iATANS WATER OVER GODS AKKER
DADERS
onbekend
De Donau „lekt"!
VOLKSTELLING
TEMPERATUUR METEN OP AFSTAND
Dichteres contra
milieuvergiftiging
Kanttekening
ELECTRONISCHE
VOOR EERLIJKE
WISSELAAR
VERDELING
ZORGT
Wetenschap
en techniek
ZATERDAG 30 JANUARI 1971
door
C. Rijnsdorp
Marsman in zijn tijd wilde dichten met woorden,
'stuk voor stuk gezuiverd van de tijd'. Strikt geno
men bedoelde hij: gezuiverd van de inwerking, de
verwering teweeggebracht door het voortschrijden
van de tijd. Het was hem erom te doen verzen
te schrijven die bleven. De dichter zelf was hier de
uitzuiveraar; het dichten was een chemisch proces:
elke niet-puur-dichterlijke alliage moest worden
geweerd.
VJ>
Meta van §Jzer, geëngageerde poëzie
In zekere zin is dit ideaal van
alle tijden. Dichten is weglaten.
Meta varrIJzer. in haar bundel Aan
tekeningen bij een stille lente (De
Beuk. Amsterdam. 36 blz.. 5.75)
doet niet anders dan alleen datge-
ie doorlaten waarop het aankomt.
Maar tegelijk is er iets andere
aan de hand. Die „stille lente"
waarbij zij aantekeningen maakt is.
om met dr. C. J. Briejèr In zijn
/voord vooraf te spreken, „een len
te. waarin geen vogel zong, omdat
de mens ze alle had gedood met
zijn vergiften". En hij vervolgt:
,Met dit grimmige moderne
sprookje symboliseerde de Ameri
kaanse biologe Rachel Carson het
gevaar van de chemische bestrij
dingsmiddelen. in een boek dat
een schok door de wereld deed
gaan".
Geëngageerde poëzie dus .con
cludeert de lezer die zijn modekre-
ten kent. Hij vergeet, dat het ware
engagement spot met het engage
ment. Het pseudo-engagement re
deneert ongeveer zo. Het hoort nu
eenmaal je als schrijver of dichter
ergens voor in te zetten. Wat zou
Ik een kunnen nemen? O ja. de
milieuvervuiling, een primeur bo
vendien. En je nu maar opwinden
over die boze industriëlen ,dle Sa
tans water over Gods akker laten
lopen. Maar zo gaat het in dit
groene(l) boekje niet toe.
Meta van Ijzers betrokkenheid
op dat levensgrote gevaar is pas
sief in die zin dat ze eronder lijdt.
Armoede, oorlog, discriminatie en
andere gruwelen zijn al lang tot
protesterende en aanklagende
poëzie geworden. Zij zijn veel
meer spectaculair dan .de milieu
verontreiniging, dat bij de welvaart
ingebouwde euvel, maar dit laatste
is niet minder erg. De dichteres
ondergaat de aantasting van het
levensbeginsel zozeer, dat de drei
gingen die ze beschrijft de gedich
ten mede bepalen.
verslagen wordt zelfs de ver-
vaarlïjkste dichter
als hij ziet hoe de grond
afbrokkelt onder zijn voet
vergif zijn kroost versmoort
zijn vrouw bezwijkt
onder de leus
wast witter" (bleekt dodelijk)
bespoten fruit
breekt onder zijn handen
en wordt tot gifstof
tussen zijn zieke tanden
Zo gelijken deze gedichten zelf
op de dode vogels die men optilt
uit het zand; men ziet hun veren
en de kristallen die vlekkig kleven
aan vlerk en poot (bl. 10). Ze zijn
ook zelf de fazant in het kar-
respoor (12), het aangetaste orga
nisme (15). er is een hoge flux
reactor in hun bloed (17).
Uit een oogpunt van poëtiek
heeft men hier dus dit merkwaar
dige, dat het kwaad zich in deze
verzen via de poëtische vormge-
het vers Modern Times, welke titel
is ontleend aan de beroemde film
van Charlie Chaplin van 1936. Dit
gedicht heeft, pretentieloos en zon
der een zogenaamd profetische
toon, een profetische klank; ik ci
teer eruit het volgende:
verborgen achter gordijnen
zijn nog oude mensen
gevonden
die verklaarden te leven van
voedsel
dat nog net was aangevreten
nog zuiver en vrij van vergif
ten
er is een kring van afval om de
zon
✓ing tegen zichzelf keert. Want hier
wordt niet geprotesteerd tegen,
maar vanuit een situatie. Kijk nu
eens wat je doet, zeggen deze
dichterlijke aantekeningen: hier zijn
wij: prachtige, vergiftigde fazanten,
•vitter, ja lijkwit gebleekte vrouwen.
De verzen stapelen zich op als do
de vogels en happen naar lucht als
gladde vissen. Zoels bij een pro
testparade oorlogsinvaliden hun
verminkingen laten zien, zo trekken
deze summiere notities langs ons
heen.
De dichteres doet dit tegen de
achtergrond van vluchtige en frag
mentarische jeugdherinneringen,
„toen vogels nog zwierven door
gras en pluimen waaiden in zoelte
(23); wij kinderen zwermden uit en
plaatsten bloemen in het kozijn, de
straat was nog weg, een speelter
rein, eindeloos wisselend van hoe
pel tot tol" (25).
Men vindt deze herinneringen in
de vijf gedichten van de afdeling
Anno 19.. Maar meer dan een
achtergrond is het niet. De nadruk
valt op de aantasting van het le
ven, als het ware aan de verzen
zelf gedemonstreerd
De meesto afstand tussen dich
teres en thema wordt bewaard in
er is een plastic huid om de
maan
en de dode vogels zij stapelen
zich op
en de gladde wissen happen
naar lucht
er is een centrale computer die
zegt:
leven is een koel avontuur
van bedenkelijke afmeting
Ik kom terug op de vergelijking
niet Marsman. Want de criticus
vergelijkt onophoudelijk en alleen
zo komen bepaalde dingen aan het
licht. Het was Marsman te doen
om het levenskrachtige in zijn
poëzie, die moest blijven lang na-
Jat hij gestorven was. Het zwakke
en minderwaardige moest, Nietz
scheaans, worden uitgebannen.
In deze bundel wordt, om met
3aulus te spreken, de (dichterlijke)
kracht in zwakheid volbracht. De
dichteres denkt niet aan zichzelf en
haar kunst. Wat leven moet zijn
niet haar woorden, maar de man
nen, de vrouwen, de kinderen, de
bloemen en de vogels, de vruchten
en het graan, de hele menselijke
samenleving.
Verkeersschades, toegebracht door onbekend
lijvende daders, behoren helaas nog steeds niet
ot de zeldzame uitzonderingen. Er is in de prak-
ijk zelfs te signaleren, dat deze schades toene
men.
Vroeger Jwas het bij voorbaat onmogelijk, dat
:n als gedupeerde in dergelijke gevallen enige
ladevcrgoeding ontving, indien men althans
voor zijn beschadigde auto all risks was
•rzekerd. Sinds 1965 is daar verandering in ge-
imen. In dat jaar trad namelijk in werking het
Waarborgfonds Motorverkeer, ingesteld bij de
;t voor de verplichte w.a.-autoverzekering: de
let Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtui-
:n.
Dit Waarborgfonds is door de overheid in het
:ven geroepen onder meer om vergoeding te
itrekken aan hen, wier auto of andere eigen-
imen door onbekend gebleven autobestuur-
:rs zijn beschadigd.
Gedupeerden zulllen in dergelijke gevallen zich
trikt moeten houden aan de wettelijke eisen, die
■an kracht zijn om van het Waarborgfonds Mo-
orverkeer schadevergoeding te kunnen verkrij
gen. Het is bepaald niet zo, dat een gedupeerde
kan volstaan met aan dit Fonds te berichten, dat
zijn auto op een zekere datum is beschadigd door
een onbekend persoon, dat de schade zoveel gul
den bedraagt en dat hij dit bedrag spoedig op
zijn giro tegemoet ziet.
De schadelijder zal moeten aantonen:
a. dat zijn auto (of een ander eigendom) Is be
schadigd door een motorrijtuig (waaronder ook
een bromfiets wordt gerekend);
b. dat de bestuurder van dat motorrijtuig (of een
passagier daarvan) schuld draagt aan het toe
brengen van de schade;
c. dat hij als benadeelde heeft gedaan, wat rede
lijkerwijs van hem kan worden verlangd, om de
identiteit van de dader vast te stellen (zoals het
inschakelen van de politie), maar dat dit deson
danks niet tot resultaat heeft geleid;
d. dat zijn schade tenminste 150.- bedraagt.
Doet men aangifte bij het Waarborgfonds Mo
torverkeer van een dergelijke schade, dan zal
men een formulier thuis gestuurd krijgen, waar
in in totaal zo'n 60 hoofd, en ondervragen zijn
vermeld. Daaronder behoren ook vragen, die bc-
door H. Larsen
trekking hebben op andere schadegevallen, waarvoor men zich
tot genoemd Fonds kan wenden. Want behalve de gevallen met
een onbekende dader, behsfndelt het Waarborgfonds ook de scha
des, die zjjn toegebracht door (schuldige) motorrijtuigbestuurders,
die geen verzekeringsdekking hebben en zelf geen of onvoldoende
verhaal bieden voor de schade.
Het Waarborgfonds Motorverkeer is gevestigd in Den Haag aan
de President Kennedylaan 15-17.
ER IS WEL iets „te doen" rondom de volks
telling die aan het einde van de volgende
maand in ons land gehouden zal worden.
Er wordt in de beoordeling ervan blijk ge
geven van argwaan en van wantrouwen.
Is dat terecht?
In het Oude Testament wordt ons medede
ling gedaan van een volkstelling die dui
delijk door hoovaardigheid van de vorst
was ingegeven. Hij riep daarmee een stren
ge straf over zich en zijn volk in. De tel
ling van Augustus, waardoor, naar godde
lijk plan. de geboorte van Christus werd
beïnvloed, zal wel ook belastingtechnische
oorzaken hebbe n gehad.
Ook de telling van straks wordt uiteraard
niet voor niets gehmden. Zij beoogt infor
matie bijeen te brengen op algemene vra
gen, en die informatie zal haar nut kunnen
hebben voor het beleid in de komende tijd.
Dit laatste is een billijk streven. Een beleid
zal moeten worden gevoerd. Zonder meer
valt aan te nemen dat veel werk te wach
ten is. Soms is er ontevredenheid omdat
te weinig wordt gedaan. Soms ook omdat
datgene wat gedaan wordt onoordeelkun
dig en zonder plan geschiedt.
VOOR DE uitstippeling van ee nbeleid is
informatie nodig. Men behoort op de hoog
te te zijn van situaties. Men moet in de
gelegenheid gesteld worden om lijnen te
trekken vanuit het verleden via het heden
naar de toekomst. Straks zijn mensen
kwaad wanneer niet tijdig het noodzake
lijke wordt verricht.
Nu is het merkwaardig, dat deze laatste kri
tiek niet zelden uit dezelfde hoek komt
als de kritiek op de telling. Die kritisch
laatste vindt haar oorzaak in beduchtheid
met betrekking tot allerlei macttsvorming
in onze tijd.
De bestaande „structuren", zeggen velen van
deze critici, liggen als een dwingend net
over ons allen uitgespreid. Alleen al de
omstandigheid dat ze er zijn betekent een
vorm van „geweld" dat over ons wordt uit
geoefend: „het structureel geweld".
Dat „geweld" laat weinig of geen vrijheid
over, wil alles van ons weten, wil ons in
zijn greep houden, wil ons in een gemak
kelijk hanteerbaar systeem, met name in
een computer, onderbrengen.
Daar, zegt men vervolgens, mogen we niet
aan toegeven; daartegen past integendeel
verzet. Daarom: niet mee doen aan die
volkstelling.
ANDEREN, die in hun redeneertrant niet
zo ver willen gaan, vragen zich toch wel
af, of rondom de telling de „persoonlijk
heid" van de enkele mens voldoende is
beschermd. Of dus beschermd is datgene
wat we met een goed Engels woord „priva
cy" plegen te noemen.
Er wordt over die privacy tegenwoordig veel
geschreven, en daar is ook alle aanleiding
toe omdat op haar bescherming inderdaad
behoort te wórden toegezien. Er is al zo
veel publiciteit, er is al zoveel openbaar
heid en algemene kenbaarheid, dat de pri
vacy steeds meer lijkt te worden benard.
Deze situatie, die metterdaad aandacht ver
dient, kan er echter ook toe leiden dat men
vervalt in een zekere krampachtige be
scherming van wat men dan meent privacy
te zijn. ook wanneer dat in werkelijkheid
geen privacy is, en ssoms nog minder een
bedreigde privacy.
Wat nu die volkstelling betreft, er gaan in
derdaad heel wat vragen en vraagjes ge
steld worden. Zo op het oog kan de arge
loze burger zich zelfs afvragen, of er in
al die gevallen een duidelijk nut is.
In elk geval zal hij des te meer belangstel
lend zijn, hoe het op de basis van deze
brede informatie straks zal gaan met dat
uit te stippelen beleid.
WANT VOOR beleid moge informatie voor
waarde zijn, informatie die niet tot beleid
blijkt te leiden veroorzaakt straks alleen
maar gevoelens van frustratie. En daarvan
hebben we, zoals bekend' in deze tijd al
een en ander.
Vele vragen dus, maar tegelijk toch eigenlijk
géén waarvan gezegd moet worden dat ze
onze privacy bedreigen.
Bovendien zijn er rondom de telling zeker
heden geschapen waardoor de anonimiteit,
de naamloosheid, van de antwoordgever be
waard blijft.
Tegenover allerlei emotie die zich al laat
gelden lijkt ons daarom enige nuchterheid
geboden. Nuchterheid om te erkennen dat
een telling als deze nuttig is en dat er in
gemoede ook geen bezwaren tegen zijn in
te brengen.
De waarborgen voor de bescherming van de
privacy zijn mogelijk in de komende weken
zelfs nog iets aan te scherpen.
Onredelijkheid zal er altijd wel blijven. Wie
tegen de huidige samenleving principiële
bezwaren koestert, zal zich keren tegen al-
Daarnaast zijn er anderen die aarzelen. Ze
les, heus niet alleen tegen deze telling,
kunnen, dacht ik, zeker nog worden ge
wonnen.
DIEMER
De bron bij het dorpje
>onaueschingen (de „Schloss-
jiuelle"), waaruit de Donau
Untspringt, kan nu pas met
behulp van de techniek
'verkelijk aanspraak maken op
lie naam en inderdaad Euro-
>a's op één na langste rivier
ran water gaan voorzien.
Tot nog toe was dit hoe para-
ioxaal het ook moge klinken
I liet het geval. Ongeveer 25 km
itroomafwaarts van de bron heeft
i Donau ol. een „lek" de door-
.jpelplaats bij Immendingen. Het
ronwater dat hier in de bodem
rdwijnt. wordt de Donau „on-
)uw' en gaat zijn eigen weg. om
iter onder de naam Aach in het
lBodenmeer te stromen.
In de toekomst zal nu echter een
Waterwissel voor het lek. voor een
eerlijke" verdeling van het Donau-
water gaan zorgen. Dit betekent,
dat een elektronische installatie die
Iwaterwissel zodanig regelt, dat een
gedeelte van het water om het
„lek" heenvloeit en dus in de Do
nau blijft, terwijl een ander ge
deelte „mag" weglekken om ook
de Aach niet te kort te doen.
Met deze technische oplossing
■zal de oude „strijd om het Donau-
Iwater", die vroeger aan de grens
i tussen Baden en Wurttenberg dik
wijls de gemoederen in beweging
heeft gebracht, tot het verleden
Ibehoren.
Voorbij de doorsijpelplaats bij
Immendingen is de rivierbedding
van de Donau voor een groot deel
van het jaar vrijwel opgedroogd.
Pas later brengen verschillende zij-
1 rivieren datgene tot stand, wat men
dan in Wenen pleegt te bezingen
als de „schone blaue Donau".
Wat daarentegen in het droge
|Donaudal na Immendingen zielig
i voort8ljpelt, is bepaald niet mooi
en niet blauw maar tot misnoegen
van de lokale bevolking slechts
stinkend rioolwater.
Twaalf km zuidelijk van Immen
dingen, In het stadje Aach, is men
met deze toestand echter best te
vreden. Hier komt nl. het voorma
lige Donauwater uit de „Aach-
Topf", Duitslands grootste bron,
weer aan het daglicht en vormt
een welkome toeristische attractie.
Het is begrijpelijk, dat men dit tot
elke prijs zo wil houden, te meer
daar ook enige industrieën op het
water van de Aach zijn aangewe
zen.
Om nu iedereen tevreden te
stellen, installeert Siemens een re-
gelinstallatie, die automatisch de
verdeling van het Donauwater be
stuurt. Stroomop- en stroomaf
waarts van de waterdissel wordt
het waterpeil gemeten en in een
controlekamer gesignaleerd. Uit de
verkregen gegevens ontstaat dan
een doorstroomprogramma, dat tel
kens voor acht uur geldig is. Ge
durende die tijd worden weer re
gelmatig peilstanden voor het vol
gende acht uur-programma opge-
Dat de Aach uiteindelijk toch
nog het water krijgt, dat bij Immen
dingen niet meer wegsijpelt, maar
nu door de droge Donaubedding
wordt omgeleid, is te danken aan
een tweede „lek" bij Fridingen, 25
km stroomafwaarts, waar even
eens een onderaardse verbinding
met de Aach bestaat.
Daar heeft de Donau inmiddels
aan kracht gewonnen, zodat men
het bij Immendingen gewonnen ex-
tra-water nu toch kan laten wegsij
pelen wederom bestuurd door
een elektronische installatie die
met de eerste in verbinding staat.
Dat wegsijpelende Donauwater
zal overigens de geleerden in de
toekomst nog gaan bezighouden.
Door proefnemingen op grote
schaal wil men trachten uit te vin
den welke onderaardse wateraders
dit gebied doorkruisen. Tot nog toe
weet men. uit proeven met kleur
stoffen. nl. alleen nog maar. dat er
water uit de Donau in de Aach
terecht komt. Of deze onderaardse
weg echter ook nog vertakkingen
heeft, zal pas door verdere proef
nemingen kunnen worden vastge
steld
Het hamstertje "Bartje" leent
zich bereidwillig voor een expe
riment. De proef demonstreert
de werkwijze van een nieuwe
"afstandsthermometer". Zoals al
le warme voorwerpen, zendt ook
Bartje infrarode stralen uit. Deze
worden opgevangen door het
"oog" van de meetkop, waarin
een minuscuul infrarood detec-
tortje is ingebouwd (rechts op de
foto).
Deze detector kan niet alleen
de aanwezigheid van Bartje op
een afstand van meer dan vijf
tien meter aantonen, maar wijst
zelfs aan wanneer hij van rich
ting verandert. In verschillende
variaties kunnen dergelijke instru-
menten voor warmtemeting over
al worden toegepast, waar nor
male thermometers niet bruik
baar zijn. Speciaal in de indus
triële sector - bijv. voor tempe
ratuurcontrole van grote electro-
motoren- is dit het geval.
-X- Specialisten van Siemens ontwikkelden een electronlaehé r*g«l-
installatie om het Donauwater te verdelen
Temperatuur meten op een afstand
van enkele meters, daarin schieten de
gebruikelijke thermometers tekort. Ze
moeten immers steeds in contact zijn
met het voorwerp waarvan zij de tem
peratuur dienen vast te stellen. Dit
directe contact is echter in vele geval
len niet mogelijk. Toch kunnen ook
dan nauwkeurige metingen worden
verricht en wel met behulp van een
nieuwe „afstandsthermometer", die
warmte-uitstraling niet alleen aantoont,
maar ook kwantitatief meet en aanwijst.
Specialisten van het Siemens Research
centrum in Erlangen hebben een der
gelijk apparaat ontwikkeld.
De toepassingsmogelijkheden zijn tal
rijk, zij strekken zich uit van onder
zoekcentra tot fabrieken. Grote elektro
motoren en generatoren bijv. worden,
wanneer zij in bedrijf zijn, onvermijde
lijk heet. De daarbij optredende tempe
raturen (soms meer dan 200 gr. C.) moe
ten voortdurend worden gecontroleerd,
opdat er bij volle belasting geen overver
hitting ontstaat.
Bij de roterende en onder hoogspan
ning staande onderdelen kunnen gewone-
thermometers echter niet worden toege
past. Ditzelfde geldt o.a. voor een warm-
walserij, waar het gloeiende staal zorg
vuldig moet worden gecontroleerd. Of
een ander voorbeeld: in glasblazerijen
moeten de dikwijls slechts millimeter
dikke glazen buizen, die uit de smeltoven
komen, vóór hetsnijden voldoende afge
koeld zijn, op straffe van breuk, uitschot
en produktieverlies. Alleen op afstand,
dus met een afstandéthermometer, kan
hier de temperatuur worden gemeten.
Zogenaamde photobolometer-!PB-)de-
tectoren fungeren daarbij als stralings
ontvangers. Zij vangen de voor het men
selijk oog niet waarneembare infra-rodc
straling op, die elk warm voorwerp altijd
uitzendt. De oppervlakte-temperatuur
van het voorwerp wordt afgeleid uit de
intensiteit van de straling.
Hun grote stralingsgevoeligheid danken
de PB-detectoren aan de in de Siemens
laboratoria ontwikkelde halfgeleiders
Indiumantimonide - nikkelantimooide).
Zij zijn variabel en kunnen daarom voor
een reeks speciale doeleinden worden ge
bruikt.
Door toepassing van foto-ets-technie
ken kan de gevoelige laag, a.h.w. het
„oog" van 5e detector, aan verschillende
vormen (cirkel, lijn) van de te onderzoe
ken objecten worden aangepast. Dunne
buizen of draden worden bijv. door een
lijndetector gemeten.
De lenzen van silicium laten zoveel in-
fraroodstraling door dat temperatuur
verschillen van minder dan 0.1 gr. C. nog
kunnen worden vastgesteld. Het meetbe-
reik strekt zich uit van -20 gr. C tot
meer dan +500 gr. C.
Een complete stralingsthermometer be
staat uit een meetkop met PB-detector
en lens, en een aanwijsapparaat Hierop
kan de temperatuur van het onderzochte
voorwerp worden afgelezen en door een
daarop aangesloten schrijver worden ge
registreerd. Door middel van een grens
waarde-meidinrichting kunnen bij een
instelbare temperatuur, bepaalde schake
lingen worden verricht, zodra deze tem
peratuur wordt bereikt. In de praktijk
wil dit zeggen, dat wanneer bijv. een
motor dreigt te worden overbelast, deze
geheel automatisch wordt uitgeschakeld.