Australiërs duiken Hollands glorie op BAPTISME BOEIEND BESCHREVEN Berg in g beroemde schepen uit t ij d van VOC DEZE WEEK in opmars ZATERDAG 30 JANUARI 1971 *- Conservator Ian Crawford (rechts) bespreekt de bergingsplannen met Harry Bingham, leider van de groep duikers. lo - Eric Car toont hier twee scheerbekkens, afkomstig van het schip Batavia. De 'hap eruit' is geen beschadiging, maar de oorspronkelijke uitsparing om het bekken onder de kin te kunnen houden. In november 1970 zijn de Australiërs begonnen met grootscheepse bergingsoperaties bij het wrak van de Batavia, een Nederlandse koopvaarder die in 1629 voor de kust van West-Australië schipbreuk leed. De wrakken van de Batavia en de Verghulde Draeck (vergaan in 1656) werden teruggevonden in het begin van de jaren zestig van onze eeuw. Drie andere wrakken van Nederlandse koopvaarders zijn eveneens door die wateren bedolven. Ze vergingen echter later, in de achttiende eeuw: de Zuytdorp in 1712, de Aagtekerke in 1726 en de Zeewijk in 1727. Die wrakken zijn tastbare herinneringen aan Nederlands grootse en bewogen historie in de jaren toen de Vereenigde Oostindische Compagnie een Nederlandse zeemogendheid van bete kenis was in Azië. Clare Booth vertelt in dit artikel hoe Australiërs zich inspannen om Nederlands glorie uit de zeven tiende en achttiende eeuw aan de zee te ontfutselen en in het mu seum van Perth te conserveren. Ploegen duikers hebben in 1964 de positie van het wrak van de Verghulde Draeck nauwkeurig in kaart gebracht. Sedertdien is er uit dat wrak het een en ander geborgen, hoewel de bergingsoperaties door de ruw heid van de zee ter plaatse zeer bemoeilijkt v/orden, ja, soms zeer gevaarlijk zijn. De ligging van de wrakken van de Zeewijk en de Zuytdorp is zodanig, dat het werk van de duikers daar nog gevaarlijker is. „Het wrak van de Batavia acht ik het be langrijkste wrak. Gelukkig ligt het zo, dat het door duikers goed benaderd kan worden", aldus dr. Ian Crawford. En hij kan het weten, want dr. Crawford is curator van de afdeling ..Human Studies" van het West-Australische Museum te Perth en belast met de leiding van het bergings- en restauratieprogramma Historisch gezien is de Batavia een zeer interessant schip. Aan de schipbreuk ging namelijk een muiterij aan boord vooraf en na de ramp kwam het tussen de schipbreukelin gen tot afschuwelijke moordpartijen op een der Abrolhoseila>nd|es. Terecht kan men spre ken van het „Treurspel van dé Batavia". „De Batavia was geheel geladen", vertelde dr. Crawford, „toen het schip op een rif liep Leden van de bemanning lukte het om na de schipbreuk een klein deel van de lading te redden, maar het grootste deel bleef in het wrak achter. Het is uitermate belangrijk, dat die rest zeer goed geconserveerd blijkt te zijn. Wij hadden dat niet voor mogelijk ge houden, nadat het wrak bijna drie-en-een-hal- ve eeuw door het zeewater bedolven wasl" Daar het wrak van de Batavia kwam te liggen in een met koraal afgezette kloof werd de inhoud niet over een min of meer groot oppervlak verspreid, maar bleef hij bijeen. Er vormde zich een korst van kalksteen die een groot deel van het schip en van de lading in de ruimen afsloot van het zeewater. Dat droeg belangrijk bij tot de conservering. Ten tijde van de nauwkeurige positiebepa ling van het wrak werd begin 1970 reeds belangwekkend materiaal door duikers naar boven gebracht. Zo vonden zij bijvoorbeeld, twee koperen scneerbekkens in vrijwel gave conditie. Voorts een gegraveerd tinnen 'nkt- pot met penhouder, gave stukken gekleurd aardewerk, potten voor zalf en smeersels, alsmede de voet en een arm van een kande laber van bewerkt zilver met duidelijk her kenbare dessins (zoals engelenkopjes). Zoals te verwachten was, vond men ook gevechtsbenodigdheden als buskruitvaten, kanonnen en kanonskogels. Wel onverwacht echter was de vondst van lederen resten van gevechtsuitrustingen! De metalen delen van deze gevechtspakken wa ren geheel weggeroest, maar de roestlagen met indrukken van schildomtrekken en klink- nagelmerken hetgeen wijst op het dragen van metalen borst- en rugkurassen bleven evenals de lederen voering intact. Na vak kundig gereinigd en (met olie) behandeld te zijn is het leder nu weer soepel. „Wij zijn overtuigd", zei dr. Crawford, „dat deze bergingsoperatie op grote schaal op en nabij de plaats waar de Batavia zonk. zeer belangwekkend materiaal aan het licht zal brengen. Het meeste zal boven water komen als conglomeraat, dus ingekapseld in ge steente. koraal en zand. Nadat zij de kalk- steenkorst gebroken hebben, zullen de dui kers alles in het werk moeten stellen om te voorkomen dat het wrak-materiaal door de werking van de golven verspreid of, erger, weggespoeld wordt. En als zij brokken con glomeraat afbreken, moeten de duikers zo breken, dat het materiaal niet beschadigd wordt!" De berging van de Batavia is een grote stap voorwaarts in de uitwerking van het bergingsprogramma van het West-Australi sche Museum. Dat programma werd onder moeilijke omstandigheden opgezet en had enige jaren met moeilijkheden te kampen. De voet en een arm van een in het wrak gevonden zilveren kandelaber. Reeds kort na de publicatie omtrent de ont dekking van de wrakken ondernamen heb zuchtige souvenirjagers en amateur-duikers pogingen de wrakken te plunderen. Dit werd in 1964 door een wet verboden. Voorts werd. eveneens bij de wet, bepaald, dat de verant woordelijkheid voor de wrakken kwam te be rusten bij het Staatsmuseum te Perth. Door een tekort aan geschoold personeel konden tot 1966 slechts geringe vorderingen worden gemaakt. In dat jaar werd een cura tor van het museum, dr. Colin Jack-Hinton, belast met de speciale verantwoordelijkheid voor de wrakken. In dat jaar (1966) kwam er ook medewerking van Nederlandse zijde. De Nederlandse negering zond toen de heer Ger- rit van der Heide, archeoloog en deskundige op het gebied van oude schepen, naar West-Australië om de situatie ter plaatse in ogenschouw te nemen en te adviseren om trent prioriteiten bij het bergingswerk. Sedertdien kon de staf uitgebreid worden en nam de activiteit toe. Opnieuw kwam er medewerking uit Den Haag. Men zorgde na melijk, dat de heren Eric Car (museumcon servator) en Harry Bingham (bergingsduiker) naar Nederland konden komen om er onder leiding van specialisten studie te maken van de wrakken en van wat daarmee samenhangt. Toen de heer Car in Australië terugkwam, stelde het Staatsmuseum van West-Australië hem een assistent ter beschikking om een laboratorium voor de conservering van uit de wrakken opgedoken voorwerpen op te zetten en in bedrijf te houden. Voorts benoemde het museum de heer Bingham tot leider van een groep duikers. Bingham hervatte toen de ber gingswerkzaamheden van de Verghulde Draeck. „Niettemin", aldus dr. Crawford, „bleef het personeelstekort een probleem. Men maakte toch nog te weinig vorderingen. En nadat de duikers een wrak hadden verlaten bleef het gevaar van plundering bestaan!" In november 1970 kwam er een keer ten goede. Thans heeft het museum mensen in dienst die waken over de wrakken als er geen duikersploegen ter plaatse zijn. De heer Bingham heeft de leiding van twee duiker teams die gelijktijdig werken op het wrak van de Batavia en dat van de Verghulde Draeck. De heer Car heeft twee assistenten. „Zo spoedig mogelijk zullen we", zei dr. Crawford, „iemand aanstellen die in staat is om het project te leiden!" Dit betekent, dat de uitvoering van het bergingsprogramma en de aansluitende conserverings- en restau ratiewerkzaamheden in 1971 en volgende ja ren zonder oponthoud of belemmering voort gang kunnen vinden. De uitvoering van het programma zal, naar het zich laat aanzien, verscheidene jaren ver gen, maar het Museum te Perth is bereid en in staat om het tot het eind ten uitvoer te leggen ongeacht hoeveel tijd dat zal kosten. „Wij maken ons geen zorg over de tijd die de uitvoering van het programma koet. Maar wel proberen wij te zorgen, dat wij prestaties van prima kwaliteit leveren", zei dr. Craw ford. De uit wrakken geborgen voorwerpen worden na hun restauratie in het museum tentoongesteld. door Bert Scholten IS >e ontdekking dat bacteriën ziekten kunnen verwekken, de opkomst van e narcose en de bloedtransfusie, de uitvinding van penicilline zijn mar- inte mijlpalen in de medische geschiedenis. g lit waren doorbraken die een anderë kijk op de geneeskunde gaven en ijd verbreide toepassingen mogelijk maakten. Het is moeilijk te zeggen at in deze tijd de belangrijkste ontdekking of toepassing is. Sommigen 'ijzen op de orgaantransplantaties, anderen op het hersenonderzoek, laar het ziet ernaar uit dat deze eer, achteraf gezien, een reeds veertig ar bekend hormoon ten deel zal vallen: het prestaglandine. m 1930 ontdekten twee artsen in New York dat het extract uit de pro- ■laatklier. spieren zowel kon samentrekken als ontspannen. Het duurde B I jaar voordat een Zweeds onderzoeker er in slaagde deze prosta- landine in zuivere vorm te isoleren. Toen zag men ook voor het eerst in elke belangrijke rol deze vreemde substantie kan spelen bij het verbe- iren van de gezondheid van de mens. Wanneer het de belofte nakomt, «n prostaglandine twee levensgrote problemen oplossen, namelijk dat van geboortenbeperking en dat van de hart- en vaatziekten. let wonderbaarlijke van dit hormoon is dat het kan worden gebruikt oor een aantal geheel verschillende doeleinden. Experimenten hebben angetoond dat prostaglandine bevruchting kan voorkomen, maar ook dat et de vruchtbaarheid kan bevorderen. Het kan abortus opwekken, en het normale bevalling bespoedigen. Bij andere experimenten is ge- |(j leken dat prostaglandine abnormaal hoge bloeddruk kan verlagen en dat et nuttig kan zijn bij het voorkomen en de behandeling van trombose. [af)p een conferentie in New York waar experts van over de gehele ireld hun ervaringen uitwisselden, werd prostaglandine de meest krach- ge biologische stol genoemd. De onderzoekers op de conferentie ver achten dat binnen niet al te lange tijd prostaglandine synthetisch ver- lardigd kan worden, waardoor gemakkelijk grotere hoeveelheden voor «perimenten beschikbaar komen. werden daarnaast een aantal uitspraken gedaan betreffende toepas- hj ngsmogelijkheden. Dr. Kenneth T. Kirton uit de Verenigde Staten en Dr. ultan M. M. Karim uit Uganda, twee specialisten op dit terrein, opperden e mogelijkheid dat prostaglandine de ontwikkeling van één-pil-per-maand ogelijk maakt. Een Zweeds onderzoeker, Dr. Mare Bygdeman, verbonden i het Karolinska Instituut, was van mening dat abortus door middel van hormoon zo gemakkelijk is dat de patiënt thuis of in een polikliniek be- ndeld kan worden. et onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van prostaglandine og lang niet afgesloten. Veel van de werking ervan wordt niet begrepen, aarom bevindt het gehele onderzoek zich nog in het experimentele adium en is deze „wonderstof" voorlopig niet in de handel. PAUL VAN LANGSTRAAT „Een ruwe vissersman dreigt zijn vrouw van het leven te zullen beroven, als zij zich laat dopen bij die baptisten. De vrouw echter zegt: Ik moet God meer gehoorzamen dan de mensen. Zij laat zich op 's Heilands bevel dopen. On derwijl wordt er in het hart van haar man een hevige strijd gevoerd. Hij slijpt zelfs de bijl, waarmee hij straks zijn vrouw bij haar thuiskomst wil doden. Maar Jezus wordt overwin naar! Precies veertig dagen later daalt hij ook af in het watergraf. De leeuw is een lam geworden." Zo ging het eind vorige eeuw bij de stichting van de baptis tengemeente in Staveren en dit is een van de vele kleurrijke verhalen, die ds. J van Dam vertelt in het dezer dagen ver schenen prachtige boek „Ge schiedenis van het baptisme in Nederland". Men moet dit boek lezen om te beseffen, hoezeer het bap tisme in ons land een zijloot is van de Afscheiding. Begon de Afscheiding met Hendrik de Cock, ook aan de wieg van het baptisme staat een dominee in het hoge noorden, dr. Johannes Elias Feisser te Gasselternijveen, die in. 1843 als hervormd predikant werd afge zet en zich een goed jaar later met zes volgelingen liet dopen in een drabbige veenvaart. „Het was ons alsof wij nu door de rechte poort waren in gegaan, waarvan Bunyan in zijn Christenreis spreekt en niet over de muur geklommen, of schoon die gewoonte reeds meer dan duizend jaar oud is", schreef Feisser later over deze stap. Ds. Van Dam acht het aanne melijk, dat Feisser en De Cock elkaar al vroeg gekend hebben In ieder geval hebben de afge scheidenen na Feissers afzetting even gedacht, dat hij zich bij hen zou aansluiten. Maar hij vond ze te schools, ,,'t Zat hun anderhalve voet te hoog", was Feissers oordeel. De kracht van de baptisten heeft steeds gelegen in hun op wekkingsbewegingen. Zo be schreef evangelist Berend Roe- les een opwekking in Weerdin- germond in 1881: ,.'s Maandags- morgens waren wij nauwelijks wakker of boodschappen kwa men om daar en daar te komen teneinde met bekommerde zie len te spreken. De dag was heerlijk. Wij lieten ons leiden en de Heer wees ons zelf de weg. Velen werden gered, in zonderheid des avonds. De kerk was vol, de navergadering hart verscheurend. In, voor en ach ter de kerk, in ons gehele huis, in de voor- en achterkamer, in de schuur, achter het huis. overal lagen verslagenen, roe pende tot God vanwege de veel heid hunner zonden. De Door breker was voor ons aangezicht henen gegaan en er was niets anders te doen dan de zielen aan te vatten om ze van de windselen te ontdoen en in vrij heid henen te laten gaan. Het getal der geredden was die avond niet meer te bepalen In het Woord vooraf schrijft drs. J. Reiling: „Het is geen wonder, dat tot op de huidige dag de sporen van een opwek kingsbeweging aan. ons te vin den zijn. Het vuur van de op wekking heeft in vrijwel alle gemeenten een of meer keren gebrand." Hij zou het wel terug wensen, al zou het vandaag vol gens drs. Reiling anders moeten dan in het verleden. Ds. Van Dam schrijft veel over kleinmenselijke ruzietjes in de gemeenten, die ook inhe rent schijnen te zijn aan een milieu van opwekking en leke- predikers. Zo was er in sommige ge meenten veel strijd over de ge heelonthouding. Wilden sommi gen de leden een alcoholverbod opleggen, anderen sloegen zover naar de andere kant door, dat zij het lidmaatschap van een geheelonthoudersvereniging als een censurabele zaak be schouwden. Een leergeschil is er maar één keer geweest, in de jaren tach tig, maar dat was er dan ook een van ingrijpende aard. He' ging over de betekenis van di verzoening, door Christus aan gebracht. over de verhoudin? tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking. Men kan zeggen dat op de duur de angelsaksischc invloed de overwinning behaald heeft op het meer dogmatische Duitse baptisme, dat sterke na druk op de uitverkiezing legde. Belangwekkend is het Friese baptisme. dat in 1864 en vol gende jaren in Franeker en an dere plaatsen is ontstaan, geheel onafhankelijk van de reeds be staande gemeenten in Gronin gen en Drente. De voorgeschiedenis van dit Friese baptisme vertelt ds. Van Dam niet. In de afgescheiden gemeente van Franeker stond destijds ds. K. J, Pieters. Deze keerde zich scherp tegen het „oudgereformeerde" subjectivis me. dat in afgescheiden kring sterk gevonden werd. Samen met ds. J. R. Kreulen van Hallum gooide Pieters in 1861 de knuppel in het hoender hok met een boek over de kin derdoop. Tegenover de geloofs- onzekerheid, waarbij alles zou cirkelen om de vraag ..Ben ik en de onveranderlijkheid van wel uitverkoren?", legden zij daarin alle nadruk op de vast heid van de verbondsbeloften, die huns inziens niet alleen aan de uitverkorenen, maar aan alle gedoopten toekomen Zij werden bestreden door niemand minder dan de in vloedrijke Vader Van Velzen, docent in Kampen, die het ver band tussen verkiezing en ver bond vasthield: God heeft in de uitverkiezing van eeuwigheid bepaald, wie in het genadever- bond zijn begrepen. Alleen tot hen strekt zich de belofte bij de kinderdoop uit. Van Velzen schreef toen zelfs, Charles Haddon Spurgeon J. de Liefde dat als dit zo niet vastgehouden werd door de afgescheiden kerk, men dan reden gaf aan ieder, die de eeuwige verkiezing het genadeverbond gelooft, „om tot het gevoelen der baptisten te vervallen". Deze voorspelling van Van Velzen kwam inderdaad uit. Want toen de afgescheiden sy node van 1863 weigerde om de leer van Pieters en Kreulen als onrechtzinnig te veroordelen, liepen in Franeker een aantal mensen de kerk uit en kwamen in contact met een Duitse bap tisten-evangelist Peter Johannes de Neui. Die „oudgereformeerde" in slag is jarenlang karakteristiek geweest voor het Friese bap tisme. De Franeker gemeente heeft zich zelfs nooit aangeslo ten bij de Unie van Baptisten gemeenten. Deze gemeente be staat nog, al lijdt ze een zeer kwijnend bestaan. Het nadrukkelijkst werd de uitverkiezing geleerd door de zogenaamde „onderwerpelijke baptisten", die hun centrum in Welsrijp hadden (nu praktisch uitgestorven; de laatste voor ganger P. A. Terpstra legde zijn ambt vorig jaar neer en de ge meente te Welsrijp werd opge heven). Deze onderwerpelijke baptis ten wilden van geen „algemeen aanbod van genade" weten. In artikel 7 van hun geloofsbelij denis leerden zij, dat het evan gelie alleen gepredikt mocht worden aan „verbrokenen en verslagenen van harte" Liefhebbers van de „kleine kerkgeschiedenis" vinden in het boek van* ds. Van Dam een kos telijk werk. We komen De Lief de en Gerdes tegen. We leren de grote betekenis van het ge slacht Reiling kennen. Feissers tweede vrouw was uit deze familie. Onder de eer ste zeven dopelingen in 1845 was een Reiling en sindsdien hebben de Reilingen in de bap tistengemeenten onafgebroken in het voorste gelid gestaan, tot de huidige (vierde) generatie toe: Jannes, rector van het se minarie De Vinkenhof en zijn broer Romke, predikant in Lei den. Drs. J. Reiling Ds. J. van Dam Gatchiadenit van het baptisme in Nederland door d*. J. van Dam. Uit gave Unie van Baptlatangemeenten, Dalweg 77, Arnhem. (300 blz.; 12,95). OF BIJ DE PvdA het roer om zal gaan of niet, Vader Drees roert zich, en daartegenover doet de Federatie van jongerengroe pen heel ironisch alsof zij ont roert is, maar Den Uyl vindt het wel aantrekkelijk om weer te gaan regeren. Zodat men, wie weet, nog zal beleven dat de PvdA zonder André van der Louw met de confessionelen samengaat. Oost-Groningen krijgt van re gering en Kamer de kans, met een beleidsplan te komen. Staats secretaris Van der Poel raakt .in ernstig conflict met de Kamer meerderheid omdat hij geen apar te pensioenregeling voor joodse oorlogsslachtoffers wil treffen. De (of het) CCO is blij dat de Ka mer de discriminatie in de be straffing van homo-contacten met minderjarige wil opheffen. Een Brandpuntenquête brengt nog eens Neerlands bezorgdheid over de woningnood'en de stijgende populariteit van premier De Jorig in herinnering. In het tragische vlak: in be» jaardentehuizen heerst hier en daar veel angst. Hartpatiënten geven hun harde actie tegen slui ting van de Utrechts hartkliniek na toezeggingen op. De Spaanse radiomedewerker Lino Calle wordt wegens het geven van eigen politiek commentaar ont slagen en daarna toch weer ge handhaafd. Niet te vergeten ook het drama-Jan Bols, die zich het Europees kampioenschap op de schaats door de keus van een verkeerde baan ziet ontgaan. De titel gaat, verdiend, naar For- naess. Dat brengt ons op het buiten lands nieuws, waarin deze week vooral de blijvende onrust in het Poolse Szczeczln, de Russische Venus-7 op Venus (onbemand; er moet zondag weer een bemande Apolloreis naar de maan begin nen, het lijkt wel een routine- reisje, zo nuchter praten we er over), maar vooral de spanningen hier en daar in Afrika, de assem blee van de Raad van Europa en Nixons plannen voor de toe komst. Wat Afrika betreft: in Guinee worden énkele van de tientallen doodvonnissen voltrokken. Oegan da beleeft een wisseling van de wacht en de mac.it: de westers georiënteerde Amin zet de linkse Obote opzij, maar het schijnt een stammenstrijd te we zen. Spanningen ook in Zambia. Zuid-Afrika stelt volksstemming voor om de meningen over zelf beschikking in Zuidwest-Afrika te peilen. De Raad van Europa: veront waardiging over een Griekse brief, gericht tegen de Neder landse afgevaardigde Van der Stoel. Oproep van de assemblee aan Moskou om joden toe te staan te emigreren. Instemming met het Eurometroplan voor een luchtkussentrein. Nixon kondigt een vreedzame Amerikaanse revolutie aan ten be hoeve van de armen; de uitgaven bereiken op de begroting voor volgend jaar een recordhoogtei Nixon mikt op volledige werk gelegenheid; tegelijk moet de de fensie versterkt worden, omdat defensie een enorme vredes macht zou zijn. Witteveen prijst de ontspanning, van de conjunctuur; de autover kopen zouden gaan dalen; het' kwartaalverlies bij de KLM stijgt; de pluimveehouders verliezen S gulden op elke legkip, maar de slachtkippen leggen geen wind eieren; v. d. Heem gaat perso neel inkrimpen en een schoen fabriek in Den Bosch moet 200 man ontslaan. Een prettig cijfer om te besluiten: de hulpverle ning van het Rode Kruis bereikt een recordhoogte. Het Congres krijgt de kans, de weg te banen tot een nieuwe vreedzame revolutie, waarin het volk de macht terugkrijgt en waarin het bestuur op elk niveau* vernieuwd wordt en werkelijk' tegemoet komt aan de behoeften van het volk (Nixon). Kort in detaillering, lang in re toriek en vage beloften, groots in algemeenheden en gebrekkig op specifieke punten (Amerikaan se Democraten). Vernieuwingsdrang, kracht en moed (Amerikaanse Republikei nen).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1971 | | pagina 15