WATER, VUIL EN ZONDEBOK
-Als één kerkganger geeuwend op het scherm komt...
Van Ingens bizarre humor
RIZA doet niet
zo geheimzinnig
to
A
ZATERDAG 20 MAART 1977
„A's één kerkganger geeuwend
op het scherm komt, wordt meteen
„de kerk" gekompromitteerd. De
man zelf die misschien 's nachts
bij een zieke moest waken ver
dwijnt achter zijn geeuw. Niemand
ziet dat geeuwen als een oproep
tot medelijden of hulpbetoon. Het
komt niet aan op het menselijke,
maar op het onberispelijke beeld.
En dat beeld is niet het beeld van
de levende gemeente, maar de
ideale voorstelling van „de kerk"
volgens de intentie van de produ
cer. Niet de kijker, maar de regis
seur legt bepaalde accenten, onder
de dwang van het medium".
Dit i9 „zomaar" een fragment uit
„Verkondiging en massamedia" door
dr. O. Jager. Hij heeft verleden jaar
november een college over dit onder
werp gegeven voor dominees en zijn
verhaal is nu in uitgewerkte vorm
als Kamper cahier verschenen bij
Kok in Kampen (prijs ƒ3,96). Het is
een doorwrocht (werkje geworden,
met 88 voetnoten. Wanneer we hier
onder een aantal citaten uit „Ver
kondiging en massamedia" geven,
verbeelden we ons niet een indruk te
goven van het betoog van dr. Jager
maar menen we wel duidelijk te ma
ken dat hier op een boeiende manier
belangwekkende dingen aan de orde
komen.
Dr. Jager: „Zoals Verkade-meisjes
op den duur immuun worden voor de
prikkels en verleidingen van de cho
colade-wereld, wordt de gemiddelde
kijker ongevoelig voor de boodschap
van tv.-uitzendingen. Dat is een in
stinctieve zelfbcschermingsreaktie.
Zoals in een mens vanzelf een af
weermechanisme aan het werk gaat,
als hij overspoeld wordt door een
zondvloed van gezwets en getroffen
door een trommelvliesvuur van pro
paganda, zo drijft de veelheid van
beelden de vermoeide kijker naar
een soort analfabetisme: het raakt
hem niet meer. en het maakt dan
geen verschil, als in die veelheid zich
ineens iets aandient als het ene no
dige."
„In de omroepliteratuur doet men
vaak alsof een kerkdienst een apart
probleem vormt, maar de media ge
dragen zich tegenover de binnen-
en buitenstaanders van élk gebeuren
gelijk. Het aparte ligt alleen in het
feit da» autoraces voor de liefhebber
zijn bedoeld en dat men kerkdiens
ten, al of niet 'aangepast', als 'diens
ten voor iedereen' wil verkopen."
,J)e techniek verandert de echte
kerkdienst in een onechte. De hoor
ders krijgen zodoende een vals beeld
van een kerkdienst en dat kan hun
verlangen naar een echte kerkgang
moeilijk stimuleren."
„Het meebidden en meezingen in
de kerk is niet de enige vorm waarin
de deelneming aan een eredienst mo
gelijk is. Het kan ook door bewust
een t.v. dienst aan te zetten of te
laten aanstaan. Vanwege de kleinere
ruimte in de huiskamer kan er nog
méér gekoncentreerd geluisterd wor
den. En zelfs het afzetten van de uit
zending is een vorm van betrokken
heid: wie ja mag zeggen, moet ook
nee kunnen zeggen."
„De thans vereiste verkondiging
door-de-techniek kan niet gereali
seerd worden met de gewone tech
niek der verkondiging. Wat op de
kansel waar is. kan voor de mikro-
foon onwaar zijn. Als ik bij verschil
lende gelegenheden hetzelfde zeg, zeg
ik juist niet hetzelfde, zei Ebeling.
Dc principiële loochening van dit In
zicht i9 de grondslag van de Evange
lische Omroep. Vele buitenkerkelij
ke» zijn bhj met een aanpak als van
de E.O.: die bevestigt hen in de illu
sie dat ze er geen deel aan kunnen
hebben. Maar sinds het begin van dë
jaren zestig wordt in de wetenschap
pelijke diskussies voor vaststaand
aangenomen dat de verkondiging
door de massamedia niet op het
privélevcn van enkelingen betrokken
mag blijven, doch staat of valt met
de maatschappelijke relevantie."
„Door zijn reizen wordt de paus ge-
konfronteerd met de ellende van de
armen: dat betekent een overgang
van sakrale expressie naar humane
impressie. Maar als hij voor de V.N.
spreekt, moet hij volgens kerkelijke
traditie boven de partijen blijven
staan. Hij zegt: Geen oorlog meer! -
maar het zou pas zoden aan de dijk
zetten, als hij zei: Geen oorlog meer
van de soort zoals u die nu voert! De
camera zet hem voor de hele wereld
te kijk als een machteloos man. Als
hij de nieuwe media aanvaardt, kan
hij niet tegelijk de oude neutraliteit
vasthouden."
„Het is geen bezwaar, als een uit
zending voor sommigen te moeilijk
(of te eenvoudig) is. De kerk kan
zeggen: u kunt er niet bij, maar dan
moet u er ook maar bij komen. Klare
taal is ook niet alles. Dat de radio-
en t.v. preken vanzelf verstaanbaar
der worden, als er 'leken' worden in
geschakeld, is een van de merkwaar
digste misleidingen van de tijdgeest
bij zijn poging zichzelf te verkopen.
Demokratisering en duidelijkheid
kunnen niet samengaan; pas een dik-
tatuur geeft duidelijkheid. Hoe meer
de 'leken' gehonoreerd worden, des
te gekompliceerder worden spraak
en tegenspraak in de kerk. Juist het
demokratisch karakter van de chris
telijke boodschap belemmert het po
pulariseren."
„De programmamakers hebben te
weinig gelegenheid voor persoonlijke
omgang met brede lagen van het
kerkvolk en kunnen daardoor zelfs
allergisch worden voor de kerk zoals
deze in vele gewone gemeenten leeft.
Dit roept het gevaar op van een zgn.
profetisme vanuit emotionele agres
sie of totale vervreemding inplaats
van een profetische kritiek vanuit
diepe solidariteit en verwantschap."
Ierland raakt waterarm. Dr. H. L. Golterman, directeur van het Limnologisch (zoetwater-
Instituut te Nieuwersluis heeft dit al vaker betoogd. „We beschikken slechts over onge-
ijf kubieke kilometer water en dat is te weinig, want in de prognose voor het jaar 2000
aangegeven dat bevolking en industrie samen al vijf km3 water nodig hebben; dit bete
dat we zonder een continu nieuwe toevoer op 31 december van ieder jaar met lege
«n zouden zitten." Daarom, aldus Golterman, moet het besef doordringen dat geen vuil in
pater mag worden gebracht. Onze meren en plassen hebben door gepleegde roofbouw
1 len zelfreinigende werking meer. Daarom ook zou er een „Deltaplan" voor het veiligstellen
Hns oppervlaktewater moeten komen en een centraal uitvoerend orgaan met eigen gezag
tanciële middelen.
visie die de afgelopen
nog een aanvulling kreeg
noodkreet van de veront-
Nederlandse waterleiding
ven: „Wij zijn ernstig
I' trust over het ontbreken
en centraal waterbeleid in
nd, dat zich uitstrekt over
titeit, kwaliteit en gebruik
et water."
iet licht van deze en ande-
32j jtlek lijkt de nieuwe wet
Ireiniging oppervlaktewa-
bijna verouderd. Het /m-
Jt. dat de kwaliteit van ons
'vlaktewater (maar dan al-
van de rijkswateren, die
10 procent van al het
■laktewater uitmaken) in
;en houdt, wordt in deze
imers volgens de criti-
een beperkte taak gege-
~'it instituut, het 50 jaar
IZA (Rijksinstituut voor
•ing van Afvalwater) is
met het geven van advie-
'oor de bouw van zuive-
.tallaties, met de vergun-
en aanslagregeling voor
izen van afvalwater en
met de inventarisatie van de
verontreinigingsgraad van de
rijkswateren. Het beheer van
het drinkwater valt overigens
weer onder het ministerie van
sociale zaken en volksgezond
heid.
Toch is het RIZA de laatste
tijd als zondebok gaan fungeren
voor particulieren en actiegroe
pen, die zich onder meer heftig
hebben verzet tegen het op een
onderzoek van het instituut ge
baseerde besluit vuil afvalwater
via een persleiding in de Eems-
Dollart te pompen.
Ook het feit dat in sommige
publicaties over Nederlands
vuile water het RIZA optreedt
als een soort mystiek-lichaam-
op-de-achtergrond draagt daar
toe bij. De kop boven een kran-
tebericht van enkele weken ge
leden luidde: „RIZA-directeur.
minister en premier: Zwemwa
ter is wel vuil, maar ongevaar
lijk." Het RIZA (in de kop voor
de minister en voor de premier
genoemd) heeft gesproken: Ro
ma locuta, causa finita?
RIZA-directeur ir. K. C. Zijl
stra vindt dat de'hier en daar
levende gedachte van een op
permachtig RIZA gemakkelijk
kan worden ontkracht met de
taakomschrijving: „We zijn een
adviserende dienst van Rijks
waterstaat, die betrokken is bij
het kwaliteitsbeheer van de
rijkswateren. De resultaten van
onze onderzoekingen leiden tot
adviezen op grond waarvan de
bewindslieden^ via de directeur-
generaal van' Rijkswaterstaat
tot besluitvorming komen. Dit
neemt natuurlijk niet weg dat
onze adviezen zeer belangrijke
bouwstenen zijn bij deze be
sluitvorming."
Het RIZA wordt nogal eens
gebïek aan openheid verweten.
Zo zouden bijvoorbeeld de re
sultaten van de onderzoekingen
naar de vervuiling van de op
pervlaktewateren en naar de
gevolgen van de in 1968 in be
drijf gestelde Haagse perslei
ding niet voldoende zijn vrijge
geven.
Ook de Vereniging
Milieuhygiëne Zeeland heeft
vorige week in een nota over de
vervuiling van de Westerschel-
de gezegd dat er meer openheid
moet komen rond de meetresul
taten van het RIZA.
Dc vereniging vindt het niet juist
dat pas met gegevens ter tafel is
gekomen, nadat dc Nederlandse
Consumentenbond en vorig jaar de
Belgische Verbruikers-unie met
rapporten over dc vuile badstran-
den kwamen. Het wekt de schijn
dat bezwarende gegevens ter wille
van economische belangen pas na
geruime tijd openbaar worden ge
maakt.
IR. ZIJLSTRA: „De resulta
ten van het onderzoek naar de
Haagse persleiding zijn onlangs
26 februari in een open
baar stuk door de minister aan
de Tweede-Kamerleden toege
stuurd en liggen voor iedereen
ter inzage. Wij hebben direct
opdracht gegeven dit rapport in
een zodanig grote oplage te
drukken, dat het publiek er
kennis van kan nemen. Ook het
verwijt dat het RIZA rapporten
achterhoudt of met geheime
rapporten werkt is niet gerecht
vaardigd, omdat het RIZA
eraan gewend is overheidsin
stanties die voor de kwaliteit
verantwoordelijk zijn onmiddel
lijk op de hoogte te stellen van
bepaalde conclusies."
„Alle uit onderzoeken resulte
rende cijfers kunnen door in
stanties, die daar beroepshave
bij betrokken zijn, worden in
gezien. Actiegroepen kunnen in
een gesprek antwoord van ons
krijgen op hun vragen. Jaar
lijks beschikken wij over 20.000
cijfers over de kwaliteit van de
oppervlakte wateren uit eigen
waarnemingen. Het is geen ge
ringe zaak daaruit rapporten
samen te stellen, die voor ieder
een begrijpelijk zijn. Bovendien
verzamelen wij pas sinds 1965
systematisch gegevens, terwijl
er een heel lange periode nodig
is om de grote samenhangen te
leren onderscheiden. Daarom is
het nog moeilijk altijd weten
schappelijk verantwoorde con
clusies te trekken."
-J""".*. N
wordt vaak van kunstenaars ge-
dat ze hun vorm gevonden heb-
In hun werk heeft zich dan een
Ide manier van doen gemanifes-
waaraan men ze herkennen kan
stijl waardoor ze dan tevens
ns" bij in te delen zijn. Zo wordt
Ingen's (voor J., Johannes, Hans
ngen) werk, waarvan tot 10 april
leel te zien is in kunstzaal „De
r", Burgemeester De Reigerstraat
techt, in Scheen's Lexicon aan-
d als „super-surrealistisch".
ervlakkig gezien krijg je dan en wat
de bedoeling van een lexicon
°i
„Voetspljkers",aguarel 1970
ngeveer een indruk: zo op het eerste
qua werkwijze en vorm heeft
lens oeuvre wel (vaak) iets van wat
t loop der jaren surrealisme zijn gaan
de gedachtenwereld erachter heeft ei
il niets mee van doen. i9 er zelfs
m tegengesteld aan. Want surrealis-
volgens de definitie van baanbreker
het tot uitdrukking brengen van de
e werkzaamheid van het denken (lot
klopt het wel, maar:) vrij van bewuste
'ie of morele vooroordelen,
zijn er nog: het psychisch automatis-
zonder enige controle van de rede.
psychisch automatisme 't best te
ijken met de krabbeltjes die men soms
tijdens het telefoneren Is er bij Van
niet bi|.
praat honderd uit en doet dat zeer
Over de „schaalvergroting" bijvoor
die zich vandaag de dag voordoet
passen, laat ik maar zeggen, heel
multipels In objecten die in serie
■kt worden dat zijn dingen, die soms
wel mooi zijn, die iedereen kan aan-
^Jtn en die in feite niemand storen, een
Hiprodukt dus in tweeërlei betekenis."
^Par wat Ik wil is Iets maken voor men-
éie privé aangesproken willen worden.
I dus, die persoonlijk Is gericht en
k>or ingrijpt. Een persoonlijke medede
el® iemand kan opvatten als humor of
satire, als kolder of serieus, als mystiek of
gewoon maar als een dwaas idee. Zo zit er
aan de ene kant de gedachte aan het ingrij
pen in het privéleven en aan de andere kant
probeer ik iets van het universele in mijn
werk te leggen."
Het probleem waarmee Van Ingen zich al
vele jaren bezighoudt, eigenlijk al vanaf zi|n
academietijd, is vooral het conflict tussen het
„echt" en het „niet echt". In zijn jonge jaren
spitste zich dat al toe in de behandeling van
het perspectief. Hij bezit daar nog een heel
duidelijk voorbeeld van: een gefantaseerd
stadsgezicht in vogelvlucht. Toen hij dat zui
ver volgens de geleerde regels van het per
spectief uitvoerde, ontdekte hij, dat het resul
taat onwerkelijk aandeed; de illusie van de
diepte ontstond pas na een vrije bewerking
„op het oog". Dat was in de jaren dertig.
En het werk van nu: (o.a.) panelen, ge
aquarelleerd met gebruik van objecten. Drie
maal een peer bijvoorbeeld. Eerst een „tast
bare" peer (maar niet werkelijk „echt" omdat
'ie van plastic is), dan een zo echt mogelijk
geschilderde peer. die alleen maar een illusie
van dimensies geeft en tenslotte een com
pleet plastisch stilleventje: een heel klein
peertje op een klein tafeltje in een heel klei
ne, wisselend verlichte ruimte. De schijn is
echt, het echte is schijn...
Of een hand van een étalagepop
waarop een sinaasappel, die uit een paneel
naar voren steekt. Op het paneel Is een
slagschaduw geschilderd. „Als zon ding in
een kamer hangt, krijgt het er bij verschil
lende belichtingen nog een aantal schaduwen
bij. Het heeft verder geen enkele betekenis.
Volgens mij is het alleen maar een stadium:
vandaaruit kun je weer verder. Zo lang je
nog zoekt is er nog hoop van leven."
Zo is er in al dit werk het contrast: van
vlak en ruimte: van echt en schijn, van reali
teit en mysterie, van heden en verleden. Vele
sterk symbolisch geladen, ongelooflijk fijnzin
nig geschilderde aquarellen, en als ik dan
eindelijk, op een vraag van Van Ingen, wat
hij dan wel is, inplaats van „een surrealist"
nogal zelfverzekerd antwoord: „een symbo
list", blijxt dat hij het met die zo nadrukkelijk
in zijn werk naar voren komende symboliek
ook niet zo best kan vinden.
„ledereen kan die dingen uitleggen zoals
hij zelf wil en dan krijg je op een gegeven
moment weer de pest aan symbolen. Hier
bijvoorbeeld: een slang, de slang Is voor mij
zowel de slang van Evan als de esculaap:
een dubbele bodem dus, en dat wil ik niet. Ik
wil iets hebben waarin de beschouwer pre
cies geïnformeerd wordt en vooral dat con
flict „echt of niet echt" aanvoelt"
De beschouwer is maar al te dikwijls ge
neigd in dit genre veel te diep te graven. De
sfeer van dit soort werken bewerkstelligt dat
men er almaar het ongrijpbare, het raad
selachtige, het absurde of het symbool in
zoekt, terwijl de maker vaak genoeg alleen
maar met een luchtig idee-tje speelde.
Zoals dat plankje met die twee spijkers.
Het plankje heeft een perspectief, dat bij een
vlugge confrontatie alleen maar „normaal"
lijkt als men het voor de helft bedekt. Maar
als je 't op je gemak bekijkt, zie je dat het
ook mogelijk zou zijn, zo'n plankje in deze
vorm te zagen. De spijkers hebben, inplaats
van scherpe punten, elk een paar menselijke
voetjes.
„Over dat ding heb ik veel brieven gehad.-
waarin me precies uitgelegd werd, waar het
allemaal vandaan kwam. De spijkers had ik
afgeleid van paddestoelen en nog veel meer.
Maar voor mij was het alleen maar een spel
letje. Mag ik misschien al spelende plezier
van mijn werk beleven? Eigenlijk is het hele
geval gegroeid uit een nogal voor de hand
liggende woordspeling: kop- spijkers; voet
spijkerstoch blijken dit soort spelletjes
belangrijk, net als de humor. Ik geloof name
lijk dat de humor zeer essentieel ie. Daar
door krijg je soms ineens contact met hele
groepen menaen. die |e anders nooit zou
bereiken."
„Dat we niet zo geheimzinnig
zijn, blijkt ook hieruit dat we
de Nederlandse Consumenten
bond vorig jaar - dus voordat
zijn rapport over het vuile
zwemwater uitkwam - volledig
inzicht hebben gegeven in de
bacteriologische hoedanigheden
van onze oppervlaktewateren,
zover het RIZA over gegevens
beschikte. We hebben de bond
ook geadviseerd hoe hij zijn on
derzoek kon verrichten, zodat
dubbel werk kon worden voor
komen."
Wat is uw commentaar op het
verwijt dat het RI£A met de
„smeerpljp"-oplosslng in Groningen
achter de ontwikkeling zou hebben
aangelopen? De technisch directeur
E. P. Roelofs van de AVEBE. die 8u
procent van de Nederlandse aardap-
pclmeellndustrle vertegenwoordigt,
zei Immers onlangs dat de afvallo-
zing binnen afzienbare tijd uit
schoon water zou kunnen bestaan....
De AVEBE stopte vier Jaar geleden
al miljoenen guldens in een onder
zoek naar het op een rendabele ma-
door
Huib Goudriaan
nier winnen van bljprodukten uit
afvalwater. En half januari maakte
de regering plotseling bekend dat
bet rijk een eerste experiment met
deze metbode dit jaar voor 80 pro
cent zal financieren.
ZIJLSTRA: „Dit is een
zeer belangrijke ontwikkeling
waarbij de op zichzelf gezonde
gedachte van de kringloop (re
cycling), het terugbrengen van
afvalwater in het produktiepro-
ces, volledig tot zijn recht komt.
Het RIZA kon hierover ecl ter
niet eerder mededelingen doen.
In de eerste plaats ging het
om een fabrieksgeheim, in de
tweede plaats was het voordat
de resultaten van de najaars
campagne 1970 bekend waren,
niet mogelijk een voorspelling
te doen in hoeverre er in deze
richting een oplossing zou kun
nen worden bereikt."
„De aardappelmeelindustrie is
trouwens in 1968 door mij ge
waarschuwd, dat het lozen op
de kanalen, dan wel door mid
del van een pijpleiding in de
Eems, moeilijkheden zou mee
brengen. Binnen het AVEBE-
concern is toen een geheim re-
searchprogramma ontwikkeld,
dat enige jaren in beslag moest
nemen, omdat alleen tijdens de
drie maanden durende cam
pagne proeven konden worden
genomen."
„Bij deze campagne-bedrijven
zagen wij in het in principe
juiste beginsel van (biologische)
zuivering bij de bron geen rea-
Ir. K. C. Zijlstra: niet geheimzinnig
hseerbare oplossing. Pas in de
loop van vorig jaar kwamen er
aanwijzingen dat een
principiële wijziging van het
produktieproces, waarbij geen
afvalwater ontstaat, mogelijk
zou worden. De resultaten van
de campagne 1970 waren van
dien aard dat het verantwoord
werd geacht de installaties in
een der grote fabrieken volledig
om te bouwen. Hiervoor is een
investering van dertien miljoen
gulden nodig, waarin het rijk
met elf miljoen bijdraagt."
„Met deze methode kan naast
zetmeel veevoeder worden ge
wonnen. zonder dat daarbij af
valwater behoeft te worden af
gestoten. Wèl blijft het pro
bleem bestaan van de lozing
van het afvalwater van de stro
kartonfabrieken en van het
waswater van de aardappel
meelfabrieken. De persleiding
blijft dus toch nodig, omdat dit
afvalwater nog een te zware
belasting voor de kanalen zou
vormen."
„Bij het plan van de perslei
ding hebben we ook gesteld dat
alleen in de aanvang een zeker
beroep op de zuurstof-huishou
ding van de Eems-Dollart on
vermijdelijk zou zijn. omdat
verbetering van het produktie
proces en het zuiveren bij de
bron niet snel genoeg van start
kan komen."
Maandagavond bleek uit een re
portage van een lv-actualiteltenru-
briek dat Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) afvalolie loost
in de Ecms-Dollart. Donderdag
kwam er ook een persbericht van
de Duitse pressiegroep die zich te
gen de smeerpijp verzet, dat deze
afvalolie meer dan 84 mlllgram per
liter aan ollebestanddelcn bevat
(volgens een Duits onderzoek). Wat
is uw c
ZIJLSTRA: ..Deze lozing
loopt al jaren, en de wetgever
kon daar formeel niet veel te
gen doen. Pas nu de wet ver
ontreiniging oppervlaktewate
ren in werking treedt, kan dat
wel. Rijkswaterstaat in Delfzijl
heeft inderdaad op ons advies
toestemming gegeven. Het be
treft hier zowel anorganische
als organische stoffen die de
zuurstofhuishouding enigszins
kunnen belasten, maar de ge
volgen hiervan zijn echter niet
meetbaar. Er zitten ook geen
giftige stoffen gevaarlijk
voor de vis in deze als olie
betitelde vloeistof (deze stof kan
men geen minerale olie noemen,
maar een organise ie extractie
uit de diepere aardlagen die als
dikspoeling naar boven komt;
het teveel aan olie wordt bo
vendien door een bezinkinrich-
ting teruggehouden)."
Biologen verwijten het RIZA te
weinig aandacht voor de biologische
en ecologische kanten van de wa
tervervuiling. Ook een eenzijdige
technische Instelling, wat zou blij
ken uit het feit dat u slechts één
bioloog in dienst hebt. Het RIZA
zou bovendien het systeem van lo
zing op open zee de persleidingen
al te gemakkelijk aanvaarden.
ZIJLSTRA: „Het RIZA heeft
inderdaad één bioloog in dienst.
Daarnaast zijn er Wageningse
en Delftse ingenieurs met een
behoorlijke biologische kennis
en belangstelling. Overigens
zijn we bezig de biologische in
breng te versterken. Wat de
persleidingen betreft: we tonen
een grote terughoudendheid om
allerlei redenen. Hierbij is niet
zozeer de zuurstofhuishouding
(het verbruik van zuurstof door
bacteriën die de in het water
terechtgekomen organische stof
fen ontleden) het punt, alswel
de bacteriologische verontreini
ging en verschijnselen zoals de
fosfaatbelasting en de lozing
van bepaalde giftige stoffen
zoals pesticiden, kwik en andere
giftige metaalverbindingen."
Dr. Golterman is met anderen van
mening dat nieuwe zulveringsmc-
thoden. beheerst door de kringloop-
gedachte kunnen worden toegepast.
Met de zogenaamde omgekeerde os
mose (in Israël) wordt op deze ma
nier drinkwater uit zeewater be
reid) kan fosfaat worden verwijderd
en afvalwater geheel worden gezui
verd. En als er geen afvalwater is.
kan het ook het oppervlaktewater
niet besmetten.
ZIJLSTRA. „Het is technisch
mogelijk afvalwater verder te
reinigen dan tot nu toe gebeurt.
Hierbij kunnen zuurs^jfontrek-
Rende meer dan tot 95 procent
en fosfaat en andere bestandde
len eveneens vrijwel geheel
worden verwijderd. Maar de
zuivering wordt dan wel drie
tot vier keer zo duur als met de
huidige methoden. Het plan van
minister Bakker de komende
vijftien jaar drie miljard voor
de zuivering van onze opper
vlaktewateren uit te geven, zou
met deze nieuwe methode op
ongeveer twaalf miljard komen.
Overigens heeft dit alie«aaal al
leen dan zin, als het in het hele
stroomgebied van de Rijn ge
beurt."
Met deze laatste uitspraak
legt ir. Zijlstra de verantwoor
delijkheid voor de besluitvor
ming voor ons bedreigde water
op de schouders van de be
stuurders en indirect op die van
de belastingbetaler. Hoeveel
hebben we er voor over behoed
te worden voor.de nachtmerrie
van dode plassen, rivieren en
zeeën?
Ir. ZIJLSTRA: „Een volk
krijgt het afvalwater dat het
verdient."