LEEFMILIEU IN GROENE RUIMTE
Monumentenzorg moet
voor de oude panden
meer zijn dan zorg
'Toekomst van Den Haag ligt in zijn bekoorlijkheid'
SANERING
BIEDT
KANSEN
DOOR
Ev. Grolle
NIEUWE LEIOSE COURANT ft DINSDAG 2 FEBRUARI 1971
mm'
Kostelijk staat het villaatje aan de Hogeweg in het Van Stolkpark en
prachtig in het groen verscholen. Toen de familie Furnée het in 1891 liet
boawen. had men nog vreugde in de architectuur en was de fantasie nog
niet dood. In het jaarboek 1970 van de Geschiedkundige Vereniging Die
Haghe heeft ir. G. L. Hondius een zeer leesbaar artikel gewijd aan dit Van
Stolkpark, dat hij „een Rotterdams buurtje" noemt. In hetzelfde jaarboek
een uitnemend overzicht van H. J. F. de Roy van Zuydewijn over de „be
scherming van monumenten in Den Haag" met volledige lijst van de be
schermde panden en een uitvoerige plattegrond van Den Haag.
Spuistraat in vroeger dagen. toen een promenade, nu weer een
promenade.
DEN HAAG ..De toekomst van Den Haag ligt voor een groot déél in zijne bekoor
lijkheid door die te bevestigen en te vermeerderen wordt zijne welvaart ten hoogste gebaat"
deze schone uitspraak deed de Rotterdammer mr. Thomas van Stolk in zijn adres van
10 februari 1873 aan de gemeenteraad van Den Haag. toen hij zijn plan indiende voor de
aanleg van wat later om hem te eren Het Van Stolk Park genoemd zou worden. Het was
een plan van de Haarlemse stedebouwers J. D. en L. P. Zocher. Het heeft niet alleen de
bouw van de fraaie villawijk het Van Stolkpark mogelijk gemaakt, maar ook de aanleg
van de Scheveningse Bosjes.
Den Haag kan deze Rotter
dammer niet dankbaar genoeg
zijn, want nu honderd jaar later
kan heel Den Haag nog trots
zijn op deze enorm mooie na-
tuurpartij. Mr. Van Stolk heeft
echter meer gedaan: Met zijn
uitspraak heeft hij precies aan
gegeven, waar het in deze stad
om dient te gaan„De toekomst
van Den Haag ligt in zijn be
koorlijkheid". Dit dient het
richtsnoer te zijn van de Haagse
stedcbouw, van afbraak en uit
breiding, van wijziging en
nieuwbouw. Zijn uitspraak ruikt
een beetje 19e eeuws. Maar het
principe blijft hetzelfde ook als
we hem in het jargon van deze
Na-oorlogse flatbouw; recht
toe, recht aan; hudje bij
mudje; je kunt er eten en
slapenmaar waar kun je
hier „leven"?
tijd vertalen: Het welzijn van
Den Haag ligt in zijn leefkli
maat. Elk beleid, dat dit prin
cipe aantast is een wanbeleid.
VROEGER
Elke tijd heeft zijn anonieme
machten, die een gevaar vormen voor
een goede stedebouw. De vorige eeuw
kende twee oppermachtige gevaren.
Het eerste gevaar droeg een passief
karakter: men had geen oog voor de
typische, schoonheid van het verleden.
Een oud gebouw of een oud merk
waardig straatje liet men alleen maar
staan, omdat men geen geld had voor
iets nieuws. Dat was in een tijd, toen
men nog met duiten rekende niet
verwonderlijk. Maar men liet nooit
iets staan, omdat men oog had voor
de schoonheid van het verleden of
piëteit voor het verleden als zodanig.
Onder invloed van de romantiek
evenwel begon het tij te keren en ging
men langzaamaan weer oog krijgen
voor de typische schoonheid van het
oude en kreeg men meer respect voor
wat ons uit het verleden nog gebleven
was. Overal kwam er een esthetische
mentaliteitsverandering en ging men
met meer schroom de sloophamer han
teren. Maar dit besef kwam eerst lang
zaam op gang en vóór 1850 is er nog
heel wat schoons uit het Haagse verle
den zonder meer vernietigd, maar ook
in de tweede helft van deze roem-
'ruchte eeuw is er nog veel verloren.
Het andere gevaar, dat met name
Den Haag in de vorige eeuw bedreigde
was het economisch nut. Dit gevaar
was agressiever en voortvarender van
aard. Dit gevaar was des te effectiever
naarmate er geen verweer vanuit een
andere mentaliteit tegenoverstond. De
opkomende industrialisatie met het
vestigen van kleine fabriekjes her en
der ging langzaam het gezicht van Den
Haag veranderen.
Aan een volledige industrialisering
van Den Haag is men niet ontkomen
doordat de mentaliteit zich ertegen
verzette, maar doodeenvoudig omdat
Den Haag geen natuurlijke zeehaven
had, niet aan grote waterwegen was
gelegen en Amsterdam en Rotterdam
per traditie reeds op nijverheid en
handel waren aangewezen. Den Haag
was vanoudsher de béstuufsstad ge
weest en is dit door zijn natuurlijke
ligginggebleven. Pogingen om hierin
verandering te brengen hebben niet
veel succes gehad. Het Haagse
Laakkwartier is klein van omvang
gebleven en Binckhorst- en Piaspoel-
polder beloven ook binnen de perken
te blijven.
Het Damocleszwaard der industrie
waardoor tal van grote steden te
genwoordig totaal onleefbaar dreigen
te raken is voor Den Haag nooit
meer geweest dan een dolkje. In de
industrie was de toekomst van Den
Haag niet gelegen. Dat is duidelijk
gebleken.
THANS
Tegenwoordig zijn er echter twee
gevaren van een veel grotere impor
tantie. Ze zijn wat minder direct her
kenbaar, ook al omdat ze een wat
„menselijker" karakter dragen en een
wat „ethischer" voorkomen hebben
dan daken van gegolfd plaatijzer en
stinkende fabriekschoorstenen. Toch
zijn ze voor Den Haag althans van een
meer ingrijpende werking dan de
„laat-maar-inelkaar-zakken"- mentali
teit" en het „industrieel profijt" van
de vorige eeuw.
De gevaren die nu onze stad bedrei
gen zijn: het verkeer en de woning
nood. Om met de laatste te beginnen.
Huizentekort en bevolkingsexplosie
zijn van oudsher kwade zaken geweest
voor de stedebouw. In het verleden
had men een pasklare oplossing: bouw
maar raak en bouw maar goedkoop. Zo
ontstonden de krottenwijken van
thans: in de binnenstad Kortenbosch,
de straatjes en stegen rond Prinse
gracht. het Spui en wat nu Vondel
straat heet. En later, aan het einde van
de vorige eeuw de Schilderswijk en de
Transvaalbuurt, toen grond- en bouw-
speculanten vrij spel hadden en de ene
troosteloze straat na de andere optrok
ken.
INZICHT
Het was een zaak van zeer wijs be
leid, toen het Haagse stadsbestuur na
de eerste wereldoorlog architect Berla-
ge de uitbreidingsplannen voor Den
Haag in handen gaven. Dit was een
architect met een esthetische inslag en
een sociaal inzicht. Het nageslacht
moet hem eeuwig dankbaar zijn, dat
hij in zijn plannen niet alleen voor
huizen zorgde en woonwijken, waarin
het nu na vijftig jaar over het alge
meen nog prettig wonen is, maar ook
•.orgde voor de aanleg van het Zuider-
>ark. Berlage begreep, dat huizen er
niet alleen zijn om in te slapen en te
eten, maar ook om in te wonen en bij
„wonen" dacht Berlage ook aan de omr
geving. Toen niemand nog van lucht
vervuiling had gehoord, zorgde hij dat
er al groen in de straten was. Den
Haag werd de stad van de „lanen" en
dat was toen geen loos woord.
Berlage heeft gehandeld naar het
richtsnoer van Van Stolk: De toekomst
van Den Haag ligt in zijn bekoorlijk
heid.
HELAAS
Na de Tweede Wereldoorlog heeft
nelaas Den Haag de lessen van Van
Stolk en Berlage niet ter harte geno
men. Er was woningnood en dit werd
een vrijbrief om woonwijken uit de
grond te gaan stampen, waarbij maar
één principe gold: Er gaan veel makke
schapen in een hok.
Het beschikbare areaal werd volge-
s tampt met flats, hoe meer hoe liever.
Er kwamen woon palen en eindeloze
iililüüKi'ipüHIJRR
laMiKiMh ii si«t
t III
a
I g 11| p| III 11
iHUIÜfr ül
r flim'
1wééiwwr-
HUW
ptwES-m
Foto boven: ln de Binckhorstpolc 'de
am
kreeg de industrie in Den Haag e j n
Va
voortreffelijk geoutilleerde plaats aa,c
gewezen.
Foto onder: In de tweede helft
de vorige eeuw verrezen er overal fis
lek
Den Haag kleine fabriekjes. Nog zijp-
hier en daar hun schoorstenen te zi<
straten, recht toe, recht aar.. Als ze
maar eten en slapen kunnen. Voor
plantsoenen, vijvers, kinderspeelplaat
sen. recreatievelden was geen plaats.
Aan een park had niemand gedacht.
Toen deze krant zijn vuur uit zijn
schoenen liep om althans de nog uit de
Middeleeuwen stammende boerderij
„Rust en Vreugd" te laten staan en
daaromheen een rustieke recreatiepar
tij te bouwen, werd er aan dovemans
oor geklopt. De plannij lagen al vast.
Naar de andere kant konden plannen
naar believen nog wel gewijzigd wor
den en zo kwam er van Dudoks Seg-
broekplan niet meer terecht dan een
levensgevaarlijke raceweg.
Toen de eerste flats in de Moerwijk
verrezen schreef een Amerikaans jour
nalist: The Hague is building the slums
for tomorrow. De man heeft nog eer
der gelijk gekregen dan hij zelf dacht.
Voor openbare voorzieningen was geen
ruimte uitgespaard. Op een onbenullig
stukje grond kon hier en daar een
kerk worden gebouwd; maar voor
buurthuizen, dienstencentra, culturele
instellingen; ja zelfs voor de scho
len was zo goed als geen ruimte
meer. Er waren inderdaad wat wonin
gen bijgekomen om er te eten en te
slapen, maar geen buurten om er te
wonen.
GESPOT
In zijn na-oorlogse wijkenbouw
heeft Den Haag gespot met zijn toe
komst. Nu het beschikbare areaal lang
zaamaan raakt volgebouwd, kan de re
kening worden opgemaakt. Het ziet er
droevig uit, want de oplossing voor de
woningnood blijkt niet in Den Haag te
liggen, maar in Zoetermeer en andere
randgemeenten. Zij moeten nu waar
gaan maken, wat Den Haag heeft laten
liggen: wijken scheppen, waarhet
goed wonen is, waar groen en schoon
heid is. waar men ruimte heeft en niet
iedereen op iedereens lip zit en men
niet uit zijn slaap wordt gehouden
door de herrie van de buren.
Inmiddels kruipt de sanering van
de binnenstad voort als een luis op
een teerton. De mensen van Korten
bosch weten niet, waar ze aan toe
zijn. Aan de mensonterende woon- en
leeftoestanden in de Schilderswijk en
aanverwante buurten is nog steeds
geen einde gemaakt. De straatjes in
de Transvaalbuurt en rond de Beek
laan liggen er nog net zo droevig bij
als meer dan dertig jaar geleden. Den
Haag is de stad van de gaten gewor
den, die desondanks niet groot genoeg
zijn om er alle problemen in te be
graven.
VERKEER
Het andere gevaar dat Den Haag be
dreigt, is dat van het verkeer. Men is
op dit punt iets diligenter geworden
dan op dat van de ongebreidelde buur-
tenbouw. Eigenlijk is dit gevaar hier
aan inhaerent, want de slapers uit de
verre buurten, moeten werken in de
stad. Zij zoeken daarvoor een passende
oplossing. Terecht. Eerst was dat de
fiets, toen de brommer en thans in
steeds groteren getale de auto.
jM
'De auto staat tegenwoordig in
kwade reuk. Geen wonder, want 1
heeft ontdekt dat hij aan de luchtvel
vuiling meewerkt. Maar afgezien hiel
van: in de beperkte binnenstad is f
auto een onding. Hij vreet parket
ruimte en heeft brede wegen nodig.
Aanvankelijk heeft men in de opj
mistische mening verkeerd hem
ruimte maar te geven. Verkeersdoc
braken zijn aan de orde van de f
geweest. De eersten die daaraan
slachtoffer vielen waren de bomen,
„lanen" van Den Haag werden
aanfluiting. Plantsoenen werden pi
keerpleinen. Het Malieveld wordt I
dreigd. En daarmee is het einde i
niet in zicht. Dank zij het getreu
met de sanering zijn er hier en da
nog onbebouwde vlakten, waar
bij gebrek aan beter zolang de aut
bergen kan. M?ar als Den Haag w<
een levende binnenstad krijgt is I
ook daarmee gedaan. Inmiddels is
veel kwaad geschied.
ONDERKENNEN3
en
Gelukkig en hiermee wil ik tim
eind maken aan mijn litanie over t
teisterd Den Haag zijn er tekec
dat men het gevaar begint te ond Ie
kennen. De aanleg van de promenai
in de binnenstad en de afbaken: tif
daaromheen met parkeermeters he|er
al wat lucht gegeven. Als straks
Gravenstraat voor het doorgaand v
keer gesloten wordt, heeft Den Ha "c
althans wat zijn binnenstad betr
een hernieuwd begin gemaakt met z sij
leefbaarheid. ,ij
Dan zal het echter de eerstaani en
wezen taak van het stadsbestuur z I
het openbaar vervoer zodanig te 1 r
gelen, dat het inderdaad aantrekI e,
lijk wordt de auto thuis te laten wi )e
wat is een mooigelikte binnenst se
zonder een optimale bereikbaarhe rt
Door het inrichten van tal van ouft
dekte passages geeft de Haagse 1
keistand er blijk van vertrouwen
hébben in de mogelijkheden die e
leefbare binnenstad biedt. Dit v(
trouwen moet gehonoreerd word
met een snel, effectief en comfortal
openbaar vervoer. Ook vanuit
Haagse agglomeratie.
Wat men bij de aanleg van de nid
we buitenwijken gemist heeft,
men met een goedbereikbare binnd®n
stad enigszins compenseren en als n
zich dan ook bij de herinrichting v ;z:
de saneringsgebieden laat leiden do
liet gulden beginsel van Van Stolk
de „bekoorlijkheid" bevestigt en v< is'
meerdert kan er zelfs voor het nu n iel
zo chaotische Den Haag een gccdi t<
komst zijn weggelegd.
Men dient er dan wel voor op
passen die nieuwe wijken niet zo
te stapelen als tot voor kort de mo ro
was en zich niet te laten leiden do H
een „economische nut" op korte t«10
mijn. maar verder te zien en bedac
te zijn op de „bekoorlijkheid". Laat lg
a.u.b. in Den Haag nog plaats overbl h
ven voor bomen en bloemen, vogels
mensen, opdat wij kunnen „levei r°
Ook in de toekomst
Hoog en laag water
Katwijk aan Zee
KATWIJK AAN ZEE Woensd
3 februari: hoog water 8.44 - 21
laag water: 4.23 - 16.54.
RIJNSBURG De Rijnsburg -1
schaakclub speelde gisteravond e
competitiewedstrijd tegen Voorsch -
ten 3. Voorschoten won met 4-6.