Jan Bols: Iedere 500 meter
is weer anders
Kees Verkerk: Ik heb heel
wat moeten wegslikken
Roeper: Thialf in toekomst
noordelijk schaatscentrum
SCHAATSEN
GOTEBORG
VRIJDAG 22 JANUARI 197»
HEERENVEEN Dit weekeinde
moet het masker vallen. Het masker
dat Kees Verkerk zich dit seizoen
vrijwillig heeft voorgedaan. Achter
dat masker gaapt voor de nog altijd
mateloos populaire Kees Verkerk de
onzekerheid. De uiterst gevoelige ba
lans tussen zelfvertrouwen en ver
twijfeling zal de komende dagen be
slissen over glorie of vernedering
voor de Puttershoeker. Het verstop
pertje spelen dat hij de wedstrij
den in Davos buiten beschouwing ge
laten sedert de IJssel Cup heeft
volgehouden, heeft nu geen zin meer.
Zaterdag en zondag in Heerenveen en
over drie weken in Gothenburg moet
hij bewijzen nog altijd tot de abso
lute top te behoren.
Dal verstoppertje spelen heeft van
Kees Verkerk een geweldige zelfbe
heersing gevraagd. Verkerk: „Bij de
wedstrijden om de IJssel Cup moest
ik weten hoe ik ervoor stond. Eigen
lijk schrok ik toen een beetje van
mijn tijden. Toen ben ik gaan twijfe
len'of ik wel zo hard door moest blij
ven trainen. Vorig seizoen wilde ik
vróêg fh vorm zijn. Ik stond al heel
vroeg in het seizoen op scherp. Maar
als je op scherp staat, ben je ook
bevattelijk voor ziekte. Dat heb ik
vorig jaar ondervonden Ik ben be
wust gaan afremmen. Als je de vorm
eenmaal hebt. is er geen doel om
naar toe te werken. Dan moet je die
vorm zien vast te houden tot de grote
toernooien. De kunst is om precies op
het juiste moment in vorm te zijn.
Een te vroege vorm veroorzaakt twij
fel. Je weet niet precies meer wat je
doet. Je gaat piekeren en vanaf dat
moment zit je verkeerd. Dat heb ik
dit seizoen met alle geweld willen
vermijden. Ik ben later dan ooit. Mis
schien wel te laat voor dit Europees
kampioenschap. Maar beter laat dan
nooit."
■fe Gloriejaar 1968
Na het gloriejaar 1968 heeft Kees
Verkerk geen titel meer behaald.
Voor de rijder, wiens techniek de
perfectie benadert, een bittere erva
ring. Hij. die deze balanssport als
geen ander beheerst, heeft twee ver
loren seizoenen achter zich. Kees
Verkerk: „Ik heb heel wat moeten
wegslikken. Ik heb problemen gehad
en ik heb er nog enkele als
De positie van Thialf lijkt onaantast
baar. Zekerder in ieder geval, dan die
nooit tevoren. Vorig jaar in Inns
bruck voelde ik mij ijzersterk. Ik
ging verschrikkelijk hard. Maar
schaatsen is niet alleen een kwestie
van hard gaan. Je hersens laten wer
ken hoort er net zo goed bij. Je moet
niet alleen lichamelijk, maar ook
mentaal in staat zijn om een toppres
tatie te leveren."
Verkerk kropte zijn problemen op.
Lang liep hij er zelf mee rond. Totdat
hij ze aan een vertrouwensman
„wie dat is vertel ik niet" mee
deelde „Ik kon er niet mee naar
Leen Pfrommer. Ik waardeer hem als
trainer, maar hij is niet alleen mijn
trainer, maar ook die van Ard en van
Jan. En dat zijn behalve mijn vrien
den ook mijn concurrenten. En ik
kan toch niet met mijn problemen
naar de trainer van mijn concurren
ten gaan? Ik heb die problemen zelfs
niet aan mijn vader verteld. Eén keer
ben ik helemaal open en eerlijk ge
weest, heb ik mijzelf helemaal geëta
leerd. In het boek „Heya Keesste".
Later realiseer je je, dat er in zo'n
boek misschien dingen worden ver
teld, waarmee een ander zijn voor
deel kan doen. Ik wil natuurlijk niet
zeggen, dat een ander daardoor we
reldkampioen is géworden."
Kees Verkerk speelde veertien da
gen geleden een ondergeschikte rol in
de nationale titelstrijd. Na zijn Spie
lerei met Dag Fornaess in de Nieuw
jaarswedstrijden op de 10.000 meter
verwachtten zijn fans een knaller.
Verkerk liet zich niet zien. Vooral op
de lange afstanden bleef hij beneden
zijn stand. „Je kunt niet verwachten
dat ik na zoVi periode van verstop
pertje spelen ineens alles kan. Dat
moet langzaam groeien. De tijd tus
sen het Nederlands kampioenschap
en Heerenveen heb ik gebruikt om
die kloof te overbruggen. In hoeverre
ik daarin geslaagd ben, moet dit
weekeinde blijken. Ik heb al mijn
troeven op Heerenveen en Gothen
burg gezet. Het hele seizoen is daarop
afgestemd. En dat is af en toe kei
hard geweest voor mij. Als je in
Noorwegen zit en je hebt je in een
wedstrijd op de achtergrond gehou
den, verdien je niets. Het is dan een
WK^f<v
13 en 14 februari 1971
per vliegtuig.troin.busoJ boot
vanaf f198.- (all in)
vraag brochure
nv reisbureau BBK
Meerstraat 22,Emmen
Telefoon 05910-12236
hard gelag anderen in de kleedkamer
met de prijzen te zien gooien."
Een tipje van de sluier lichtte Ver
kerk het afgelopen weekeinde op in
Davos. Op het olie-ijs gleed hij naar
een voortreffelijke 39.9 seconde op de
500 meter.en naar een nog fameuzer
1.58.9 op de 1500 meter. Niet fameus
genoeg echter om Schenk, de reus,
die zich definitief uit de schaduw van
Keessie heeft geworsteld, te verslaan.
Wel genoeg om te tonen dat Kees
Verkerk met alle gretigheid die er in
hem is solliciteert naar die toppositie
van weleer.
.Kleine zaken'
Verkerk is dit seizoen
consciëntieuzer te werk gegaan dan
de laatste twee jaar. „Toen ik begon
met schaatsen lette ik op allerlei
kleine zaken, subtiele zaken. De laat
ste twee jaar gebeurde dat niet meer.
Ik voelde mij de sterkste. En mis*-
schien was ik dat fysiek ook wel,
maar mentaal niet. En dat hoort ook
bij het schaatsenrijden. Daarom ben
ik nu teruggekeerd tot mijn oor
spronkelijke methode."
De Puttershoeker ziet in Ard
Schenk en in Jan Bols de grote troe
ven voor het Europees kampioen
schap. „Wij hoeven niet zo bang te
zijn voor de Zweden. Claesson kan
verschrikkelijk hard gaan, maar dik
wijls op de verkeerde momenten. De
Noren, op een uitzondering na. zie ik
ook niet komen. Er is er maar één die
het de Nederlanders werkelijk moei
lijk kan maken: Dag Fornaess. Let op
hem. Hij is de eniee Noor, d'e het dit
seizoen gaat maken. Hij heeft zich
niet uitgeput in de wedstrijden voor
de grote toernooien. Hij en Tenmann
hebben samen heel ge'eïdelijk naar
die strijd toegewerkt. Hij is gevaar
lijk."
Verkerk cijfert zichzelf weg. Meer
dan ooit echter hunkert hij naar de
glorie, naar de topplaats uit het nog
recente verleden. Het ontbreken van
toejuichingen, de ijzige stilte, die
neerstreek op de tribunes langs de
Jaap Edenbaan. na zijn zeer matige
5000 meter tijdens het Nederlands
kampioenschap, moet voor de zo po
pulaire Verkerk als een ontgoocheling
zijn aangekomen. Op dat moment
was het publiek verbijsterd dat het
idool in hun ogen faalde. Het geloof
in Keessie heeft- in Amsterdam een
knauw gekregen. Het publiek is maar
al te snel bereid om te vergaten. Er is
er maar één die het publiek het ge
loof in Keessie weer volledig kan te
ruggeven. Zijn naam is Verkerk.
hadden we evenveel schaatsers als in
de gehele kerstvakantie van 1969. De
weersomstandigheden zijn, het be
langrijkste als het op de animo van
de recreatieve schaatsers aankomt."
van andere sportieve pistes in ons
land. Thialf heeft namelijk een unie
ke klandizie: de Friezen, die zegt
men eerder kunnen schaatsen dan
lopen en liever naar het ijs dan naar
het voetbalveld gaan. Daarom ziet de
héér Roeper juist voor zijn baan uit
gebreide mogelijkheden. „We streven
bewust naar een noordelijk schaats-
centrum, een plaats waar wedstrijd
rijders worden opgeleid. Dat probe
ren we nu al zoveel mogelijk te be
reiken. Overal in de provincie zijn
trainingsgroepen gevormd, die bijna
het gehele jaar actief zijn. Duizend
jongelui waarvan 450 zelfs onder
de 15 jaar trainen 's winters op
onze baan. Onder leiding van via de
KNSB gediplomeerde oefenmeesters
en tijdens speciaal voor hen gereser
veerde uren. Het enthousiasme is in
drukwekkend. We organiseren dan
ook veel wedstrijden. Zo'n veertig per
jaar. Wedstrijden zijn nu eenmaal het
doel van de jongeren in de sport. Zij
willen zich met elkaar meten. En als
je hun die gelegenheid daartoe geeft,
dan houd je ze onherroepelijk. Ster
ker zelfs: het stimuleert, iedereen wil
op een gegeven moment meedoen.
Wij willen verder werken in dezelfde
geest als het schoolzwemmen, met di
ploma's, reductiekaarten en speciale
schooluren. Iemand die tijdens zijn
jeugdjaren in de sport iets bereikt
heeft, blijft die sport vaak trouw
De 'opleiding' van Heerenveen
heeft na drie jaren al rendement op
geleverd. De vier nationale kampioe
nen bij de junioren waren In het af
gelopen weekend allen 'produkten'
van de Heerenveense kunstijsbaan.
MARIUS ROEPER
4
Vedetten als Atje Keulen-Deelstra en
de andere trots van Friesland, Jappie
van Dijk, hebben zich op de 400 m
van Heerenveen van pure korte baan
racers tof klassementsrijders van al
lure gevormd. Thialf wil kampioenen
afleveren Daarom ook wil Marius
Roeper zijn 'zaak' uitbreiden met een
gebouw, waar trainingsgroepen kun
nen logeren en waar ruimte is voor
net geven van cursussen ..Wij heb
ben niet alleen met hardrijders te
maken. Ook het kunstrijden en het
ijshockey floreert Jiier geweldig. Ook
die onderdelen van de schaatssport
hebben behoefte aan een soort inter
naat.'
Marius Roeper bouwt aan een type
Fries, wat heet een Nederlands Bis-
let. De man die drie jaar geleden
van de Heerenveense zuivelfabriek
naar de kunstijsbaan overstapte, is er
ambitieus genoeg voor. De Europese
titelstrijd van dit weekeinde moet
zijn streven via een perfekte organi
satie nogmaals onderstrepen. „Ik zal
graag willen, dat de mensen hier
straks met de mooiste herinneringen
vertrekken."
■5^ Onderbetaald
Friesland laat
met zich sollen, vooral niet als de
rage van gemeentelijk Neder-
het aanleggen van een kunstijs-
in het geding komt. Zelfs toen
bloedeigen pronkstuk Thialf, op
niet eens een halve Elfsteden-
door de geboorte van 400
in Groningen eu Assen con-
werd aangedaan, reageer-
nauwelijks. Niemand in
gelooft dan ook in een
van de reputatie, die de
in Heerenveen in drie
heeft opgebouwd. Dwingender
Marius Roeper (48), energiek di
van het fraaie ijsstadion wil
afzienbare tijd op 'zijn' ter-
een uniek noordelijk schaatscen-
creëren.
die zichzelf respecte-
worden langzamerhand besmet
een ziekte, die pas na miljoenen
en de opening van een kunst-
genezen lijkt. Want naast
voetbalvelden, sporthallen, gvm-
en de zwembaden
^>rt" een ijsbaan, waario zonder
de vraag beantwoord wordt hoe
n zware last dat jaarlijks zal bete-
jrfien kapitalen geïnvesteerd wor-
|i.
Jsbanen die gebouwd zijn of nog
stapel staan, worstelen vanbf het
prille begin met gigantische
financiële problemen, met vaak uit
zichtloze tekorten. De gigantische op
zet van de projecten neemt vaak ver
bijsterende vormen aan. Roeper: „De
banen vergapen zich vaak aan het
feit, dat zij grote wedstrijden binnen
hun omheining kunnen halen. Maar
ontmoetingen van internationale allu
re krijg je niet zomaar. Niet meer in
ieder geval dan één keer in de zoveel
jaar. Daarom zal de KNSB moeten
kiezen voor één of twee banen in' Ne
derland, die verzekerd kunnen zijn
van belangrijke evenementen. De
wedstrijdsport moet meer geconcen
treerd worden. Nu hebben sommige
stichtingen investeringen gedaan, al
leen al met de gedachte, dat zij eens
een wedstrijd van formaat zullen
krijgen."
De heer Roeper maakt zich dan ook
vooral zorgen over de Onverant
woorde opzet van de sportieve are
na's. „Voor een eenvoudige 400 m-
baan, zonder noemenswaardige ac
commodatie voor grote aantallen toe
schouwers. is in ons land voldoende
plaats. De belangstelling voor de
schaatssport neemt sterk toe. Daarom
vind ik het niet zo vreemd, dat de
drie noordelijke provincies ieder een
baan hebben. Maar de limiet is hier
mee wel bereikt. In de Randstad daar
entegen zijn er grotere mogelijkhe
den. Rotterdam krijgt zijn baan en
Den Haag zal daarna vermoedelijk
niet lang wachten. Alleen: het kan
allemaal veel goedkoper. Er wordten
nu overal met een enorm enthousias
me plannen gemaakt, zonder dat naar
de toekomst wordt gekeken."
Het is in Friesland allemaal acht
jaar geleden begonnen met de oprich
ting van de Stichting Noordneder
landse Kunstijsbaan. Nu de buurpro
vincies ook een eigen accommodatie
hebben, denkt het bestuur van de
stichting er hard over de naam in
Friese Kunstijsbaan te veranderen
Zo is het toevallig ook nog 's keer
daar.
Thialf is één van de duurste banen
in Nederland: de totale bouwkosten
vergden een bedrag van bijna 5
miljoen. Geld dat voor een groot deel
(meer dan 2 miljoen) geleend werd.
De rest kwam, in de vorm van rente
loze voorschotten, van de provincie
Friesland en de Friese gemeenten en
van de Nederlandse Sport Federatie,
die het project met drie ton subsi
dieerde. Aanvankelijk (twee jaar
lang) gaven de provincies Groningen
en Drente samen een bijdrage van
ƒ50.000 per jaar. De hulp is stopgezet,
omdat zij een eigen 'zorgenkind' bin
nen hun grenzen hebben gekregen.
Het is in het noorden (schaatsmin-
nend Emmen heeft ook plannen) alle
maal een beetje uit de hand gelopen.
De heer G. A. Kuperus, van 1946 tot
1963 burgemeester van Heerenveen,
en nog steeds voorzitter van de Stich
ting Noordnederlandse Kunstijsbaan,
beaamt dit vlol Hij zegt: „Drie dure
banen is eigenlijk een beetje te veel
van het goede. De betrokken stichtin
gen krijgen hierdoor een nog forser
nadelig saldo. We rekenen er echter
op, dat ons verlies van drie ton door
afschrijvingen en dergelijke na ver
loop van tijd kleiner zal worden."
De 73-jarige ex-burgervader is ge
wend met tekorten te werken. „In de
tijd dat ik nog burgemeester was, heb
ik ook altijd gezegd, dat de overheid
voor een verantwoorde vrijetijdsbe
steding moest zorgen. Dat is haar
namelijk. En dat mag best geld kos
ten. Bijna geen enkele vereniging in
het betaalde voetbal kan zich finan
cieel .redden. Het is semi-overheids-
voetbal geworden. Helemaal niet erg,
want je doet er talloze mensen een
groot plezier mee en stimuleert daar
mee de passieve recreatie
Het ijsstadion Thialf heeft vorig
jaar tweehonderdduizend bezoekers
naar zich toe gehaald. Een record, on
danks 'Assen en Groningen'. Direc
teur Roeper: „Tijdens de kerstdagen
rol heeft gespeeld in de keuze tussen
schaatsen en wielrennen. De sfeer is
bij het schaatsen heel anders. Als je
als wielrenner gaat trainen, rijd je nu
eens met die, dan weer met een an
der. Schaatsers trekken maanden
lang mét elkaar op. Zij vormen een
vriendenclub en naast die serieuze
training is er tijd voor veel plezier".
■fe Verwend
's Werelds beste stayer heeft volko
men terecht geprofiteerd van zijn po
pulariteit als sportman om hoger te
klimmen op de maatschappelijke lad
der. „Ik heb dankzij de sport veel
van de wereld gezien. Je raakt ver
wend en dan ga je erover denken om
je toekomst veilig te stellen. Ik heb
altijd al de gedachte gehad om iets
anders te gaan doen dan het vak dat
ik geleerd heb, dat van machinebank
werker. Je merkt het op een toernooi
als je goed rijdt: je wordt bejubeld.
Maar als je terug komt, kun je de
overall weer aantrekken. Dan moet
je zien rond te komen als machine
bankwerker. En dat lukt wel, want er
zijn duizenden, die dat kunnen. Maar
al die anderen hebben niet meege
maakt. wat ik heb beleefd. Die heb
ben niet dat betere, wat de wereld
biedt geproefd. Die zijn niet wegge
weest in de wintermaanden. Toen
ik gedacht: ik wil niet na die winter
maanden hoeven te kijken of ik de
benzinetank vol kan gooien of dat ik
maar voor drie knaken kan tanken
om een plezierritje te maken. Door de
sport heb ik de studie moeten ver
waarlozen. Desondanks heb ik door
diezelfde sport toch een positie vèr-
worven. Die sportzaak in Hoogeveen
had ik zonder het schaatsen niet ge
had".
Voor Jan Bols is populairteit nu in
zakelijk opzicht belangrijk. „Als ik
successen boek, willen de mensen
graag babbelen. Dat stimuleert de
verkoop. Het lijkt mij een normale
zaak. Ik vind dat fijn, maar ik heb
toch al de betrekkelijkheid van popu
lariteit" leren inzien. Bij mijn debuut
op de Europese kampioenschappen in
1968 in Oslo was ik een bejubeld
man. Het zag na mijn prestaties
zwart van de mensen om mij heen,
die mij om het hardst op de schou
ders sloegen en mij uitbundig felici
teerden. Drie weken later, in Gre
noble, waar ik door allerlei oorzaken
slecht reed, zagen diezelfde mensen
mij niet meer staan. Dat is keihard.
Maar je leert er wel van. De les, die
ik daaruit heb getrokken is, dat ik
alleen voor mijzelf moet vechten. Als
het goed gaat, heb ik geen supporters
nodig, maar als het slecht gaat, dan
heb ik behoefte aan steun. Dan zie je
die mensen echter niet.
t Jan Bols wordt al seizoenen lang
'.beschouwd als de derde man achter
Kees en Ard. „Ik voel mij in de scha
duw "van die twee, maar ik accepteer
het omdat Ard cn Kees er gewoon
onder blijven. Zij voelen zich niet
meer dan de andere leden van de
kernploeg. Kees en Ard is nu een
maal een begrip. Zelfs wanneer ik
harder rijd, is dat duo nog populair
der. Ik vind dat niet zo erg".
De Drentse schaatscrack vindt niet
dat het .schaatsen financieel in de
richting van de wielersport moet.
„Als je ziet wat wij er allemaal voor
doen, worden wij natuurlijk vreselijk
onderbetaald. Maar er is ook een an
der kant van de zaak Het is sport en
uit andere sporten kun je leren dat
teveel geld ook niet goed is. Kijk
maar naar de wielrennerij. Die gaat
aan het teveel kapot. Misschien is er
een ander systeem denkbaar. Ik ben
beslist geen communist, maar Het
systeem dat in de communistische
landen wordt toegepast voor dé sport,
vind ik op veel punten acceptabel.
Daar worden de sportmensen door de
staat onderhouden. Je ziet er dan
tenminste nog wat voor terug. Bij ons
ligt dat heel anders. Neem Ard
Schenk maar Die heeft als Europees
en als wereldkampioen enorm veel
reclame voor Nederland gemaakt. Als
hij in zijn studie zou falen, heeft hij
niets. Het risico is voor ons wat te
groot. Daarom schaats ik ook niet op
de eerste plaats voor mijn land, maar
voor mijzelf".
HEERENVEEN Dc jaarlijkse groei van de schaatsenrijder Jan Bols heeft zich dit seizoen al ge
kristalliseerd in een nationale titel. De man,, die bijna per traditie schittert op de lange afstanden in
de internationale toernooien, heeft na afloop van een Europees of wereldkampioenschap echter nog
nooit op het erepodium gestaan.
Bols: „Populariteit is betrekkelijk"
Vorig jaar leverde hij de beste sei
zoenprestatie van de hele internatio
nale schaatstop. Hij verdiende vele
>unten met de verbetering van zijn
lersoonlijke records op de 500 en de
1500 meter. Toch miste hij én in
nnsbruck én in Oslo het erepodium.
Ian Bols demonstreerde zijn vorm
uist op die momenten, toen er geen
nternationale toernooien werden ver
eden. De climax kwam tijdens de
ecordwedstrijden in Inzeil, waar hij
•ia een furieus- bevochten zege op-
tlom tot de tweede plaats op de we-
eldranglijst aller tijden.
Jan Bols wist zich tijdens Eüropese
dl wereldkampioenschappen dikwijls
il kansloos voor de titel na de
iOO meter. Terwijl hij in Cortina
'Ampezzo, in Davos en in Inzeil we-
eldtijden reed op deze afstand, ver
oor hij in de grote toernooien juist
p de sprint. Jan Bols: „Als er niets
ip het spel staat, durf je voluit te
aan. Maar in een wereldtoernooi is
o'n 500 meter bijna van beslissend
elang Iedere sprint is verschillend,
let brengt voor mij een bepaald
ngstgevoel met zich mee. In het ver-
eden heb ik op die afstand wel eens
ekke bokkesprongen gemaakt. Ih
- renoble ging ik in 1968 onderuit.
Het zijn de kleine dingen, die je ang
stig maken. En dan denk ik bij mij
zelf ik ben toch maar liever vijfde of
zesde dan helemaal niets".
•fe Beslommeringen
De Hoogevener heeft zich in het
voorseizoen minder op het schaatsen
kunnen concentreren dan in het ver
leden. „Ik ben getrouwd en ik heb
een sportzaak geopend. Dat bracht
voor mij de nodige beslommeringen
met zich mee Aanvankelijk had ik
het plan om niet op 8 december met
de kernploeg mee te gaan naar Noor
wegen. Maar later ben ik daarop te
ruggekomen. In de selectiewedstrij
den bleek dat mij achterstand op de
anderen te groot was. In die weken
dat ik in Hamar was, heb ik fijn
kunnen werken. Ik kon mijn zake
lijke beslommeringen vergeten en mij
op het schaatsen werpen Misschien
wel wat gretiger dan in het verleden,
omdat ik het voorseizoen zoveel an
dere zaken aan mijn hoofd had".
De nationale titel heeft Jan Bols
een stukje extra-zèlfvertrouwen ge
ven. „Vorig jaar had ik op papier
Europees en wereldkampioen moeten
worden. Maar dat moet je toch eerst
altijd maar waar maken. Het is ver
schrikkelijk moeilijk om precies op
tijd op je top te zitten. Je bent vanaf
16 mei aan het trainen. En dan moet
je je top zien te concentreren tussen
23 januari (de Europese kampioen
schappen) en 14 februari (wereldkam
pioenschappen). Je moet je dag heb
ben en heb je die niet dan kun je er
helemaal naast zitten. Je kunt en
mag van tevoren niet zeggen dat je
Europees of wereldkampioen kunt
worden. Wat Fornaess in het verle
den deed, is flauwekul. Er zijn zoveel
factoren, die meespelen in het feit of
je al dan niet kampioen wordt, dat er
van tevoren geen peil op te trekken
valt. Een verkoudheid en je bent
weg. Iedereen heeft dat verleden jaar
aan Kees kunnen zien. Het zijn de
kleine dingetjes die bepalen, wie er
kampioen wordt".
Jan Bols heeft in het verleden een
keuze moeten maken tussen schaat
sen en wielrennen, twee sporten
waarin hij beide uitblonk. „Ik heb
bewust het schaatsen gekozen. Als
wielrenner sprak ik een goed woordje
mee, maar ik had geen plannen om
beroepsrenner te worden. Je hoort te
veel nare verhalen over die sector
van de wielersport Ik geloof dat bij
mij het sfeerverschil een belangrijke
-