJLSTRA: ..Deze lozing loopt al jaren, en de wetgever kon daar formeel niet veel te gen doen. Pas nu de wet ver ontreiniging oppervlaktewate ren in werking treedt, kan dat wel. Rijkswaterstaat in Delfzijl heeft inderdaad op ons advies toestemming gegeven. Het be treft hier zowel anorganische als organische stoffen die de zuurstofhuishouding enigszins kunnen belasten, maar de ge volgen hiervan zijn echter niet meetbaar. Er zitten ook geen giftige stoffen gevaarlijk voor de vis in deze als olie betitelde vloeistof (deze stof kan men geen minerale olie noemen, maar een organise ie extractie uit de diepere aardlagen die als dikspoeling naar boven komt; het teveel aan olie wordt bo vendien door een bezinkinrich- ting teruggehouden)." Biologen verwijten het RIZA te weinig aandacht voor de biologische en ecologische kanten van de wa tervervuiling. Ook een eenzijdige technische Instelling, wat zou blij ken uit het feit dat u slechts één bioloog in dienst hebt. Het RIZA zou bovendien het systeem van lo zing op open zee de persleidingen al te gemakkelijk aanvaarden. ZIJLSTRA: „Het RIZA heeft inderdaad één bioloog in dienst. Daarnaast zijn er Wageningse en Delftse ingenieurs met een behoorlijke biologische kennis en belangstelling. Overigens zijn we bezig de biologische in breng te versterken. Wat de persleidingen betreft: we tonen een grote terughoudendheid om allerlei redenen. Hierbij is niet zozeer de zuurstofhuishouding (het verbruik van zuurstof door bacteriën die de in het water terechtgekomen organische stof fen ontleden) het punt, alswel de bacteriologische verontreini ging en verschijnselen zoals de fosfaatbelasting en de lozing van bepaalde giftige stoffen zoals pesticiden, kwik en andere giftige metaalverbindingen." Dr. Golterman is met anderen van mening dat nieuwe zulveringsmc- thoden. beheerst door de kringloop- gedachte kunnen worden toegepast. Met de zogenaamde omgekeerde os mose (in Israël) wordt op deze ma nier drinkwater uit zeewater be reid) kan fosfaat worden verwijderd en afvalwater geheel worden gezui verd. En als er geen afvalwater is. kan het ook het oppervlaktewater niet besmetten. ZIJLSTRA. „Het is technisch mogelijk afvalwater verder te reinigen dan tot nu toe gebeurt. Hierbij kunnen zuurs^jfontrek- Rende meer dan tot 95 procent en fosfaat en andere bestandde len eveneens vrijwel geheel worden verwijderd. Maar de zuivering wordt dan wel drie tot vier keer zo duur als met de huidige methoden. Het plan van minister Bakker de komende vijftien jaar drie miljard voor de zuivering van onze opper vlaktewateren uit te geven, zou met deze nieuwe methode op ongeveer twaalf miljard komen. Overigens heeft dit alie«aaal al leen dan zin, als het in het hele stroomgebied van de Rijn ge beurt." Met deze laatste uitspraak legt ir. Zijlstra de verantwoor delijkheid voor de besluitvor ming voor ons bedreigde water op de schouders van de be stuurders en indirect op die van de belastingbetaler. Hoeveel hebben we er voor over behoed te worden voor.de nachtmerrie van dode plassen, rivieren en zeeën? Ir. ZIJLSTRA: „Een volk krijgt het afvalwater dat het verdient."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 13