ZWARTE LEIDERS IN ZORGEN Economie vreet duizenden bongerds kaal Sekou Touré Obote en Kaoenda ZATERDAG 6 FEBRUARI 1971 Ie Nederlandse boomgaarden lijken letterlijk in rook op te Er wordt gekapt, gerooid en verbrand. In het Betuwse zegt fruitteler en veehouder M. van IJmeren zorgelijk het huis kringelt rook omhoog en geven troosteloze iken aan waar een bongerd was): „Ja, de Betuwe weg; 't is erg, ik heb altijd in het fruit gezeten, maar de voor het plukken en het spuiten zijn niet meer te beta- IJmeren is een van de dui- fruittelers in Zuidwest-Ne- die de kerse-, appel- en opruimen voor weide- I of varkens- en pluimveemes- Nuchter cijfers wijzen dit tweeëneenhalf jaar de provincie Utrecht 25 pro van de vruchtbomen gekapt, eeland 20 procent en In het erse rivierengebied 30 pro- I het frultareaal is hier geslon- van 13.200 tot 9400 ha; ver- jen is 3800 ha. (In sommige jenten is de helft weg), onomisch gezien de fruitte- verkeren al jaren in een nood- and is kappen een nood- Vanuit landschappelijk en Itisch oogpunt is het een je bezigheid. Als de ontwikke- to doorgaat of nog wordt ver- j, wat zeer waarschijnlijk is, h binnen enkele jaren de bloe- ochten door de Betuwe en [Beveland tot 't verleden be ll. Nu al signaleren provinciale Disaties die opkomen voor het Ld van landschapsschoon als Geldersch Landschap" en Zeeuwse Landschap" kale en. Zijn het voorboden van [loze vlakten? wrouw T. van den Doel- tisma te Apeldoorn, lid van de provinciale staten van Gelderland voor de PvdA, antwoordt op deze vraag: „We vrezen dat over vijf jaar alle vruchtbomen verdwenen zullen zijn. De fruitteelt is nu een maal van een redelijke bestaans mogelijkheid een kostbare hobby geworden." Mevrouw Van den Doel is een van de verontrusten in Gelderland, die zoeken naar wegen om het ka rakteristieke Betuwse landschap te behouden. Bij de jongste begro tingsbehandeling van de provincie Gelderland waarschuwde ze voor de dreigende ontluistering van het rivierengebied. Ze ziet wel in, dat van fruittelers die een verlies van jaarlijks 2000 tot 3000 gulden per ha. lijden, onmogelijk kan worden verlangd hun boomgaarden te spa ren. Dat vraagt ze ook niet, maar: „We stellen voor behoedzaam met het landschap om te springen en vooral mooie oude boomgaarden, met zogenaamde hoogstanden, bij dijken en rond dorpskernen te spa ren. Op die manier kunnen karak teristieke dorpsgezichten worden gered." Het kappen wordt sterk gestimu leerd door de rooipremie, die om de overproduktie van fruit tegen te gaan, in alle EEG-landen wordt uit gekeerd. Deze premie bedraagt 2900 gulden per ha., terwijl bij beëindiging van het fruitteeltbedrijf bovendien nog 1200 gulden per ha. wordt uitbetaald. Mevrouw Van den Doel stelt zich voor dat eigenaars van landschappelijk gezien interes sante boomgaarden, bij instandhou- door Huib Goudriaan Fruitteler M. van IJmeren ding, deze rooipremie zou moeten worden uitbetaald plus een vergoe ding per ha. ter hoogte van wat de grond zou opleveren als er een weide of akker van zou worden gemaakt. Wie moet dat betalen? „Het mi nisterie van cultuur, recreatie en maatschapplijk werk geeft subsi dies voor het behoud van mooie stadsgezichten, ik zie niet in waar om dat ook niet zou kunnen om karakteristieke landschappen te be waren." Voor dit doel gebruikt me vrouw Van den Doel het begrip „landschapsmonument". Het gaat hier immers niet om een natuurre servaat als de Hoge Veluwe of om historische gebouwen, maar om een bij uitstek „Hollands" land schap, dat niet uit alleen maar eco nomische overwegingen mag worden opgeofferd. Bovendien heeft dit landschap grote waarde als recreatiegebied voor de Rand stad. „Ik maak me grote zorgen over de mogelijkheid dat het rivie rengebied straks bestaat uit meste- rijen met gevolgen als de milieu vervulling, die we bij voorbeeld zien in bepaalde delen van de Noordwest-Veluwe: stank en vies water." „Eigenlijk is een actie nodig met een tweeledig doel: in de eerste ilaats ervoor zorgen dat waarde volle boomgaarden behouden blij ven en in de tweede plaats ervoor pleiten dat de grond, die overblijft na het kappen, een functie blijft houden als „groen" en recreatiege bied." Mevrouw Van den Doel denkt hierbij aan de tweede nota ruimtelijke ordening, waarin een groengordel tussen de lijnen Am sterdam-Utrecht-Arnhem en Den Haag- Rotterdam- Eindhoven- Den Bosch is opgenomen. Mesterijen worden nog steeds onder „agrari sche bestemming" berekend, maar volgens mevrouw Van den Doel 'behoren deze bedrijven tot Indu strie. aWnneer de boomgaarden worden vervangen door mesterijen is er dus sprake van een aantas ting van de groengordel. Wordt er iets gedaan om althans resten van de boomgaarden te red den? De Stichting Belangenge meenschap Gelders Rivierengebied legde het probleem een jaar gele den voor aan het Gelderse college van Gedeputeerde Staten. Het re sultaat hiervan was dat in decem ber jongstleden vertegenwoordi gers van de Gelderse provinciale landbouwkundige dienst, de cul tuurtechnische dienst, „Het Gel dersch Landschap" en het Staats bosbeheer overleg pleegden. Be sloten werd dat de provincie naar mogelijkheden zou zoeken om ka rakteristieke boomgaarden te spa ren. De grote vraag is wie opdraait voor het onderhoud van deze boomgaarden. Ook Staatsbosbeheer bezint zich op maatregelen. Een woordvoerder ,„We zoeken nog naar een vorm om het verdwijnen van boomgaar den, waar dit conseqnenties heeft voor het landschap, tegen te gaan." Staatsbosbeheer overweegt ook „herbebossing" door middel van de snel groeiende populieren. Dit moet worden gezien in het licht van al langer bij Staatsbosbeheer levende denkbeelden om boeren met een te grote oppervlakte on rendabele grond bosbouw aan te bevelen. „Het Geldersch Landschap" is zich eveneens aan het oriënteren: „We proberen er iets aan te doen: het is een financieel probleem." In Zeeland en Zuid-Holland wordt geen enkele poging onder nomen om boomgaarden te redden. „Het Zeeuwse Landschap" zowel als „Het Zuid-Hollands Landschap" zien geen financiële mogelijkheden om waardevolle bongerds in onder houd te nemen of te kopen. „Het verdwijnen van de vruchtbomen is een economische noodzaak en de overheid kan niet alles subsidiëren", aldus Het Zuid-Hol lands Landschap. Onmachtig om een economische ontwikkeling te stuiten, in de be leidsvorming sterk geremd door het teveel aan instanties die een Mevrouw van den Doel vinger in de pap hebben, zien be stuurders èn particulieren het rooi en en kappen doorgaan. Mevrouw Van den Doel: „En als er iets te gen moet worden gedaan, moet het wel zeer snel gebeuren." Misschien is er nog een andere oplossing: het adopteren van boomgaarden door particulieren of verenigingen, die hun eigen appels en peren willen plukken. Zoniet, dan zal het toch al verdwijnende „groen" in ons land weer rake klappen krijgen. Afrika gaat steeds meer de aandacht trekken. Niet alleen vanwege tegen Zuid-Afrika, Rhodesië en de Portugese aanwezigheid in Angola en Mo zambique gerichte activiteiten. Het zijn vooral gebeurtenissen in ongeveer tien jaar geleden onafhankelijk geworden landen, die in het nieuws komen. Met name geldt dat voor het vroegere Franse Guinee en het voormalige Britse Oeganda, die respectievelijk in het westen en het oosten van Zwart-Afrika zijn gelegen. door J. den Boef Het is niet toevallig, dat president Pompidou van Frankrijk thans een rond reis door vijf van de franstalige Afri kaanse landen maakt. Op Mauretanië en Senegal (in welk land Pompidou zijn studievriend president Leopold Senghor zal ontmoeten) volgen Ivoor kust, Kameroen en Gabon. Enkele van deze landen grenzen aan Guinee, waar president Sekou Touré onder het wakend oog van de afgezette president van Ghana, Kwame Nkroemah, met ijzeren hand" regeert. Touré beperkt zijn activiteiten niet tot eigen land. Hij tracht zijn revolutie naar Cubaans model ook in de omringende landen te verbreiden. Niet alleen Sene gal, Mali en Ivoorkust zijn zijn arbeids terrein. Ook en hoe kan het anders Portugees Guinee is niet aan zijn aan dacht ontsnapt. Omgekeerd stellen ge noemde buurlanden van Guinee alles in het werk om zich aan de invloed van Touré te onttrekken. Onlangs lijkt er een poging te zijn ge daan, met steun van buitenaf een eind te maken aan het bewind van het duo Touré-Nkroemah. De opzet slaagde niet, omdat Touré de Veiligheidsraad ervan wist te overtuigen, dat een invasie van Portugees Guinee uit aan de gang was. Nu het onmiddellijke gevaar geweken is, wordt de oppositie uit de weg geruimd, zonder dat van een werkelijk proces spra ke is geweest. Op een massabijeenkomst werden zomaar 92 doodvonissen uitge sproken. Gratie was tevoren al uitgeslo ten. Misschien wordt Touré ook ten val ge bracht, als hij een buitenlandse reis gaat maken. Dat gebeurde in 1966 namelijk ook met Nkroemah, die te Peking ver nam, dat hij was afgezet als president (voor het leven) van Ghana. Touré is echter een gewaarschuwd man. Hij zal niet gauw iets doen, dat zijn tegenstan ders (ook in eigen gelederen) in de kaart kan spelen. Bovendien heeft de afzetting van president Obote van Oeganda (die zijn land had verlaten voor de Gemene bestconferentie te Singapore) hem extra waakzaam gemaakt. Een van de weinige Afrikaanse presi denten, die rustig buitenlandse reizen maken, is Joseph Moboetoe van (het voormalig Belgische) Kongo, niet te ver warren met het westelijker gelegen (vroeger Franse) Congo. Hij leeft op gro te voet, wist zich op te werken tot natio nale held, die een eind maakte aan de chaos als gevolg van de afscheidings beweging van Katanga en zich met zeer grote meerderheid liet herkiezen. Als hij op reis gaat, neemt hij een groot gezelschap mee, waarin ook zijn potentiële rivalen zijn opgenomen. Ondanks zijn hardhandige optreden ls zijn positie niet in gevaar. Hij is er in geslaagd, de schijn van eenheid op te houden. Het heeft er veel van weg, dat die eenheid slechts aan de oppervlakte bestaat en onmiddellijk zal verdwijnen als Moboetoe zou worden uitgeschakeld. De kans op dit laatste wordt groter, naarmate de president blijft toegeven aan de verleiding, zijn persoonlijke macht uit uit te breiden. Dan vallen de instituten weg, dié het land bijeen kun nen houden. In Nigeria, dat na het verkrijgen van onafhankelijkheid een voorbeeld moest worden voor de andere landen van Zwart Afrika, heeft men zich nog niet hersteld van de wonden, die het tijdens de Biafraanse oorlog heeft opgelopen. President Gowon, die het land onder mi litair bewind heeft gebracht, is het ten slotte gelukt, het door stammentegenstel lingen verscheurde land bijeen te hou den. Het goede voorbeeld Nigeria heeft eigenlijk nooit bestaan. Wel heeft het la ten zien, hoe het niet moet. De malaise heeft zich ook meegedeeld aan de Oostafrikaanse landen Tanzania, Kenia en Oeganda, waarmee het zuide lijker gelegen Zambia van president Kaoenda nauwe banden onderhoudt. In Tanzania (een samenvoegsel van het vroegere Tanganyika en de eilandenre publiek Zanzibar) heeft president Nyere- re een militaire staatsgreep kunnen 'ver ijdelen. Van een werkelijke greep naai de macht bleek later geen sprake te zijn geweest. Hij heeft echter niets te zeggen op de voor de kust gelegen eilanden Zanzibar en Pemba waar vice-president Karume heer en meester is, ook over meisjes van Aziatische afkomst, die bijzonder aan trekkelijk blijken voor Afrikaanse revo lutionairen. Ook voor Karume zelf. De Chinese invloed is groot op de eilanden, die voor Peking een uitvalsbasis naar het vasteland zijn. In Kenia zal alles nog wel bij het oude blijven, zolang Kenyatta als president aanblijft. Hij wordt al een daagje ouder en het is de vraag, of hij opgewassen zal zijn tegen de toenemende moeilijkheden. Enkele jaren geleden leek Kenia nog een uitstekende opvolger voor Kenyatta te hebben. Het was Tom Mboya, die ook buiten Zwart Afrika als een man met een grote toekomst békend stond. Een moordaanslag maakte in 1969 een eind van dit veelbelovende leven. Als gevolg van de staatsgreep la Oeganda is de onzekerheid in andere A- frikaanse landen toegenomen. Van sa menwerking met het bewind van gene raal Idi Amin zal voorlopig zeker niet* komen. Er zal van Soedan, Kenia of Tan zania uit getracht worden, het ten val te brengen. President Nyerere zinspeelde deze week nog op grote verdeeldheid in het leger van Oeganda en op de ontevre denheid, die zal groeien als de staatsgreep geen verbetering blijkt te brengen in de dagelijkse levensomstan digheden. Het verlangen naar een leven zonder armoede zal in de Afrikaanse landen steeds meer het politieke beeld gaan be palen. Revolutie terwille van de revolutie zal ook daar steeds minder aftrek vinden. Naarmate de bevolking meer gaat leren over de wereld waarin zij leeft, zal zij er op uit zijn, haar eigen toekomst te bepa len. Zij zal zich op de duur tegen elke onderdrukking keren, of die van binnen uit of van buiten af dreigt. Dit zal geduld vergen en van land tot land verschillen. Maar het is mogelijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 13